Brussel, 17.5.2018

COM(2018) 295 final

2018/0147(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Naar aanleiding van de arresten van het Hof van Justitie in de zogenaamde "Open Skies"-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten door een overeenkomst op het niveau van de Unie (het "horizontale mandaat"). Dergelijke overeenkomsten hebben tot doel alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Europese Unie en derde landen te geven en derhalve de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De bepalingen van de overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in 27 bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Volksrepubliek China (hierna "China" genoemd), of zijn een aanvulling daarop.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De overeenkomst dient een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Unie omdat zij de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten in overeenstemming brengt met de wetgeving van de Unie.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 100, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a), VWEU.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel is volledig gebaseerd op het door de Raad verleende "horizontale mandaat", rekening houdend met de kwesties die onder het EU-recht en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten vallen.

Evenredigheid

Bij de Overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met het EU-recht.

Keuze van het instrument

De Overeenkomst tussen de Unie en China is het efficiëntste instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en China in overeenstemming te brengen met het EU-recht.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadplegingen van belanghebbenden

De Commissie heeft de onderhandelingen gevoerd in overleg met een bijzonder comité, overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU. Ook de sector is tijdens de onderhandelingen geraadpleegd. Er is rekening gehouden met de opmerkingen die tijdens deze procedure zijn gemaakt. De betrokken lidstaten hebben de juistheid van de vermelde bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten geverifieerd. De sector heeft het belang van een solide rechtsgrondslag voor zijn commerciële activiteiten beklemtoond.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Het voorstel voorziet in een vereenvoudiging van de wetgeving. De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en China worden vervangen of aangevuld door in één enkele overeenkomst ondergebrachte bepalingen.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

De partijen bij de overeenkomst stellen elkaar via diplomatieke kanalen schriftelijk in kennis van de voltooiing van hun respectieve interne procedures om de overeenkomst in werking te laten treden. De overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste kennisgeving.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

De internationale luchtvaartbetrekkingen tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten, in de bijlagen bij die overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen.

De traditionele aanwijzingsbepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten van lidstaten zijn echter in strijd met het EU-recht. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten als die luchtvaartmaatschappij door een lidstaat is aangewezen maar niet substantieel in handen is van en gecontroleerd wordt door die lidstaat of onderdanen ervan. Dat wordt beschouwd als discriminatie van EU-luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dat is in strijd met artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat.

Ook andere aspecten, zoals verplichte handelsovereenkomsten tussen luchtvaartondernemingen, moeten in overeenstemming met het EU-recht worden gebracht door bestaande bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen te wijzigen of aan te vullen.

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het "horizontale mandaat" heeft de Commissie met de Volksrepubliek China onderhandeld over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en China. Bij artikel 2 van deze overeenkomst worden de traditionele aanwijzingsbepalingen vervangen door een EU-aanwijzingsbepaling, waardoor alle EU-luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Artikel 4 voorziet in een oplossing voor mogelijke conflicten met de mededingingsregels van de Unie.

Na de ondertekening van de overeenkomst, moet ze worden gesloten. Daartoe wordt hier een besluit voorgesteld.

2018/0147 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Overeenkomstig Besluit …/…/EU van de Raad 1 is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (de overeenkomst) ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(2)De overeenkomst heeft tot doel de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen 27 lidstaten en de Volksrepubliek China in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie.

(3)De overeenkomst dient namens de Unie te worden goedgekeurd.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten ("de overeenkomst") wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die bevoegd is om namens de Europese Unie over te gaan tot de in artikel 6, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving teneinde kenbaar te maken dat de Europese Unie ermee instemt door de overeenkomst gebonden te zijn.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L van , blz. .

