Brussel, 14.1.2020

COM(2020) 7 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is verleend bij Verordening (EU) 2016/1076 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (voorheen de “markttoegangsverordening” genoemd)


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is verleend bij Verordening (EU) 2016/1076 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (voorheen de “markttoegangsverordening” genoemd)

I.    Inleiding

Verordening (EG) nr. 1528/2007 (de zogenoemde markttoegangsverordening) werd vastgesteld met het oog op de EU-invoerregeling voor landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan die onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten (EPO’s) hadden afgesloten. Die landen waren opgenomen in bijlage I bij die verordening.

In mei 2013 hadden Botswana, Eswatini, Fiji, Ghana, Ivoorkust, Kameroen, Kenia en Namibië nog niet het nodige gedaan om hun respectieve EPO te ratificeren. Overeenkomstig artikel 2, lid 3, in het bijzonder onder b), van Verordening (EG) nr. 1528/2007 werd bijlage I bij die verordening daarom gewijzigd en werden die landen verwijderd. Ingevolge Verordening (EU) nr. 527/2013 van 21 mei 2013 vielen die landen vanaf 1 oktober 2014 niet meer onder de markttoegangsregeling van Verordening (EG) nr. 1528/2007.

Bij Verordening (EU) nr. 527/2013 werd ook Verordening (EG) nr. 1528/2007 gewijzigd, waarbij aan de Commissie de bevoegdheid werd verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Commissie kreeg de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage I bij de markttoegangsverordening te wijzigen teneinde ACS-landen daar weer in op te nemen zodra zij de EPO-onderhandelingen met de EU hadden afgerond.

Nadat zij de onderhandelingen hadden afgerond en het nodige hadden gedaan om hun overeenkomsten te ratificeren, werden in juli 2014 Botswana, Eswatini, Fiji, Ghana, Ivoorkust, Kameroen en Namibië bij de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 1025/2014, (EU) nr. 1026/2014 en (EU) nr. 1027/2014 van 25 juli 2014, en Kenia bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1387/2014 van 14 november 2014 weer opgenomen in bijlage I bij de markttoegangsverordening.

Nadat de markttoegangsverordening herhaaldelijk en ingrijpend was gewijzigd, is zij duidelijkheidshalve herschikt bij Verordening (EU) 2016/1076 van 8 juni 2016 (hierna “de verordening” genoemd). Voorts verleende de verordening de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen:

·tot wijziging van bijlage I teneinde regio’s en staten toe te voegen die onderhandelingen hebben afgesloten over een overeenkomst, zodat zij met name kunnen worden onderworpen aan de vrijwaringsmaatregelen waarin de verordening voorziet (artikel 2, lid 2);

·tot wijziging van bijlage I om regio’s of staten uit die bijlage te verwijderen (artikel 2, lid 3);

·om regio’s of staten die bij Verordening (EU) nr. 527/2013 uit de lijst in bijlage I zijn geschrapt en die sinds die schrapping het nodige hebben gedaan om hun respectieve overeenkomsten te ratificeren, opnieuw in die lijst op te nemen (artikel 3);

·om een bijlage toe te voegen waarin de regeling wordt beschreven die van toepassing is op producten van oorsprong uit Zuid-Afrika (artikel 4, lid 3);

·om in bijlage II (Oorsprongsregels) de technische wijzigingen aan te brengen die nodig zijn om rekening te houden met wijzigingen van andere douanewetgeving van de Unie (artikel 5, lid 3), en

· om in artikel 6 (Administratieve samenwerking) en de artikelen 9 tot en met 20 (Algemene vrijwaringsbepalingen) de wijzigingen aan te brengen die nodig zijn als gevolg van de verschillen tussen de verordening en ondertekende overeenkomsten met voorlopige toepassing of overeenkomsten die overeenkomstig artikel 218 VWEU zijn gesloten met de in bijlage I opgenomen regio’s of staten (artikel 21).

De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van artikel 22 van de verordening.

Nadat zij het nodige hadden gedaan om hun respectieve EPO in de bestreken periode te ratificeren, zijn Lesotho, Mozambique, Samoa en Zuid-Afrika bij de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2017/1550 en (EU) 2017/1551 van 14 juli 2017 en 2019/821 van 12 maart 2019 in bijlage I bij de verordening opgenomen.

