6.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 48/1


Verslag uitgebracht krachtens artikel 92, lid 4, van Verordening (EU) nr. 806/2014 betreffende eventuele gerelateerde verplichtingen (voor de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad, de Raad, de Commissie of andere betrokkenen) die voortvloeien uit de verrichting door de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad, de Raad of de Commissie van hun taken uit hoofde van deze verordening voor het begrotingsjaar 2017, vergezeld van de antwoorden van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad, de Commissie en de Raad

(2019/C 48/01)

INHOUD

 

Paragraaf

Bladzijde

Afkortingen

 

2

Inleiding

1-3

3

Reikwijdte en aanpak van de controle

4-12

3

Reikwijdte van de controle

4-5

3

Aanpak van de controle

6-12

3

Opmerkingen

13-54

5

Deel I: Gerelateerde verplichtingen van de GAR

13-46

5

Deel II: Gerelateerde verplichtingen van de Commissie

47-52

12

Deel III: Gerelateerde verplichtingen van de Raad

53-54

12

Conclusies en aanbevelingen

55-57

13

Bijlage — Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

 

14

Rol van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

 

15

Antwoorden van de Commissie

 

17

Antwoorden van de Raad

 

18

AFKORTINGEN

BPE

Banco Popular Español S.A.

COM

Europese Commissie

GAF

Gemeenschappelijk afwikkelingsfonds

GAM

Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme

GAM-verordening

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1)

GAR

Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

Gerecht van HvJ-EU

Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie

NAA

Nationale afwikkelingsautoriteit

NCWO

Geen enkele crediteur slechter af (no creditor worse off principle)

INLEIDING

1.

Het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (GAM), dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 806/2014 (GAM-verordening) (1), is de tweede pijler van de bankenunie van de EU. Als een bank failliet gaat, moet het mechanisme ervoor zorgen dat de afwikkeling ervan doeltreffend wordt beheerd zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de reële economie of de belastingplichtige. De gemeenschappelijke afwikkelingsraad (GAR) is de belangrijkste speler in dit mechanisme en de afwikkelingsautoriteit voor alle belangrijke banken (2) en voor minder belangrijke grensoverschrijdende bankgroepen die in de eurozone zijn gevestigd (3). De GAR is op 1 januari 2015 een onafhankelijk agentschap geworden en heeft sinds 1 januari 2016 volledige afwikkelingsbevoegdheden.

2.

Bij het proces dat leidt tot het besluit om een entiteit onder afwikkeling te plaatsen zijn de Europese Centrale Bank, de GAR, de Commissie en mogelijk de Raad betrokken (4). Indien nodig en onder bepaalde voorwaarden kan de GAR gebruikmaken van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) om ervoor te zorgen dat de afwikkelingsinstrumenten doeltreffend worden toegepast. De GAR en het GAF worden volledig gefinancierd door de banksector.

3.

Artikel 92, lid 4, van de GAM-verordening schrijft specifiek voor dat de ERK een verslag opstelt over met name eventuele gerelateerde verplichtingen (voor de GAR, de Raad, de Commissie of andere betrokkenen) die voortvloeien uit de verrichting door de GAR, de Raad en de Commissie van hun taken uit hoofde van deze verordening. De ERK kan alle informatie opvragen die relevant is voor de uitvoering van haar taak (5).

REIKWIJDTE EN AANPAK VAN DE CONTROLE

Reikwijdte van de controle

4.

Dit controleverslag behandelt uitsluitend de gerelateerde verplichtingen als bedoeld in artikel 92, lid 4, van de GAM-verordening, en heeft betrekking op het begrotingsjaar 2017.

5.

Andere producten betroffen ook controles door de Rekenkamer van de jaarrekening van de Commissie en de Raad (6), alsook die van de GAR (7) voor het begrotingsjaar 2017.

Aanpak van de controle

6.

Gerelateerde verplichtingen, ook wel voorwaardelijke verplichtingen genoemd, dienen in de jaarrekening te worden opgenomen, zoals beschreven in internationale boekhoudnorm voor de overheidssector (International Public Sector Accounting Standard) nr. 19 en EU-boekhoudregel nr. 10 betreffende voorzieningen, voorwaardelijke activa en voorwaardelijke verplichtingen (zie tekstvak 1).

Tekstvak 1

Definitie van een gerelateerde verplichting

Een gerelateerde verplichting is een mogelijke verplichting die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden en waarvan het bestaan alleen wordt bevestigd door het al dan niet plaatsvinden van een of meer onzekere toekomstige gebeurtenissen waarover de Europese Unie niet de volledige controle heeft, of een bestaande verbintenis die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden, maar die niet wordt opgenomen omdat het niet waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen of dienstenpotentieel in zich bergen, vereist zal zijn om de verbintenis af te wikkelen, of omdat het bedrag van de verbintenis niet op voldoende betrouwbare wijze kan worden bepaald.

7.

Om te bepalen of een gerelateerde verplichting openbaar moet worden gemaakt, dient de waarschijnlijkheid van een uitstroom van middelen te worden beoordeeld. Indien de waarschijnlijkheid van een toekomstige uitstroom van middelen:

zeker is, dan moet er een verplichting worden bekendgemaakt;

waarschijnlijk is, dan moet er een voorziening worden bekendgemaakt;

mogelijk is, dan moet er een gerelateerde verplichting worden bekendgemaakt;

onwaarschijnlijk is, dan is bekendmaking niet nodig.

8.

Naast de gerelateerde verplichtingen die in 2017 zijn ontstaan, dienen de rekenplichtigen rekening te houden met alle relevante informatie die wordt verkregen tot de dag van de presentatie van de definitieve rekeningen. Aanpassingen of vermelding van aanvullende gegevens kunnen dan ook nodig zijn voor een getrouwe en juiste weergave van de rekeningen en kunnen informatie omvatten die in de loop van 2018 is verkregen (8). De rekeningen van 2017 werden gepresenteerd:

door de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad op 1 juli 2018;

door de Europese Commissie op 22 juni 2018;

door de Raad van de Europese Unie op 12 juni 2018.

9.

Het controlebewijs omvatte informatie die aan de hand van vergaderingen en vraaggesprekken met personeel werd verkregen, alsmede door onderzoek van onder meer interne documentatie, begeleidende brieven („representation letters”) van externe advocaten en van algemeen beschikbare gegevens.

10.

Eind mei 2018 liepen er rechtszaken tegen de GAR, de Commissie en de Raad in verband met hun taken uit hoofde van de GAM-verordening. Om de desbetreffende gerelateerde verplichtingen te controleren, heeft de Rekenkamer een steekproef van rechtszaken (9) getrokken, en de desbetreffende procesdossiers onderzocht (zie tabel 1).

11.

De steekproef bevatte ook negen zaken voor nationale rechtbanken tegen de vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds. De totale populatie van beroepen en rechtszaken voor nationale rechtbanken omvatte 499 gevallen. Voor die gevallen verschafte de GAR echter niet de procesdossiers, die worden bewaard bij de nationale afwikkelingsautoriteiten (NRA). De GAR heeft verklaard dat hij niet beschikt over de dossiers en daarom niet in staat is deze aan de ERK tijdens de controle te verstrekken. Derhalve kon de ERK dit deel van de steekproef niet evalueren.

