28.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 362/26


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 362/06)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“PROSECCO”

PDO-IT-A0516-AM07

Datum van de mededeling: 14.8.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — Categorie mousserende wijn en mousserende kwaliteitswijn

De variant “spumante rosè” (mousserende roséwijn), een mousserende wijn verkregen van de druivenrassen glera B en pinot noir die een rode vinificatie ondergaat, wordt toegevoegd aan de oorsprongsbenaming.

Deze variant was reeds wijdverspreid in het betrokken gebied, zij het met een andere productbenaming.

De wijziging heeft betrekking op de artikelen 1,2, 4, 5, 8 en 9 van het productdossier en op de punten 4, 5, 8 en 9 van het enig document.

2.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — Druivenrassen

De mousserende roséwijn wordt vervaardigd uit de volgende wijnstokrassen: glera B. (ten minste 85 %, ten hoogste 90 %) en pinot noir die een rode vinificatie ondergaat (ten minste 10 %, ten hoogste 15 %). Deze samenstelling maakt het mogelijk de rosékleur te verkrijgen.

Deze wijziging heeft betrekking op artikel 2 van het productdossier, maar brengt geen wijzigingen van het enig document teweeg.

3.   Prosecco DOP — Spumante Rosè — Druivenopbrengst per hectare en minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

De maximale druivenopbrengst van het ras pinot noir is vastgesteld op 13 500 kg/ha om een hogere concentratie kleurstof en een stabielere kleur mogelijk te maken.

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte is vastgesteld op 9 % vol.

De wijziging heeft betrekking op artikel 4 van het productdossier en op de punten 4 en 5b van het enig document.

4.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — Wijnbereiding

Deze variant mag uitsluitend worden verkregen door natuurlijke fermentatie met behulp van een autoclaaf met een bereidingsduur van ten minste zestig dagen. Dankzij deze productiemethode komen verbindingen zoals mannoproteïnen vrij uit de gist, die de kleurstof (verbindingen van anthocyanen en tannines met een laag molecuulgewicht) beschermen tegen oxidatie en zwaveldioxide. Bovendien ontstaan op die manier complexere geuren en smaken.

De wijziging heeft betrekking op artikel 5 van het productdossier, maar brengt geen wijzigingen van het enig document teweeg.

5.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — Oenologische procedés

Voor het deel van het product dat is bedoeld voor de bereiding van mousserende roséwijn en mousserende kwaliteitsroséwijn, is het toegestaan producten toe te voegen die zijn gemaakt van minstens 10 % en hoogstens 15 % pinot noir-druiven (rode vinificatie). Voorwaarde hierbij is dat de in het wijnbereidingsproces gebruikte druiven van het ras glera B zijn verbouwd in wijngaarden met één ras of in wijngaarden waar, naast de voor dit procedé toegestane druiven, hoogstens 15 % pinot noir-druiven aanwezig zijn. Dit oenologische procedé is in overeenstemming met de geldende bepalingen voor mousserende wijnen die reeds onder de benaming vallen, en met de wetgeving van de Europese Unie.

De wijziging heeft betrekking op artikel 5 van het productdossier en op punt 5a van het enig document.

6.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — Kenmerken bij de consumptie

Gezien de toevoeging van de variant mousserende roséwijn worden de fysisch-chemische en organoleptische kenmerken van die variant vermeld.

De wijziging heeft betrekking op artikel 6 van het productdossier en op punt 4 van het enig document.

7.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — Term “Millesimato” op de etikettering

Op de etikettering van deze variant moet de term “millesimato” worden vermeld, gevolgd door het jaar van productie van de druiven overeenkomstig artikel 49, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.

De wijziging heeft betrekking op artikel 7 van het productdossier en op punt 9 van het enig document.

8.   Prosecco BOB — Spumante Rosè — In de handel brengen

Het product wordt in de handel gebracht vanaf 1 januari van het jaar na de oogst zodat het langer kan rijpen.

De wijziging heeft betrekking op artikel 7 van het productdossier, maar brengt geen wijzigingen van het enig document teweeg.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Prosecco

2.   Type geografische aanduiding

BOB — Beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.

Mousserende wijn

5.

Mousserende kwaliteitswijn

6.

Aromatische mousserende kwaliteitswijn

8.

Parelwijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

Prosecco — Wijn

Kleur: strogeel.

Geur: elegant, karakteristiek, kenmerkend voor de gebruikte druiven.

