EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 16.11.2020
COM(2020) 754 final
2020/0333(NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Ierland om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID‐19-uitbraak te beperken
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
In Verordening (EU) 2020/672 van de Raad (“SURE-verordening”) is het rechtskader vastgesteld waarbinnen de Unie aan een lidstaat die een ernstige economische verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden als gevolg van de COVID-19-uitbraak, financiële bijstand kan verlenen. Steun in het kader van SURE dient voor het financieren van hoofdzakelijk werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, en zodoende voor het verminderen van werkloosheid en inkomensverlies, alsook, in aanvulling daarop, voor de financiering van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek.
Op 27 oktober 2020 heeft Ierland de Unie om financiële bijstand op grond van de SURE-verordening verzocht. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de SURE-verordening heeft de Commissie de Ierse autoriteiten geraadpleegd om de plotse en sterke stijging te verifiëren van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met een tijdelijke loonsubsidieregeling die in respons op de COVID-19-pandemie is aangenomen. De regeling subsidieert met name een deel van de loonsom van de werkgever ingeval het bedrijf van de werkgever getroffen is door de beperkingen die in verband met de COVID-19-crisis zijn ingevoerd. Werkgevers die personeel op hun loonlijst behouden, komen in aanmerking voor de regeling, die tot doel heeft de levensvatbaarheid van bedrijven te ondersteunen en de arbeidsbetrekking tussen de werkgever en de werknemer in stand te houden. De regeling was van kracht van 26 maart 2020 tot en met 31 augustus 2020. Aanvankelijk, tot en met 3 mei 2020, voorzag de subsidieregeling in een vergoeding voor werkgevers tot een maximum van 410 EUR per week voor elke in aanmerking komende werknemer. Vanaf 4 mei 2020 ging de subsidiebetaling over in een systeem op basis van het vorige wekelijkse nettoloon voor elke werknemer, waarbij werkgevers een vergoeding kregen van 70 % tot 85 % van het nettoloon van de werknemer, met een maximum van 350 EUR of 410 EUR per week, afhankelijk van het salarisniveau.
Ierland heeft de Commissie de nodige informatie verschaft.
Rekening houdende met het beschikbare bewijsmateriaal stelt de Commissie de Raad voor om een uitvoeringsbesluit vast te stellen waarbij op grond van de SURE-verordening ten behoeve van de bovengenoemde maatregel financiële bijstand aan Ierland wordt verleend.
•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorliggende voorstel is volledig verenigbaar met Verordening (EU) 2020/672 van de Raad, op grond waarvan het voorstel wordt gedaan.
Dit voorstel vormt een aanvulling op een ander wetgevingsinstrument van de Unie om steun te verlenen aan lidstaten in noodsituaties, namelijk Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (“Verordening (EG) nr. 2012/2002”). Op 30 maart is Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld; bij die verordening wordt het toepassingsgebied van het bovengenoemde instrument uitgebreid tot grote volksgezondheidscrises en wordt bepaald welke specifieke acties in aanmerking komen voor financiering.
•Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel maakt deel uit van een reeks maatregelen die zijn genomen in respons op de huidige COVID-19-pandemie, zoals het corona-investeringsinitiatief, en vormt een aanvulling op andere instrumenten die de werkgelegenheid ondersteunen, zoals het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)/InvestEU. Aangezien dit instrument gebruik maakt van het opnemen en verstrekken van leningen om de lidstaten in dit specifieke geval van de COVID-19-uitbraak te ondersteunen, fungeert dit voorstel als tweede verdedigingslinie voor de financiering van regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen, die banen en dus ook werknemers en zelfstandigen helpen te beschermen tegen het risico van werkloosheid.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor dit instrument is Verordening (EU) 2020/672 van de Raad.
•Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het voorstel komt er na een verzoek van een lidstaat en is een blijk van Europese solidariteit, doordat financiële bijstand van de Unie in de vorm van tijdelijke leningen wordt verstrekt aan een lidstaat die zwaar door de COVID-19-uitbraak wordt getroffen. Deze financiële bijstand vormt een tweede verdedigingslinie voor een overheid die wordt geconfronteerd met een tijdelijke toename van de overheidsuitgaven voor werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen om banen te beschermen, en dus ook om werknemers en zelfstandigen te beschermen tegen het risico op werkloosheid en inkomstenverlies.
Deze steun helpt de getroffen bevolking en draagt bij tot het beperken van de directe maatschappelijke en economische gevolgen van de COVID-19-crisis.
•Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het gaat niet verder dan wat nodig is om de met het instrument beoogde doelstellingen te verwezenlijken.
3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
•Raadpleging van belanghebbenden
Het voorstel moest dringend worden voorbereid zodat het tijdig kan worden aangenomen door de Raad. Daardoor kon geen raadpleging van de belanghebbenden worden uitgevoerd.