Tabel 1

Door de ERK getrokken en geëvalueerde steekproef

Rechtszaken of beroepsprocedures met betrekking tot:

Aanhangig bij

Totale populatie

Geëvalueerde steekproef

Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

Afwikkeling van BPE

Gerecht van de EU

103

10

Besluit tot niet-afwikkeling van ABLV

Gerecht van de EU

2

2

Bijdragen vooraf aan het GAF

Gerecht van de EU

13

4

Nationale rechterlijke instanties

499

(9) (*1)

Administratieve bijdragen

Gerecht van de EU/beroepspanel van de GAR

0

0

Europese Commissie

Afwikkeling van BPE

Gerecht van de EU

30

5

Bijdragen vooraf aan het GAF

Gerecht van de EU

1

1

Raad van de Europese Unie

Afwikkeling van BPE

Gerecht van de EU

1

0

Bron:

ERK; aanhangig gemaakte zaken tot eind mei 2018.

12.

Aangezien dit verslag informatie bevat over lopende rechtszaken, verzochten de GAR en de Commissie de Rekenkamer om de steekproef op hun kantoor te beoordelen onder de meest strikte geheimhouding. De invoering van het noodzakelijke proces ter waarborging van de meest strikte geheimhouding droeg bij tot een vertraging van de publicatie van het verslag.

OPMERKINGEN

Deel I: Gerelateerde verplichtingen van de GAR

13.

De rekenplichtige van de GAR heeft in een begeleidende brief bij de jaarrekening betreffende het begrotingsjaar 2017 bevestigd dat alle gerelateerde verplichtingen als bedoeld in artikel 92, lid 4, van de GAM-verordening openbaar waren gemaakt. In diens verslag over de jaarrekening 2017 van de GAR stelde de onafhankelijke extern controleur dat er geen bevindingen van materieel belang waren.

14.

De GAR was al begonnen te werken aan boekhoudkundige richtsnoeren inzake gerelateerde verplichtingen, maar was niet in staat om deze voor de afsluiting van het jaar 2017 af te ronden. In juni 2018 verwachtte de GAR dat het huidige ontwerp voor het einde van 2018 zou zijn goedgekeurd. In het ontwerp door de GAR van boekhoudkundige richtsnoeren wordt mogelijk gedefinieerd als de waarschijnlijkheid van een uitstroom van middelen tussen 10 % en 50 %, en onwaarschijnlijk als een waarschijnlijkheid van minder dan 10 %. Voorts heeft de GAR de vereiste openbaarmaking met betrekking tot gerelateerde verplichtingen gedefinieerd als:

een schatting van de financiële gevolgen ervan;

een indicatie van de onzekerheden die betrekking hebben op het bedrag van iedere uitstroom of op het tijdstip waarop deze zal plaatsvinden, en

de mogelijkheid van eventuele vergoedingen.

Gerelateerde verplichtingen in verband met rechtszaken na afwikkelingsbesluiten

15.

De GAR nam op 7 juni 2017 zijn eerste afwikkelingsbesluit (zie tekstvak 2(10).

Tekstvak 2

Samenvatting van de voornaamste elementen van het afwikkelingsbesluit van de GAR met betrekking tot Banco Popular Español S.A.

1.

Afschrijving of omzetting van kapitaalinstrumenten ten bedrage van 4,1 miljard EUR overeenkomstig artikel 21 van de GAM-verordening:

Aandelenkapitaal: 2 098 429 046 EUR

Aanvullende tier 1-instrumenten: 1 346 542 000 EUR

Tier 2-instrumenten: 685 315 828 EUR

2.

Verkoop van Banco Santander SA voor 1 EUR, waarbij artikel 24 van de GAM-verordening is toegepast.

16.

Naar aanleiding van dit eerste afwikkelingsbesluit is een aantal zaken aanhangig gemaakt. Eind 2017 waren bij het Gerecht van de Europese Unie (Gerecht HvJ-EU) 99 rechtszaken tegen de GAR aangespannen. Eind mei 2018 waren er nog eens 4 zaken aanhangig gemaakt. Eind september 2018 waren 3 van deze 103 zaken door het Gerecht van het HvJ-EU niet-ontvankelijk verklaard.

17.

Om beroep in te stellen tegen een beslissing van de EU of een van haar organen, moeten verzoekers hun verzoek binnen twee maanden na bekendmaking van het desbetreffende besluit indienen (11). Bijgevolg werden de meeste zaken ingediend binnen twee maanden na bekendmaking van het afwikkelingsbesluit van de GAR en daarbij werd alleen verzocht om nietigverklaring van het afwikkelingsbesluit van de GAR. Deze verzoeken konden niet leiden tot andere gerelateerde verplichtingen dan proceskosten (zie paragraaf 45).

18.

Aangezien de termijn voor het instellen van vorderingen tot schadevergoeding tegen de EU op grond van vermeende niet-contractuele aansprakelijkheid (12) vijf jaar is, zouden de komende paar jaar meer rechtszaken kunnen worden aangespannen. Eind mei 2018 was er bij 36 van de 103 rechtszaken een vordering tot schadevergoeding ingesteld wegens vermeende schade, naast het verzoek tot nietigverklaring van het afwikkelingsbesluit. Van de 103 rechtszaken betroffen er 9 slechts vorderingen tot vergoeding van vermeende schade.

19.

De GAR concludeerde dat voor de hangende zaken, met name vanwege hun complexiteit en het relatief nieuwe rechtskader, geen redelijke criteria kunnen worden vastgesteld om een aanvaardbare raming van de potentiële financiële impact te maken (13). Aangezien de GAR niet in staat was een schatting te maken van de mogelijke financiële impact, heeft hij besloten om over deze zaken informatie te verschaffen in zijn definitieve rekeningen voor 2017 onder de rubriek „Aanvullende informatie over juridische zaken” (14).

20.

De ERK begrijpt dat de GAR niet in staat was om de mogelijke gevolgen van de bij het Gerecht van het HvJ-EU aanhangige gerechtelijke procedures te overzien, aangezien de uitkomst van deze rechtszaken in dit stadium moeilijk te voorspellen is gezien het complexe, specifieke en nieuwe rechtssysteem dat in het leven werd geroepen door het nieuwe wettelijk kader voor afwikkeling (zie paragraaf 19). Overeenkomstig boekhoudregel 10 wordt een gerelateerde verplichting vermeld, tenzij het niet waarschijnlijk is dat er middelen uitstromen die economische voordelen of dienstenpotentieel in zich bergen (15). Daarmee heeft de GAR informatie over de aard en de planning van deze procedures correct vermeld.

21.