Smaak: droog tot halfzoet, fris en karakteristiek.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,5 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 14 gram per liter.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholvolumegehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Prosecco Spumante — Mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn en aromatische mousserende kwaliteitswijn

Kleur: strogeel van variërende intensiteit, glinsterend, met aanhoudende schuimlaag.

Geur: elegant, karakteristiek, kenmerkend voor de gebruikte druiven.

Smaak: van brut nature tot halfdroog, fris en karakteristiek.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 11 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 14 gram per liter.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholvolumegehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Prosecco — Parelwijn

Kleur: strogeel van variërende intensiteit, glinsterend, met zichtbare belletjesvorming.

Geur: elegant, karakteristiek, kenmerkend voor de gebruikte druiven.

Smaak: droog tot halfzoet, fris en karakteristiek.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,5 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 14 gram per liter.

Bij de parelwijn die van oudsher wordt bereid door middel van nagisting in de fles, kunnen de organoleptische kenmerken bij de consumptie verschillen:

kleur: mogelijke aanwezigheid van troebelheid;

geur: aangenaam en karakteristiek, mogelijk met tonen van broodkorst en gist;

smaak: droog, bruisend, fruitig, mogelijk met tonen van broodkorst en gist.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholvolumegehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Prosecco Spumante rosé — Mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn

Kleur: zachtroze van variërende intensiteit, glinsterend, met aanhoudende schuimlaag.

Geur: elegant, karakteristiek, kenmerkend voor de gebruikte druiven.

Smaak: van brut nature tot extra dry, fris en karakteristiek.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 11 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 14 gram per liter.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholvolumegehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,5

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Specifieke oenologische procedés

Oenologisch procedé voor het deel van het product dat is bedoeld voor de bereiding van mousserende wijn of mousserende kwaliteitswijn, met inbegrip van roséwijn.

Specifiek oenologisch procedé

Voor het deel van het product dat is bedoeld voor de bereiding van mousserende wijn en mousserende kwaliteitswijn is het toegestaan producten toe te voegen die zijn gemaakt van chardonnay-, pinot blanc-, pinot gris- en pinot noir-druiven (witte vinificatie), alleen of in combinatie, tot een maximum van 15 %. Voorwaarde hierbij is dat de druiven van het ras glera die in het wijnbereidingsproces worden gebruikt, afkomstig zijn uit wijngaarden waar slechts één ras wordt verbouwd of uit wijngaarden waar, naast de voor dit procedé toegestane rassen, hoogstens 15 % secundaire druivenrassen aanwezig zijn.

Voor het deel van het product dat is bedoeld voor de bereiding van mousserende roséwijn en mousserende kwaliteitsroséwijn is het toegestaan producten toe te voegen die zijn gemaakt van minstens 10 % en hoogstens 15 % pinot noir-druiven (rode vinificatie). Voorwaarde hierbij is dat de in het wijnbereidingsproces gebruikte druiven van het ras glera afkomstig zijn uit wijngaarden waar slechts één ras wordt verbouwd of uit wijngaarden waar, naast de voor dit procedé toegestane druiven, hoogstens 15 % pinot noir-druiven aanwezig zijn.

b.   Maximumopbrengsten

 

Prosecco

 

18 000 kg druiven per hectare

 

Prosecco

 

135 hectoliter per hectare

 

Prosecco — Mousserende roséwijn (glera)

 

18 000 kg druiven per hectare

 

Prosecco — Mousserende roséwijn (glera)

 

135 hectoliter per hectare

 

Prosecco — Mousserende roséwijn (pinot noir)

 

13 500 kg druiven per hectare

 

Prosecco — Mousserende roséwijn (pinot noir)

 

101,25 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De druiven die worden gebruikt om wijn te produceren die onder de beschermde oorsprongsbenaming “Prosecco” valt, moeten zijn verbouwd in het gebied dat de volgende provincies bestrijkt: Belluno, Gorizia, Padua, Pordenone, Treviso, Triëst, Udine, Venetië en Vicenza.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

Glera B. — Serprino

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

BOB “Prosecco” — Alle wijncategorieën

Natuurlijke factoren die van belang zijn voor het verband

Het gebied van de BOB “Prosecco”, dat in het noordoosten van Italië ligt, wordt gekenmerkt door een vlak landschap met enkele heuvelachtige gebieden. Het klimaat in dit gebied, gelegen in Veneto en Friuli, is gematigd. In het noorden bieden de Alpen bescherming tegen de koude noordelijke winden en in het zuiden vormt de Adriatische Zee de voornaamste route voor de sirocco’s, die vooral in de zomer voor voldoende regenval zorgen, de temperaturen matigen en voor de benodigde hoeveelheid water zorgen tijdens de groeifasen van de scheuten en trossen van de wijnstokken.

