Brussel,25.4.2018

COM(2018) 234 final

2018/0111(COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake het hergebruik van overheidsinformatie (herschikking)

{SWD(2018) 127 final}

{SWD(2018) 128 final}

{SWD(2018) 129 final}

{SWD(2018) 145 final}


TOELICHTING

1.    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

   Motivering van het voorstel

De publieke sector in de EU-lidstaten produceert grote hoeveelheden data, zoals meteorologische gegevens, digitale kaarten, statistieken en juridische informatie. Die informatie is waardevol voor de digitale economie. Ze wordt niet alleen gebruikt als waardevolle grondstof voor de productie van op gegevens gebaseerde diensten en toepassingen, maar zorgt ook voor meer efficiëntie bij de levering van particuliere en openbare diensten en voor een beter onderbouwde besluitvorming. Daarom ijvert de EU reeds jaren voor het hergebruik van overheidsinformatie.

Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake het hergebruik van overheidsinformatie (de „PSI-richtlijn”) werd vastgesteld op 17 november 2003. De richtlijn was bedoeld om hergebruik van overheidsinformatie in de Europese Unie te vereenvoudigen door de basisvoorwaarden voor hergebruik te harmoniseren en grote hindernissen voor hergebruik op de interne markt weg te nemen. Zij bevat regels inzake non-discriminatie, tariferingsbeginselen, exclusiviteitsregelingen, transparantie, licenties en praktische hulpmiddelen die ervoor moeten zorgen dat overheidsinformatie kan worden opgezocht en hergebruikt.

In juli 2013 is Richtlijn 2003/98/EG gewijzigd bij Richtlijn 2013/37/EU, met als doel de lidstaten ertoe aan te sporen om zoveel mogelijk materiaal dat in het bezit is van overheidsinstanties beschikbaar te stellen voor hergebruik. Tot de wijzigingen behoorden een nieuwe verplichting om het hergebruik van algemeen toegankelijke overheidsgegevens mogelijk te maken, de uitbreiding van de werkingssfeer van de richtlijn tot documenten 1 van openbare bibliotheken, musea en archieven, en standaardregels om de vergoedingen te beperken tot de marginale kosten voor de reproductie, de verstrekking en de verspreiding van informatie. Openbare instanties werden verplicht transparantie te bieden over de regels en voorwaarden die zij hanteren. Alle 28 EU-lidstaten hebben de gewijzigde richtlijn omgezet in nationale wetgeving.

In artikel 13 van de richtlijn is bepaald dat de Europese Commissie de toepassing van de richtlijn dient te evalueren en de resultaten van die evaluatie, samen met eventuele voorstellen tot wijziging, vóór 18 juli 2018 dient mee te delen. De Commissie heeft een evaluatie uitgevoerd en de resultaten daarvan gepubliceerd in een evaluatieverslag 2 . De conclusie van het verslag luidt dat de richtlijn nog steeds bijdraagt aan de verwezenlijking van haar belangrijkste beleidsdoelstellingen. Er moeten evenwel een aantal knelpunten worden aangepakt om het potentieel van overheidsinformatie volledig te kunnen benutten ten behoeve van de Europese economie en samenleving. Het gaat onder meer om realtime toegang tot dynamische gegevens via adequate technische middelen, een breder aanbod van hoogwaardige overheidsgegevens voor hergebruik, de voorkoming van nieuwe vormen van exclusiviteitsovereenkomsten, de beperking van uitzonderingen op het beginsel van de marginale kostprijs en de verduidelijking van de relatie tussen de richtlijn Overheidsinformatie en een aantal gerelateerde rechtshandelingen.

Dit voorstel is bedoeld om die problemen aan te pakken door de richtlijn aan te passen aan de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van databeheer en -gebruik. De algemene doelstelling is de dataeconomie van de EU helpen versterken door meer overheidsgegevens beschikbaar te stellen voor hergebruik, eerlijke concurrentie te waarborgen alsook gemakkelijke toegang tot markten die op basis van overheidsinformatie functioneren, en grensoverschrijdende innovatie op basis van gegevens te bevorderen.

Tegelijkertijd is de herziening van de richtlijn Overheidsinformatie een belangrijk onderdeel van het initiatief inzake de toegankelijkheid en het hergebruik van openbare en met overheidsmiddelen gefinancierde gegevens, dat door de Commissie is aangekondigd in haar tussentijdse evaluatie van de strategie voor een digitale eengemaakte markt 3 .

   Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is gericht op de doelstellingen van de strategie voor de digitale eengemaakte markt en spoort met de bestaande wettelijke instrumenten.

Het is in overeenstemming met de geldende wetgeving inzake gegevensbescherming, met name de algemene verordening gegevensbescherming (GDPR) 4 en de herziene e-privacyregels 5 . Het is duidelijk dat het verband tussen de regelgeving inzake gegevensbescherming en het hergebruik van overheidsinformatie — in de zin dat zowel overheidsinstanties als de hergebruiker volledig moeten voldoen aan de wetgeving inzake gegevensbescherming — een vast onderdeel van het EU-recht is.

Het voorstel beoogt klaarheid te scheppen in de relatie tussen de richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie en het recht sui generis waarin artikel 7 van de databankrichtlijn 6 voorziet. Het voorstel doet geen afbreuk aan de bescherming die door artikel 7 wordt geboden aan overheidsinstanties als fabrikanten van databanken, noch aan de juridische situatie op grond van de huidige richtlijn, waardoor openbare instanties het beschermingsrecht sui generis niet mogen aanwenden om het hergebruik van gegevens in databanken te verbieden of te beperken.

Ten slotte bouwt het voorstel voort op het voorstel voor een verordening inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens 7 dat, eenmaal goedgekeurd, tot een meer concurrerende en geïntegreerde interne markt voor de opslag van gegevens en andere verwerkingsdiensten zal leiden, ter aanvulling op de bepalingen van de richtlijn Overheidsinformatie.

   Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel, dat tot doel heeft de juiste randvoorwaarden te scheppen voor een betere toegang tot en een beter hergebruik van overheidsinformatie in de hele Unie, is een aanvulling op andere initiatieven in het kader van de strategie voor de digitale eengemaakte markt.

Het is in overeenstemming met de richtsnoeren van de Commissie inzake de uitwisseling van gegevens tussen bedrijven onderling en tussen het bedrijfsleven en de openbare sector 8 en borduurt voort op de openbare raadpleging die is gelanceerd met de mededeling „Bouwen aan een Europese data-economie” 9 . Deze richtsnoeren hebben betrekking op een aantal vraagstukken rond het delen van een steeds toenemende hoeveelheid gegevens, die vaak door machines of processen in een geautomatiseerde vorm worden gegenereerd op basis van ontluikende technologieën zoals het internet der dingen (Internet of Things).

Toegang tot en hergebruik van overheidsinformatie worden gezien als belangrijke factoren op het gebied van „big data” en kunstmatige intelligentie. In dit verband vormt dit voorstel een aanvulling op het initiatief betreffende de volgende generatie supercomputers, die tien maal sneller zullen kunnen werken dan de snelste computers nu en die nodig zullen zijn om de steeds grotere hoeveelheden gegevens aan elkaar te koppelen en tot onderlinge verbanden en samenstellingen te komen. De EU wil het voortouw nemen op dit gebied met een overheidsinvestering van 1 miljard EUR in een gemeenschappelijke onderneming die de taak krijgt tegen 2023 10 een HPC-netwerk (High-Performance Computing) op te zetten.

De richtlijn Overheidsinformatie maakt als rechtsinstrument de weg vrij voor de uitrol van een horizontaal beleid ter bevordering van het hergebruik van overheidsinformatie. Tegelijkertijd spoort deze richtlijn met de sectorale wetgeving tot vaststelling van de voorwaarden voor de toegang tot en het hergebruik van gegevens in specifieke gebieden.

De toegang tot en het hergebruik van relevante gegevens in de vervoerssector worden bijvoorbeeld gewaarborgd door de wetgeving inzake de verlening van EU-brede multimodale reisinformatiediensten 11 . In de energiesector bevat het recente voorstel voor een herschikking van de richtlijn elektriciteit 12 bepalingen die consumenten de mogelijkheid bieden om derden toegang te verlenen tot hun verbruiksgegevens, terwijl de Commissie een voorstel heeft gedaan inzake de uitwisseling van waterparametergegevens in het kader van de herziening van de richtlijn betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water 13 . Terwijl die regels een antwoord bieden op sectorspecifieke problemen en op specifieke datasets gericht zijn, creëert het voorstel een horizontaal kader dat voorziet in een minimale harmonisatie van de voorwaarden voor hergebruik op alle gebieden en in alle sectoren.

Het voorstel bouwt bovendien voort op de Inspire-richtlijn 14 , waarbij een juridisch en technisch interoperabiliteitskader is gecreëerd voor de uitwisseling van ruimtelijke gegevens van overheidsinstanties in het kader van het milieubeleid en beleidsmaatregelen en activiteiten die een impact op het milieu hebben. Bijgevolg valt ruimtelijke informatie zowel onder de richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie als onder de Inspire-richtlijn. Terwijl die laatste technisch focust op diensten voor toegang tot gegevens, interoperabiliteitsmodellen en de verplichte uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten, regelt de eerste het hergebruik van ruimtelijke gegevens, met inbegrip van de voorwaarden voor hergebruik door derden. Ter wille van de rechtszekerheid wordt de relatie tussen de twee richtlijnen in het voorstel verduidelijkt.

Ten slotte is het voorstel gebaseerd op de initiatieven van de Commissie op het gebied van open toegang en open wetenschap, zoals de aanbeveling betreffende de toegang tot en de bewaring van wetenschappelijke informatie, die samen met de richtlijn Overheidsinformatie is herzien 15 . Het is tevens een aanvulling op de acties om de ontwikkeling van tools en diensten te bevorderen ter ondersteuning van open wetenschap en ter promotie van een pan-Europese toegang tot de hulpbronnen in het kader van de Europese open wetenschapscloud.

2.    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

   Rechtsgrondslag

De richtlijn Overheidsinformatie is aangenomen op grond van artikel 114 VWEU (95 VEG), aangezien het onderwerp betrekking heeft op de goede werking van de interne markt en het vrije verkeer van diensten. Daarom moeten wijzigingen op de richtlijn dezelfde rechtsgrond hebben.

   Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Dit betekent dat twee aspecten positief moeten worden beoordeeld: de toetsing van de noodzakelijkheid en de toetsing van de toegevoegde waarde voor de EU.

In het kader van de noodzakelijkheidstoets wordt bekeken of de doelstellingen van het voorstel niet in voldoende mate door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt. Het wegnemen van de resterende belemmeringen voor een open hergebruik van overheidsinformatie, gekoppeld aan de afstemming van het wettelijk kader op de snel veranderende digitale sociaaleconomische omgeving, kan niet door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt. Uiteenlopende nationale oplossingen zouden wellicht een rem vormen op de tendens naar meer grensoverschrijdend hergebruik. De verschillen tussen de niveaus van „open gegevens” in alle EU-lidstaten zouden immers blijven bestaan en nog toenemen, met een negatief effect op de homogeniteit en het concurrentievermogen binnen de digitale eengemaakte markt. De voorgestelde maatregelen zijn evenredig, aangezien met nationale maatregelen niet dezelfde resultaten kunnen worden geboekt (toename van de hoeveelheid open toegankelijke herbruikbare overheidsinformatie). Ze waarborgen tegelijk een competitieve en niet-discriminerende omgeving in de hele interne markt. De voorgestelde maatregelen kunnen worden beschouwd als de volgende stap in de richting van volledige beschikbaarheid van overheidsinformatie voor hergebruik: een beleidsdoelstelling die de lidstaten reeds in 2003 hebben aanvaard en in 2013 hebben bevestigd. Anderzijds blijft het voorstel voor wetenschappelijke informatie beperkt tot het waarborgen van de wettelijke herbruikbaarheid van onderzoeksgegevens voor zover die onderzoeksgegevens reeds zijn vrijgegeven op grond van een nationale wettelijke verplichting of op grond van een overeenkomst met instanties die onderzoek financieren. Er komen geen uniforme regels om de toegang of het hergebruik van wetenschappelijke informatie te waarborgen. Dit wordt overgelaten aan de lidstaten.

Het voorstel is eveneens positief beoordeeld met betrekking tot de toegevoegde waarde voor de Unie. Dit is duidelijk bevestigd tijdens het evaluatieproces van de huidige richtlijn Overheidsinformatie 16 . Daaruit is gebleken dat die richtlijn wordt beschouwd als een belangrijk instrument dat de nationale autoriteiten in de EU ertoe heeft aangespoord meer overheidsgegevens open te stellen en dat ze heeft bijgedragen tot het ontstaan van een EU-brede markt voor producten en diensten op basis van overheidsinformatie.

   Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 5 VEU, aangezien het niet verder gaat dan wat nodig is om de vastgestelde problemen op te lossen en de doelstellingen ervan te verwezenlijken.

Het voorstel voorziet in evenwichtige en doelgerichte beleidsmaatregelen. Door te focussen op nieuwe eisen op gebieden waar verandering nodig is, worden de nalevingslasten gereduceerd in gebieden waar verandering niet essentieel maar wel moeilijk te bewerkstellingen is. Bovendien is de in de vorige herziening van de richtlijn uitgeteste interventielogica (als eerste stap zorgen voor een concurrerende markt voor het hergebruik van overheidsinformatie, gevolgd door de verplichting om hergebruik toe te staan) efficiënt gebleken om ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden verwezenlijkt voor alle groepen die achtereenvolgens in de werkingssfeer van de richtlijn zijn opgenomen, waarbij een ruime aanpassingsperiode werd gehanteerd.

De begeleidende effectbeoordeling 17 zoomt nader in op de evenredigheid en de kosten en doeltreffendheid van de opties in dit wetgevingsvoorstel.

   Keuze van het instrument

Dit voorstel behelst een ingrijpende wijziging van Richtlijn 2003/98/EG, waaraan diverse nieuwe bepalingen worden toegevoegd. Ter wille van de duidelijkheid wordt voorgesteld om te opteren voor een herschikking. Aangezien de herschikte tekst een richtlijn is, wordt dit voorstel omwille van de consistentie van het wetgevend werk en om de omzetting door de lidstaten te faciliteren, ook ingediend in de vorm van een richtlijn.

3.    EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

   Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De bestaande richtlijn is geëvalueerd als onderdeel van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit). Overeenkomstig de richtsnoeren voor betere regelgeving is de evaluatie gebeurd op basis van de beoordelingscriteria doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie, samenhang en meerwaarde voor de Unie. Ook de economische, sociale en milieueffecten van de richtlijn werden beoordeeld. Tijdens de evaluatie werd gezocht naar manieren om de regelgevingskosten te drukken en de bestaande wetgeving te vereenvoudigen zonder de verwezenlijking van de onderliggende beleidsdoelstellingen in het gedrang te brengen.

Het evaluatieverslag 18 heeft bevestigd dat de richtlijn Overheidsinformatie in het algemeen goed functioneert. De richtlijn draagt nog steeds bij tot de verwezenlijking van de belangrijkste beleidsdoelstellingen, namelijk het stimuleren van de markt voor digitale inhoud voor op overheidsinformatie gebaseerde producten en diensten, de grensoverschrijdende exploitatie van overheidsinformatie bevorderen en mededingingsverstoringen op de EU-markt voorkomen. Tegelijkertijd heeft ze een positieve impact op de transparantie, mondigheid van de burger, en de efficiëntie van de publieke sector.

In het verslag wordt echter ook aangegeven dat een aantal knelpunten moeten worden aangepakt om het potentieel van overheidsinformatie voor de Europese economie en samenleving volledig te kunnen benutten: toegang in realtime tot dynamische gegevens via adequate technische middelen, belemmeringen terugdringen, ook op financieel vlak, voor het hergebruik van hoogwaardige overheidsgegevens, erkennen dat relevante gegevens vaak niet door de publieke sector zelf worden geproduceerd maar door overheidsbedrijven in het kader van de verstrekking van bepaalde diensten van algemeen economisch belang of in het kader van door de overheid gefinancierd onderzoek, nieuwe vormen van exclusiviteitsregelingen, uitzonderingen op het beginsel van de marginale kostprijs en het verband tussen de richtlijn Overheidsinformatie en een aantal gerelateerde rechtsinstrumenten.

   Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft tussen juni 2017 en eind januari 2018 een raadpleging georganiseerd over de herziening van de richtlijn Overheidsinformatie. Het doel was de werking van de richtlijn te evalueren en na te denken over de reikwijdte van de herziening en de verschillende beleidsopties. Tijdens de raadpleging werd het advies gevraagd van zowel houders van overheidsinformatie (overheidsinstanties) als hergebruikers (publieke, particuliere, commerciële en niet-commerciële actoren).

Op de aanvangseffectbeoordeling die op de website „Betere regelgeving” werd gepubliceerd, kon gedurende 4 weken (18 september 2017 – 16 oktober 2017) feedback worden gegeven. Zeven belanghebbenden dienden een reactie in.

Op de specifieke raadplegingspagina liep gedurende 12 weken (19 september 2017 – 15 december 2017) een openbare onlineraadpleging. Alle belanghebbenden, waaronder overheden, houders en gebruikers van overheidsinformatie, commerciële en niet-commerciële hergebruikers, deskundigen, academici en burgers, werden opgeroepen een bijdrage te leveren. De onlineraadpleging had betrekking op zowel de beoordeling van de uitvoering van de huidige richtlijn als de problemen, doelstellingen en opties voor de toekomst. Respondenten konden ook documenten, zoals standpuntnota’s, uploaden. Middels diverse gerichte acties heeft de Commissie de belanghebbenden geïnformeerd over de openbare onlineraadpleging en opgeroepen deel te nemen. De Commissie ontving feedback van 273 belanghebbenden. In totaal werd rekening gehouden met 56 nota’s die de Commissie eind januari 2018 had ontvangen.

In het kader van de evaluatie en de effectbeoordeling werden een aantal evenementen voor belanghebbenden georganiseerd om specifieke kwesties te bespreken of specifieke actoren te bereiken, waaronder een openbare hoorzitting op 19 januari 2018, waar iedereen een bijdrage kon leveren tot de discussie over het toekomstige opzet van de richtlijn Overheidsinformatie. Voorts hebben er een aantal ad-hocvergaderingen plaatsgevonden met vertegenwoordigers van belanghebbende partijen.

De algemene conclusie van de raadpleging luidde dat de richtlijn Overheidsinformatie goed functioneert maar op een aantal punten ruimte laat voor verbetering, zoals de beschikbaarheid van dynamische gegevens, regels inzake vergoedingen en de bredere beschikbaarheid van waardevolle overheidsinformatie, m.i.v. onderzoeksgegevens en gegevens die in het kader van de vervulling van een overheidsopdracht worden gegenereerd.

   Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Het voorstel is onderbouwd door een studie over de werking van de richtlijn Overheidsinformatie (SMART 2017/0061) 19 . Het doel van de studie was de Commissie bij te staan bij de evaluatie van het bestaande rechts- en beleidskader inzake de toegang tot en het hergebruik van gegevens (beoordeling van de rol die de richtlijn Overheidsinformatie heeft gespeeld bij het promoten van het hergebruik van overheidsinformatie in heel Europa), en na te gaan of de richtlijn kon worden verbeterd om een antwoord te bieden op de geconstateerde tekortkomingen en/of nieuwe ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan sinds de vorige herziening van de richtlijn (in het bijzonder door de beoordeling van de verwachte effecten van een aantal beleidsopties en combinaties daarvan). De studie is gebaseerd op een combinatie van een aantal bronnen en methoden, waaronder strategische interviews, deskresearch, interviews met belanghebbenden op EU- en nationaal niveau, workshops met praktijkdeskundigen in overheidsdienst en academici, alsook met hergebruikers en spelers uit de data-economie, online-enquêtes voor overheidsinstanties, waaronder openbare culturele instellingen, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, evenals de gemeenschap van hergebruikers en ten slotte een analyse van de openbare onlineraadpleging van de Commissie.

In het kader van haar voorbereidende werkzaamheden heeft de Commissie ook een analyse gemaakt van het recentste rapport Open Data Maturity in Europa 20 , waarin de maturiteit op het gebied van open data in Europa wordt gemeten op basis van een reeks indicatoren die afgestemd zijn op de richtlijn Overheidsinformatie. Die analyse werd aangevuld met informatie uit de verslagen van de lidstaten, die zij ingediend hebben in het kader van de monitoring van de tenuitvoerlegging van de richtlijn Overheidsinformatie overeenkomstig artikel 13, lid 2. De Commissie heeft op 15 november 2017 aanvullende input van de lidstaten gekregen tijdens een vergadering van de groep van deskundigen inzake overheidsinformatie en op 22 februari 2018 tijdens een vergadering van de groep voor de strategie voor de digitale eengemaakte markt.

   Effectbeoordeling

Het voorstel is gebaseerd op een effectbeoordeling, waarover de Raad voor regelgevingstoetsing van de Commissie op 16 maart 2018 21 een positief advies met voorbehoud heeft uitgebracht. De knelpunten die de Raad voor regelgevingstoetsing had aangestipt, werden behandeld in de herziene versie van de effectbeoordeling 22 , waarin een specifiek hoofdstuk is opgenomen over de veranderingen die zijn aangebracht naar aanleiding van het eerste advies van de Raad voor regelgevingstoetsing.

In de effectbeoordeling zijn de volgende opties overwogen: a) een basisscenario (voortzetting van het huidige beleid, zonder wijzigingen); b) het stopzetten van EU-maatregelen (intrekking van de richtlijn Overheidsinformatie); c) uitsluitend „soft law”-maatregelen; en d) een combinatie van wijzigingen van de richtlijn Overheidsinformatie en soft law.

De opties b) en c) zijn reeds in een vroeg stadium terzijde geschoven, terwijl optie a) is behouden als basisscenario en optie d) is voorgesteld als twee mogelijke pakketten: één met alle elementen van een lagere normatieve intensiteit en één met alle elementen van een hogere normatieve intensiteit. De elementen die in de beide pakketten zaten, waren het gebruik van API’s voor dynamische gegevens, de herziening van de regels inzake tarieven, de beschikbaarheid van gegevens uit met overheidsmiddelen gefinancierd onderzoek en van overheidsbedrijven en particuliere ondernemers uit de sectoren vervoer en nutsvoorzieningen, alsook de „lock-in” (vergrendeling) van gegevens.

Beide pakketten werden onderworpen aan een diepgaande vergelijking met de basisoptie. Op basis van de in de effectbeoordeling gepresenteerde feiten, is de voorkeursoptie een gemengd pakket van minder stringente regulering in combinatie met een herziening van de bestaande „soft law” geworden. Die keuze is gebaseerd op de volgende elementen:

Dynamische gegevens/API’s: een „zachte” verplichting voor de lidstaten om dynamische gegevens tijdig beschikbaar te stellen en API’s in te voeren. Voor een beperkt aantal fundamentele hoogwaardige datasets (vast te stellen middels een gedelegeerde handeling) komt er een harde verplichting.

Tarieven: strengere regels voor lidstaten die een uitzondering willen inroepen op de algemene regel dat openbare lichamen voor de verspreiding van gegevens niet meer dan de marginale kostprijs mogen aanrekenen. Er komt een lijst van fundamentele hoogwaardige datasets die kosteloos beschikbaar moeten zijn in alle lidstaten (dezelfde datasets als hierboven beschreven, vast te stellen middels een gedelegeerde handeling).

Gegevens uit de sectoren vervoer en nutsvoorzieningen: de richtlijn zal alleen gelden voor overheidsbedrijven, niet voor particuliere ondernemingen. Het aantal verplichtingen blijft beperkt: overheidsbedrijven kunnen een hogere kostprijs dan de marginale kosten aanrekenen en zijn niet verplicht om de gegevens die zij niet willen vrijgeven beschikbaar te stellen.

Onderzoeksgegevens: de lidstaten worden verplicht een beleid te ontwikkelen inzake de toegang tot gegevens van door de overheid gefinancierd onderzoek, maar behouden flexibiliteit voor de uitvoering daarvan. De richtlijn Overheidsinformatie zal ook betrekking hebben op onderzoeksgegevens die reeds beschikbaar zijn gesteld op basis van een open-toegangsmandaat. Daarbij ligt de focus op het hergebruik.

Niet-exclusiviteit: transparantievereisten voor publiek-private overeenkomsten inzake overheidsinformatie (voorafgaande controle, eventueel door de nationale mededingingsautoriteiten en openbaarheid van de uiteindelijke overeenkomst).

Dit wordt gekoppeld aan een bijwerking van de aanbeveling inzake de toegang tot en de bewaring van wetenschappelijke informatie 23 en de verduidelijking van het verband tussen de richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie en de Inspire- en databankenrichtlijnen.

De gekozen optie maakt de weg vrij voor gerichte en evenredige maatregelen, waardoor het beleid van de Commissie inzake open data wordt versterkt. Er wordt aangenomen dat een en ander ten opzichte van het basisscenario tot een aanzienlijke verbetering zal leiden. Deze optie geniet brede steun bij de belanghebbenden en kan binnen een redelijke termijn worden uitgevoerd omdat ze bij de lidstaten weinig weerstand oproept. Hoewel de baten van het scenario van een stringentere regelgevende interventie aanzienlijk worden geacht, wordt een dergelijk scenario in het algemeen minder haalbaar geacht en brengt het hogere nalevingskosten en grotere risico’s voor de juridische en politieke samenhang mee.

   Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel vormt een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van de Refit-doelstellingen en heeft betrekking op twee grote groepen belanghebbenden: hergebruikers en instanties die in het bezit zijn van documenten die onder de richtlijn vallen. Alleen aan die laatste worden verplichtingen opgelegd. Bij de analyse van die verplichtingen moet er rekening mee worden gehouden dat verscheidene eisen van de richtlijn, met name de eisen inzake praktische regelingen voor het ter beschikking stellen van gegevens, veeleer deel uitmaken van de algemene inspanningen voor de digitalisering van de overheid 24 en niet louter moeten worden gezien als de kostprijs voor de toepassing van de richtlijn Overheidsinformatie.

Niettemin bevat het voorstel bepalingen die, overeenkomstig het Refit-programma van de Commissie, een verdere vermindering van de administratieve lasten en grotere kostenbesparingen voor de uitvoering van de richtlijn beogen, onder meer met de regels inzake de tarieven en de verduidelijking van het verband met andere rechtsinstrumenten van de Unie, zoals de databanken- en Inspire-richtlijnen. Bovendien zullen een groter gebruik van API’s en de proactieve onlinepublicatie van dynamische gegevens de administratieve lasten voor overheidsinstanties doen dalen dankzij een afname van het aantal verzoeken om hergebruik en een lager risico op klachten (met inbegrip van processen). Het opheffen van de rapportageverplichtingen voor lokale, regionale of nationale openbare lichamen zullen de administratieve lasten en kosten doen dalen.

Voor houders van documenten die door dit voorstel tot het toepassingsgebied van de richtlijn gaan behoren, streeft het voorstel naar een beperking van de administratieve lasten. Voor documenten van overheidsbedrijven die diensten van algemeen economisch belang leveren, wordt de impact in het voorstel op drie manieren beperkt. Ten eerste zijn de verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn alleen van toepassing voor zover de betrokken overheidsbedrijven beslist hebben bepaalde documenten beschikbaar te stellen voor hergebruik. Ten tweede gelden de procedurele verplichtingen om een verzoek om hergebruik op een bepaalde manier en binnen specifieke termijnen te behandelen niet voor die groep houders van gegevens. Ten slotte geldt voor de verplichting om bepaalde documenten via bepaalde technische middelen ter beschikking te stellen een uitzondering indien die verplichting te belastend is voor die ondernemingen. Voor onderzoeksgegevens, een specifieke categorie van documenten die door wetenschappelijke onderzoekers worden geproduceerd, wordt in het voorstel de impact beperkt doordat het slechts van toepassing zal zijn op onderzoeksgegevens waarvoor de onderzoeker reeds alle relevante inspanningen heeft geleverd om ze openbaar te maken, met name via toegankelijke onlinedatabanken die ontworpen zijn met het oog op automatische verspreiding, waardoor de betrokken onderzoeker zelf niet meer hoeft in te grijpen. Voor dergelijke webgebaseerde databanken, die doorgaans door academische instellingen worden gefinancierd, bestaan er speciale helpdesks om hergebruikers te helpen bij technische problemen bij de toegang tot documenten in die databanken.

Tegelijk zullen commerciële entiteiten (voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen) dankzij dit voorstel veel gemakkelijker en gratis een beroep kunnen doen op hoogwaardige gegevens die online beschikbaar zijn. Hierdoor moeten geen individuele verzoeken meer worden ingediend en vallen ook de transactiekosten weg, hetgeen opnieuw bijdraagt aan de Refit-doelstellingen.

   Grondrechten

Het voorstel creëert geen specifieke problemen op het gebied van de eerbiediging van de grondrechten. Het is in overeenstemming met het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikel 8 van het Handvest van de grondrechten).

4.    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

5.    OVERIGE ELEMENTEN

   Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Commissie zal de impact van de richtlijn monitoren aan de hand van een regelmatig overzicht van het Europees dataportaal, dat als input zal dienen voor het jaarverslag inzake de maturiteit op het gebied van open data.

De evaluatieclausule is aangepast, zodat de volgende impactanalyse vier jaar na de omzettingsdatum van de wijzigingsrichtlijn kan worden uitgevoerd. Bij die evaluatie zal worden nagegaan of de richtlijn heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van haar algemene doelstelling, namelijk het versterken van de Europese data-economie dankzij een sterker positief effect van het hergebruik van overheidsinformatie op de economie en de samenleving. De evaluatie zal gebeuren op basis van vijf criteria (doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie, samenhang en meerwaarde voor de Unie) en de basis vormen voor effectbeoordelingen van eventuele extra maatregelen.

Wat onderzoeksgegevens betreft, zal de rapportage over de follow-up gebeuren door de nationale referentiepunten die zijn opgezet bij de aanbeveling van de Commissie van 17 juli 2012 betreffende de toegang tot en de bewaring van wetenschappelijke informatie, als herzien op 25 april 2018 25 .

   Toelichtende stukken

Gezien het toepassingsgebied van het voorstel en het feit dat het gaat om een herschikking van een bestaande richtlijn die reeds volledig door alle lidstaten is omgezet, is het gerechtvaardigd noch evenredig om toelichtende stukken over de omzetting te verlangen.

   Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk I omschrijft de materiële werkingssfeer van de richtlijn en het algemene principe.

Met de herschikking wordt het toepassingsgebied van de richtlijn uitgebreid tot documenten die in het bezit zijn van enerzijds overheidsbedrijven die actief zijn op de gebieden als omschreven in Richtlijn 2014/25/EU betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en anderzijds overheidsbedrijven die als exploitant van openbare diensten actief zijn op grond van Richtlijn (EG) nr. 1370/2007, voor zover die activiteiten deel uitmaken van de diensten in het algemeen belang als bepaald in de nationale wetgeving of andere bindende regels van de lidstaat.