Sommige verzoekers beweren dat de GAR en de Commissie de illiquiditeit en de daaruit voortvloeiende afwikkeling van Banco Popular Español SA (BPE) hebben veroorzaakt. Deze verzoekers stellen dat er sprake was van schendingen van het beroepsgeheim en van vermeende informatielekken door een anonieme EU-ambtenaar. Zij vragen om schadevergoeding ter hoogte van de marktwaarde van de beursgenoteerde aandelen van BPE eind mei 2017, die de bedragen van de afschrijving of omzetting bij de afwikkeling mogelijk overstijgt (zie tekstvak 2).

22.

Naast zijn eerste afwikkelingsbesluit deelde de GAR op 24 februari 2018 mee dat hij geen afwikkelingsmaatregelen zou nemen met betrekking tot de ABLV Bank AS en zijn dochteronderneming ABLV Bank Luxemburg nadat de Europese Centrale Bank de banken had aangemerkt als „falend of waarschijnlijk falend”. In mei 2018 werd de GAR in kennis gesteld van twee rechtszaken die bij het Gerecht van het HvJ-EU waren aangespannen tegen zijn besluit om geen afwikkelingsmaatregelen te nemen.

23.

De ERK is van oordeel dat gerelateerde verplichtingen, met uitzondering van proceskosten (zie paragraaf 45), niet nodig zijn, aangezien beide verzoekers momenteel het Gerecht van het HvJ-EU slechts om nietigverklaring van het besluit van de GAR verzoeken. Hoewel de verzoekers nog geen vergoeding van de geleden schade hebben gevorderd, kan de mogelijkheid dat de respectieve vorderingen later nog worden ingesteld, niet worden uitgesloten.

24.

De GAM-verordening (16) bepaalt dat de GAR onder bepaalde omstandigheden een NAA moet vergoeden voor de schadevergoeding tot betaling waarvan zij door een nationaal gerecht is gelast. De GAR heeft de ERK niet geïnformeerd over het aantal procedures voor de nationale rechter tegen NAA’s, en de GAR is evenmin in kennis gesteld van alle uitspraken tot nu toe. In elk geval is de GAR van oordeel dat het Europees Hof van Justitie uitsluitend bevoegd is om te beslissen over de schadevergoeding die moet worden betaald door de GAR (17).

25.

Naast de in dit gedeelte beschreven rechtszaken werden eind mei 2018 verschillende zaken aan het beroepspanel van de GAR voorgelegd. Deze zaken hadden echter alleen betrekking op toegang tot documenten, zodat er dus geen gerelateerde verplichtingen uit kunnen voortvloeien.

Gerelateerde verplichtingen met betrekking tot het beginsel „geen enkele crediteur slechter af”

26.

Om de fundamentele eigendomsrechten te vrijwaren, bepaalt de GAM-verordening dat geen enkele crediteur slechter af mag zijn dan bij normale insolventieprocedures. Op basis van het beginsel „geen crediteur slechter af” (18) moeten schuldeisers die beter zouden zijn behandeld in het kader van een normale insolventieprocedure, worden vergoed uit het GAF (19). Een waardering van het verschil in behandeling bij afwikkeling (20) wordt na elke afwikkeling uitgevoerd door een onafhankelijke taxateur om te bepalen of de aandeelhouders en schuldeisers jegens wie afwikkelingsmaatregelen zijn genomen, recht hebben op een dergelijke vergoeding.

27.

Op 13 juni 2018 deelde de GAR mee dat hij het verslag van de onafhankelijke taxateur had ontvangen over de waardering van het verschil in behandeling bij de afwikkeling van BPE. Op basis van het resultaat van deze waardering op 2 augustus 2018 publiceerde de GAR zijn kennisgeving betreffende zijn voorlopige besluit om geen schadevergoeding te betalen aan de aandeelhouders en schuldeisers jegens wie afwikkelingsmaatregelen met betrekking tot de Banco BPE waren genomen (21). Er waren dus geen gerelateerde verplichtingen met betrekking tot het beginsel „geen enkele crediteur slechter af” voor de rekeningen van 2017. Zodra de GAR zijn definitieve besluit heeft goedgekeurd en gepubliceerd, kunnen de betrokken partijen nieuwe vorderingen instellen waarbij zij verzoeken om nietigverklaring van het besluit of schadeloosstelling vorderen.

Gerelateerde verplichtingen in verband met de bijdragen van banken aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds

28.

De banken in de eurozone zijn verplicht om bij te dragen aan het GAF (zie tekstvak 3).

Tekstvak 3

Het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF)

De streefwaarde van het GAF is gesteld op 1 % van het totale bedrag van de gedekte deposito’s in de eurozone eind 2023. Op basis van gedekte deposito’s in 2017 zou dit overeenkomen met een bedrag van 56 miljard EUR. Om de streefwaarde te bereiken, werden in 2018 van 3 315 banken jaarlijkse bijdragen geïnd. 49 % van deze banken waren kleine instellingen die een forfaitaire som betalen. 28 % waren middelgrote, en 21 % grote instellingen, die 96 % van alle bijdragen betalen op basis van hun risico’s, omvang en bedrijfsmodel.

29.

De bijdragen voor het jaar 2015 werden door de NAA’s berekend en geïnd en ten slotte in januari 2016 overgedragen aan de GAR (22). Vanaf 2016 berekende de GAR de bijdragen zelf. De GAR verstrekt elke NAA een standaardformulier met informatie voor elke bank, waaronder de hoogte van de bijdragen vooraf en de onderliggende bankgegevens. De bijdragen voor 2017 en 2018 werden door de NAA’s geïnd op basis van de berekeningen van de GAR en in juni 2017 en juni 2018 aan de GAR overgedragen (23).

30.

De NAA’s inden 6,6 miljard EUR en 7,5 miljard EUR aan bijdragen voor 2017, respectievelijk 2018 en droegen deze over aan het GAF. In 2018 werden bijdragen van 3 315 banken geïnd, tegen 3 512 in 2017. In totaal werd van 2015 tot en met 2018 voor 24,9 miljard EUR aan bijdragen ingezameld.

31.

In de definitieve jaarrekening van 2017 maakte de GAR met betrekking tot voorafgaande bijdragen gerelateerde verplichtingen openbaar ter waarde van 1,4 miljard EUR. Daarvan heeft een bedrag van 1,2 miljard EUR betrekking op beroepen bij de NAA’s en rechtszaken bij de administratieve rechtbanken van de lidstaten; dit bedrag was bepaald op basis van NAA-declaraties. In de tabellen 2 en 3 hieronder worden de bijzonderheden en de ontwikkeling van deze bedragen en het aantal beroepen en rechtszaken tot 31 mei 2018 weergegeven:

Tabel 2

Ontwikkeling van de betwiste bedragen van gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit voorafgaande bijdragen aan het GAF

Gerelateerde verplichtingen (in EUR)

31.5.2018

31.12.2017

31.12.2016

31.12.2015

Beroepen bij NAA’s en rechtszaken bij administratieve rechtbanken van de lidstaten

1 805 809 719

1 228 745 681

800 791 513

437 125 144

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2015

84 149 051

84 149 051

84 149 051

437 125 144

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2016

565 465 854

585 509 613

716 642 462

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2017

559 087 017

559 087 017

0

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2018

597 107 797

0

0

0

Rechtszaken voor het Gerecht van het HvJ-EU  (*2)

181 133 405

181 133 405

41 034 633

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2015

0

0

0

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2016

116 612 541

116 612 541

41 034 633

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2017

64 520 864

64 520 864

0

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2018

0

0

0

0

Totaal

1 986 943 124

1 409 879 086

841 826 146

437 125 144

Bron:

ERK, op basis van GAR-gegevens.

