5.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 228/74


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2019

(COM(2018) 686 final)

(2019/C 228/10)

Rapporteur: Elżbieta SZADZIŃSKA

Raadpleging

Europese Commissie, 14.12.2018

Rechtsgrondslag

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Interne markt, Productie en Consumptie

Goedkeuring door de afdeling

7.3.2019

Goedkeuring door de voltallige vergadering

20.3.2019

Zitting nr.

542

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

122/0/1

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2019, dat een verbetering is van het normalisatiepakket uit 2011. Hoewel de werkzaamheden in het kader van dit initiatief in 2019 zullen worden afgerond, worden in het werkprogramma aandachtsgebieden voor het laatste jaar van uitvoering ervan door de huidige Europese Commissie voorgesteld.

1.2.

Het EESC formuleert elk jaar in een advies opmerkingen en aanbevelingen ten aanzien van de jaarlijkse werkprogramma’s van de Commissie. Het beseft namelijk dat normen van belang zijn voor de bevordering van het concurrentievermogen op de interne markt, voor de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten alsmede voor de verbetering van de kwaliteit en veiligheid daarvan, waar consumenten, ondernemingen en het milieu baat bij hebben (1). Onderhavig advies houdt verband met het advies over geharmoniseerde normen (2).

1.3.

Het EESC ziet dat vooruitgang is geboekt met het realiseren van de inclusiviteit en transparantie van het Europese normalisatiesysteem door de actieve deelname van de organisaties die worden genoemd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1025/2012. De deelname van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld aan dit systeem zou zich niet mogen beperken tot het Europees en nationaal niveau. Ook hun deelname aan internationale normalisatie zou moeten worden ondersteund, uitgebreid en bevorderd.

1.3.1.

Het EESC staat positief tegenover de door de Commissie gezette stappen om de deelname van stakeholders aan normalisatiewerkzaamheden te ondersteunen, met name via het Horizon 2020-programma. Het beveelt niettemin aan om het bestaande mechanisme te versterken en de communicatie over de mogelijkheden voor deelname te verbeteren. Dat zou kleine en middelgrote ondernemingen de kans bieden om normen niet alleen te helpen opstellen, maar ze ook te implementeren.

1.3.2.

Samenhang tussen Europese en internationale normen draagt bij aan de versterking van de concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven in de mondiale waardeketen. Daarom steunt het EESC de dialoog van de Commissie met internationale normalisatieorganisaties, de WTO en andere internationale fora. In dit verband steunt het tevens alle inspanningen en initiatieven van de Commissie om het normalisatieproces te versnellen en doeltreffender te maken, teneinde betere Europese normen op internationaal niveau te beschermen en te promoten (3).

1.4.

Het Europees normalisatiesysteem is gebaseerd op een publiek-privaat partnerschap. Het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie bevat de uitgangspunten voor de toekomstige ontwikkeling van dit partnerschap. Het EESC hoopt dat daarbij zo veel mogelijk stakeholders worden betrokken.

1.5.

Het werkprogramma voor 2019 is gebaseerd op de uitkomsten van interinstitutioneel overleg. Als dit overleg in de toekomst wordt voortgezet, zal dat volgens het EESC het Europese normalisatiesysteem helpen versterken. Het EESC heeft al in eerdere adviezen over normalisatie aangegeven bereid te zijn een ad-hocforum op te richten waarbij een breed scala aan stakeholders wordt betrokken (4).

1.6.

In het programma zijn de vanuit het oogpunt van normalisatie belangrijkste beleidsterreinen vastgesteld: energie, circulaire economie, defensie, veiligheid, interne markt, digitale eengemaakte markt en internationale samenwerking. Het EESC kan zich in deze keuze vinden.

1.7.

Het EESC kijkt uit naar de uitkomsten van het onderzoek naar de economische en maatschappelijke gevolgen van normalisatie. Het vindt dat daarin ook de indirecte gevolgen van normalisatie in aanmerking moeten worden genomen, zoals die voor de werkgelegenheid (5). Bovendien zouden evaluaties achteraf een belangrijke rol moeten spelen bij het opstellen van strategieën en programma’s voor normalisatie.

1.8.

