Brussel, 30.9.2020

SWD(2020) 326 final

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

Verslag over de rechtsstaat 2020





Landenhoofdstuk over Zweden

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

Verslag over de rechtsstaat 2020
Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie

{COM(2020) 580 final} - {SWD(2020) 300 final} - {SWD(2020) 301 final} - {SWD(2020) 302 final} - {SWD(2020) 303 final} - {SWD(2020) 304 final} - {SWD(2020) 305 final} - {SWD(2020) 306 final} - {SWD(2020) 307 final} - {SWD(2020) 308 final} - {SWD(2020) 309 final} - {SWD(2020) 310 final} - {SWD(2020) 311 final} - {SWD(2020) 312 final} - {SWD(2020) 313 final} - {SWD(2020) 314 final} - {SWD(2020) 315 final} - {SWD(2020) 316 final} - {SWD(2020) 317 final} - {SWD(2020) 318 final} - {SWD(2020) 319 final} - {SWD(2020) 320 final} - {SWD(2020) 321 final} - {SWD(2020) 322 final} - {SWD(2020) 323 final} - {SWD(2020) 324 final} - {SWD(2020) 325 final}


Samenvatting

De Zweedse rechterlijke macht wordt als zeer onafhankelijk gepercipieerd. Om de onafhankelijkheid van het gerecht te stimuleren heeft Zweden, in een onderzoek over de partijgrenzen heen, een parlementair proces opgestart om bepaalde elementen van het grondwettelijk kader te onderzoeken die verband houden met de rechterlijke macht. Daarnaast werden bij een recente wijziging van het wetboek van procesrecht de regels gecodificeerd voor de toewijzing van zaken. De regering heeft een wetgevend initiatief opgestart om problemen in verband met de digitalisering van het rechtssysteem aan te pakken. Met name de mogelijkheid om bepaalde stappen van de gerechtelijke procedure online te voltooien is deels beschikbaar. Daarbij gaat het zowel om de indiening van een zaak als om het verzenden van dagvaardingen.

Volgens enquêtes wordt Zweden gepercipieerd als één van de minst corrupte landen in de EU en in de wereld. Het strafwetboek stelt de meeste vormen van publieke en private corruptie strafbaar. Hoewel er geen gecodificeerde, alomvattende nationale strategie voor corruptiebestrijding wordt gehanteerd, heeft de regering aangekondigd een nationaal actieplan voor corruptiebestrijding te zullen uitwerken. De overheidsinstellingen staan bekend om hun transparante bestuur en hun betrouwbare en functionele kader voor corruptiepreventie. Lobbyactiviteiten zijn niet wettelijk geregeld. Een uitgebreid recht op informatie is een kernelement van de Zweedse benadering van corruptiepreventie en overheidsfunctionarissen hebben het recht informatie te verstrekken aan de media. Er gelden maatregelen om klokkenluiders te verzekeren van bescherming en momenteel wordt nagegaan of er wijzigingen nodig zijn uit hoofde van Richtlijn (EU) 2019/1937 van de EU inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden. Buitenlandse omkoping blijft een risicogebied.

Zweden heeft een lange traditie op het gebied van de regulering van de mediavrijheid en -pluriformiteit. De wettelijke waarborgen voor mediavrijheid en -pluriformiteit komen uit zowel het grondwettelijk als het wetgevend kader en lijken in de praktijk volledig te zijn uitgevoerd. Voor de onafhankelijkheid van de Zweedse regulerende instantie voor de media gelden sterke garanties, die verankerd zijn in de grondwettelijke bepalingen. Hoewel er geen specifieke regels zijn voor mediabedrijven, zijn er geen grote problemen gemeld op het gebied van de transparantie van de media-eigendom. Zweden bewijst ook dat het een solide systeem heeft als het gaat over de bescherming van journalisten. De omstandigheden waarin Zweedse journalisten werken, behoren tot de gunstigste ter wereld. Toch werden er in 2020 enkele fysieke en onlinebedreigingen aan het adres van journalisten gemeld.

Een specifiek kenmerk van het systeem van controles en waarborgen is het inclusieve en gestructureerde proces dat wordt gebruikt om wetgeving voor te bereiden. Dit proces wordt gebruikt voor bovengenoemd onderzoek van het grondwettelijk kader dat verband houdt met de rechterlijke macht. In dit proces zal een hervorming van de procedure voor de wijziging van de grondwet ook worden beschouwd als een middel om de bescherming van de basisstructuren van het democratisch systeem te verbeteren. Verscheidene onafhankelijke overheden spelen een rol bij de bescherming van de grondrechten, en een hervormingsproces om het mandaat van het nationaal mensenrechteninstituut uit te breiden is gaande. Verder heeft de regering specifieke instrumenten ingevoerd voor dialoog met het maatschappelijk middenveld.

I.Justitieel stelsel 

Het justitieel stelsel in Zweden bestaat uit twee takken: de algemene rechtbanken, die bestaan uit 48 districtsrechtbanken, zes hoven van beroep en het hooggerechtshof; en de algemene administratieve rechtbanken, met twaalf administratieve rechtbanken, vier administratieve hoven van beroep en het administratief hooggerechtshof. Er zijn ook twee speciale rechtbanken 1 . De nationale gerechtelijke administratie, een agentschap dat opereert onder het ministerie van Justitie, is verantwoordelijk voor het algemene beheer van de rechtbanken, waaronder toewijzing van middelen, niveaus van personeelsvoorziening en uitrusting. De onafhankelijke raad voor de voordracht van rechters 2 is belast met de voorbereiding van voorstellen voor alle gerechtelijke aanstellingen 3 . Op basis daarvan worden de rechters door de regering aangesteld 4 . Het Zweedse Openbaar Ministerie 5 is onafhankelijk en staat los van de regering. De Zweedse orde van advocaten is een onafhankelijke en zelfbesturende, bij wet opgerichte vereniging. 6

Onafhankelijkheid

De perceptie van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is consequent zeer hoog. In totaal is 80 % van zowel de bevolking als het bedrijfsleven van mening dat de onafhankelijkheid van de rechtbanken en rechters in Zweden ofwel “zeer goed”, ofwel “vrij goed” is 7 . Deze hoge perceptie van de rechterlijke onafhankelijkheid is sinds 2016 over het algemeen stabiel gebleven en is lichtjes gestegen voor de bevolking.

Een hervormingsproces om de onafhankelijkheid van het gerecht verder te versterken werd opgestart. In februari 2020, na een verzoek van het parlement van 2018, richtte de regering een onderzoekscommissie 8 rond het “Versterken van de bescherming van de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht” op. Het partijoverschrijdende onderzoek wordt voorgezeten door de voorzitter van het hooggerechtshof en heeft een mandaat om verscheidene aspecten van het Zweedse kader voor rechterlijke onafhankelijkheid te onderzoeken. De bedoeling is voorstellen te doen voor wetgevende en grondwetswijzigingen 9 . De commissie zal onderzoeken of het aantal en de pensioenleeftijd van de rechters van het hooggerechtshof en van het administratief hooggerechtshof in de grondwet moeten worden geregeld 10 . Het mandaat van de commissie bepaalt dat deze denkoefening onder andere plaatsvindt met het oog op de recente jurisprudentie van het Hof van Justitie 11 . Volgens het mandaat zou het doel zijn rechters te beschermen tegen mogelijke bemoeienis te wijten aan een verlaging van de pensioenleeftijd door het gewone recht. De kwestie van het regelen van het aantal rechters in beide hoogste rechtscolleges zal worden beoordeeld met het oog op het juridische academische debat in Zweden. In de context van dat debat werd gesuggereerd dat een stijging of daling van het aantal rechters zou kunnen worden gebruikt als middel om politieke invloed uit te oefenen. Daarnaast zal de commissie onderzoeken of de onafhankelijkheid van de nationale gerechtelijke administratie moet worden versterkt 12 . Als de commissie van mening is dat een dergelijke versterking geoorloofd is, behoort het tot haar mandaat om de oprichting van een raad voor de rechtspraak of van een raad van de nationale gerechtelijke administratie voor te stellen 13 , die hoofdzakelijk samengesteld is uit rechters, wat zou stroken met de aanbevelingen van de Raad van Europa 14 . Het werk van de commissie bevindt zich in een vroeg stadium en zal een doorlichting van bestaande systemen in andere EU-lidstaten omvatten. De resultaten ervan worden in februari 2023 voorgesteld. De inclusieve methode om een dergelijke hervorming voor te bereiden, inclusief het proces over de partijgrenzen heen en de aandacht die wordt gegeven aan recente jurisprudentie van het Hof van Justitie, zijn bijzonder vermeldenswaardig.

