Brussel, 13.3.2020

COM(2020) 113 final

2020/0043(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013, Verordening (EU) nr. 1301/2013 en Verordening (EU) nr. 508/2014 wat betreft specifieke maatregelen om investeringen in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en in andere sectoren van hun economieën vrij te maken als antwoord op de COVID-19-uitbraak

[Investeringsinitiatief Coronavirusrespons]


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De crisis van het coronavirus, de uitbraak van COVID-19, heeft de lidstaten op een plotse en ongeziene manier getroffen, met potentieel zeer grote gevolgen voor de samenleving en de economieën. De crisis verstoort de groei in de lidstaten omdat de economische activiteit drastisch afneemt. Liquiditeitskrapte kan deze situatie nog verergeren doordat ondernemingen moeilijkheden ondervinden om hun leveranciers en werknemers te betalen. Tegelijkertijd zijn extra overheidsmiddelen nodig om de gezondheidszorgstelsels en andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met de uitbraak van de ziekte te ondersteunen.

Deze uitzonderlijke situatie vereist gerichte maatregelen ter ondersteuning en bescherming van de economieën, ondernemingen en werknemers van de lidstaten. Er zijn omvangrijke en snelle interventies nodig ten behoeve van de gezondheidszorgstelsels, zodat deze de grote druk aankunnen, voor kleine en middelgrote ondernemingen die vaak kleinere marges hebben, en voor de arbeidsmarkten en andere kwetsbare delen van de economie zodat de impact kan worden beperkt. Dit raakt de EU als geheel en vereist dat alle beschikbare middelen op het niveau van de Unie en de lidstaten worden ingezet om de ongeziene uitdagingen ten gevolge van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden.

De Commissie stelt daarom een investeringsinitiatief “Coronavirusrespons” voor, dat erop gericht is investeringen te bevorderen door in de Europese structuur- en investeringsfondsen beschikbare kasreserves vrij te maken voor de onmiddellijke bestrijding van deze crisis. Het gaat om een omvangrijke investering die op korte tijd zal oplopen tot 37 miljard EUR. Hiertoe stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad voor om ongeveer 8 miljard EUR aan investeringsliquiditeiten vrij te maken.

Om snel deze 37 miljard EUR aan Europese overheidsinvesteringen te kunnen inzetten om de gevolgen van de crisis van het coronavirus op te vangen, stelt de Commissie voor dit jaar tot de afsluiting van de programma’s af te zien van de verplichting om ongebruikte voorfinancieringen in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) terug te vorderen.

De lidstaten kunnen de in 2020 niet teruggevorderde bedragen gebruiken om investeringen in verband met de COVID-19-uitbraak in het kader van het EFRO, het ESF, het CF en het EFMZV versneld uit te voeren. Rekening houdend met de gemiddelde medefinancieringspercentages in de lidstaten kan het bedrag van 8 miljard EUR leiden tot de vrijmaking en de inzet van om en bij de 29 miljard EUR aan structurele financiering in de hele EU.

Er wordt voorgesteld dat het EFRO de financiering van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen kan ondersteunen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om deze volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden. Uit de fondsen gefinancierde financieringsinstrumenten moeten ook steun verstrekken in de vorm van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel. De investeringsprioriteit van het EFRO ter versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie wordt aangepast zodat deze ook betrekking heeft op investeringen in producten en diensten die nodig zijn om de crisisresponscapaciteiten in de gezondheidsdiensten te versterken. De uitgaven voor acties ter versterking van de crisisresponscapaciteiten moeten subsidiabel zijn met ingang van 1 februari 2020.

In gevallen waarin dit ertoe leidt dat programma’s moeten worden gewijzigd, worden in het voorstel niet-essentiële wijzigingen geïdentificeerd waarvoor geen goedkeuring bij besluit van de Commissie vereist is. In het voorstel wordt ook duidelijk gemaakt dat uitgaven ter versterking van de crisisresponscapaciteiten in ieder geval subsidiabel zijn met ingang van 1 februari 2020. Om de uitgaven sneller te kunnen declareren, moet maximaal gebruik worden gemaakt van nieuwe steunvormen, zoals vereenvoudigde kostenopties, die sinds 2018 beschikbaar zijn op grond van artikel 67 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen.