Tabel 3

Ontwikkeling van het aantal beroepen en rechtszaken die voortvloeien uit voorafgaande bijdragen aan het GAF

Aantal beroepen en rechtszaken

31.5.2018

31.12.2017

31.12.2016

31.12.2015

Beroepen bij NAA’s en rechtszaken bij administratieve rechtbanken van de lidstaten

499

393

261

67

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2015

5

5

6

67

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2016

241

257

255

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2017

131

131

0

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2018

122

0

0

0

Rechtszaken voor het Gerecht van het HvJ-EU*

13

13

9

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2015

0

0

0

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2016

10

10

9

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2017

3

3

0

0

Met betrekking tot voorafgaande bijdragen 2018

0

0

0

0

Totaal

512

406

270

67

Bron:

ERK, op basis van GAR-gegevens.

32.

Een van de belangrijkste bezwaren van de eisers is een vermeend gebrek aan transparantie met betrekking tot de berekening van de vooraf te betalen bijdragen. Dit heeft met name betrekking op de berekening van de risicoaanpassingsmultiplicator en een vermeende formele schending van de administratieve procedures.

33.

In haar Jaarverslag 2017 over de EU-agentschappen wijst de ERK erop dat de in het rechtskader vastgelegde methode voor de berekening van de bijdragen zeer complex is, waardoor een risico op onnauwkeurigheid ontstaat. Bovendien kan de raad geen gedetailleerde informatie verstrekken over de berekeningen van de op risico gebaseerde bijdragen per bank, omdat deze onderling verbonden zijn en vertrouwelijke informatie over andere kredietinstellingen bevatten (24). Dit is van invloed op de transparantie van deze berekeningen.

34.

In 2017 was het totale bedrag van de gerelateerde verplichtingen aanzienlijk gestegen, namelijk met 567 miljoen euro (van 842 miljoen EUR tot 1 409 miljoen EUR). De stijging is grotendeels veroorzaakt door een nieuwe gerechtelijke procedure die werd ingeleid met betrekking tot vooraf te betalen bijdragen voor 2017. De huidige gegevens die voor 2018 beschikbaar zijn, wijzen op een verdere stijging van de gerelateerde verplichtingen met 558 miljoen EUR tot 1 986 miljoen euro als gevolg van nieuwe vorderingen inzake de in 2018 vooraf te betalen bijdragen aan het GAF.

35.

Met betrekking tot het onderliggende proces voor de definitieve jaarrekening van 2016 moet worden opgemerkt dat de NAA’s hun respectieve declaraties alleen als geaggregeerde bedragen indienden. Dit proces verloopt beter sinds 2017, toen de NAA’s details over afzonderlijke gevallen in Excel-spreadsheets begonnen te verstrekken. De GAR kreeg echter nog altijd voor geen enkele zaak documenten of nadere informatie in handen of te zien. In plaats daarvan verliet de GAR zich geheel op de bedragen die door de NRI’s werden verstrekt voor het opstellen van zijn eigen rekeningen voor 2017.

36.

In haar verslag over de jaarrekening 2016 stelde de ERK dat uit het verbeterde proces bleek dat de betwiste bedragen met betrekking tot voorafgaande bijdragen voor 2016 waartegen beroep was aangetekend bij de NAA’s en waarvoor rechtszaken waren aangespannen bij administratieve rechtbanken van de lidstaten, ongeveer 120 miljoen euro te hoog waren ingeschat (25). Bij de voorbereiding van de jaarrekening 2017 werden nog twee fouten met betrekking tot het jaar 2016 gerapporteerd door de verantwoordelijke NAA, hetgeen resulteerde in een te laag bedrag van 19 miljoen EUR, dat werd gecorrigeerd in de definitieve rekeningen. Naast deze fouten in de gebruikte Excel-bestanden houdt de gekozen methode waarbij slechts beperkte informatie wordt ontvangen, in dat er geen controlespoor is en dat er geen mogelijkheid is om elementaire controles te verrichten van de kwaliteit van de verstrekte informatie.

37.

Een toereikende kennis van de financiële risico’s waaraan de GAR is blootgesteld, is van essentieel belang om een adequaat risicobeheer en adequate verantwoording te waarborgen. In zijn internecontrolenormen heeft de GAR vastgelegd dat, conform de toepasselijke normen (26), adequate procedures en controles worden ingesteld om te waarborgen dat alle gegevens en gerelateerde informatie waarvan gebruik wordt gemaakt bij de opstelling van de jaarrekening en activiteitenverslagen van de GAR juist, volledig en tijdig zijn (27). Er zijn echter nog geen controles ingesteld om te waarborgen dat de door NAA’s gerapporteerde informatie juist, volledig en tijdig is.

38.

De GAR vermeldde de gerelateerde verplichtingen voor het bedrag van alle bijdragen waartegen de banken in beroep waren gegaan. De GAR heeft niet het geraamde bedrag berekend dat daadwerkelijk zou moeten worden terugbetaald indien de aanvragers hun zaken zouden winnen. Dit leidde onvermijdelijk tot een aanzienlijke overschatting van de gerelateerde verplichtingen. Zo betreft het aangetekende beroep meestal niet de bijdrage zelf, maar de berekening ervan. Indien de eisers deze zaken zouden winnen, zou alleen het verschil tussen het besluit inzake de nieuwe bijdrage en het aangevochten besluit moeten worden vergoed. Bij gebrek aan jurisprudentie ter zake is het moeilijk voor de GAR om de mogelijke vergoedingen adequaat te ramen. Opgemerkt dient te worden dat eventuele vergoedingen naar aanleiding van beroepsprocedures of rechtszaken zouden worden gecompenseerd door voorafgaande bijdragen die de volgende jaren zouden moeten worden geïnd. Bijgevolg zouden deze niet van invloed zijn op het definitieve streefbedrag van het GAF voor eind 2023.

39.

In sommige gevallen hebben banken klachten ingediend tegen dezelfde bijdragen bij zowel de nationale rechtbanken als het Gerecht van het HvJ-EU. Zoals de GAR heeft opgemerkt in zijn rekeningen, leidt de vermelding van de volledige bedragen als gerelateerde verplichtingen op zowel Europees als nationaal niveau onvermijdelijk tot dubbeltellingen. Zelfs indien de eisers hun zaken wonnen, zouden zij slechts éénmaal worden terugbetaald. De GAR heeft derhalve een bedrag van 149 miljoen EUR dubbel geteld, dat tegelijkertijd bij de nationale en EU-rechtbanken werd aangevochten.

40.

