EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 18.4.2018
COM(2018) 197 final
BIJLAGE
bij
voorstel voor een besluit van de Raad
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore
VRIJHANDELSOVEREENKOMST
tussen de Europese Unie
en de Republiek Singapore
De Europese Unie, hierna "de Unie" genoemd,
en
de Republiek Singapore, hierna "Singapore" genoemd,
ERKENNENDE dat zij een langdurig en sterk partnerschap hebben, dat is gebaseerd op de gemeenschappelijke beginselen en waarden die zijn weergegeven in de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, alsmede belangrijke economische, handels- en investeringsbanden,
GELEID DOOR DE WENS, consistent met het kader van hun algemene betrekkingen, hun banden verder aan te halen, en ervan overtuigd dat deze overeenkomst een nieuw klimaat voor de ontwikkeling van de wederzijdse handel en investeringen door de partijen tot stand zal brengen,
ERKENNENDE dat deze overeenkomst het streven naar regionale economische integratie aanvult en bevordert,
VASTBESLOTEN hun economische, handels- en investeringsbanden aan te halen met eerbiediging van het doel van een in economisch, sociaal en ecologisch opzicht duurzame ontwikkeling, en handel en investeringen te bevorderen op een wijze die strookt met hoge beschermingsniveaus voor milieu en werknemers en de desbetreffende internationaal erkende normen en overeenkomsten waarbij zij partij zijn,
GELEID DOOR DE WENS de levensstandaard te verhogen, economische groei en stabiliteit te bevorderen, nieuwe mogelijkheden voor werkgelegenheid te scheppen en het algemene welzijn te verbeteren, en daarom opnieuw bevestigende dat zij de vaste wil hebben om de liberalisering van handel en investeringen te bevorderen,
ERVAN OVERTUIGD dat deze overeenkomst een uitgebreidere en betrouwbare markt voor goederen en diensten tot stand zal brengen, en aldus het concurrentievermogen van hun ondernemingen op mondiale markten zal versterken,
OPNIEUW BEVESTIGENDE dat elk van beide partijen het recht heeft maatregelen vast te stellen en te handhaven die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van legitieme beleidsdoelstellingen op onder meer sociaal, milieu- en veiligheidsgebied alsmede op het gebied van de volksgezondheid en openbare veiligheid en ter bevordering en bescherming van culturele diversiteit,
OPNIEUW BEVESTIGENDE dat zij het Handvest van de Verenigde Naties, ondertekend te San Francisco op 26 juni 1945, en de beginselen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vastgesteld op 10 december 1948, ten volle onderschrijven,
ERKENNENDE dat transparantie in de internationale handel van belang is voor alle betrokkenen,
MET HET OOG op de vaststelling van duidelijke en over en weer tot voordeel strekkende regels voor hun handel en investeringen en de vermindering of afschaffing van de belemmeringen voor de wederzijdse handel en investeringen,
VASTBESLOTEN bij te dragen aan de harmonische ontwikkeling en de uitbreiding van de internationale handel door met deze overeenkomst handelsbelemmeringen weg te nemen en tussen de partijen nieuwe handels- of investeringsbelemmeringen die de voordelen van deze overeenkomst zouden kunnen beperken, te vermijden,
VOORTBOUWEND op hun respectieve rechten en verplichtingen ingevolge de WTO-Overeenkomst en andere multilaterale, regionale en bilaterale overeenkomsten en akkoorden waarbij zij partij zijn,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
HOOFDSTUK EEN
DOELSTELLINGEN EN ALGEMENE DEFINITIES
ARTIKEL 1.1
Oprichting van een vrijhandelsruimte
De partijen bij deze overeenkomst brengen hiermee een vrijhandelsruimte tot stand, in overeenstemming met artikel XXIV van de GATT 1994 en artikel V van de GATS.
ARTIKEL 1.2
Doelstellingen
Deze overeenkomst heeft tot doel de handel en de investeringen tussen de partijen te liberaliseren en te vergemakkelijken volgens de bepalingen van deze overeenkomst.
ARTIKEL 1.3
Algemeen toepasselijke definities
Tenzij anders is bepaald, wordt voor de toepassing van deze overeenkomst verstaan onder:
"Overeenkomst inzake de landbouw": de Overeenkomst inzake de landbouw, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"Overeenkomst inzake overheidsopdrachten": de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, die is neergelegd in bijlage 4 bij de WTO-Overeenkomst;
"Overeenkomst inzake inspectie voor verzending": de Overeenkomst inzake inspectie voor verzending, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"Antidumpingovereenkomst": de Overeenkomst inzake de toepassing van Artikel VI van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"Overeenkomst inzake de douanewaarde": de Overeenkomst inzake de toepassing van Artikel VII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"dag": een kalenderdag;
"DSU": het Memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen, dat is neergelegd in bijlage 2 bij de WTO-Overeenkomst
"GATS": de Algemene overeenkomst inzake de handel in diensten, die is neergelegd in bijlage 1B bij de WTO-Overeenkomst;
"GATT 1994": de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"Geharmoniseerd systeem": het Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, inclusief alle aantekeningen en amendementen (hierna het "GS" genoemd);
"IMF": het Internationaal Monetair Fonds;
"Overeenkomst inzake invoervergunningen": de Overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"maatregel": elke wet, regeling, procedure, eis of praktijk,
"natuurlijk persoon uit een partij": een onderdaan van Singapore of van een van de lidstaten van de Europese Unie volgens hun respectieve wetgeving;
"Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst": de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Singapore, anderzijds, ondertekend op [...];
"persoon": een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
"Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen": de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"SCM-Overeenkomst": de Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"SPS-Overeenkomst": de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"TBT-Overeenkomst": de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen die is neergelegd in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst;
"TRIPs-Overeenkomst": de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom die is neergelegd in bijlage 1C bij de WTO-Overeenkomst;
"WIPO": de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom;
"WTO-Overeenkomst": de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, gedaan te Marrakesh op 15 april 1994;
"WTO": de Wereldhandelsorganisatie.
HOOFDSTUK TWEE
NATIONALE BEHANDELING EN MARKTTOEGANG VOOR GOEDEREN
Afdeling A
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
ARTIKEL 2.1
Doel
Gedurende een overgangsperiode die aanvangt bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst, wordt de handel in goederen door de partijen geleidelijk en wederzijds geliberaliseerd, overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst en in overeenstemming met artikel XXIV van de GATT 1994.
ARTIKEL 2.2
Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op de handel in goederen tussen de partijen.
ARTIKEL 2.3
Nationale behandeling
Elk van beide partijen behandelt goederen van de andere partij als nationale goederen, in overeenstemming met artikel III van de GATT 1994 en de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij. De verplichtingen die voortvloeien uit artikel III van de GATT 1994, met inbegrip van de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij, worden daartoe mutatis mutandis in deze overeenkomst opgenomen.
ARTIKEL 2.4
Douanerechten
Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onder "douanerechten" alle soorten rechten en heffingen verstaan die worden opgelegd bij of in verband met de invoer of de uitvoer van goederen, met inbegrip van alle aanvullende heffingen of belastingen opgelegd bij of in verband met deze invoer of uitvoer.
Onder "douanerechten" worden niet verstaan:
a)
heffingen gelijkwaardig aan interne belastingen die worden opgelegd overeenkomstig artikel 2.3 (Nationale behandeling);
b)
rechten die worden opgelegd overeenkomstig hoofdstuk drie (Handelsmaatregelen);
c)
rechten die worden toegepast overeenkomstig artikel VI, artikel XVI en artikel XIX van de GATT 1994, de Antidumpingovereenkomst, de SCM-Overeenkomst, artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw, en de DSU;
d)
vergoedingen of andere heffingen die worden opgelegd overeenkomstig artikel 2.10 (Vergoedingen en formaliteiten in verband met invoer en uitvoer).
ARTIKEL 2.5
Indeling van goederen
De indeling van goederen in het handelsverkeer tussen de partijen gebeurt volgens de respectieve tariefnomenclatuur van elk van beide partijen in overeenstemming met het GS en de wijzigingen daarvan.
Afdeling B
VERMINDERING EN/OF AFSCHAFFING VAN DOUANERECHTEN
ARTIKEL 2.6
Verlaging en/of afschaffing van invoerrechten
1.
Elk van beide partijen verlaagt haar douanerechten op ingevoerde goederen van oorsprong uit de andere partij en/of schaft die af, overeenkomstig de lijsten in bijlage 2-A. Voor de toepassing van dit hoofdstuk betekent "van oorsprong uit": overeenkomstig de oorsprongsregels in Protocol 1.
2.
Het basistarief van de invoerrechten dat ingevolge lid 1 achtereenvolgens wordt verlaagd, is het tarief dat is vermeld in de lijsten in bijlage 2-A.
3.
Indien een partij na de inwerkingtreding van deze overeenkomst op enig tijdstip het door haar toegepaste invoerrecht voor meest begunstigde natie (hierna "MBN" genoemd) verlaagt, dan geldt dat recht indien en zolang het lager is dan het overeenkomstig haar lijst in bijlage 2-A berekende invoerrecht.
4.
Drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst treden de partijen, indien een van hen daarom verzoekt, in overleg om te bezien of invoerrechten versneld en in ruimere mate kunnen worden verminderd en afgeschaft. Met een besluit van de partijen in het Comité voor de handel in goederen om een douanerecht op een goed versneld of in ruimere mate te verminderen of af te schaffen, worden douanerechten of afbouwcategorieën die voor dat goed overeenkomstig hun lijsten zijn vastgesteld, vervangen.
ARTIKEL 2.7
Afschaffing van uitvoerrechten en -belastingen
Geen van beide partijen handhaaft douanerechten of belastingen of stelt die in ter zake van of in verband met de uitvoer of de verkoop ten uitvoer van goederen naar de andere partij; hetzelfde geldt voor interne belastingen ter zake van de uitvoer van goederen naar de andere partij die hoger zijn dan die welke op soortgelijke, voor verkoop in het binnenland bestemde goederen worden geheven.
ARTIKEL 2.8
Status-quo
Na de inwerkingtreding van de overeenkomst verhoogt geen van beide partijen bestaande douanerechten of stelt zij nieuwe douanerechten vast op de invoer van een goed van oorsprong uit de andere partij. Dit sluit niet uit dat een partij een douanerecht na een eenzijdige verlaging verhoogt tot het in haar lijst in bijlage 2-A vastgelegde niveau.
Afdeling C
NIET-TARIFAIRE MAATREGELEN
ARTIKEL 2.9
Invoer- en uitvoerbeperkingen
1.
In overeenstemming met artikel XI van de GATT 1994 en de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij mag geen van beide partijen verboden of beperkingen invoeren of handhaven ter zake van de invoer van een goed uit de andere partij of van de uitvoer of verkoop ten uitvoer van een goed dat voor het grondgebied van de andere partij is bestemd. Artikel XI van de GATT 1994 en de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij worden daartoe mutatis mutandis in deze overeenkomst opgenomen.
2.
De partijen komen overeen dat alvorens een in artikel XI, lid 2, onder a) en c), van de GATT 1994 bedoelde maatregel te nemen, de partij die voornemens is maatregelen te nemen de andere partij alle relevante informatie verstrekt, teneinde een oplossing te zoeken die voor beide partijen aanvaardbaar is. De partijen kunnen elke maatregel overeenkomen die aan de moeilijkheden een einde maakt. Indien binnen dertig dagen na het verstrekken van die informatie geen overeenstemming is bereikt, kan de partij van uitvoer krachtens dit artikel maatregelen toepassen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken goed. Wanneer door uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk handelen vereisen, voorafgaande informatieverstrekking of voorafgaand onderzoek niet mogelijk is, kan de partij die voornemens is de maatregelen te nemen, onmiddellijk de voorzorgsmaatregelen nemen die nodig zijn om de situatie aan te pakken, en stelt zij de andere partij hiervan onmiddellijk in kennis.
ARTIKEL 2.10
Vergoedingen en formaliteiten in verband met invoer en uitvoer
1.
Elk van beide partijen zorgt er in overeenstemming met artikel VIII van de GATT 1994 en de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij voor dat alle vergoedingen en heffingen van welke aard ook (andere dan douanerechten en maatregelen als bedoeld in artikel 2.4 (Douanerechten), punten a), b) en c) ter zake van of in verband met de invoer of de uitvoer van goederen worden beperkt tot, bij benadering, de kosten van de verleende diensten, die niet op een ad-valorembasis worden berekend, en geen indirecte bescherming van interne producten of een belasting op de invoer of de uitvoer voor fiscale doeleinden vormen.
2.
Elk van beide partijen maakt via een officieel aangewezen medium, inclusief via het internet, de vergoedingen en rechten bekend die zij in verband met de invoer of de uitvoer aanrekent.
3.
De partijen schrijven voor de invoer van goederen van een andere partij geen consulaire formaliteiten voor, waaronder begrepen vergoedingen en heffingen.
ARTIKEL 2.11
Procedures op het gebied van in- en uitvoervergunningen
1.
De partijen bevestigen hun bestaande rechten en verplichtingen ingevolge de Overeenkomst inzake invoervergunningen.
2.
Bij de invoering en het beheer van procedures op het gebied van in- en uitvoervergunningen houden de partijen zich aan:
a)
artikel 1, leden 1 tot en met 9, van de WTO-Overeenkomst inzake invoervergunningen;
b)
artikel 2 van de WTO-Overeenkomst inzake invoervergunningen;
c)
artikel 3 van de WTO-Overeenkomst inzake invoervergunningen.
Hiertoe worden de in de punten a), b) en c) van dit lid genoemde bepalingen opgenomen in deze overeenkomst. De partijen passen die bepalingen mutatis mutandis toe op elke procedure op het gebied van uitvoervergunningen.
3.
De partijen dragen er zorg voor dat alle procedures op het gebied van uitvoervergunningen, wat de toepassing ervan betreft, neutraal zijn en op eerlijke, billijke, niet-discriminerende en transparante wijze worden beheerd.
4.
Vergunningsprocedures worden door een partij slechts ingesteld of gehandhaafd als voorwaarde voor invoer in haar grondgebied of uitvoer uit haar grondgebied naar de andere partij wanneer voor het bereiken van een administratief doel redelijkerwijs geen andere passende procedures beschikbaar zijn.
5.
De partijen voeren geen niet-automatische vergunningsprocedures bij invoer of bij uitvoer in en handhaven die niet, tenzij dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een maatregel die strookt met deze overeenkomst. Een partij die een niet-automatische vergunningsprocedure vaststelt, vermeldt duidelijk welke maatregel aldus wordt uitgevoerd.
6
Een partij die een procedure op het gebied van uitvoervergunningen instelt of een dergelijke procedure wijzigt, stelt het Comité voor de handel in goederen zestig dagen vóór de publicatie van die procedure daarvan in kennis. Deze kennisgeving bevat de informatie die vereist is op grond van artikel 5 van de Overeenkomst inzake invoervergunningen.
7.
Elk van beide partijen antwoordt binnen zestig dagen op vragen van de andere partij in verband met elke vergunningprocedure die de partij waaraan het verzoek is gericht, voornemens is vast te stellen of heeft vastgesteld of gehandhaafd, en in verband met de criteria om in- of uitvoervergunningen te verlenen of toe te wijzen.
ARTIKEL 2.12
Staatshandelsondernemingen
1.
De partijen bevestigen hun bestaande rechten en verplichtingen ingevolge artikel XVII van de GATT 1994, de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij en het in bijlage 1-A bij de WTO-Overeenkomst opgenomen Memorandum van Overeenstemming betreffende de interpretatie van artikel XVII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994, welke hierbij mutatis mutandis in deze overeenkomst worden opgenomen.
2.
De partijen kunnen de andere partij bilateraal om informatie verzoeken als bedoeld in artikel XVII, lid 4, onder c) en d), van de GATT 1994.
ARTIKEL 2.13
Afschaffing van sectorspecifieke niet-tarifaire maatregelen
1.
De partijen gaan verdere verbintenissen ten aanzien van sectorspecifieke niet-tarifaire maatregelen aan overeenkomstig bijlage 2-B en bijlage 2-C (hierna "sectorbijlagen" genoemd). Daartoe kunnen de partijen, bij besluit van het Comité voor de handel in goederen, de sectorbijlagen wijzigen.
2.
Op verzoek van een partij openen de partijen onderhandelingen met het oog op de uitbreiding van hun verbintenissen ten aanzien van sectorspecifieke niet-tarifaire maatregelen met betrekking tot goederen.
Afdeling D
SPECIFIEKE UITZONDERINGEN MET BETREKKING TOT GOEDEREN
ARTIKEL 2.14
Algemene uitzonderingen
1.
Niets in dit hoofdstuk belet dat maatregelen worden genomen overeenkomstig artikel XX van de GATT 1994, de aantekeningen en aanvullende bepalingen daarbij, die hierbij mutatis mutandis in deze overeenkomst worden opgenomen.
2.
De partijen komen overeen dat alvorens een in artikel XX, onder i) en j), van de GATT 1994 bedoelde maatregel te nemen, de partij van uitvoer die voornemens is maatregelen te nemen, de andere partij alle relevante informatie verstrekt, teneinde een oplossing te zoeken die voor beide partijen aanvaardbaar is. De partijen kunnen elke maatregel overeenkomen die aan de moeilijkheden een einde maakt. Indien binnen dertig dagen geen overeenstemming is bereikt, kan de partij van uitvoer in dit artikel bedoelde maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken goed. Wanneer door uitzonderlijke, kritieke omstandigheden die onmiddellijk handelen vereisen, voorafgaande informatieverstrekking of voorafgaand onderzoek niet mogelijk is, kan de partij die voornemens is de maatregelen te nemen, onmiddellijk de voorzorgsmaatregelen nemen die nodig zijn om de situatie aan te pakken, en stelt zij de andere partij hiervan onmiddellijk in kennis.
Afdeling E
INSTITUTIONELE BEPALINGEN
ARTIKEL 2.15
Comité voor de handel in goederen
1.
Het krachtens artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in goederen komt bijeen indien een partij of het Handelscomité hierom verzoekt, teneinde alle aangelegenheden te behandelen waarop dit hoofdstuk van toepassing is, en bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen.
2.
Het Comité heeft onder meer de volgende taken:
a)
toezien op de uitvoering van dit hoofdstuk en van de bijlagen 2-A, 2-B en 2-C;
b)
bevorderen van de handel in goederen tussen de partijen, met inbegrip van overleg over versnelde en verdergaande rechtenafschaffing, over verdergaande verbintenissen met betrekking tot niet-tarifaire maatregelen ingevolge deze overeenkomst, alsmede, in voorkomend geval, over andere kwesties. Op grond van dit overleg kan het Comité zo nodig bij besluit de bijlagen 2-A, 2-B en 2-C wijzigen of uitbreiden, en
c)
tarifaire en niet-tarifaire maatregelen ten aanzien van de handel in goederen tussen de partijen bespreken en in voorkomend geval zulke aangelegenheden voorleggen aan het Handelscomité.
HOOFDSTUK DRIE
HANDELSMAATREGELEN
Afdeling A
ANTIDUMPING- EN COMPENSERENDE MAATREGELEN
ARTIKEL 3.1
Algemene bepalingen
1.
De partijen bevestigen hun rechten en verplichtingen ingevolge artikel VI van de GATT 1994, de Antidumpingovereenkomst en de SCM-Overeenkomst en passen antidumping- en compenserende maatregelen toe overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.
2.
De partijen erkennen dat antidumping- en compenserende maatregelen kunnen worden misbruikt om de handel te belemmeren en komen het volgende overeen:
a)
die maatregelen moeten volgens de toepasselijke WTO-voorschriften worden genomen en op een eerlijk en transparant systeem gebaseerd zijn, en
b)
er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de belangen van de partij waartegen een dergelijke maatregel wordt getroffen.
3.
Voor de toepassing van deze afdeling wordt de oorsprong vastgesteld in overeenstemming met de niet-preferentiële oorsprongsregels van de partijen.
ARTIKEL 3.2
Transparantie en informatie-uitwisseling
1.
Nadat de bevoegde autoriteiten van een partij een naar behoren gestaafd verzoek tot instelling van antidumpingmaatregelen ter zake van invoer uit de andere partij hebben ontvangen, stelt die partij uiterlijk vijftien dagen alvorens een onderzoek te openen, de andere partij er schriftelijk van in kennis dat zij het verzoek heeft ontvangen.
2.
Nadat de bevoegde autoriteiten van een partij een naar behoren gestaafd verzoek tot instelling van compenserende maatregelen ter zake van invoer uit de andere partij hebben ontvangen, stelt die partij uiterlijk vijftien dagen alvorens een onderzoek te openen, de andere partij er schriftelijk van in kennis dat zij het verzoek heeft ontvangen, en biedt zij de andere partij de gelegenheid met haar bevoegde autoriteiten over het verzoek te overleggen teneinde de feitelijke situatie te verduidelijken en een onderling overeengekomen oplossing te vinden. De partijen streven ernaar om zo spoedig mogelijk daarna in overleg te treden.
3.
Beide partijen waarborgen dat onmiddellijk nadat voorlopige maatregelen zijn ingesteld en in elk geval vóór de uiteindelijke vaststelling ervan, de belangrijkste feiten en overwegingen die aan de beslissing tot toepassing van maatregelen ten grondslag liggen, volledig en duidelijk worden meegedeeld. Dit doet geen afbreuk aan artikel 6.5 van de Antidumpingovereenkomst en artikel 12.4 van de SCM-Overeenkomst. De informatie moet schriftelijk worden verstrekt, en er moet belanghebbenden voldoende tijd worden gelaten om hun opmerkingen in te dienen.
4.
Elke belanghebbende krijgt de gelegenheid te worden gehoord om zijn standpunt uiteen te zetten tijdens onderzoeken met betrekking tot handelsmaatregelen.
ARTIKEL 3.3
Regel van het laagste recht
Indien een partij besluit om een antidumping- of compenserend recht in te stellen, overschrijdt het bedrag van dit recht niet de dumping- of subsidiemarge, enis het lager dan die marge wanneer door een lager recht de schade voor de interne bedrijfstak kan worden opgeheven.
ARTIKEL 3.4
Algemeen belang
Antidumping- of compenserende maatregelen worden door de partijen niet toegepast indien op basis van de gedurende het onderzoek verstrekte informatie duidelijk kan worden geconcludeerd dat het niet in het algemeen belang is dergelijke maatregelen toe te passen. In het kader van het algemeen belang wordt rekening gehouden met de situatie van de interne bedrijfstak, importeurs en hun representatieve verenigingen, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties, voor zover zij de onderzoekende autoriteiten relevante informatie hebben verstrekt.
ARTIKEL 3.5
Uitsluiting van de bilaterale procedure voor geschillenbeslechting en bemiddeling
Hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme) zijn niet van toepassing op de bepalingen van deze afdeling.
Afdeling B
ALGEMENE VRIJWARINGSMAATREGELEN
ARTIKEL 3.6
Algemene bepalingen
1.
Elk van beide partijen behoudt de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit artikel XIX van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw. Tenzij in deze afdeling anders is bepaald, verleent de onderhavige overeenkomst de partijen geen aanvullende rechten en legt zij hen geen aanvullende verplichtingen op met betrekking tot maatregelen op grond van artikel XIX van de GATT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen.
2.
Een partij mag met betrekking tot hetzelfde goed niet tegelijkertijd:
a)
een bilaterale vrijwaringsmaatregel, en
b)
een maatregel als bedoeld in artikel XIX van de GATT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen toepassen.
3.
Voor de toepassing van deze afdeling wordt de oorsprong vastgesteld in overeenstemming met de niet-preferentiële oorsprongsregels van de partijen.
ARTIKEL 3.7
Transparantie
1.
Onverminderd artikel 3.6 (Algemene bepalingen) geeft de partij bij de opening van een vrijwaringsonderzoek of wanneer zij voornemens is vrijwaringsmaatregelen te nemen, op verzoek van de andere partij en op voorwaarde dat deze daar aanmerkelijk belang bij heeft, onmiddellijk en ten minste zeven dagen vóór de datum van de opening of instelling, ad hoc schriftelijk kennis van alle relevante informatie die heeft geleid tot de opening van een vrijwaringsonderzoek of de instelling van vrijwaringsmaatregelen, en in voorkomend geval ook over de voorlopige en de definitieve bevindingen van het onderzoek. Dit geldt onverminderd het bepaalde in artikel 3.2 van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen.
2.
Wanneer partijen vrijwaringsmaatregelen nemen, beijveren zij zich om dat te doen op een wijze die hun bilaterale handel zo weinig mogelijk beïnvloedt.
3.
Wanneer een partij bij de toepassing van lid 2 van mening is dat aan de juridische vereisten voor de instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen is voldaan, stelt de partij die voornemens is dergelijke maatregelen te nemen, de andere partij daarvan in kennis en geeft zij de mogelijkheid tot bilateraal overleg. Indien binnen dertig dagen na de kennisgeving geen bevredigende oplossing wordt gevonden, kan de partij van invoer de definitieve vrijwaringsmaatregelen vaststellen. De mogelijkheid om overleg te plegen, moet aan de andere partij ook worden geboden om van gedachten te wisselen over de in lid 1 bedoelde informatie.
ARTIKEL 3.8
Uitsluiting van de bilaterale procedure voor geschillenbeslechting en bemiddeling
Hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme) zijn niet van toepassing op de bepalingen van deze afdeling.
Afdeling C
BILATERALE VRIJWARINGSCLAUSULE
ARTIKEL 3.9
Definities
Voor de toepassing van deze afdeling geldt het volgende:
a)
"ernstige schade" en "dreiging van ernstige schade" hebben dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, onder a) en b), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Hiertoe wordt artikel 4, lid 1, onder a) en b), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in deze overeenkomst opgenomen, en
b)
"overgangsperiode" staat voor een periode van tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.
ARTIKEL 3.10
Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen
1.
Indien, wegens de verlaging of afschaffing van een douanerecht ingevolge deze overeenkomst, goederen van oorsprong uit een partij naar het grondgebied van een andere partij in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de interne productie, en onder zodanige voorwaarden worden ingevoerd dat een interne bedrijfstak die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigt, ernstige schade lijdt of dreigt te lijden, kan de partij van invoer, uitsluitend tijdens de overgangsperiode, in overeenstemming met de in deze afdeling vervatte voorwaarden en procedures maatregelen vaststellen als bedoeld in lid 2.
2.
De partij van invoer kan een bilaterale vrijwaringsmaatregel treffen tot:
a)
opschorting van de in bijlage 2-A voorziene verdere verlaging van het douanerecht ter zake van het betrokken goed, of
b)
verhoging van het douanerecht ter zake van het betrokken goed tot een niveau dat niet hoger ligt dan het laagste van de volgende rechten:
i)
het ter zake van het goed toegepaste meestbegunstigingsrecht dat van kracht is op het tijdstip waarop de maatregel wordt getroffen, of
ii)
het basisdouanetarief dat overeenkomstig artikel 2.6 (Verlaging en/of afschaffing van invoerrechten), lid 2, is vastgelegd in de lijsten in bijlage 2-A.
ARTIKEL 3.11
Voorwaarden en beperkingen
1.
Een partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van de opening van een onderzoek als omschreven in lid 2, en overlegt met haar zo vroeg mogelijk vóór de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregel, teneinde:
a)
de informatie die uit het onderzoek naar voren komt, te toetsen en na te gaan of is voldaan aan de in dit artikel gestelde voorwaarden;
b)
van gedachten te wisselen over de maatregel en over de vraag of hij geschikt is in het licht van de doelstellingen van deze afdeling om een einde te maken aan ernstige schade of een dreiging van ernstige schade voor de interne bedrijfstak door een toename van de invoer, als bedoeld in artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen), lid 1, en
c)
een eerste gedachtewisseling te hebben over de in artikel 3.13 (Compensatie) bedoelde compensatie.
2.
Een partij treft een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts nadat haar bevoegde autoriteiten een onderzoek hebben verricht in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder a) en c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, waartoe artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder a) en c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst worden opgenomen.
3.
De in artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen) bedoelde vaststelling wordt slechts gedaan indien uit het onderzoek op basis van objectief bewijsmateriaal blijkt dat een oorzakelijk verband bestaat tussen de toename van de invoer uit de andere partij en de ernstige schade of dreiging daarvan. In dit verband wordt naar behoren rekening gehouden met andere factoren, met inbegrip van de invoer van het zelfde product uit andere landen.
4.
Elk van beide partijen waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten dit onderzoek afsluiten binnen een jaar na de datum waarop het is geopend.
5.
De partijen mogen een bilaterale vrijwaringsmaatregel als bedoeld in artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen), lid 1, slechts toepassen met inachtneming van de volgende beperkingen:
a)
de maatregel mag enkel worden toegepast voor zover en zo lang hij noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en om aanpassing te vergemakkelijken;
b)
de maatregel mag niet langer dan twee jaar worden toegepast, maar deze periode kan met maximaal twee jaar worden verlengd indien de bevoegde autoriteiten van de importerende partij overeenkomstig de in dit artikel gespecificeerde procedures vaststellen dat de maatregel noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en aanpassing te vergemakkelijken, en er bewijs is dat de bedrijfstak zich aanpast, waarbij de totale toepassingsperiode van een vrijwaringsmaatregel, met inbegrip van de initiële toepassingsperiode en elke verlenging daarvan, niet langer mag zijn dan vier jaar, en
c)
na afloop van de overgangsperiode mag de maatregel enkel met instemming van de andere partij worden toegepast.
6.
Een maatregel wordt tijdens de overgangsperiode niet opnieuw toegepast op de invoer van hetzelfde goed, tenzij na verloop van een periode die gelijk is aan de helft van de periode waarin de vrijwaringsmaatregel eerder werd toegepast. In dat geval is artikel 3.13 (Compensatie), lid 3, niet van toepassing.
7.
Wanneer een partij een bilaterale vrijwaringsmaatregel niet langer toepast, is het douanerecht het recht dat overeenkomstig de lijst van die partij in bijlage 2-A bij ontbreken van de maatregel van kracht zou zijn geweest.
ARTIKEL 3.12
Voorlopige maatregelen
1.
In kritieke omstandigheden waarin uitstel moeilijk te herstellen schade zou veroorzaken, mag een partij een voorlopige bilaterale vrijwaringsmaatregel toepassen nadat voorlopig is vastgesteld dat er duidelijke bewijzen zijn voor een toename van de invoer van een goed van oorsprong uit de andere partij als gevolg van de verlaging of afschaffing van een douanerecht ingevolge deze overeenkomst, en dat dergelijke invoer ernstige schade veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de interne bedrijfstak. De duur van een voorlopige maatregel mag niet meer bedragen dan tweehonderd dagen, gedurende welke periode de partij die de maatregel toepast, moet voldoen aan de voorschriften van artikel 3.11 (Voorwaarden en beperkingen), leden 2 en 3. De partij betaalt tariefverhogingen onverwijld terug indien het in artikel 3.11 (Voorwaarden en beperkingen), lid 2, omschreven onderzoek niet uitwijst dat de voorwaarden van artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen) zijn vervuld. De duur van een voorlopige maatregel wordt gerekend als een deel van de in artikel 3.11 (Voorwaarden en beperkingen), lid 5, onder b), vastgelegde periode.
2.
Indien een partij krachtens dit artikel een voorlopige maatregel neemt, stelt zij de andere partij daarvan vooraf schriftelijk in kennis, en treedt zij onmiddellijk nadat de maatregel is genomen in overleg met de andere partij.
ARTIKEL 3.13
Compensatie
1.
Een partij die een bilaterale vrijwaringsmaatregel toepast, treedt in overleg met de andere partij, teneinde overeenstemming te bereiken over een passende compensatie in het kader van de liberalisering van de handel die de vorm heeft van concessies met in wezen gelijkwaardige gevolgen voor de handel of die gelijkwaardig is aan de bijkomende rechten die de vrijwaringsmaatregel naar verwachting met zich zal brengen. De partij biedt uiterlijk dertig dagen na de toepassing van de bilaterale vrijwaringsmaatregel gelegenheid voor dergelijk overleg.
2.
Indien het in lid 1 bedoelde overleg niet binnen dertig dagen na aanvang ervan leidt tot overeenstemming over een passende compensatie in het kader van de liberalisering van de handel, mag de partij wier goederen voorwerp van de vrijwaringsmaatregel zijn, de toepassing opschorten van in wezen gelijkwaardige concessies aan de partij die de vrijwaringsmaatregel toepast. De exporterende partij stelt ten minste dertig dagen voordat zij krachtens dit lid concessies opschort, de andere partij daarvan schriftelijk in kennis.
3.
Het in lid 2 bedoelde opschortingsrecht wordt niet uitgeoefend in de eerste 24 maanden waarin een bilaterale vrijwaringsmaatregel van kracht is, mits de vrijwaringsmaatregel in overeenstemming is met deze overeenkomst.
HOOFDSTUK VIER
TECHNISCHE HANDELSBELEMMERINGEN
ARTIKEL 4.1
Doelstellingen
Dit hoofdstuk heeft tot doel de handel in goederen tussen de partijen te vergemakkelijken en uit te breiden door een kader te bieden om onnodige handelsbelemmeringen binnen het toepassingsgebied van de TBT-Overeenkomst te voorkomen, te identificeren en weg te nemen.
ARTIKEL 4.2
Toepassingsgebied en definities
1.
Dit hoofdstuk is van toepassing op het opstellen, het aannemen en de toepassing van alle in bijlage 1 bij de TBT-Overeenkomst omschreven normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures die de handel in goederen, ongeacht de oorsprong ervan, tussen de partijen kunnen beïnvloeden.
2.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 is dit hoofdstuk niet van toepassing op:
a)
aankoopspecificaties die door overheidsorganen zijn opgesteld om te voorzien in de productie- of verbruiksbehoeften van die organen, of
b)
sanitaire en fytosanitaire maatregelen zoals omschreven in bijlage A bij de SPS-Overeenkomst, die vallen onder hoofdstuk vijf van deze overeenkomst.
3.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de definities van bijlage 1 bij de TBT-Overeenkomst.
ARTIKEL 4.3
Bevestiging van de TBT-Overeenkomst
De partijen bevestigen hun bestaande wederzijdse rechten en verplichtingen ingevolge de TBT-Overeenkomst, die hierbij in deze overeenkomst wordt opgenomen en daarvan mutatis mutandis deel uitmaakt.
ARTIKEL 4.4
Samenwerking
1.
De partijen versterken hun samenwerking op het gebied van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, teneinde het wederzijdse begrip van hun respectieve systemen te verbeteren en de toegang tot hun respectieve markten te vergemakkelijken.
2.
De partijen streven ernaar om samenwerkingsinitiatieven op regelgevingsgebied in kaart te brengen en te ontwikkelen die geschikt zijn voor de specifieke onderwerpen of sectoren en die kunnen bestaan uit, maar niet beperkt zijn tot:
a)
de uitwisseling van informatie en ervaringen over het opstellen en de toepassing van hun technische voorschriften en de toepassing van goede regelgevingspraktijken;
b)
de vereenvoudiging, in voorkomend geval, van technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures;
c)
het vermijden van onnodige verschillen in hun aanpak van technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, en het streven om technische voorschriften te doen convergeren of aan te passen aan de internationale normen;
d)
de aanmoediging van samenwerking tussen hun respectieve openbare of particuliere instellingen voor metrologie, normalisatie, beproeving, certificering en accreditatie;
e)
het verzekeren van doeltreffende interactie van de regelgevende instanties op nationaal, regionaal en internationaal vlak, bijvoorbeeld door verzoeken van een partij naar de bevoegde regelgevende instantie te verwijzen, en
f)
de uitwisseling van informatie over ontwikkelingen in de bevoegde regionale en multilaterale fora die verband houden met normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures.
3.
Indien een partij voorstellen doet voor samenwerking in het kader van dit hoofdstuk, zal de andere partij deze desgevraagd naar behoren in overweging nemen.
ARTIKEL 4.5
Normen
1.
De partijen bevestigen dat zij ingevolge artikel 4.1 van de TBT-Overeenkomst dienen te waarborgen dat hun normalisatie-instellingen de in bijlage 3 bij de TBT-Overeenkomst opgenomen praktijkrichtlijn voor het opstellen, het aannemen en de toepassing van normen aanvaarden en naleven.
2.
Teneinde normen op een zo breed mogelijke grondslag te harmoniseren, moedigen de partijen hun normalisatie-instellingen, alsmede de regionale normalisatie-instellingen waarvan zij of hun normalisatie-instellingen lid zijn, aan, bij internationale normalisatieactiviteiten samen te werken met de betrokken normalisatie-instellingen van de andere partij.
3.
De partijen verbinden zich ertoe informatie uit te wisselen over:
a)
hun gebruik van normen ter ondersteuning van technische voorschriften;
b)
hun normalisatieprocessen, en in hoeverre zij internationale of regionale normen als basis voor hun nationale normen gebruiken, en
c)
samenwerkingsovereenkomsten inzake normalisatie die een van de partijen ten uitvoer legt, mits de informatie beschikbaar kan worden gesteld aan het publiek.
ARTIKEL 4.6
Technische voorschriften
De partijen komen overeen optimaal gebruik te maken van goede regelgevingspraktijken met betrekking tot het opstellen, aannemen en toepassen van technische voorschriften als bedoeld in de TBT-Overeenkomst, met inbegrip van:
a)
wanneer zij een technisch voorschrift uitwerken, rekening te houden met, onder meer, het effect van het beoogde technisch voorschrift en de beschikbare regelgevende en niet-regelgevende alternatieven voor het voorgestelde technisch voorschrift waarmee de legitieme doelstellingen van de partij kunnen worden bereikt;
b)
overeenkomstig artikel 2.4 van de TBT-Overeenkomst zo veel mogelijk relevante internationale normen als grondslag te nemen voor hun technische voorschriften, tenzij dergelijke internationale normen ondoeltreffend of ongeschikt zijn voor de verwezenlijking van de nagestreefde legitieme doelstellingen; indien internationale normen niet als grondslag zijn genomen, aan de andere partij desgevraagd uit te leggen waarom dergelijke normen ondoeltreffend of ongeschikt voor het nagestreefde doel zijn geacht, en
c)
overeenkomstig artikel 2.8 van de TBT-Overeenkomst, in alle gevallen waarin zulks wenselijk is, bij het formuleren van op de productvereisten gebaseerde technische voorschriften de werking van het product als uitgangspunt te nemen, veeleer dan het ontwerp of de beschrijving daarvan.
ARTIKEL 4.7
Conformiteitsbeoordelingsprocedures
1.
De partijen erkennen dat er een brede verscheidenheid aan mechanismen bestaat die ervoor zorgen dat de resultaten van conformiteitsbeoordelingen gemakkelijker worden aanvaard, waaronder:
a)
aanvaarding, door de partij van invoer, van een conformiteitsverklaring van een leverancier;
b)
overeenkomsten betreffende wederzijdse aanvaarding van de resultaten van conformiteitsbeoordelingen die specifieke technische voorschriften betreffen en zijn verricht door op het grondgebied van de andere partij gevestigde instanties;
c)
gebruik van accreditatieprocedures voor de kwalificatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties;
d)
aanwijzing van overheidswege van conformiteitsbeoordelingsinstanties, met inbegrip van op het grondgebied van de andere partij gevestigde instanties;
e)
eenzijdige erkenning door een partij van de resultaten van op het grondgebied van de andere partij verrichte conformiteitsbeoordelingen;
f)
vrijwillige regelingen tussen conformiteitsbeoordelingsinstanties op het grondgebied van elk van beide partijen, en
g)
gebruik van regionale of internationale multilaterale erkenningsovereenkomsten en -regelingen waarbij de partijen partij zijn.
2.
Gelet op met name deze aspecten zullen de partijen:
a)
hun uitwisseling van informatie over deze en andere mechanismen intensiveren, teneinde de aanvaarding van de resultaten van conformiteitsbeoordelingen te vergemakkelijken;
b)
informatie uitwisselen over de criteria om passende conformiteitsbeoordelingsprocedures voor specifieke producten te kiezen en, overeenkomstig artikel 5.1.2 van de TBT-Overeenkomst voorschrijven dat conformiteitsbeoordelingsprocedures niet strikter zijn, noch strikter mogen worden toegepast dan noodzakelijk is om de partij van invoer in staat te stellen zich ervan te overtuigen dat de betrokken producten aan de toepasselijke technische voorschriften of normen beantwoorden, rekening houdend met de aan niet-conformiteit van deze producten verbonden risico's;
c)
informatie uitwisselen over het accreditatiebeleid, en beoordelen hoe optimaal gebruik kan worden gemaakt van internationale accreditatienormen en van internationale overeenkomsten waarbij de accreditatie-instellingen van de partijen betrokken zijn, bijvoorbeeld met behulp van de mechanismen van de International Laboratory Accreditation Co-operation en het International Accreditation Forum, en
d)
ervoor zorgen dat, wanneer twee of meer conformiteitsbeoordelingsinstantie door een partij zijn gemachtigd om de conformiteitsbeoordelingsprocedures uit te voeren die nodig zijn om het product in de handel te brengen, marktdeelnemers tussen deze instanties kunnen kiezen.
3.
De partijen herbevestigen dat zij ingevolge artikel 5.2.5 van de TBT-Overeenkomst erop moeten toezien dat vergoedingen voor de verplichte conformiteitsbeoordeling van ingevoerde producten billijk zijn in vergelijking met de vergoedingen die voor de conformiteitsbeoordeling van soortgelijke producten van nationale oorsprong of van producten van oorsprong uit een ander land worden gevraagd, met inachtneming van de kosten van communicatie, vervoer en andere kosten die het gevolg zijn van het feit dat de bedrijfsruimten van de aanvrager en die van de conformiteitsbeoordelingsinstantie op verschillende plaatsen zijn gevestigd.
4.
Op verzoek van een partij kunnen de partijen besluiten in overleg te treden met het oog op de vaststelling van sectorale initiatieven inzake de toepassing van conformiteitsbeoordelingsprocedures of de facilitering van de aanvaarding van de resultaten van conformiteitsbeoordelingen die passend zijn voor de betrokken sectoren. De partij die het verzoek indient, moet het verzoek staven met relevante informatie over de wijze waarop dit initiatief de handel tussen de partijen zou bevorderen. Bij dit overleg kunnen alle in lid 1 beschreven mechanismen in overweging worden genomen. Wanneer een partij een dergelijk verzoek van de andere partij afwijst, zet zij desgevraagd de redenen daarvoor uiteen.
ARTIKEL 4.8
Transparantie
De partijen herbevestigen de krachtens de TBT-Overeenkomst op hen rustende verplichtingen inzake transparantie bij het opstellen, het aannemen en de toepassing van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, en komen overeen:
a)
indien een onderdeel van het proces voor de ontwikkeling van een technisch voorschrift aan een openbare raadpleging is onderworpen, rekening te houden met het standpunt van de andere partij, en zonder onderscheid de andere partij en haar belanghebbenden redelijke mogelijkheden te bieden om opmerkingen te maken;
b)
indien overeenkomstig artikel 2.9 van de TBT-Overeenkomst kennisgevingen worden gedaan, te voorzien in een periode van ten minste zestig dagen na de kennisgeving, gedurende welke de andere partij schriftelijke opmerkingen over het voorstel kan indienen, en, voor zover mogelijk, redelijke verzoeken tot verlenging van de termijn waarbinnen opmerkingen kunnen worden gemaakt, in overweging te nemen;
c)
aan marktdeelnemers uit de andere partij tussen de bekendmaking van technische voorschriften en de inwerkingtreding ervan voldoende tijd voor aanpassing te laten, tenzij er zich dringende problemen inzake veiligheid, gezondheid, milieubescherming of nationale veiligheid voordoen of dreigen voor te doen, en
d)
aan de andere partij of haar marktdeelnemers op verzoek en onverwijld relevante informatie ter beschikking te stellen (bijvoorbeeld via een openbare website, indien die beschikbaar is) op het gebied van de geldende technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures alsmede, in voorkomend geval en voor zover voorhanden, schriftelijke richtsnoeren voor de naleving van haar technische voorschriften.
ARTIKEL 4.9
Markttoezicht
De partijen wisselen informatie over markttoezicht en handhavend optreden uit.
ARTIKEL 4.10
Merktekens en etikettering
1.
De partijen nemen nota van punt 1 van bijlage 1 bij de TBT-Overeenkomst, waarin is vermeld dat een technisch voorschrift geheel of ten dele betrekking kan hebben op merktekens of etikettering, en zij zijn het erover eens dat voor zover hun technische voorschriften voorzien in verplichte merktekens of etikettering, zij ervoor zullen zorgen dat deze niet worden opgesteld met het doel onnodige belemmeringen voor de internationale handel te creëren en dat zij evenmin tot het ontstaan van dergelijke belemmeringen mogen leiden, en dat die voorschriften niet meer beperkingen voor het handelsverkeer mogen inhouden dan nodig is om een legitiem doel te bereiken, als bedoeld in artikel 2.2 van de TBT-Overeenkomst.
2.
De partijen komen overeen dat wanneer een partij merktekens of etikettering van producten verplicht stelt:
a)
deze partij ernaar zal streven om haar vereisten te beperken tot die welke van belang zijn voor consumenten of gebruikers van een product, dan wel om aan te geven dat het product voldoet aan de verplichte vereisten;
b)
deze partij kan bepalen welke informatie moet worden verstrekt op het etiket en de naleving van bepaalde wettelijke voorschriften inzake het aanbrengen van het etiket kan voorschrijven, maar geen voorafgaande goedkeuring of certificering van etiketten en merktekens kan eisen als voorwaarde om de producten op haar markt te verkopen, tenzij dit noodzakelijk wordt geacht in het licht van het risico dat het product oplevert voor het leven of de gezondheid van mensen, dieren of planten;
c)
deze partij, indien zij verlangt dat marktdeelnemers een uniek identificatienummer gebruiken, ervoor zorgt dat zo een nummer onverwijld en op niet-discriminerende grondslag wordt toegekend aan de betrokken marktdeelnemers;
d)
tenzij dit misleidend, tegenstrijdig of verwarrend is ten opzichte van de informatie die in de partij van invoer van de goederen moet worden verstrekt, deze partij het volgende toestaat:
i)
dat informatie wordt verstrekt in meer talen dan alleen de taal die in de partij van invoer van de goederen is voorgeschreven;
ii)
dat internationaal aanvaarde nomenclaturen, pictogrammen, symbolen of afbeeldingen worden gebruikt;
iii)
dat meer informatie wordt verstrekt dan die welke in de partij van invoer van de goederen is voorgeschreven;
e)
deze partij aanvaardt dat etikettering, met inbegrip van heretikettering en correcties op de etikettering, in voorkomend geval plaatsvindt op daarvoor goedgekeurde locaties (bijvoorbeeld in douane-entrepots op het punt van invoer) in de partij van invoer voorafgaand aan de distributie en verkoop van het product als alternatief voor etikettering in de plaats van oorsprong, tenzij die etikettering om redenen van openbare veiligheid of gezondheid moet worden aangebracht op de plaats van oorsprong, en
f)
deze partij ernaar streeft om, wanneer zij meent dat legitieme doelstellingen in de zin van de TBT-Overeenkomst hierdoor niet in gevaar komen, niet-permanente of verwijderbare etiketten dan wel merktekens of etiketten in de begeleidende documentatie in plaats van op of aan het product zelf of aan het product verbonden te aanvaarden.
3.
Onverminderd de rechten en plichten van de partijen op grond van de WTO-Overeenkomst is lid 2 van toepassing op landbouwproducten, industrieproducten en verwerkte voor de voeding bestemde landbouwproducten met inbegrip van dranken en alcoholhoudende dranken.
ARTIKEL 4.11
Contactpunten
De overeenkomstig artikel 13.4 (Vragen en contactpunten) aangewezen contactpunten hebben onder meer tot taak:
a)
toezicht te houden op de tenuitvoerlegging en het beheer van dit hoofdstuk;
b)
onverwijld een onderzoek in te stellen wanneer door de andere partij een kwestie wordt voorgelegd in verband met het ontwikkelen, het vaststellen, de toepassing of de handhaving van normen, technische voorschriften of conformiteitsbeoordelingsprocedures;
c)
de samenwerking bij de ontwikkeling en verbetering van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures te verbeteren;
d)
informatie uit te wisselen betreffende normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures;
e)
in voorkomend geval overeenkomstig artikel 4.4 (Samenwerking), lid 2, samenwerkingsactiviteiten te vergemakkelijken, en
f)
ervoor te zorgen dat op verzoek van een van de partijen ad-hocwerkgroepen worden opgericht om na te gaan hoe de handel tussen de partijen kan worden vergemakkelijkt.
ARTIKEL 4.12
Slotbepalingen
1.
De partijen kunnen in het op grond van artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) ingestelde Comité voor de handel in goederen overleg plegen over eventuele uitvoeringsregelingen die voortvloeien uit dit hoofdstuk. De partijen kunnen bij een in dat comité genomen besluit de daartoe vereiste uitvoeringsmaatregelen vaststellen.
2.
De partijen zijn verdere verbintenissen aangegaan ten aanzien van sectorspecifieke niet-tarifaire maatregelen met betrekking tot goederen als bedoeld in bijlage 4-A en de aanhangsels daarbij.
Hoofdstuk vijf
sanitaire en fytosanitaire maatregelen
ARTIKEL 5.1
Doelstellingen
Dit hoofdstuk heeft tot doel:
a)
het leven en de gezondheid van mensen, dieren of planten op het respectieve grondgebied van de partijen te beschermen en de handel tussen de partijen op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen ("SPS-maatregelen") te bevorderen;
b)
samen te werken bij het verder uitvoering geven aan de SPS-Overeenkomst; en
c)
te voorzien in een middel ter verbetering van de communicatie, de samenwerking en de oplossing van geschillen in verband met de tenuitvoerlegging van SPS-maatregelen die het handelsverkeer tussen de partijen beïnvloeden.
ARTIKEL 5.2
Toepassingsgebied
1.
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle SPS-maatregelen van een partij die het handelsverkeer tussen de partijen al dan niet rechtstreeks kunnen beïnvloeden.
2.
Dit hoofdstuk is ook van toepassing op de samenwerking tussen de partijen op het gebied van aangelegenheden inzake dierenwelzijn die voor de partijen van wederzijds belang zijn.
3.
Geen van de bepalingen van dit hoofdstuk doet afbreuk aan de rechten van de partijen uit hoofde van de TBT-Overeenkomst met betrekking tot maatregelen die niet binnen het toepassingsgebied van dit hoofdstuk vallen.
ARTIKEL 5.3
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldt het volgende:
1.
De definities die zijn opgenomen in bijlage A bij de SPS-Overeenkomst zijn van toepassing.
2.
De partijen kunnen andere definities voor de toepassing van dit hoofdstuk overeenkomen, waarbij rekening dient te worden gehouden met de glossaria en definities van de relevante internationale organisaties, zoals de Codex Alimentarius Commissie (hierna de "Codex Alimentarius" genoemd), de Wereldorganisatie voor diergezondheid (hierna de "OIE" genoemd) en in het kader van het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten (hierna het "IPPC" genoemd).
ARTIKEL 5.4
Rechten en verplichtingen
De partijen herbevestigen hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de SPS-Overeenkomst.
ARTIKEL 5.5
Bevoegde autoriteiten
De lijst van de met de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk belaste bevoegde autoriteiten van de partijen is opgenomen in bijlage 5-A. De partijen stellen elkaar in kennis van wijzigingen van deze lijst.
ARTIKEL 5.6
Algemene beginselen
De partijen komen overeen om bij de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk:
a)
ervoor te zorgen dat de SPS-maatregelen in overeenstemming zijn met de beginselen die in artikel 3 van de SPS-Overeenkomst zijn neergelegd;
b)
geen SPS-maatregelen te gebruiken om ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen in te voeren;
c)
ervoor te zorgen dat de bij dit hoofdstuk ingestelde procedures zonder onnodig tijdverlies worden uitgevoerd en afgerond en dat deze procedures niet worden toegepast op een wijze die willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie vormt jegens de andere partij waar dezelfde of soortgelijke omstandigheden bestaan; en
d)
noch de onder c) bedoelde procedures noch verzoeken om aanvullende informatie te gebruiken om de toegang tot hun respectieve markten zonder gegronde wetenschappelijke en technische redenen te vertragen.
ARTIKEL 5.7
Invoervereisten
1.
De invoervereisten van een partij gelden voor het gehele grondgebied van de andere partij.
2.
De partij van uitvoer zorgt ervoor dat de naar de partij van invoer uitgevoerde producten voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire voorschriften van de partij van invoer.
3.
De partij van invoer ziet erop toe dat haar invoervereisten op evenredige en niet-discriminerende wijze worden toegepast op uit de partij van uitvoer ingevoerde producten.
4.
Vergoedingen die worden geïnd voor procedures betreffende uit de partij van uitvoer ingevoerde producten zijn billijk in verhouding tot vergoedingen die in rekening worden gebracht voor soortgelijke interne producten en mogen niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de dienst.
5.
De partij van invoer heeft het recht om invoercontroles uit te voeren op uit de partij van uitvoer ingevoerde producten met het oog op de tenuitvoerlegging van SPS-maatregelen.
6.
De invoercontroles op uit de partij van uitvoer ingevoerde producten worden gebaseerd op het sanitaire en fytosanitaire risico dat deze invoer oplevert. Deze invoercontroles worden onverwijld en met minimale gevolgen voor het handelsverkeer tussen de partijen uitgevoerd.
7.
De partij van invoer stelt de partij van uitvoer op verzoek van deze laatste partij informatie ter beschikking over de frequentie van invoercontroles op producten uit deze laatste partij. De partij van invoer kan de frequentie van de materiële controles van zendingen zo nodig wijzigen als gevolg van i) verificaties, ii) invoercontroles, of iii) de instemming van beide partijen, ook na het overleg waarin dit hoofdstuk voorziet.
8.
Indien bij de invoercontroles blijkt dat producten niet voldoen aan de desbetreffende invoervereisten van de partij van invoer, moeten de maatregelen die de partij van invoer treft in verhouding staan tot het sanitaire en fytosanitaire risico dat de invoer van het niet-conforme product oplevert.
ARTIKEL 5.8
Verificaties
1.
Om vertrouwen in de doeltreffende tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk te verkrijgen en te bewaren, heeft de partij van invoer het recht om op elk moment verificaties uit te voeren, daaronder begrepen:
a)
via verificatiebezoeken aan de partij van uitvoer, om alle of een deel van de inspectie- en certificatiesystemen van de bevoegde autoriteiten van de partij van uitvoer te controleren, overeenkomstig de desbetreffende internationale normen, richtsnoeren en aanbevelingen van de Codex Alimentarius, de OIE en het IPPC; en
b)
door van de partij van uitvoer informatie over haar inspectie- en certificatiesysteem te vragen en door de resultaten van in het kader van dat systeem verrichte controles te verkrijgen.
2.
De partij van invoer deelt de resultaten en conclusies van de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties met de partij van uitvoer. De partij van invoer kan deze resultaten openbaar maken.
3.
Indien de partij van invoer besluit om een verificatiebezoek te brengen aan de partij van uitvoer, stelt zij de partij van uitvoer daar ten minste zestig kalenderdagen van tevoren in kennis, uitgezonderd in noodgevallen of indien de partijen anders overeenkomen. Enigerlei wijziging ten aanzien van dat bezoek wordt door de partijen overeengekomen.
4.
De partij van invoer draagt de kosten van de verificatie van alle of een deel van de inspectie- en certificatiesystemen van de bevoegde autoriteiten van de andere partij en van de inspecties van individuele inrichtingen.
5.
De partij van invoer licht de partij van uitvoer binnen zestig kalenderdagen schriftelijk in over een verificatie. De partij van uitvoer heeft vijfenveertig kalenderdagen om opmerkingen over deze informatie te maken. Deze opmerkingen worden bij het eindrapport gevoegd en in voorkomend geval daarin opgenomen.
6.
Onverminderd het bepaalde in lid 5, stelt de partij van invoer, wanneer bij een verificatie een aanmerkelijk gezondheidsrisico voor mens, dier of plant wordt vastgesteld, de partij van uitvoer hiervan zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen tien kalenderdagen na het einde van de verificatie in kennis.
ARTIKEL 5.9
Handelsbevordering
1.
In gevallen waarin de partij van invoer een verificatie ter plaatse verlangt om de invoer van een bepaalde categorie of bepaalde categorieën van producten van dierlijke oorsprong uit de partij van uitvoer toe te staan, geldt het volgende:
a)
bij de verificatie wordt het inspectie- en certificatiesysteem van de partij van uitvoer overeenkomstig artikel 5.8 (Verificaties) geëvalueerd en wordt rekening gehouden met de desbetreffende schriftelijke informatie die de partij van uitvoer op verzoek verstrekt; en
b)
indien de verificatie van het inspectie- en certificatiesysteem bevredigend is, licht de partij van invoer de partij van uitvoer schriftelijk in over de positieve uitkomst van de verificatie. In dat geval kan onder andere de informatie worden verstrekt dat de partij van invoer de invoer van een specifieke categorie of specifieke categorieën van producten heeft toegestaan of zal toestaan; of
c)
indien de uitkomst van de verificatie van de inspectie- en certificatiesystemen niet bevredigend is, licht de partij van invoer de partij van uitvoer schriftelijk in over de uitkomst van de verificatie. In dat geval wordt onder andere de volgende informatie verstrekt:
i)
de voorwaarden, onder meer in verband met het inspectie- en certificatiesysteem van de partij van uitvoer, waarin de partij van uitvoer nog moet voorzien alvorens de partij van invoer de invoer van een specifieke categorie of specifieke categorieën van producten van dierlijke oorsprong kan toestaan;
ii)
een verwijzing naar het feit dat specifieke inrichtingen van producten van dierlijke oorsprong de toestemming kunnen krijgen om naar de partij van invoer uit te voeren indien is voldaan aan de invoervereisten van artikel 5.7 (Invoervereisten); of
iii)
een verklaring dat de partij van invoer de invoer van de specifieke categorie of categorieën van producten uit de partij van uitvoer niet heeft toegestaan.
2.
In gevallen waarin de partij van invoer de invoer van een specifieke categorie of specifieke categorieën van producten van dierlijke oorsprong als bedoeld in lid 1, onder b), heeft toegestaan, stelt de partij van uitvoer de partij van invoer in kennis van de lijst van individuele inrichtingen die voldoen aan de voorschriften van de partij van invoer overeenkomstig met name artikel 5.7 (Invoervereisten) en artikel 5.8 (Verificaties). Voorts geldt het volgende:
a)
de partij van invoer erkent, op verzoek van de partij van uitvoer, de in lid 3 van bijlage 5-B vermelde inrichtingen die zijn gevestigd op het grondgebied van de partij van uitvoer zonder voorafgaande inspectie van individuele inrichtingen. Wanneer zij de erkenning door de partij van invoer vraagt, verstrekt de partij van uitvoer alle informatie die de partij van invoer verlangt om te garanderen dat aan de toepasselijke voorschriften, onder andere die van artikel 5.7 (Invoervereisten), is voldaan. De erkenning door de partij van invoer gebeurt overeenkomstig de voorwaarden van bijlage 5-B en is beperkt tot de categorieën van producten waarvoor de invoer is toegestaan;
b)
bij de erkenning van de individuele inrichtingen als bedoeld in lid 2, onder a), neemt de partij van invoer, volgens haar toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke procedures, de wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen die nodig zijn om de invoer mogelijk te maken binnen veertig kalenderdagen na ontvangst van het verzoek van de partij van uitvoer vergezeld van de door de partij van invoer verlangde informatie om te garanderen dat aan de toepasselijke voorschriften is voldaan, onder andere die van artikel 5.7 (Invoervereisten); en
c)
de partij van invoer stelt de partij van uitvoer in kennis van de erkenning of afwijzing van een individuele inrichting als bedoeld in lid 2, onder a), en indien van toepassing de redenen voor afwijzing.
ARTIKEL 5.10
Maatregelen in verband met de gezondheid van planten en dieren
1.
De partijen aanvaarden het concept van ziekte- of plaagorganismevrije gebieden en gebieden met lage prevalentie van ziekte of plaagorganismen overeenkomstig de normen, richtsnoeren en aanbevelingen van de SPS-Overeenkomst, de OIE en het IPPC. Het SPS-comité bedoeld in artikel 5.15 (Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen) kan de details van de procedure voor de erkenning van die gebieden nader definiëren, met inbegrip van procedures voor de erkenning van die gebieden wanneer er een uitbraak is geweest, rekening houdend met de desbetreffende normen, richtsnoeren en aanbevelingen van de SPS-Overeenkomst, de OIE en het IPPC.
2.
Bij de vaststelling van ziekte- of plaagorganismevrije gebieden en gebieden met een lage prevalentie van ziekten of plaagorganismen, houden de partijen rekening met factoren als geografische ligging, ecosystemen, epidemiologische surveillance en de doeltreffendheid van sanitaire of fytosanitaire controles in die gebieden.
3.
Voor de vaststelling van ziekte- of plaagorganismevrije gebieden en gebieden met een lage prevalentie van ziekten of plaagorganismen, brengen de partijen een nauwe samenwerking tot stand om vertrouwen te verkrijgen in de procedures die de andere partij voor die vaststelling volgt. Bij de erkenning van de vaststelling van die gebieden door de partij van uitvoer baseert de partij van invoer haar vaststelling van de dier- of plantgezondheidsstatus van de partij van uitvoer of gedeelten daarvan in beginsel op de informatie die de partij van uitvoer heeft verstrekt overeenkomstig de normen, richtsnoeren en aanbevelingen van de SPS-Overeenkomst, de OIE en het IPPC.
4.
Indien de partij van invoer de door de partij van uitvoer gedane vaststelling niet aanvaardt, zet zij de redenen hiervoor uiteen en is zij bereid in overleg te treden.
5.
De partij van uitvoer die stelt dat gebieden binnen haar grondgebied vrij van ziekten of plaagorganismen zijn of een lage prevalentie van ziekten of plaagorganismen hebben, dient terzake de bewijzen te leveren om de partij van invoer objectief aan te tonen dat die gebieden ziekte- of plaagorganismevrije gebieden of gebieden met een lage prevalentie van ziekten of plaagorganismen zijn of waarschijnlijk zullen blijven, naargelang het geval. Hiertoe wordt aan de partij van invoer desgevraagd redelijke toegang verleend voor inspectie, proeven en andere relevante procedures.
6.
De partijen erkennen het beginsel van compartimentering van de OIE en van plaagorganismevrije productielocaties van het IPPC. Het in artikel 5.15 bedoelde SPS-comité (Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen) beoordeelt eventuele toekomstige aanbevelingen van de OIE en het IPPC over deze kwestie en kan dienovereenkomstig aanbevelingen doen.
ARTIKEL 5.11
Transparantie en uitwisseling van informatie
1.
De partijen:
a)
streven naar transparantie met betrekking tot SPS-maatregelen die op de handel van toepassing zijn en in het bijzonder met betrekking tot de voorschriften van artikel 5.7 (Invoervereisten) die gelden voor invoer uit de andere partij;
b)
verbeteren het wederzijdse begrip van de SPS-maatregelen van elk van beide partijen en de toepassing ervan;
c)
wisselen informatie uit over aangelegenheden die verband houden met de ontwikkeling en toepassing van SPS-maatregelen – waaronder de voortgang inzake nieuw beschikbaar wetenschappelijk bewijs – die het handelsverkeer tussen de partijen beïnvloeden of kunnen beïnvloeden, om de negatieve gevolgen ervan voor het handelsverkeer zoveel mogelijk te beperken;
d)
delen op verzoek van een partij de op de invoer van specifieke producten toepasselijke invoervereisten mee binnen vijftien kalenderdagen, en
e)
delen op verzoek van een partij de voortgang inzake aanvragen voor een invoervergunning voor specifieke producten mee binnen vijftien kalenderdagen.
2.
De contactpunten die verantwoordelijk zijn voor de informatie overeenkomstig lid 1 zijn die welke door de partijen zijn aangewezen in overeenstemming met artikel 13.4 (Vragen en contactpunten), lid 1. Informatie wordt verstuurd per post, fax of e-mail. Informatie die per e-mail wordt verstuurd, mag elektronisch worden ondertekend en wordt uitsluitend tussen de contactpunten verstuurd.
3.
Wanneer de in lid 1 bedoelde informatie beschikbaar is gesteld door kennisgeving aan de WTO overeenkomstig haar toepasselijke voorschriften en procedures of wanneer die informatie is geplaatst op de officiële, algemeen toegankelijke en gratis websites van de partijen, wordt de informatie geacht te zijn uitgewisseld.
4.
Alle kennisgevingen uit hoofde van dit hoofdstuk gebeuren aan de in lid 2 bedoelde contactpunten.
ARTIKEL 5.12
Overleg
1.
Elk van beide partijen stelt de andere partij binnen twee kalenderdagen schriftelijk in kennis van ernstige of aanzienlijke gezondheidsrisico's voor mens, dier of plant, waaronder begrepen noodsituaties in de levensmiddelensector.
2.
Indien een partij ernstige zorgen koestert ten aanzien van een risico voor het leven of de gezondheid van mens, dier of plant waarbij producten gemoeid zijn die worden verhandeld, dient overleg over de situatie op verzoek zo snel mogelijk plaats te vinden. In dat geval streeft elk van beide partijen ernaar om tijdig alle informatie te verstrekken die nodig is om een verstoring van het handelsverkeer te voorkomen.
3.
Het in lid 2 van dit artikel bedoelde overleg kan worden gehouden via e-mail of in de vorm van een telefonische of videoconferentie. De verzoekende partij zorgt voor het opstellen van de notulen van het overleg.
ARTIKEL 5.13
Noodmaatregelen
1.
In geval van een ernstig risico voor het leven of de gezondheid van mens, dier of plant, mag de partij van invoer zonder voorafgaande kennisgeving maatregelen treffen die nodig zijn om het leven of de gezondheid van mens, dier of plant te beschermen. Voor zendingen die onderweg zijn tussen de partijen, zoekt de partij van invoer de meest geschikte en evenredige oplossing om onnodige verstoringen van het handelsverkeer te voorkomen.
2.
De partij die de maatregelen neemt, stelt de andere partij zo snel mogelijk van de maatregel in kennis en in ieder geval niet later dan vierentwintig uur na het vaststellen ervan. Elk van beide partijen mag vragen om informatie over de sanitaire en fytosanitaire situatie en over de vastgestelde maatregelen. De andere partij antwoordt zodra de gevraagde informatie beschikbaar is.
3.
Op verzoek van een van de partijen en overeenkomstig artikel 5.12 (Overleg) plegen de partijen binnen vijftien kalenderdagen na kennisgeving overleg over de situatie. Doel van het overleg is het voorkomen van onnodige verstoringen van het handelsverkeer. De partijen kunnen opties overwegen voor de bevordering van de tenuitvoerlegging of de vervanging van de maatregelen.
ARTIKEL 5.14
Gelijkwaardigheid
1.
De partijen kunnen de gelijkwaardigheid van een individuele maatregel en/of groepen van maatregelen en/of systemen voor een sector of een deel van een sector erkennen overeenkomstig de leden 4 tot en met 7. De erkenning van de gelijkwaardigheid geldt voor het handelsverkeer tussen de partijen in dieren en dierlijke producten, planten en plantaardige producten, of in voorkomend geval voor verwante goederen.
2.
Indien de gelijkwaardigheid niet is erkend, gelden voor het handelsverkeer de voorwaarden die de partij van invoer in verband met het adequate niveau van bescherming heeft vastgesteld.
3.
De erkenning van de gelijkwaardigheid vereist een beoordeling en aanvaarding van:
a)
de bestaande SPS-maatregelen in wetgeving, normen en procedures, met inbegrip van verificaties van de inspectie- en certificatiesystemen om ervoor te zorgen dat de SPS-maatregelen van de partij van uitvoer en de partij van invoer worden ten uitvoer gelegd;
b)
de structuur — toegelicht aan de hand van bewijsstukken — van de bevoegde autoriteiten, de bevoegdheden, de hiërarchische opbouw, de toegepaste procedures en de beschikbare middelen; en
c)
de prestaties van de bevoegde autoriteit ten aanzien van de controleprogramma's en garanties.
4.
Bij deze beoordeling houden de partijen rekening met de al opgedane ervaring.
5.
De partij van invoer erkent een sanitaire of fytosanitaire maatregel van de partij van uitvoer als gelijkwaardig indien de partij van uitvoer op objectieve wijze aantoont dat de maatregel het door de partij van invoer vastgestelde adequate niveau van bescherming biedt. Hiertoe wordt aan de partij van invoer desgevraagd redelijke toegang verleend voor inspectie, proeven en andere relevante procedures.
6.
De partijen houden bij de erkenning van de gelijkwaardigheid rekening met de richtsnoeren van de Codex Alimentarius, de OIE, het IPPC en het SPS-Comité van de WTO.
7.
Voorts kunnen de partijen, indien de gelijkwaardigheid is erkend, tot overeenstemming komen over een vereenvoudigd model voor officiële sanitaire of fytosanitaire certificaten die noodzakelijk zijn voor elke zending van dieren en dierlijke producten, planten en plantaardige producten of andere verwante goederen die voor invoer zijn bestemd.
ARTIKEL 5.15
Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen
1.
Het Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen (hierna het "SPS-comité" genoemd) dat is opgericht krachtens artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités), bestaat uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van de partijen.
2.
Het SPS-comité komt binnen één jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen. Daarna komt het minstens eenmaal per jaar of als overeengekomen door de partijen bijeen. Tijdens de eerste vergadering stelt het SPS-comité zijn reglement van orde vast. Het komt persoonlijk, via telefonische conferentie, videoconferentie of elk ander middel als overeengekomen door de partijen bijeen.
3.
Het SPS-comité kan overeenkomen om technische werkgroepen op te richten die bestaan uit deskundigen van de partijen en technische en wetenschappelijke kwesties die met dit hoofdstuk verband houden vaststellen en aanpakken en mogelijkheden voor verdere samenwerking inzake SPS-kwesties van wederzijds belang verkennen. Wanneer aanvullende expertise is vereist, kunnen andere personen dan vertegenwoordigers van de partijen deel uitmaken van deze groepen.
4.
Het SPS-comité kan elke aangelegenheid met betrekking tot de doeltreffende werking van dit hoofdstuk behandelen. Het heeft in het bijzonder de volgende verantwoordelijkheden en taken:
a)
de procedures of regelingen ontwikkelen die voor de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk, inclusief de bijlagen, nodig zijn;
b)
toezien op de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk; en
c)
een forum bieden voor discussie over problemen die zich voordoen door de toepassing van bepaalde SPS-maatregelen, teneinde een voor elk van beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. In dit verband komt het SPS-comité op verzoek van een partij met spoed bijeen voor overleg. Dat overleg laat de rechten en verplichtingen van de partijen ingevolge hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme) onverlet.
5.
Het SPS-comité wisselt informatie, deskundigheid en ervaringen op het gebied van dierenwelzijn uit om de samenwerking tussen de partijen op het gebied van dierenwelzijn te bevorderen.
6.
De partijen kunnen bij besluit in het SPS-comité aanbevelingen en besluiten vaststellen in verband met invoervergunningen, informatie-uitwisseling, transparantie, erkenning van regionalisatie, gelijkwaardigheid en alternatieve maatregelen en andere in de leden 4 en 5 bedoelde aangelegenheden.
ARTIKEL 5.16
Technisch overleg
1.
Wanneer een partij van mening is dat een maatregel van de andere partij in strijd is of kan zijn met de verplichtingen die voortvloeien uit dit hoofdstuk en een ongerechtvaardigde verstoring van het handelsverkeer veroorzaakt of kan veroorzaken, kan zij om technisch overleg in het SPS-comité verzoeken teneinde een voor elk van beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. De in bijlage 5-A vermelde bevoegde autoriteiten faciliteren dit overleg.
2.
Het technisch overleg in het SPS-comité wordt uiterlijk dertig dagen na de datum van indiening van het verzoek geacht te zijn afgesloten, tenzij de overleg plegende partijen overeenkomen het overleg voort te zetten. Het technisch overleg kan worden gepleegd via telefonische conferentie, videoconferentie of elk ander door de partijen overeengekomen middel.
Hoofdstuk zes
douane en handelsbevordering
ARTIKEL 6.1
Doelstellingen
1.
De partijen erkennen het belang van douane en handelsbevordering bij de ontwikkeling van het mondiale handelsstelsel. De partijen komen overeen op dit gebied nauwer samen te werken om ervoor te zorgen dat de toepasselijke wetgeving en procedures, alsook de bestuurlijke capaciteit van de desbetreffende diensten, de doelstellingen van stimulering van het handelsverkeer en doeltreffende douanecontrole verwezenlijken.
2.
Daartoe komen de partijen overeen dat de wetgeving niet-discriminerend moet zijn en dat douaneprocedures moeten zijn gebaseerd op het gebruik van moderne methoden en doeltreffende controles om fraude te bestrijden en de legitieme handel te beschermen.
3.
De partijen erkennen dat legitieme doelstellingen van overheidsbeleid, ook met betrekking tot beveiliging, veiligheid en fraudebestrijding, op generlei wijze in het gedrang mogen komen.
ARTIKEL 6.2
Beginselen
1.
De partijen komen overeen dat hun respectieve douanebepalingen en -procedures moeten zijn gebaseerd op:
a)
de door de partijen aanvaarde internationale instrumenten en normen die op het gebied van douane en handel van toepassing zijn, waaronder de materiële elementen van de Herziene Overeenkomst van Kyoto inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures, het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en codering van goederen, en het "Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade" (hierna het "SAFE-kader" genoemd) van de Werelddouaneorganisatie (hierna de "WDO" genoemd).
b)
de bescherming van de legitieme handel door de doeltreffende handhaving en naleving van de wettelijke voorschriften;
c)
wetgeving die onnodige of discriminerende lasten voor marktdeelnemers vermijdt, die voorziet in verdere handelsbevordering voor marktdeelnemers die de wetgeving goed naleven en die waarborgen biedt tegen fraude en ongeoorloofde of schadelijke activiteiten; en
d)
regels die waarborgen dat de straffen voor overtredingen van douane- of procedurevoorschriften evenredig en niet-discriminerend zijn en dat de toepassing ervan niet tot onnodige vertragingen in de vrijgave van goederen leidt.
2.
Om de werkmethoden te verbeteren en ervoor te zorgen dat hun optreden niet-discriminerend, transparant, efficiënt, integer en verantwoordbaar is, komen de partijen overeen:
a)
waar mogelijk de eisen en formaliteiten te vereenvoudigen met betrekking tot de snelle vrijgave en inklaring van goederen; en
b)
ernaar te streven de door de douane en andere diensten gestelde eisen ten aanzien van verlangde gegevens en documentatie verder te vereenvoudigen en te standaardiseren.
ARTIKEL 6.3
Samenwerking op douanegebied
1.
De respectieve instanties van de partijen werken samen op douanegebied om de doelstellingen van artikel 6.1 (Doelstellingen) te bereiken.
2.
Met het oog op een betere samenwerking op douanegebied komen de partijen overeen om onder andere:
a)
informatie uit te wisselen betreffende hun respectieve douanewetgeving, de tenuitvoerlegging ervan en de douaneprocedures, in het bijzonder op de volgende gebieden:
i)
vereenvoudiging en modernisering van de douaneprocedures;
ii)
handhaving van intellectuele-eigendomsrechten aan de grens door de douaneautoriteiten;
iii)
doorvoer en overlading; en
iv)
betrekkingen met het bedrijfsleven;
b)
de ontwikkeling van gezamenlijke initiatieven te overwegen op het gebied van invoer-, uitvoer- en andere douaneprocedures, alsmede om het bedrijfsleven een doeltreffende dienstverlening aan te bieden;
c)
samen te werken rond de douanegerelateerde aspecten van de beveiliging en vergemakkelijking van de internationale toeleveringsketen overeenkomstig het SAFE-kader;
d)
in voorkomend geval tot wederzijdse erkenning over te gaan van hun respectieve risicobeheerstechnieken, risiconormen, veiligheidscontroles en partnerschapsprogramma's op handelsgebied, daaronder begrepen aspecten zoals de doorzending van gegevens en wederzijds overeengekomen voordelen; en
e)
de samenwerking in internationale organisaties zoals de WTO en de WDO te versterken.
ARTIKEL 6.4
Doorvoer en overlading
1.
De partijen zorgen voor de facilitering en doeltreffende controle van de overlading en doorvoer over hun respectieve grondgebied.
2.
De partijen bevorderen regionale doorvoerregelingen en leggen deze ten uitvoer teneinde het handelsverkeer te vergemakkelijken.
3.
De partijen zien erop toe dat alle betrokken instanties en diensten op hun grondgebied samenwerken en hun optreden op elkaar afstemmen om de doorvoer te vergemakkelijken.
ARTIKEL 6.5
Besluiten vooraf
Voorafgaand aan de invoer van goederen op haar grondgebied en overeenkomstig haar wetgeving en procedures brengt elk van beide partijen via haar douaneautoriteiten of andere bevoegde instanties een schriftelijk besluit voor op haar grondgebied gevestigde handelaren uit over de tariefindeling, de oorsprong of enige andere aangelegenheid als die haars inziens hiervoor in aanmerking komt.
ARTIKEL 6.6
Vereenvoudigde douaneprocedure
1.
Elk van beide partijen voorziet in vereenvoudigde invoer- en uitvoerprocedures die transparant en efficiënt zijn, om de kosten te beperken en de voorspelbaarheid te vergroten voor marktdeelnemers, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf. Ook toegelaten handelaren moet gemakkelijker toegang tot douanevereenvoudigingen worden verleend op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria.
2.
Eén enkel douaneaangiftedocument of elektronisch equivalent daarvan wordt gebruikt voor het vervullen van de formaliteiten die vereist zijn om goederen onder een douaneregeling te plaatsen.
3.
De partijen passen moderne douanetechnieken, zoals risicobeoordeling en douanecontroles achteraf, toe om de binnenkomst en de vrijgave van goederen te vereenvoudigen en te vergemakkelijken.
4.
De partijen bevorderen de geleidelijke ontwikkeling en het geleidelijke gebruik van systemen, met inbegrip van die welke zijn gebaseerd op informatietechnologie, om de elektronische gegevensuitwisseling tussen handelaren, douaneautoriteiten en andere verwante diensten te vergemakkelijken.
ARTIKEL 6.7
Vrijgave van goederen
Elk van beide partijen draagt er zorg voor dat haar douaneautoriteiten, grensdiensten of andere bevoegde instanties toepassing geven aan voorschriften en procedures:
a)
die voorzien in de onmiddellijke vrijgave van goederen binnen een tijdvak dat niet langer is dan vereist om te waarborgen dat aan haar douane- en andere handelsgerelateerde wetgeving en formaliteiten wordt voldaan;
b)
die erin voorzien dat informatie vóór de fysieke aankomst van goederen elektronisch kan worden ingediend en vervolgens ook elektronisch kan worden verwerkt, zodat goederen bij aankomst kunnen worden vrijgegeven; en
c)
die erin voorzien dat goederen kunnen worden vrijgegeven voordat de douanerechten zijn betaald, mits indien nodig overeenkomstig de wetgeving van elk van beide partijen zekerheid wordt gesteld voor de eindbetaling van de verschuldigde douanerechten.
ARTIKEL 6.8
Vergoedingen en heffingen
1.
Vergoedingen en heffingen worden enkel opgelegd ter zake van in verband met de betrokken in- of uitvoer verleende diensten of een met die in- of uitvoer verband houdende formaliteit waaraan moet worden voldaan. Zij gaan de geschatte kosten van de verleende dienst niet te boven en worden niet op een ad-valoremgrondslag berekend.
2.
De informatie over vergoedingen en heffingen wordt via een officieel aangewezen medium, met inbegrip van het internet, bekendgemaakt. Deze informatie omvat de reden voor de vergoeding of de heffing ter zake van de verleende dienst, de verantwoordelijke instantie, de vergoeding of heffing die zal worden toegepast, en het tijdstip en de wijze waarop de betaling moet worden verricht.
3.
Nieuwe of gewijzigde vergoedingen en heffingen worden niet opgelegd totdat informatie overeenkomstig lid 2 bekend is gemaakt en gemakkelijk beschikbaar is.
ARTIKEL 6.9
Douane-expediteurs
De partijen komen overeen dat hun respectieve douanebepalingen en -procedures niet mogen verlangen dat douane-expediteurs worden ingeschakeld. De partijen passen transparante, niet-discriminerende en evenredige voorschriften toe indien en wanneer zij douane-expediteurs een vergunning verlenen.
ARTIKEL 6.10
Inspectie vóór verzending
De partijen komen overeen dat hun respectieve douanebepalingen en -procedures geen inspecties vóór verzending als omschreven in de Overeenkomst inzake inspecties vóór verzending, of andere inspecties die op de plaats van bestemming vóór inklaring worden verricht door particuliere ondernemingen mogen vereisen.
ARTIKEL 6.11
Douanewaarde
1.
De partijen bepalen de douanewaarde van goederen in overeenstemming met de Overeenkomst inzake de douanewaarde.
2.
De partijen werken samen aan een gemeenschappelijke aanpak van kwesties met betrekking tot de douanewaarde.
ARTIKEL 6.12
Risicobeheer
1.
Elk van beide partijen baseert de onderzoeks- en vrijgaveprocedures en de controleprocedures na binnenkomst veeleer op risicobeheersbeginselen en audits, dan op een omvattend onderzoek of voor elke zending aan alle invoervereisten is voldaan.
2.
De partijen komen overeen om hun invoer-, uitvoer-, doorvoer- en overladingsvoorschriften en -procedures voor goederen vast te stellen op basis van risicobeheersbeginselen die worden toegepast om handhavingsmaatregelen te richten op transacties die bijzondere aandacht behoeven.
ARTIKEL 6.13
Eén loket
Elk van beide partijen streeft ernaar om één-loketsystemen te ontwikkelen of te behouden teneinde het gemakkelijker te maken om alle door de douane- en andere wetgeving vereiste informatie voor de uitvoer, invoer en doorvoer van goederen in één keer elektronisch in te dienen.
ARTIKEL 6.14
Beroepsprocedures
1.
Elk van beide partijen voorziet in doeltreffende, snelle, niet-discriminerende en gemakkelijk toegankelijke procedures die de uitoefening van het recht van beroep tegen administratieve maatregelen, uitspraken en besluiten van de douaneautoriteiten of andere bevoegde instanties betreffende de in-, uit- of doorvoer van goederen garanderen.
2.
Bij beroepsprocedures kan het gaan om administratieve toetsing door de toezichthoudende instantie en om een toetsing door de rechter van besluiten die op administratief niveau zijn genomen overeenkomstig de wetgeving van de partijen.
ARTIKEL 6.15
Transparantie
1.
Elk van beide partijen maakt haar wetgeving, regelingen en administratieve procedures en andere voorschriften in verband met douane en handelsbevordering bekend of stelt deze anderszins ter beschikking, ook langs elektronische weg.
2.
Elk van beide partijen wijst een of meer onderzoeks- of informatiecentra aan of houdt deze in stand, waaraan belanghebbenden vragen over aangelegenheden inzake douane en handelsbevordering kunnen stellen.
ARTIKEL 6.16
Betrekkingen met het bedrijfsleven
De partijen:
a)
zijn het eens over het belang van tijdig overleg met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven bij het formuleren van wetgevingsvoorstellen en algemene procedures met betrekking tot aangelegenheden inzake douane en handelsbevordering. Daartoe wordt in voorkomend geval overleg gepleegd tussen de douaneautoriteiten en het bedrijfsleven;
b)
komen overeen nieuwe wetgeving en algemene procedures met betrekking tot douane en handelsbevordering alvorens de toepassing ervan, alsook wijzigingen en interpretaties daarvan, bekend te maken of anderszins beschikbaar te stellen, voor zover mogelijk langs elektronische weg. Zij maken ook relevante informatie van administratieve aard, zoals voorschriften van diensten en invoerprocedures, openingstijden en werkwijzen van douanekantoren in havens en aan grensovergangen, en contactpunten voor verzoeken om informatie, algemeen bekend;
c)
zijn het erover eens dat er een redelijke tijd moet zitten tussen de bekendmaking van nieuwe of gewijzigde wetgeving, procedures en vergoedingen of heffingen en de inwerkingtreding ervan, onverminderd legitieme doelstellingen van overheidsbeleid (bv. wijziging van de hoogte van rechten); en
d)
komen overeen erop toe te zien dat voorschriften en procedures op douanegebied en aanverwante gebieden blijven aansluiten op de behoeften van de handel, dat hierbij beste praktijken worden gevolgd en dat de handel hierdoor zo min mogelijk wordt beperkt.
ARTIKEL 6.17
Douanecomité
1.
Het Douanecomité dat is opgericht bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités), bestaat uit vertegenwoordigers van de douaneautoriteiten en van andere bevoegde instanties van de partijen. Het Douanecomité waarborgt de goede werking van dit hoofdstuk, van Protocol 1 en van aanvullende douanegerelateerde bepalingen als overeengekomen tussen de partijen. De partijen kunnen in het Douanecomité alle aangelegenheden in het kader daarvan onderzoeken en daarover besluiten nemen.
2.
De partijen kunnen in het Douanecomité aanbevelingen doen en besluiten nemen over de wederzijdse erkenning van risicobeheerstechnieken, risiconormen, veiligheidscontroles en partnerschapsprogramma's op handelsgebied, daaronder begrepen aspecten zoals de doorzending van gegevens en wederzijds overeengekomen voordelen en alle andere kwesties waarop lid 1 van toepassing is.
3.
De partijen kunnen overeenkomen om ad-hocvergaderingen te houden over douanekwesties, waaronder oorsprongsregels en aanvullende douanegerelateerde bepalingen als overeengekomen tussen de partijen. Zij kunnen in voorkomend geval ook subgroepen oprichten voor specifieke kwesties.
Hoofdstuk zeven
niet-tarifaire handelsbelemmeringen en investeringen
in energieopwekking uit hernieuwbare bronnen
ARTIKEL 7.1
Doelstellingen
In lijn met de inspanningen die wereldwijd worden geleverd om de broeikasgasemissies terug te dringen, stellen de partijen zich beide ten doel de energieopwekking uit hernieuwbare en duurzame niet-fossiele bronnen te bevorderen, te ontwikkelen en te doen toenemen, in het bijzonder door handel en investeringen te bevorderen. Daartoe werken de partijen samen om tarifaire en niet-tarifaire belemmeringen weg te nemen of te beperken en de convergentie van de regelgeving met of de aanpassing ervan aan regionale en internationale normen te bevorderen.
ARTIKEL 7.2
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a)
"vereiste inzake plaatselijke toegevoegde waarde” ("local content requirement"):
i)
voor goederen, het vereiste dat een onderneming goederen van binnenlandse oorsprong of herkomst koopt of gebruikt, ongeacht of daarbij wordt aangegeven om welke specifieke producten of hoeveelheid of waarde het gaat of een verband wordt gelegd met de omvang of de waarde van de plaatselijke productie;
ii)
voor diensten, een vereiste dat de keuze van de dienstverlener of de geleverde dienst beperkt ten nadele van diensten of dienstverleners van de andere partij;
b)
"maatregel": elke maatregel van een partij binnen het toepassingsgebied van dit hoofdstuk, in de vorm van een wet, regeling, voorschrift, procedure, besluit, administratieve handeling of in enige andere vorm;
c)
"compensatie": een voorwaarde die de plaatselijke ontwikkeling aanmoedigt, bijvoorbeeld het ongerechtvaardigd in licentie geven van technologie, investeringen, de verplichting om een overeenkomst te sluiten met een bepaalde financiële instelling, compenserende handel en vergelijkbare vereisten;
d)
"partnerschap": elke juridische entiteit, bijvoorbeeld vennootschappen, trusts, maatschappen, joint ventures of verenigingen;
e)
“dienstverlener": de dienstverlener als gedefinieerd in artikel 8.2 (Definities), onder l).
ARTIKEL 7.3
Toepassingsgebied
1.
Dit hoofdstuk is van toepassing op maatregelen die een ongunstige invloed kunnen hebben op de handel en investeringen tussen de partijen in verband met energieopwekking uit hernieuwbare en duurzame niet-fossiele bronnen (wind-, zonne-, aerothermische, geothermische en hydrothermische energie alsmede energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen) maar niet op de producten waaruit de energie wordt opgewekt.
2.
Dit hoofdstuk is niet van toepassing op onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en evenmin op demonstratieprojecten die op niet-commerciële schaal worden uitgevoerd.
3.
Dit hoofdstuk laat de toepassing van andere bepalingen van deze overeenkomst, met inbegrip van de uitzonderingen, voorbehouden of beperkingen daarop, die relevant zijn voor de in lid 1 bedoelde maatregelen, mutatis mutandis, onverlet. Voor de duidelijkheid: in geval van strijdigheid tussen dit hoofdstuk en andere bepalingen van deze overeenkomst hebben de andere bepalingen van deze overeenkomst voorrang wat de strijdige punten betreft.
ARTIKEL 7.4
Beginselen
Een partij:
a)
onthoudt zich ervan maatregelen te nemen die voorzien in vereisten inzake plaatselijke toegevoegde waarde of enige andere compensatie die een ongunstige invloed heeft op de producten, dienstverleners, ondernemers of vestigingen uit de andere partij;
b)
onthoudt zich ervan maatregelen te nemen die verlangen dat partnerschappen worden gevormd met plaatselijke ondernemingen, tenzij deze partnerschappen om technische redenen noodzakelijk worden geacht en de partij op verzoek van de andere partij het bestaan van deze technische redenen kan aantonen;
c)
ziet erop toe dat de regels betreffende de vergunning-, certificering- en licentieprocedures die worden toegepast, in het bijzonder op uitrusting, installaties en bijbehorende transmissienetwerkinfrastructuur, objectief, transparant en niet-willekeurig zijn en aanvragers uit de andere partij niet discrimineren;
d)
ziet erop toe dat de administratieve lasten op of in verband met:
i)
de invoer en het gebruik van goederen die van oorsprong uit de andere partij zijn, of die een ongunstige invloed hebben op de levering van goederen door de leveranciers uit de andere partij, zijn onderworpen aan artikel 2.10 (Vergoedingen en formaliteiten in verband met invoer en uitvoer);
ii)
de verlening van diensten door de dienstverleners van de andere partij zijn onderworpen aan artikel 8.18 (Toepassingsgebied en definities), artikel 8.19 (Voorwaarden voor de verlening van vergunningen en kwalificaties) en artikel 8.20 (Vergunning- en kwalificatieprocedures); en
e)
ziet erop toe dat de voorwaarden en procedures voor de aansluiting op en de toegang tot elektriciteitsnetten transparant zijn en leveranciers van de andere partij niet discrimineren.
ARTIKEL 7.5
Normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures
1.
Wanneer er internationale of regionale normen bestaan met betrekking tot producten voor energieopwekking uit hernieuwbare en duurzame niet-fossiele bronnen, nemen de partijen deze normen, of de relevante onderdelen ervan, als basis voor hun technische voorschriften, tenzij deze internationale normen of de relevante onderdelen ervan ondoeltreffend of ongeschikt zijn om de legitieme beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de Internationale Organisatie voor Normalisatie ("ISO") en de Internationale Elektrotechnische Commissie ("IEC") in het bijzonder als relevante internationale normalisatie-instellingen beschouwd.
2.
In voorkomend geval nemen de partijen bij het formuleren van op de productvereisten gebaseerde technische voorschriften de prestaties van het product, met inbegrip van de milieuprestaties ervan, als uitgangspunt, veeleer dan het ontwerp of de descriptieve kenmerken daarvan.
3.
Met betrekking tot de producten die zijn vermeld in hoofdstuk 84 van het geharmoniseerd systeem (behalve code 8401) en in de GS-posten 8502 31 en 8541 40:
a)
aanvaardt de Unie conformiteitsverklaringen van leveranciers uit Singapore onder dezelfde voorwaarden als die van leveranciers uit de Unie met het oog op het in de handel brengen van deze producten, zonder verdere vereisten; en
b)
aanvaardt Singapore conformiteitsverklaringen of testverslagen van de EU met het oog op het in de handel brengen van deze producten, zonder verdere vereisten. Singapore kan keuring of certificering door een derde verplicht stellen onder de voorwaarden van artikel 5 (Vrijwaringsmaatregelen) van bijlage 4-A.
Voor de duidelijkheid: dit lid laat de mogelijkheid voor de partijen onverlet om vereisten toe te passen die geen verband houden met de in dit lid bedoelde producten, zoals voorschriften inzake ruimtelijke ordening of bouwvoorschriften.
ARTIKEL 7.6
Uitzonderingen
1.
Dit hoofdstuk geldt onverminderd de bepalingen inzake veiligheid en/of algemene uitzonderingen als vastgesteld in artikel 2.14 (Algemene uitzonderingen), artikel 8.62 (Algemene uitzonderingen) en artikel 9.3 (Veiligheid en algemene uitzonderingen); voor alle duidelijkheid geldt dit hoofdstuk voorts onverminderd de relevante bepalingen van hoofdstuk zestien (Institutionele, algemene en slotbepalingen).
2.