•Effectbeoordeling
Gezien de urgentie van het voorstel heeft geen effectbeoordeling plaatsgevonden.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De Commissie moet leningen op de financiële markten kunnen aangaan en deze vervolgens kunnen gebruiken om zelf leningen te verstrekken aan de lidstaten die financiële bijstand vragen in het kader van het SURE-instrument.
Naast de garanties van de lidstaten worden ook andere waarborgen in het systeem ingebouwd om de financiële soliditeit van de regeling te garanderen:
·een strikte en conservatieve benadering van financieel beheer;
·een leningenportefeuille die zodanig is opgebouwd dat het concentratierisico, het jaarlijkse risico en de buitensporige blootstelling aan risico’s van individuele lidstaten beperkt blijven en die er tegelijkertijd voor zorgt dat voldoende middelen kunnen worden toegekend aan de meest behoeftige lidstaten; en
·de mogelijkheid om schulden door te rollen.
2020/0333 (NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Ierland om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID‐19-uitbraak te beperken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak, en met name artikel 6, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Op 27 oktober 2020 heeft Ierland de Unie om financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.
(2)De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Ierland heeft getroffen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, zullen naar verwachting een dramatisch effect op de overheidsfinanciën hebben. Volgens de najaarsprognoses 2020 van de Commissie zou Ierland tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 6,8 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 63,1 % van het bbp hebben, en zou het bbp van Ierland naar verwachting in 2020 krimpen met 2,3 %.
(3)Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Ierland inactief geworden. Dat heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van Ierland in verband met de tijdelijke loonsubsidieregeling (Temporary Wage Subsidy Scheme), zoals uiteengezet in overweging 4.
(4)De Emergency Measures in the Public Interest (Covid-19) Act 2020, en met name artikel 28 daarvan “Covid-19: Temporary Wage Subsidy Provisions”, waarnaar in het verzoek van Ierland van 27 oktober is verwezen, voeren een regeling in om met name een deel van de loonsom van de werkgever te subsidiëren ingeval het bedrijf van de werkgever getroffen is door de beperkingen die in verband met de COVID-19-crisis zijn ingevoerd. Werkgevers die personeel op hun loonlijst behouden, komen in aanmerking voor de regeling, die tot doel heeft de levensvatbaarheid van bedrijven te ondersteunen en de arbeidsbetrekking tussen de werkgever en de werknemer in stand te houden. De regeling was van kracht van 26 maart 2020 tot en met 31 augustus 2020. Aanvankelijk, tot en met 3 mei 2020, voorzag de subsidieregeling in een vergoeding voor werkgevers tot een maximum van 410 EUR per week voor elke in aanmerking komende werknemer. Vanaf 4 mei 2020 ging de subsidiebetaling over in een systeem op basis van het vorige wekelijkse nettoloon voor elke werknemer, waarbij werkgevers een vergoeding kregen van 70 % tot 85 % van het nettoloon van de werknemer, met een maximum van 350 EUR of 410 EUR per week, afhankelijk van het salarisniveau.
(5)Ierland voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Ierland heeft de Commissie de nodige gegevens verstrekt waaruit blijkt dat de huidige overheidsuitgaven met ingang van 1 februari 2020 met 2 473 887 900 EUR zijn gestegen als gevolg van de verhoging van het bedrag dat rechtstreeks verband houdt met de tijdelijke loonsubsidieregeling. Dit is een plotse en sterke stijging doordat de nieuwe maatregel betrekking heeft op een aanzienlijk deel van de ondernemingen en van de arbeidskrachten in Ierland.
(6)De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Ierland geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sprake is in het verzoek van 27 oktober 2020.
(7)Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Ierland te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.
(8)Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.
(9)Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Ierland en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ierland voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672.
Artikel 2
1.De Unie stelt Ierland een lening van maximaal 2 473 887 900 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
2.De periode waarin de bij dit besluit verleende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 18 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht is geworden.
3.De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal acht tranches beschikbaar aan Ierland. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd in acht is genomen als alle tranches zijn uitbetaald.
4.De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst.
5.Ierland betaalt de in artikel 4 van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde financieringskosten van de Unie voor elke tranche, vermeerderd met alle vergoedingen, kosten en uitgaven van de Unie die uit de financiering van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende lening voortvloeien.
6.De Commissie beslist over de omvang en de vrijgave van de tranches, alsmede over de omvang van de deeltranches.
Artikel 3
Ierland mag de tijdelijke loonsubsidieregeling financieren die een deel van de loonsom van de werkgever subsidieert ingeval het bedrijf van de werkgever getroffen is door de beperkingen die in verband met de COVID-19-crisis zijn ingevoerd, en de arbeidsbetrekking in stand wordt gehouden, zoals bepaald in de Emergency Measures in the Public Interest (Covid-19) Act 2020, en met name artikel 28 daarvan “Covid-19: Temporary Wage Subsidy Provisions”.
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot Republiek Ierland
Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter