Brussel, 3.6.2019

JOIN(2019) 11 final

GEZAMENLIJK VERSLAG AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor militaire mobiliteit


I.INLEIDING

1.Op 10 november 2017 heeft de EU een belangrijk initiatief genomen om de militaire mobiliteit te verbeteren 1 . Dit zal bijdragen aan de totstandbrenging van een Europese defensie-unie, waartoe voorzitter Juncker heeft opgeroepen in zijn Toespraak over de staat van de Unie van 2017 2 . Het draagt ook bij tot de verwezenlijking van de ambities op het gebied van veiligheid en defensie, waarover de Raad op 14 november 2016 3 overeenstemming heeft bereikt naar aanleiding van de presentatie van de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie 4 . Militaire mobiliteit wordt ten uitvoer gelegd in samenhang met de permanente gestructureerde samenwerking, ook op projectniveau, en in samenhang met de concrete maatregelen die de EU-lidstaten op 25 juni 2018 hebben genomen 5 . Bovendien is dit initiatief een belangrijke prioriteit voor de samenwerking tussen de EU en de NAVO in het kader van de tenuitvoerlegging van de gezamenlijke verklaringen 6 en de gevestigde gestructureerde dialoog over militaire mobiliteit tussen het personeel van beide organisaties.

2. Dit initiatief maakt gebruik van civiel-militaire synergieën om de mobiliteit van militair personeel, materiaal en apparatuur voor routineactiviteiten en tijdens crises en conflicten te verbeteren, zowel binnen als buiten de EU, voor alle vervoerswijzen en in alle strategische richtingen. Het zal de EU-lidstaten in staat stellen sneller en effectiever op te treden in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en in het kader van nationale en multinationale activiteiten.

3.De Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie hebben op 28 maart 2018 het Actieplan voor militaire mobiliteit ("het actieplan") voorgesteld 7 . In juni 2018 heeft de Raad verklaard ingenomen te zijn met het actieplan en opgeroepen tot de snelle uitvoering ervan in nauwe samenwerking met de belanghebbenden 8 . Op 19 november 2018 heeft de Raad de geboekte vooruitgang toegejuicht en nadere richtsnoeren verstrekt over de volgende stappen 9 . Ter aanvulling van dit voortgangsverslag heeft de raad van bestuur van het Europees Defensieagentschap op 13 mei 2019 zijn eerste jaarverslag over militaire mobiliteit opgesteld.

4.Het actieplan bevat concrete stappen en termijnen, waarbij de focus ligt op de toegevoegde waarde van de Unie bij het ondersteunen en faciliteren van de inspanningen van de EU-lidstaten om de militaire mobiliteit te verbeteren. De Unie kan met name een bijdrage leveren door civiel-militaire synergieën te identificeren en gebruik te maken van de bestaande beleidsmaatregelen en instrumenten op drie belangrijke domeinen: vervoersinfrastructuur, regelgeving en procedurele kwesties, en andere horizontale thema’s. Via nauwe en voortdurende samenwerking tussen de diensten van de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden, met inbegrip van de Militaire Staf van de EU, het Europees Defensieagentschap, en met volledige betrokkenheid van de EU-lidstaten bij een overheidsbrede aanpak, met inachtneming van hun nationale soevereiniteit en besluitvorming, is belangrijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het actieplan.

5.Volgens het actieplan moet uiterlijk in de zomer van 2019 een eerste voortgangsverslag worden opgesteld 10 . In het onderhavige verslag wordt beschreven welke substantiële en tastbare vooruitgang reeds is geboekt en welke volgende stappen worden genomen.

II.MILITAIRE EISEN VOOR MILITAIRE MOBILITEIT IN EN BUITEN DE UNIE

A.Vaststelling van de militaire eisen

6.Het uitgangspunt voor de tenuitvoerlegging van het actieplan was de vaststelling van militaire eisen voor militaire mobiliteit in en buiten de Unie (Militaire eisen). De militaire eisen zijn opgesteld door de Militaire Staf van de EU, in nauwe samenwerking met de EU-lidstaten, de diensten van de Commissie en de betrokken agentschappen en organen van de Unie, waaronder het Europees Defensieagentschap, en in overleg met de NAVO, voor zover van toepassing, en andere relevante belanghebbenden. Op basis van een overheidsbrede aanpak heeft de Raad bovendien andere bevoegde nationale autoriteiten dan de ministeries van defensie verzocht om deel te nemen aan dit proces.

7.De militaire eisen zijn overeengekomen door het Militair Comité van de Europese Unie en zijn vervolgens goedgekeurd door de Raad: het overkoepelende algemene deel op 25 juni 2018 en de bijlagen op 19 november 2018. De militaire eisen zijn vervolgens geconsolideerd op 28 november 2018 11 .

8.De militaire eisen hebben tot doel de verplaatsing van krijgsmachten (personeel, materiaal en activa) te verbeteren, zowel binnen als buiten de EU. Militaire mobiliteit is een strategische en operationele randvoorwaarde voor militair optreden die de strategische autonomie van de EU ondersteunt en het inzetten, verplaatsen naar een nieuw inzetgebied, en handhaven van de strijdkrachten van de EU-lidstaten faciliteert. Ze stelt de strijdkrachten van de EU-lidstaten in staat aan de relevante delen van het ambitieniveau van de EU en aan de nationale vereisten van de EU-lidstaten te voldoen.

9.De militaire eisen voorzien in de nodige beginselen en essentiële aspecten van militaire verplaatsingen, rekening houdende met alle factoren die dergelijke verplaatsingen beïnvloeden. Ze hebben betrekking op diverse belangrijke gebieden: planning en ondersteuning van de uitvoering, vervoersinfrastructuur, wet- en regelgevende aspecten, toegang tot vervoersmiddelen en ondersteuning, coördinatie en uitwisseling van informatie, beveiliging, opleiding en milieuoverwegingen. Een essentieel onderdeel van het document is de omschrijving van het geografische toepassingsgebied van alle vervoersinfrastructuur in de Unie die door de EU-lidstaten is aangemerkt als infrastructuur die nodig is voor militaire verplaatsingen. Bovendien vormen de militaire eisen een weerspiegeling van de algemene infrastructuurparameters van de NAVO, zoals in mei 2018 overgemaakt door de secretaris-generaal van de NAVO; dit draagt bij tot de samenhang tussen de respectieve reeksen militaire eisen die aan de basis liggen van de werkzaamheden van beide organisaties op dit gebied.

B.Gedeeltelijke update van de militaire eisen

10.Dankzij de goedkeuring van de militaire eisen kon de gap-analyse tussen de infrastructuurvereisten voor militair en civiel vervoer worden voltooid 12 (zie punten 17-21). Naar aanleiding van de presentatie van de gap-analyse aan het Politiek en Veiligheidscomité op 8 mei 2019 heeft het Politiek en Veiligheidscomité de Europese Dienst voor extern optreden/militaire staf van de EU verzocht een update te geven van de parameters voor vervoersinfrastructuur en van de geografische gegevens voor de militaire eisen, rekening houdende met de gap-analyse. De militaire staf van de EU heeft een ontwerp van de update opgesteld in nauwe samenwerking met de EU-lidstaten, de diensten van de Commissie en het Europees Defensieagentschap, en in overleg met de NAVO, waar nodig op het niveau van het personeel van beide organisaties. Het is de bedoeling de geactualiseerde militaire eisen tegen de zomer van 2019 door de Raad te laten goedkeuren. Na overleg met het personeel van de NAVO in het kader van de gestructureerde dialoog heeft de NAVO op 22 maart 2019 een update van haar algemene infrastructuurparameters naar de EU gestuurd.

III.VERVOERSINFRASTRUCTUUR

11.Om de mobiliteit van de strijdkrachten binnen en buiten de EU te verbeteren, worden knelpunten in de infrastructuur aangepakt. In deze context vormt de verbetering van synergieën tussen de behoeften op het gebied van defensie en het trans-Europees vervoersnetwerk een belangrijke pijler van het actieplan.

12.Sinds de goedkeuring van het actieplan is op dit gebied substantiële vooruitgang geboekt; alle tot dusver gepland acties zijn volledig uitgevoerd.

A.Financiering van vervoersinfrastructuur voor tweeledig gebruik

13.Op 2 mei 2018 heeft de Commissie voorgesteld om, in het kader van de Connecting Europe Facility 2021-2027, 6,5 miljard euro te investeren in projecten voor tweeledig civiel-militair gebruik van vervoersinfrastructuur. In de voorgestelde verordening zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot financiering van vervoersinfrastructuur voor tweeledig gebruik 13 . Op 7 maart 2019 hebben de medewetgevers overeenstemming bereikt over de tekst van de voorgestelde verordening betreffende de Connecting Europe Facility 2021-2027, met bepalingen inzake de financiering van projecten voor tweeledig gebruik 14 ; die tekst is daarna ook bekrachtigd door de Raad en het Europees Parlement. De financiële middelen die aan de Connecting Europe Facility 2021-2027 worden toegewezen, worden definitief vastgesteld in het kader van de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader 2021-2027.