Het toepassingsgebied wordt ook uitgebreid tot bepaalde onderzoeksgegevens, een specifieke categorie van documenten die zijn opgesteld in het kader van wetenschappelijk onderzoek, namelijk resultaten van wetenschappelijk feitenonderzoek (experimenten, onderzoeken en vergelijkbare methoden) dat aan de basis ligt van wetenschappelijk onderzoek. Publicaties in wetenschappelijke tijdschriften blijven uitgesloten van het toepassingsgebied vanwege de extra problemen inzake het beheer van de rechten. Bijgevolg zal het aantal voorbeelden van documenten in het bezit van onderwijs- en onderzoeksinstellingen, met inbegrip van organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten, scholen en universiteiten, met uitzondering van universiteitsbibliotheken, beperkt zijn.

Het algemene beginsel dat documenten die binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, kunnen worden hergebruikt voor commerciële en niet-commerciële doeleinden overeenkomstig de in de richtlijn vastgestelde voorwaarden (artikel 3), wordt niet gewijzigd voor documenten waarop de richtlijn reeds vóór de herschikking van toepassing was. Voor documenten die door de herschikking in het toepassingsgebied van de richtlijn worden opgenomen, is het algemene beginsel slechts van toepassing voor zover de betrokken overheidsbedrijven de documenten beschikbaar hebben gesteld voor hergebruik (idem als de bepalingen die momenteel gelden voor documenten waarvan de intellectuele-eigendomsrechten berusten bij bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven (artikel 3, lid 2 van Richtlijn 2003/98/EG als gewijzigd bij Richtlijn 2013/13/EU) of — in het geval van onderzoeksgegevens — indien de gegevens door de onderzoeker via een onlinedatabank van onderzoeksgegevens beschikbaar zijn gesteld op grond van eisen die door de financiers van het onderzoek aan de onderzoeker zijn opgelegd om de toegang tot en het hergebruik van deze gegevens door een breder publiek toe te staan („mandaat van de financier inzake open toegang”).

In artikel 1, lid 6, wordt verduidelijkt dat een openbaar lichaam als houder van rechten het zogenoemde recht sui generis ter bescherming van de fabrikanten van databanken als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 96/9/EG betreffende de rechtsbescherming van databanken, niet kan inroepen als reden om hergebruik van de inhoud van een databank te verbieden.

Hoofdstuk II (artikel 4) wordt gewijzigd om te specificeren dat de procedurele voorschriften niet van toepassing zijn op overheidsbedrijven of onderzoeksgegevens teneinde de administratieve lasten voor de bevoegde organen of organisaties zoveel mogelijk te beperken.

Hoofdstuk III bevat een reeks aanpassingen van de voorwaarden en de manier waarop gegevens voor hergebruik ter beschikking worden gesteld. In artikel 5 wordt rekening gehouden met het toenemende belang van dynamische gegevens („in realtime”) en dit artikel voorziet voor openbare lichaam in de verplichting om dergelijke gegevens beschikbaar te stellen via een applicatieprogramma-interface (API). Artikel 6 wordt gewijzigd om te specificeren dat documenten ook gratis mogen worden verstrekt. Gratis verstrekken van documenten zal met name gelden voor onderzoeksgegevens en een lijst van hoogwaardige datasets die overeenkomstig artikel 13 in een gedelegeerde handeling worden vastgesteld. In het voorstel wordt erkend dat de kosten voor het anonimiseren van documenten die persoonsgegevens bevatten in de kostenberekening mogen worden opgenomen. In artikel 10 is bepaald dat de lidstaten de beschikbaarheid van onderzoeksgegevens ondersteunen middels nationale beleidsmaatregelen en acties om met overheidsmiddelen gefinancierde onderzoeksgegevens beschikbaar te stellen (“open-toegangsbeleid”). Dat artikel bepaalt tevens dat gegevens die reeds op basis van „open toegang” in onderzoeksdatabanken beschikbaar zijn overeenkomstig de bepalingen van de richtlijn, mogen worden hergebruikt voor commerciële en niet-commerciële doeleinden.

Hoofdstuk IV (artikel 12) is gewijzigd om te verduidelijken dat het verbod op exclusiviteitsregelingen ook geldt voor regelingen waarbij er niet expliciet sprake is van een exclusief recht tot hergebruik maar die tot gevolg kunnen hebben dat de toegang wordt beperkt tot één of een zeer klein aantal hergebruikers.

In een nieuw hoofdstuk V wordt een specifieke categorie van hoogwaardige datasets gedefinieerd. De categorie van hoogwaardige datasets is een reeks documenten waarop de richtlijn overeenkomstig artikel 1 van toepassing is en waarvan het hergebruik belangrijke sociaaleconomische voordelen oplevert. De lijst van die hoogwaardige datasets zal worden vastgesteld in een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 290 VWEU. In die gedelegeerde handeling worden ook de modaliteiten voor de publicatie en het hergebruik van die gegevens vastgesteld. In principe moeten dergelijke hoogwaardige datasets gratis kunnen worden hergebruikt en moet voor de verspreiding van dynamische inhoud gebruik worden gemaakt van applicatieprogramma-interfaces (API’s).

🡻2003/98/EG (aangepast)

2018/0111 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake het hergebruik van overheidsinformatie (herschikking)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 95 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 26 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's 27 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 nieuw

(1)Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad 28  is ingrijpend gewijzigd. Aangezien er nieuwe wijzigingen nodig zijn, moet de richtlijn ter wille van de duidelijkheid worden herschikt.

(2)Overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2003/98/EG en vijf jaar na de vaststelling van wijzigingsrichtlijn 2013/37/EU heeft de Commissie, na raadpleging van de relevante belanghebbenden, de toepassing van de richtlijn geëvalueerd in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving 29 .

(3)Op basis van de raadpleging van de belanghebbenden en de resultaten van de effectbeoordeling 30 heeft de Commissie geconcludeerd dat maatregelen op EU-niveau noodzakelijk zijn om een aantal overblijvende en nieuwe belemmeringen voor het grootschalig hergebruik van overheidsinformatie en met overheidsmiddelen gefinancierde informatie weg te werken en het regelgevingskader aan te passen aan de vooruitgang op het gebied van digitale technologieën, zoals kunstmatige intelligentie en het internet der dingen.

(4)Teneinde het potentieel van overheidsinformatie optimaal te benutten ten behoeve van de Europese economie en samenleving, zijn de inhoudelijke wijzigingen van de rechtshandeling toegespitst op de volgende gebieden: het verlenen van toegang tot dynamische gegevens in realtime en via adequate technische middelen, het uitbreiden van het aanbod aan hoogwaardige overheidsgegevens voor hergebruik, inclusief gegevens van overheidsbedrijven, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, het aanpakken van nieuwe vormen van exclusiviteitsregelingen, het gebruik van uitzonderingen op het beginsel dat slechts de marginale kostprijs in rekening mag worden gebracht en het verband tussen deze richtlijn en bepaalde rechtshandelingen, waaronder Richtlijn 96/9/EG 31 en Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad 32 .

🡻2003/98/EG overweging 1

(5)Het Verdrag voorziet in de totstandbrenging van een interne markt en een stelsel waarmee vervalsing van de mededinging op de interne markt wordt voorkomen. De harmonisatie van de voorschriften en praktijken in de lidstaten inzake de exploitatie van overheidsinformatie draagt bij tot het bereiken van deze doelstellingen.

🡻2013/37/EU overweging 1 (aangepast)

 nieuw

(6)In de lidstaten verzamelt, produceert, vermenigvuldigt en verspreidt de publieke sector een breed scala aan informatie over de talrijke beleidsgebieden, zoals sociale, economische en geografische informatie, meteorologische informatie, toeristische informatie, informatie over bedrijven, octrooi-informatie en onderwijsinformatie.  Documenten van uitvoerende, regelgevende of gerechtelijke aard die zijn voortgebracht door openbare lichamen van de lidstaten, vormen een enorme, diverse en waardevolle hoeveelheid bronnen die de kenniseconomie ten goede kunnen komen.

🡻2013/37/EU overwegingen 2 en 5 (aangepast)

(7)Richtlijn 2003/98/EG van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie legt legde een minimumpakket voorschriften vast voor het hergebruik en de concrete middelen ter vereenvoudiging van het hergebruik van bestaande documenten die in het bezit zijn van openbare lichamen van de lidstaten, met inbegrip van uitvoerende, regelgevende en gerechtelijke instanties. Sinds de vaststelling van in 2003 de eerste set regels over hergebruik van overheidsinformatie werd vastgesteld, is de hoeveelheid gegevens in de wereld, inclusief overheidsgegevens, exponentieel toegenomen en worden nieuwe soorten gegevens gegenereerd en verzameld. Tegelijkertijd voltrekt zich een voortdurende evolutie van technologieën voor de analyse, het gebruik en de verwerking van gegevens. Die snelle technologische ontwikkeling maakt het mogelijk nieuwe diensten en toepassingen te ontwikkelen, die worden ontworpen op basis van het inzetten, verzamelen en combineren van gegevens. De oorspronkelijk in 2003 vastgestelde en in 2013 gewijzigde regels zijn achterhaald door deze snelle veranderingen, met als gevolg het risico dat de economische en sociale kansen die worden geboden door het hergebruik van overheidsgegevens onbenut blijven.

🡻2003/98/EG overweging 2 (aangepast)

(8)De ontwikkeling van een op basis van data functionerende informatie- en kennismaatschappij is van invloed op het leven van elke burger in de Gemeenschap Unie, omdat hierdoor onder meer nieuwe manieren van toegang tot en verwerving van kennis worden geboden.

🡻2003/98/EG overweging 3 (aangepast)

(9)Digitale inhoud speelt een belangrijke rol in deze ontwikkeling. De productie van inhoud heeft in de afgelopen jaren veel nieuwe arbeidsplaatsen opgeleverd en kan dat ook in de toekomst blijven doen. De meeste van deze arbeidsplaatsen ontstaan in innoverende start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen kleine, nieuwe ondernemingen.

🡻2003/98/EG overweging 4

De overheid verzamelt, produceert, vermenigvuldigt en verspreidt een breed scala van informatie op vele gebieden waarop zij actief is, zoals sociale, economische en geografische informatie, meteorologische informatie, toeristische informatie, informatie over bedrijven, octrooi-informatie en onderwijsinformatie.

🡻2003/98/EG overweging 5 (aangepast)

(10)Een van de belangrijkste doelstellingen van de totstandbrenging van een interne markt is het scheppen van voorwaarden die de ontwikkeling van de gehele Gemeenschap Unie bestrijkende diensten bevorderen. Overheidsinformatie vormt een belangrijke grondstof voor digitale informatieproducten en -diensten en zal een nog belangrijkere hulpbron worden voor de ontwikkeling van draadloze informatiediensten. In dit verband is een ruime, grensoverschrijdende dekking eveneens van wezenlijk belang. Ruimere mogelijkheden voor het hergebruik van overheidsinformatie zullen Europese ondernemingen onder meer in staat stellen om de mogelijkheden ervan te benutten en bij te dragen tot economische groei en het scheppen van werkgelegenheid.

🡻2013/37/EG overweging 4

(11)Het toestaan van hergebruik van documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam biedt toegevoegde waarde aan de hergebruikers, de eindgebruikers, de maatschappij in het algemeen en in veel gevallen aan het openbare lichaam zelf, doordat transparantie en verantwoording worden bevorderd en feedback wordt gegeven door hergebruikers en eindgebruikers op basis waarvan het desbetreffende openbare lichaam de kwaliteit van de verzamelde informatie kan verbeteren.

🡻2003/98/EG overweging 6 (aangepast)

(12)De verschillen tussen de voorschriften en praktijken in de lidstaten ten aanzien van de exploitatie van overheidsinformatie zijn aanzienlijk, waardoor de volledige exploitatie van het economische potentieel van deze essentiële bron van informatie wordt belemmerd. De praktijk traditie van overheidsinstanties met betrekking tot het gebruik van overheidsinformatie verschilt nog steeds van lidstaat tot lidstaat heeft zich zeer verschillend ontwikkeld. Hiermee dient rekening te worden gehouden. Een minimum aan harmonisatie van nationale voorschriften en praktijken inzake het hergebruik van overheidsdocumenten is noodzakelijk in gevallen waarin de verschillen tussen nationale regelingen en praktijken of het gebrek aan duidelijkheid een belemmering vormen voor de soepele werking van de interne markt en de voorspoedige ontwikkeling van de informatiemaatschappij in de Gemeenschap Unie .

🡻2013/37/EU overweging 3 (aangepast)

(13)Beleid voor vrije gegevensverstrekking, dat brede beschikbaarheid en hergebruik van overheidsinformatie voor privé- of commerciële doeleinden met minimale of geen juridische, technische of financiële beperkingen aanmoedigt en het circuleren van informatie zowel voor marktdeelnemers als voor burgers bevordert, kan een belangrijke rol spelen in het op gang brengen van de ontwikkeling van nieuwe diensten die gebaseerd zijn op nieuwe manieren om dergelijke informatie te combineren en in te zetten, kan de economische groei stimuleren en maatschappelijk engagement bevorderen. Dit vereist echter gelijke regels op het niveau van de Unie om te bepalen of het hergebruik van documenten al dan niet is toegestaan, hetgeen niet kan worden bereikt door dit over te laten aan de verschillende voorschriften en praktijken van de lidstaten of de betreffende openbare lichamen.

🡻2003/98/EG overweging 7

(14)Voorts zouden nationale wetgevingsactiviteiten waartoe een aantal lidstaten naar aanleiding van de technologische uitdagingen al het initiatief heeft genomen, zonder een minimum aan harmonisatie op het niveau van de Gemeenschap tot aanmerkelijke verschillen kunnen leiden. Het effect van dergelijke verschillen en onzekerheden op het gebied van de wetgeving zal nog duidelijker worden naarmate de informatiemaatschappij, die nu al tot een sterke toename van de grensoverschrijdende exploitatie van informatie heeft geleid, zich verder ontwikkelt.

🡻2013/37/EU overweging 6 (aangepast)

 nieuw

(15)Tegelijkertijd hebben deDe lidstaten inmiddels hebben beleid inzake hergebruik van overheidsinformatie ontwikkeld op basis van Richtlijn 2003/98/EG. Sommige van hen hebben een ambitieuze open-data-aanpak gevolgd om het hergebruik van toegankelijke overheidsgegevens voor burgers en bedrijven gemakkelijker te maken op een niveau dat het in de richtlijn vastgestelde minimumniveau overstijgt. Om te voorkomen dat verschillende regels in de verschillende lidstaten een hindernis vormen voor het grensoverschrijdend aanbod van producten en diensten, en om het mogelijk te maken vergelijkbare reeksen overheidsgegevens te hergebruiken voor pan-Europese toepassingen gebaseerd op deze gegevensreeksen, is tevens een minimale harmonisatie vereist om te bepalen welke overheidsgegevens beschikbaar zijn voor hergebruik op de interne informatiemarkt, in overeenstemming met de desbetreffende toegangsregeling. De bepalingen van het EU-recht en de nationale wetgeving die verder gaan dan die minimumvereisten, met name wanneer het om sectorale regelgeving gaat, moeten van toepassing blijven. Voorbeelden van bepalingen die verder gaan dan de minimale harmonisatie waarin deze richtlijn voorziet, zijn bijvoorbeeld lagere drempels voor de hergebruikstarieven dan de in artikel 6 vastgestelde drempels of minder strenge licentievoorwaarden dan de in artikel 8 bedoelde voorwaarden. De richtlijn mag geen afbreuk doen aan bepalingen die verder gaan dan het minimale harmonisatieniveau van deze richtlijn als vastgesteld in de gedelegeerde verordeningen die de Commissie heeft vastgesteld op grond van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen. 

🡻2003/98/EG overweging 8

(16)Een algemeen kader voor de voorwaarden voor het hergebruik van overheidsdocumenten is noodzakelijk om te zorgen voor eerlijke, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden voor het hergebruik van dergelijk informatie. Openbare lichamen verzamelen, produceren, vermenigvuldigen en verspreiden documenten om hun openbare taak te vervullen. Gebruik van deze documenten om andere redenen is hergebruik. Het beleid van de lidstaten kan verder gaan dan de in deze richtlijn vastgestelde minimumvoorschriften en kan derhalve een uitgebreider hergebruik mogelijk maken.

🡻2013/37/EU overweging 10 (aangepast)

(17)Deze richtlijnRichtlijn2003/98/EG dient van toepassing te zijn op documenten waarvan de verstrekking valt onder de openbare taken van de betrokken openbare lichamen, als bepaald bij wet of ander bindend voorschrift van de lidstaten. Indien een voorschrift ter zake ontbreekt, moet de overheidstaak worden gedefinieerd overeenkomstig de gangbare bestuurspraktijk in de lidstaten, mits de omvang van de overheidstaken transparant is en aan toetsing is onderworpen. De openbare taken kunnen hetzij algemeen, hetzij per geval voor afzonderlijke openbare lichamen worden gedefinieerd.

🡻2003/98/EG overweging 9 (aangepast)

 nieuw

(18)Deze richtlijn houdt niet de verplichting in het hergebruik van documenten toe te staan. De betrokken lidstaten of openbare lichamen blijven verantwoordelijk voor het besluit om hergebruik al dan niet toe te staan. Deze richtlijn moet van toepassing zijn op documenten die voor hergebruik toegankelijk zijn wanneer openbare lichamen voor informatie licenties verlenen of informatie verkopen, verspreiden, uitwisselen of verstrekken. Om kruissubsidiëring te voorkomen omvat hergebruik tevens het verdere gebruik van documenten binnen de eigen organisatie voor activiteiten die buiten de openbare taak vallen. Activiteiten die niet onder de openbare taak vallen, betreffen in de regel het verstrekken van documenten die uitsluitend worden geproduceerd en gefactureerd op een commerciële basis en in concurrentie met anderen op de markt. De definitie van „document” wordt niet geacht computerprogramma's te bestrijken. 

(19)De richtlijn voorziet voor de lidstaten in de verplichting om alle documenten herbruikbaar te maken tenzij de toegang wordt beperkt of uitgesloten uit hoofde van nationale regels inzake de toegang tot documenten en behoudens de andere uitzonderingen waarin deze richtlijn voorziet.  De richtlijn bouwt voort op de bestaande toegangsregelingen in de lidstaten en houdt geen wijziging van de nationale regels voor de toegang tot documenten in. Zij is niet van toepassing in gevallen waarin burgers of ondernemingen uit hoofde van de toepasselijke toegangsregeling een document alleen in handen kunnen krijgen als zij een bijzonder belang kunnen aantonen. Op het niveau van de Gemeenschap  Unie  wordt in artikel 41, betreffende het recht op behoorlijk bestuur, en artikel 42 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie het recht erkend van iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat op toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Openbare lichamen moeten worden aangemoedigd alle documenten in hun bezit voor hergebruik beschikbaar te stellen. Openbare lichamen moeten hergebruik van documenten bevorderen en aanmoedigen, ook van officiële teksten van wetgevende en administratieve aard, in die gevallen waarin het openbaar lichaam bevoegd is om toestemming te verlenen voor het hergebruik ervan.

 nieuw

(20)De lidstaten doen voor de levering van diensten van algemeen belang vaak een beroep op entiteiten buiten de publieke sector, waarop ze niettemin een sterke controle uitoefenen. Richtlijn 2003/98/EG is echter alleen van toepassing op documenten van openbare lichamen en niet op documenten van overheidsbedrijven. Dit leidt tot een lage beschikbaarheid voor hergebruik van documenten die in het kader van de diensten van algemeen belang worden geproduceerd, met name in verband met nutsvoorzieningen. Dit beperkt ook sterk het potentieel voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende diensten op basis van documenten van overheidsbedrijven die diensten van algemeen belang leveren.

(21)Richtlijn 2003/98/EG moet derhalve worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat de bepalingen van die richtlijn kunnen worden toegepast op het hergebruik van documenten die in het kader van de levering van diensten van algemeen belang worden geproduceerd door overheidsbedrijven die een van de activiteiten verrichten als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 14 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad 33 , alsmede door overheidsbedrijven die openbare diensten exploiteren op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg, overheidsbedrijven die als luchtvaartmaatschappij openbaredienstverplichtingen vervullen op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap, en overheidsbedrijven die als reder openbare diensten verrichten op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer).

(22)In deze richtlijn moet geen verplichting worden opgenomen om het hergebruik van documenten van overheidsbedrijven toe te staan. De betrokken overheidsbedrijven moeten zelf kunnen beslissen of ze hergebruik al dan niet toestaan. Slechts nadat een overheidsbedrijf heeft besloten een document voor hergebruik beschikbaar te stellen, dient dat bedrijf de in de hoofdstukken III en IV van deze richtlijn vastgestelde toepasselijke verplichtingen na te komen, met name inzake formaten, vergoedingen, transparantie, licenties, non-discriminatie en het verbod op exclusiviteitsregelingen. Bovendien wordt een overheidsbedrijf niet geacht te voldoen aan de vereisten van hoofdstuk II, zoals de regels inzake de behandeling van verzoeken om hergebruik.

(23)Het volume onderzoeksgegevens groeit exponentieel en biedt ook potentieel voor hergebruik buiten de wetenschappelijke gemeenschap. Om de groeiende maatschappelijke uitdagingen op een efficiënte en holistische manier aan te pakken, is toegang tot data uit verschillende bronnen, sectoren en disciplines voor blending en hergebruik cruciaal en dringend geworden. Onderzoeksgegevens omvatten statistieken, resultaten van experimenten, metingen, observaties op basis van terreinwerk, enquêteresultaten, opnames van interviews en beelden. Ook metadata, specificaties en andere digitale objecten horen daarbij. Onderzoeksgegevens verschillen van wetenschappelijke artikelen, waarin verslag wordt uitgebracht en commentaar wordt geleverd over resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Reeds vele jaren geleden werden beleidsinitiatieven genomen met betrekking tot de open beschikbaarheid en herbruikbaarheid van resultaten van met overheidsmiddelen gefinancierd wetenschappelijk onderzoek. Het beleid inzake open toegang heeft met name tot doel onderzoekers en het grote publiek zo vroeg mogelijk in het verspreidingsproces toegang te verschaffen tot onderzoeksgegevens en het gebruik en hergebruik daarvan mogelijk te maken. Open toegang draagt bij tot een betere kwaliteit, tot het beperken van de behoefte aan duplicatie van onderzoek, tot snellere wetenschappelijke vooruitgang, tot de strijd tegen wetenschappelijk bedrog en komt in het algemeen de economische groei en innovatie te goede. Naast open toegang, wordt planning van gegevensbeheer een standaard wetenschapspraktijk om ervoor te zorgen dat gegevens snel vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn (FAIR-beginselen).

(24)In het licht van de hierboven geschetste redenen is het passend de lidstaten te verplichten een open-databeleid te ontwikkelen voor met overheidsmiddelen gefinancierde onderzoeksresultaten en ervoor te zorgen dat dit wordt toegepast door alle onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren. Een open-databeleid voorziet traditioneel in verschillende uitzonderingen op de open beschikbaarheid van wetenschappelijke resultaten. Op 17 juli 2012 heeft de Commissie een aanbeveling betreffende de toegang tot en de bewaring van wetenschappelijke informatie aangenomen, bijgewerkt op 25 april 2018 34 , waarin onder meer de relevante aspecten van een open-databeleid zijn beschreven. Bovendien moeten de voorwaarden voor hergebruik van bepaalde onderzoeksresultaten worden verbeterd. Om die reden moeten een aantal verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn worden uitgebreid tot wetenschappelijke onderzoeksgegevens die het resultaat zijn van met overheidsmiddelen gefinancierd onderzoek, al dan niet medegefinancierd door entiteiten uit de particuliere sector. In dit verband moet echter terdege rekening worden gehouden met de aspecten inzake de bescherming van persoonsgegevens, bedrijfsgeheimen, nationale veiligheid, rechtmatige handelsbelangen en intellectuele-eigendomsrechten van derden. Om administratieve lasten te vermijden, moeten die verplichtingen alleen van toepassing zijn op onderzoeksgegevens die onderzoekers reeds openbaar hebben gemaakt. Andere types documenten van onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, moeten vrijgesteld blijven van de toepassing van deze richtlijn.

🡻2003/98/EG overweging 10 (aangepast)

(25)De definities van „openbaar lichaam” en „publiekrechtelijke instelling” zijn ontleend aan Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad 35 . de Richtlijnen 92/50/EEG 36 van de Raad, 93/36/EEG 37 van de Raad, 93/37/EEG 38 van de Raad en 98/4/EG 39 van het Europees Parlement en de Raad betreffende overheidsopdrachten. Overheidsbedrijven vallen niet onder deze definities.

🡻2003/98/EG overweging 11 (aangepast)

(26)Deze richtlijn geeft een algemene definitie van de term „document” die aansluit bij de ontwikkelingen in de informatiemaatschappij. Deze definitie bestrijkt de voorstelling van handelingen, feiten of informatie — en een bundeling van deze handelingen, feiten of informatie — ongeacht het medium (op papier, opgeslagen in elektronische vorm of als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), die in het bezit is van openbare lichamen. De definitie van „document” wordt niet geacht computerprogramma's te bestrijken. Een document dat in het bezit is van een openbaar lichaam, is een document waarvan dat openbare lichaam het hergebruik rechtmatig kan toestaan.

🡻2003/98/EG overweging 12 (aangepast)

 nieuw

(27)Openbare lichamen stellen hun documenten steeds vaker proactief beschikbaar voor hergebruik door ervoor te zorgen dat zowel metadata als de onderliggende inhoud online vindbaar en beschikbaar zijn. Documenten moeten ook op verzoek van een hergebruiker beschikbaar worden gesteld voor hergebruik.  In die gevallen moet de De beantwoordingstermijn bij een verzoek om hergebruik van informatie dient redelijk te zijn en te worden afgestemd op overeenstemmen met de beantwoordingstermijn bij een verzoek om toegang tot het document overeenkomstig de betrokken toegangsregelingen. Overheidsbedrijven, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, moeten evenwel worden vrijgesteld van die verplichting. Een redelijke termijn in de gehele Unie stimuleert het creëren van nieuwe, samengestelde informatieproducten en -diensten op pan-Europees niveau. Zodra een verzoek om hergebruik is ingewilligd, dienen de openbare lichamen de documenten beschikbaar te stellen binnen een tijdsspanne die het mogelijk maakt hun economisch potentieel volledig te benutten. Dit is met name van belang voor dynamische inhoud van de informatie gegevens (zoals verkeersinformatie, satellietgegevens en meteorologische gegevens), waarvan de economische waarde afhankelijk is van onmiddellijke beschikbaarheid en regelmatige aanvulling.  Dynamische gegevens moeten derhalve onmiddellijk nadat ze zijn verzameld via een applicatieprogramma-interface (API) beschikbaar worden gesteld om de ontwikkeling van op die gegevens gebaseerde mobiele, internet- en cloudapplicaties te faciliteren. Als dit vanwege technische of financiële beperkingen niet haalbaar is, dienen de openbare lichamen de documenten beschikbaar te stellen binnen een termijn die het mogelijk maakt hun economisch potentieel volledig te benutten.  Indien van een vergunning gebruik wordt gemaakt, kan de tijdige beschikbaarheid van documenten deel uitmaken van de condities.

 nieuw

(28)Teneinde toegang te krijgen tot gegevens die op grond van deze richtlijn worden vrijgegeven voor hergebruik, moet gebruik worden gemaakt van adequate en doordachte applicatieprogramma-interfaces (API). Een API beschrijft welke soort gegevens kunnen worden opgezocht, hoe dat moet gebeuren en het formaat waarin de gegevens worden ontvangen. Er kan sprake zijn van verschillende niveaus van complexiteit, gaande van een eenvoudige koppeling met een databank voor het opzoeken van specifieke gegevensreeksen, een webinterface, tot een complexer opzet. De algemene meerwaarde van hergebruik en delen van gegevens bestaat erin dat ontwikkelaars en start-ups de mogelijkheid krijgen nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Dit is tevens een cruciale element voor het opbouwen van waardevolle ecosystemen rond vaak onbenutte data-activa. Het opzetten en gebruiken van API’s moet gebeuren op basis van verschillende beginselen: stabiliteit, onderhoud gedurende de levenscyclus, uniformiteit in gebruik en normen, gebruiksvriendelijkheid en beveiliging. Dynamische gegevens, d.w.z. gegevens die frequent en vaak in realtime worden bijgewerkt, moeten door openbare lichamen en overheidsbedrijven onmiddellijk nadat ze zijn verzameld, beschikbaar worden gesteld via passende API's.

🡻2003/98/EG overweging 13

 nieuw

(29)De mogelijkheden tot hergebruik kunnen worden verbeterd door de gevallen te beperken waarin papieren documenten moeten worden gedigitaliseerd of waarin digitale bestanden moeten worden gemanipuleerd om deze compatibel te maken. Openbare lichamen dienen daarom hun documenten in alle reeds bestaande formaten en alle talen, indien mogelijk en passend langs elektronische weg beschikbaar te stellen. Openbare lichamen dienen verzoeken om uittreksels van bestaande documenten positief te beoordelen wanneer aan een dergelijk verzoek met een eenvoudige handeling kan worden voldaan. Openbare lichamen hoeven echter geen uittreksels van documenten te verstrekken wanneer dit een onevenredig grote inspanning vereist. Teneinde hergebruik te vergemakkelijken, dienen openbare lichamen hun documenten beschikbaar te stellen in een formaat dat, voorzover mogelijk en passend, niet gebonden is aan specifieke software. Waar mogelijk en passend dienen openbare lichamen rekening te houden met de mogelijkheden voor het hergebruik van documenten door en voor personen met een handicap  door de informatie in toegankelijke formaten aan te bieden .

🡻2013/37/EG overweging 20

 nieuw

(30)Om hergebruik te faciliteren, moeten openbare lichamen documenten, met inbegrip van op websites gepubliceerde documenten, daar waar mogelijk en passend, in een open en machinaal leesbaar formaat, samen met hun metagegevens, met het beste niveau van nauwkeurigheid en fijnkorreligheid, beschikbaar stellen in een vorm die interoperabiliteit mogelijk maakt, bijvoorbeeld door ze te verwerken op een manier die aansluit bij de beginselen betreffende de compatibiliteits- en bruikbaarheidsvereisten voor ruimtelijke informatie in het kader van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad 40  van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) [8].

 nieuw

(31)Een document moet als machinaal leesbaar worden beschouwd als de structuur van het bestandsformaat ervoor zorgt dat softwaretoepassingen in dat document gemakkelijk specifieke gegevens kunnen identificeren, herkennen en extraheren. Gegevens die zijn gecodeerd in bestanden die in een machinaal leesbaar formaat zijn gestructureerd, moeten als machinaal leesbare gegevens worden beschouwd. Machinaal leesbare formaten kunnen open of geoctrooieerd zijn; al dan niet op basis van formele standaarden. Documenten die zijn gecodeerd in een bestandsformaat dat de automatische verwerking beperkt doordat de gegevens niet of niet gemakkelijk kunnen worden geëxtraheerd, mogen niet als documenten in een machinaal leesbaar formaat worden beschouwd. In voorkomend geval en waar mogelijk dienen de lidstaten het gebruik van open, machinaal leesbare formaten aan te moedigen.

🡻2013/37/EU overweging 22 (aangepast)

 nieuw

(32)De tarieven voor het hergebruik van documenten belemmeren in sterke mate de toegang tot de markt voor start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen. Derhalve moeten documenten kosteloos beschikbaar worden gesteld voor hergebruik en wWanneer openbare lichamen een vergoeding vragen voor het hergebruik van documenten evenwel noodzakelijk is, moet die vergoeding in beginsel beperkt blijven tot de marginale kosten In uitzonderlijke gevallen moet rekening Er dient niettemin rekening te worden gehouden met de noodzaak om de gewone werking van openbare lichamen die inkomsten moeten genereren ter dekking van een aanzienlijk deel van hun kosten voor de uitoefening van hun openbare taken of van de kosten voor de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding van bepaalde documenten die voor hergebruik ter beschikking worden gesteld, niet te hinderen. Voorts moet de rol van overheidsbedrijven binnen een concurrerend economisch klimaat worden erkend.  In dergelijke gevallen moeten openbare lichamen en overheidsbedrijven derhalve meer dan de marginale kosten kunnen aanrekenen. Deze vergoedingen die de marginale kosten overstijgen moeten worden vastgesteld op basis van objectieve, transparante en controleerbare criteria en de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten mogen niet hoger zijn dan de kosten van verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. Desgevallend moeten ook de kosten voor de anonimisering van persoonsgegevens of commercieel gevoelige informatie kunnen worden doorberekend.  De vereiste om inkomsten te genereren ter dekking van een aanzienlijk deel van de kosten van de openbare lichamen in verband met voor de uitoefening van hun openbare taken of de draagwijdte van de door overheidsbedrijven verleende diensten van algemeen belang of van de kosten voor de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding van bepaalde documenten, hoeft geen rechtens opgelegde vereiste te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook uit de administratieve praktijk in de lidstaten voortvloeien. De lidstaten moeten deze vereiste regelmatig toetsen.

🡻2013/37/EG overweging 23

 nieuw

(33)Bibliotheken, musea en archieven moeten ook meer dan de marginale kosten kunnen aanrekenen teneinde hun gewone werking niet te hinderen. In het geval van dergelijke openbare lichamen mogen de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging, verspreiding, conservering en vereffening van rechten, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. Desgevallend moeten ook de kosten voor de anonimisering van persoonsgegevens of commercieel gevoelige informatie kunnen worden doorberekend.  Wat bibliotheken, musea en archieven betreft, en gezien hun specifieke kenmerken, kan bij de berekening van een redelijk rendement op de investering worden gekeken naar de prijzen die de particuliere sector aanrekent voor het hergebruik van identieke of soortgelijke documenten.

🡻2013/37/EG overweging 24

(34)De in deze richtlijn vastgestelde bovengrenzen voor de vergoedingen laten het recht van de lidstaten om lagere of in het geheel geen vergoedingen toe te passen, onverlet.

🡻2013/37/EG overweging 25

(35)De lidstaten moeten de criteria vaststellen voor vergoedingen die de marginale kosten overstijgen. Daartoe kunnen de lidstaten die criteria rechtstreeks in nationale regels vaststellen, of de passende andere instantie(s) dan het openbare lichaam zelf aanwijzen die bevoegd is (zijn) om de criteria vast te stellen. Die instantie moet overeenkomstig de grondwet en het rechtsstelsel van de lidstaat zijn georganiseerd. Het kan gaan om een bestaande instantie met budgettaire uitvoeringsbevoegdheden en onder politieke verantwoordelijkheid.

🡻2003/98/EG overweging 14 (aangepast)

Wanneer een vergoeding wordt verlangd, mogen de totale inkomsten niet hoger zijn dan de totale kosten die zijn gemaakt om documenten te verzamelen, te produceren, te vermenigvuldigen en te verspreiden vermeerderd met een redelijk rendement op de investering, met inachtneming van de vereiste zelffinanciering van het betrokken openbare lichaam, voorzover van toepassing. Produceren omvat ook het creëren en bundelen, terwijl onder verspreiden tevens de ondersteuning van de gebruiker moet worden begrepen. De gemaakte kosten, vermeerderd met een redelijk rendement op de investering, overeenkomstig toepasselijke boekhoudkundige beginselen en de desbetreffende methode voor kostenberekening van het betrokken openbare lichaam, vormen een bovengrens voor de verlangde vergoeding, daar buitensporige tarieven moeten worden voorkomen. De in deze richtlijn vastgestelde bovengrens voor de vergoedingen doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten of van de openbare lichamen om lagere of in het geheel geen vergoedingen te verlangen en de lidstaten dienen de openbare lichamen te stimuleren documenten beschikbaar te stellen tegen tarieven die niet hoger zijn dan de marginale kosten van vermenigvuldiging en verspreiding van de betrokken documenten.

🡻2003/98/EG overweging 15 (aangepast)

 nieuw

(36)Voor de ontwikkeling van een de gehele Gemeenschap  Unie  bestrijkende informatiemarkt moeten de voorwaarden voor het hergebruik van overheidsdocumenten duidelijk en voor het publiek toegankelijk zijn. Daarom moeten alle voorwaarden voor het hergebruik van de documenten ter kennis van de potentiële hergebruikers worden gebracht. De lidstaten dienen het opstellen van registers van beschikbare documenten, waar passend online on line toegankelijk, aan te moedigen om de verzoeken tot hergebruik aan te moedigen en te vergemakkelijken. Indieners van verzoeken tot hergebruik van documenten van andere entiteiten dan overheidsbedrijven, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, dienen op de hoogte te worden gesteld van de mogelijkheden van beroep tegen besluiten of handelingen die hen betreffen. Dit is met name van belang voor kmo's KMO's die wellicht geen ervaring hebben met de omgang met openbare lichamen in andere lidstaten en de beroepsmogelijkheden aldaar.

🡻2013/37/EG overweging 28

(37)De rechtsmiddelen moeten de mogelijkheid tot een herziening door een onpartijdige instantie omvatten. Die instantie kan een bestaande nationale autoriteit zijn, zoals de nationale mededingingsautoriteit, de nationale autoriteit inzake toegang tot documenten of een nationale rechterlijke instantie. Deze instantie moet overeenkomstig de grondwet en het rechtsstelsel van de lidstaat zijn georganiseerd en mag geen afbreuk doen aan eventuele andere rechtsmiddelen die indieners van verzoeken tot hergebruik ter beschikking staan. Die instantie moet evenwel los staan van het mechanisme van de lidstaat dat de criteria vaststelt voor vergoedingen die de marginale kosten overstijgen. De rechtsmiddelen moeten de mogelijkheid omvatten tot herziening van afwijzende beslissingen, maar ook van beslissingen die hergebruik weliswaar toelaten, maar de aanvrager toch om andere redenen aangaan, met name door de toegepaste regels voor vergoedingen. Het herzieningsproces moet snel verlopen, overeenkomstig de behoeften van een snel veranderende markt.

🡻2003/98/EG overweging 16

(38)De openbaarmaking van alle algemeen beschikbare informatie in het bezit van de overheid — dus niet alleen in de politieke maar ook in de rechterlijke en bestuurlijke sfeer — vormt een fundamenteel instrument voor verruiming van het recht op kennis, dat een essentieel beginsel is van de democratie. Deze doelstelling geldt voor instellingen op elk niveau, plaatselijk, nationaal en internationaal.

🡻2003/98/EG overweging 17

(39)In sommige gevallen zullen documenten hergebruikt worden zonder dat een licentie wordt overeengekomen. In andere gevallen zal een licentie worden afgegeven waarbij aan het hergebruik door de licentiehouder, voorwaarden worden opgelegd waarin kwesties als aansprakelijkheid, correct gebruik van documenten, het gewaarborgd niet-wijzigen en het erkennen van de bron worden geregeld. Indien openbare lichamen een licentie vereisen voor het hergebruik van documenten, dienen de licentievoorwaarden billijk en transparant te zijn. Online On line beschikbare standaardlicenties kunnen in dit opzicht eveneens een belangrijke rol spelen. Derhalve dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat standaardlicenties beschikbaar zijn.

🡻2003/98/EG overweging 18

(40)Besluit een bevoegde overheidsinstantie bepaalde documenten niet langer voor hergebruik beschikbaar te stellen of deze documenten niet meer bij te werken, dan dient zij deze besluiten zo spoedig mogelijk aan het publiek kenbaar te maken, indien mogelijk langs elektronische weg.

🡻2003/98/EG overweging 19

(41)De voorwaarden voor hergebruik dienen niet-discriminerend te zijn voor vergelijkbare categorieën hergebruik. Dit belet bijvoorbeeld niet dat openbare lichamen bij de uitoefening van hun openbare taak zonder vergoeding informatie uitwisselen, terwijl andere partijen voor het hergebruik van dezelfde documenten wel dienen te betalen. Dit belet evenmin dat voor commercieel en niet-commercieel hergebruik een verschillende tarifering wordt gehanteerd.

🡻2013/37/EG overweging 26

(42)Voor elk hergebruik van het document kunnen openbare lichamen, de hergebruiker voorwaarden opleggen, in voorkomend geval door middel van een licentie, zoals bronvermelding en vermelding of het document op enigerlei wijze door de hergebruiker is gewijzigd. Licenties voor het hergebruik van overheidsinformatie moeten in ieder geval zo weinig mogelijk beperkingen leggen op het hergebruik die bijvoorbeeld begrensd blijven tot de verplichting van bronvermelding. Vrije licenties die online beschikbaar zijn, die uitgebreidere rechten op hergebruik toekennen zonder technologische, financiële of geografische beperkingen en die berusten op vrij toegankelijke gegevensformaten, moeten in dit opzicht een belangrijke rol spelen. Daarom moeten de lidstaten het gebruik van vrije licenties aanmoedigen, die uiteindelijk in de hele Unie gangbare praktijk moeten worden.

🡻2003/98/EG overweging 20

(43)Openbare lichamen moeten bij de vaststelling van de beginselen voor hergebruik de mededingingsregels in acht nemen en exclusiviteitsovereenkomsten tussen henzelf en particuliere partners zoveel mogelijk voorkomen. Met het oog op de verstrekking van een dienst van algemeen economisch belang kan een exclusief recht op het hergebruik van specifieke overheidsdocumenten soms evenwel noodzakelijk zijn. Dit is het geval indien geen enkele commerciële uitgever bereid wordt gevonden de betrokken informatie te publiceren zonder het exclusieve recht daarop te verwerven.

🡻2013/37/EG overweging 31

 nieuw

(44)Talrijke samenwerkingsregelingen tussen bibliotheken (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), musea, archieven en particuliere partners voorzien in de digitalisering van culturele hulpbronnen en de toekenning van exclusieve rechten aan particuliere partners. In de praktijk is gebleken dat dergelijke publiek-private partnerschappen een zinvol gebruik van culturele collecties kunnen faciliteren en er tegelijkertijd voor zorgen dat het cultureel erfgoed sneller toegankelijk wordt voor de burger. Het is dan ook raadzaam rekening te houden met de bestaande uiteenlopende praktijken in de lidstaten op het gebied van de digitalisering van culturele hulpbronnen, middels specifieke regels inzake overeenkomsten over de digitalisering van die hulpbronnen.  Wanneer een exclusief recht betrekking heeft op de digitalisering van culturele hulpbronnen, kan een bepaalde periode van exclusiviteit noodzakelijk zijn zodat de particuliere partner zijn investering kan terugverdienen. Die periode moet echter in de tijd beperkt zijn en zo kort mogelijk zijn, zodat het beginsel in acht wordt genomen dat materiaal dat tot het publieke domein behoort, in het publieke domein moet blijven als het gedigitaliseerd is. De periode van het exclusieve recht om culturele hulpbronnen te digitaliseren, mag in het algemeen niet langer dan tien jaar bedragen. Een exclusiviteitsperiode langer dan tien jaar moet worden getoetst met inachtneming van de technologische, financiële en administratieve veranderingen die zich in de omgeving hebben voorgedaan sinds de regeling is afgesproken. Bovendien moeten publiek-private partnerschappen voor de digitalisering van culturele hulpbronnen de culturele partnerinstelling na afloop van de overeenkomst volledige rechten op het gebruik van gedigitaliseerde culturele hulpbronnen geven.

 nieuw

(45)Regelingen tussen houders en hergebruikers van gegevens waarbij niet uitdrukkelijk sprake is van exclusieve rechten maar waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze de beschikbaarheid van documenten voor hergebruik beperken, moeten aan een aanvullend openbaar onderzoek worden onderworpen en derhalve minstens twee maanden voor hun inwerkingtreding worden gepubliceerd zodat belanghebbenden een verzoek kunnen indienen tot hergebruik van documenten die onder de overeenkomst vallen, en teneinde het risico te vermijden dat het aantal potentiële hergebruikers wordt beperkt. De uiteindelijke overeenkomsten, zoals ze door de partijen zijn gesloten, moeten openbaar worden gemaakt.

(46)Deze richtlijn heeft tot doel het risico op buitensporige pioniersvoordelen die het aantal potentiële hergebruikers van gegevens kunnen beperken te minimaliseren. Indien contractuele regelingen, bovenop de verplichte beschikbaarstelling van documenten door de lidstaten op grond van deze richtlijn, aanleiding kunnen geven tot een overdracht van staatsmiddelen als bedoeld in artikel 107, lid 1, VWEU, mag deze richtlijn geen afbreuk doen aan de toepassing van de in de artikelen 101 tot en met 109 van het Verdrag vastgestelde staatssteun- en mededingingsregels. Uit de in de artikelen 107 tot en met 109 vastgestelde staatssteunregels volgt dat de lidstaat vooraf dient na te gaan of er in de betrokken contractuele regeling sprake kan zijn van staatssteun en ervoor dient te zorgen dat die regeling verenigbaar is met de staatssteunregels.

🡻2003/98/EG overweging 21 (aangepast)

 nieuw

(47)De uitvoering en toepassing van deze richtlijn doet geen afbreuk aan en geschiedt in volledige overeenstemming met de beginselen het EU-recht inzake de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen i.v.m. de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens 41 , met inbegrip van Richtlijn (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 42 en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad 43 . Anonimisering is een middel om de voordelen van een zo groot mogelijke herbruikbaarheid van overheidsinformatie te verzoenen met de verplichtingen van de regelgeving inzake gegevensbescherming, maar brengt kosten mee. Derhalve is het passend die kostprijs mee te nemen als één van de componenten van de marginale kosten voor de verspreiding als gedefinieerd in artikel 6 van deze richtlijn. 

🡻2003/98/EG overweging 22

(48)Deze richtlijn laat de intellectuele-eigendomsrechten van derde partijen onverlet. De term intellectuele-eigendomsrechten heeft alleen betrekking op het auteursrecht en de naburige rechten (inclusief sui generis vormen van bescherming). Deze richtlijn is niet van toepassing op documenten waarop industriële-eigendomsrechten rusten, zoals octrooien, ingeschreven modellen en merken. Deze richtlijn heeft geen gevolgen voor het bestaan of bezit van intellectuele-eigendomsrechten van openbare lichamen en houdt geen enkele beperking in voor de uitoefening van deze rechten buiten de door deze richtlijn gestelde grenzen. De verplichtingen van deze richtlijn zijn alleen van toepassing als zij verenigbaar zijn met de bepalingen van de internationale overeenkomsten inzake de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, in het bijzonder de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst („de Berner conventie”) en de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom („de TRIPS-overeenkomst”). Openbare lichamen dienen evenwel hun auteursrechten op dusdanige wijze uit te oefenen dat hergebruik wordt vergemakkelijkt.

🡻2013/37/EU overweging 9 (aangepast)

(49)Rekening houdend met het recht van de Unie en de internationale verplichtingen van de lidstaten en de Unie, met name uit hoofde van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en de TRIPS-overeenkomstOvereenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, moeten documenten waarvan de intellectuele-eigendomsrechten bij derden berusten, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze richtlijn Richtlijn 2003/98/EG. Wanneer een derde oorspronkelijk eigenaar was van de intellectuele-eigendomsrechten voor een document dat in het bezit is van een bibliotheek (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), museum of archief en waarvoor de beschermingstermijn nog niet verstreken is, dan dient dat document in de zin van deze richtlijn te worden beschouwd als een document waarvan de intellectuele-eigendomsrechten bij een derde berusten.

🡻2013/37/EU overweging 12 (aangepast)

(50)Deze richtlijnRichtlijn 2003/98/EG mag geen afbreuk doen aan de rechten van werknemers van openbare lichamen op grond van de nationale wetgeving, met inbegrip van economische en morele rechten.

🡻2013/37/EG overweging 13

(51)Wanneer een document bovendien beschikbaar wordt gesteld voor hergebruik dient het desbetreffende openbare lichaam het recht op exploitatie van het document te behouden.

🡻2003/98/EG overweging 23

(52)Middelen die potentiële hergebruikers helpen voor hergebruik beschikbare documenten en de voorwaarden voor hergebruik te vinden, kunnen het grensoverschrijdende gebruik van overheidsdocumenten aanzienlijk vereenvoudigen. Bijgevolg dienen de lidstaten in te staan voor praktische regelingen die hergebruikers helpen bij het zoeken naar voor hergebruik beschikbare documenten. Overzichtslijsten, die bij voorkeur online on line toegankelijk zijn, van de belangrijkste documenten (documenten die vaak worden hergebruikt of het potentieel hebben vaak te worden hergebruikt) en portaalsites met links naar gedecentraliseerde overzichtslijsten zijn voorbeelden van dergelijke praktische regelingen.

🡻2003/98/EG overweging 24

 nieuw

(53)Deze richtlijn geldt onverminderd Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, 44 en Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken 45 . In deze richtlijn worden de voorwaarden bepaald waaronder openbare lichamen hun intellectuele-eigendomsrechten op de interne informatiemarkt kunnen uitoefenen wanneer zij het hergebruik van documenten toestaan. Met name wanneer openbare lichamen over het recht beschikken als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG, mogen zij dat recht niet uitoefenen om het hergebruik van gegevens in databanken te voorkomen of te beperken.

🡻2013/37/EU overweging 27 (aangepast)

(54)De Commissie heeft steun verleend voor de ontwikkeling van een onlinescorebord voor overheidsinformatie, verslag over de maturiteit inzake open data met relevante prestatie-indicatoren betreffende hergebruik van overheidsinformatie in alle lidstaten. Een regelmatige actualisering van dit verslag scorebord zal bijdragen tot de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de beschikbaarheid van informatie over het beleid en de praktijk in de hele Unie.

🡻2013/37/EG overweging 35

 nieuw

(55)Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat de lidstaten verslag uitbrengen aan de Commissie over  toezien op  de omvang van het hergebruik van overheidsinformatie, de voorwaarden waaronder deze beschikbaar wordt gesteld en de praktijk op het gebied van rechtsmiddelen.

🡻2013/37/EG overweging 29

 nieuw

(56)De Commissie kan dient de lidstaten te helpen deze richtlijn op consequente wijze uit te voeren door, na raadpleging van de belanghebbende partijen, richtsnoeren te verschaffen over met name de aanbevolen standaardlicenties, gegevens en vergoedingen voor het hergebruik van documenten en die richtsnoeren te actualiseren.

🡻2013/37/EG overweging 15 (aangepast)

 nieuw

(57)Een van de belangrijkste doelstellingen van de totstandbrenging van de interne markt is het scheppen van voorwaarden die de ontwikkeling van de gehele Unie bestrijkende diensten bevorderen. Bibliotheken, musea en archieven bezitten een grote hoeveelheid waardevolle overheidsinformatie, met name sinds de hoeveelheid materiaal in het publieke domein aanzienlijk is toegenomen door digitaliseringsprojecten. Deze verzamelingen van cultureel erfgoed en de daarmee samenhangende metagegevens zijn een mogelijke basis voor producten en diensten op het gebied van digitale inhoud en houden enorme mogelijkheden in voor hergebruik in sectoren zoals leren en toerisme.  Andere soorten culturele instellingen (zoals orkesten, operahuizen, balletgezelschappen en theaters), met inbegrip van de archieven die daar deel van uitmaken, moeten buiten het toepassingsgebied blijven omdat podiumkunsten specifiek zijn en omdat vrijwel al hun materiaal onder intellectuele-eigendomsrechten van derde partijen valt en daarom van het toepassingsgebied van de richtlijn uitgesloten zou blijven.  Ruimere mogelijkheden voor het hergebruik van openbaar cultureel materiaal moeten Europese ondernemingen onder meer in staat stellen het potentieel ervan te benutten en bij te dragen tot economische groei en het scheppen van werkgelegenheid.

 nieuw

(58)Teneinde de randvoorwaarden te scheppen voor de ondersteuning van het hergebruik van documenten, dat belangrijke sociaaleconomische voordelen meebrengt en uiterst waardevol is voor de economie en de samenleving, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een lijst van hoogwaardige datasets vast te stellen binnen de lijst van documenten waarop deze richtlijn van toepassing is, samen met de voorwaarden voor de publicatie en het hergebruik van die gegevens. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(59)Een EU-brede lijst van datasets met een bijzonder potentieel om sociaaleconomische baten te genereren, gekoppeld aan geharmoniseerde voorwaarden voor hergebruik, is een belangrijke randvoorwaarde voor grensoverschrijdende datatoepassingen en diensten. Bij de voorbereiding van die lijst dient de Commissie passende raadplegingen te organiseren, onder meer op deskundigenniveau. De lijst dient rekening te houden met de reeds bestaande sectorale regelgeving inzake de publicatie van datasets, alsmede met de categorieën die zijn opgenomen in de technische bijlage van het Open Data Charter van de G8 en mededeling 2014/C 240/01 van de Commissie.

(60)Teneinde een maximale impact teweeg te brengen en hergebruik te faciliteren, moeten de hoogwaardige datasets kosteloos en met zo weinig mogelijk wettelijke beperkingen beschikbaar worden gesteld. Datasets die dynamische gegevens bevatten, moeten ook via API’s worden gepubliceerd.

🡻2003/98/EG overweging 25 (aangepast)

De doelstellingen van het voorgestelde optreden zijn de bevordering van de ontwikkeling van op overheidsinformatie gebaseerde informatieproducten en -diensten die de gehele Gemeenschap bestrijken, de intensivering van doeltreffend grensoverschrijdend gebruik van overheidsinformatie door particuliere ondernemingen ten behoeve van informatieproducten en -diensten met toegevoegde waarde, en de beperking van de vervalsing van de mededinging op de communautaire markt. Deze doelstellingen kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en derhalve, wegens het intrinsieke communautaire toepassingsgebied en de gevolgen van het genoemde optreden, beter op het niveau van de Gemeenschap worden verwezenlijkt. De Gemeenschap kan derhalve maatregelen vaststellen, met inachtneming van het beginsel van subsidiariteit als bedoeld in artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het beginsel van evenredigheid als bedoeld in hetzelfde artikel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. Het optreden moet voor een minimum aan harmonisatie zorgen en aldus voorkomen dat de bestaande verschillen tussen de lidstaten wat betreft het hergebruik van overheidsdocumenten nog groter worden,

🡻2013/37/EU overweging 33 (aangepast)

(61)Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het vereenvoudigen van de totstandbrenging van informatieproducten en -diensten op het niveau van de Unie gebaseerd op overheidsdocumenten, het zorgen voor doelmatig grensoverschrijdend gebruik van overheidsdocumenten, enerzijds door bedrijven, en met name door kleine en middelgrote ondernemingen, voor informatieproducten en -diensten met toegevoegde waarde, en anderzijds door burgers met het oog op de bevordering van het vrije verkeer van informatie en communicatie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar en derhalve met het oog op de intrinsieke pan-Europese toepassing van het voorgestelde optreden, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

🡻2013/37/EU overweging 34 (aangepast)

 nieuw

(62)Deze richtlijn neemt de grondrechten in acht en houdt rekening met de beginselen die zijn vastgelegd met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met inbegrip van het recht op eerbiediging van het privéleven (artikel 7), de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8) , en van het recht op eigendom (artikel 17) en de integratie van personen met een handicap (artikel 26). Geen enkele bepaling van deze richtlijn mag worden uitgelegd of uitgevoerd op een wijze die strijdig is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

 nieuw

(63)De Commissie dient de toepassing van deze richtlijn te evalueren. Overeenkomstig alinea 22 van het interinstitutioneel akkoord tussen het Europees parlement, de Raad van de Europese unie en de Europese Commissie over beter wetgeven van 13 april 2016 46 moeten evaluaties van bestaande wetgeving en bestaand beleid gebaseerd zijn op de volgende vijf criteria: doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie, samenhang en meerwaarde voor de EU en de basis vormen voor effectbeoordelingen van opties voor verdere acties.

(64)De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de eerdere richtlijnen materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit die eerdere richtlijnen.

(65)Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I, deel B, bepaalde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

🡻 2003/98/EG

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voorwerp en toepassingsgebied

1.    Deze richtlijn stelt een minimumpakket voorschriften vast voor het hergebruik en de concrete middelen ter vereenvoudiging van: 

a) documenten die in het bezit zijn van openbare lichamen van de lidstaten;.

 nieuw

b) bestaande documenten van overheidsbedrijven die actief zijn op de in Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad 47 gedefinieerde gebieden en overheidsbedrijven die optreden als exploitant van openbare diensten overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad 48 , overheidsbedrijven die als luchtvaartmaatschappij openbaredienstverplichtingen vervullen overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad 49 en overheidsbedrijven die als reder openbare diensten verrichten op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad 50 ;

c) onderzoeksgegevens, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 10, leden 1 en 2.

🡻 2003/98/EG

2.    Deze richtlijn is niet van toepassing op:

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 1, onder a), i)

a) documenten waarvan de verstrekking een activiteit is die niet valt onder de openbare taak van de betrokken openbare lichamen, als bepaald bij wet of ander bindend voorschrift van de lidstaat of, indien een voorschrift ter zake ontbreekt, als overeenkomstig de gangbare bestuurspraktijk van de betrokken lidstaat, mits de omvang van de overheidstaken transparant is en aan toetsing is onderworpen;

 nieuw

b) documenten van overheidsbedrijven die zijn geproduceerd buiten de context van de levering van diensten van algemeen belang als gedefinieerd in de wetgeving of andere bindende regels in de lidstaten;

🡻 2003/98/EG

cb)documenten waarvan de intellectuele-eigendomsrechten bij derden berusten;

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 1, onder a), ii) (aangepast)

dc)documenten waartoe de toegang is uitgesloten op basis van de toegangsregelingen van de lidstaten, onder meer wegens:

de bescherming van de nationale veiligheid (d.w.z. staatsveiligheid), defensie of openbare veiligheid,

statistisch geheim,

handelsgeheim (bv. waaronder bedrijfs- of beroepsgeheim);

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 1, onder a), iii)

ec bis)documenten waartoe de toegang beperkt is uit hoofde van de toegangsregelingen in de lidstaten, onder meer in gevallen waarin burgers of bedrijven moeten aantonen dat zij er een bijzonder belang bij hebben toegang tot de documenten te krijgen;

fc ter)gedeelten van documenten die alleen logo’s, wapens en insignes bevatten;

gc quater)documenten waartoe de toegang uit hoofde van de toegangsregelingen uitgesloten of beperkt is op grond van de bescherming van persoonsgegevens, en gedeelten van documenten die uit hoofde van die regelingen toegankelijk zijn, maar persoonsgegevens bevatten waarvan het hergebruik wettelijk onverenigbaar is verklaard met het recht betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens;

🡻 2003/98/EG

hd)documenten in het bezit van openbare omroepen of hun dochterondernemingen en van andere lichamen of hun dochterondernemingen ten behoeve van de vervulling van een publieke omroeptaak;

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 1, onder a), v)

 nieuw

if)documenten in het bezit van andere culturele instellingen dan bibliotheken, universiteitsbibliotheken, musea en archieven;.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 1, onder a), iv) (aangepast)

 nieuw

je)documenten in het bezit van onderwijs- en onderzoeksinstellingen  van het secundair of lager niveau,  met inbegrip van organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten, scholen en universiteiten, met uitzondering van universiteitsbibliotheken, en  , in het geval van alle andere onderwijsinstellingen, andere dan de in artikel 1, lid 1), onder c) bedoelde documenten; 

 nieuw

k)andere dan de in artikel 1, lid 1, onder c), bedoelde documenten van onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, met inbegrip van organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 1, onder b)

3.    Deze richtlijn bouwt voort op de bestaande toegangsregelingen in de lidstaten en laat deze onverlet.

🡻 2003/98/EG

🡺1 2013/37/EU Art. 1, lid 1), onder c)

4. Deze richtlijn laat het niveau van de bescherming van individuen met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens krachtens de bepalingen van🡺1 het Unierecht🡸 en de nationale wetgeving intact en heeft daar geen enkele invloed op, en houdt met name geen wijziging in van de verplichtingen en rechten in Richtlijn 95/46/EG.

45.    De verplichtingen van deze richtlijn zijn alleen van toepassing als zij verenigbaar zijn met de bepalingen van de internationale overeenkomsten inzake de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, in het bijzonder de Berner Conventie en de TRIPS-overeenkomst.

 nieuw

5. Openbare lichamen oefenen het bij artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG verleende recht van een fabrikant van een databank niet uit om het hergebruik van documenten op grond van deze richtlijn tegen te gaan of te beperken.

6. Deze richtlijn is van toepassing op het hergebruik van bestaande documenten van openbare lichamen van de lidstaten, met inbegrip van documenten waarop Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad 51 van toepassing is.

🡻 2003/98/EG

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1.„openbaar lichaam”: de staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen, en verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen;

2.„publiekrechtelijke instelling”, iedere instelling die

a)is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en

b)rechtspersoonlijkheid heeft, en

c)waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de staat of zijn territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, hetzij het beheer is onderworpen aan toezicht door deze laatste, hetzij de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, zijn territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen;

 nieuw

3.„overheidsbedrijf”: elk bedrijf waarover overheidslichamen al dan niet rechtstreeks een dominerende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de voor het bedrijf geldende voorschriften.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 2,

49.„universiteit”: een openbaar lichaam dat postsecundair hoger onderwijs verstrekt dat tot een academische graad leidt;.

🡻 2003/98/EG

53.„document”,

a)eender welke inhoud, ongeacht het medium (op papier of opgeslagen in elektronische vorm of als geluids-, beeld- of audiovisuele opname),

b)eender welk deel van een dergelijke inhoud;

 nieuw

6. „dynamische gegevens”, documenten in elektronische vorm die frequent of in real time worden geactualiseerd;

7. „onderzoeksgegevens”, andere documenten in digitale vorm dan wetenschappelijke publicaties, die worden verzameld of geproduceerd tijdens wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten en die als bewijs in het onderzoeksproces worden gebruikt, of waarvan binnen de onderzoeksgemeenschap algemeen wordt erkend dat ze noodzakelijk zijn om onderzoeksresultaten te valideren;

8. „hoogwaardige datasets”, documenten waarvan het hergebruik belangrijke sociaaleconomische voordelen biedt, met name vanwege hun geschiktheid voor de ontwikkeling van diensten of toepassingen met toegevoegde waarde en het aantal potentiële begunstigden van op basis van die datasets ontwikkelde diensten of toepassingen met toegevoegde waarde;

🡻2003/98/EG (aangepast)

94. „hergebruik”, het gebruik door natuurlijke personen of rechtspersonen van documenten die in het bezit zijn van openbare lichamen voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan het oorspronkelijk doel binnen de publieke taak waarvoor de documenten zijn geproduceerd,. met uitzondering van dDe uitwisseling van documenten tussen openbare lichamen uitsluitend met het oog op de vervulling van hun openbare taken is geen hergebruik;

5.„persoonsgegevens”, gegevens als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 95/46/EG.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 2,

106.„machinaal leesbaar formaat”, een bestandsformaat dat zodanig is gestructureerd dat softwaretoepassingen specifieke gegevens, met inbegrip van individuele feitenbeschrijvingen, en hun interne structuur gemakkelijk kunnen identificeren, herkennen en extraheren;

117.„open formaat”, een bestandsformaat dat platformonafhankelijk is en voor het publiek beschikbaar is zonder enige beperking die het hergebruik van informatie verhindert;

128.„formele open standaard”, een standaard die schriftelijk is vastgesteld, met vermelding van specificaties voor de vereisten betreffende de wijze waarop de interoperabiliteit van de software moet worden gegarandeerd;

 nieuw

13. „redelijk rendement op investeringen”, een percentage van het totale tarief, bovenop de kosten die mogen worden doorberekend, dat maximaal 5 procentpunten hoger ligt dan de vaste rente van de Europese Centrale Bank;

14. „derde partij”, een natuurlijke of rechtspersoon die geen openbaar lichaam of overheidsbedrijf is en die gegevens bezit.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 3,

 nieuw

Artikel 3

Algemeen beginsel

1.    Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2 zorgen de lidstaten ervoor dat de documenten waarop deze richtlijn overeenkomstig artikel 1 van toepassing is, hergebruikt kunnen worden voor commerciële of niet-commerciële doeleinden, overeenkomstig de voorwaarden van de hoofdstukken III en IV.

2.    Voor documenten waarvoor intellectuele-eigendomsrechten berusten bij bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven en voor documenten van overheidsbedrijven zien de lidstaten erop toe dat dergelijke documenten, indien hergebruik is toegestaan, kunnen worden hergebruikt voor commerciële of niet-commerciële doeleinden, overeenkomstig de voorwaarden van de hoofdstukken III en IV.

🡻 2003/98/EG

HOOFDSTUK II

VERZOEKEN OM HERGEBRUIK

Artikel 4

Voorschriften voor de behandeling van verzoeken om hergebruik

1.    Openbare lichamen behandelen verzoeken om hergebruik en stellen de verzoeker de documenten ter beschikking voor hergebruik, waar mogelijk en passend langs elektronische weg, of stellen, indien een licentie vereist is, het licentieaanbod aan de aanvrager op binnen een redelijke termijn die strookt met de voor de behandeling van een verzoek om toegang tot deze documenten vastgestelde termijn.

2.    Wanneer geen termijnen of andere regels voor de spoedige verstrekking van documenten zijn vastgesteld, behandelen de openbare lichamen het verzoek en verstrekken zij de verzoeker de documenten voor hergebruik of stellen zij, indien een licentie is vereist, het licentieaanbod aan de aanvrager op binnen een termijn van ten hoogste 20 werkdagen na de ontvangst van het verzoek. Voor uitgebreide of ingewikkelde verzoeken kan deze termijn met 20 werkdagen worden verlengd. In dat geval wordt de aanvrager er binnen drie weken na zijn oorspronkelijk verzoek van in kennis gesteld dat de behandeling van zijn verzoek meer tijd zal vergen.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 4,

3.    In geval van een afwijzende beslissing delen de openbare lichamen de verzoeker de gronden voor de afwijzing van het verzoek mede, waarbij zij zich baseren op de toepasselijke bepalingen van de toegangsregeling in de betrokken lidstaat of de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn en in het bijzonder artikel 1, lid 2, onder a) tot en met gc quater), en artikel 3 zijn genomen. Ingeval een afwijzende beslissing gebaseerd is op artikel 1, lid 2, onder c) b), verwijst het openbare lichaam in zijn beslissing naar de natuurlijke of rechtspersoon bij wie de rechten berusten, indien deze bekend is, of naar de licentiegever van wie het openbare lichaam het betrokken materiaal heeft verkregen. Bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven zijn niet verplicht deze verwijzing op te nemen.

4.    In elke beslissing over hergebruik wordt verwezen naar de rechtsmiddelen die de verzoeker ter beschikking staan indien hij tegen de beslissing in beroep wenst te gaan. De rechtsmiddelen omvatten de mogelijkheid tot herziening door een onpartijdige herzieningsinstantie die over de nodige deskundigheid beschikt, zoals de nationale mededingingsautoriteit, de nationale autoriteit inzake toegang tot documenten of een nationale rechterlijke instantie, waarvan de beslissingen bindend zijn voor het betreffende openbare lichaam.

🡻2003/98/EG (aangepast)

 nieuw

5.    De volgende entiteiten hoeven niet te voldoen aan de bepalingen van dit artikel: 

Openbare lichamen die onder artikel 1, lid 2, onder d), e) en f), vallen hoeven niet te voldoen aan de bepalingen van dit artikel.

 nieuw

a) overheidsbedrijven;

b) onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren.

🡻 2003/98/EG

HOOFDSTUK III

VOORWAARDEN VOOR HERGEBRUIK

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 5, (aangepast)

 nieuw

Artikel 5

Beschikbare formaten

1.    Onverminderd hoofdstuk V  stellen openbare Openbare lichamen  en overheidsbedrijven  stellen hun documenten ter beschikking in de reeds bestaande formaten of talen en, indien mogelijk en passend, in een open en machinaal leesbaar formaat, samen met hun metadata. Zowel het formaat als de metadata dienen dient voor zover zoveel mogelijk aan formele open standaarden te voldoen.

2.    Lid 1 behelst geen verplichting voor openbare lichamen  of overheidsbedrijven  om documenten te creëren of aan te passen of om uittreksels te verstrekken om aan dat lid te voldoen indien dit een onevenredig grote inspanning vereist die verder gaat dan een eenvoudige handeling.

3.    Openbare lichamen  en overheidsbedrijven  kunnen op basis van deze richtlijn niet worden verplicht een bepaalde soort documenten te blijven produceren en op te slaan met het oog op het hergebruik van die documenten door een particuliere of publieke organisatie.

 nieuw

4. Dynamische gegevens worden door openbare lichamen en overheidsbedrijven onmiddellijk nadat ze zijn verzameld via passende API’s beschikbaar gesteld voor hergebruik.

5. Wanneer het voor openbare lichamen of overheidsbedrijven financieel en technisch niet haalbaar is om documenten onmiddellijk na het verzamelen van de gegevens beschikbaar te stellen, worden de in lid 4 bedoelde documenten beschikbaar gesteld binnen een termijn die de exploitatie van hun economisch potentieel niet onnodig in het gedrang brengt.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 6, (aangepast)

 nieuw

Artikel 6

Tariferingsbeginselen

1.    Wanneer een vergoeding wordt verlangd voor Voor het hergebruik van documenten, wordt geen vergoeding aangerekend, of een blijft deze vergoeding die beperkt blijft tot de marginale kosten voor hun vermenigvuldiging, verstrekking en verspreiding en – indien van toepassing – de anonimisering van persoonsgegevens en maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie.

2.    Bij wijze van uitzondering is lLid 1 is niet van toepassing op:

a)openbare lichamen die verplicht zijn inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten van de uitoefening van hun openbare taken te dekken;

b)bij wijze van uitzondering, documenten waarvoor het betrokken openbare lichaam verplicht is voldoende inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding ervan te dekken. Deze verplichtingen worden in de lidstaat bij wet of andere bindende voorschriften vastgesteld. Indien dergelijke voorschriften ontbreken, worden deze verplichtingen vastgesteld in overeenstemming met de gangbare bestuurspraktijk van de lidstaat;

bc)bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven;.

 nieuw

   c)    overheidsbedrijven.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 6, (aangepast)

 nieuw

3.    In de in lid 2, onder a) en  c)  b) bedoelde gevallen, berekenen de betrokken openbare lichamen wordt de totale vergoeding berekend aan de hand van objectieve, transparante en controleerbare criteria die door de lidstaten worden vastgesteld. De totale inkomsten van die lichamen uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten mogen over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding en – indien van toepassing – de anonimisering van persoonsgegevens en maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. De vergoeding wordt berekend overeenkomstig de toepasselijke boekhoudkundige beginselen die op de betrokken openbare lichamen van toepassing zijn.

4.    Indien er door de in lid 2, onder b) c), bedoelde openbare lichamen een vergoeding wordt verlangd, mogen de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging, verspreiding, conservering en vereffening van rechten en – indien van toepassing – de anonimisering van persoonsgegevens en maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. De vergoeding wordt berekend overeenkomstig de boekhoudkundige beginselen die op de betrokken openbare lichamen van toepassing zijn.

 nieuw

5. Hergebruik van hoogwaardige datasets, waarvan de lijst wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 13, en van onderzoeksgegevens als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c), is kosteloos voor de gebruiker.

🡻 2013/37/EU Art. 1, lid 7 (aangepast)

Artikel 7

Transparantie

1.    In het geval van standaardvergoedingen voor het hergebruik van documenten in het bezit van openbare lichamen, worden de eventuele voorwaarden en het eigenlijke bedrag van die vergoedingen, met inbegrip van de berekeningsgrondslag ervoor, vooraf vastgesteld en bekendgemaakt, indien mogelijk en passend langs elektronische weg.

2.    In het geval van andere dan de in het lid 1 genoemde vergoedingen voor hergebruik geeft het betrokken openbare lichaam vooraf aan met welke worden de factoren waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van die vergoedingen vooraf aangegeven. Op verzoek geeft het betrokken openbare lichaam de houder van documenten ook aan hoe die vergoedingen zijn berekend met betrekking tot het specifieke verzoek om hergebruik.

3.    De in artikel 6, lid 2, onder b), bedoelde verplichtingen worden vooraf vastgesteld. Indien mogelijk en passend worden zij langs elektronische weg bekendgemaakt.

 nieuw

3. De lidstaten publiceren een lijst van openbare lichamen als bedoeld in artikel 6, lid 2, onder a).

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 7,

4.    De openbare lichamen zorgen ervoor dat indieners van verzoekers om hergebruik van documenten in kennis worden gesteld van de rechtsmiddelen tegen besluiten of handelingen die hen betreffen.

🡻 2003/98/EG

Artikel 8

Licenties

🡻 2013/37/EU Art. 1, lid 8 (aangepast)

1.    Aan het Openbare lichamen kunnen toestemming geven voor onvoorwaardelijk hergebruik van documenten kunnen voorwaarden worden gekoppeld of kunnen voorwaarden opleggen, indien nodig door middel van een licentie. Deze voorwaarden mogen de mogelijkheden tot hergebruik niet nodeloos beperken, noch gebruikt worden om de mededinging te beperken.

🡻2003/98/EG (aangepast)

2.    In de lidstaten waar licenties gebruikt worden, zorgen de lidstaten ervoor dat standaardlicenties het hergebruik van overheidsdocumenten, die aan specifieke licentieaanvragen kunnen worden aangepast, in digitaal formaat beschikbaar zijn en elektronisch kunnen worden verwerkt. De lidstaten sporen alle openbare lichamen ertoe aan gebruik te maken van de moedigen het gebruik van standaardlicenties aan.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 9,

Artikel 9

Praktische regelingen

De lidstaten stellen praktische regelingen vast die het zoeken naar voor hergebruik beschikbare documenten vereenvoudigen, zoals overzichtslijsten van de belangrijkste documenten met relevante metagegevens, die indien mogelijk en passend online en in machinaal leesbare formaten toegankelijk zijn en portaalsites met links naar de overzichtslijsten. Indien mogelijk vergemakkelijken de lidstaten het taaloverschrijdend zoeken naar documenten.

 nieuw

Artikel 10

Beschikbaarheid en hergebruik van onderzoeksgegevens

1. De lidstaten ondersteunen de beschikbaarheid van onderzoeksgegevens middels nationale beleidsmaatregelen en acties om met overheidsmiddelen gefinancierde onderzoeksgegevens beschikbaar te stellen (“open-toegangbeleid”). Dit open-toegangbeleid is gericht tot onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren.

2. Onderzoeksgegevens zijn herbruikbaar voor commerciële of niet-commerciële doeleinden overeenkomstig de in de hoofdstukken III en IV vastgestelde voorwaarden voor zover die gegevens met overheidsmiddelen gefinancierd zijn en de toegang tot die gegevens wordt verleend via een institutionele of thematische databank. In dit verband moet echter terdege rekening worden gehouden met rechtmatige handelsbelangen en reeds bestaande intellectuele-eigendomsrechten. De gegevens worden verstrekt onverminderd artikel 1, lid 2, onder c).

🡻2003/98/EG (aangepast)

 nieuw

HOOFDSTUK IV

DISCRIMINATIEVERBOD EN EERLIJKE HANDEL

Artikel 1110

Discriminatieverbod

1.    De voorwaarden voor het hergebruik van documenten mogen niet discriminerend zijn voor vergelijkbare categorieën van hergebruik, met inbegrip van hergebruik over de landsgrenzen heen.

2.    Indien documenten door een openbaar lichaam worden hergebruikt als basismateriaal voor commerciële activiteiten van dat openbare lichaam die buiten de openbare taak vallen, zijn op de verstrekking van documenten voor deze activiteiten dezelfde vergoedingen en andere voorwaarden van toepassing als die welke gelden voor andere gebruikers.

Artikel 1211

Verbod op exclusiviteitsregelingen

1.    Het hergebruik van documenten staat open voor alle potentiële marktdeelnemers, zelfs indien één of meer marktpartijen marktdeelnemers reeds op deze documenten gebaseerde producten met toegevoegde waarde exploiteren. Contracten of andere overeenkomsten tussen een openbaar het openbare lichaam of overheidsbedrijf dat deze documenten in bezit heeft en derden mogen geen exclusiviteitsrechten verlenen.

2.    Wanneer een exclusief recht echter noodzakelijk is voor het verlenen van een dienst van algemeen belang, dient periodiek, doch in ieder geval om de drie jaar, te worden nagegaan of de redenen daarvoor nog steeds geldig zijn. Exclusiviteitsregelingen die na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn worden gesloten, worden minstens twee maanden voor hun inwerkingtreding bekendgemaakt. De uiteindelijke regelingen zijn transparant en worden openbaar gemaakt

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 10, onder a)

Dit lid is niet van toepassing op de digitalisering van culturele hulpbronnen.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 10, onder b)

32a.    Onverminderd lid 1, duurt, wanneer een exclusief recht betrekking heeft op de digitalisering van culturele hulpbronnen, de periode van exclusiviteit in het algemeen niet langer dan tien jaar. Indien die periode meer dan tien jaar bedraagt, wordt de duur ervan tijdens het elfde jaar en, indien van toepassing, daarna om de zeven jaar, getoetst.

De in de eerste alinea bedoelde regelingen die exclusieve rechten toekennen zijn transparant en worden openbaar gemaakt.

Ingeval van een in de eerste alinea bedoeld exclusief recht, wordt in de desbetreffende overeenkomst vastgesteld dat het desbetreffende openbare lichaam gratis een kopie van de gedigitaliseerde culturele hulpbronnen krijgt. Die kopie is na afloop van de exclusiviteitsperiode beschikbaar voor hergebruik.

 nieuw

4. Wettelijke of praktische regelingen die, zonder expliciet in de toekenning van exclusiviteitsrechten te voorzien, tot doel hebben of redelijkerwijs kunnen worden geacht de beschikbaarheid van documenten voor hergebruik door andere partijen dan de derde partij bij de regeling te beperken, worden minstens twee maanden voor de inwerkingtreding van die regeling bekendgemaakt. De uiteindelijke regelingen zijn transparant en openbaar.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 10, onder c) (aangepast)

3.    Exclusiviteitsregelingen die al bestaan op 1 juli 2005 en die niet voor een uitzondering uit hoofde van lid 2, in aanmerking komen, worden aan het eind van het contract of in elk geval uiterlijk op 31 december 2008 beëindigd.

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 10, onder d) (aangepast)

54.    Onverminderd lid 3 worden eExclusiviteitsregelingen die al bestaan op 17 juli 2013 en die niet voor een uitzondering uit hoofde van de leden 2 en 32 bis in aanmerking komen, worden aan het eind van het contract of in elk geval uiterlijk op 18 juli 2043 beëindigd.

 nieuw

HOOFDSTUK V

HOOGWAARDIGE DATASETS

Artikel 13

Lijst van hoogwaardige datasets

1. Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze richtlijn stelt de Commissie uit de lijst van documenten waarop deze richtlijn van toepassing is, de lijst van hoogwaardige datasets vast, samen met de modaliteiten voor de publicatie en het hergebruik daarvan.

2. Die datasets worden gratis beschikbaar gesteld in een machinaal leesbaar formaat en zijn toegankelijk via API’s. De voorwaarden voor hergebruik zijn verenigbaar met open standaardlicenties.

3. Bij wijze van uitzondering geldt de gratis beschikbaarstelling als bedoeld in lid 2 niet voor hoogwaardige datasets van overheidsbedrijven indien uit de effectbeoordeling als bedoeld in artikel 13, lid 7, blijkt dat de gratis beschikbaarstelling van die datasets in de respectieve markten tot aanzienlijke concurrentieverstoring zou leiden.

4. De Commissie kan, bovenop de in lid 2 bepaalde voorwaarden, andere voorwaarden stellen inzake:

a.    voorwaarden voor hergebruik;

b.    formaten van gegevens en metagegevens en de technische modaliteiten voor de publicatie en verspreiding daarvan.

5. De in lid 1 bedoelde datasets worden geselecteerd op basis van de beoordeling van hun potentieel om sociaaleconomische baten te genereren, het aantal gebruikers en de inkomsten waartoe ze kunnen bijdragen, en de mogelijkheden om ze met andere datasets te combineren.

6. De in dit artikel bedoelde maatregelen worden door de Commissie vastgesteld door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 290 VWEU en overeenkomstig de procedure van artikel 14.

7. De Commissie voert voorafgaand aan de vaststelling van de gedelegeerde handeling een effectbeoordeling uit, met inbegrip van een kosten-batenanalyse, en waarborgt dat de handeling complementair is aan de bestaande sectorale rechtsinstrumenten inzake het hergebruik van documenten waarop deze richtlijn van toepassing is. Met betrekking tot datasets van overheidsbedrijven wordt in de effectbeoordeling bijzondere aandacht besteed aan de rol van overheidsbedrijven in een concurrerend economisch klimaat.

🡻 2003/98/EG

HOOFDSTUK VIV

SLOTBEPALINGEN

 nieuw

Artikel 14

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 13 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf [de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3. De in artikel 13 bedoelde delegatie van bevoegdheden kan door het Europees Parlement of de Raad te allen tijde worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Alvorens een gedelegeerde handeling vast te stellen, raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een overeenkomstig artikel 13 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

🡻2003/98/EG (aangepast)

Artikel 1512

Uitvoering  Omzetting 

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 2005 aan deze richtlijn op […] aan de artikelen […] te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis van die maatregelen.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen.  In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.  De regels voor de verwijzing  en de formulering van die verwijzing  worden vastgesteld door de lidstaten.

 2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. 

🡻2013/37/EG Art. 1, lid 11, (aangepast)

 nieuw

Artikel 1613

Evaluatie

1.    Ten vroegste vier jaar na de omzettingsdatum van deze richtlijn evalueert deDe Commissie evalueert de toepassing van deze richtlijn uiterlijk op 18 juli 2018 en dient zij een verslag met de belangrijkste resultaten van die evaluatie in bij deelt de resultaten van die evaluatie, tezamen met voorstellen tot wijziging van de richtlijn, mee aan het Europees Parlement, en de Raad  en het Europees Economisch en Sociaal Comité. Die evaluatie wordt verricht conform de richtsnoeren voor betere regelgeving van de Commissie 52 . De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het opstellen van dat verslag .

2.    De lidstaten zenden de Commissie om de drie jaar een verslag over de beschikbaarheid van overheidsinformatie voor hergebruik, de voorwaarden waaronder deze beschikbaar wordt gesteld en de praktijk op het vlak van rechtsmiddelen. Op basis van dat verslag, dat openbaar wordt gemaakt, evalueren de lidstaten de toepassing van artikel 6, met name met betrekking tot vergoedingen die de marginale kosten overstijgen.

23.    De in lid 1 bedoelde evaluatie heeft met name betrekking op het toepassingsgebied en het effect van de richtlijn, met inbegrip van de mate waarin het hergebruik van overheidsdocumenten waarop de richtlijn van toepassing is, is toegenomen, de gevolgen van de toegepaste tariferingsbeginselen, het hergebruik van officiële teksten van wetgevende en administratieve aard, het hergebruik van documenten van andere entiteiten dan openbare lichamen, de interactie tussen gegevensbescherming en mogelijkheden tot hergebruik, en de verdere mogelijkheden om de goede werking van de interne markt en de ontwikkeling van de Europese data-economie inhoudsindustrie te bevorderen.

🡻 

Artikel 17

Intrekking

Richtlijn 2003/98/EG, als gewijzigd door de in bijlage I, deel A, genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken met ingang van [de dag na de datum in artikel 15, lid 1, eerste alinea], onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de termijnen voor de omzetting in nationale wetgeving en de toepassing van de in bijlage I, deel B, genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

🡻2003/98/EG (aangepast)

Artikel 1814

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1915

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1)    De term „document”, als gedefinieerd in artikel 2 van de richtlijn, moet ruim worden geïnterpreteerd en omvat ook begrippen zoals gegevens en inhoud.
(2)    SWD(2018) 145.
(3)    COM(2017) 228 final.
(4)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (verordening algemene verordening gegevensbescherming).
(5)    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens in elektronische communicatie, en tot intrekking van Richtlijn 2002/58/EG, COM(2017) 10 final.
(6)    Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken.
(7)    COM(2017) 495 final.
(8)    SWD(2018) 125.
(9)    COM(2017) 9 final.
(10)    COM(2018) 8 final.
(11)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1926 van de Commissie van 31 mei 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het aanbieden van EU-brede multimodale reisinformatiediensten.
(12)    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (herschikking) COM/2016/0864 final/2
(13)    Voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking) COM/2017/0753 final.
(14)    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire).
(15)    C(2018) 2375.
(16)    SWD(2018) 145.
(17)    SWD(2018) 127.
(18)    SWD(2018) 145.
(19)    De studie werd geleid door een consortium, bestaande uit Deloitte, Open Evidence, Wik Consult, Time Lex, Spark en Lisbon Council.
(20)     https://www.europeandataportal.eu/en/highlights/open-data-maturity-europe-2017  
(21)    SEC(2018) 206.
(22)    SWD(2018) 127.
(23)    C(2018) 2375.
(24)    Zie: Beleidsmaatregel 4 van de Verklaring van Tallinn, https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/ministerial-declaration-egovernment-tallinn-declaration.
(25)    C(2018) 2375.
(26)    PB C […] van […], blz. […].
(27)    PB C […] van […], blz. […].
(28)    Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90).
(29)    SWD(2018) 145.
(30)    SWD(2018) 127.
(31)    Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).
(32)    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
(33)    Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
(34)    C(2018) 2375.
(35)    Richtlijn 2014/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
(36)    PB L 209 van 24.7.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie (PB L 285 van 29.10.2001, blz. 1).
(37)    PB L 199 van 9.8.1993, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG.
(38)    PB L 199 van 9.8.1993, blz. 54. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG.
(39)    PB L 101 van 1.4.1998, blz. 1.
(40)    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
(41)    PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
(42)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (verordening algemene verordening gegevensbescherming) […].
(43)    Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
(44)    Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).
(45)    Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).
(46)    PB L123 van 12.5. 2016, blz. 1.
(47)    Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
(48)    Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).
(49)    Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).
(50)    Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).
(51)    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
(52)    SWD(2017) 350.

Brussel, 11.6.2018

COM(2018) 234 final

CORRIGENDUM
This document corrects document COM (2018) 234 final of 25.04.2018.
Concerns all language versions.
Addition of 2 annexes to the act.
The text shall read as follows:

BIJLAGEN

bij voorstel voor

een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

inzake het hergebruik van overheidsinformatie (herschikking)

{SEC(2018) 206 final}
{SWD(2018) 127 final}
{SWD(2018) 128 final}
{SWD(2018) 129 final}
{SWD(2018) 145 final}


BIJLAGE I

Deel A

Ingetrokken richtlijn
en de wijzigingen daarvan

(als bedoeld in artikel 15)

Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90)

Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 175 van 27.6.2013, blz. 1)

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassingsdata

(als bedoeld in artikel 15)

Richtlijn

Omzettingstermijn

Datum van toepassing

2003/98/EG

1 juli 2005

2013/37/EU

18 juli 2015

18 juli 2015



BIJLAGE II

Concordantietabel

Richtlijn 2003/98/EG

Deze richtlijn

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1, aanhef en artikel 1, lid 1, onder a)

_

Artikel 1, lid 1, onder b)

_

Artikel 1, lid 1, onder c)

Artikel 1, lid 2, aanhef

Artikel 1, lid 2, aanhef

Artikel 1, lid 2, onder a)

Artikel 1, lid 2, onder a)

_

Artikel 1, lid 2, onder b)

Artikel 1, lid 2, onder b)

Artikel 1, lid 2, onder c)

Artikel 1, lid 2, onder c)

Artikel 1, lid 2, onder d)

Artikel 1, lid 2, onder c bis)

Artikel 1, lid 2, onder e)

Artikel 1, lid 2, onder c ter)

Artikel 1, lid 2, onder f)

Artikel 1, lid 2, onder c quater)

Artikel 1, lid 2, onder g)

Artikel 1, lid 2, onder d)

Artikel 1, lid 2, onder h)

Artikel 1, lid 2, onder e)

Artikel 1, lid 2, onder j)

Artikel 1, lid 2, onder f)

Artikel 1, lid 2, onder i)

_

Artikel 1, lid 2, onder k)

Artikel 1, lid 3

Artikel 1, lid 3

Artikel 1, lid 4

_

Artikel 1, lid 5

Artikel 1, lid 4

_

Artikel 1, lid 5

_

Artikel 1, lid 6

Artikel 2, aanhef

Artikel 2, aanhef

Artikel 2, punt 1

Artikel 2, punt 1

Artikel 2, punt 2

Artikel 2, punt 2

_

Artikel 2, punt 3

Artikel 2, punt 3

Artikel 2, punt 5

_

Artikel 2, punt 6

_

Artikel 2, punt 7

_

Artikel 2, punt 8

Artikel 2, punt 4

Artikel 2, punt 9

Artikel 2, punt 5

_

Artikel 2, punt 6

Artikel 2, punt 10

Artikel 2, punt 7

Artikel 2, punt 11

Artikel 2, punt 8

Artikel 2, punt 12

Artikel 2, punt 9

Artikel 2, punt 4

_

Artikel 2, punt 13

_

Artikel 2, punt 14

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 3 lid 2

Artikel 3 lid 2

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 4 lid 2

Artikel 4 lid 2

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 4

Artikel 4, lid 4

Artikel 4, lid 5

_

_

Artikel 4, lid 5, aanhef

_

Artikel 4, lid 5, onder a)

Artikel 4, lid 5, onder b)

Artikel 5, lid 1

Artikel 5, lid 1

Artikel 5 lid 2

Artikel 5 lid 2

Artikel 5, lid 3

Artikel 5, lid 3

_

Artikel 5, lid 4

_

Artikel 5, lid 5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2, aanhef

Artikel 6, lid 2, aanhef

Artikel 6, lid 2, onder a)

Artikel 6, lid 2, onder a)

Artikel 6, lid 2, onder b)

_

Artikel 6, lid 2, onder c)

Artikel 6, lid 2, onder b)

_

Artikel 6, lid 2, onder c)

Artikel 6, lid 3

Artikel 6, lid 3

Artikel 6, lid 4

Artikel 6, lid 4

_

Artikel 6, lid 5

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 7 lid 2

Artikel 7 lid 2

Artikel 7, lid 3

_

_

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 4

Artikel 7, lid 4

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 8 lid 2

Artikel 8 lid 2

Artikel 9

Artikel 9

_

Artikel 10, lid 1

_

Artikel 10 lid 2

Artikel 10, lid 1

Artikel 11, lid 1

Artikel 10 lid 2

Artikel 11 lid 2

Artikel 11, lid 1

Artikel 12, lid 1

Artikel 11 lid 2

Artikel 12 lid 2

Artikel 11, lid 2 bis

Artikel 12, lid 3

_

Artikel 12, lid 4

Artikel 11, lid 3

_

Artikel 11, lid 4

Artikel 12, lid 5

_

Artikel 13, lid 1

_

Artikel 13 lid 2

_

Artikel 13, lid 3

_

Artikel 13, lid 4, onder a)

_

Artikel 13, lid 4, onder b)

_

Artikel 13, lid 5

_

Artikel 13, lid 6

_

Artikel 13, lid 7

_

Artikel 14, lid 1

_

Artikel 14 lid 2

_

Artikel 14 lid 3

_

Artikel 14, lid 4

_

Artikel 14, lid 5

_

Artikel 14, lid 6

Artikel 12

Artikel 15, lid 1

_

Artikel 15 lid 2

Artikel 13, lid 1

Artikel 16, lid 1

Artikel 13 lid 2

_

Artikel 13 lid 3

Artikel 16, lid 2

_

Artikel 17

Artikel 14

Artikel 18

Artikel 15

Artikel 19

_

Bijlage I

_

Bijlage II