De nationale beroepen in 2017 en de zaken die bij de nationale rechtbanken zijn aangespannen, worden behandeld door de drie NAA’s die respectievelijk verantwoordelijk zijn. Twee van deze NAA’s verklaarden dat het door het ontbreken van een eerder arrest over deze kwestie niet mogelijk was om het waarschijnlijke resultaat van de ingestelde procedure na te gaan.

Gerelateerde verplichtingen in verband met administratieve bijdragen

41.

Ieder jaar int de GAR administratieve bijdragen ter financiering van zijn exploitatiekosten. In januari 2018 is het definitieve systeem van bijdragen aan de administratieve uitgaven van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (28) in werking getreden, waarmee een permanent systeem voor administratieve bijdragen tot stand is gebracht. Op basis van de nieuwe verordening zullen alle banken die onder het toepassingsgebied van de GAM-verordening in de 19 deelnemende lidstaten vallen, moeten bijdragen in de administratieve uitgaven van de GAR. Anders dan voor de voorafgaande bijdragen aan het GAF worden administratieve bijdragen niet geïnd via de NAA’s, maar rechtstreeks door de GAR.

42.

Tot eind 2017 werden voorlopige betalingen voor administratieve bijdragen geïnd in het kader van het overgangsstelsel (29). In het kader van deze voorgaande verordening inde de GAR deelbetalingen van banken die rechtstreeks onder zijn verantwoordelijkheid vielen (zie tabel 4). Deze gespreide betalingen van administratieve bijdragen waren uitsluitend bestemd ter dekking van zijn administratieve uitgaven gedurende de overgangsperiode van november 2014 tot en met december 2017. In overeenstemming met de richtsnoeren van de Europese Commissie werden deze gespreide betalingen vermeld als ontvangsten totdat het uitgavenniveau van dat jaar was bereikt. De uitstaande bedragen van de gespreide betalingen werden geboekt als ontvangen voorfinanciering op lange termijn (van contribuanten).

Tabel 4

Door de GAR geïnde deelbetalingen in het kader van de voorlopige en definitieve stelsels voor administratieve bijdragen

Voorlopig stelsel

2018

2017

2016

2015

Aantal banken

0

103

112

114

Betaalde totaalbedragen

0

83 004 442

56 673 870

21 829 111

 

Definitief stelsel

2018

2017

2016

2015

Aantal banken

2 729

2 819

2 963

3 060

Betaalde totaalbedragen

91 368 435

83 004 442

56 673 870

21 829 111

Bron:

GAR; bedragen in EUR.

43.

In 2018 heeft de GAR zijn definitieve administratieve bijdragen voor de periode van 2015 tot en met 2018 berekend (30). Voor 2017 bedroegen deze ongeveer 83 miljoen EUR (31) en werden ze geïnd van 2 819 banken (32) (zie tabel 4). Door deelbetalingen in het kader van het voorlopige stelsel daalden de nog door de respectieve banken te betalen bedragen.

44.

Momenteel lopen er geen beroepen of rechtszaken tegen voorlopige deelbetalingen of (in 2018) berekende administratieve bijdragen. De GAR heeft dus geen gerelateerde verplichtingen voor de jaren 2017 en 2016.

Gerelateerde verplichtingen in verband met proceskosten

45.

Het is mogelijk dat de GAR succesvolle verzoekers hun proceskosten moet vergoeden. De GAR heeft echter geen voorzieningen of gerelateerde verplichtingen geboekt of vermeld voor de proceskosten in zijn definitieve jaarrekening van 2016 en 2017. Toch zou op basis van het aantal rechtszaken en de complexiteit ervan een aanzienlijk bedrag kunnen ontstaan.

Aanvullende informatie over rechtszaken

46.

De gerechtelijke procedures die zijn ingesteld tegen de GAR en de nationale afwikkelingsautoriteiten (NAA’s) hebben een negatieve invloed op hun financiële en personele middelen. De kosten worden rechtstreeks gedragen door deze autoriteiten en bijgevolg door alle banken door middel van hun bijdragen. In 2017 legde de GAR 10,9 miljoen EUR vast voor externe juridische diensten in verband met rechtszaken in de komende jaren. Eind 2017 hielden vier van de acht vte’s in de juridische dienst van de GAR zich bezig met rechtszaken. In 2018 zouden nog eens acht medewerkers worden aangeworven voor het juridische team.

Deel II: Gerelateerde verplichtingen van de Commissie

47.

De Europese Commissie heeft bevestigd dat er op 31 december 2017 geen gerelateerde verplichtingen waren die voortvloeiden uit haar taak op grond van de GAM-verordening.

48.

In 2017 heeft de Commissie ingestemd met het eerste afwikkelingsbesluit (33), dat de GAR op 7 juni 2017 nam. In dit verband zijn bij het Gerecht van het HvJ-EU dertig rechtszaken aangespannen tegen de Commissie (34).

49.

De Commissie heeft besloten geen gerelateerde verplichtingen openbaar te maken voor deze zaken op basis van haar boekhoudkundige evaluatie, met het argument dat geen enkele verzoeker de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Commissie voldoende had aangetoond (35) en dat daarom een uitstroom van middelen in verband met afwikkelingszaken onwaarschijnlijk is. Daarnaast heeft de Commissie aangegeven dat alle vorderingen tot schadevergoeding voorbarig waren, aangezien er nog geen definitief besluit was gevallen over de vraag of de aandeelhouders en schuldeisers van de BPE worden vergoed op basis van het beginsel „geen enkele crediteur slechter af” en de definitieve waardering van verschillen in behandeling bij afwikkeling. Daarom heeft de Commissie op basis van haar rijke ervaring aangegeven dat geen ander financieel risico zou kunnen voortvloeien uit deze zaken.

50.

Bij het onderzoek van de steekproef constateerde de ERK dat bepaalde verzoekers beweerden dat de noodzakelijke voorwaarden voor niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie (zie paragraaf 49) vervuld zijn. De ERK merkt op dat in dit stadium voorspellingen inderdaad worden bemoeilijkt gezien het feit dat het wettelijk kader voor afwikkeling betrekkelijk nieuw is en een complex, specifiek en nieuw rechtssysteem in het leven roept. Doordat een definitief besluit van de GAR over de definitieve waardering van verschillen in de afwikkeling en gezien het feit dat de meeste verzoekers hun vermeende schade voor dit jaar nog niet hebben gekwantificeerd, kan de mogelijke uitkomst van de procedure niet worden ingeschat.

51.

De Commissie heeft ook geen voorzieningen of gerelateerde verplichtingen voor de proceskosten geboekt of vermeld in haar definitieve rekeningen van 2017, aangezien zij het risico gering achtte (zie paragraaf 49).

52.

Aanvullend moet worden opgemerkt dat de Commissie op de hoogte was van de civiele procedure voor een Amerikaanse rechtbank met betrekking tot de afwikkeling van de BPE, die in maart 2018 begon. In augustus 2018, na de presentatie van haar jaarrekening van 2017, werd de Commissie tevens ingelicht over een arbitrageprocedure in verband met de resolutie van de BPE tegen het Koninkrijk Spanje. De Commissie is echter geen partij bij deze procedure.