14.Zoals voorgesteld zal de Connecting Europe Facility ook bijdragen aan de financiering van vervoersinfrastructuurprojecten die beter tegemoetkomen aan de militaire eisen. Deze EU-bijdrage moet de lidstaten dan ook in staat stellen infrastructuurgedeelten aan te leggen die geschikt zijn voor zowel civiele als militaire vervoersdoeleinden.

Militaire eisen

15.De goedkeuring van de militaire eisen door de Raad vormde het startpunt van de werkzaamheden met betrekking tot de vervoersinfrastructuuraspecten van militaire mobiliteit (zie punten 6 tot en met 9).

Gap-analyse

16.De volgende stap op weg naar financiering van projecten voor tweeledig gebruik was de vaststelling van de kloof tussen de militaire en civiele eisen. De gap-analyse is een vergelijking van de normen voor militaire infrastructuur en het geografische toepassingsgebied van het militaire netwerk enerzijds, en de huidige technische eisen en het geografische toepassingsgebied van de infrastructuur van het trans-Europese vervoersnetwerk anderzijds, met inbegrip van vastgestelde praktische maatregelen om de kloof op een aantal gebieden te overbruggen.

17.De gap-analyse is op 3 mei 2019 bij de Raad ingediend in de vorm van een gezamenlijk werkdocument 15 .

18.De algemene beoordeling is positief: Wat de infrastructuurvereisten betreft, wordt een groot gedeelte van de militaire eisen in principe als verenigbaar beschouwd met de eisen voor het trans-Europese vervoersnetwerk; en wat geografische gegevens betreft (het militaire netwerk), overlapt 94 % van de infrastructuur die als relevant wordt beschouwd voor militaire doeleinden met het geografisch toepassingsgebied van het trans-Europese vervoersnetwerk. In de gevallen waarin de koof tussen de militaire eisen en de eisen voor het trans-Europese vervoersnetwerk aanzienlijk is, zijn bovendien praktische maatregelen vastgesteld om deze te overbruggen.

19.De resultaten van de gap-analyse hebben twee belangrijke gevolgen. Ten eerste zal de vaststelling van overlappingen tussen het netwerk voor militaire mobiliteit en het geografisch toepassingsgebied van het trans-Europees vervoersnetwerk bepalen welke projecten voor tweeledig gebruik steun krijgen uit het budget voor militaire mobiliteit, aangezien alleen projecten die deel uitmaken van zowel het geografische netwerk voor militaire mobiliteit als het trans-Europees vervoersnetwerk in aanmerking komen voor steun. De overlapping van 94 % tussen de vervoersinfrastructuur die de EU-lidstaten als relevant voor militaire mobiliteit beschouwen en het trans-Europese vervoersnetwerk bewijst dat er synergieën zijn tussen civiel en militair vervoer.

20.Ten tweede, zoals reeds eerder vermeld, heeft het Politiek en Veiligheidscomité, rekening houdende met de resultaten van gap-analyse, de Europese dienst voor extern optreden/militaire staf van de EU verzocht om de militaire eisen te actualiseren met het oog op de goedkeuring ervan door de Raad tegen de zomer van 2019. Deze update zal naar verwachting de kloof tussen infrastructuurvereisten voor militair en civiel vervoer verder verkleinen, alsook de mogelijke kloof tussen militaire eisen en eisen voor tweeledig gebruik (zie hieronder). Zodra de militaire eisen zijn geactualiseerd, zal ook de gap-analyse worden herzien.

Eisen voor tweeledig gebruik

21.In de voorgestelde verordening betreffende de Connecting Europe Facility 2021-2027 is bepaald dat de Commissie een uitvoeringsbesluit zal vaststellen waarin, voor zover nodig, wordt gespecificeerd welke infrastructuurvereisten van toepassing zijn op bepaalde categorieën van acties op het gebied van infrastructuur voor tweeledig gebruik. De Commissie zal de Europese Dienst voor extern optreden, de EU-lidstaten en de relevante belanghebbenden bij dit proces betrekken. De raadpleging van de belanghebbenden is midden april 2019 van start gegaan.

