Brussel, 15.6.2020

COM(2020) 236 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over handels- en investeringsbelemmeringen







1 januari 2019 - 31 december 2019


INLEIDING

De tiende editie van het Verslag over handels- en investeringsbelemmeringen bevat een analyse van de nieuwe belemmeringen waarmee het bedrijfsleven van de EU in 2019 te maken heeft gekregen, en van de belemmeringen die in datzelfde jaar voor onze bedrijven zijn weggenomen dankzij het markttoegangspartnerschap van de EU, waarin de Commissie, de lidstaten en EU‑bedrijven samenwerken 1 . Dit partnerschap inventariseert op welke belemmeringen EU‑bedrijven in derde landen stuiten, stelt een gemeenschappelijke strategie vast om deze weg te nemen en voert deze strategie nauwgezet uit.

Als reactie op de toename van het protectionisme heeft de Commissie van handhaving – samen met een sterkere nadruk op de uitvoering van handelsovereenkomsten – een topprioriteit gemaakt. Wat het traditionele markttoegangselement betreft, hebben wij onze werkzaamheden versterkt door een betere coördinatie tussen EU‑instellingen en belanghebbenden en een slimmere prioritering van belemmeringen. Belangrijk is dat de Commissie ook haar communicatie-inspanningen heeft verbeterd om vooral aan kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) uit te leggen hoe zij het markttoegangspartnerschap kunnen gebruiken om de diverse belemmeringen weg te nemen waarmee zij worden geconfronteerd. Dit is positief beïnvloed door ons initiatief van de markttoegangsdagen, in het kader waarvan in 2019 op ondernemingen gerichte bijeenkomsten zijn gehouden in Nederland, Litouwen, Portugal, Frankrijk en Letland.

Sinds 2016 zijn elk jaar verbeteringen in het verslag aangebracht. De editie van dit jaar bevat een nog gedetailleerdere analyse van het type belemmeringen dat de meeste problemen voor onze ondernemingen veroorzaakt en een specifieke focus op de sector die de beste resultaten heeft geboekt: agrovoeding.

Net als in het verslag van vorig jaar analyseren wij eerst de in totaal 438 actieve 2 handels- en investeringsbelemmeringen, uitgesplitst naar land en naar type belemmering, zoals gemeld aan de Commissie en opgenomen in de databank markttoegang van de EU (MADB) 3 .

Vervolgens geven wij een gedetailleerde analyse van de 43 nieuwe belemmeringen die in 2019 zijn gemeld, waarbij specifieke trends in verschillende landen en sectoren worden beschreven en mogelijk getroffen handelsstromen worden beoordeeld.

In het volgende deel worden de instrumenten gepresenteerd die worden gebruikt om de 40 belemmeringen aan te pakken die in 2019 zijn opgelost en wordt een overzicht gegeven naar land, type maatregel en sector. In de editie van dit jaar wordt speciaal aandacht besteed aan het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten en wordt uitgelegd hoe gerichte inspanningen hebben bijgedragen aan het wegnemen van enkele van de voor het overige vrij talrijke handelsbelemmeringen in deze landen.

Daarna volgt een deel waarin nader wordt ingegaan op enkele van de opgeloste belemmeringen met het grootste effect en waarin ook een toelichting wordt gegeven op de economische voordelen die ons markttoegangspartnerschap in 2019 heeft gerealiseerd, op basis van economische modellen.

Tot slot is een specifiek deel gewijd aan de relatie met de Verenigde Staten, aangezien wij de significante belemmeringen in dit rechtsgebied blijven bestrijden.

In dit verslag hebben wij ons niet alleen geconcentreerd op de partners met het grootste aantal nieuwe en opgeloste belemmeringen, maar hebben wij ook veel aandacht geschonken aan de belemmeringen die gevolgen hebben voor de meeste handelsstromen van EU-exporteurs, wat licht werpt op het belang ervan.

Kader 1 – Methodologische toelichting op de inventaris van de belemmeringen

Ons verslag richt zich met onze op belanghebbenden gebaseerde aanpak uitsluitend op obstakels die onze bedrijven hebben gesignaleerd. Het verslag richt zich op de handelsbarrières waarmee EU‑ondernemingen in derde landen te maken hebben, bijbehorende trends, en acties die worden ondernomen om deze in het kader van ons markttoegangspartnerschap weg te nemen. In de databank en dit verslag wordt geen uitspraak gedaan over de vraag of de geregistreerde maatregelen al dan niet legaal zijn, maar deze belemmeringen zijn wel in kaart gebracht als problematisch voor EU‑ondernemingen en hebben prioriteit gekregen voor verdere actie in het kader van onze inspanningen ten behoeve van markttoegang, omdat ze mogelijk discriminerend, onevenredig of anderszins handelsbeperkend zijn.

De lezer zal in het verslag een aantal belangrijke rode draden vinden. Ten eerste wijzen de aanhoudende toename van het aantal belemmeringen, het grote aantal typen belemmeringen en het feit dat het steeds moeilijker wordt om vele ervan weg te nemen, op een nieuw paradigma waarbij protectionisme diep ingebed raakt in onze structurele handelsbetrekkingen. Ten tweede treffen de belemmeringen in toenemende mate de sectoren die verband houden met de technologische soevereiniteit en de strategische autonomie van de EU. Ten derde wordt het voor ons steeds moeilijker om belemmeringen in de industriële en dienstverlenende sector aan te pakken. Ten vierde komen protectionistische maatregelen meer en meer voor in specifieke regio’s.

Dit vereist een radicaal nieuwe aanpak om de handelsbelangen van de EU te verdedigen – een van de topprioriteiten van de Commissie-von der Leyen.



I.OVERZICHT VAN HANDELS- EN INVESTERINGSBELEMMERINGEN

Eind 2019 stonden er 438 actieve handels- en investeringsbelemmeringen in 58 derde landen 4 geregistreerd in de databank markttoegang van de EU 5 . Dit recordcijfer wijst samen met de toenemende duur van een aantal belemmeringen niet alleen op een toenemend protectionisme, maar ook op het feit dat protectionisme structureel raakt ingebed in onze handelsbetrekkingen met een groot aantal partners.

A.    ALGEMEEN OVERZICHT VAN HANDELS- EN INVESTERINGSBELEMMERINGEN NAAR DERDE LAND

Vergeleken met 2018 is de top vijf van landen met het grootste aantal belemmeringen onveranderd gebleven. China blijft het land met de meeste geregistreerde belemmeringen: 38 obstakels hinderen de export- en investeringsmogelijkheden voor de EU. Daarna komt Rusland met 31 belemmeringen, gevolgd door Indonesië (25) en de Verenigde Staten (24). India en Turkije delen de vijfde plaats met 23 gemelde belemmeringen.

Andere derde landen met tien of meer handelsbelemmeringen zijn Brazilië (19), Zuid-Korea (19), Australië (14), Algerije (12), Thailand (12), Mexico (11), Egypte (10) en Maleisië (10). In figuur 1 is een meer gedetailleerde uitsplitsing te zien van belemmeringen wereldwijd.

EU

Aantal belemmeringen

Figuur 1 6 : geografische uitsplitsing van handels- en investeringsbelemmeringen in de markttoegangsdatabank

B. ALGEMEEN OVERZICHT VAN HANDELS- EN INVESTERINGSBELEMMERINGEN NAAR TYPE MAATREGEL

Figuur 2 laat zien dat in 2019 de maatregelen aan de grens (229 ofwel 52 %) voor het eerst talrijker zijn dan de maatregelen achter de grens (188 ofwel 43 %) 7 . Dit is een teken dat de partners een breder arsenaal van typen belemmeringen hanteren om protectionistische doelstellingen te bereiken.

Maatregelen aan de grens vormen beperkingen die rechtstreekse gevolgen hebben voor de in- en de uitvoer op douaneniveau, zowel door middel van sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen (102 belemmeringen), tariefverhogingen en kwantitatieve beperkingen (73), administratieve procedures en invoervergunningen (38), en uitvoerbelastingen en -beperkingen (16) als door handelsmaatregelen die niet stroken met de internationale verplichtingen (14).

Maatregelen achter de grens hebben gevolgen voor producten nadat deze zijn ingevoerd, door middel van beperkingen die verband houden met ongerechtvaardigde technische handelsbelemmeringen (TBT) voor de handel in goederen (78 belemmeringen), intellectuele-eigendomsrechten (34), overheidsopdrachten (25), diensten (22) en investeringen (15).

Dankzij de gedetailleerdere indeling van de handelsbelemmeringen presenteren wij voor het eerst een uitgesplitst overzicht van de specifieke typen belemmeringen die gevolgen hebben voor onze bedrijven.


Figuur 2: uitsplitsing van de handels- en investeringsbelemmeringen in de markttoegangsdatabank naar type maatregel, in percentage van het totale aantal belemmeringen

(Maatregelen aan de grens zijn aangegeven in bruintinten, maatregelen achter de grens in blauwtinten.)

Kader 2 – Vereisten inzake lokale inhoud

De vereisten inzake lokale inhoud (LCR’s – local content requirements) verplichten buitenlandse ondernemingen een bepaalde hoeveelheid lokaal geproduceerde goederen of diensten te gebruiken. LCR’s zijn ingebed in vele typen belemmeringen en hebben gevolgen voor bijvoorbeeld preferentiële leningen, overheidsopdrachten, of voorwaarden voor directe buitenlandse investeringen. Om deze zeer verstorende bepalingen te identificeren, is de databank markttoegang verbeterd, zodat de LCR-component van elke vorm van belemmering gemakkelijk kan worden bepaald. Dankzij deze aanpak kunnen wij laten zien dat eind 2019 een zeer aanzienlijk deel (7 %) van alle belemmeringen een LCR-component had. Dit vraagt de nodige alertheid van de EU op deze praktijken.



II.IN 2019 GEMELDE NIEUWE HANDELS- EN INVESTERINGSBELEMMERINGEN

Helaas blijft het aantal nieuwe maatregelen gestaag toenemen. In 2019 werden er 43 nieuwe belemmeringen geregistreerd in 22 derde landen 8 , bijna evenveel als de 45 die in 2018 werden gemeld. Deze aanhoudende en significante toename wijst erop dat protectionisme is doorgedrongen in het weefsel van de internationale handelsbetrekkingen. Deze nieuwe realiteit kan vergaande gevolgen hebben voor onze handelsstromen.

De handelsstromen die onder de in 2019 gemelde belemmeringen te lijden hadden, vertegenwoordigden een uitvoer van de EU‑27 van ongeveer 35,1 miljard EUR (zie kader 3).

Kader 3 – Methodologische toelichting op de kwantificering van de mogelijk getroffen handel

De mogelijk getroffen handelsstromen worden gekwantificeerd op basis van de EU-exportcijfers voor de desbetreffende tariefcodes van het geharmoniseerd systeem, waarbij wordt uitgegaan van de handel die ondanks de belemmering plaatsvindt. Alle kwantitatieve gegevens hebben betrekking op de 27 huidige EU‑lidstaten.

