8.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 362/2


Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over beste praktijken voor de onlinepublicatie van rechterlijke beslissingen

(2018/C 362/02)

1.   

In moderne democratieën vereist de rechtsstaat dat de rechterlijke macht het recht op transparante wijze toepast, en dat burgers adequate toegang hebben tot rechtsbronnen. De publicatie van rechterlijke beslissingen biedt inzicht in de manier waarop het recht door de rechter wordt toegepast. Kennis over baanbrekende zaken is van het allergrootste belang voor rechtsbeoefenaars, overheidsinstanties en burgers die moeten worden geïnformeerd over de ontwikkeling van het recht.

2.   

Het internet heeft de manier waarop informatie kan worden verspreid, revolutionair veranderd. Veel rechtbanken en justitiële autoriteiten maken immers gebruik van moderne technologie om rechterlijke beslissingen voor iedereen beschikbaar te maken.

3.   

Om de rechtsorde van de EU goed te laten functioneren is wederzijdse kennis van de rechtsstelsels van andere lidstaten onontbeerlijk, met name, maar niet uitsluitend, wat de toepassing van het EU-recht betreft.

4.   

Bij onlinepublicatie van rechterlijke beslissingen moeten verschillende belangen worden afgewogen, binnen de grenzen van wettelijke en politieke kaders. Uitwisseling van nationale beste praktijken kan dienen als inspiratiebron voor de wijze waarop deze belangen worden afgewogen.

5.   

Dit document beschrijft een reeks van dergelijke beste praktijken. Opgemerkt zij dat deze beste praktijken geen dwingend karakter hebben, niet streven naar harmonisatie en enkel moeten worden beschouwd als een uitnodiging tot reflectie. In hoeverre rechterlijke beslissingen worden gepubliceerd op het internet, en op welke manier, wordt door elke individuele lidstaat en/of rechtbank bepaald.

6.   

In dit document slaat de term „rechterlijke beslissingen” op alle vormen van tussentijdse en definitieve rechterlijke beslissingen, met welke benaming dan ook, die door rechterlijke instanties als omschreven in het nationaal recht zijn gegeven.

7.   

Deze beste praktijken hebben enkel betrekking op de actieve publicatie van rechterlijke beslissingen op het internet; zij hebben geen betrekking op de toegang tot gerechtelijke dossiers/besluiten die vallen onder de nationale regelingen inzake de toegang tot overheidsdocumenten, voor zover dergelijke regelingen zijn gebaseerd op het verlenen van toegang op basis van individuele verzoeken in specifieke gevallen.

I.   Inzake selectie

8.

Wordt slechts een selectie van rechterlijke beslissingen op het internet gepubliceerd, dan kunnen schriftelijke selectiecriteria het werk van de daarvoor bevoegde instanties vergemakkelijken, en tegelijkertijd transparantie ten opzichte van de burger creëren. Met het oog op de transparantie kan publicatie van de selectiecriteria worden overwogen, ongeacht of het gaat om wetgeving, rechterlijke beslissingen of beleidsrichtsnoeren.

II.   Inzake gegevensbescherming

9.

Met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens (en desbetreffende metagegevens) in rechterlijke beslissingen die op het internet worden gepubliceerd, wordt de lidstaten verzocht zich te beraden op de gevolgen van de richtlijn gegevensbescherming, en vanaf 25 mei 2018, van de algemene verordening gegevensbescherming en daarmee samenhangende instrumenten.

10.

Bij de keuze van een (eventuele) methode voor het afschermen van persoonsgegevens in bekendgemaakte rechterlijke beslissingen, moet er vooral op worden gelet dat de tekst leesbaar en begrijpelijk blijft.

11.

Nationale rechtbanken en andere autoriteiten worden aangemoedigd nota te nemen van artikel 95 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie, dat de omstandigheden aangeeft waarin personen en entiteiten die bij het hoofdgeding betrokken zijn, in het kader van de prejudiciële procedures geanonimiseerd kunnen worden, en de punten 21 en 22 van de „Aanbevelingen aan de nationale rechterlijke instanties over het aanhangig maken van prejudiciële procedures”, die met betrekking tot genoemd artikel 95 aanvullende informatie bevatten.

III.   Inzake hergebruik

12.

Het kan als een goede praktijk worden beschouwd om gepubliceerde rechterlijke beslissingen, rekening houdend met technische of budgettaire beperkingen en de kenmerken van het redactieproces, zo veel mogelijk beschikbaar te stellen voor hergebruik in machine-leesbare formaten.

13.

Het kan als een goede praktijk worden beschouwd om ten minste formele metagegevens beschikbaar te stellen voor hergebruik, in een goed gestructureerd formaat.

14.

Om tegemoet te komen aan de behoeften van hergebruikers, kunnen adequate downloadmogelijkheden worden overwogen.

IV.   Inzake verbetering van de bruikbaarheid

15.

Gezien de grote aantallen waarin rechterlijke beslissingen op het internet worden gepubliceerd, moet niet alleen de loutere beschikbaarheid, maar ook de bruikbaarheid van die gegevensbanken in aanmerking worden genomen. Diverse voorzieningen om de bruikbaarheid van gegevensbanken te vergroten, en opties om de daarin opgenomen informatie beter toegankelijk te maken, kunnen worden overwogen, afhankelijk van de volumes en de kenmerken van de gepubliceerde beslissingen, de werkelijke behoeften van de burgers en de juridische gemeenschap, en nationale tradities. Enkele voorbeelden die in aanmerking kunnen worden genomen, zijn zoekmachines en metagegevens. Wat metagegevens betreft, kunnen de verplichte en facultatieve velden die worden genoemd in de ECLI-conclusies, als inspiratiebron dienen.

16.

Volledige publicatie van rechterlijke beslissingen maakt het rechtswezen transparanter, maar leidt dan weer tot omvangrijke gegevensbanken waarin beslissingen van bijzonder juridisch belang of met bijzondere maatschappelijke gevolgen moeilijk vindbaar kunnen zijn. Indien technisch en organisatorisch haalbaar, verdient het aanbeveling om het „belang” van een zekere kwalificatie te voorzien en aan te geven welke beslissingen relevant zijn voor andere partijen dan de partijen in de zaak, en in hoeverre.

Als beste praktijk wat betreft de eenduidige identificatie en aanhaling van rechterlijke beslissingen, moet de invoering van de Europese identificatiecode voor jurisprudentie (ECLI) worden overwogen. Om de voordelen van het ECLI-kader ten volle te benutten, kan worden aanbevolen dat beslissingen waaraan een ECLI is toegekend, ter beschikking worden gesteld via de ECLI-zoekmachine.