22.De gap-analyse vormt de basis voor de vaststelling van de eisen voor tweeledig gebruik; verwacht wordt dat deze eisen tegen eind 2019 zullen worden opgesteld, zodat ze klaar zijn voor goedkeuring op het ogenblik dat de verordening inzake de Connecting Europe Facility 2021-2027 wordt vastgesteld.

Pijplijn van projecten voor tweeledig gebruik

23.Zodra de EU-lidstaten bepaald hebben welke bestaande infrastructuur moet worden aangepast, en eventueel welke nieuwe infrastructuurprojecten moeten worden uitgevoerd, en nadat de eisen voor tweeledig gebruik zijn vastgesteld, zullen de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden samen met de EU-lidstaten en alle relevante belanghebbenden werken aan een indicatieve pijplijn van projecten voor tweeledig gebruik. Dit zal gebeuren tegen 2020.

B.Herziening van de verordening inzake het trans-Europees vervoersnetwerk

24.De Commissie is voornemens de verordening inzake het trans-Europees vervoersnetwerk te herzien 16 . Deze herziening zal naar verwachting klaar zijn in het eerste semester van 2020. Tijdens het herzieningsproces zal de Commissie rekening houden met bepaalde eisen inzake militair en/of tweeledig gebruik.

C.TENtec-informatiesysteem

25.TENtec is het informatiesysteem van de Commissie voor de coördinatie en ondersteuning van het beleid inzake het trans-Europese vervoersnetwerk.

26.Dit systeem heeft reeds bewezen zeer nuttig te zijn voor de militaire mobiliteit. Dankzij TENtec konden de geografische gegevens in de militaire eisen worden omgezet in een visueel formaat en werd een interactieve TENtec Military Mobility Maps Viewer 17 gecreëerd. De viewer maakt het mogelijk het netwerk voor militaire mobiliteit op visuele wijze te analyseren, diverse berekeningen uit te voeren met betrekking tot de lengte van het netwerk voor militaire mobiliteit en de overlapping daarvan met het trans-Europese vervoersnetwerk, en grensoverschrijdende verbindingen, te vergemakkelijken.

27.Bovendien wordt TENtec voortdurend verbeterd: tegen de zomer van 2019 wordt bijvoorbeeld een TENtec-update van de technische parameters verwacht, waarbij rekening zal worden gehouden met basisoverwegingen op het gebied van militaire mobiliteit.

Ten slotte is in het actieplan sprake van een mogelijke koppeling van militaire en civiele databanken. Het overleg tussen de betrokken partijen over de haalbaarheid van een dergelijke maatregel zal in 2020 van start gaan.

IV.VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN

28.Het vervoer van gevaarlijke militaire goederen is een ander domein waarop het optreden van de EU een toegevoegde waarde kan bieden. Het Europees Defensieagentschap heeft, in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie, een enquête gehouden over de bestaande regels voor het vervoer van gevaarlijke militaire goederen. De resultaten zijn in april 2019 voorgesteld aan de EU-lidstaten die deelnemen aan het Europees Defensieagentschap en zullen verder worden bestudeerd.

29.De enquête brengt de nationale wetgevingskaders in kaart, waarbij de focus ligt op obstakels voor en beperkingen van het vervoer van gevaarlijke goederen. Er is een inventaris opgesteld van de nationale procedures met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke militaire goederen, en op 8 oktober 2018 is een vragenlijst opgesteld en verzonden naar de EU-lidstaten.

30.In het kader van de gestructureerde dialoog tussen de EU en de NAVO over militaire mobiliteit hebben de EU en de NAVO bovendien een analyse opgesteld van mogelijke synergieën tussen hun respectieve acties met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen. In dit opzicht zullen de vrijgave van de desbetreffende NAVO-standaardiseringsovereenkomst en andere referentiedocumenten aan de EU het gemakkelijker maken om de inspanningen van beide partijen op het gebied van het vervoer van gevaarlijke goederen en andere domeinen die verband houden met militaire mobiliteit op elkaar af te stemmen.