De gevolgen zijn echter vermoedelijk enigszins onderschat, omdat:

– bij deze cijfers geen rekening is gehouden met belemmeringen voor diensten en evenmin met belemmeringen waarbij het niet eenvoudig is om vast te stellen op welke producten ze betrekking hebben;

– sommige door de maatregelen getroffen goederen en diensten ook worden gebruikt in andere bedrijfssectoren (bijvoorbeeld de hightechsector).

Meer in het algemeen blijft de analyse van niet-tarifaire belemmeringen en de effecten daarvan een lastige exercitie. De hoofdreden hiervoor is dat niet-tarifaire belemmeringen qua gradatie verschillen. Anders dan bij een algeheel verbod komt de handel bij de meeste handelsbeperkende maatregelen niet volledig stil te liggen, maar neemt deze af. Bovendien kunnen beperkingen met betrekking tot dezelfde producten of diensten elkaar overlappen. Dit betekent dat extra belemmeringen niet noodzakelijkerwijs ook extra gevolgen hebben en dat het wegnemen van één belemmering niet automatisch een betere markttoegang inhoudt.

A.     IN 2019 GEMELDE NIEUWE BELEMMERINGEN NAAR DERDE LAND

In tabel 1 en figuur 3 wordt een overzicht gegeven van de geografische uitsplitsing van de nieuwe belemmeringen die in 2019 zijn geregistreerd. Het grootste aantal nieuwe belemmeringen werd gemeld in onze handels- en investeringsbetrekkingen met Saudi-Arabië en Libanon, die beide vijf nieuwe belemmeringen registreerden. Zij worden op de voet gevolgd door China en Algerije, die respectievelijk vier en drie nieuwe belemmeringen registreerden. Twee belemmeringen zijn gemeld in Singapore, Zuid-Korea, Maleisië, Kazachstan, Egypte, Marokko, Turkije en Australië. De resterende tien belemmeringen werden voor andere derde landen geregistreerd. Kijkend naar de regionale trends zien wij dat de overgrote meerderheid van de nieuwe belemmeringen in 2019 werd ingesteld in het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten 9 (20) en in Azië (17).

Vergeleken met 2018 springen twee feiten in het oog: een besmettingseffect in het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten en de voortdurende aanwezigheid van China in de top van de lijst, wat duidt op een negatieve trend op lange termijn.

Tabel 1: geografische uitsplitsing van de in 2019 gemelde nieuwe belemmeringen


Figuur 3: geografische uitsplitsing van de in 2019 gemelde nieuwe belemmeringen, naar regio

In figuur 4 wordt de nadruk gelegd op het economische gewicht van nieuwe belemmeringen, waarbij de geraamde getroffen handelsstromen worden afgezet tegen het aantal belemmeringen dat in 2019 voor elk van de partnerlanden en -regio’s werd geregistreerd. Hieruit blijkt dat Azië – vooral China, maar ook Zuid-Korea – en het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten aan kop gaan, zowel qua aantal nieuwe belemmeringen als de omvang van de getroffen handelsstromen in 2019. Deze twee regio’s zijn goed voor bijna 30 miljard EUR van de 35,1 miljard EUR aan door nieuwe belemmeringen getroffen handel (85 % van het totaal) en voor 35 belemmeringen (meer dan 80 % van alle belemmeringen).

Australië neemt de derde plaats in met één zwaarwegende belemmering voor motorvoertuigen.

Figuur 4: aantal gemelde nieuwe belemmeringen en getroffen handel, geselecteerde partnerlanden en ‑regio’s

In tabel 2 zijn de getroffen handelsstromen te zien voor alle 22 partnerlanden die in 2019 nieuwe handelsbelemmeringen hebben ingesteld. Het is echter mogelijk dat de uitkomsten van de beoordeling van de economische effecten van nieuwe belemmeringen voor markttoegang niet altijd de werkelijke gevolgen van de obstakels weerspiegelen. Dat kan bijvoorbeeld gelden voor belemmeringen in de dienstverlening of belemmeringen met een horizontaal karakter, die moeilijk te kwantificeren zijn, of wanneer er sprake is van elkaar overlappende beperkingen die op dezelfde producten betrekking hebben.

Tabel 2: handelsstromen van de EU‑27, getroffen door nieuwe belemmeringen die partnerlanden in 2019 hebben gemeld (in miljard EUR)

Door de grote omvang van zijn economie en de getroffen sleutelsectoren (waaronder strategische sectoren voor de EU) zijn de gevolgen van het handelsbeleid van China onmiddellijk duidelijk. De schade voor de EU‑handel kan oplopen tot meer dan 15,5 miljard EUR.

B.    IN 2019 GEMELDE NIEUWE BELEMMERINGEN NAAR TYPE MAATREGEL

De uitsplitsing van de 43 nieuwe maatregelen naar type maatregel laat een overwicht zien van nieuwe maatregelen aan de grens (65 %) ten opzichte van maatregelen achter de grens (28 %). Ook hier wordt het arsenaal van protectionistische maatregelen steeds groter.

Een essentieel punt in 2019 is dat alleen al de SPS-maatregelen een derde van alle nieuwe belemmeringen vertegenwoordigen. Uit een meer gedetailleerde analyse blijkt dat veterinaire redenen het vaakst voorkomen (5 belemmeringen) 10 , gevolgd door fytosanitaire redenen en volksgezondheidsredenen (elk 2). Soms komen in de SPS-beperkingen verschillende van deze kenmerken samen (4).

Andere maatregelen aan de grens houden in de eerste plaats verband met verhoogde douanerechten, tarieven en quota’s (7 beperkingen) en administratieve procedures (7). Dit jaar werd ook één nieuwe belemmering op het gebied van uitvoerbeperkingen (1) gemeld.

Maatregelen achter de grens zijn voornamelijk technische handelsbelemmeringen (TBT) (9), maar in enkele gevallen hebben de maatregelen betrekking op intellectuele-eigendomsrechten (IER) (1), handelsmaatregelen die niet stroken met de internationale verplichtingen (1) en belemmering van de toegang tot overheidsopdrachten voor EU-ondernemingen (1).

Figuur 5: uitsplitsing van de in 2019 gemelde nieuwe handels- en investeringsbelemmeringen naar type maatregel, in percentage van het aantal nieuwe belemmeringen
(Maatregelen aan de grens zijn aangegeven in bruintinten, maatregelen achter de grens in blauwtinten.)

Deze uitsplitsing wijst op het gebruik van ruwere, minder verfijnde maatregelen aan de grens die de handel belemmeren. In tegenstelling tot de trend op langere termijn lijken de partners meer te vertrouwen op deze onverholen protectionistische maatregelen dan op meer ongrijpbare maatregelen achter de grens. Dit duidt erop dat dergelijk gedrag meer structureel raakt ingebed in het handelsbeleid van een groot aantal partners.

C.    IN 2019 GEMELDE NIEUWE BELEMMERINGEN NAAR SECTOR

De in 2019 gemelde nieuwe belemmeringen troffen de EU-handel in 17 economische sectoren, waarvan enkele werden geraakt door sectoroverschrijdende belemmeringen.

Het hoogste aantal nieuwe belemmeringen werd gemeld in landbouw en visserij (16), gevolgd door 9 horizontale of sectoroverschrijdende maatregelen. De ICT-sector en de automobielindustrie kregen in 2019 beide te maken met drie nieuwe belemmeringen, terwijl de bedrijfstakken farmaceutica en hout, papier en pulp elk werden geconfronteerd met twee nieuwe obstakels. Tot slot werden verscheidene andere sectoren elk door één nieuwe belemmering voor de handel getroffen, namelijk minerale producten, ijzer, staal en non-ferrometalen, textiel en leder, keramiek en glas, cosmetica, scheepsbouw, wijn en sterkedrank en overige bedrijfstakken.

 Figuur 6: uitsplitsing naar sector van de in 2019 gemelde handels- en investeringsbelemmeringen
(aantal belemmeringen)

Naast het aantal maatregelen werpt de analyse van de getroffen handel meer licht op het werkelijke gewicht van elke belemmering. Zoals in figuur 7 is te zien, vertegenwoordigden de industriële sectoren meer dan 85 % van de getroffen handelsstromen, terwijl belemmeringen in de ICT-sector (15 miljard EUR), de automobielindustrie (5,7 miljard EUR) en de elektronicasector (2,6 miljard EUR) twee derde uitmaken van alle door nieuwe gemelde belemmeringen getroffen uitvoer van de EU‑27. Dit zijn sectoren die rechtstreeks verband houden met de technologische soevereiniteit en de strategische autonomie van de EU.

 Figuur 7: handelsstromen van de EU‑27, getroffen door belemmeringen die in 2019 zijn gemeld, naar sector 11
(in miljard EUR en percentage)

Protectionistische trends met gevolgen voor onze hightechsectoren, die vorig jaar reeds werden gesignaleerd, hebben zich in 2019 onverminderd voortgezet. Als deze belemmeringen niet effectief worden aangepakt, vormen ze niet alleen een objectieve bedreiging voor de concurrentiepositie van EU-bedrijven, maar ook voor de positie van de EU als wereldleider op technologisch gebied.



III.KWALITATIEVE ANALYSE VAN DE IN 2019 GEMELDE NIEUWE BELEMMERINGEN

A.CHINA

Ook in 2019 heeft China tal van handelsbeperkingen in hightechsectoren ingesteld, die ook gevolgen hebben voor vele andere sectoren. De 15 miljard EUR aan mogelijk getroffen handel is dan ook een te lage raming van de omvang van deze belemmering. Net als de vorige maatregelen in verband met de uitvoering van het cyberbeveiligingsbeleid van China sluiten ook deze maatregelen nauw aan bij de andere beleidsdoelstellingen van China om de binnenlandse markt te beschermen en capaciteit en technologieën te ontwikkelen in het kader van de strategie Made in China 2025. Er zijn geen directe aanwijzingen dat deze trend in de nabije toekomst zal afnemen.

Het ontwerp voor het toetsingsmechanisme voor cyberbeveiliging is in mei 2019 gepubliceerd. Op grond van dit ontwerp kan voor het afsluiten van commerciële contracten als voorwaarde worden gesteld dat de betrokken partij de toets met goed gevolg doorstaat. Aangezien in het ontwerp niet is vermeld welk soort informatie en materiaal aan een toetsing en inspectie wordt onderworpen, zijn krachtige bepalingen nodig om een volledige bescherming van intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen en een overdracht van bedrijfsgevoelige informatie te voorkomen.

De ontwerpmaatregelen voor de veiligheidsbeoordeling van de grensoverschrijdende doorgifte van persoonsgegevens en administratieve maatregelen voor gegevensbeveiliging zijn gepubliceerd in juni 2019. De maatregelen lijken verder te gaan dan hun eigen rechtsgrondslag in de cyberbeveiligingswet wanneer zij het toepassingsgebied van het gegevenslokalisatievereiste zouden uitbreiden. Bovendien is niet duidelijk hoe de doorgifte van gegevens binnen een en dezelfde (multinationale) bedrijfsgroep zou worden behandeld. De belangrijkste bepalingen in de ontwerpen blijven vaag en het is niet duidelijk hoe de voorgestelde maatregelen zouden gelden ten aanzien van andere maatregelen/richtsnoeren/normen die op de gegevens van toepassing zijn.