Er is een taskforce opgericht om de werkzaamheden met de lidstaten te coördineren, hun precieze behoeften vast te stellen en hen te helpen ervoor te zorgen dat het geld zo snel mogelijk inzetbaar is.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Er wordt voorgesteld:

Verordening (EU) nr. 1301/2013 als volgt te wijzigen:

(1)aan artikel 3, lid 1, wordt een alinea toegevoegd waarin wordt verduidelijkt dat het EFRO de financiering van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen kan ondersteunen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om deze volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden;

(2)artikel 5, lid 1, onder b), van dezelfde verordening wordt zo gewijzigd dat de investeringsprioriteit van het EFRO ter versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie ook betrekking heeft op investeringen in producten en diensten die nodig zijn om de crisisresponscapaciteiten in de gezondheidsdiensten te versterken;

Verordening (EU) nr. 1303/2013 (verordening gemeenschappelijke bepalingen) als volgt te wijzigen:

(3)aan artikel 30 betreffende de wijziging van programma’s wordt een nieuw (vijfde) lid toegevoegd met bepaalde wijzigingen waarvoor geen goedkeuringsbesluit van de Commissie vereist is; artikel 96, lid 10, wordt dienovereenkomstig gewijzigd;

(4)aan artikel 37, lid 4, betreffende financieringsinstrumenten wordt toegevoegd dat financieringsinstrumenten ook steun kunnen verstrekken in de vorm van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om een volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden;

(5)aan artikel 65, lid 10, wordt een alinea toegevoegd om te verduidelijken dat de uitgaven voor maatregelen ter versterking van de crisisresponscapaciteiten subsidiabel zijn met ingang van 1 februari 2020;

(6)aan artikel 139, lid 7, wordt een alinea toegevoegd om te voorzien in de niet-invordering van bedragen die normaliter in 2020 verschuldigd zijn voor de operationele programma’s van het cohesiebeleid van de periode 2014-2020 in het kader van de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid” en voor uit het EFMZV gefinancierde programma’s;

Verordening (EU) nr. 508/2014 (EFMZV-verordening) als volgt te wijzigen:

(7)artikel 35 wordt gewijzigd zodat het EFMZV kan bijdragen tot onderlinge fondsen die financiële compensatie verlenen aan vissers voor economische verliezen ten gevolge van een volksgezondheidscrisis; en

(8)artikel 57 wordt gewijzigd zodat het EFMZV ook de mogelijkheid heeft om het inkomen van de aquacultuurexploitanten te beschermen door bij te dragen aan een aquacultuurbestandsverzekering tegen economische verliezen die het gevolg zijn van een volksgezondheidscrisis.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde wijziging verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1311/2013. De jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds blijft ongewijzigd.

Het voorstel zal een versnelde uitvoering van het programma mogelijk maken, waardoor de betalingskredieten vervroegd zullen worden toegewezen.

De Commissie zal het effect van de voorgestelde wijziging op de betalingskredieten in 2020 nauwlettend volgen, rekening houdend met zowel de uitvoering van de begroting als de herziene prognoses van de lidstaten.

De in 2020 niet teruggevorderde bedragen zullen worden verrekend bij de afsluiting van de programma’s.

2020/0043 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013, Verordening (EU) nr. 1301/2013 en Verordening (EU) nr. 508/2014 wat betreft specifieke maatregelen om investeringen in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en in andere sectoren van hun economieën vrij te maken als antwoord op de COVID-19-uitbraak

[Investeringsinitiatief Coronavirusrespons]

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 177 en artikel 178,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's 2 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

1)De lidstaten zijn op een uitzonderlijke manier getroffen door de gevolgen van de COVID-19-uitbraak. De crisis belemmert de groei in de lidstaten, wat op zijn beurt de ernstige liquiditeitskrapte verergert omdat plotseling veel meer publieke investeringen in de gezondheidszorgstelsels en andere sectoren van hun economie nodig zijn. Hierdoor is een buitengewone situatie ontstaan die specifieke maatregelen vereist.

2)Het is van cruciaal belang dat de krapte van liquiditeiten en overheidsmiddelen in de lidstaten niet in de weg staat aan investeringen in het kader van programma’s die worden ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds (“ESF”), het Cohesiefonds (“CF”) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (“EFMZV”) en die nodig zijn om de COVID-19-uitbraak te bestrijden.

