7.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 441/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Maatregelen die worden beschouwd als even doeltreffend als artikel 4 van de richtlijn bestrijding belastingontwijking

(2018/C 441/01)

1.   Algemene opmerkingen

In artikel 4 van de richtlijn bestrijding belastingontwijking (hierna „de ATAD” genoemd) (1) is bepaald dat de lidstaten regels inzake renteaftrekbeperking moeten vaststellen die uiterlijk op 31 december 2018 in nationaal recht moeten zijn omgezet (2).

Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de ATAD kunnen „[…] de lidstaten die op 8 augustus 2016 beschikken over nationale specifieke regels ter voorkoming van risico’s op BEPS die even doeltreffend zijn als de in deze richtlijn vervatte regel inzake renteaftrekbeperking, deze specifieke regels toepassen tot het einde van het eerste volledige boekjaar volgend op de datum van bekendmaking, op de officiële website, van de overeenkomst tussen de OESO-leden over een minimumnorm met betrekking tot BEPS-actie 4, doch uiterlijk tot 1 januari 2024”.

In artikel 10, lid 3, van de ATAD is het volgende bepaald: „De in artikel 11, lid 6, bedoelde lidstaten verstrekken de Commissie vóór 1 juli 2017 alle informatie die nodig is om de doeltreffendheid van de nationale specifieke regels ter voorkoming van risico’s op grondslaguitholling en winstverschuiving (base erosion and profit shifting — BEPS) te beoordelen.”

2.   Maatregelen die worden beschouwd als even doeltreffend als artikel 4 van de ATAD

De diensten van de Commissie beschouwen de volgende door de betrokken lidstaten aangemelde regels als „even doeltreffend” als de regels inzake renteaftrekbeperking van artikel 4 van de ATAD. De betrokken lidstaten mogen deze regels overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de ATAD blijven toepassen:

Griekenland — artikel 49 van wet 4172/2013;

Frankrijk — artikel 212 bis van de code général des impôts GTC („rabot”);

Slowakije — sectie 21a van de wet No. 595/2003 Coll;

Slovenië — artikel 32 van de zakon o davku od dohodkov pravnih oseb (ZDDPO-2), en

Spanje — 1) de artikelen 16 en 63 van de „Ley 27/2014, Del Impuesto Sobre Sociedades (territorio común)” en 2) artikel 24 van de Ley Foral 26/2016, Del Impuesto Sobre Sociedades (Navarra).

3.   Criteria voor de beoordeling van gelijke doeltreffendheid

Op basis van de in de ATAD vastgestelde benchmarks hebben de diensten van de Commissie een beoordeling verricht van 1) de juridische vergelijkbaarheid en 2) de economische gelijkwaardigheid van de door de lidstaten aangemelde maatregelen.

Het uitgangspunt voor het onderzoek naar de juridische gelijkwaardigheid van de aangemelde maatregelen was dat uitsluitend de maatregelen ter beperking van de aftrekbaarheid van het financieringskostensurplus in verband met factoren van winstgevendheid van belastingplichtigen in de eerste plaats kunnen worden beschouwd als „even doeltreffend” bij het aanpakken van buitensporige renteaftrek.

Bij de analyse van de economische gelijkwaardigheid van de aangemelde regels en artikel 4 van de ATAD werd gebruikgemaakt van twee criteria.

Ten eerste gold als minimumvereiste dat de aangemelde maatregel niet aanmerkelijk minder inkomsten oplevert dan de regel inzake renteaftrekbeperking op basis van artikel 4 van de ATAD.

Ten tweede werd de aangemelde nationaal maatregel beschouwd als „even doeltreffend” als artikel 4 van de ATAD wanneer de toepassing ervan zou leiden tot soortgelijke of hogere verschuldigde belasting voor een meerderheid van de grote ondernemingen (alle bedrijven behalve kleine en middelgrote ondernemingen) vergeleken met het geraamde resultaat bij toepassing van de regel inzake renteaftrekbeperking van de ATAD.


(1)  Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt (PB L 193 van 19.7.2016, blz. 1).

(2)  Krachtens artikel 11, lid 1, van de ATAD.