Markttoegang in telecomnetwerken in China is een toenemend en belangrijk punt van zorg voor de EU, nu de netwerken van de 5e generatie (5G) worden uitgerold. Op basis van de beschikbare informatie over de eerste uitkomsten van de aanbestedingsprocedures kan worden vastgesteld dat Chinese netwerkaanbieders sterk worden bevoordeeld. Deze uitkomsten lijken niet de concurrentiepositie van EU-leveranciers weer te geven, wat erop duidt dat er schadelijke belemmeringen voor markttoegang in deze sector bestaan.

In 2019 werd de China Shipbuilding Group opgericht met behulp van overheidssubsidies en vereisten inzake lokale inhoud. Overeenkomstig het plan Made in China 2025 streeft China naar een machtspositie op het gebied van hightechvaartuigen en uitrusting van zeeschepen.

Op het gebied van SPS heeft China beperkingen ingesteld voor producten van essenhout (rondhout en zaaghout) uit Europa vanwege het risico van de essentaksterfteschimmel in Europa. Voor het beperken van de invoer bestaat geen duidelijke fytosanitaire reden en er zijn effectieve risicobeperkende maatregelen beschikbaar.

De EU volgt van nabij de toepassing van het sociale kredietsysteem op economisch gebied. De invoering van het sociale kredietsysteem is gericht op het opzetten van een uniform systeem waarbij aan elk individu en elk bedrijf een score wordt toegekend. Het systeem, dat nog steeds in ontwikkeling is, zou een immense horizontale belemmering voor de markttoegang van EU-ondernemingen kunnen worden, aangezien bedrijven met uitdagingen kunnen worden geconfronteerd om te voldoen aan de toegenomen regelgeving en aan sommige ratingvereisten die verder gaan dan de regelgeving. Dit geldt temeer daar het voor buitenlandse ondernemingen (in de praktijk) mogelijk moeilijker wordt aan deze vereisten te voldoen. Het sociale kredietsysteem kan ook gevolgen hebben die verder gaan dan de handel.

Kader 4 – Achtergrondinformatie over China: systemische rivaal en economische concurrent

In de EU is men anders tegen China gaan aankijken. Men is zich steeds meer bewust van de uitdagingen die China en zijn staatsgeleide model en het ontbreken van een gelijk speelveld in de economische betrekkingen met zich meebrengen. Dit blijkt onder meer uit de op 12 maart 2019 goedgekeurde gezamenlijke mededeling (van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger), waarin China voor het eerst een “systemische rivaal en een economische concurrent” wordt genoemd. In de mededeling worden concrete actiepunten voorgesteld om onze betrekkingen met China in evenwicht te brengen door een voortzetting van de samenwerking, maar ook door eigen maatregelen van de EU (onder meer heractivering van het internationale aanbestedingsinstrument, identificatie van lacunes in ons regelgevingskader en implementatie van het beoordelingsmechanisme voor buitenlandse directe investeringen). De Commissie werkt momenteel aan het uitvoeren van de tien actiepunten die in de mededeling zijn vastgesteld.

De gezamenlijke verklaring van de op 9 april 2019 in Brussel gehouden top tussen de EU en China bevatte belangrijke toezeggingen over de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) (versterking van de regels inzake industriële subsidies), over het boeken van beslissende vooruitgang bij de onderhandelingen in 2019 over de brede investeringsovereenkomst, met het oog op een afronding daarvan in 2020, en over het streven naar snellere vooruitgang bij de toetreding van China tot de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten. Belangrijk is dat in de gezamenlijke verklaring uitdrukkelijk wordt opgeroepen om concrete resultaten te boeken bij het wegnemen van de belemmeringen.

B.MIDDELLANDSE ZEEGEBIED EN MIDDEN-OOSTEN

Door de geografische nabijheid, de historische banden en de onderling verbonden waardeketens met de EU, waarbij in veel gevallen kleine en middelgrote ondernemingen zijn betrokken, is een soepele handel met deze regio van bijzonder belang. Zoals reeds in 2018 werd gemeld, is het protectionisme in deze regio helaas in opmars als gevolg van economische instabiliteit of structurele problemen. Algerije heeft wederom nieuwe maatregelen ingesteld en ook Libanon en Marokko nemen nu een protectionistische houding aan, terwijl in Turkije en Saudi-Arabië het protectionisme eveneens is toegenomen 12 .

1.Algerije

Sinds 2015 hebben de Algerijnse autoriteiten een groot aantal invoerbeperkende maatregelen ingevoerd die een zeer negatief effect hebben op de EU-uitvoer en in strijd zijn met de verplichtingen in het kader van de bilaterale associatieovereenkomst. Deze trend zette in 2019 voort met de invoering van drie nieuwe belemmeringen.

In september 2019 hebben de autoriteiten bovenop eerdere handelsbeperkende maatregelen instructies voor commerciële banken uitgevaardigd op grond waarvan kredietbrieven voor bepaalde ingevoerde goederen (mobiele telefoons, kits voor huishoudelijke apparaten) alleen mogen worden afgegeven onder belastende voorwaarden. In dezelfde circulaire werd bepaald dat deze regels eind 2019 zouden worden uitgebreid tot alle ingevoerde goederen. Dankzij gecoördineerd optreden van alle EU-belanghebbenden (zie kader 8) werden op 25 december 2019 door de bevoegde autoriteiten nieuwe circulaires uitgegeven waarin enige flexibiliteit in de toepassing van deze maatregelen werd ingevoerd.

Bij een in januari 2019 door de minister van Handel ondertekend besluit werd een speciale douaneheffing opgelegd voor een uitgebreide lijst van goederen (tussen 30 % en 200 % van de waarde van de goederen). De lijst verandert regelmatig overeenkomstig de zich ontwikkelende behoeften van de binnenlandse industrie.

In mei 2019 informeerde het Algerijnse ministerie van Industrie autofabrikanten die in Algerije assemblageactiviteiten verrichten, dat zonder voorafgaande kennisgeving en met terugwerkende kracht een op de waarde gebaseerde heffing op de invoer van auto-onderdelen zou worden ingevoerd. Het besluit kan leiden tot een onderbreking van de assemblageactiviteiten wegens gebrek aan onderdelen.

2.Marokko

De EU houdt de situatie nauwlettend in het oog om het feitelijke effect van de invoering van de vereiste conformiteitsmarkering op de EU-uitvoer te kunnen beoordelen. Op ons initiatief heeft een constructieve dialoog plaatsgevonden tussen de EU en Marokkaanse deskundigen, naar aanleiding waarvan de Marokkaanse autoriteiten de toepassing van de eisen voor EU-marktdeelnemers hebben verduidelijkt en een groot deel van hun zorgen over markttoegang hebben aangepakt. Andere kwesties zoals de nieuwe eisen voor farmaceutische producten en de externalisering van conformiteitsbeoordelingsprocedures werden in deze bijeenkomsten eveneens aan de orde gesteld.

3.Libanon

Tegen een achtergrond van sociaal-economische, financiële en politieke crises waren nieuwe handelsbelemmeringen ingevoerd, met name het tijdelijke recht van 3 % op bijna alle ingevoerde producten en aanvullende rechten (variërend van 7 % tot 20 %) op de invoer van enkele geselecteerde producten zoals marmer, voedsel in blik en meubelen. Ook is registratie van fabrieken verplicht gesteld voor bepaalde producten, waaronder textiel, en de Libanese autoriteiten hebben in 2019 geen corrigerende actie ondernomen met betrekking tot een maatregel die voorziet in het instellen van douanerechten op invoer vanuit de EU van aardolie/aardolieproducten.

Ook een nieuwe horizontale maatregel voor de legalisatie van facturen vormt een extra belemmering voor markttoegang. Deze maatregelen zijn aan de orde gekomen in intensieve besprekingen en briefwisselingen met de Libanese autoriteiten. Libanon heeft uiteindelijk de in 2019 ingevoerde verplichting tot dubbele douanecertificering voor invoer, waarover de EU herhaaldelijk haar zorgen had geuit, afgeschaft.

4.Turkije

In 2019 hebben de door Turkije geheven aanvullende rechten de werking van de douane-unie ernstig verstoord, aangezien EU-producenten daardoor waren gedwongen certificaten van oorsprong over te leggen. Turkije heeft deze rechten uitgebreid tot meer producten, wat heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal certificaten dat door de verantwoordelijke instanties wordt afgegeven. Dit brengt niet alleen directe kosten, maar ook grote onzekerheid voor alle betrokken marktdeelnemers met zich mee.

In april 2019 heeft Turkije de uitvoerbeperking voor koperschroot opnieuw ingevoerd. De huidige toepassing van de regeling voor uitvoervergunningen komt de facto neer op een verbod, aangezien de gestelde voorwaarden moeilijk te vervullen zijn en niet in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Turkije in het kader van de douane-unie.

Een andere recentelijk ingevoerde belemmering betreft een wijziging van de verordening betreffende cosmetische producten, die het kader van de Turkse regelgeving voor cosmetica zou veranderen van een systeem met controle op de markt in een systeem met registratie vooraf. Er was zelfs een gedetailleerde veiligheidsbeoordeling vereist – waaronder de openbaarmaking van gevoelige gegevens – om cosmetische producten in Turkije op de markt te mogen brengen. Dit is in strijd met de verplichtingen van Turkije in het kader van de overeenkomst betreffende de douane-unie.

Kader 5 – Achtergrondinformatie over Turkije

In 2019 bleef Turkije de op vier na grootste handelspartner van de EU, terwijl de EU verreweg de belangrijkste handelspartner van Turkije blijft. Met name de inwerkingtreding in 1996 van de overeenkomst betreffende de douane-unie tussen de EU en Turkije heeft geleid tot een aanzienlijke toename van de handel tussen de EU en Turkije in de afgelopen decennia. Deze overeenkomst beoogt het vrije verkeer van alle industrieproducten en bepaalde verwerkte landbouwproducten tussen de EU en Turkije te verzekeren. De overeenkomst vereist ook dat Turkije zich aanpast aan de externe douanetarieven en -regels van de EU voor invoer uit derde landen, en aan het handelsbeleid, het mededingingsbeleid, de intellectuele-eigendomsrechten en de technische wetgeving van de EU met betrekking tot de reikwijdte van de douane-unie. De afgelopen jaren hebben de problemen zich opgestapeld. De Commissie blijft er uiteraard op aandringen dat Turkije voldoet aan de overeengekomen voorschriften van de douane-unie en op niet-discriminerende wijze uitvoering geeft aan het aanvullende protocol bij de associatieovereenkomst tegenover alle lidstaten, waaronder Cyprus.

In 2019 is de Commissie gebruik blijven maken van alle beschikbare middelen om deze zorgen aan de orde te stellen, onder meer tijdens de bijeenkomsten van het Gemengd Comité van de douane-unie en andere bilaterale bijeenkomsten. Wat betreft de voortzetting van het Turkse beleid van gedwongen lokalisatie in de farmaceutische sector, heeft de EU voor het eerst een WTO-procedure tegen een kandidaat-lidstaat ingeleid.