31.De diensten van de Commissie analyseren verschillende opties om het vervoer van gevaarlijke goederen vlotter te laten verlopen en zo de militaire mobiliteit te verbeteren. De resultaten van deze analyse zullen worden meegenomen in de verdere ontwikkeling van de relevante programma’s en initiatieven van de EU, onder meer in de context van het Europees Defensieagentschap. Bovendien zullen de resultaten van de enquête van het Europees Defensieagentschap, die verwacht worden tegen de zomer van 2019, helpen om de haalbaarheid en de noodzaak van verdere maatregelen op EU-niveau te beoordelen, in overeenstemming met het actieplan.

32.De maatregelen met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking tussen het Europees Defensieagentschap, de diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden/militaire staf van de EU. Het comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen, dat bestaat uit civiele deskundigen 18 , wordt regelmatig op de hoogte gebracht.

V.DOUANE EN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE

A.Douane

33.Het actieplan bevat ook specifieke acties om de douaneformaliteiten voor grensoverschrijdende militaire verplaatsingen te stroomlijnen en te vereenvoudigen, en tegelijkertijd te zorgen voor synergieën met de NAVO. De huidige douanewetgeving in de EU, die sinds mei 2016 van kracht is, voorziet in de mogelijkheid om formulier 302, een specifiek douaneformulier dat door de NAVO is opgesteld, te gebruiken als douaneaangifte, maar uitsluitend voor douanevervoer. Deze wetgeving zou gewijzigd kunnen worden zodat formulier 302 ook kan worden gebruikt voor sommige andere douaneregelingen dan douanevervoer, zoals invoer en uitvoer (op tijdelijke basis).

34.Bovendien zou de opstelling van een EU-formulier 302 grensoverschrijdende militaire verplaatsingen die niet onder de koepel van de NAVO plaatsvinden, vergemakkelijken. Dit formulier zou ook kunnen worden gebruikt door EU-lidstaten die geen lid zijn van de NAVO. Door NAVO-formulier 302 en EU-formulier 302 zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat identieke formulieren kunnen worden gebruikt, zouden de desbetreffende douaneprocessen in de hele EU worden gestroomlijnd; dit zou ook garanderen dat militaire verplaatsingen op dezelfde wijze worden behandeld door de douaneautoriteiten in alle EU-lidstaten.

35.De EU-lidstaten hebben zich bereid getoond op technisch niveau steun te verlenen voor de ontwerp-wetswijzigingen die nodig zijn voor de vereenvoudiging van de douaneformaliteiten betreffende grensoverschrijdende militaire verplaatsingen en voor de invoering van een EU-formulier 302. De opstelling van een model voor EU-formulier 302 werd gefaciliteerd door het Europees defensieagentschap in het kader van zijn ad-hocprogramma inzake douane; het defensieagentschap heeft dit model voorgelegd aan de NAVO. De volledige overeenstemming tussen NAVO-formulier 302 en EU-formulier 302 hangt af van de beoordeling van het herziene formulier 302 door de NAVO. De rechtsgrond voor het gebruik van het EU-formulier 302 zal worden gecreëerd door het model voor dit formulier op te nemen in de EU-douanewetgeving.

36.Op juridisch vlak moeten hiervoor twee verordeningen van de Commissie worden gewijzigd: de gedelegeerde handeling 19 en de uitvoeringshandeling 20 van het douanewetboek van de Unie 21 . De ontwerpwijziging van de gedelegeerde handeling 22 zal waarschijnlijk in het najaar van 2019 door de Commissie worden goedgekeurd, en de ontwerpwijziging van de uitvoeringshandeling 23 zal ten vroegste begin 2020 door de Commissie worden goedgekeurd.

B.Belasting over de toegevoegde waarde

37.Op 24 april 2019 heeft de Commissie een ander belangrijk resultaat geboekt, namelijk de goedkeuring van haar voorstel tot wijziging van het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en de accijnsregeling wat betreft defensie-inspanningen binnen het Uniekader 24 . Aangezien dergelijke vrijstellingen al gelden voor leveringen aan strijdkrachten die deelnemen aan een defensie-inspanning buiten hun land, streeft het voorstel naar gelijke behandeling van de defensie-inspanningen in het kader van de NAVO en de EU door leveringen aan strijdkrachten vrij te stellen van de belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen wanneer deze strijdkrachten buiten hun eigen lidstaat worden ingezet voor een defensie-inspanning in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Door de behandeling van beide defensie-inspanningen op elkaar af te stemmen, erkent dit initiatief het toenemende belang van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en de militaire mobiliteit.

38.Dit voorstel is op 16 mei 2019 voorgelegd aan de Groep belastingvraagstukken van de Raad. De besprekingen zullen worden voortgezet onder het Finse voorzitterschap van de EU. Het zou de Commissie verheugen mocht de Raad dit voorstel zo snel mogelijk goedkeuren.

VI.Toestemming voor grensoverschrijdende verplaatsingen

39.De activiteiten op dit gebied werden verder ontwikkeld binnen het Europees Defensieagentschap, met name in het kader van het programma inzake de optimalisering van vergunningsprocedures voor grensoverschrijdende verplaatsingen, de multimodale vervoershub voor de EU en de technische regeling inzake diplomatieke klaring voor luchtvervoer. 23 EU-lidstaten hebben zich aangesloten bij het programma van het Europees Defensieagentschap inzake de optimalisering van vergunningsprocedures voor grensoverschrijdende verplaatsingen in Europa, dat op 14 mei 2019 werd ondertekend door de raad van bestuur van het Europees Defensieagentschap. Door de grensoverschrijdende procedures te harmoniseren en te vereenvoudigen en daarbij de nadruk te leggen op verplaatsingen door de lucht, in combinatie met diplomatieke klaringsprocedures, zal dit programma militaire verplaatsingen in het kader van operaties, oefeningen en dagelijkse activiteiten van de lidstaten verbeteren en vergemakkelijken.

40.Ter aanvulling van deze activiteiten heeft de in 2013 opgezette multimodale vervoershub voor de EU bijgedragen tot de oprichting van een geografisch netwerk om troepenbewegingen te vergemakkelijken. 14 lidstaten nemen deel aan dit project. Binnen het project voor een multimodale EU-vervoershub ligt momenteel een technische regeling voor grensoverschrijdend vervoer over land klaar ter ondertekening. De technische regeling inzake diplomatieke klaring voorziet in de voorafgaande goedkeuring voor diplomatieke klaring van luchtvervoer. Deze regeling kwam tot stand in 2012 en is ondertussen door 20 EU-lidstaten ondertekend. Zowel het project inzake de multimodale EU-vervoershub als dat inzake diplomatieke klaringen moet de basis vormen voor verdere activiteiten die ten uitvoer worden gelegd in de context van het programma inzake vergunningen voor grensoverschrijdende verplaatsingen.

VII.Andere kwesties

41.In het actieplan wordt voorts ook verwezen naar bepaalde juridische aspecten, zoals de mogelijke gevolgen van het EU-akkoord betreffende de status van de strijdkrachten voor de militaire mobiliteit. Het EU-akkoord betreffende de status van de strijdkrachten is ondertekend in 2003 en in werking getreden op 1 april 2019 25 , na de voltooiing van het ratificatieproces door Ierland. Dit akkoord heeft betrekking op de status van militair en civiel personeel dat bij de instellingen van de Europese Unie is gedetacheerd en van de hoofdkwartieren en strijdkrachten die ter beschikking van de Europese Unie kunnen worden gesteld in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 42 VEU, met inbegrip van oefeningen.

42.Het Europees Defensieagentschap heeft een enquête gehouden om de nationale wetgevingskaders in kaart te brengen, waarbij de nadruk lag op obstakels voor en beperkingen van verplaatsingen en op de nationale interpretatie van internationale instrumenten en procedures. De resultaten van deze enquête zullen informatie opleveren voor de verdere werkzaamheden van de diensten van de Commissie en het Europees Defensieagentschap.

43.Bovendien wordt in het actieplan erkend dat het belangrijk is rekening te houden met de relevantie van militaire mobiliteit voor andere horizontale kwesties, zoals de bestrijding van hybride bedreigingen. Tijdens de uitvoering van de 22 acties van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen 26 werden twee acties relevant geacht voor militaire mobiliteit: Actie 3 — Strategische communicatie, en Actie 7 - Bescherming van kritieke vervoersinfrastructuur. Beide acties zijn in uitvoering en in een toekomstige herziening van het gezamenlijk kader kan dieper worden ingegaan op potentiële bedreigingen op deze twee domeinen door een rechtstreekse verwijzing naar militaire mobiliteit op te nemen.