Deel III: Gerelateerde verplichtingen van de Raad

53.

De rekenplichtige van de Raad verklaarde in een begeleidende brief („representation letter”) dat er op 31 december 2017 geen sprake was van gerelateerde verplichtingen die voortvloeiden uit de uitvoering van zijn taken op grond van de GAM-verordening.

54.

De Raad was in 2017 niet betrokken bij enig afwikkelingsbesluit, maar tot 26 oktober 2017 was er tegen de Raad één uit de afwikkeling van de BPE voortvloeiende rechtszaak bij het Gerecht van het HvJ-EU aangespannen. Er wordt echter geen gerelateerde verplichting vermeld in de definitieve rekeningen van de Raad voor 2017, aangezien het onwaarschijnlijk werd geacht dat er sprake zou zijn van een uitstroom van middelen uit de EU-begroting in verband met deze zaak.

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

55.

De boekhoudkundige richtsnoeren van de GAR bevonden zich nog in de ontwerpfase. Hoewel de mogelijkheid bestaat dat de GAR in het gelijk gestelde verzoekers hun proceskosten moet vergoeden, heeft hij geen voorzieningen of gerelateerde verplichtingen geboekt of vermeld voor de proceskosten in zijn definitieve jaarrekening van 2016 en 2017.

Aanbeveling 1

Vanwege de toename van het aantal zaken in verband met gerelateerde verplichtingen en de complexiteit daarvan herhaalt de ERK haar aanbeveling uit het verslag van afgelopen jaar (36). De GAR dient zijn ontwerp van boekhoudkundige richtsnoeren af te ronden en goed te keuren. De boekhoudkundige richtsnoeren moeten volledig worden toegepast voor zijn jaarrekening van 2018 en dienen de voorziening of de openbaarmaking van proceskosten te omvatten.

Streefdatum voor uitvoering: Presentatie van de rekeningen van de GAR voor 2018.

56.

In zijn rekeningen over 2017 heeft de GAR, in overeenstemming met de in de paragrafen 19 en 20 vermelde feiten, opgemerkt dat er met betrekking tot rechtszaken inzake BPE geen redelijke criteria waren vastgesteld om een aanvaardbare raming van de mogelijke financiële impact te maken (37). Dit kan worden aanvaard voor de rekeningen over 2017. De Commissie heeft geen gegevens verstrekt over gerelateerde verplichtingen voor 2017. Voor de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit vooraf te betalen bijdragen aan het GAF vermeldde de GAR de maximale risicobedragen. Gerelateerde verplichtingen kunnen zich ontwikkelen op een wijze die aanvankelijk niet werd voorzien. Ze moeten dan ook voortdurend worden geëvalueerd.

Aanbeveling 2

Op basis van beschikbare gegevens zoals kwantificeerbare vorderingen, rechterlijke uitspraken en historische gegevens dienen de GAR en de Commissie de situatie grondig te herevalueren voor hun rekeningen over 2018. Deze evaluatie dient plaats te vinden overeenkomstig EU-boekhoudnorm 10: „voorzieningen, voorwaardelijke activa en voorwaardelijke verplichtingen”.

Streefdatum voor uitvoering: Presentatie van de rekeningen 2018.

57.

Voor de jaarrekening van 2017 vertrouwde de GAR volledig op de NAA’s met betrekking tot nationale beroepsprocedures en nationale gerechtelijke procedures. De beschikbaarheid van betrouwbare gegevens is van het grootste belang, vooral gezien het aantal en de complexiteit van de zaken en het feit dat de NAA’s beschikken over informatie over de financiële risico’s van de GAR die openbaarmaking van gerelateerde verplichtingen noodzakelijk zou kunnen maken. De GAR verrichtte geen controles van door de NAA’s verstrekte informatie, en ontving evenmin documenten met betrekking tot de procedures. Bijgevolg kan de ERK bij gebrek aan documentatie het financiële risico van deze procedure voor de GAR niet beoordelen.

Aanbeveling 3

Overeenkomstig de internecontrolenormen dient de GAR adequate procedures en controles in te stellen om de juistheid, volledigheid en tijdigheid van informatie afkomstig van NAA’s te waarborgen. Verder moet hij ervoor zorgen dat er een adequaat controlespoor is, zodat de ERK haar verplichte controletaken kan uitvoeren.

Streefdatum voor uitvoering: Presentatie van de rekeningen van de GAR voor 2018.

Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Neven MATES, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 13 december 2018.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE

President


(1)  Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).

(2)  De term „bank” verwijst in dit verslag naar de in artikel 2 van de GAM-verordening genoemde entiteiten.

(3)  Een lijst van banken waarvoor de GAR de afwikkelingsautoriteit is, is te vinden op: https://srb.europa.eu/en/content/banks-within-remit-srm-and-srb

(4)  Artikel 18 van de GAM-verordening.

(5)  Artikel 92, lid 8, van de GAM-verordening.

(6)  Jaarverslagen van de ERK over het begrotingsjaar 2017.

(7)  Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad betreffende het begrotingsjaar 2017.

(8)  Artikel 155 van het Financieel Reglement van de Unie.

(9)  De procesdossiers werden gepresenteerd in de door de verzoekers in de procedures gekozen talen (Spaans, Italiaans, Duits). De desbetreffende documenten werden ook in het Frans, en gedeeltelijk in het Engels verstrekt. In aanvulling op de steekproef van rechtszaken verstrekte de GAR de ERK documenten van andere rechtszaken indien dit nuttige achtergrondinformatie werd gevonden.

(*1)  Kon niet worden geëvalueerd (zie paragraaf 11).

(10)  Resolution decision concerning Banco Popular Español, S. A.

(11)  Artikel 263 VWEU.

(12)  Artikel 87, lid 5, van de GAM-verordening en artikel 46 van het Statuut van het Hof van Justitie.

(13)  Definitieve jaarrekening van de GAR, K), blz. 33.

(14)  Het ontwerp van boekhoudkundige richtsnoeren van de GAR bepaalt dat er voor deze mogelijkheid kan worden gekozen in zeer zeldzame gevallen waarin geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt.

(15)  EU-boekhoudregel 10, 4.6(1).

(16)  Artikel 87, leden 3 en 4, van de GAM-verordening.

(17)  Artikel 87, lid 5, van de GAM-verordening en artikel 268 VWEU.

(18)  Artikel 15, lid 1, onder g), en artikel 20, lid 16, van de GAM-verordening.

(19)  Artikel 20, leden 16 en 18, en artikel 76, lid 1, onder e), van de GAM-verordening.

(20)  Vaak aangeduid als waardering 3.

(21)  Mededeling van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad van 2 augustus 2018 betreffende zijn voorlopige besluit over het al dan niet toekennen van compensatie aan de aandeelhouders en crediteuren ten aanzien van wie de afwikkelingsmaatregelen aangaande Banco Popular Español SA zijn genomen en betreffende de inleiding van de procedure om te worden gehoord (SRB/EES/2018/132).