5.Saudi-Arabië

In Saudi-Arabië worden EU-ondernemingen geconfronteerd met tal van belemmeringen voor markttoegang, zoals de procedure voor het verwerven van de Saudische kwaliteitskeurmerken (met name voor keramische tegels). Nieuwe SPS-invoervoorwaarden voor de uitvoer van groenten en fruit vanuit de EU zorgen eveneens voor onnodige administratieve lasten en kosten. Deze belemmeringen worden door de Commissie systematisch aan de orde gesteld bij de WTO en in bilaterale contacten met Saudi-Arabië, en blijven kernpunten op de agenda van de handels- en investeringsdialoog tussen de EU en de Samenwerkingsraad van de Golf.

Dankzij snelle interventies vóór de inwerkingtreding werden twee ontwerpen voor technische voorschriften die in 2019 nieuwe belemmeringen opwierpen, in hetzelfde jaar opgelost. Deze voorschriften hadden betrekking op respectievelijk bovengrenzen voor toegevoegde suikers in sommige voedingsproducten en op stoplichtetikettering. Hoewel in 2019 enige vooruitgang werd geboekt voor bepaalde lidstaten, blijft Saudi-Arabië bij uitbraken van dierziekten tijdelijke landelijke verboden op de invoer van levende dieren opleggen, wat in strijd is met de internationale normen van de OIE 13 .

C.AUSTRALIË

De Australische brandstofkwaliteit behoort tot de slechtste van de OESO-landen en neemt de 70e plaats in de wereld in. Met name het zwavelgehalte van loodvrije benzine bedraagt momenteel het 15‑voudige van de EU-norm. Deze brandstof van slechte kwaliteit is feitelijk ongeschikt voor de nieuwste, zeer zuinige Euro 6-motoren, waardoor sommige EU-fabrikanten het vermogen van motoren moesten verminderen of zelfs motoren van sommige modellen moesten vervangen door oudere, meer vervuilende motoren waarvoor minder strenge normen gelden.

Deze normen zouden in 2019 vervallen, maar de Australische regering heeft geen concrete plannen om de brandstofefficiëntie aan te pakken. Dit lijkt verband te houden met de kosten die zijn verbonden aan het verhogen van de Australische capaciteit voor de raffinage van benzine tot de gestelde norm. De betrokken bedrijfstak lijkt niet bereid deze investering te doen zonder steun van de overheid.

D.ZUID-KOREA

Sinds begin 2019 stuiten EU-leveranciers van ballastwaterbeheersystemen op een nieuwe belemmering, doordat buiten Korea uitgevoerde tests als onderdeel van het typegoedkeuringsproces voor de installatie van dergelijke systemen in onder Zuid-Koreaanse vlag varende schepen niet worden erkend. Aangezien alle nieuwe vaartuigen vanaf september 2018 met een ballastwaterbeheersysteem moeten worden uitgerust en in alle bestaande vaartuigen uiterlijk tegen 2024 een dergelijk systeem moet worden geïnstalleerd, is de betrokken markt zeer groot. De asymmetrie in de certificeringsprocedures tussen de EU en Korea is op bilateraal niveau bij Korea aan de orde gesteld.

Ten tweede is de invoer van babykleding in 2019 steeds moeilijker geworden. Een nieuwe reeks richtsnoeren, “Geactualiseerde veiligheidscriteria voor textielproducten voor baby’s”, stelt uitzonderlijk strenge procedures vast, maar was nog niet aangemeld via het WTO-platform. Dit heeft geleid tot een aanzienlijk aantal extra hercertificeringsprocedures en tests en tot exponentiële kosten voor de nieuwe tests. De Koreaanse douanedienst was bereid om gevolg te geven aan de schriftelijke opmerkingen van de EU, en de Commissie zal er actief naar streven deze belemmering op te lossen.

 

IV.IN 2019 OPGELOSTE HANDELS- EN INVESTERINGSBELEMMERINGEN

A.EU-STRATEGIE OM HANDELS- EN INVESTERINGSBELEMMERINGEN AAN TE PAKKEN

Om handelsbelemmeringen weg te nemen, maakt de markttoegangsstrategie van de EU gebruik van een reeks instrumenten.

Instrument 1: diplomatieke actie. Er gebeurt veel op diplomatiek niveau: de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden, de EU-lidstaten en het bedrijfsleven werken nauw samen via het netwerk van EU-delegaties en ambassades van de lidstaten in derde landen. Het gaat om een breed scala van activiteiten, van technische handelsprojecten tot formele maatregelen, zoals missies op hoog niveau van commissarissen en ministerieel en presidentieel optreden. Ten behoeve van de efficiëntie wordt het werk waar nodig gecoördineerd met gelijkgestemde partners.

Instrument 2: geschillenbeslechting. Het reguliere werk van de WTO-comités wordt aangevuld met solide acties van de Commissie op het gebied van geschillenbeslechting. De EU heeft er ook voor gezorgd dat derde landen de uitspraken van de WTO op correcte wijze ten uitvoer leggen en ziet er nauwlettend op toe dat deze uitspraken naar behoren worden uitgevoerd. De inleiding in 2019 van een procedure tegen Oekraïne op grond van de associatieovereenkomst (verbod op de uitvoer van hout) en tegen de Zuid-Afrikaanse douane-unie op grond van de economische partnerschapsovereenkomst (gevogelte), alsook de inleiding van geschillenbeslechtingsprocedures in WTO-verband tegen Indonesië (uitvoerbeperkingen voor grondstoffen) en de Verenigde Staten (handelsbeschermende maatregelen voor rijpe olijven) laten zien dat de Commissie niet aarzelt bilaterale geschillenbeslechting, zoals bepaald in de vrijhandelsovereenkomsten, noch multilaterale geschillenbeslechting toe te passen. Voorts heeft de Commissie een formeel voorstel ingediend ter versterking van de handhavingsverordening 14 , die de EU de mogelijkheid biedt bepaalde tegenmaatregelen te nemen wanneer er obstakels zijn voor een goede werking van bilaterale of multilaterale geschillenbeslechting. Tot slot kan de Commissie als extra instrument, op verzoek van exporteurs, ook gebruikmaken van de procedure uit de verordening inzake handelsbelemmeringen.

Instrument 3: EU-vrijhandelsovereenkomsten. Belemmeringen die tijdens onze werkzaamheden rond markttoegang aan het licht komen, worden rechtstreeks meegenomen in handelsbesprekingen of – wanneer er vrijhandelsovereenkomsten bestaan – in de desbetreffende uitvoeringsmechanismen, zodat de prioriteiten inzake markttoegang daadwerkelijk worden aangepakt. De Commissie heeft nog meer werk gemaakt van de uitvoering en handhaving, zodat bedrijven, inclusief kleine en middelgrote ondernemingen, van de bestaande toezeggingen kunnen profiteren. De EU heeft en gebruikt de instrumenten om handelsbelemmeringen weg te nemen, intellectuele-eigendomsrechten (IER) beter te beschermen en te handhaven, geschillen weg te nemen en bij oneerlijke handel defensieve maatregelen te nemen. Bovendien heeft zij de coördinatie van deze uiteenlopende pijlers van haar handhavingsactiviteiten verbeterd.

Belangrijk is dat ons markttoegangspartnerschap ook dient als een vroegtijdig waarschuwingssysteem om belemmeringen te voorkomen, voordat zij de kans krijgen te worden ingesteld.

B.IN 2019 OPGELOSTE BELEMMERINGEN NAAR DERDE LAND

Dankzij de gecombineerde inspanningen van alle belanghebbenden in ons markttoegangspartnerschap werden in 2019 in totaal 40 belemmeringen geheel of gedeeltelijk opgelost, in 22 verschillende derde landen en negen economische sectoren en op horizontaal niveau. Wanneer alle kwantificeerbare belemmeringen worden meegerekend, kwam de EU-uitvoer waarop de weggenomen handelsbelemmeringen in 2019 betrekking hadden, uit op 19,4 miljard EUR voor de EU‑27.

Figuur 8 toont de derde landen waar belemmeringen succesvol zijn aangepakt. Saudi-Arabië voert de lijst aan met vijf opgeloste belemmeringen in 2019. Daarna volgen Egypte, Singapore en Rusland (elk drie). Twee belemmeringen werden weggenomen in Australië, Canada, China, Japan, Zuid-Korea, Mexico, Ecuador en de Verenigde Arabische Emiraten. Nog eens tien handelsbelemmeringen waarmee EU-ondernemingen in tien andere derde landen te kampen hadden, werden in 2019 eveneens opgelost.

Figuur 8: geografische uitsplitsing van de in 2019 opgeloste belemmeringen

Als wij kijken naar de waarde van de handel die door de opgeloste belemmeringen was getroffen (tabel 3), werden de belangrijkste obstakels weggenomen in China, met een aandeel van 63 % van alle getroffen handelsstromen, gevolgd door Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten met ongeveer 17 %. Er zij evenwel op gewezen dat de handelsstromen in sommige landen en regio’s hier mogelijk te laag zijn ingeschat, aangezien opgeloste belemmeringen met een horizontale productwerking moeilijker zijn in te schatten.

Tabel 3: handelsstromen van de EU‑27, getroffen door belemmeringen die in 2019 door partnerlanden zijn opgelost    
(in miljard EUR)
15

Zelfs in gebieden waar het handelsklimaat momenteel zeer uitdagend is, zoals China en het Middellandse Zeegebied en Midden-Oosten, kan onze strategie tastbare resultaten opleveren voor EU-exporteurs, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen die actief zijn in de agrovoedingssector.

C.IN 2019 OPGELOSTE BELEMMERINGEN NAAR TYPE MAATREGEL

Onze inspanningen in het kader van het markttoegangspartnerschap hebben in aanzienlijke mate bijgedragen aan het wegnemen van SPS-kwesties (24) in de landbouw- en visserijsector. Andere maatregelen aan de grens werden eveneens weggenomen, namelijk maatregelen op het gebied van invoertarieven (3), administratieve douaneprocedures (2) en uitvoerbeperkingen (2).

Aangepakte obstakels achter de grens hadden hun uitwerking op EU-bedrijven in de vorm van technische handelsbelemmeringen (6 maatregelen) en intellectuele-eigendomsrechten (1 belemmering), en er werd ook één belemmering voor de handel in diensten opgelost in 2019.

Figuur 9: uitsplitsing van de in 2019 opgeloste belemmeringen naar type (aantal maatregelen)

In 2019 werd aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het wegnemen van SPS-belemmeringen. Typen maatregelen die met name van toepassing zijn op industriële sectoren of diensten bleken daarentegen moeilijk op te lossen. Dit vraagt om een striktere aanpak van onze kant en om meer aandacht in de komende jaren.