VIII.CONCLUSIES EN volgende stappen

44.Sinds de start van het actieplan is op alle gebieden substantiële en tastbare vooruitgang geboekt en zijn belangrijke documenten opgesteld, namelijk de militaire eisen, de gap-analyse en het voorstel voor wijzigingen van de belasting over de toegevoegde waarde. Een ander tastbaar resultaat is de ondertekening door 23 EU-lidstaten van het programma van het Europees Defensieagentschap inzake vergunningsprocedures voor grensoverschrijdende verplaatsingen. Er is ook aanzienlijke vooruitgang geboekt op gebieden als het vervoer van gevaarlijke goederen en douane.

45.Deze vooruitgang zou niet mogelijk zijn geweest zonder de regeringsbrede betrokkenheid van de EU-lidstaten, met inachtneming van hun nationale soevereiniteit en besluitvorming, en de nauwe en voortdurende samenwerking tussen de diensten van de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden, met inbegrip van de Militaire Staf van de EU, en het Europees Defensieagentschap. De gestructureerde dialoog tussen de EU en de NAVO zal de samenwerking op het gebied van militaire mobiliteit verder verbeteren. De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zijn ingenomen met deze aanpak en verbinden zich ertoe op dezelfde wijze en tegen hetzelfde tempo voort te werken.

46.Het volgende voortgangsverslag zal tegen het einde van de zomer van 2020 worden ingediend.

(1)

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad "Verbetering van de militaire mobiliteit in de Europese Unie" {JOIN(2017) 41 final}.

(2)

Voorzitter Juncker, Toespraak over de staat van de Unie 2017, 13 september 2017, http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-17-3165_nl.htm

(3)

Conclusies van de Raad over de uitvoering van de integrale EU-strategie op het gebied van veiligheid en defensie, 14 november 2016, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-14149-2016-INIT/nl/pdf

(4)

Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: een sterker Europa – Een algemene strategie voor de Europese Unie op het gebied van het buitenlands

en veiligheidsbeleid, juni 2016, http://eeas.europa.eu/archives/docs/top_stories/pdf/eugs_review_web.pdf

(5)

Conclusies van de Raad inzake veiligheid en defensie in het kader van de integrale EU-strategie, 25 juni 2018, punt 18, http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-10246-2018-INIT/nl/pdf

(6)

Gezamenlijke verklaring betreffende de samenwerking tussen de EU en de NAVO door de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Europese Commissie en de secretaris-generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

(7)

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad over het actieplan voor militaire mobiliteit

{JOIN(2018)05 final}, blz. 10.

(8)

bijeenkomst van de Europese Raad (28 juni 2018) - Conclusies, 28 juni 2018,

https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-9-2018-INIT/nl/pdf

(9)

Conclusies van de Raad inzake veiligheid en defensie in het kader van de integrale EU-strategie (13978/18), punt 19.

November 2018, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-13978-2018-INIT/nl/pdf

(10)

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad over het actieplan voor militaire mobiliteit

{JOIN(2018)05 final}, blz. 10.

(11)

Militaire eisen voor militaire mobiliteit in en buiten de EU (ST 14770/18), 28 november 2018.

(12)

Joint Staff Working Document Military requirements and trans-European transport network: gap analysis, {SWD(2019) 175 final}

(13)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014, 6 juni 2018.

(14)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 - Voortgangsverslag, Raad van de Europese Unie, 2018/0228(COD), 13 maart 2019, https://www.consilium.europa.eu/media/38507/st07207-re01-en19.pdf

(15)

Zie voetnoot 11.

(16)

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

(17)

 Toegang tot de interactieve viewer wordt verleend op need-to-know-basis; daarvoor moet contact worden opgenomen met move-tentec@ec.europa.eu

(18)

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

(19)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

(20)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(21)

Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (herschikking) (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(22)

Zie voetnoot 18.

(23)

Zie voetnoot 19.

(24)

COM(2019)192/F1 – Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en Richtlijn 2008/118/EG houdende een algemene regeling inzake accijns wat betreft defensie-inspanningen binnen het Uniekader.

(25)

Akkoord tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende de status van de militairen en leden van het burgerpersoneel die bij de instellingen van de Europese Unie gedetacheerd zijn, van de hoofdkwartieren van de strijdkrachten die ter beschikking van de Europese Unie kunnen worden gesteld in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 17, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en van der militairen en leden van het burgerpersoneel van de lidstaten die aan de Europese Unie beschikbaar zijn gesteld om in dit kader op te treden (EU-SOFA) (PB C 321 van 31.12.2003, blz. 6).

(26)

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad - Gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen — een reactie van de Europese Unie {JOIN/2016/018 final}.