Brussel, 17.5.2018

COM(2018) 295 final

BIJLAGE

bij het

Voorstel voor een besluit van de Raad

inzake de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten


ONTWERP

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China

inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE UNIE

enerzijds, en

DE REGERING VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA,

anderzijds

(hierna "de partijen" genoemd),

VASTSTELLEND dat het Europees Hof van Justitie tot de conclusie is gekomen dat sommige bepalingen van tussen verscheidene lidstaten en derde landen gesloten bilaterale overeenkomsten in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Unie,

VASTSTELLEND dat tussen verscheidene lidstaten van de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China een aantal bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten zijn gesloten die soortgelijke bepalingen bevatten en dat de lidstaten verplicht zijn alle passende maatregelen te treffen om onverenigbaarheden tussen deze overeenkomsten en het EU-Verdrag weg te werken,

VASTSTELLEND dat de Europese Unie exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen,

VASTSTELLEND dat in een lidstaat van de Europese Unie gevestigde EU-luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot het verlenen van luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Unie en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Unie en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvaartmaatschappijen die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie,

ERKENNENDE dat samenhang tussen de wetgeving van de Europese Unie en bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China een solide rechtsgrondslag zal vormen voor luchtdiensten tussen de Europese Unie en China en de continuïteit van dergelijke luchtdiensten zal waarborgen,

ERKENNENDE dat als een lidstaat van de Europese Unie een luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen die onder het wettelijk veiligheidstoezicht van een andere lidstaat van de EU staat, de rechten van de Volksrepubliek China uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en de Volksrepubliek China ook van toepassing zijn met betrekking tot die andere lidstaat,

VASTSTELLEND dat de Europese Unie er in deze overeenkomst niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Unie en de Volksrepubliek China te verhogen, noch het evenwicht tussen luchtvervoerders uit de Europese Unie en luchtvervoerders uit de Volksrepubliek China te beïnvloeden, noch deze overeenkomst te laten prevaleren over de interpretatie van de bepalingen van bestaande bilaterale luchtdienstovereenkomsten inzake verkeersrechten,

HERBEVESTIGEND dat de erkenning van het vestigingsrecht en de vaststelling van het beginsel van EU-aanwijzing niet bedoeld of opgezet mogen zijn om ontduiking mogelijk te maken en dat in geval van ontduiking niet kan worden verhinderd dat verkeersrechten worden geweigerd.

ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

ARTIKEL 1

Algemene bepalingen

1.In deze overeenkomst wordt onder "lidstaten" de lidstaten van de Europese Unie verstaan; Onder "EU-Verdragen" worden het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verstaan; . 

2.Wanneer in de overeenkomsten van bijlage 1 wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie.

3.Wanneer in de overeenkomsten van bijlage 1 wordt verwezen naar luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvaartmaatschappijen.

4.Het verlenen van verkeersrechten blijft geschieden op basis van bilaterale overeenkomsten tussen de Volksrepubliek China en elke lidstaat afzonderlijk.

ARTIKEL 2

Aanwijzing van een luchtvaartmaatschappij, vergunningen en machtigingen, weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen

1.De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvaartmaatschappij door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door de Volksrepubliek China aan die luchtvaartmaatschappij zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvaartmaatschappij.

2.    Als de Volksrepubliek China een aanwijzing door een lidstaat heeft ontvangen, verleent zij zo spoedig mogelijk de passende machtigingen en vergunningen, voor zover:

   

I.de luchtvaartmaatschappij, overeenkomstig de EU-verdragen en de wetten en voorschriften inzake vestiging van de aanwijzende lidstaat, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie; en

II.de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en

III.de hoofdvestiging van de luchtvaartmaatschappij zich bevindt op het grondgebied van de lidstaat die de geldige exploitatievergunning heeft verleend; en

IV.de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvaartmaatschappij.

3.    De Volksrepubliek China mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvaartmaatschappij weigeren, intrekken, opschorten of beperken als:

I.de luchtvaartmaatschappij, overeenkomstig de EU-verdragen, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie; of

II.de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

III.de hoofdvestiging van de luchtvaartmaatschappij zich niet bevindt op het grondgebied van de lidstaat die de exploitatievergunning heeft verleend; of

IV. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvaartmaatschappij; of

V.de luchtvaartmaatschappij al over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen de Volksrepubliek China en een andere lidstaat en die luchtvaartmaatschappij, door krachtens deze overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een route die een plaats in een andere lidstaat omvat, met inbegrip van de exploitatie van transitluchtdiensten of diensten die als dusdanig te koop worden aangeboden, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkingen van de verkeersrechten van de derde, vierde of vijfde vrijheid omzeilt, of

VI.de aangewezen luchtvaartmaatschappij houder is van een Air Operators Certificate dat is afgegeven door een lidstaat waarmee de Volksrepubliek China geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten heeft, en die lidstaat verkeersrechten heeft geweigerd aan de Volksrepubliek China.