D.IN 2019 OPGELOSTE BELEMMERINGEN NAAR SECTOR

Figuur 10 geeft een overzicht van het aantal belemmeringen dat in de diverse economische sectoren werd opgelost. Landbouw en visserij was de sector met de meeste opgeloste maatregelen (26). Dit betreft de SPS-kwesties die geheel of gedeeltelijk werden opgelost (24) en twee technische verordeningen (met name één over “stoplichtetikettering”).

In de sector wijn en sterkedrank werden drie belemmeringen opgelost en in de cosmetica-sector twee. Telkens één belemmering werd opgelost in de sectoren ICT, communicatiediensten, textiel en leder, hout, papier en pulp, en ijzer en staal.

Tot slot werden ook in totaal drie belemmeringen aangepakt die ofwel volledig horizontaal waren ofwel betrekking hadden op verschillende bedrijfstakken.


Figuur 10: uitsplitsing per sector van de in 2019 opgeloste belemmeringen op basis van de markttoegangsdatabank (aantal belemmeringen)

Figuur 11 is gebaseerd op berekeningen van de getroffen handelsstromen en toont het economische gewicht van de opgeloste belemmeringen in de verschillende sectoren. Daaruit blijkt dat de oplossing ervan in 2019 allereerst positieve gevolgen had voor de EU-uitvoer in de sector landbouw en visserij, die 72 % van alle mogelijk getroffen handelsstromen vertegenwoordigt, wat neerkomt op 14,1 miljard EUR. Ook de sectoren wijn en sterkedrank (2,5 miljard EUR) en cosmetica (1,5 miljard EUR) hadden veel baat bij het wegnemen van belemmeringen.


Figuur 11: handelsstromen van de EU-27, getroffen door belemmeringen die in 2019 zijn opgelost, naar sector 16
(in miljard EUR en percentage)

De kwantificeerbare effectiviteit van de EU-strategie om SPS-belemmeringen weg te nemen en om markttoegang voor EU-uitvoer te verlenen in 2019 vloeit voort uit een gediversifieerde aanpak. Naast de in deel V genoemde maatregelen worden in kader 6 enkele successen van een dergelijke aanpak beschreven.

Kader 6 – Oplossen van SPS-belemmeringen – enkele successen

·Japan - Agrovoeding

Verbod op de invoer van rundvlees vanwege BSE 17

Al meer dan 20 jaar geldt in Japan een verbod op de invoer van rundvlees uit landen die een uitbraak van BSE hebben gemeld. Dergelijke maatregelen worden als onevenredig beschouwd, en Japan heeft geen wetenschappelijke risicobeoordeling uitgevoerd die strengere maatregelen dan de OIE-norm rechtvaardigt. De dialoog met de Japanse autoriteiten heeft de afgelopen jaren geleid tot de opheffing van het verbod in verband met BSE voor verschillende EU-lidstaten. Na verscheidene jaren van besprekingen heeft Japan in 2019 het verbod op rundvlees uit Kroatië opgeheven en rundvlees van dieren ouder dan 30 maanden uit Ierland geaccepteerd. De nieuwe bilaterale structuren op grond van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan verruimen de mogelijkheden voor de Commissie om meer tastbare resultaten in deze kwestie met Japan te verlangen en de resterende belemmeringen op te heffen.

Landelijk verbod bij uitbraken van aviaire influenza (HPAI)

De internationale OIE-normen voor besmetting met aviaire influenzavirussen bepalen bij welke uitbraken geen handelsbeperkende maatregelen mogen worden genomen, en bij welke de handelsrestricties moeten worden beperkt tot de afgebakende besmette gebieden in het betrokken land (in plaats van de maatregelen te laten gelden voor het hele grondgebied). Japan stelt landelijke verboden in naar aanleiding van uitbraken van pathogene aviaire influenza, ondanks de effectieve en strikte regionaliseringsmaatregelen van de EU, overeenkomstig de internationale norm, die een veilige voortzetting van de handel mogelijk zouden moeten maken.

Er is enige vooruitgang geboekt, aangezien bij HPAI-uitbraken broedeieren en eendagskuikens uit Nederland vanuit vrije zones naar Japan kunnen worden uitgevoerd. De Commissie heeft bredere afspraken met Japan gemaakt, onder meer in het kader van de nieuwe bilaterale structuren krachtens de overeenkomst tussen de EU en Japan, om te voorzien in wederzijdse erkenning van regionaliseringsmaatregelen in verband met de diergezondheidsstatus. Tastbare resultaten van dit project worden verwacht binnen een aanvaardbare termijn.

·Canada - Agrovoeding

Fytosanitaire invoervoorwaarden voor verse tomaten

In 2016 zijn de Canadese fytosanitaire invoervoorschriften in verband met Tuta absoluta (tomatenmineermot) in werking getreden voor verse tomaten. Op grond daarvan moeten groene delen van tomaten worden verwijderd bij invoer uit een land dat door Tuta absoluta is getroffen. In 2019 was Spanje het eerste land dat was gemachtigd ladingen verse tomaten zonder groene delen te certificeren. Er is ook belangstelling voor het uitvoeren van tomaten met groene delen, en er is bij Canada een aanvraag ingediend met controlevoorwaarden die garanderen dat de handel in alle veiligheid kan plaatsvinden. Canada heeft de beoordeling van deze aanvraag nog niet afgerond.

Ongerechtvaardigde handelsbeperkingen vanwege het niet erkennen van de ziektevrije status van landen en ziektevrije gebieden in EU-lidstaten voor de Oost-Aziatische boktor en de Aziatische boktor

In 2013 stelde Canada een ongerechtvaardigd verbod in op de invoer van planten met een stamdiameter van meer dan 10 mm uit de gehele EU vanwege een aangenomen handelsrisico in verband met de verspreiding van de Oost-Aziatische boktor en de Aziatische boktor. Deze ziekten zijn goed gereguleerd in de EU, met strenge controlemaatregelen, en de handelspartners moeten derhalve de ziektevrije gebieden erkennen.

In reactie op een verzoek van de Commissie heeft Canada 21 EU‑lidstaten erkend als vrij van de Oost-Aziatische boktor en de Aziatische boktor. De Commissie zet haar besprekingen met Canada voort, met als doel ook de ziektevrije gebieden in de getroffen EU-lidstaten te erkennen.

·Mexico - Agrovoeding

Invoerbeperkingen voor verse groenten en fruit

De EU-uitvoer van groenten en fruit naar Mexico wordt bemoeilijkt door invoerprotocollen die onder meer voorzien in een onevenredige risicobeperkende maatregel (koudebehandeling) en inspecties vóór verzending in het land van oorsprong voor rekening van de bedrijfstak (“preclearance”). Mexico heeft nog niet meegedeeld waarop de risicobeoordeling voor dit brede scala van ziekten en risicobeperkende maatregelen is gebaseerd. Bovendien is de lijst van maatregelen ter beperking van quarantaineparasieten voor citrusvruchten, appels, peren, kiwi’s en perziken omvangrijk en omslachtig. Elk product wordt individueel aan een onderzoek onderworpen om in Mexico te mogen worden toegelaten.

In 2019 werd vooruitgang geboekt bij het opheffen van deze belemmering toen Mexico de invoer van peren uit België goedkeurde. Mexico heeft ook de fytosanitaire voorwaarden voor de invoer van kiwi’s uit Italië aangemeld (verzoek aanhangig sinds 2006), en heeft in de tweede helft van 2019 de invoervoorwaarden op zijn website gepubliceerd, wat betekent dat de markt voor kiwi’s uit Italië is opengesteld.

Langdurige goedkeuringsprocedures voor de invoer van varkensvlees

Mexico hanteert langdurige goedkeuringsprocedures voor de invoer van varkensvlees. De afgelopen jaren is er vooruitgang geboekt, en in 2019 mocht Nederland varkensvlees uitvoeren. Mexico heeft ook toegezegd geleidelijk het “prelisting”-beginsel voor de gemachtigde lidstaten in te voeren, waardoor vestigingsaudits in de toekomst niet langer nodig zijn.

Het spiegelbeeld van het succes op het gebied van SPS is het feit dat de in 2019 weggenomen belemmeringen voor de industriële en dienstverlenende sector betrekking hadden op een aanzienlijk lagere EU-uitvoer. Dit geldt vooral in sectoren zoals hightech, die essentieel zijn voor de technologische soevereiniteit en strategische autonomie van de EU. Hieruit blijkt dat protectionisme op deze gebieden steeds meer ingang vindt, wat vraagt om een kwalitatief andere aanpak van de EU teneinde niet alleen onze positie van grootste handelsblok ter wereld, maar ook van wereldleider op technologisch gebied te versterken.



V.KWALITATIEVE ANALYSE VAN DE IN 2019 OPGELOSTE BELEMMERINGEN

Dit hoofdstuk bevat een meer diepgaande analyse van een geselecteerd aantal belemmeringen die in 2019 zijn aangepakt en is gericht op de landen met de belangrijkste handelsstromen die mogelijk werden getroffen door de opgeloste maatregelen. Dat zijn China, het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten (Tunesië, Egypte, Libanon, Turkije, de Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië), Rusland, Australië en Zuid-Korea. Deze partners omvatten 98 % van de handelsstromen die mogelijk door in 2019 opgeloste maatregelen werden getroffen.

A.CHINA

Certificeringseisen voor voedingsproducten met een laag risico

De ontwerpcertificeringseis voor voedingsmiddelen met een laag risico werd in 2015 voorgesteld en op grond daarvan zou een aanvullende verklaring bij de officiële certificering nodig zijn geweest. De officiële certificering of attestering van alle onder de voorgestelde maatregel vallende producten was niet gebaseerd op een wetenschappelijke beoordeling van het aan deze producten verbonden risico en was derhalve onevenredig. In maart 2019 verklaarde China dat de aangemelde certificeringseis werd opgeschort terwijl naar een multilaterale oplossing werd gestreefd in de elektronische werkgroep Codex-comité voor in- en uitvoercontrole en certificatiesystemen voor levensmiddelen (CCFICS).

Eind december 2019 gaf China echter de aanzet tot een nationale raadpleging over een ontwerpverordening betreffende de registratie van buitenlandse producenten van ingevoerde voedingsmiddelen. Deze verordening zou bij uitvoering ervan een zeer omslachtige administratieve registratieprocedure met zich meebrengen voor EU-ondernemingen die levensmiddelen naar China uitvoeren, ongeacht het risico dat aan de levensmiddelen is verbonden. De procedure zou leiden tot knelpunten die als een echte niet-tarifaire handelsbelemmering zouden fungeren.

Langdurig en ongerechtvaardigd invoerverbod voor runderen/schapen en hun producten uit de EU

In 2000 stelde China een invoerverbod in voor runderen/schapen en hun producten uit de EU vanwege boviene en overdraagbare spongiforme encefalopathieën (beter bekend als respectievelijk BSE en TSE), en pas sinds 2014 worden de beperkingen geleidelijk opgeheven, lidstaat voor lidstaat. In 2019 werd de invoer van rundvlees toegestaan voor Frankrijk, Ierland en Nederland, zij het met beperkingen wat betreft de leeftijd van de in aanmerking komende dieren, de productcategorieën en het aantal vestigingen dat rundvlees mag uitvoeren. De Commissie blijft de vooruitgang met China volgen, met als doel de resterende beperkingen voor de drie gemachtigde lidstaten op te heffen en toestemming te verkrijgen voor alle EU-lidstaten die producten van runderen/schapen naar China willen uitvoeren.

B.MIDDELLANDSE ZEEGEBIED EN MIDDEN-OOSTEN

De EU heeft haar engagement in het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten voor het wegnemen van belemmeringen de afgelopen jaren opgevoerd (zie kader 7). Daardoor werden de laatste jaren en met name in 2019 verscheidene belemmeringen opgelost of beperkt.

1.Tunesië

In 2018 werd onverwachts een nieuwe beperkende maatregel ten uitvoer gelegd waarbij invoervergunningen voor een zeer lange lijst van producten (kleding, cosmetica, agrovoeding, schoonmaakproducten, speelgoed, textiel) verplicht werden gesteld, met een effect op de EU-handelsstromen van 350 miljoen EUR. Deze maatregelen kwamen in feite neer op het verplicht stellen van niet-automatische invoercertificaten, kwantitatieve beperkingen die verboden zijn op grond van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Tunesië. De maatregel was niet aangemeld bij de WTO en leek ook in strijd te zijn met multilaterale regels. Naar aanleiding van verdere aanhoudende oproepen om deze maatregelen in te trekken, deelde de Tunesische regering in juli 2019 haar besluit mee om deze invoerbeperkende vergunningsmaatregelen te annuleren.

2.Egypte

In 2019 schrapte Egypte als gevolg van nauwe samenwerking de vereiste veterinaire controles voor levende dieren in de EU voorafgaand aan de uitvoer, beloofde het de BSE-gerelateerde eisen voor vlees af te stemmen op de aanbevelingen van de OIE, accepteerde het de EU-normen voor het merendeel van de eisen voor pootaardappelen, en vergemakkelijkte het de procedure voor de invoer van zuigelingenvoeding uit EU-lidstaten die worden aangemerkt als “niet-referentielanden”.

3.Libanon

Na verscheidene interventies betreffende de in 2019 geplande verplichte registratie van fabrieken voor bepaalde producten deelde Libanon de EU mee dat het besluit niet zou worden uitgevoerd. Ook heeft Libanon de eis tot dubbele douanecertificering voor invoer afgeschaft die in 2019 werd ingevoerd en waarover de EU herhaaldelijk haar bezorgdheid had geuit.

4.Turkije

In het kader van de overeenkomst betreffende de douane-unie tussen de EU en Turkije moet de invoer vanuit de EU met een ATR-document bij de risicobeoordeling in beginsel buiten beschouwing worden gelaten. Vanwege de beperkte informatie die over deze procedure beschikbaar is, zijn momenteel echter voor een groot deel van deze invoer certificaten van oorsprong nodig. Dit brengt niet alleen directe kosten, maar ook grote onzekerheid voor alle marktdeelnemers met zich mee. De Commissie is er niettemin in geslaagd één specifieke belemmering op te lossen voor een categorie in EU-lidstaten geproduceerde elektronische producten die waren opgenomen in de Turkse regeling voor aanvullende rechten.

5.Saudi-Arabië

Na bestudering van de schriftelijke opmerkingen van de EU heeft Saudi-Arabië de ontwerpverordening voor een bovengrens voor toegevoegde suikers in sommige voedingsproducten ingetrokken. Bovendien heeft Saudi-Arabië meegedeeld dat de stoplichtetikettering, waarin de ontwerpverordening betreffende voedseletikettering van de meeste verpakte levensmiddelen voorziet, vrijwillig is en niet verplicht, zoals eerder de bedoeling was. Ook op het vlak van SPS werden enkele resultaten geboekt, met drie belemmeringen die geheel of gedeeltelijk werden aangepakt: ongerechtvaardigde invoerbeperkingen voor rundvlees en schapenvlees vanwege BSE en landelijke verboden op de invoer van levende dieren vanwege de melding door de OIE van uitbraken van dierziekten werden voor sommige lidstaten opgeheven. Er zijn bilaterale certificaten vastgesteld voor de uitvoer van vis, schaal- en weekdieren naar Saudi-Arabië, waarmee de markt feitelijk opnieuw is opengesteld voor erkende marktdeelnemers.

6.Verenigde Arabische Emiraten (VAE)

De Commissie en de EU-delegatie hebben gerichte inspanningen geleverd en in 2019 enkele van de belangrijkste belemmeringen voor markttoegang in de automobielindustrie en de agrovoedingssector opgelost: nieuwe goedkeuringsprocedures, waaronder kostbare controles door derden en het testen en etiketteren van de producten, die gevolgen hebben voor alle individuele auto-onderdelen, bepaalde zuivelproducten en vruchtensappen.

Als gevolg van de EU-inspanningen heeft de instantie voor standaardisering en metrologie van de Emiraten (Emirates Authority for Standardization and Metrology, ESMA) bevestigd dat in plaats van individuele auto-onderdelen te registreren en te testen deze kostbare eisen op groepsniveau van auto-onderdelen kunnen worden uitgevoerd. Hierdoor zijn de kosten en administratieve lasten drastisch verminderd.

De VAE heeft de invoer van zuivelproducten en vruchtensappen uit de EU vergemakkelijkt. De ESMA heeft het voedselveiligheidssysteem van de EU erkend, waardoor deze producten in Europa niet hoeven te worden gecontroleerd, maar alleen worden goedgekeurd op basis van een documentencontrole. Hierdoor zijn de kosten van goedkeuring aanzienlijk gedaald, aangezien ondernemingen niet langer de auditkosten van derde certificatie-instanties aan de EU hoeven te betalen. De VAE heeft ook de EU-goedkeuringen voor levensmiddelenadditieven en pesticiden erkend, waardoor het bedrijfsleven in de EU naar de EU-wetgeving voor agrovoedingsproducten kan verwijzen.

Kader 7: Middellandse Zeegebied en Midden-Oosten: EU-draaiboek voor het wegnemen van belemmeringen

De EU heeft een breed scala van instrumenten gebruikt:

permanente diplomatieke betrekkingen: formele stappen op hoog niveau en briefwisselingen met de lokale overheden (Algerije, Tunesië, Saudi-Arabië), bezoeken op hoog niveau;

assertief gebruik van belangrijke bilaterale bijeenkomsten: bijeenkomst van het Associatiecomité (Tunesië), dialoog in de bilaterale subcommissies voor de handelsbetrekkingen (Tunesië, Egypte), een reeks technische bijeenkomsten (Egypte, Saudi-Arabië), studiereizen naar de EU (VAE);

maatregelen die door de Commissie en EU-delegaties worden gecoördineerd met de lidstaten, het bedrijfsleven in de EU en, waar nodig, ook met gelijkgestemde partners en lokale belanghebbenden;

kwesties consequent aankaarten bij de WTO: Commissie voor invoervergunningen (Tunesië), opmerkingen in het kader van de technische handelsbelemmeringen, samenwerking met andere WTO-leden (Saudi-Arabië).

C.RUSLAND

De politieke gebeurtenissen van 2014 leggen een zware druk op de betrekkingen tussen de EU en Rusland, ook op de handel, waarbij de contacten beperkt zijn tot het technische niveau en uitwisselingen in WTO‑verband. De Commissie blijft de EU-belangen behartigen met alle beschikbare middelen, onder meer via de panels voor geschillenbeslechting van de WTO, terwijl zij handelsergernissen aan de orde blijft stellen via bilaterale technische contacten.

Op deze manier werden in 2019 drie handelsbelemmeringen weggenomen:

-Rusland had in 2014 een uitvoerverbod voor huiden en vellen ingesteld. In 2019 werden uitvoerquota voor bepaalde categorieën berkenstammen ingevoerd. Deze maatregelen bemoeilijkten de toegang van de EU-industrie tot belangrijke grondstoffen. Nadat de Commissie de kwestie herhaaldelijk had aangekaart bij de WTO-Raad voor de handel in goederen, het WTO-Comité markttoegang en op bilateraal niveau, verlengde Rusland de tijdelijke maatregelen niet en vervielen deze in 2019.

-Rusland had de accijnzen op buitenlandse wijnen verhoogd. Nadat de Commissie de kwestie herhaaldelijk had aangekaart bij de WTO-Raad voor de handel in goederen, het Landbouwcomité van de WTO en op bilateraal niveau, nam Rusland een maatregel aan op grond waarvan de accijns op buitenlandse en binnenlandse wijnen werd gelijkgetrokken met ingang van 1 januari 2020. De Commissie blijft erop toezien dat het parallelle nieuwe mechanisme voor teruggaaf van de accijnzen ingevoerde wijnen niet overmatig benadeelt en zo de voordelen van het gelijktrekken van de accijnzen tenietdoet.

Deze belemmeringen werden in 2019 weggenomen, maar de algemene handelsbetrekkingen met Rusland blijven problematisch en er zijn nieuwe bronnen van zorg bij gekomen (zie kader 8).

Kader 8 – Achtergrondinformatie over Rusland – nieuwe zorgen over horizontale maatregelen

In 2019 was Rusland nog steeds de op drie na grootste handelspartner van de EU. Het beleid van invoersubstitutie dat Rusland sinds 2012 gaandeweg heeft ingevoerd, viel voor een groot deel samen met de toetreding van Rusland tot de WTO. In plaats van duurzame liberalisering heeft Rusland gaandeweg talloze maatregelen ingevoerd die binnenlandse producten en diensten begunstigen ten opzichte van buitenlandse en lokalisatie van de productie in Rusland door buitenlandse ondernemingen stimuleren. Aanverwante maatregelen zijn vaak in strijd met de geest en/of de letter van de WTO-regels en zijn een bron van veel handelsergernissen. EU-sancties en Russische contra-sancties hebben eveneens (beperkte) gevolgen voor de handel.

Er is een nieuwe hervorming van openbare aanbestedingen gaande, met het expliciete doel het aandeel van Russische goederen en diensten in de aanbestedingen, niet alleen van overheidsorganen maar ook van staatsbedrijven, te verhogen. Dit is een significante reden tot bezorgdheid voor belangrijke EU-uitvoersectoren zoals geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, machines en motorvoertuigen, en de Commissie volgt de ontwikkelingen dan ook op de voet om ervoor te zorgen dat de maatregelen in overeenstemming zijn met de WTO-verbintenissen van Rusland. Het vooruitzicht van nieuwe wetgevingsinitiatieven op het gebied van unieke identificatie en het volgen en traceren van een groot aantal categorieën goederen zijn eveneens een zeer belangrijke reden tot bezorgdheid en worden door de Commissie nauwlettend in de gaten gehouden.

D.ZUID-KOREA

In Zuid-Korea werden in 2019 twee belemmeringen weggenomen: één volledig, voor cosmetica, en de tweede gedeeltelijk, voor rundvlees.

De Koreaanse nationale brandweer wilde de meeste cosmetica classificeren als gevaarlijke producten, wat leidde tot strenge eisen voor opslag en distributie die de bedrijfstak als niet realistisch beschouwde. De kwestie werd ter sprake gebracht op de bijeenkomst van het tussen de EU en Korea opgerichte Comité voor de handel in goederen, en in februari 2019 sloot Korea cosmetica uit van het toepassingsgebied.

Zuid-Korea voert geen rundvlees en andere producten uit EU-lidstaten in vanwege BSE-gerelateerde beperkingen, maar heeft wel de invoer uit andere landen met dezelfde OIE-status als de EU hervat. Korea’s ongerechtvaardigde en discriminerende maatregelen zijn bij Korea aangekaart tijdens vele bilaterale bijeenkomsten op verschillende niveaus, en tijdens de algemene vergadering van het SPS-comité van de WTO. De invoer uit Denemarken en Nederland werd in 2019 goedgekeurd, waarmee de belemmering gedeeltelijk werd opgelost. Maar de invoer uit andere lidstaten blijft geblokkeerd en de Commissie streeft ernaar deze ongerechtvaardigde, discriminerende belemmering snel op te heffen.

E.AUSTRALIË

In Australië werden in 2019 twee belemmeringen met betrekking tot cosmetica en normen voor het testen van staal met succes aangepakt.

Australië wilde wijzigingen aanbrengen in het wetsvoorstel inzake chemicaliën van 2017 met betrekking tot tests voor nieuwe chemische ingrediënten van cosmetica. De EU-delegatie heeft een brief aan de Australische autoriteiten gestuurd waarin zij het belang benadrukte van een afstemming tussen de wettelijke kaders van Australië en de EU. De wet inzake industriële chemicaliën van 2019 werd ingevoerd in maart 2019 en sluit aan bij de EU-praktijk.

Standards Australia (de erkende nationale normalisatie-instelling) heeft een raadpleging georganiseerd over vier ontwerpnormen voor het testen van staal, waarin een mogelijke afwijking van de ISO-testvereisten voor de Australische norm wordt voorgesteld. De kwestie werd aangekaart tijdens de dialogen in het kader van het handelspartnerschap tussen de EU en Australië. In december 2019 werden de voorbereidingen voor ISO 17607 gestaakt.

F.EFFECT VAN DE OPGELOSTE BELEMMERINGEN

In de vorige hoofdstukken van dit verslag hebben wij de handelsstromen in verband met de in 2019 opgeloste belemmeringen geanalyseerd (zie kader 3).

Daarnaast bevat het verslag de resultaten van een meer verfijnde analyse op basis van een econometrische beoordeling van de toename van de EU-uitvoer naar partnerlanden die een belemmering hebben ingesteld, nadat de belemmering was weggenomen. Aan de hand van een regressie-analyse is het effect gekwantificeerd 18 . 

Via deze econometrische analyse zal wellicht niet het volledige effect van de markttoegangsstrategie aan het licht komen, omdat wij door de toegepaste methode geen rekening kunnen houden met complexe horizontale belemmeringen die goederen treffen en evenmin met belemmeringen die geen betrekking hebben op goederen (bijvoorbeeld diensten, openbare aanbestedingen, investeringen of intellectuele-eigendomsrechten) die direct of indirect een verscheidenheid aan producten treffen via handels- en investeringsstromen.

Uit de resultaten blijkt dat het wegnemen van deze reeks belemmeringen 19 over het algemeen tastbare voordelen voor de EU‑exporteurs heeft opgeleverd. De gemiddelde stijging van de uitvoer na het wegnemen van de belemmeringen wordt op ongeveer 60 % geraamd. Dit komt erop neer dat het wegnemen van belemmeringen in de periode 2014‑2018 EU-ondernemingen in 2019 ongeveer 8 miljard EUR aan extra uitvoer opleverde. Dit ligt in dezelfde orde van grootte als de voordelen van het wegnemen van handelsbelemmeringen in vorige jaren en is vergelijkbaar met de verwachte toename van de EU-uitvoer als gevolg van enkele van onze handelsovereenkomsten.

VI. EEN BLIK OP DE VERENIGDE STATEN

De EU en de Verenigde Staten zijn elkaars belangrijkste handels- en investeringspartners. Zij zetten zich van oudsher in voor open markten en onderhouden de meest omvangrijke en intensieve bilaterale economische betrekkingen ter wereld. De invoerheffingen van de EU en de VS zijn laag (gemiddeld 3 % of minder) en onze dienstenmarkten zijn relatief open. De toeleveringsketens van de EU en de VS zijn zeer trans-Atlantisch. Ook kunnen wereldwijde uitdagingen alleen effectief worden overwonnen wanneer de EU en de VS samenwerken. Deze betrekkingen staan nu echter voor een reeks nieuwe uitdagingen.

In 2019 liepen de handelsspanningen op naar aanleiding van het opleggen door de VS van invoerheffingen op 7,5 miljard USD aan EU‑goederen, nadat de WTO de VS in het gelijk had gesteld in de zaak-Airbus. De Commissie betreurde het besluit van de VS om over te gaan tot het opleggen van invoerheffingen, aangezien zij een voorstel had ingediend om het geschil op te lossen overeenkomstig de WTO-voorschriften. De Commissie herinnerde de VS er tevens aan dat zijn besluit om invoerheffingen op te leggen de EU feitelijk zou dwingen gebruik te maken van haar recht op vergelding wanneer de WTO-arbiter later in 2020 uitspraak zou doen in de parallelle zaak-Boeing.

Wat betreft de antidumping- en antisubsidierechten die de VS heeft ingesteld op rijpe olijven uit Spanje, heeft in maart 2019 WTO-overleg plaatsgevonden. Daarbij werd het geschil echter niet opgelost, en in mei 2019 heeft de EU verzocht om het instellen van een panel. De rechten zijn van kracht sinds 1 augustus 2018 en hebben tot gevolg dat de Spaanse ondernemingen de toegang tot de Amerikaanse markt wordt ontzegd.

Positief is dat enkele spanningen naar aanleiding van het Amerikaanse onderzoek naar de nationale veiligheidsdimensie van de invoer van auto’s en auto-onderdelen werden weggenomen toen de deadline van 13 november 2019 voor het nemen van maatregelen door de VS verstreek zonder formeel besluit van de president. De Commissie blijft waakzaam op dit dossier, aangezien de EU het standpunt verwerpt dat de handel in personenauto’s vanuit de EU een bedreiging voor de nationale veiligheid van de VS zou kunnen vormen.

Anderzijds houdt de druk op de trans-Atlantische handel aan als gevolg van het opleggen door de VS in juni 2018 van invoerheffingen op staal en aluminium uit de EU om redenen van nationale veiligheid. De EU heeft herbalanceringsheffingen goedgekeurd op de VS-uitvoer naar de EU, en heeft aangeboden deze in te trekken zodra de VS zijn heffingen kan afschaffen. In januari 2020 heeft de VS de staal- en aluminiumheffingen uitgebreid naar bepaalde afgeleide producten. De EU reageerde in april 2020 met het opleggen van herbalanceringsmaatregelen op drie Amerikaanse producten (bepaalde soorten aanstekers, bepaalde soorten kunststof beslag voor meubelen en carrosserieën, en speelkaarten). De Commissie merkt op dat soortgelijke rechten die door de VS waren ingesteld voor partners zoals Mexico en Canada, in de loop van 2019 door de VS zijn ingetrokken.

De Commissie betreurt ook de ondergang van de WTO-beroepsinstantie op 11 december 2019, voornamelijk als gevolg van het aanhoudende verzet van de VS tegen de herbenoeming van haar leden. Ook wordt opgemerkt dat dit een zware klap heeft toegebracht aan het internationale op regels gebaseerde handelssysteem en aan het fundamentele evenwicht tussen rechten en plichten dat aan het einde van de Uruguay-Ronde door de WTO-leden werd aanvaard. De EU deelt het standpunt van de VS dat het WTO-systeem grondig en dringend moet worden hervormd. Dit jaar is een tijdelijke beroepsregeling voorgesteld aan de partners die bereid zijn door te gaan met het oplossen van WTO-geschillen in een bindende en onafhankelijke procedure met de mogelijkheid van beroep.

De Commissie handhaaft haar bezwaren tegen twee specifieke bepalingen van de US Tax Cuts and Jobs Act 2017, namelijk de Base Erosion and Anti-abuse Tax (BEAT), die enkele discriminerende aspecten heeft, en de Deduction for Foreign Derived Intangible Income (FDII), die mogelijk als een verboden subsidie kan worden aangemerkt. In 2019 heeft de Amerikaanse regering uitvoeringsbepalingen voor beide wetten goedgekeurd.

De Commissie heeft kennisgenomen van de bilaterale en regionale handelsovereenkomsten die in 2019 door de VS met derde landen zijn ondertekend. De Commissie is van mening dat deze overeenkomsten aanleiding geven tot bezorgdheid met betrekking tot het naleven van de regels inzake multilateralisme en wereldwijde vrijhandel. Ten eerste betwijfelt de Commissie of de in september 2019 gesloten beperkte overeenkomst tussen de VS en Japan over landbouw en digitale handel voldoet aan de WTO-normen voor vrijhandelsovereenkomsten. Ten tweede is de Commissie bezorgd dat de restrictieve oorsprongsregels voor auto’s en auto-onderdelen in de overeenkomst tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada kunnen leiden tot een verlegging van handels- en investeringsstromen die de wereldwijde toeleveringsketens negatief beïnvloeden en de kosten voor producenten en klanten verhogen. Ten derde is de Commissie bezorgd over de “fase één”-handelsovereenkomst die in december 2019 tussen de VS en China is gesloten, vooral door de grote afnameverplichtingen die in strijd zijn met de vrijemarktbeginselen en de niet-discriminatieverplichtingen van de WTO.

De Commissie is bezorgd over de definitieve regel die het US Department of Commerce (DOC) op 3 februari 2020 heeft bekendgemaakt, waarin is bepaald dat het DOC de onderwaardering van een buitenlandse valuta als een tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidie kan behandelen voor de toepassing van Amerikaanse procedures inzake compenserende rechten. De Commissie zal toezicht houden op de uitvoering van de regel om ervoor te zorgen dat zwevende valuta’s zoals de euro niet ten onrechte betrokken raken bij Amerikaanse procedures ten aanzien van compenserende maatregelen. De Commissie is evenzeer bezorgd over het inleiden van onderzoeken inzake antidumping en compenserende rechten, die op 9 januari 2020 door het DOC zijn geopend met betrekking tot de invoer van blokken van gesmeed staal uit Duitsland en Italië. De onderzoeken van het DOC omvatten verschillende vermeende EU-subsidies, waarin voor het eerst de kosteloze toekenning van rechten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) is opgenomen, die als tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden aangemerkt. De Commissie zal deze procedures volgen om ervoor te zorgen dat het ETS-beginsel niet in twijfel wordt getrokken.