(22)  Sommige NAA’s hebben de bijdragen voor 2015 niet volledig aan het GAF overgemaakt vanwege nationale afwikkelingsmaatregelen vóór het einde van 2015. Deze bedragen worden de komende jaren aangepast.

(23)  Op basis van de intergouvernementele overeenkomst (IGA) betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds.

(*2)  Dubbeltelling van sommige vorderingen (zie paragraaf 39).

(24)  ERK — Jaarverslag 2017 over de EU-agentschappen, hoofdstuk 2.7, blz. 25, en hoofdstuk 3.35.9., blz. 371.

(25)  Verslag ERK krachtens artikel 92, lid 4, van Verordening (EU) nr. 806/2014 voor het begrotingsjaar 2016; paragraaf 18, blz. 7.

(26)  Zoals artikel 62 van de GAM-verordening en het Financieel Reglement van de EU.

(27)  Hoofdstuk 13 van de internecontrolenormen van de GAR (zoals vastgesteld op 23.12.2016).

(28)  Gedelegeerde Verordening nr. 2017/2361 van de Commissie.

(29)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1310/2014 van de Commissie.

(30)  November en december 2014 werden beschouwd als onderdeel van het begrotingsjaar 2015.

(31)  Belangrijke instellingen betaalden ongeveer 95 % van deze bijdragen.

(32)  Het afwijkende aantal banken ten opzichte van de inning van de bijdragen vooraf aan het GAF is het gevolg van verschillende benaderingen: administratieve bijdragen worden geïnd op geconsolideerd niveau, terwijl de voorafgaande bijdragen aan het GAF per entiteit worden geïnd, aangezien dit door de NAA’s moet worden gedaan.

(33)  Endorsement of the resolution decision concerning Banco Popular Español, S. A. (BPE).

(34)  Slechts in een van deze dertig gevallen is de Commissie de enige verweerder.

(35)  Wat de aanvragers moeten aantonen, is een voldoende ernstige schending door de instelling van een rechtsregel die ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen, werkelijk geleden schade die de verzoeker heeft geleden en een rechtstreeks causaal verband tussen de onwettige handeling en de schade.

(36)  Verslag van de ERK krachtens artikel 92, lid 4, van Verordening (EU) nr. 806/2014 voor het begrotingsjaar 2016; paragraaf 2, blz. 11.

(37)  Definitieve jaarrekening van de GAR, K), blz. 33.


BIJLAGE

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

De GAR dient gedetailleerde boekhoudkundige richtsnoeren vast te stellen. In de boekhoudkundige richtsnoeren moet ook worden ingegaan op het treffen van voorzieningen voor proceskosten.

Nog af te handelen (1)

2017

De GAR moet een geschikt proces invoeren, met inbegrip van een IT-systeem, waarmee kan worden gewaarborgd dat allerlei soorten gerelateerde verplichtingen naar behoren worden verantwoord en gerapporteerd. De NAA’s moeten toegang krijgen tot dit IT-systeem om de gerelateerde verplichtingen dienovereenkomstig te registreren.

Nog af te handelen (2)


(1)  Zie aanbeveling 1.

(2)  Zie aanbeveling 4.


ANTWOORD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE AFWIKKELINGSRAAD

Paragrafen 19-20

Tot de bekendmaking van informatie betreffende de rechtszaken die tegen de GAR aanhangig zijn gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie naar aanleiding van de afwikkeling van Banco Popular Español SA (BPE) in het deel „Additional information related to legal cases” van de jaarrekening 2017 werd enkel besloten om redenen in verband met transparantie, zonder de intentie om uit die zaken voortvloeiende voorwaardelijke verplichtingen te erkennen en te melden. Op grond van de beoordeling van de GAR na de goedkeuring van de jaarrekening 2017 wil de GAR opmerken dat de uitstroom van middelen als gevolg van deze rechtszaken onwaarschijnlijk wordt geacht.

De GAR wijst er met name op dat het bij het merendeel van de genoemde rechtszaken gaat om pogingen om het door de GAR genomen besluit tot afwikkeling van BPE nietig te verklaren. De GAR acht dat deze rechtsvorderingen tot nietigverklaring niet kunnen leiden tot een directe uitstroom van middelen uit de begroting van de GAR, met uitzondering van eventuele proceskosten (zie voor wat betreft de proceskosten de opmerking bij paragraaf 45).

Wat betreft de vorderingen tot schadeloosstelling die tegen de GAR zijn ingesteld in verband met de BPE-zaak, is de GAR gezien de rechtspraak van de EU met betrekking tot de voorwaarden voor de toekenning van schadeloosstelling van oordeel dat de uitstroom van middelen uit de begroting van de GAR als gevolg van deze vorderingen onwaarschijnlijk is. Wat betreft de vorderingen tot schadeloosstelling die gebaseerd zijn op de vermeende onrechtmatigheid van het afwikkelingsbesluit van de GAR, heeft de GAR er bovendien op gewezen dat deze vorderingen tot schadeloosstelling als prematuur moeten worden beschouwd vanwege het feit dat de administratieve procedure die zal leiden tot een definitief besluit van de GAR om voormalige aandeelhouders en schuldeisers van BPE al dan niet schadeloos te stellen op grond van het beginsel „geen enkele crediteur mag slechter af zijn” nog loopt.

Paragraaf 33

De GAR wil erop wijzen dat de wettelijke vereisten betreffende de berekening van bijdragen naar behoren in acht zijn genomen om elk mogelijk risico op onnauwkeurigheden weg te nemen. Verder merkt de GAR op dat hij alle informatie die aan zijn besluit over de berekening van de vooraf te betalen bijdragen ten grondslag ligt in de hoogst mogelijke binnen het wettelijk kader toegestane mate bekendmaakt. Zo wordt met name aan elke instelling een beschrijving van de methode en informatie in verband met die specifieke instelling verstrekt. Op grond van verplichtingen in verband met het beroepsgeheim uit hoofde van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is het de GAR echter wettelijk niet toegestaan aan een specifieke instelling vertrouwelijke informatie van andere instellingen die ook voor de berekening van de bijdragen in aanmerking wordt genomen, bekend te maken.

Paragrafen 35-37

Er zij aan herinnerd dat de nationale procedures voor vooraf te betalen bijdragen worden beheerd door de nationale afwikkelingsautoriteiten, die partij zijn bij die procedures. Daarom heeft de GAR, aangezien hij geen partij is bij deze procedures, geen rechtstreekse toegang tot deze informatie en moet hij onvermijdelijk uitgaan van de informatie die hij van de nationale afwikkelingsautoriteiten ontvangt.

De verstrekking van informatie over de nationale beroepszaken/rechtszaken betreffende vooraf te betalen bijdragen door de nationale afwikkelingsautoriteiten aan de GAR vindt dus plaats in het kader van goede samenwerking en niet op grond van een uitdrukkelijke wettelijke verplichting.