4.    De rechten en plichten uit hoofde van dit artikel zullen niet op dusdanige wijze worden uitgeoefend dat luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Unie worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit.

ARTIKEL 3

Veiligheid

1.    De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de desbetreffende bepalingen als vermeld in bijlage 2, onder c).

2.    Als een lidstaat een luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van de Volksrepubliek China uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en de Volksrepubliek China zowel van toepassing op de vaststelling, naleving en handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvaartmaatschappij.

ARTIKEL 4

Verenigbaarheid met de mededingingsregels

1.    Bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Volksrepubliek China doen geen afbreuk aan de mededingingsregels van de partijen.

2.    De bepalingen als vermeld in bijlage 2, onder d), worden geschrapt en zijn niet langer van toepassing.

ARTIKEL 5

Bijlagen bij de overeenkomst

De bijlagen vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

ARTIKEL 6

Inwerkingtreding

1.De partijen stellen elkaar via diplomatieke kanalen schriftelijk in kennis van de voltooiing van hun respectieve interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste kennisgeving.

2.Deze overeenkomst is van toepassing op de geldende overeenkomsten en regelingen als vermeld in bijlage 1.

ARTIKEL 7

Beoordeling, herziening of wijziging

1.    De partijen zien toe op de uitvoering van deze overeenkomst en evalueren die regelmatig. In dergelijke evaluaties worden met name eventuele onvoorziene negatieve effecten van de overeenkomst voor elk van de partijen beoordeeld.

2.    Indien een partij daarom vraagt, plegen de partijen overleg over gepaste reacties op de in lid 1 genoemde onvoorziene effecten.

3.    De partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming evalueren, herzien of wijzigen.

ARTIKEL 8

Opzegging

1.Wanneer een in bijlage 1 vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage 1 vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

2.Wanneer alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, hun handtekening onder deze overeenkomst hebben gesteld.

Gedaan te [….] in tweevoud, op [../../….], in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Kroatische, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische, Zweedse en Chinese taal.

VOOR DE EUROPESE UNIE:    VOOR DE REGERING VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA:    



Bijlage 1

Lijst van de overeenkomsten als bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst

a) Overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de Volksrepubliek China en lidstaten van de Europese Unie, als gewijzigd of geamendeerd, die op de datum van ondertekening van deze overeenkomst zijn gesloten, ondertekend of geparafeerd:

-Overeenkomst tussen de Oostenrijkse Bondsregering en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 12 september 1985, hierna de "overeenkomst tussen China en Oostenrijk" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 20 april 1975, hierna de "overeenkomst tussen China en België" genoemd, in bijlage 2;

-Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Republiek Bulgarije en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Peking op 21 juni 1993, hierna de "overeenkomst tussen China en Bulgarije" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Kroatië en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Zagreb op 20 juni 2009, hierna de "overeenkomst tussen China en Kroatië" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst met betrekking tot civiel luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Cyprus en de regering van de Volksrepubliek China, geparafeerd op 5 april 2000, hierna de "overeenkomst tussen China en Cyprus" genoemd, in bijlage 2;

-Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Tsjecho-Slowaakse Socialistische Republiek en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Peking op 25 mei 1988, waarbij de Tsjechische Republiek verklaarde gebonden te zijn door de bepalingen van deze overeenkomst, hierna de "overeenkomst tussen China en de Tsjechië" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Denemarken en de regering van de Volksrepubliek China, geparafeerd op 12 maart 2010, hierna de "overeenkomst tussen China en Denemarken" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Estland en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Tallinn op 1 maart 1999, hierna de "overeenkomst tussen China en Estland" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Finland en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 2 oktober 1975, hierna de "overeenkomst tussen China en Finland" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Franse Republiek en de regering van de Volksrepubliek China "relatif aux communications aériennes", ondertekend te Parijs op 1 juni 1966, hierna de "overeenkomst tussen China en Frankrijk" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst met betrekking tot civiel luchtvervoer tussen de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Peking op 31 oktober 1975, als gewijzigd bij het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst met betrekking tot civiel luchtvervoer tussen de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Peking op 11 december 1995, hierna de "overeenkomst tussen China en Duitsland" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk Griekenland en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 23 mei 1973, hierna de "overeenkomst tussen China en Griekenland" genoemd, in bijlage 2;

-Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Republiek Hongarije en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Boedapest op 15 september 1993, hierna de "overeenkomst tussen China en Hongarije" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van Ierland en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 14 september 1998, hierna de "overeenkomst tussen China en Ierland" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Italiaanse Republiek en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 8 januari 1973, hierna de "overeenkomst tussen China en Italië" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Letland en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Riga op 4 maart 1999, hierna de "overeenkomst tussen China en Letland" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van het Groothertogdom Luxemburg en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 18 november 2002, hierna de "overeenkomst tussen China en Luxemburg" genoemd, in bijlage 2;

-    Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Malta en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 1 september 1997, hierna de "overeenkomst tussen China en Malta" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 23 mei 1996, hierna de "overeenkomst tussen China en Nederland" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Volksrepubliek Polen en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Peking op 20 maart 1986, hierna de "overeenkomst tussen China en Polen" genoemd, in bijlage 2;

-Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Portugese Republiek en de regering van de Volksrepubliek China, geparafeerd op 26 maart 1999, hierna de "overeenkomst tussen China en Portugal" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Socialistische Republiek Roemenië en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Boekarest op 6 april 1972, hierna de "overeenkomst tussen China en Roemenië" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Slowaakse Republiek en de regering van de Volksrepubliek China, geparafeerd op 12 augustus 2010, hierna de "overeenkomst tussen China en Slowakije" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Belgrado op 14 april 1972 en nog steeds van kracht tussen China en Slovenië, hierna de "overeenkomst tussen China en Slovenië" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk Spanje en de regering van de Volksrepubliek China, ondertekend te Peking op 19 juni 1978, hierna de "overeenkomst tussen China en Spanje" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Zweden en de regering van de Volksrepubliek China, geparafeerd op 12 maart 2010, hierna de "overeenkomst tussen China en Zweden" genoemd, in bijlage 2;

-Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van de Volksrepubliek China met betrekking tot luchtdiensten, geparafeerd op 14 april 2011, hierna de "overeenkomst tussen China en het VK" genoemd, in bijlage 2.



Bijlage 2

Lijst van artikelen die zijn opgenomen in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten en waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2, 3 en 4 van deze overeenkomst

a) Aanwijzing door een lidstaat:

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Oostenrijk;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en België;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Bulgarije;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Kroatië;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Cyprus;

-Artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Tsjechië;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Denemarken;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Estland;

-artikel 2 van de overeenkomst tussen China en Finland;

-artikel 2 van de overeenkomst tussen China en Frankrijk;

-Artikel 2, lid 2, van de overeenkomst tussen de China en Duitsland;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Griekenland;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Hongarije;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Ierland;

-artikel III van de overeenkomst tussen China en Italië;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Letland;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Luxemburg;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Malta;

-Artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Nederland;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Polen;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Portugal;

-artikel 2 van de overeenkomst tussen China en Roemenië;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Slowakije;

-artikel 2 van de overeenkomst tussen China en Slovenië;

-artikel 2 van de overeenkomst tussen China en Spanje;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Zweden;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en het VK.

b) Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen:

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Oostenrijk;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en België;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Bulgarije;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Kroatië;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Cyprus;

-Artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Tsjechië;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Denemarken;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Estland;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Finland;

-artikel 15 van de overeenkomst tussen China en Frankrijk;