II.    Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1076 werd de in artikel 3 van die verordening bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van 21 juni 2013. De in artikel 2, leden 2 en 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 3, en artikel 21 van Verordening (EU) 2016/1076 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, werd aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur.

In artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1076 werd de Commissie verzocht een verslag aan de Raad en het Europees Parlement over de bevoegdheidsdelegatie op te stellen.

III.    Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

A.    Procedurele aspecten

Overeenkomstig artikel 22, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1076 moet de Commissie vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling de door elke lidstaat aangewezen deskundigen raadplegen overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het Interinstitutioneel akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Voor elke gedelegeerde handeling heeft de Commissie de deskundigen van de lidstaten naar behoren geraadpleegd tijdens vergaderingen of via een schriftelijke procedure. Daarnaast heeft de Commissie ook het Europees Parlement informatie verstrekt. Overeenkomstig artikel 22, lid 5, van de verordening heeft de Commissie, zodra zij een gedelegeerde handeling had vastgesteld, daarvan gelijktijdig kennisgeving gedaan aan het Europees Parlement en de Raad.

B.    Sinds 21 mei 2013 zijn de volgende zeven (7) gedelegeerde handelingen vastgesteld en in werking getreden:

1.Gedelegeerde handelingen als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) 2016/1076 (opnieuw opnemen van ACS-regio’s of -staten die bij Verordening (EU) nr. 527/2013 uit de markttoegangsverordening waren geschrapt):

·Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1025/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, economische partnerschapsovereenkomsten, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen

Aangezien zij de EPO-onderhandelingen hadden afgesloten, zijn Botswana, Eswatini, Ghana, Ivoorkust en Namibië met ingang van 1 oktober 2014 opnieuw opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007.

·Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1026/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, economische partnerschapsovereenkomsten, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 527/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het schrappen van sommige landen van de lijst van regio’s of staten die onderhandelingen hebben afgesloten

Aangezien Fiji het nodige had gedaan om zijn EPO te ratificeren, is het met ingang van 1 oktober 2014 opnieuw opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007.

Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1026/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, economische partnerschapsovereenkomsten, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 527/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het schrappen van sommige landen van de lijst van regio’s of staten die onderhandelingen hebben afgesloten

In een aantal taalversies werd “de Republiek van de Fiji-eilanden” vervangen door “de Republiek Fiji”.

·Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1027/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, economische partnerschapsovereenkomsten, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 527/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het schrappen van sommige landen van de lijst van regio’s of staten die onderhandelingen hebben afgesloten

Aangezien Kameroen het nodige had gedaan om zijn EPO te ratificeren, is het met ingang van 1 oktober 2014 opnieuw opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007.

·Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1387/2014 van de Commissie van 14 november 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst

Op 16 oktober 2014 hebben Kenia, de Europese Unie en haar lidstaten de EPO-onderhandelingen afgerond. Kenia is opnieuw opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007.

2.    In artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1076 bedoelde gedelegeerde handelingen (regeling voor producten van oorsprong uit Zuid-Afrika):

·Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1550 van de Commissie van 14 juli 2017 tot toevoeging van een bijlage aan Verordening (EU) 2016/1076 van het Europees Parlement en de Raad tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst

Na de ratificatie van de SADC-EPO is bijlage V, die de regeling inzake markttoegang voor de invoer in de EU van producten van oorsprong uit Zuid-Afrika bevat, toegevoegd aan Verordening (EU) 2016/1076.

3.    In artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1076 bedoelde gedelegeerde handelingen (toevoeging van ACS-regio’s of staten die EPO-onderhandelingen hebben afgesloten):

·Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1551 van de Commissie van 14 juli 2017 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) 2016/1076 van het Europees Parlement en de Raad tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst

Aangezien zij hun EPO hadden geratificeerd, zijn Lesotho en Mozambique opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2016/1076.

·Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/821 van de Commissie van 12 maart 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1076 van het Europees Parlement en de Raad teneinde de Onafhankelijke Staat Samoa op te nemen in bijlage I

Na de neerlegging door Samoa van zijn akte van toetreding tot de EPO tussen de EU en de staten in de Stille Oceaan is Samoa toegevoegd aan bijlage I bij Verordening (EU) 2016/1076.

IV.    Conclusie

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om van dit verslag nota te nemen in de context van de goede uitoefening van de bij de verordening aan haar gedelegeerde bevoegdheid.