De Verenigde Staten hebben in mei 2019 titel III van de wet-Helms-Burton 20 geactiveerd en de weg vrij gemaakt voor maatregelen op grond van titel IV, in strijd met de in 1998 gesloten overeenkomst tussen de EU en de VS. De regering is begonnen met het nemen van maatregelen tegen leidinggevenden van EU-ondernemingen. De EU herhaalt dat zij sterk is gekant tegen de extraterritoriale toepassing van Amerikaanse maatregelen op grond van titel III en IV van de wet – zoals de weigering van de VS om vertegenwoordigers van EU‑ondernemingen toe te laten – die in strijd zijn met het internationale recht.

Tot slot zal de Commissie nauwlettend toezien op de ontwikkeling van de onderzoeken die in juli 2019 door de VS zijn gestart naar de Franse belasting op digitale diensten op grond van artikel 301 van de wet inzake handelsovereenkomsten van 1974. Naast haar algemene bezorgdheid over het gebruik van unilaterale benaderingen die in strijd zijn met het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem, is de Commissie van mening dat alle handelsmaatregelen moeten worden opgeschort om een succesvolle afronding van de OESO-procedure inzake een wereldwijde digitaledienstenbelasting mogelijk te maken.

Tegen deze uitdagende achtergrond zet de EU zich volledig in om samen met de VS aan een positieve agenda te werken teneinde handel en investeringen te bevorderen, onnodige bureaucratie te bestrijden en het WTO‑systeem grondig te hervormen. De argumenten voor regelgevende samenwerking tussen de EU en de VS zijn vandaag de dag nog even sterk als altijd.



CONCLUSIE

Dit verslag geeft een overzicht van de handels- en investeringsbelemmeringen met een rechtstreekse invloed op EU‑bedrijven, zoals zij zijn gemeld aan en aangepakt door het versterkte markttoegangspartnerschap van de EU tussen de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven in de EU.

In 2019 bleef het totale aantal belemmeringen toenemen, een teken dat protectionisme inmiddels ingebed is geraakt in de handelsbetrekkingen met een groot aantal partners. Eind 2019 waren er 438 actieve belemmeringen geregistreerd in de markttoegangsdatabank van de EU. Dit is een kwalitatief andere handelscontext, waarvoor een paradigmaverschuiving nodig is in de wijze waarop de EU haar legitieme belangen nastreeft en verdedigt.

De in 2019 door de 43 nieuwe belemmeringen getroffen handelsstromen van de EU‑27 worden geraamd op 35,1 miljard EUR en hinderen voornamelijk de ICT-sector, de automobielindustrie en de elektronicasector. Dit zijn zeer strategische gebieden die verband houden met de technologische soevereiniteit van de EU.

De EU-maatregelen om belemmeringen weg te nemen, waren met 40 weggenomen belemmeringen in 2019 succesvol. Uit een gedetailleerde econometrische analyse blijkt dat het wegnemen van belemmeringen ten minste 8 miljard EUR aan extra uitvoer voor EU-ondernemingen heeft opgeleverd, een bedrag dat vergelijkbaar is met de voordelen van enkele van onze vrijhandelsovereenkomsten.

De meeste doorbraken vonden plaats in de agrovoedingssector, maar het wegnemen van belangrijke belemmeringen in de industriële en de dienstensector bleek een grotere uitdaging. Dit vraagt ook om aanpassing van de aanpak van de EU om belemmeringen weg te nemen en voor handhaving en uitvoering te zorgen.

Vanuit geografisch perspectief zijn eveneens opvallende punten naar voren gekomen. In 2019 voerde China wederom de lijst aan met het hoogste totale aantal belemmeringen (38). En hoewel twee belemmeringen op het gebied van agrovoeding werden weggenomen, werden vier nieuwe belemmeringen opgeworpen die grote economische gevolgen hebben in strategische sectoren (data, cyberbeveiliging, telecom). Het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten vertegenwoordigen bijna de helft van alle nieuwe belemmeringen die in 2019 werden geregistreerd, waarmee helaas de vrees wordt bevestigd dat het protectionisme in dit deel van de wereld steeds agressiever wordt. De situatie in Rusland bleef problematisch, terwijl drie belemmeringen werden opgelost. Nieuwe en opgeloste belemmeringen in Australië en Zuid-Korea droegen bij aan het aantal voor 2019 en vertegenwoordigden een aanzienlijk deel van de potentieel getroffen EU-handelsstromen.

Tot slot is de situatie met betrekking tot de Verenigde Staten, na de grote toename van de belemmeringen voor markttoegang in 2018, in 2019 niet verbeterd. Hoewel er in 2019 geen belemmeringen werden opgelost, zetten wij onze bredere inspanningen voort.

Zoals blijkt uit dit verslag, lijkt zich een paradigmaverschuiving te voltrekken waarbij protectionisme in de handelsbetrekkingen raakt ingebed, belemmeringen sectoren in het hart van de technologische soevereiniteit van de EU treffen, uitdagingen bij het aanpakken van belemmeringen in de industriële en dienstensector toenemen, en belemmeringen zich over specifieke regio’s verspreiden als een soort besmettingseffect. Dit vraagt om een nieuwe EU-benadering ten aanzien van het verdedigen van onze belangen, aangezien wij opkomen voor onze rechten in een in toenemende mate gepolariseerd en onzeker handelsklimaat.

(1)  Het markttoegangspartnerschap werd in 2007 opgericht om de samenwerking tussen de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven in de EU, zowel in Brussel als in derde landen, te verdiepen. Het partnerschap organiseert maandelijkse bijeenkomsten van het Raadgevend Comité markttoegang en sectorale Werkgroepen markttoegang in Brussel en regelmatige bijeenkomsten van de markttoegangsteams of bijeenkomsten van handelsadviseurs in derde landen.
(2) “Actieve” belemmeringen zijn belemmeringen die in het markttoegangspartnerschap actief worden gevolgd (in tegenstelling tot belemmeringen die, eenmaal opgelost, inactief zijn geworden).
(3) De databank markttoegang (nu vervangen door het verbeterde portaal "Access to markets"), die beschikbaar was gedurende de verslagperiode (1 januari – 31 december 2019), biedt ondernemingen die vanuit de EU willen exporteren, informatie over de invoervoorwaarden van derde landen. Daarbij gaat het niet alleen om informatie over handelsbelemmeringen, maar ook over tarieven en oorsprongsregels, procedures en formaliteiten bij de invoer in derde landen, sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen, statistieken en specifieke exportdiensten die worden verleend aan kleine en middelgrote ondernemingen.
(4)  Algerije, Argentinië, Armenië, Australië, Bangladesh, Belarus, Bolivia, Bosnië en Herzegovina, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Dominicaanse Republiek, Ecuador, Egypte, Filipijnen, Hongkong, IJsland, India, Indonesië, Irak, Iran, Israël, Japan, Jordanië, Kazachstan, Libanon, Maleisië, Marokko, Mexico, Mozambique, Nieuw-Zeeland, Nigeria, Noorwegen, Oekraïne, Oman, Pakistan, Panama, Paraguay, Peru, Qatar, Rusland, Saudi-Arabië, Singapore, Taiwan, Thailand, Tunesië, Turkije, Uganda, Uruguay, Venezuela, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigde Staten, Vietnam, Zuid-Afrika, Zuid-Korea en Zwitserland.
(5) Worden het aantal belemmeringen van vorig jaar (425 actieve belemmeringen) en het saldo voor 2019 (43 nieuwe minus 40 opgeloste belemmeringen) bij elkaar geteld, dan komt men uit op 428 belemmeringen. Het verschil vloeit voort uit het feit dat, om de belemmeringen bij te houden die slechts gedeeltelijk zijn opgelost, de Commissie in 2019 de aanvullende actieve belemmeringen op meer gedetailleerde wijze heeft geregistreerd, waardoor het nominale aantal belemmeringen zal toenemen, terwijl de onderliggende trends niet anders zullen uitvallen.
(6) Gecreëerd met mapchart.net ©.
(7) De resterende 21 belemmeringen (5 % van het totale aantal) worden ingedeeld in de categorie “overige maatregelen”.
(8)

Algerije, Australië, Brazilië, China, Colombia, Dominicaanse Republiek, Egypte, Filipijnen, Hongkong, Indonesië, Kazachstan, Libanon, Maleisië, Marokko, Mexico, Pakistan, Qatar, Saudi-Arabië, Singapore, Taiwan, Turkije en Zuid-Korea.

(9) Negen landen in deze regio waren in 2019 betrokken bij ten minste één nieuwe of opgeloste belemmering: Algerije, Marokko, Tunesië, Egypte, Libanon, Turkije, Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar. Daarnaast hebben Jordanië en Oman elk één belemmering, die is opgenomen in het totale aantal belemmeringen per 31 december 2019.
(10)

Voor SPS werden nieuwe belemmeringen opgeworpen wanneer derde landen een verbod instelden op uitvoer uit het hele grondgebied van bepaalde EU‑lidstaten, in plaats van de beperkingen uitsluitend te laten gelden voor gebieden waar dierziekten heersten. Het regionaliseringsbeleid van de EU werd niet erkend. De EU heeft haar best gedaan om deze belemmeringen aan te pakken en blijft dat doen als het gaat om soortgelijke belemmeringen die vóór 2019 zijn opgeworpen.

(11)

“Overige” betreft de volgende sectoren: keramiek en glas, chemicaliën, bouwsector, wijn en sterkedrank, textiel en leder, ijzer, staal en non-ferrometalen, en overige bedrijfstakken.

(12) Zoals uit de volgende delen blijkt, zijn sommige van deze belemmeringen het afgelopen jaar met succes opgelost.
(13)      Wereldorganisatie voor diergezondheid, die gebruikmaakt van haar historische acroniem OIE (“Office International des Epizooties”).
(14)      Voorstel COM(2019) 623 van de Commissie van 12.12.2019.
(15)      “Overige landen” zijn Egypte, Ecuador, Kazachstan, de Verenigde Arabische Emiraten, Canada, Thailand, Indonesië, Japan, Mexico, Moldavië, Zuid-Afrika en Iran.
(16)      “Overige” heeft betrekking op keramiek en glas, chemicaliën, elektronica, ICT, ijzer, staal en non-ferrometalen, hout, papier en pulp en andere bedrijfstakken.
(17)      BSE: boviene spongiforme encefalopathie.
(18) Wij hebben meer bepaald de “methode van het dubbele verschil” toegepast en het effect onderzocht op de handelsstromen alleen tussen de EU en de landen die de belemmering op de specifieke producten in kwestie hanteerden, in vergelijking met een nulscenario (EU-uitvoer naar de rest van de wereld, zonder het land waarin de belemmering van kracht was).
(19) De analyse omvat honderd belemmeringen die van 2014 tot 2018 zijn weggenomen. De in 2019 weggenomen belemmeringen zijn buiten beschouwing gelaten, aangezien wij ten minste gegevens van één volledig jaar na het wegnemen van de belemmeringen nodig hebben om het effect op de handel te kunnen meten.
(20) De “Cuban Liberty and Democratic Solidarity (Libertad) Act of 1996” (wet-Helms-Burton) is een Amerikaanse federale wet die het Amerikaanse embargo tegen Cuba versterkt door de territoriale toepassing van het oorspronkelijke embargo uit te breiden tot buitenlandse ondernemingen die handeldrijven met Cuba.