Aan het eind van de zomer, met een lager aantal uren zonneschijn en frequente droge borawinden vanuit het oosten, zijn er grote verschillen tussen de dag- en nachttemperatuur en kan een aanzienlijke hoeveelheid aromatische stoffen worden aangetroffen in de druiven, die dan in de laatste rijpingsfase zijn.

Het productiegebied is rijk aan mineralen en sporenelementen. De bodems hebben veelal een alluviale oorsprong met een overheersende slibachtige kleitextuur en een aanzienlijk grindgehalte, veroorzaakt door erosie van de Dolomieten en riviersediment, wat een goede ontwatering mogelijk maakt.

Historische en menselijke factoren

De oudste documenten waarin melding wordt gemaakt van “Prosecco”-wijn, gaan terug tot het einde van de zeventiende eeuw. De beschrijving gaat over een verfijnde witte wijn uit het karstlandschap rondom Triëst, in het bijzonder het “Prosecco”-gebied.

De productie van deze wijn is later verschoven naar met name de heuvelachtige regio’s Veneto en Friuli.

Het succes van “Prosecco” is hoofdzakelijk te danken aan het feit dat vakbekwame wijnbouwers sinds het begin van de twintigste eeuw de beste teelttechnieken hebben ontwikkeld voor het zeer sterke glera-ras, met als doel het beperken van de belasting per wijnstok, zodat de druiven goed konden rijpen en hun aromatische potentieel konden behouden. Ze ontwikkelden ook de beste wijnbereidingstechnieken op basis van een natuurlijke tweede gisting, in eerste instantie in de fles, maar meer recentelijk in een autoclaaf.

In de voorbije eeuw heeft een netwerk van hooggekwalificeerde wetenschappers en technisch specialisten in het productiegebied samengewerkt om de productiemethode van “Prosecco” te perfectioneren. Hierdoor kwamen de kenmerken die de wijn bij zowel binnenlandse als buitenlandse consumenten zo geliefd maken, nog beter naar voren. Een sleutelrol hierbij speelde het vermogen van producenten om te experimenteren met de methoden voor wijnbereiding en voor de productie van mousserende wijn en die te verbeteren, waarbij ook blauwe druiven werden gebruikt, die een rode vinificatie ondergaan. Daardoor kunnen ook bij de mousserende roséwijn dezelfde onderscheidende kwaliteitskenmerken van de oorsprongsbenaming worden gewaarborgd.

Oorzakelijk verband tussen het geografische gebied en de specifieke kenmerken van het product

Het milde klimaat, met neerslag en warme sirocco’s in de zomer, is doorslaggevend voor de juiste ontwikkeling van de wijnstokken tijdens het groeiseizoen.

De verschillen tussen de dag- en nachttemperaturen en de overheersende droge borawinden tijdens de laatste rijpingsfase van de druif stimuleren de bestendigheid van de “zure” stoffen en de productie van een aanzienlijke hoeveelheid aromatische precursoren, die de florale en fruitige tonen bepalen die zo kenmerkend zijn voor “Prosecco”-wijn.

De alluviale bodems hebben een slibachtige kleitextuur en zijn zeer vruchtbaar. Dit zorgt voor kwantitatief uitstekende oogsten, waarbij gematigde accumulatie van suikers wordt gestimuleerd en wordt voorzien in de mineralen en sporenelementen die de druiven nodig hebben voor een evenwichtige chemische en sensorische samenstelling. Hierdoor kan een basiswijn voor parelwijnen en mousserende wijnen worden verkregen met een gematigd alcoholgehalte en het frisse, droge en fruitige sensorische profiel van “Prosecco”.

De verbouwde druivensoort, in het bijzonder het glera-ras, wordt gekenmerkt door een gematigde suikeraccumulatie en een optimaal gehalte aan zure en aromatische stoffen. Dit zorgt voor een aangename aromatische basiswijn met een laag alcoholgehalte.

De mousserende en parelvarianten van “Prosecco”-wijn zijn doorgaans droog, met een sensorisch profiel dat wordt gekenmerkt door een fel strogele of – in het geval van mousserende roséwijn – zachtroze kleur en een goede balans tussen fijne belletjes en een aanhoudende schuimlaag.