Het EESC herhaalt zijn pleidooi voor een grondige follow-up van de inspanningen van de belangrijkste normalisatieactoren, om het inclusieve karakter van het Europese normalisatiesysteem te versterken. Het EESC zou, als prioriteit, een ad-hocforum over de inclusiviteit van het Europees normalisatiesysteem kunnen oprichten. Deze instantie zou ermee belast worden een jaarlijkse openbare hoorzitting te organiseren om de vorderingen ter zake te beoordelen (6).

2.   Voorstellen van de Commissie

2.1.

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 heeft de Commissie in haar mededeling het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2019 voorgelegd.

2.2.

Strategische prioriteiten voor Europese normalisatie ter ondersteuning van de wetgeving en beleidslijnen van de Unie:

actie ter ondersteuning van de strategie voor een digitale eengemaakte markt;

acties ter ondersteuning van de energie-unie en het klimaat;

actie ter ondersteuning van het actieplan voor de circulaire economie;

actie ter ondersteuning van een diepere, billijkere interne markt met een versterkte industriële basis;

actie ter ondersteuning van het Europees defensieactieplan;

actie ter ondersteuning van de ruimtevaartindustrie in Europa;

actie ter ondersteuning van de Europese veiligheidsagenda.

2.3.

Daarnaast zal de Commissie:

de samenwerking met internationale normalisatie-instellingen voortzetten;

het publiek-private partnerschap verder ontwikkelen en daarbij een breed scala aan stakeholders betrekken;

onderzoek doen naar de economische en maatschappelijke gevolgen van normalisatie.

2.4.

Overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 (indiening van een verslag over de uitvoering van deze verordening) zal de Commissie een beoordeling van het Europese normalisatiesysteem uitvoeren om het functioneren ervan te evalueren.

2.5.

Het gezamenlijke initiatief inzake normalisatie (JIS) zou volgens planning in 2019 moeten worden beëindigd. De Commissie zal de resultaten van de JIS-werkzaamheden analyseren en daarbij drie categorieën onderscheiden:

bewustmaking, onderwijs en goed begrip met betrekking tot het Europese normalisatiesysteem;

coördinatie, samenwerking, transparantie en inclusiviteit;

concurrentievermogen en de internationale dimensie.

3.   Algemene opmerkingen

3.1.

In het jaarlijkse werkprogramma voor 2019 worden de prioriteiten die nu ten uitvoer worden gelegd, nader verduidelijkt en aangevuld, om het Europese normalisatiesysteem aan te passen aan de veranderende internationale randvoorwaarden en de uitdagingen op de wereldwijde markt.

3.2.

Het EESC is het met de Commissie eens dat normalisatie bijdraagt aan de strategie voor de digitale eengemaakte door zich te richten op het internet der dingen, big data, blockchaintechnologie, intelligente vervoerssystemen en autonoom rijden, slimme steden, toegankelijkheid, e-overheid, e-gezondheid en kunstmatige intelligentie (KI). Bovendien moeten nieuwe normen, overeenkomstig de regels voor de bescherming van persoonsgegevens (AVG) (7), compatibel en interoperabel zijn.

3.2.1.

Het EESC hoopt dat alle spelers op de digitale interne markt conform de AVG kunnen rekenen op een hoog niveau van bescherming en beveiliging van hun persoonsgegevens.

3.3.

Volgens het EESC moeten de bestaande veiligheidsnormen en voorschriften op het gebied van KI worden bijgewerkt, met name in het licht van het nieuwe risico dat ermee gepaard gaat. Verwacht zou mogen worden dat met nieuwe normen de negatieve impact van robots en KI op het leven van de mens wordt ingeperkt (8).

3.4.

Cyberveiligheidseisen moeten ervoor zorgen dat nieuwe apparatuur waarin gebruik wordt gemaakt van KI, geen risico’s oplevert voor de gebruikers, zoals grootschalige cyberaanvallen, tracking van consumenten en hacking. Bij het realiseren van deze doelstelling moet een sleutelrol zijn weggelegd voor het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa), dat een permanent mandaat heeft en zich met name zou moeten richten op normalisatie op het gebied van cyberveiligheid (9).

3.5.

Het EESC steunt het voorstel om de CO2-emissies van de vervoerssector terug te dringen. Dit doel moet onder andere worden gerealiseerd met een efficiënter brandstof- en energieverbruik door auto’s, wat de kosten voor de gebruikers zal doen dalen. Tegelijkertijd zal de toename van het aantal geautomatiseerde auto’s geharmoniseerde regels vereisen omdat dit soort auto’s grote risico’s met zich meebrengt (cyberaanvallen, gegevensbescherming, aansprakelijkheid bij ongevallen) (10).

3.5.1.

Het EESC heeft zich in een eerder advies al positief uitgesproken over het derde mobiliteitspakket, dat het als stap in de richting van duurzame Europese mobiliteit beschouwt (11).

3.6.

Het EESC meent dat de voorstellen voor de etikettering van banden (12), de vergroening van de scheepvaartsector door het gebruik van alternatieve brandstoffen, en de uitbreiding van de eisen inzake ecologisch ontwerp (13) tot nieuwe categorieën producten alle kunnen bijdragen aan de bestrijding van de klimaatverandering.

3.7.

Het EESC staat achter de uitwerking van normen voor de circulaire economie. Die zullen duurzame productie bevorderen en aldus helpen natuurlijke hulpbronnen te beschermen (14).

3.8.

Technische normen vergemakkelijken de toepassing van innovatieve oplossingen in de industrie.

3.9.

De Commissie stelt terecht dat de ontwikkeling van een actieplan voor normalisatie op het gebied van defensie door het Europees Defensieagentschap en de Europese normalisatieorganisaties zal helpen om een open en concurrerende Europese markt voor defensieapparatuur tot stand te brengen (15). Soortgelijke actie zal op ruimtevaartgebied worden ondernomen (16).

3.10.

Er moet worden gezorgd voor samenhang tussen Europese en internationale normen en het gebruik van Europese normen buiten de Unie moet worden bevorderd. Daartoe moet de Commissie haar beleidsdialoog met internationale normalisatie-instellingen intensiveren en bilaterale onderhandelingen voeren met niet-Europese landen.

3.11.

Het EESC staat achter het volkomen legitieme voornemen van de Commissie om de positieve invloed van inclusiviteit op de kwaliteit van normalisatie aan te tonen. De deelname van de in bijlage III genoemde organisaties aan normalisatiewerkzaamheden vergroot het concurrentievermogen en creëert zo meerwaarde, en levert de gehele samenleving voordelen op.

3.12.

Het EESC herhaalt zijn pleidooi voor een grondige follow-up van de inspanningen van de belangrijkste normalisatieactoren, om het inclusieve karakter van het Europese normalisatiesysteem te versterken. Het EESC zou, als prioriteit, een ad-hocforum over de inclusiviteit van het Europees normalisatiesysteem kunnen oprichten. Deze instantie zou ermee belast worden een jaarlijkse openbare hoorzitting te organiseren om de vorderingen ter zake te beoordelen.

Brussel, 20 maart 2019.

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Luca JAHIER


(1)  PB C 197 van 8.6.2018, blz. 17; PB C 75 van 10.3.2017, blz. 40; PB C 34 van 2.2.2017, blz. 86; PB C 303 van 19.8.2016, blz. 81.

(2)  INT/879 — Geharmoniseerde normen, Larghi, 2019 (zie bladzijde 78 van dit Publicatieblad).

(3)  INT/879 — Geharmoniseerde normen, Larghi, 2019 (zie bladzijde 78 van dit Publicatieblad).

(4)  PB C 303 van 19.8.2016, blz. 81; PB C 75 van 10.3.2017, blz. 40; PB C 197 van 8.6.2018, blz. 17.

(5)  PB C 197 van 8.6.2018, blz. 17.

(6)  PB C 197 van 8.6.2018, blz. 17.

(7)  PB C 81 van 2.3.2018, blz. 102.

(8)  PB C 288 van 31.8.2017, blz. 1.

(9)  PB C 227 van 28.6.2018, blz. 86.

(10)  PB C 62 van 15.2.2019, blz. 254; PB C 62 van 15.2.2019, blz. 274.

(11)  PB C 62 van 15.2.2019, blz. 254.

(12)  PB C 62 van 15.2.2019, blz. 280.

(13)  PB C 345 van 13.10.2017, blz. 97.

(14)  PB C 264 van 20.7.2016, blz. 98; PB C 367 van 10.10.2018, blz. 97; PB C 283 van 10.8.2018, blz. 61; PB C 62 van 15.2.2019, blz. 207.

(15)  PB C 288 van 31.8.2017, blz. 62.

(16)  PB C 62 van 15.2.2019, blz. 1.