3)Om de gevolgen van de crisis op te vangen, moet het EFRO de financiering van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om een volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden.

4)Om de gevolgen van de crisis op te vangen, moet de investeringsprioriteit van het EFRO ter versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie ook betrekking hebben op investeringen in producten en diensten die nodig zijn om de crisisresponscapaciteiten in de gezondheidsdiensten te versterken.

(5)Om soepeler te kunnen inspelen op de COVID-19-uitbraak, moeten de lidstaten meer flexibiliteit krijgen om de programma’s uit te voeren en gebruik kunnen maken van een vereenvoudigde procedure waarbij geen besluit van de Commissie vereist is om operationele programma’s te wijzigen. Er dient te worden verduidelijkt welke informatie over dergelijke wijzigingen aan de Commissie moet worden verstrekt.

(6)Om de gevolgen van de crisis op te vangen, moeten uit de fondsen gefinancierde financieringsinstrumenten ook steun verstrekken in de vorm van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om een volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden.

(7)Om een onmiddellijke respons op de gevolgen van de crisis mogelijk te maken, moeten uitgaven voor maatregelen ter versterking van de crisisresponscapaciteiten subsidiabel zijn met ingang van 1 februari 2020.

(8)    Om te garanderen dat de lidstaten over voldoende financiële middelen beschikken om onverwijld de nodige investeringen te doen, is het passend dat de Commissie geen invorderingsopdrachten doet uitgaan voor van de lidstaten terugvorderbare bedragen betreffende de in 2020 ingediende jaarrekeningen. De lidstaten dienen de niet teruggevorderde bedragen te gebruiken om versneld investeringen in verband met de COVID-19-uitbraak te doen die subsidiabel zijn op grond van Verordening (EU) nr. 1303/2013 3 en de specifieke regels van het betrokken fonds.

(9)    Om de gevolgen van de crisis op te vangen, moet uit het EFMZV steun worden verstrekt voor onderlingebijstandsfondsen en aquacultuurbestandsverzekeringen om het inkomen van door een volksgezondheidscrisis getroffen vissers en aquacultuurexploitanten te beschermen.

(10)De in 2020 niet teruggevorderde bedragen moeten worden verrekend of het voorwerp van een invorderingsopdracht uitmaken bij de afsluiting van de programma’s.

(11)Gezien de urgentie waarmee de steun moet worden verstrekt, moet deze verordening met spoed in werking treden.

(12)Verordening (EU) nr. 1301/2013 4 , Verordening (EU) nr. 1303/2013 en Verordening (EU) nr. 508/2014 5 dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1301/2013

Verordening (EU) nr. 1301/2013 wordt als volgt gewijzigd:

(1)Aan artikel 3, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Bovendien kan het EFRO de financiering van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om een volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden.”

(2)In artikel 5, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

“b) de bevordering van bedrijfsinvesteringen in O&I, het ontwikkelen van verbanden en synergieën tussen ondernemingen, O&I-centra en het hoger onderwijs, met name de bevordering van investeringen in de ontwikkeling van producten en diensten, de overdracht van technologie, sociale innovatie, milieu-innovatie, toepassingen voor overheidsdiensten, de stimulering van de vraag, het opzetten van netwerken, clusters en open innovatie door middel van slimme specialisatie en ondersteuning van technologisch en toegepast onderzoek, proefopstellingen, maatregelen voor snelle productvalidatie, geavanceerde productiecapaciteit en eerste productie, met name in sleuteltechnologieën en de verspreiding van universeel inzetbare technologieën, alsook de bevordering van investeringen die nodig zijn ter versterking van de crisisresponscapaciteiten van de gezondheidsdiensten;”

Artikel 2

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

(1)Aan artikel 30 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

   5.    Als afwijking van de leden 1 en 2 kan de lidstaat voor door het EFRO, het Cohesiefonds en het ESF ondersteunde programma’s tijdens de programmeringsperiode een bedrag van maximaal 8% van de toewijzing per 1 februari 2020 van een prioriteit en maximaal 4% van het programmabudget overschrijven naar een andere prioriteit van hetzelfde fonds voor hetzelfde programma.