Naar aanleiding van de aanbeveling die de Europese Rekenkamer vorig jaar heeft geformuleerd, heeft de GAR wezenlijke maatregelen getroffen om de rapportage door de nationale afwikkelingsautoriteiten te verbeteren. Zo heeft de GAR met name met de nationale afwikkelingsautoriteiten een overeenkomst gesloten over een praktische regeling voor regelmatige rapportage, waardoor de GAR het verloop van nationale beroepszaken en rechtszaken in de loop van de tijd beter kan monitoren. Meer specifiek houdt dit in dat de nationale afwikkelingsautoriteiten gegevens over de nationale beroepszaken/rechtszaken betreffende vooraf te betalen bijdragen rapporteren met relevante details over de datum, het doel en het bedrag in kwestie die niet in geaggregeerde vorm, maar voor elke instelling afzonderlijk worden verstrekt. Bovendien merkt de GAR op dat de nationale afwikkelingsautoriteiten op basis van de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer met ingang van september 2018 gegevens verstrekken met betrekking tot de voorgeschiedenis van elk geschillendossier, waardoor de GAR over een behoorlijk audittraject beschikt. De GAR is van oordeel dat de rapportage van de nationale afwikkelingsautoriteiten alle informatie omvat die benodigd is voor de opstelling van zijn jaarrekening overeenkomstig de controlenormen van de GAR.

Om zeker te stellen dat de informatie juist is, vergelijkt de GAR de afzonderlijke bedragen die in het kader van de bovengenoemde rapportageregeling zijn opgegeven met de bedragen van vooraf te betalen bijdragen voor elke instelling die voor het desbetreffende jaar door de GAR zijn berekend.

Verder zij opgemerkt dat de nationale afwikkelingsautoriteiten de betreffende informatie driemaal per jaar bijwerken, hetgeen volstaat om te waarborgen dat de informatie actueel is.

In het licht van het bovenstaande is de GAR van mening dat alle maatregelen die zijn genomen ten aanzien van zaken in verband met vooraf te betalen bijdragen, bijdragen aan de waarborging van de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de informatie die door de nationale afwikkelingsautoriteiten wordt verstrekt en die de GAR als basis voor zijn jaarrekening gebruikt.

Paragraaf 39

De GAR wijst erop dat wat betreft de dubbeltelling van bepaalde bedragen een voetnoot op bladzijde 32 van de definitieve jaarrekening ter verduidelijking was toegevoegd, aangezien sommige zaken op nationaal en Europees niveau bedragen van dezelfde bijdrage betroffen. De GAR acht het nuttig de bedragen in kwestie op nationaal en Europees niveau bekend te maken, aangezien deze niveaus niet volledig onderling verbonden zijn en elk hun eigen logica hebben. Desalniettemin erkent de GAR dat door de dubbelgetelde bedragen afzonderlijk te vermelden een beter beeld wordt gegeven van de algemene blootstelling.

Paragraaf 45

De GAR merkt op dat hij met het oog op de opstelling van zijn jaarrekening een vooronderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheid om een voorziening/voorwaardelijke verplichting voor gerechtskosten te boeken. Bij gebrek aan een betrouwbare schatting van de bedragen aan gerechtskosten die de GAR zou moeten betalen, werden de kosten die gedurende het jaar 2017 zijn betaald en verschuldigd waren voldoende geacht en werd in dit opzicht geen voorziening/voorwaardelijke verplichting erkend.

Zelfs als de GAR de gerechtskosten van de verzoekers in alle zaken tegen de GAR zou moeten vergoeden (wat op dit moment niet de verwachting is), zou dit bedrag aanzienlijk lager zijn dan het materialiteitsniveau voor de GAR en zou dit dus niet tot een materieel onjuiste weergave van de financiële positie van de GAR leiden.

Aanbeveling 1

De GAR aanvaardt deze aanbeveling van de Europese Rekenkamer.

Door de juiste behandeling toe te passen voor voorzieningen en voorwaardelijke verplichtingen die voortvloeien uit bedragen bij proces- en gerechtskosten, handelt de GAR in volledige overeenstemming met EU-boekhoudregel 10, die nog altijd de geldende regel is. Elk verslaggevingsbeleid dat op deze regel gebaseerd is, heeft tot doel een beter begrip van de vereisten mogelijk te maken, een vereenvoudigde benadering te hanteren en voor de consistente toepassing van deze boekhoudregel te zorgen. De GAR zal in zijn verslaggevingsbeleid een specifieke paragraaf over de boekhoudkundige behandeling van de gerechtskosten opnemen.

Het verslaggevingsbeleid bevindt zich in het laatste stadium van intern overleg en zal eind 2018 worden aangenomen.

Paragraaf 56

Zie het antwoord van de GAR op de paragrafen 19-20.

Aanbeveling 2

De GAR aanvaardt deze aanbeveling van de Europese Rekenkamer.

Paragraaf 57

Zie de antwoorden van de GAR op de paragrafen 35-37 en aanbeveling 3.

Aanbeveling 3

De GAR aanvaardt deze aanbeveling van de Europese Rekenkamer gedeeltelijk.

Wat betreft de zaken in verband met vooraf te betalen bijdragen is de GAR in het licht van de overwegingen die hij hierboven in antwoord op de paragrafen 35-37 heeft uiteengezet van mening dat alle maatregelen die zijn genomen bijdragen aan de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de informatie die door de nationale afwikkelingsautoriteiten wordt verstrekt en die de GAR als basis voor zijn jaarrekening gebruikt.

Teneinde de Europese Rekenkamer meer zekerheid te bieden dat de door de nationale afwikkelingsautoriteiten verstrekte informatie die de GAR als basis voor zijn jaarrekening gebruikt, betrouwbaar is, zal de GAR met de nationale afwikkelingsautoriteiten onderzoeken of het mogelijk is dat de nationale afwikkelingsautoriteiten de GAR bevestigingsbrieven verstrekken met betrekking tot de bedragen van de voorwaardelijke verplichtingen die voortvloeien uit de nationale procedures in verband met vooraf te betalen bijdragen.

Wat de afwikkelingszaken betreft zal de GAR met de betreffende nationale afwikkelingsautoriteiten overleggen om te bespreken welke praktische regelingen kunnen worden ingevoerd.


ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

OPMERKINGEN

50.

De Commissie is van mening dat noch de complexiteit en nieuwheid van de gevallen, noch het bedrag van de gevraagde schadevergoeding van invloed is op haar beoordeling dat het risico van een uitstroom van economische middelen gering is.

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Aanbeveling 2

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.


ANTWOORDEN VAN DE RAAD

53.

In de rekeningen van de Raad van de Europese Unie en de Europese Raad voor het verslagjaar 2017 zijn geen gerelateerde verplichtingen overeenkomstig artikel 92, lid 4, van de verordening over het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme vermeld.

54.

De Raad was in 2017 bij geen enkel afwikkelingsbesluit betrokken. Een op 26 oktober 2017 bij het Gerecht van de EU aanhangig gemaakte zaak voortvloeiend uit de afwikkeling van BPE is op 14 juni 2018 niet-ontvankelijk verklaard voor zover ze tegen de Raad was gericht.