De regels voor de toewijzing van zaken werden gecodificeerd. De wijziging van het wetboek van rechtspleging bepaalt dat de toewijzing van zaken gebaseerd moet zijn op objectieve criteria die vooraf door de rechtbank zijn vastgelegd en het eindresultaat of de voortgang van de zaak niet mag kunnen beïnvloeden 15 . Dit codificeert de reeds bestaande praktijk en zorgt ervoor dat de normen voor toewijzing van zaken gedetailleerd worden uiteengezet in de wet, wat strookt met de aanbevelingen van de Raad van Europa 16 . De concrete details voor de toewijzing van zaken worden nog steeds gespecificeerd in procedureregels of vergelijkbare normen van de rechtbanken 17 .

Kwaliteit

De nationale gerechtelijke administratie heeft bijkomende middelen gevraagd om de toegenomen werkbelasting aan te kunnen. Nadat de middelen van zowel de politie als het Openbaar Ministerie zijn opgetrokken om onderzoekscapaciteiten te versterken 18 , is er een aanzienlijke toename geweest van het aantal inkomende strafzaken in rechtbanken van eerste aanleg. Om deze toegenomen werkbelasting het hoofd te kunnen bieden heeft de nationale gerechtelijke administratie gevraagd het budget van de rechtbanken 2021-2023 op te trekken 19 . Dat geld moet dienen om bijkomend rechtbankpersoneel, opleiding en hervormingen te kunnen betalen, met als doel de efficiëntie van de rechtbanken te verbeteren 20 .

Er worden inspanningen geleverd om het hoofd te bieden aan de uitdagingen rond het gebruik van digitale communicatie in het Zweedse gerechtelijk apparaat. De mogelijkheid om bepaalde stappen van de gerechtelijke procedure online te voltooien is nog steeds slechts gedeeltelijk beschikbaar in Zweden, voor wat betreft zowel het indienen van een zaak als het verzenden van dagvaardingen. Er bestaat ook geen mogelijkheid om online na te gaan in welk stadium een procedure zich bevindt 21 . Vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg zijn ook niet online toegankelijk 22 . Om de digitale communicatie in rechtbankprocedures mogelijk te maken en te vergemakkelijken en de dienstverlening aan de burger te verbeteren, heeft de regering een wetsontwerp voorgesteld, dat voor het eerst werd ingediend in augustus 2019. Daarmee wil ze het mogelijk maken documenten in te dienen om burgerlijke en bepaalde andere rechtsvorderingen online in te leiden, een volmacht in digitaal formaat in te dienen en onnodige verzoeken om papieren kopieën te verwijderen 23 . Het voorstel werd in juni 2020 bij het parlement ingediend. Als het wordt aangenomen, is voorzien dat de meeste bepalingen in januari 2021 van kracht worden.

Efficiëntie

Ondanks een bijzonder hoog aantal inkomende administratieve zaken kampt het Zweedse rechtssysteem niet met bijzondere problemen in verband met efficiëntie. Het Zweedse systeem presteert aan een gemiddeld niveau wat betreft de verwerkingstijd voor zowel omstreden burgerlijke als handelszaken en ook administratieve zaken. Het aantal inkomende administratieve zaken is bijzonder hoog en het aantal hangende administratieve zaken stijgt sinds 2016 voortdurend in lichte mate. Als gevolg daarvan is het afhandelingspercentage voor administratieve zaken in 2016 en in 2017 gedaald, maar het laat in 2018 een positieve trend zien. Daardoor schuift het meer op richting 100 % en is de gemiddelde tijd om administratieve zaken af te handelen nog steeds relatief kort 24 . Omdat er geen algemene lockdown was, zijn de rechtbanken tijdens de COVID-19-pandemie zo goed als gewoon blijven doorwerken. Enkele hoorzittingen werden geannuleerd en uitgesteld omwille van de volksgezondheid 25 .

II.Corruptiebestrijding 

Zweden beschikt grotendeels over het wetgevende en institutionele kader om corruptie te bestrijden en te voorkomen. Terwijl er in Zweden geen allesomvattende, schriftelijk gecodificeerde strategie voor corruptiebestrijding wordt gehanteerd, is de regering van plan een nationaal actieplan voor corruptiebestrijding uit te werken. De preventieve en repressieve dimensies van corruptie worden ingevuld via verscheidene wettelijke en andere regelgevende bepalingen, via specifieke regels betreffende overheidsagentschappen en via rechtshandhavings- en gerechtelijke autoriteiten. De nationale eenheid voor de bestrijding van corruptie is het gespecialiseerde agentschap voor vervolging binnen het Openbaar Ministerie dat verantwoordelijk is voor alle strafrechtelijke onderzoeken in verband met corruptie en buitenlandse omkoping. De nationale politie-eenheid voor de bestrijding van corruptie maakt deel uit van de Zweedse politiedienst en heeft twee taken: corruptiemisdrijven onderzoeken en een preventieve rol spelen door verschillende overheidsinstanties te ondersteunen bij hun beleid inzake corruptiebestrijding. Andere agentschappen zoals de nationale Rekenkamer, de nationale concurrentie-autoriteit, de nationale raad voor misdaadpreventie en de financiële politie (de Zweedse FIU en een gedeelte van de politieautoriteit) zijn belast met de preventie-, forensische en auditcompetentie en met het onderzoek naar corruptie.

Zweden scoort 85/100 in de corruptieperceptie-index van Transparency International en staat op de derde plaats in de Europese Unie en op de vierde wereldwijd. Uit de Speciale Eurobarometer-enquête van 2020 inzake corruptie blijkt dat 40 % van de respondenten corruptie beoordelen als wijdverspreid (EU-gemiddelde: 71 %). Slechts 9 % geeft aan het persoonlijk in het dagelijks leven de gevolgen van corruptie te ondervinden (EU-gemiddelde: 26 %) 26 . Van de ondernemingen is 30 % van mening dat corruptie wijdverspreid is (EU-gemiddelde: 63 %) en denkt 12 % dat corruptie een probleem is wanneer zij zakendoen (EU-gemiddelde: 37 %). Volgens 55 % van de respondenten zijn er voldoende succesvolle vervolgingen om mensen ervan te weerhouden zich met corrupte praktijken in te laten (EU-gemiddelde: 36 %) terwijl 48 % van de ondernemingen vindt dat mensen en bedrijven die worden betrapt op omkoping van een hooggeplaatste ambtenaar daarvoor een gepaste straf krijgen (EU-gemiddelde: 31 %) 27 .

Zweden beschikt grotendeels over het rechtskader om corruptie te criminaliseren. Het Zweedse strafwetboek 28 regelt strafbare feiten zoals het aannemen en geven van smeergeld, ongeoorloofde beïnvloeding en financiering van omkoping als gevolg van nalatigheid. De sanctie voor het aannemen of geven van smeergeld is ofwel een boete, ofwel een gevangenisstraf van maximaal twee jaar (verjaringstermijn van vijf jaar). De sanctie voor grove gevallen van het geven of aannemen van smeergeld varieert van zes maanden tot zes jaar gevangenisstraf (verjaringstermijn van tien jaar). Bovendien worden strafbare feiten zoals officieel wangedrag of schending van de geheimhoudingsplicht geregeld in het strafwetboek. Daarnaast voorziet de wet inzake tewerkstelling bij de overheid, die in 1994 werd goedgekeurd, in tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor plichtsverzuim in de vorm van waarschuwingen of loonsverlaging. De wet verbiedt werknemers ook zich in te laten met activiteiten die een ongunstige invloed hebben op hun onpartijdigheid in hun werk of die de reputatie van de overheid kunnen schaden 29 .

Hoewel er geen allesomvattende gecodificeerde nationale strategie voor corruptiebestrijding wordt gehanteerd, heeft de regering haar initiatief aangekondigd om een nationaal actieplan voor corruptiebestrijding uit te werken. Het actieplan wordt normaal gezien eind 2020 voorgesteld en de besprekingen met de betrokken overheden zitten in een vroeg stadium. De bedoeling is de bestaande preventieve werkzaamheden door te lichten en te bepalen in hoeverre er nood is aan nieuwe maatregelen tegen corruptie, bijvoorbeeld door een doeltreffender en efficiënter coördinatie en samenwerking tussen de belangrijkste overheden mogelijk te maken.

De verantwoordelijkheid om corruptie te bestrijden en te voorkomen wordt gespreid over verscheidene overheden. Het agentschap voor openbaar bestuur beheert sinds 2017 een nationaal netwerk tegen corruptie. Het staat in voor de coördinatie van onderzoek en beleid en ondersteunt goed bestuur en corruptiebestrijding.  30 De nationale Rekenkamer, van wie de bevoegdheden forensische en controledeskundigheid omvatten, voert zowel financiële als niet-financiële controles uit binnen overheidsorganisaties. De nationale raad voor misdaadpreventie fungeert als de deskundige instantie van de regering binnen het gerechtelijk apparaat 31 . De Zweedse vereniging van lokale overheden en regio's (SALAR) 32   heeft een reeks workshops over corruptiepreventie gecoördineerd. Daarnaast doet de financiële politie dienst als de Zweedse financiële inlichtingendienst en neemt ze deel aan onderzoeken binnen de politieautoriteit. Volgens de Zweedse nationale raad voor misdaadpreventie (BRÅ) werden er in 2018 33 297 zaken rond het aannemen van smeergeld en 143 zaken rond het aanbieden van smeergeld gemeld. Aangezien Zweden een land is met een van de hoogste aantallen multinationals per hoofd van de bevolking en de vervolging van buitenlandse omkoping beperkt is door de eis van dubbele strafbaarheid en de eis inzake de aansprakelijkheid van rechtspersonen, blijft buitenlandse omkoping een risicogebied 34 .

De nationale eenheid voor de bestrijding van corruptie (NACP) binnen het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor alle strafrechtelijke onderzoeken die verband houden met corruptie en buitenlandse omkoping. In die eenheid werken ongeveer tien aanklagers en twee accountants. Zij houdt zich uitsluitend bezig met zaken die te maken hebben met corruptiebestrijding. Gezien het aantal zaken dat wordt onderzocht en vervolgd, kampt de eenheid met uitdagingen op het stuk van beschikbare analytische capaciteit en middelen. Daarbij bestaat het risico dat zij er niet in slaagt een zaak te verwerken voordat de verjaringstermijn verstreken is. De nationale politie-eenheid voor de bestrijding van corruptie (NACPU) werd opgericht met als doel nationale bevoegdheden voor het onderzoeken van corruptiemisdrijven op één plaats samen te brengen en bestaat uit 27 personeelsleden, onder wie 14 politieagenten, 6 burgers met een onderzoeksopdracht en 4 forensische accountants. De eenheid onderzoekt niet alleen corruptiemisdrijven, ze speelt ook een preventieve rol doordat ze openbare agentschappen ondersteunt bij het opstellen van een beleid inzake corruptiebestrijding. De NACPU geeft ook opleidingen over corruptiebestrijding aan verschillende overheden en organisaties in Zweden.

Sommige categorieën van overheidsfunctionarissen en ook parlementsleden en ministers moeten vermogensverklaringen afleggen. Wet (2018: 1625) betreffende de verplichting voor bepaalde overheidsfunctionarissen om het bezit van financiële instrumenten aan te geven, bevat bepalingen over de verplichting voor ministers en bepaalde overheidsfunctionarissen in overheden, gemeenten en regio's om het bezit van financiële instrumenten aan te geven. Ministers moeten hun bezit van financiële instrumenten melden aan de regeringsinstanties. Leden van het management van een overheidsinstantie zijn ook tot melding verplicht als de overheid over voorkennis beschikt. De regering beslist welke overheidsinstanties onderworpen zijn aan een dergelijke meldingsplicht. Deze overheidsinstanties beslissen welke van hun overheidsfunctionarissen buiten het management meldingsplicht hebben, afhankelijk van hun toegang tot voorkennis. Gemeenten en regio's beslissen ook welke van hun overheidsinstanties onderworpen moeten zijn aan de meldingsplicht. Parlementsleden moeten binnen vier weken na de eerste vergadering in de Riksdag na verkiezingen bepaalde economische activa aangeven. De informatie die in de verklaringen van de parlementsleden staat, wordt bijgehouden in een openbaar register dat wordt bewaard door de administratie van de Riksdag. Na afloop van de volledige parlementaire termijn worden de gegevens uit het register verwijderd. Ook het beginsel van openbare toegang tot officiële documenten is van toepassing, wat betekent dat verklaringen van parlementsleden desgevraagd ook ter beschikking moeten worden gesteld.

Er zijn maatregelen genomen om de bescherming van klokkenluiders te verzekeren en het melden van corruptie aan te moedigen. De Klokkenluiderswet 2016: 749 bepaalt dat een werkgever een werknemer of uitzendkracht niet kan onderwerpen aan vergeldingsacties omdat hij of zij ernstige onregelmatigheden in de operaties van de werkgever aan het licht heeft gebracht 35 . De bescherming heeft verscheidene componenten: de vrijheid om informatie mee te delen, informatie en inlichtingen in te winnen, het recht op anonimiteit. Eind mei 2019 begon de regering met een toetsing om de uitvoering van de klokkenluidersrichtlijn van de EU voor te bereiden en te beoordelen of er in verband met de richtlijn wijzigingen van de Zweedse wet vereist zullen zijn 36 .

Er werden regels over “draaideurpraktijken” ingevoerd voor hooggeplaatste overheidsfunctionarissen, terwijl lobbying ongemoeid wordt gelaten. De verordening over “draaideuren” werd aangenomen in 2018 37 . Ze legde beperkingen op aan ministers, kabinetsleden en staatssecretarissen die gaan werken bij en aangesteld worden in organisaties buiten de regering/overheid. Deze verordening is van toepassing op overgangen naar niet-overheidsactiviteiten, inclusief wanneer ministers en staatssecretarissen van plan zijn een nieuwe aanstelling of tewerkstelling in niet-overheidsactiviteiten op te nemen of een bedrijf op te richten. “Niet-overheidsactiviteiten” omvatten alle activiteiten waarbij de staat niet de verantwoordelijke overheid is. De verordening geldt ook voor bedrijven die volledig of gedeeltelijk eigendom zijn van de overheid. De speciale toezichtsinstantie, het comité voor toezicht op de overgangsbeperkingen van de kabinetsleden en staatssecretarissen, onderzoekt overplaatsingen naar alle activiteiten waarvoor de regering niet de werkgever is. Wat lobbying betreft is er geen specifieke verplichting voor de registratie van lobbyisten of voor het melden van contacten tussen overheidsfunctionarissen en lobbyisten. De Greco heeft opgemerkt dat er een gebrek is aan ontwikkelde regels om het contact met lobbyisten te reguleren. Dat sluit aan bij de trend van voormalige overheidsfunctionarissen die zich omscholen tot lobbyisten 38 .

Een ruim recht op openbare toegang tot informatie is een kernelement van de Zweedse aanpak van corruptiepreventie. Overheidsfunctionarissen hebben het recht informatie openbaar te maken aan de media, de bevolking heeft het recht de vergaderingen van besluitvormingsorganen (parlement, bijeenkomsten van districtsraden) en hoorzittingen in de rechtbank bij te wonen. Beperkingen op dit beginsel zijn duidelijk in de wet uiteengezet om een beperkt aantal belangrijke openbare en private belangen veilig te stellen 39 .

III.Mediapluriformiteit

Het Zweedse rechtskader betreffende mediapluriformiteit is gebaseerd op de waarborgen die voortvloeien uit zowel het grondwettelijk kader 40 als het secundair recht. De grondwet garandeert vrijheid van meningsuiting in de basiswet betreffende vrijheid van meningsuiting en in de wet betreffende de persvrijheid. De status en bevoegdheden van de regulerende instantie voor de media — de Zweedse pers- en omroepautoriteit (Myndigheten för press, radio och tv) — worden geregeld door zowel de grondwet 41 als de wet betreffende radio en televisie 42 . Het Zweedse rechtsstelsel stelt geen sectorspecifieke wetten betreffende de transparantie van de eigendomsstructuur van de media in het vooruitzicht 43 .

Zweden heeft doeltreffende wettelijke waarborgen voor de onafhankelijkheid van de regulerende instantie voor de media. De Zweedse pers- en omroepautoriteit heeft de status van een onafhankelijke bestuurlijke overheid 44 . De autoriteit heeft een wettelijke verplichting om de vrijheid van meningsuiting, diversiteit, onafhankelijkheid en toegankelijkheid te ondersteunen. Binnen de autoriteit zijn er twee onafhankelijke besluitvormingsorganen: de Zweedse omroepcommissie en de raad voor mediasubsidies. De jongste editie van de Media Pluralism Monitor (MPM 2020) 45 heeft een zeer laag risico gemeld met betrekking tot de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de Zweedse regulerende instantie voor de media. In 2018 werd er een onderzoek ingesteld om de uitvoering door Zweden van de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMD-richtlijn), inclusief de bepalingen voor de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van nationale regulerende instanties voor de media te onderzoeken 46 . Het verslag daarvan 47 werd in augustus 2019 aan de regering voorgesteld. De conclusie was dat het Zweedse bestuursmodel garant staat voor een hoog niveau van onafhankelijkheid voor alle Zweedse overheidsinstanties, inclusief de media-autoriteit. Volgens het verslag en zoals bevestigd door de vertegenwoordigers van de Zweedse pers- en omroepautoriteit wordt de belangrijkste bescherming geboden door hoofdstuk 12, artikel 2 van de grondwet, dat een algemeen beginsel van de onafhankelijkheid van de Zweedse administratieve overheden vastlegt 48 . Zweden is momenteel bezig met de omzetting van de herziene AVMD-richtlijn. Dit kan verdere wetgevende veranderingen omvatten, gericht op de versterking van de onafhankelijkheid van de regulerende instantie voor de media, met name in de context van de aanstelling van haar leden 49 . De vertegenwoordigers van de Zweedse pers- en omroepautoriteit hebben ook aangegeven een verhoogde toewijzing uit de begroting te verwachten 50 .

Zweden heeft een goed uitgebouwd zelfregulerend kader in de mediasector. Het systeem is volledig op vrijwillige leest geschoeid en wordt gefinancierd door vier persorganisaties en vier omroepbedrijven 51 . De ombudsdienst voor de media, die belast is met de afhandeling van klachten over de redactionele inhoud van kranten, tijdschriften, omroepmedia en hun websites en sociale media, wordt aangesteld door een comité dat bestaat uit de hoofdombudsman van het parlement, de voorzitter van de Zweedse orde van advocaten en de voorzitter van de nationale persclub. De ombudsdienst voor de media staat ook in voor de naleving van de zelfregulerende ethische code voor pers, radio en televisie 52 . Beroepen tegen de beslissingen van de ombudsdienst voor de media worden onderzocht door de mediaraad, die is samengesteld uit vier rechters, 16 vertegenwoordigers van de mediaorganisaties die deelnemen aan het programma voor zelfregulering en 12 vertegenwoordigers van de bevolking.

Met betrekking tot de transparantie van de eigendomsstructuur van de media beschikt het Zweedse rechtsstelsel niet over mediaspecifieke wetgeving. Zoals gemeld door de MPM 2020 53 moeten alle bedrijven voldoen aan het algemene kader op basis van de Zweedse wet betreffende financiële betrekkingen (de transparantiewet) die bedrijven verplicht transparant te zijn over hun eigendomsstructuren. Zij moeten ook de wet betreffende concurrentie naleven, die de eigendomsconcentratie regelt. Deze regeling bepaalt dat alle Zweedse bedrijven de Zweedse concurrentie-autoriteit moeten informeren over hun eigendomsstructuur en jaarverslagen moeten verstrekken, waarin ook informatie staat over eigendom. Die verslagen moeten openbaar beschikbaar zijn (inclusief publicatie van hun websites). Door het gebrek aan een mediaspecifiek kader meldt de MPM 2020 evenwel een middelhoog risico voor de transparantie van de eigendomsstructuur van de media. Tegelijkertijd zijn er, volgens de vertegenwoordigers van de Zweedse pers- en omroepautoriteit 54 geen punten van zorg geweest in verband met de identificatie van eigenaars van mediadiensten 55 .

Zweden heeft een solide kader voor de bescherming en activiteiten van journalisten. De omstandigheden waarin Zweedse journalisten werken, worden beschouwd als één van de gunstigste ter wereld. De MPM 2020 meldde een laag risico betreffende redactionele autonomie in Zweden 56 . In dit opzicht regelt de wet betreffende de persvrijheid de autonomie bij de aanstelling en het ontslag van hoofdredacteurs. Daarnaast hebben een groot aantal media- en journalistenorganisaties zelfregulerende initiatieven ontwikkeld die verband houden met de redactionele onafhankelijkheid. Wat smaad betreft, behoort opsluiting tot de beoogde sancties voor smaad en belediging waaraan iemand zich schuldig maakt via de gedrukte en audiovisuele media, volgens de wet betreffende de persvrijheid (hoofdstuk 7) en de basiswet betreffende vrijheid van meningsuiting (hoofdstuk 5), gelezen in combinatie met het Zweedse strafwetboek 57 . Zoals gemeld door het internationale persinstituut 58   zijn strafvervolgingen voor smaad waarbij de media betrokken zijn, zeldzaam in Zweden. Dat komt doordat er heel wat vereisten verbonden zijn aan het voeren van dergelijke zaken die in bovengenoemde wetten worden beoogd. Toch hebben sommige bronnen, waaronder Verslaggevers zonder grenzen 59 en de Zweedse nationale raad voor misdaadpreventie (Brå) 60 , gemeld dat sommige journalisten worden bedreigd als gevolg van hun beroepsactiviteit. Het aantal journalisten dat wordt blootgesteld aan scheldpartijen of denigrerende commentaren online is gedaald van 80 % in 2013 naar ongeveer 70 % in 2019 61 . In 2019 meldde het platform van de Raad van Europa ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten 62 geen enkele waarschuwing in verband met Zweden. In 2020 werden er op het platform drie waarschuwingen gepubliceerd, die gevallen van zowel fysieke als online aanvallen op journalisten betroffen 63 . De Zweedse politieautoriteit heeft specifieke acties opgestart die gericht zijn op de grondrechten en vrijheden, inclusief misdrijven tegen journalisten. Dit omvat het oprichten van nationale contactpunten, bijkomend personeel om slachtoffers van dergelijke misdrijven te ondersteunen en het toewijzen van bijkomende financiering 64 om misdrijven tegen de democratie en haatmisdrijven beter te onderzoeken 65 . Een onderzoeksvoorzitter 66 , die in mei 2020 werd aangesteld door de regering, licht momenteel onder andere de strafrechtelijke bescherming door voor bepaalde cruciale functies in de samenleving, waaronder journalisten. Verwacht wordt dat deze procedure zal onderzoeken of er verdere wetgevende waarborgen betreffende de vrijheid van meningsuiting in overweging moeten worden genomen 67 . Daarnaast kunnen journalisten rekenen op een solide kader voor toegang tot informatie. Volgens de MPM 2020 68 worden de wettelijke bepalingen betreffende toegang tot informatie en de beperkingen op grond van de bescherming van de privacy en geheimhouding duidelijk gedefinieerd en zijn de belanghebbenden, zoals de Zweedse ombudsdienst voor de media, van mening dat dit recht ten volle wordt gerespecteerd en naar behoren toegepast in praktijk 69 .

IV.Andere institutionele kwesties in verband met controles en waarborgen

Zweden heeft een parlementair eenkamerstelsel. Een wetgevende raad staat in voor een grondwettelijke toetsing vooraf, terwijl rechtbanken in concrete zaken een grondwettelijke toetsing achteraf kunnen uitvoeren. Wetsvoorstellen kunnen worden ingediend door het parlement of de regering. In de praktijk dient de regering de overgrote meerderheid van de voorstellen in. De kanselier van justitie, de ombudsdiensten van het parlement en de ombudsdienst voor gelijke kansen spelen een belangrijke rol in het systeem van controles en waarborgen.

Het wetgevingsproces verloopt bijzonder inclusief. De opstelling van wetten begint met de onderzoeksfase, waarbij de voorliggende kwestie eerst moet worden geanalyseerd en geëvalueerd, normaal gezien door overheidsfunctionarissen van het verantwoordelijke ministerie, een onderzoekscommissie, die onafhankelijk van de regering werkt, of door een onderzoeksvoorzitter (eenpersoonsonderzoek) 70 . Tijdens het onderzoek wordt er een ontwerp van wetsvoorstel opgesteld. Zoals vereist door de grondwet 71 moeten de betrokken overheden en belanghebbenden de kans krijgen een advies uit te brengen. Dat gebeurt via het zogenaamde raadplegingsproces, gedurende een standaardperiode van drie maanden. Hoewel de raadpleging bedoeld is voor de betrokken overheden en belanghebbenden, staat dit instrument ook open voor alle andere organisaties of personen. Zowel het voorstel als de ontvangen adviezen worden gepubliceerd op de website van de regering. Op basis van het onderzoek en de raadpleging stelt de regering een wetsontwerp op. Daarbij wordt een effectbeoordeling verricht, die voor voorstellen met gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden in of het concurrentievermogen van het bedrijfsleven moet worden voorgelegd aan de Zweedse raad voor betere regelgeving 72 . De onderzoekscommissie over “Versterken van de bescherming van de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht” is een goede illustratie van het belang van een dergelijke inclusieve procedure voor gevoelige kwesties zoals de rechtsstaat. Ze verzekert de vertegenwoordiging van verschillende politieke partijen en de rechterlijke macht, met de voorzitter van het hooggerechtshof als haar voorzitter. Door de planning voor de commissie wordt ook vermeden dat deze procedure volgens strakke termijnen moet worden uitgevoerd; de resultaten ervan moeten immers pas klaar zijn in 2023.

De raad voor de wetgeving is verantwoordelijk voor de voorafgaande toetsing van de grondwettelijkheid van wetten. Voordat wetsvoorstellen van de regering bij het parlement worden ingediend, worden ze onderzocht door de raad voor de wetgeving, die samengesteld is uit voormalige en huidige rechters van het hooggerechtshof en het administratief hooggerechtshof 73 . De raad brengt dan een niet-bindend advies uit over de conformiteit van het voorstel met de grondwet en met het rechtsstelsel als geheel. Daarbij ziet hij erop toe dat de beginselen van de rechtsstaat worden gerespecteerd 74 . Een comité van de Risksdag (het parlement) kan ook het advies van de raad voor de wetgeving vragen. Ofschoon Zweden geen grondwettelijk hof heeft, kunnen alle rechtbanken bij de beoordeling van concrete zaken de verenigbaarheid van wetten met de grondwet of met hogere wetten toetsen en moeten zij alle onverenigbare bepalingen buiten toepassing laten (dit wordt normbeoordeling genoemd). Als er een wet werd aangenomen die strijdig is met het advies van de raad voor de wetgeving, dan kunnen de rechtbanken daar in het kader van de normbeoordeling rekening mee houden 75 .

Zweden overweegt een hervorming van de procedure voor de wijziging van zijn grondwet. Momenteel kunnen grondwetswijzigingen bij eenvoudige meerderheid worden aangenomen. Daarvoor zijn dan wel twee opeenvolgende beslissingen van het parlement nodig, met een parlementsverkiezing ertussen 76 . Bovenop de hervorming van de rechterlijke macht zal de onderzoekscommissie over “Versterken van de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht” ook een aantal mogelijke veranderingen onderzoeken in de manier waarop grondwetswijzigingen worden aangenomen. Volgens het mandaat van de commissie wordt dit in beschouwing genomen in het licht van recente ontwikkelingen in andere landen. Daaruit blijkt het belang van een robuuste bescherming van de basisstructuren van het democratisch systeem 77 . De onderzoekscommissie zal met name beoordelen of een gekwalificeerde meerderheid vereist moet zijn, of er een vereiste moet zijn voor een minimumaantal parlementsleden om aan de beslissing deel te nemen, en of de verkiezingen die tussen de twee beslissingen door worden gehouden, gewone verkiezingen moeten zijn. De resultaten van dit gedeelte van het onderzoek zullen ook in 2023 worden voorgesteld.

Verscheidene onafhankelijke overheidsinstanties spelen een rol bij de bescherming van de grondrechten. De ombudsdienst voor gelijke kansen is het Zweedse nationale mensenrechteninstituut (NHRI) en gelijkheidsorgaan, dat in 2011 door de Global Alliance of National Human Rights Institutions werd geaccrediteerd met de “B”-status voor wat betreft de naleving van de VN-beginselen van Parijs, aangezien zijn mandaat beperkt is tot gelijkheidskwesties en geen betrekking heeft op mensenrechten in ruimere zin 78 . In 2018 heeft de regering een onderzoekcommissie aangesteld om een voorstel voor te bereiden voor de oprichting van een NHRI met een volledig mensenrechtenmandaat. Het onderzoeksverslag werd in 2019 voorgesteld 79 en er heeft een raadpleging plaatsgevonden; in zijn regeringsverklaring in 2019 kondigde Zweden formeel aan dat er een NHRI zal worden opgericht 80 . Het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten (ENNHRI) 81 heeft commentaren gegeven over het onderzoeksverslag. Daarbij benadrukte het de noodzaak om voldoende waarborgen in te bouwen voor de onafhankelijkheid en openbare verantwoordingsplicht van het nieuwe instituut. Daarnaast houden zowel de ombudsdiensten van het parlement (die worden aangesteld door en handelen namens het parlement) als de kanselier van justitie (die wordt aangesteld door en handelt namens de regering) toezicht op de toepassing van wetten en andere regelgeving door de overheid, inclusief rechtbanken en rechters. Beide instellingen kunnen tuchtprocedures instellen tegen hogere overheidsfunctionarissen, onder wie rechters 82 , en kunnen niet-bindende adviezen verstrekken over de afhandeling van een zaak door een overheid of een rechtbank (dit slaat alleen op de toepassing van wetten en procedures door een rechtbank of rechter, maar niet op de inhoud van een rechterlijke beslissing). In februari 2020 besliste het parlement een parlementaire onderzoekscommissie aan te stellen die de grondwettelijke status, de opdracht en de activiteiten van de ombudsdiensten van het parlement moest doorlichten. Het verslag daarvan moet worden ingediend in mei 2022 83 .

De regering heeft specifieke instrumenten toegepast voor dialoog met het maatschappelijk middenveld. Zweden wordt beschouwd als een land met een open maatschappelijk middenveld 84 . De regering past sinds 2017 een specifieke methode toe voor verschillende vormen van dialoog met het maatschappelijk middenveld, “sakråd” (thema-overlegforum) genoemd 85 , en een in 2018 opgericht nationaal orgaan voor dialoog en overleg tussen de regering en het maatschappelijk middenveld biedt een forum voor gestructureerde samenwerking en gezamenlijke probleemoplossing 86 .

Bijlage I: lijst van bronnen in alfabetische volgorde*

* De lijst van de bijdragen die zijn ontvangen in het kader van de raadpleging voor het verslag over de rechtsstaat 2020 is te vinden op (COM-website).

Brå, Afgehandelde misdrijven. https://www.bra.se/statistik/kriminalstatistik/handlagda-brott.html

Brå, Bedreigingen en geweld. https://www.bra.se/publikationer/arkiv/publikationer/2015-04-29-hot-och-vald.html

Brå, Gemelde misdrijven. https://www.bra.se/statistik/kriminalstatistik/anmalda-brott.html  

Centrum voor pluralisme van de media en mediavrijheid (2020), 2020 Media pluralism monitor. https://cmpf.eui.eu/media-pluralism-monitor/mpm-2020

CEPEJ (2020), Study on the functioning of the judicial systems in the EU Member States. 

CIVICUS, Monitor tracking civic space: Sweden. https://monitor.civicus.org/country/sweden/

Directoraat-generaal Communicatie (2019), Flash Eurobarometer 482: Businesses’ attitudes towards corruption in de EU.

Directoraat-generaal Communicatie (2020), Special Eurobarometer 502: Corruption.

Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten (2019), Re: Consultation on the proposal for the establishment of a National Human Rights Institution in Sweden (Ds 2019:4).

Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten (2020), Contribution to the stakeholder consultation for the 2020 Rule of Law Report. 

Europees Netwerk van Raden voor de rechtspraak — ENCJ (2014), Minimum Judicial Standards IV — Allocation of Cases: ENCJ Report 2013-2014.

Europese Commissie (2020), Het EU-scorebord voor justitie.

GRECO (2018), Fifth Evaluation Round — Evaluation Report on Sweden on preventing corruption and promoting integrity in central governments (top executive functions) and law enforcement agencies.

Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 24 juni 2019, Commissie/Polen, C-619/18.

JMG, Zweedse journalisten blijven te maken hebben met haat en bedreigingen. https://jmg.gu.se/aktuellt/Nyheter/Nyheter+detalj/fortsatt-hat-och-hot-mot-svenska-journalister.cid1637975  

Nationale gerechtelijke administratie (2020), Steeds meer zaken voor de rechtbanken van het land. https://www.domstol.se/domstolsverket/nyheter/2020/02/allt-fler-mal-till-landets-domstolar/  

Nationale gerechtelijke administratie, Statistieken als gevolg van het coronavirus.  https://www.domstol.se/om-sveriges-domstolar/statistik-styrning-och-utveckling/statistik/statistik-med-anledning-av-coronaviruset/  

OECD (2017), Sweden’s Laws on Corporate Responsibility for International Bribery need Urgent Reform. http://www.oecd.org/corruption/sweden-s-laws-on-corporate-responsibility-for-international-bribery-need-urgent-reform.htm  

Raad van Europa, Platform to promote the protection of journalism and safety of journalists — Sweden. https://www.coe.int/en/web/media-freedom/sweden  

Raad van Europa: Adviesraad van Europese rechters — CCJE (2016), Opinion No. 19 on the role of Court Presidents.

Raad van Europa: Comité van Ministers (2010), Recommendation CM/Rec(2010)12 of the Committee of Ministers on judges: independence, efficiency and responsibilities.

Raad van Europa: Comité van Ministers (2016): Recommendation CM/REC(2016)4 Ministers on the protection of journalism and safety of journalists and other media actors.

Reporters without Borders, Sweden. https://rsf.org/en/sweden  

Riksdag (2020), Onderzoek naar de doorlichting van de ombudsdiensten van het parlement (JO). https://www.riksdagen.se/sv/press/pressmeddelanden/2020/feb/21/utredning-om-oversyn-av-riksdagens-ombudsman-jo/  

Riksdag, Making Laws.  https://www.riksdagen.se/en/how-the-riksdag-works/what-does-the-riksdag-do/makes-laws/  

Statskontoret, Het netwerk van de overheid tegen corruptie. http://www.statskontoret.se/var-verksamhet/myndighetsnatverket-mot-korruption/  

Virtueel landbezoek aan Zweden in het kader van het verslag over de rechtsstaat 2020.

VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding, goAML (Anti-money-laundering system). https://www.unodc.org/unodc/en/global-it-products/goaml.html  

Zweeds hooggerechtshof (2020), Bijdrage tot het overleg met de belanghebbenden voor het verslag over de rechtsstaat 2020.

Zweedse regering (2019), Regeringsverklaring 10 september 2019. https://www.government.se/speeches/20192/09/statement-of-government-policy-10-september-2019/   

Zweedse regering (2020), Bijdrage van Zweden aan het verslag over de rechtsstaat 2020.

Zweedse regering (2020), Digitale communicatie in rechtszaken. https://www.regeringen.se/rattsliga-dokument/proposition/2020/06/prop.-201920189  

Zweedse regering (2020), Opdracht van het comité: Versterken van de bescherming van de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. https://www.regeringen.se/4915d2/contentassets/2399f42ba83d48f4ad2e5ebb3ddb0e21/forstarkt-skydd-for-demokratin-och-domstolarnas-oberoende-dir-2020-11.pdf  

Zweedse regering (22 februari 2018), Karens införs för statsråd och statssekreterare. https://www.regeringen.se/pressmeddelanden/2018/02/karens-infors-for-statsrad-och-statssekreterare/

Zweedse regering, De regering houdt gesprekken met de media en de politie over bedreigingen en haat tegen journalisten. https://www.regeringen.se/pressmeddelanden/2020/02/regeringen-haller-samtal-med-mediebranschen-och-polisen-om-hot-och-hat-mot-journalister/  

Zweedse regering, Sakråd. https://www.regeringen.se/sakrad/  

Zweedse regering, Voorstel voor een nationaal mensenrechteninstituut in Zweden.

Bijlage II: landbezoek aan Zweden

De diensten van de Commissie hebben in juni 2020 virtuele vergaderingen gehouden met:

·Administratief hooggerechtshof

·Agentschap voor openbaar bestuur

·Autoriteit voor economische misdaden

·Bureau van de kanselier van justitie

·Hooggerechtshof

·Kabinet van de eerste minister

·Ministerie van Financiën

·Ministerie van Justitie

·Nationale gerechtelijke administratie

·Onderzoekscomité over de onafhankelijkheid van de rechtbanken

·Openbaar Ministerie

·Pers- en omroepautoriteit

·Persombudsdienst

·Raad voor de wetgeving

·Transparency International Sweden

·Zweedse orde van advocaten

·Zweedse vereniging van journalisten

·Zweedse vereniging van rechters

* De Commissie heeft ook de volgende organisaties gesproken tijdens een aantal horizontale vergaderingen:

·Amnesty International

·Civil Liberties Union for Europe

·Civil Society Europe

·Conference of European Churches

·EuroCommerce

·European Center for Not-for-Profit Law

·European Centre for Press and Media Freedom

·European Civic Forum

·Free Press Unlimited

·Front Line Defenders

·ILGA-Europe

·International Commission of Jurists

·International Federation for Human Rights

·International Press Institute

·Lifelong learning Platform

·Open Society Justice Initiative/Open Society European Policy Institute

·Reporters without Borders

·Transparency International EU

(1)      De arbeidsrechtbank en de rechtbank van de veiligheidsdiensten. Voor een beschrijving van de gerechtelijke structuur, zie CEPEJ (2020), Study on the functioning of judicial systems in the EU Member States.
(2)      De raad voor de voordracht van rechters bestaat uit negen leden: vijf huidige of voormalige rechters die worden voorgedragen door de rechtbanken, twee afgestudeerde juristen die buiten het gerechtelijk apparaat werken (één advocaat wordt voorgesteld door de orde van advocaten, de andere wordt voorgesteld door de Zweedse vereniging van lokale overheden en regio’s en het Zweedse agentschap van overheidswerkgevers) en twee vertegenwoordigers van de bevolking. De leden van de bevolking worden door het parlement aangesteld (en zijn meestal parlementsleden), terwijl de vijf andere leden worden aangesteld door de regering.
(3)      Na een beoordeling van de kwalificaties van de sollicitanten dient de raad voor de voordracht van rechters een gemotiveerd voorstel in (gerangschikte lijst met daarop meestal drie kandidaten) bij de regering, die de rechter aanstelt. Als de regering van plan is een kandidaat te selecteren die niet in het voorstel van de raad voor de voordracht van rechters opgenomen is, moet de raad de kans krijgen een advies over de kandidaat over te leggen. In de praktijk heeft de regering sinds 2011, toen het huidige systeem van kracht werd, het voorstel altijd gevolgd.
(4)      Wet betreffende de aanstelling van permanente rechters (2010:1390).
(5)      Grondwet, hoofdstuk 12, rubriek 2.
(6)      Wetboek van rechtspleging, hoofdstuk 8.
(7)      Grafieken 44 en 46, EU-scorebord voor justitie 2020. De perceptie van de rechterlijke onafhankelijkheid is als volgt gerangschikt: zeer laag (minder dan 30 % van de respondenten beoordeelt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht als redelijk goed en zeer goed); laag (30 tot 39 %), gemiddeld (40 tot 59 %), hoog (60 tot 75 %), zeer hoog (meer dan 75 %).
(8)      De oprichting van een onderzoekscommissie maakt vaak deel uit van het wetgevend proces in Zweden; zie rubriek IV.
(9)      De commissie zal ook de manier onderzoeken waarop grondwetswijzigingen worden aangenomen (zie rubriek IV) en mogelijke beperkingen van de vrijheid van vereniging voor terroristische verenigingen bekijken. Zweedse regering, Opdracht van de commissie: versterken van de bescherming van de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
(10)      Momenteel zijn de algemene regels voor pensioen krachtens de wet op de bescherming van de werkgelegenheid van toepassing op rechters.
(11)      Arrest van het Hof van Justitie van 24 juni 2019, Commissie/Polen, C-619/18. Zie blz. 7 van de opdracht van de commissie. 
(12)      De onderzoekscommissie zal ook nagaan of het voor het hooggerechtshof en het administratieve hooggerechtshof mogelijk is om voor bepaalde zaken in een speciaal gezamenlijk forum bijeen te komen.
(13)      De nationale gerechtelijke administratie wordt momenteel geleid door een directeur-generaal die is aangesteld door de regering.
(14)      Aanbeveling CM/Rec(2010)12 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa, punten 26-27.
(15)      Wetboek van rechtspleging, hoofdstuk 4, rubriek 11a.
(16)      De Raad van Europa beveelt aan dat de toewijzing van zaken binnen een rechtbank objectieve, vooraf vastgelegde criteria volgt om het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter veilig te stellen. Zie met name Aanbeveling CM/Rec(2010)12 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa, punt 24; CCJE Opinion N19 (2016) — The Role of Court Presidents; ENCJ Minimum Judicial Standards IV — Allocation of Cases: ENCJ Report 2013-2014.
(17)      Bijdrage van het Zweedse hooggerechtshof aan het verslag over de rechtsstaat 2020, blz. 5.
(18)      In 2018-19 werden er in het Openbaar Ministerie ongeveer 90 nieuwe posten gecreëerd, waaronder 40 nieuwe aanklagers.
(19)      Er werd ongeveer 60 miljoen EUR (628 miljoen SEK) voor de rechtbanken gevraagd, met bijkomende verzoeken om juridische bijstand en migratierechtbanken.
(20)      Nationale gerechtelijke administratie, Steeds meer zaken voor de rechtbanken van het land.
(21)      Grafiek 27, EU-scorebord voor justitie 2020.
(22)      Grafiek 28, EU-scorebord voor justitie 2020.
(23)      Zweedse regering, Digitale communicatie in rechtbankprocedures.
(24)      Grafieken 2-15, EU-scorebord voor justitie 2020.
(25)      Bv. nationale gerechtelijke administratie, Statistieken als gevolg van het coronavirus.
(26)      Eurobarometer 502 (2020).
(27)      Eurobarometer 482 (2019).
(28)      Hoofdstuk 10, rubriek 5c van het strafwetboek https://www.regering.se/press-releases/2020/01/an-up-to-date-english-translation-of-the-swedish-criminal-code/
(29)      Als er sprake is van omkoping bij de uitoefening van de zakelijke activiteiten van een bedrijf, kan het bedrijf een boete worden opgelegd tussen 5 000 SEK en 500 000 000 SEK.
(30)      Voor meer informatie zie: http://www.statskontoret.se/var-verksamhet/myndighetsnatverket-mot-korruptie/ Het agentschap organiseert 4 tot 6 netwerkbijeenkomsten per jaar. In 2019 namen in totaal 150 overheden deel aan bijeenkomsten die door het netwerk werden georganiseerd.
(31)      Deskundigen van de BRÅ nemen momenteel deel aan een werkgroep van de regering over de zwijgcultuur in Zweedse organisaties, met name de inschakeling en behandeling van bv. klokkenluiders.  
(32)      SALAR fungeert als een werkgeversorganisatie (waaronder alle gemeenten en regio's) en als een organisatie die lokale overheden vertegenwoordigt en verdedigt.
(33)      Brå, Afgehandelde misdrijven.
(34)      Zie in dit verband ook OECD (2017), Sweden’s Laws on Corporate Responsibility for International Bribery need Urgent Reform.
(35)      Volgens de wet op de persvrijheid en de basiswet betreffende de vrijheid van meningsuiting heeft verder iedereen het recht om, zonder daarvoor gestraft te worden, informatie te verstrekken over om het even welk onderwerp dat voor publicatie bestemd is.
(36)      Volgens de overheid hebben bepaalde bepalingen van Richtlijn (EU) 2019/1937 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, geen equivalent in het Zweeds recht, bijvoorbeeld wat betreft de verplichting van bedrijven van een bepaalde omvang om interne kanalen voor het melden van schendingen in het leven te roepen. Verder beschermt de Europese richtlijn een ruimere groep mensen dan de Zweedse klokkenluiderswet. (Bijdrage van Zweden aan het verslag over de rechtsstaat 2020).
(37)      Regeringen, Karens införs för statsråd och statssekreterare. https://www.regeringen.se/pressmeddelanden/2018/02/karens-infors-for-statsrad-och-statssekreterare/
(38)      GRECO Fifth Evaluation Round — Evaluation Report.
(39)      Wet betreffende de persvrijheid.
(40)      De Zweedse grondwet bestaat uit vier basiswetten: de grondwet, de successiewet, de wet betreffende de persvrijheid en, vooral met betrekking tot de Zweedse omroepcommissie, de basiswet betreffende vrijheid van meningsuiting.
(41)      Relevante delen van de grondwet: de grondwet en de basiswet betreffende vrijheid van meningsuiting
(42)      Wet betreffende radio en televisie.
(43)      Zweden staat op de 4e plaats in de wereldpersvrijheidsindex van Verslaggevers zonder grenzen van 2020.
(44)      Uiteengezet in de grondwet, de basiswet betreffende vrijheid van meningsuiting en de wet betreffende radio en televisie.
(45)      Media Pluralism Monitor 2020.
(46)      Er wordt aan herinnerd dat de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMD-richtlijn) een reeks specifieke garanties biedt voor de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van nationale regulerende instanties voor de media.
(47)      Verslag 2019 “Een gemoderniseerde radio- en televisie wet — uitvoering van wijzigingen aan de richtlijn audiovisuele mediadiensten”.
(48)      Volgens artikel 2 kan geen enkele overheid, inclusief de Riksdag (het parlement), of besluitvormingsorgaan van een lokale overheid, bepalen hoe een bestuurlijke overheid zal beslissen in een bepaalde zaak die verband houdt met de manier waarop een overheid handelt ten aanzien van een persoon of een lokale overheid, of in verband met de toepassing van de wet.
(49)      Bijdrage van Zweden aan het verslag over de rechtsstaat 2020, punten 28-29.
(50)      Informatie die is ontvangen tijdens het virtuele landbezoek aan Zweden in het kader van de voorbereiding van het verslag over de rechtsstaat 2020.
(51)      Hierin zitten de Zweedse vereniging van media-uitgevers, de vereniging van tijdschriftuitgevers, de Zweedse journalistenbond, de nationale persclub, de Zweedse radio (SR), de Zweedse televisie (SVT), de Zweedse educatieve omroep (UR) en TV4.
(52) Verkrijgbaar op: https://medieombudsmannen.se/about-the-media-ombudsman/code-of-ethics-for-press-radio-and-television-in-sweden/#
(53)      Media Pluralism Monitor 2020.
(54)      Informatie die is ontvangen tijdens het virtuele landbezoek aan Zweden in het kader van de voorbereiding van het verslag over de rechtsstaat 2020.
(55)      Het dient opgemerkt dat de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten de lidstaten aanmoedigt wetgevingsmaatregelen te nemen volgens welke aanbieders van mediadiensten die onder hun bevoegdheid vallen informatie over hun eigendomsstructuur toegankelijk moeten maken, met inbegrip van de uiteindelijke begunstigden.
(56)      Media Pluralism Monitor 2020.
(57)      In kaart brengen van de decriminalisering van smaad (2020).
(58)      International Press Institute, Media Laws Database, beschikbaar op: http://legaldb.freemedia.at/legal-database/
(59)      Reporters without borders, Sweden.
(60)      Brå, Bedreigingen en geweld.
(61)      JMG, Zweedse journalisten blijven te maken hebben met haat en bedreigingen.
(62)      Council of Europe Platform to promote the protection of journalism and safety of journalists — Sweden.
(63)      De gemelde zaken betroffen: de bedreigingen en haatzaaiende uitingen op sociale media (inclusief doodsbedreigingen) aan het adres van een cartoonist, na een publicatie van zijn satirische illustratie, het overlijden van de hoofdredacteur van het onlinenieuwsmagazine Balochistan Times (de eerste autopsie bracht geen zekerheid en de mogelijkheid dat het overlijden verband hield met zijn beroepsactiviteit kan niet worden uitgesloten) en de aanval op een blogger van Tsjetsjeense afkomst, die hoogstwaarschijnlijk verband houdt met zijn onlineactiviteiten.
(64)      Ongeveer 970 000 EUR (10 miljoen SEK).
(65)      Bijdrage van Zweden aan het verslag over de rechtsstaat 2020, punten 33-36.
(66)      Zweedse regering, De regering houdt gesprekken met de media en de politie over bedreigingen en haat tegen journalisten.
(67)      In dat opzicht moet erop worden gewezen dat, rekening houdend met aanbevelingen van de Raad van Europa, een alomvattend rechtskader op basis waarvan journalisten en andere media-actoren effectief en zonder angst kunnen bijdragen aan het maatschappelijk debat, door de Raad van Europa wordt aanbevolen. CM/REC(2016)4 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa.
(68)      Media Pluralism Monitor 2020.
(69)      Informatie die is ontvangen tijdens het virtuele landbezoek aan Zweden in het kader van de voorbereiding van het verslag over de rechtsstaat 2020.
(70)      Riksdag, Making Laws.
(71)      Grondwet, hoofdstuk 7, rubriek 2.
(72)      Een beslissing om geen effectbeoordeling uit te voeren moet worden gerechtvaardigd, zoals uiteengezet in Beschikking (2007:1244) betreffende effectbeoordelingen in de regelgeving. Over raadpleging van de raad voor betere regelgeving, zie Beschikking (2011: 118) betreffende overheden die een advies krijgen van de Zweedse raad voor de regelgeving.
(73)      De leden worden gewoonlijk aangesteld voor één jaar overeenkomstig de beginselen die door de rechtbanken zijn vastgelegd.
(74)      Er kunnen uitzonderingen worden gemaakt voor wetgeving waarbij een onderzoek door de raad geen betekenis zou hebben of waarbij dit het proces zodanig zou vertragen dat het zou leiden tot ernstig nadeel.
(75)      Bijdrage van het Zweedse hooggerechtshof aan het verslag over de rechtsstaat 2020, blz.15.
(76)      Grondwet, hoofdstuk 8, rubriek 14.
(77)      Zweedse regering, Opdracht van het comité: Versterken van de bescherming van de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, blz. 2-5.
(78)      Bijdrage van het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten aan het verslag over de rechtsstaat 2020, blz. 215.
(79)      Zweedse regering, Voorstel voor een nationaal mensenrechteninstituut in Zweden.
(80)      Zweedse regering, Regeringsverklaring van 10 september 2019, blz.18.
(81)      Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten, Regarding the consultation on the proposal for the establishment of a National Human Rights Institution in Sweden (Ds 2019:4).
(82)      Behalve rechters van de hoogste rechtscolleges, die vrijgesteld zijn van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid, maar tegen wie wel strafrechtelijke onderzoeken kunnen worden gevoerd in verband met een strafbaar feit dat is gepleegd tijdens de uitvoering van hun functie. Voor dergelijke procedures geldt een afzonderlijk systeem, wat betekent dat de zaken worden onderzocht door de hoogste rechtscolleges nadat ze zijn opgestart door de ombudsdiensten van het parlement of door de kanselier van justitie.
(83)      Riksdag, Onderzoek naar de doorlichting van de ombudsdiensten van het parlement (JO).
(84)      Beoordeling gegeven door CIVICUS; de beoordelingen zijn op een schaal van vijf categorieën gedefinieerd als: open, gekrompen, belemmerd, onderdrukt en gesloten.
(85)      Zweedse regering, Sakrad.
(86)      Nationellt organ för dialog och samråd mellan regeringen och det civila samhället.