Dergelijke overschrijvingen laten eerdere jaren onverlet. Zij worden niet als essentieel beschouwd en er is geen besluit van de Commissie tot wijziging van het programma voor vereist. Zij moeten evenwel aan alle wettelijke voorschriften voldoen en van tevoren door het toezichtcomité worden goedgekeurd. De lidstaten delen de herziene financiële tabellen aan de Commissie mee.”

(2)In artikel 37, lid 4, wordt de volgende alinea ingevoegd:

   Door middel van financieringsinstrumenten kan ook steun worden verleend in de vorm van bedrijfskapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen waar zulks nodig is als tijdelijke maatregel om een volksgezondheidscrisis doeltreffend te beantwoorden;”

(3)Aan artikel 65, lid 10, wordt de volgende alinea toegevoegd:

   Als afwijking van lid 9 komen uitgaven voor maatregelen ter versterking van de crisisresponscapaciteiten in het kader van de COVID-19-uitbraak in aanmerking voor steun met ingang van 1 februari 2020.”

(4)Artikel 96, lid 10, wordt vervangen door:

“10. Onverminderd artikel 30, lid 5, stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een besluit vast houdende goedkeuring van alle elementen, inclusief eventuele toekomstige wijzigingen ervan, van het operationele programma dat door dit artikel wordt bestreken, met uitzondering van de elementen die vallen onder lid 2, eerste alinea, onder b), vi), c), v), en e), de leden 4 en 5, lid 6, onder a) en c), en lid 7, waarvoor de lidstaten verantwoordelijk blijven.”

(5)Aan artikel 139, lid 7, worden de volgende alinea's toegevoegd:

“Als afwijking van de eerste alinea doet de Commissie geen invorderingsopdracht uitgaan voor van de lidstaat terugvorderbare bedragen betreffende de in 2020 ingediende rekeningen. Niet teruggevorderde bedragen worden gebruikt ter bespoediging van investeringen die verband houden met de COVID-19-uitbraak en die op grond van deze verordening en de fondsspecifieke voorschriften voor steun in aanmerking komen.

De niet teruggevorderde bedragen worden bij de afsluiting verrekend of ingevorderd.”

Artikel 3

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 508/2014

Verordening (EU) nr. 508/2014 wordt als volgt gewijzigd:

(1)In artikel 35, worden de leden 1, 5, 6 en 8, vervangen door:

“1. Het EFMZV kan bijdragen aan onderlinge fondsen waaruit vissers financieel worden vergoed voor economische verliezen als gevolg van een volksgezondheidscrisis, ongunstige weersomstandigheden, milieuongevallen en de kosten voor het redden van vissers of het bergen van vissersvaartuigen in geval van ongevallen op zee tijdens hun visserijactiviteiten.”

“5. De lidstaten stellen de voorschriften vast voor de oprichting en het beheer van de onderlinge fondsen, in het bijzonder met betrekking tot de verlening van compensatiebetalingen aan en de subsidiabiliteit van vissers in geval van een volksgezondheidscrisis, ongunstige weersomstandigheden, milieuongevallen of ongevallen op zee als bedoeld in lid 1, alsmede met betrekking tot het beheer en de monitoring van de naleving van die voorschriften. De lidstaten zien erop toe dat in de regelingen van de fondsen is voorzien in sancties in geval van nalatigheid van de visser.”

“6. Volksgezondheidscrisissen, ongunstige weersomstandigheden, milieuongevallen of ongevallen op zee, als bedoeld in lid 1, zijn dewelke waarvan het plaatsvinden officieel door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wordt erkend.

“8.   De in lid 1 bedoelde bijdragen worden slechts verleend ter dekking van verliezen als gevolg van volksgezondheidscrisissen, ongunstige weersomstandigheden, milieuongevallen of ongevallen op zee die meer dan 30 % van de jaarlijkse omzet van het betrokken bedrijf bedragen, berekend op basis van de gemiddelde omzet van dat bedrijf in de voorgaande drie kalenderjaren.”

(2)Aan artikel 57, lid 1, wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) een volksgezondheidscrisis”

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1)    PB C […] van […], blz. […].
(2)    PB C […] van […], blz. […].
(3)    Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
(4)    Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 ( PB L 347 van 20.12. 2013, blz. 289).
(5)    Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad