5.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 228/78


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité — Geharmoniseerde normen: meer transparantie en rechtszekerheid voor een optimaal functionerende eengemaakte markt

[COM(2018) 764 final]

(2019/C 228/11)

Rapporteur: Gerardo LARGHI

Raadpleging

Europese Commissie: 18.2.2019

Rechtsgrondslag

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Interne Markt, Productie en Consumptie

Goedkeuring door de afdeling

7.3.2019

Goedkeuring door de voltallige vergadering

20.3.2019

Zitting nr.

542

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

125/0/2

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) schaart zich achter de mededeling van de Commissie over geharmoniseerde normen, die tot doel heeft de transparantie en rechtszekerheid van de eengemaakte markt te verbeteren en de goede werking ervan te waarborgen. Het Comité spreekt met name nogmaals zijn steun uit voor het beginsel van geharmoniseerde normalisatie als cruciaal instrument voor de voltooiing van de eengemaakte markt, omdat het groeikansen biedt voor bedrijven en werknemers, het vertrouwen van de consument in de kwaliteit en veiligheid van producten versterkt en een betere bescherming van het milieu mogelijk maakt.

1.2.

Het EESC is van mening dat een doeltreffende strategie voor geharmoniseerde normalisatie gebaseerd moet zijn op een snellere formulering en publicatie van de normen in het Publicatieblad van de EU, alsook op een versterking van de governance op basis van transparantie en betrokkenheid van belanghebbenden. De strategie moet tevens gericht zijn op verdediging van de Europese normen op mondiaal niveau, omdat ons productiesysteem, de mogelijkheden voor groei en werkgelegenheid, alsook de kwaliteit en veiligheid van producten van deze normen afhankelijk zijn.

1.3.

Wat het sneller produceren van geharmoniseerde normen betreft, lijken de door de Commissie voorgestelde maatregelen de goede kant op te gaan en over het algemeen aanvaardbaar te zijn. Anderzijds zou er meer kunnen worden gedaan op het gebied van transparantie en inclusie, aangezien nog steeds een groot aantal belanghebbenden potentieel geïnteresseerd maar de facto niet betrokken is bij het normalisatieproces. Deze tekortkoming ligt duidelijk aan de oorsprong van de moeilijkheden die de EU ondervindt om haar normen systematisch op internationaal niveau te verdedigen in het kader van de onderhandelingen met de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO).

1.4.

Het Comité dringt daarom nogmaals aan op meer steun voor participatie van belanghebbenden, ook door de reeds beschikbare financiële instrumenten (H2020) te versterken en de communicatie daarover te verbeteren. De financiering moet in dit verband worden gehandhaafd en in het volgende meerjarig financieel kader 2021-2027 eventueel worden verhoogd. Dezelfde aanbeveling geldt voor de financiering van de in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) genoemde belanghebbenden. Om de inclusiviteit van het normalisatieproces te vergroten bevestigt het EESC bovendien zijn bereidheid om jaarlijks een multistakeholderforum te organiseren teneinde de vooruitgang op dit gebied te evalueren en tevens de uitwisseling van goede praktijken tussen de verschillende productiesectoren te vergemakkelijken.

1.5.

De initiatieven die de Commissie al heeft genomen om de achterstand m.b.t. de productie van normen in te halen, geven een positief signaal af. Het is echter duidelijk dat sommige strategische sectoren, zoals de digitale sector, nog steeds tekenen van ernstige vertraging vertonen op gevoelige gebieden zoals blockchain, wat een transversale impact heeft op het leven van alle burgers, bedrijven en werknemers. Het Comité roept de Commissie dan ook op om steeds concretere werkprogramma’s op te stellen met duidelijke en welomschreven tijdschema’s. Voorts kijkt het met belangstelling uit naar de resultaten van de sociaal-economische effectbeoordeling van de normalisatie en hoopt het dat daarbij ook terdege zal worden gekeken naar de indirecte gevolgen, bijv. voor het werkgelegenheidsniveau en de veiligheid van werknemers.

2.   Inleiding

2.1.

Geharmoniseerde normen zijn een specifieke categorie Europese normen die op verzoek (een zogenoemd „mandaat”) van de Europese Commissie door een Europese normalisatie-instelling (2) (ENO) zijn opgesteld in het kader van een publiek-privaat partnerschap. Ongeveer 20 % van alle Europese normen is ontwikkeld naar aanleiding van een normalisatieverzoek van de Europese Commissie. Geharmoniseerde normen kunnen worden toegepast om aan te tonen dat bepaalde in de handel gebrachte producten of diensten voldoen aan de technische vereisten van de desbetreffende EU-wetgeving.

2.2.

De technische voorschriften in de EU-wetgeving zijn verplicht, terwijl geharmoniseerde normen gewoonlijk op vrijwillige basis worden gebruikt. Daar het echter voor bedrijven, met name voor kleine en middelgrote bedrijven, bijzonder ingewikkeld is om eigen alternatieve normen te certificeren, worden de geharmoniseerde normen in de praktijk door vrijwel alle bedrijven erkend en in acht genomen.

2.3.

Hoewel het gebruik van geharmoniseerde normen in theorie facultatief is, zijn deze normen in de praktijk dus een cruciaal instrument voor de werking en de ontwikkeling van de eengemaakte markt. Zij zorgen immers voor een vermoeden van conformiteit, dat rechtszekerheid garandeert en de mogelijkheid biedt om nieuwe producten zonder extra kosten op de markt te brengen. De ontwikkeling van een goed systeem van geharmoniseerde normen zou iedereen dan ook voordelen moeten opleveren en bedrijven en werknemers groeikansen moeten bieden, de gezondheid en veiligheid van de consument moeten waarborgen en moeten bijdragen aan de bescherming van het milieu met het oog op een circulaire economie.

2.4.

In maart 2018 heeft de Europese Raad de Commissie verzocht een evaluatie te maken van de stand van zaken van de eengemaakte markt, alsook van de resterende belemmeringen voor de voltooiing ervan. Dit verzoek werd beantwoord in mededeling COM(2018) 772 (3). In deze evaluatie werd grote nadruk gelegd op normalisatie als belangrijke factor voor het wegnemen van technische handelsbelemmeringen, het waarborgen van de interoperabiliteit van producten en aanvullende diensten, het vergemakkelijken van de marktintroductie van innovatieve producten, en het versterken van het vertrouwen van de consument.

2.5.

De snelle technologische veranderingen, de digitalisering en de ontwikkeling van de deeleconomie vergroten echter de behoefte aan een steeds sneller, moderner, efficiënter en flexibeler normalisatiesysteem. In deze context spelen geharmoniseerde normen een sleutelrol. Bovendien heeft een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EU (4) duidelijk gemaakt dat geharmoniseerde normen volledig deel uitmaken van de EU-wetgeving, ook al zijn ze ontwikkeld door onafhankelijke particuliere instanties en blijft het gebruik ervan facultatief. De Commissie moet dan ook toezicht houden op het ontwikkelingsproces van deze geharmoniseerde normen en zorgen voor een snelle uitwerking en doeltreffende tenuitvoerlegging ervan.

2.6.

Om deze reden heeft de Commissie de onderhavige mededeling gepubliceerd, teneinde de balans op te maken van de reeds genomen maatregelen op het gebied van geharmoniseerde normen, alsook van hetgeen nog moet worden gedaan om de normalisatieverordening (EU) 1025/2012 volledig ten uitvoer te leggen.

3.   Samenvatting van het Commissievoorstel

3.1.

Het voorstel van de Commissie is gebaseerd op vier maatregelen die meteen moeten worden genomen om verdere vooruitgang te boeken op het gebied van inclusiviteit, rechtszekerheid, voorspelbaarheid en snelle verwezenlijking van de voordelen die de beschikbaarheid van geharmoniseerde normen voor de eengemaakte markt met zich mee kan brengen.

3.2.   Maatregel 1. De resterende achterstand moet zo spoedig mogelijk worden weggewerkt.

3.2.1.

In 2017 heeft het Refit-platform gewezen op een duidelijke vertraging (backlog) in het normalisatieproces, hetgeen ook al eerder door verschillende belanghebbenden aan de orde was gesteld (5). Deze vertragingen komen vooral voor in sectoren die de gevolgen ondervinden van de digitale transformatie van de economie. In samenspraak met de Europese normalisatieorganisaties is dan ook een strategie uitgewerkt om de achterstand weg te werken.

3.3.   Maatregel 2. De procedures voor de bekendmaking van de referenties van de geharmoniseerde normen in het Publicatieblad moeten worden gestroomlijnd.

3.3.1.

Deze maatregel is gebaseerd op een algemene herziening van de werking van de Commissie. Een en ander heeft geleid tot de samenstelling van een pool van consultants die ermee belast zijn eventuele kritieke punten in het ontwikkelingsproces in een vroeg stadium op te sporen. Voorts is een gestructureerde dialoog in het kader van het publiek-private partnerschap opgezet, alsook een interinstitutionele dialoog waaraan de belangrijkste Europese instellingen (waaronder het EESC) evenals de belanghebbenden hebben deelgenomen. Daarbij is overeengekomen dat besluiten over geharmoniseerde normen vanaf 1 december 2018 door de Commissie via een versnelde schriftelijke procedure moeten worden genomen.

3.4.

Maatregel 3. Er moet een document met richtsnoeren worden opgesteld met het oog op de praktische aspecten van de tenuitvoerlegging van de normalisatieverordening.

3.4.1.

Dit document zal de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende actoren in alle fasen van de ontwikkeling van de geharmoniseerde normen verduidelijken. Met name zullen de materiële en procedurele aspecten worden verduidelijkt van het nieuw formaat van het normalisatieverzoek dat de Commissie thans ontwikkelt om te zorgen voor meer transparantie en voorspelbaarheid bij de ontwikkeling van de normen. De richtsnoeren zullen tevens de rol van de Commissie en haar deskundige consultants verduidelijken. Ten slotte zullen zij bijkomende aanwijzingen bevatten voor de verbetering van de samenhang en snelheid van de procedure voor de beoordeling van de geharmoniseerde normen in alle relevante sectoren.

3.5.   Maatregel 4. Het systeem van consultants moet kracht worden bijgezet om snelle en solide beoordelingen van de geharmoniseerde normen en de tijdige bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie te bewerkstelligen.

3.5.1.

Om te zorgen voor een betere upstream-coördinatie in het beoordelingsproces van de geharmoniseerde normen die de Europese normalisatieorganisaties aan het ontwikkelen zijn, zal de Commissie blijven steunen op de wetenschappelijke input van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en zal zij tegelijkertijd, via het recentelijk ingevoerde systeem van deskundige consultants, de samenwerking intensiveren met de technische comités die belast zijn met de ontwikkeling van normen. Doel is de snelheid, kwaliteit en nauwkeurigheid van de beoordelingen te maximaliseren om de efficiëntie van het hele proces te verbeteren en ervoor te zorgen dat de referenties van de geharmoniseerde normen zo snel mogelijk worden bekendgemaakt in het Publicatieblad.

4.   Algemene opmerkingen

4.1.

Het EESC schaart zich achter de mededeling van de Commissie over geharmoniseerde normen, die tot doel heeft de transparantie en rechtszekerheid van de eengemaakte markt te verbeteren en de goede werking ervan te waarborgen. Parallel met de analyse van dit voorstel van de Commissie wordt ook het EESC-advies INT/878 (6) over het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie 2019 (7) opgesteld, en wel om voor de hand liggende redenen van inhoudelijke verwantschap. Doel is een alomvattende, gecoördineerde en samenhangende reactie te presenteren.

4.2.

Het EESC spreekt nogmaals zijn volledige steun uit voor het beginsel van geharmoniseerde normalisatie als cruciaal instrument voor de voltooiing van de eengemaakte markt, omdat het groeikansen biedt voor bedrijven en werknemers, het vertrouwen van de consument in de kwaliteit en veiligheid van producten versterkt en een betere bescherming van het milieu mogelijk maakt (8). Het Comité is tevens van mening dat een strategie voor geharmoniseerde normalisatie niet los kan worden gezien van de huidige wereldwijde normalisatieprocessen, waarbij een en ander goed op elkaar moet worden afgestemd met het oog op de verdediging van de op Europees niveau vastgestelde normen. Eventuele vertragingen in het Europese normalisatieproces of een gebrekkige verdediging van de Europese normen in de onderhandelingen binnen de ISO kunnen er immers toe leiden dat onze normen worden omzeild of niet verenigbaar zijn met de normen die op internationaal niveau worden goedgekeurd, wat bedrijven en consumenten duidelijk schade zou toebrengen.

4.3.

Het EESC is ingenomen met het initiatief van de Commissie, dat een deel van de jarenlange vertraging (9) op het gebied van geharmoniseerde normalisatie heeft goedgemaakt. Opgemerkt zij evenwel dat voor sommige strategische digitale sectoren zoals blockchain pas onlangs, met aanzienlijke vertraging, een desbetreffende ad-hocwerkgroep van start is gegaan. Aangezien het uiterst moeilijk is om innovatie tijdig te standaardiseren, moet er een duidelijker en concreter werkprogramma worden opgesteld, met inbegrip van tijdschema’s en specifieke uitvoeringsmethoden.

4.4.

De stroomlijning van de interne procedures van de Commissie om de interne besluitvormingsprocessen en de publicatie in het Publicatieblad te versnellen, is zeker op zijn plaats, aangezien hier een van de redenen te vinden is waarom de harmonisatie van de normalisatie in de loop der jaren vertraging heeft opgelopen. Het is met name van essentieel belang dat het geharmoniseerde normalisatiesysteem opgewassen is tegen de nieuwe uitdagingen van de markt, om te voorkomen dat afzonderlijke lidstaten grote stappen voorwaarts nemen die conflicten tussen verschillende nationale regelingen kunnen doen ontstaan.

4.5.

In het bredere vereenvoudigingsproces dat de Commissie voor ogen staat, is het van essentieel belang om de transparantie en met name de inclusiviteit in de governanceprocessen te waarborgen. Dit betekent dat het Europees Economisch en Sociaal Comité, net als bij de in juni 2018 gelanceerde interinstitutionele dialoog, samen met andere belanghebbenden op Europees en nationaal niveau (10), volledig betrokken moet blijven.

4.6.

Het EESC benadrukt dat de actieve deelname van belanghebbenden op nationaal, Europees en internationaal niveau ertoe bijdraagt de normen te versterken en te kwalificeren, hetgeen moet worden aangemoedigd en ondersteund. De belanghebbenden ondervinden immers nog steeds tal van moeilijkheden om toegang te krijgen tot het vaststellingsproces van geharmoniseerde normen. Zo is er met name sprake van problemen wat betreft informatie en bewustmaking van het belang van dit instrument en de toegangsprocedures, van restrictieve deelnamecriteria en buitensporig hoge kosten voor kleine organisaties of bedrijven.

4.7.

In dit verband merkt het Comité op dat de middelen die via het H2020-programma ter beschikking worden gesteld voor de financiering van de deelname van belanghebbenden aan normalisatieprocessen slecht bekend zijn en gemakkelijker toegankelijk en beter gecommuniceerd zouden moeten worden (11). Ook is het van belang dat alle momenteel geplande financiering wordt gehandhaafd en eventueel verhoogd in het volgende meerjarig financieel kader 2021-2027. Dezelfde aanbeveling geldt voor de financiering van de in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 genoemde belanghebbenden.

4.8.

Om de maatregelen ter ondersteuning van normalisatie doeltreffender te maken zouden de projecten die in het kader van het Horizon Europe-programma worden gefinancierd, ook moeten voorzien in betrokkenheid van belanghebbenden bij acties met het oog op de standaardisering van innovaties in het kader van verspreidingsactiviteiten.

4.9.

Aansluitend bij zijn eerdere adviezen (12) dringt het EESC aan op een grondige monitoring van de inspanningen van de belangrijkste actoren op het gebied van normalisatie, teneinde de inclusiviteit van het Europese normalisatiesysteem te vergroten. Het EESC zou in dat verband een ad-hocforum over de inclusiviteit van het Europese normalisatiesysteem kunnen oprichten. Dit orgaan zou belast kunnen worden met de organisatie van een jaarlijkse openbare hoorzitting om de vooruitgang op dit gebied te evalueren en tevens de uitwisseling van goede praktijken tussen de verschillende productiesectoren te bevorderen.

5.   Bijzondere opmerkingen

5.1.

Het Comité merkt op dat de door de Commissie voorgestelde inspanningen om de interne procedures te stroomlijnen en het aantal consultants te verhogen zouden moeten gelden voor verschillende operationele niveaus en betrekking moeten hebben op zowel het personeel als de werking van de interne organisatie. Voor dergelijke op verbetering gerichte inspanningen is dan ook passende financiering geboden. Het Comité zou dan ook graag zien dat de Commissie dit aspect verduidelijkt en wijst erop dat de middelen moeten worden toegewezen in verhouding tot de uitdagingen waarmee de sector wordt geconfronteerd, alsook in overeenstemming met de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1025/2012 (13).

5.2.

Het EESC wijst nogmaals op de noodzaak om een Europese normalisatiecultuur kracht bij te zetten door middel van specifieke bewustmakingscampagnes, waarbij iedereen vanaf de leerplichtige leeftijd wordt betrokken, gaande van afzonderlijke burgers tot politieke besluitvormers. Een ander moet ook tot uiting komen in de internationale overeenkomsten (14). Het zou voorts een goede zaak zijn specifieke bewustmakingscampagnes voor kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups te ontwikkelen.

5.3.

Het EESC hoopt dat de sociaal-economische effectbeoordeling van het normalisatiesysteem, die opgenomen is in het werkprogramma voor Europese normalisatie voor 2019, ook een specifieke plaats zal inruimen voor geharmoniseerde normen en een realistische afweging van eventuele nadelen en kansen, niet alleen in het kader van de interne markt maar ook op mondiaal niveau. Dit betekent dat bij deze beoordeling ook moet worden gekeken naar de indirecte gevolgen van de normalisatie, bijv. voor het werkgelegenheidsniveau en de veiligheid van werknemers (15).

Brussel, 20 maart 2019.

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Luca JAHIER


(1)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(2)  Het Europees Comité voor normalisatie (CEN), het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) en het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI).

(3)  COM(2018) 772 final: De eengemaakte markt in een veranderende wereld. Een unieke troef die hernieuwde politieke betrokkenheid nodig heeft.

(4)  Arrest in zaak C-613/14 „James Elliot Construction/Irish Asphalt Limited”.

(5)  Refit-platform, advies XXII.2.b.

(6)  INT/878, Europese normalisatie voor 2019 (zie bladzijde 74 van dit Publicatieblad).

(7)  COM(2018) 686 final.

(8)  PB C 75 van 10.3.2017, blz. 40.

(9)  Gegevens van de Europese Commissie.

(10)  PB C 34 van 2.2.2017, blz. 86; PB C 75 van 10.3.2017, blz. 40.

(11)  Het LEIT-werkprogramma (Leadership in Enabling and Industrial Technologies) van H2020 financiert projecten die de deelname van belanghebbenden aan het normalisatieproces ondersteunen. Een daarvan is het tweejarige Standict.eu-project (www.standict.eu) om innovaties in de ICT-sector te standaardiseren, met een budget van 2 miljoen euro en ongeveer 300 potentiële begunstigden die geselecteerd worden via periodiek gepubliceerde oproepen. Het LEIT 2019-2020-werkprogramma bevat een soortgelijk onderdeel, „ICT-45-2020: Reinforcing European presence in international ICT standardisation: Standardisation Observatory and Support Facility” (Versterking van de Europese aanwezigheid in de internationale ICT-normalisatie: waarnemingspost voor normalisatie en ondersteuningsfaciliteit), maar met een verdubbeld budget, van 2 tot 4 miljoen euro en met een looptijd van 2 tot 3 jaar.

(12)  PB C 303 van 19.8.2016, blz. 81; PB C 197 van 8.6.2018, blz. 17.

(13)  PB C 197 van 8.6.2018, blz. 17.

(14)  Zie voetnoot 10.

(15)  Zie voetnoot 8.