-artikel 3, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen de China en Duitsland;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Griekenland;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Hongarije;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Ierland;

-artikel III van de overeenkomst tussen China en Italië;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Letland;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Luxemburg;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Malta;

-Artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Nederland;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Polen;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Portugal;

-artikel 2 van de overeenkomst tussen China en Roemenië;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Slowakije;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Slovenië;

-artikel 3 van de overeenkomst tussen China en Spanje;

-artikel 4 van de overeenkomst tussen China en Zweden;

-artikel 5 van de overeenkomst tussen China en het VK.

c) Veiligheid:

-artikel 15 van de overeenkomst tussen China en Kroatië;

-artikel 13 van de overeenkomst tussen China en Denemarken;

-artikel 17 van de overeenkomst tussen China en Hongarije;

-artikel XI bis van de overeenkomst tussen China en Italië;

-artikel 6 van de overeenkomst tussen China en Luxemburg;

-artikel 15 van de overeenkomst tussen China en Portugal;

-artikel 8 van de overeenkomst tussen China en Slowakije;

-bijlage 3 van het memorandum van overeenstemming tussen China en Spanje, gedaan te Peking op 26 november 2004;

-artikel 13 van de overeenkomst tussen China en Zweden;

-artikel 10 van de overeenkomst tussen China en het VK.

d) Verenigbaarheid met de mededingingsregels:

-artikel 12, lid 2, en artikel 14, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Bulgarije;

-artikel 9, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Cyprus;

-artikel 10, lid 2, en artikel 12, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Tsjechië;

-artikel 8, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Estland;

-artikel 7, lid 3, en artikel 8, leden 2 tot en met 6, van de overeenkomst tussen China en Finland;

-voor de overeenkomst tussen China en Frankrijk;

ode laatste zin van lid 1 en de leden 2 en 3 van artikel 5,

ode eerste twee zinnen van lid 1, de eerste zin van lid 2 en alinea B van lid 2 van artikel 3,

ode woorden "in de valuta als overeengekomen tussen de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van beide overeenkomstsluitende partijen", in artikel 12, als gewijzigd bij de uitwisseling van diplomatieke nota's van 15 en 22 september 1966,

oartikel 16, als gewijzigd bij de uitwisseling van diplomatieke nota's van 27 juli en 7 september 1973,

ohet tweede lid van alinea 2) van lid II van de uitwisseling van diplomatieke nota’s van 19 januari en 11 maart 1991 (beginnend met "De exploitatievoorwaarden voor deze diensten ...");

-voor de overeenkomst tussen China en Duitsland;

oartikel 7, lid 3, eerste zin en de woorden "als overeengekomen" in de tweede zin,

oartikel 8, lid 2, eerste zin en het woord "Dergelijke" in de tweede zin,

ode woorden "als overeengekomen" in artikel 8, lid 3,

ode woorden "Als geen overeenkomst kan worden bereikt over een tarief overeenkomstig lid 2 van dit artikel, of" en de woorden "overeengekomen volgens de bepalingen van lid 2" in artikel 8, lid 4;

-artikel 10, lid 2, en artikel 11, leden 2 tot en met 5, van de overeenkomst tussen China en Griekenland;

-artikel 10, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Hongarije;

-artikel 8, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Letland;

-artikel 11, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Luxemburg;

-artikel 12, lid 2, onder a) en b), van de overeenkomst tussen China en Malta;

-Artikel 8, leden 2, 3 en 4 van de overeenkomst tussen China en Nederland;

-artikel 10, lid 2, en artikel 12, leden 2, 3 en 4, van de overeenkomst tussen China en Polen;

-artikel 17, leden 2 tot en met 5, van de overeenkomst tussen China en Portugal;

-artikel 4, leden 2 en 3, van de overeenkomst tussen China en Slovenië;

-artikel 7, lid 3, en artikel 8, leden 2 tot en met 6, van de overeenkomst tussen China en Spanje.



Bijlage 3

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

a) IJsland (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

b) het Vorstendom Liechtenstein (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

c) het Koninkrijk Noorwegen (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

d) de Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).