De wijn is fijn en elegant in de neus, met uitgesproken florale (witte bloemen en bij de mousserende roséwijn ook rode bloemen) en fruitige (appel, peer, exotisch fruit en citrusvruchten, en bij de mousserende roséwijn ook aardbei en framboos) tonen. In de mond zorgen het evenwicht tussen de zoete en zure componenten en de aangename smaak voor tonen van frisheid, zachtheid en levendigheid.

Om de kenmerken van de mousserende variant van deze bijzondere wijn verder te versterken, wordt de charmatmethode gebruikt, met natuurlijke hergisting van de basiswijn in grote vaten of autoclaven.

Door deze methode kan de “Prosecco” zijn volle, aromatische potentieel en aangenaam frisse en karakteristieke smaak bereiken.

De – weliswaar beperkte – productie van niet-mousserende “Prosecco”-wijn moet ook worden genoemd. Deze wijn heeft een sensorisch profiel dat vergelijkbaar is met dat van de hierboven genoemde varianten, maar heeft uitgesproken fruitige geuraccenten en een vollere, rijkere smaak.

De “Prosecco”-wijnen die onder de BOB vallen, worden dan ook door consumenten in Italië en daarbuiten herkend.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

BOB “Prosecco”

Rechtskader:

wetgeving van de Unie

Type aanvullende voorwaarde:

afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Bij wijze van afwijking waarin artikel 5, lid 1, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie voorziet, kunnen activiteiten voor de bereiding van al deze wijnsoorten ook worden verricht in het administratieve gebied van de gemeenten in de provincie Verona, die grenst aan het afgebakende productiegebied, zolang de druiven afkomstig zijn van wijngaarden waar op 30 november 2011 actief werd verbouwd. Bovendien kunnen deze activiteiten ook worden verricht in andere provincies die grenzen aan de afgebakende productiezone als het ministerie daartoe een individuele vergunning heeft verleend.

Mits het ministerie een individuele vergunning heeft verleend en rekening houdend met de traditionele productielocaties, kan tweede gisting van de basiswijn voor de categorieën “parelwijn” en “mousserende wijn” ook plaatsvinden in de directe nabijheid van het afgebakende geografische gebied, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie.

BOB "Prosecco" — Aanvullende geografische eenheid

Rechtskader:

wetgeving van de Unie

Type aanvullende voorwaarde:

aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Voor de “Prosecco”-benaming is het toegestaan om op het etiket een verwijzing toe te voegen naar de “provincie Treviso” of “Treviso”, naar de “provincie Triëst” of “Triëst” of “Prokrajina Trst” of “Trst” als de respectievelijke partijen exclusief bestaan uit druiven die zijn geoogst in wijngaarden die zich in de desbetreffende provincies bevinden, of als het product is gemaakt en verpakt in dezelfde provincie als die waarin de druiven zijn verbouwd, als bedoeld in artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie en artikel 120, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

BOB “Prosecco”

Rechtskader:

wetgeving van de Unie

Type aanvullende voorwaarde:

botteling in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

De bepalingen betreffende het bottelen in het afgebakende gebied zijn vastgesteld in overeenstemming met het recht van de Unie (artikel 4, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33). Overeenkomstig de bovengenoemde wetgeving moet de botteling plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied om de kwaliteit en reputatie van wijn met de BOB “Prosecco” te vrijwaren, en om de oorsprong van de wijn en de doeltreffendheid van de desbetreffende controles te waarborgen. De bijzondere kenmerken en kwaliteiten van de “Prosecco”-wijnen, die samenhangen met het geografische gebied, en de reputatie van de naam, worden immers beter gewaarborgd indien de wijn in het productiegebied wordt gebotteld, aangezien de toepassing en naleving van alle technische regels betreffende vervoer en botteling de verantwoordelijkheid is van plaatselijke bedrijven die over de nodige kennis en kunde beschikken en belang hebben bij het behoud van de reputatie van het product. Bovendien verzekert deze vereiste dat de wijnproducenten onderworpen zijn aan een efficiënt systeem voor de controle op de botteling door de bevoegde instanties, zodat alle potentiële risico’s die gepaard gaan met het vervoer van het product buiten het afgebakende gebied worden vermeden. Deze bepaling komt ten goede aan de wijnproducenten zelf, die zich bewust zijn van en verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en reputatie van de benaming.

BOB “Prosecco” — Mousserende roséwijn

Rechtskader:

wetgeving van de Unie

Type aanvullende voorwaarde:

aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Voor deze variant moet op het etiket het jaar van productie van de druiven worden vermeld overeenkomstig artikel 49, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.

Link naar het productdossier

https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/15890


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.