Voor de duidelijkheid: op voorwaarde dat dergelijke maatregelen niet zodanig worden toegepast dat zij een middel vormen tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie tussen de producten, dienstverleners of investeerders van de partijen waar dezelfde omstandigheden bestaan, of tot een verkapte beperking van de handel en investeringen tussen de partijen, wordt geen enkele bepaling in dit hoofdstuk zo uitgelegd dat de partijen geen maatregelen mogen vaststellen of handhaven die nodig zijn voor de veilige werking van de betrokken energienetten of de zekerheid van de energievoorziening.
ARTIKEL 7.7
Tenuitvoerlegging en samenwerking
1.
In het Handelscomité dat is opgericht krachtens artikel 16.1 (Handelscomité), werken de partijen samen en wisselen ze informatie uit over alle voor de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk relevante kwesties. De partijen kunnen daartoe bij besluit van het Handelscomité passende uitvoeringsmaatregelen nemen en dit hoofdstuk in voorkomend geval bijwerken.
2.
De samenwerking kan de volgende activiteiten omvatten:
a)
de uitwisseling van informatie, regelgevende ervaringen en beste praktijken op gebieden zoals:
i)
de uitwerking en niet-discriminerende tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de opname van energie uit hernieuwbare bronnen;
ii)
koolstofafvang en -opslag;
iii)
slimme netten;
iv)
energie-efficiëntie; of
v)
technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures, zoals die met betrekking tot netcodevereisten;
b)
de bevordering van de convergentie, ook in de desbetreffende regionale fora, van hun nationale of regionale technische voorschriften, regelgevingsconcepten, normen, vereisten en conformiteitsbeoordelingsprocedures met internationale normen.
HOOFDSTUK ACHT
DIENSTEN, VESTIGING EN ELEKTRONISCHE HANDEL
Afdeling A
ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 8.1
Doel en toepassingsgebied
1.
De partijen herbevestigen hun respectieve verbintenissen ingevolge de WTO-Overeenkomst, en leggen hierbij de noodzakelijke regels vast voor de geleidelijke wederzijdse liberalisering van de handel in diensten, van het recht van vestiging en van de elektronische handel.
2.
Tenzij anders is bepaald,
a)
is dit hoofdstuk niet van toepassing op door een partij verstrekte subsidies of toelagen, met inbegrip van leningen, garanties en verzekeringen die door de overheid worden gesteund;
b)
is dit hoofdstuk niet van toepassing op diensten die op het respectieve grondgebied van de partijen worden verleend bij de uitoefening van overheidsgezag. In dit hoofdstuk wordt onder een bij de uitoefening van overheidsgezag verleende dienst verstaan: elke dienst die noch op commerciële basis, noch in concurrentie met een of meer dienstverleners wordt verleend;
c)
vereist dit hoofdstuk niet dat overheidsondernemingen worden geprivatiseerd; en/of
d)
is dit hoofdstuk niet van toepassing op wetten, voorschriften of eisen voor de verwerving door overheidsinstanties van diensten aangekocht voor overheidsdoeleinden en niet met het oog op commerciële wederverkoop of het gebruik bij dienstverlening voor commerciële verkoop.
3.
Elk van beide partijen behoudt het recht nieuwe regelingen op te stellen en in te voeren om overeenkomstig dit hoofdstuk legitieme beleidsdoelstellingen te bereiken.
4.
Dit hoofdstuk is noch van toepassing op maatregelen betreffende natuurlijke personen die toegang tot de arbeidsmarkt van een partij zoeken, noch op maatregelen inzake staatsburgerschap, verblijf of werk op permanente basis. Geen enkele bepaling van dit hoofdstuk mag worden uitgelegd als een beletsel voor een partij om maatregelen toe te passen tot regeling van de toegang of het tijdelijke verblijf van natuurlijke personen uit de andere partij op haar grondgebied, daarbij inbegrepen maatregelen die nodig zijn voor het beschermen van de integriteit van haar grenzen of voor het verzekeren van het ordelijke verkeer van natuurlijke personen over haar grenzen, maar deze maatregelen mogen niet zodanig worden toegepast dat de voordelen die de andere partij op grond van dit hoofdstuk toekomen, daardoor worden teniet gedaan of uitgehold.
ARTIKEL 8.2
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk:
a)
omvatten "directe belastingen" alle belastingen op het totale inkomen, het totale kapitaal, of onderdelen van inkomen of kapitaal, waaronder belastingen op winsten uit overdracht van eigendom, belastingen op onroerend goed, erfenissen en schenkingen, of belastingen op het totale bedrag aan door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsook belastingen op waardevermeerdering van kapitaal;
b)
wordt onder "rechtspersoon" verstaan: elke juridische eenheid, naar toepasselijk recht opgericht of anderszins georganiseerd, met winst- of andere oogmerken, ongeacht of zij eigendom van particulieren of van de overheid is, met inbegrip van alle vennootschappen, trusts, maatschappen, joint ventures, eenmanszaken en verenigingen;
c)
wordt onder "rechtspersoon uit de Unie" of "Singaporese rechtspersoon" verstaan:
i)
een rechtspersoon die overeenkomstig de wetgeving van de Unie en/of de lidstaten van de Unie respectievelijk van Singapore is opgericht, en die op het grondgebied van de Unie respectievelijk op dat van Singapore zijn statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging heeft; of
ii)
in het geval van vestiging als bedoeld in punt d) van artikel 8.8 (Definities): een rechtspersoon die eigendom is of onder zeggenschap staat van natuurlijke personen uit de lidstaten van de Unie respectievelijk Singapore, of van rechtspersonen uit de Unie respectievelijk Singaporese rechtspersonen.
Indien de rechtspersoon op het grondgebied van de Unie respectievelijk van Singapore alleen zijn statutaire zetel of hoofdbestuur heeft, wordt hij niet als rechtspersoon uit de Unie respectievelijk Singaporees rechtspersoon beschouwd, tenzij hij op het grondgebied van de Unie respectievelijk van Singapore omvangrijke zakelijke transacties verricht.
Een rechtspersoon:
i)
is "eigendom" van natuurlijke of rechtspersonen uit de Unie en/of een lidstaat van de Unie dan wel uit Singapore indien meer dan 50 % van het aandelenkapitaal in het bezit is van personen uit de Unie en/of een lidstaat van de Unie dan wel uit Singapore, die de uiteindelijke gerechtigden van deze aandelen zijn;
ii)
staat onder "zeggenschap" van natuurlijke of rechtspersonen uit de Unie en/of een lidstaat van de Unie dan wel uit Singapore indien deze personen bevoegd zijn een meerderheid van de bestuurders te benoemen of anderszins de handelingen van de persoon rechtens te sturen;
iii)
is met een andere persoon "verbonden" wanneer hij zeggenschap heeft over die persoon of die persoon over hem, of wanneer over zowel hemzelf als de andere persoon zeggenschap wordt uitgeoefend door een en dezelfde persoon;
d)
onverminderd het bepaalde onder c) vallen buiten de Unie gevestigde scheepvaartondernemingen waarover onderdanen van een lidstaat van de Unie zeggenschap hebben, tevens onder deze overeenkomst indien hun schepen overeenkomstig de respectieve wetgeving van die lidstaat van de Unie zijn geregistreerd en zij de vlag van een lidstaat van de Unie voeren;
e)
wordt onder "maatregel" verstaan: elke maatregel van een partij, in de vorm van een wet, regeling, voorschrift, procedure, besluit, administratieve handeling of in enige andere vorm;
f)
wordt onder "door een partij vastgestelde of gehandhaafde maatregelen" verstaan: maatregelen genomen door:
i)
centrale, regionale of lokale overheden en autoriteiten, of
ii)
niet-gouvernementele organisaties bij de uitoefening van door centrale, regionale of lokale overheden of autoriteiten gedelegeerde bevoegdheden;
g)
omvatten "door een partij vastgestelde of gehandhaafde maatregelen die gevolgen hebben voor de handel in diensten" maatregelen betreffende:
i)
de aankoop, de betaling of het gebruik van een dienst;
ii)
de met een verlening van een dienst samenhangende toegang tot en het gebruik van diensten waarvan een partij eist dat deze algemeen aan het publiek worden aangeboden; en
iii)
de aanwezigheid, commerciële aanwezigheid daarbij inbegrepen, van personen uit een partij ten behoeve van de verlening van een dienst op het grondgebied van de andere partij;
h)
verwijst "Lijst van specifieke verbintenissen” in het geval van de Unie naar bijlage 8-A en de aanhangsels daarbij, en in het geval van Singapore naar bijlage 8-B en de aanhangsels daarbij;
i)
wordt onder "consument van een dienst" verstaan: elke persoon die een dienst ontvangt of gebruikt;
j)
omvat "verlening van een dienst" de productie, distributie, marketing, verkoop en levering van een dienst;
k)
wordt onder "dienst van de andere partij" verstaan: een dienst die wordt verleend
i)
vanaf of op het grondgebied van de andere partij, of in geval van zeevervoer, door een vaartuig dat volgens het recht van de andere partij is geregistreerd, of door een persoon van de andere partij die de dienst door middel van gehele of gedeeltelijke exploitatie en/of gebruik van een schip verleent; of
ii)
in geval van verlening van een dienst via een commerciële aanwezigheid of de aanwezigheid van natuurlijke personen, door een dienstverlener van de andere partij;
l)
wordt onder "dienstverlener" verstaan: een persoon die een dienst verleent of aanbiedt, ook als dat door vestiging gebeurt;
m)
wordt onder "handel in diensten" verstaan: het verlenen van een dienst:
i)
vanaf het grondgebied van een partij naar het grondgebied van de andere partij ("grensoverschrijdend");
ii)
op het grondgebied van een partij ten behoeve van een gebruiker van de dienst uit de andere partij ("gebruik over de grens");
iii)
door een dienstverlener van een partij via commerciële aanwezigheid op het grondgebied van de andere partij ("commerciële aanwezigheid");
iv)
door een dienstverlener van een partij via de aanwezigheid van natuurlijke personen van die partij op het grondgebied van de andere partij ("aanwezigheid van natuurlijke personen").
Afdeling B
GRENSOVERSCHRIJDENDE DIENSTVERLENING
ARTIKEL 8.3
Toepassingsgebied
Deze afdeling is van toepassing op maatregelen van de partijen die van invloed zijn op alle grensoverschrijdende dienstverlening met uitzondering van:
a)
audiovisuele diensten;
b)
nationale cabotage in het zeevervoer; en
c)
interne en internationale luchtvervoerdiensten, ongeacht of het gaat om lijndiensten of niet, en diensten die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van verkeersrechten, andere dan:
i)
reparatie en onderhoud van luchtvaartuigen waarbij het luchtvaartuig buiten dienst wordt gesteld;
ii)
verkoop en marketing van luchtvervoerdiensten; en
iii)
geautomatiseerde boekingssystemen.
ARTIKEL 8.4
Definities
In deze afdeling wordt onder "grensoverschrijdende dienstverlening" verstaan: het verlenen van een dienst:
a)
vanaf het grondgebied van een partij op het grondgebied van de andere partij, en
b)
op het grondgebied van een partij ten behoeve van een gebruiker van de dienst uit de andere partij.
ARTIKEL 8.5
Markttoegang
1.
Ten aanzien van de markttoegang voor grensoverschrijdende dienstverlening behandelt elk van beide partijen diensten en dienstverleners uit de andere partij niet minder gunstig dan is voorzien in de voorwaarden en beperkingen die zijn overeengekomen en opgenomen in haar Lijst van specifieke verbintenissen.
2.
Voor sectoren waarvoor verbintenissen betreffende markttoegang worden aangegaan, worden de maatregelen die een partij niet mag handhaven of vaststellen voor een bepaalde regio of voor haar gehele grondgebied, tenzij anderszins bepaald in haar Lijst van specifieke verbintenissen, omschreven als:
a)
beperkingen van het aantal dienstverleners in de vorm van numerieke quota, monopolies, exclusieve dienstverleners of van de eis van een onderzoek naar de economische behoefte;
b)
beperkingen van de totale waarde van transacties of activa in verband met diensten in de vorm van numerieke quota of van de eis van een onderzoek naar de economische behoefte, en
c)
beperkingen van het totale aantal dienstentransacties of de totale hoeveelheid geleverde diensten, in bepaalde numerieke eenheden uitgedrukt in de vorm van quota of de eis van een onderzoek naar de economische behoefte.
ARTIKEL 8.6
Nationale behandeling
1.
In de sectoren die in haar Lijst van specifieke verbintenissen zijn opgenomen, behandelt iedere partij, onder voorbehoud van de in die lijst vermelde voorwaarden en kwalificaties, in het kader van maatregelen die gevolgen hebben voor de grensoverschrijdende dienstverlening, diensten en dienstverleners van de andere partij niet minder gunstig dan haar eigen soortgelijke diensten en dienstverleners.
2.
Een partij kan aan het bepaalde in lid 1 voldoen door aan diensten en dienstverleners uit de andere partij een behandeling toe te kennen die naar de vorm identiek is dan wel naar de vorm afwijkt van de behandeling die zij aan haar eigen soortgelijke diensten en dienstverleners toekent.
3.
Een naar de vorm identieke of naar de vorm afwijkende behandeling wordt geacht minder gunstig te zijn, indien zij de mededingingsvoorwaarden wijzigt ten gunste van diensten of dienstverleners uit een partij, in vergelijking met soortgelijke diensten of dienstverleners uit de andere partij.
4.
De op grond van dit artikel aangegane specifieke verbintenissen worden niet zodanig uitgelegd dat een partij verplicht is tot compensatie van concurrentienadelen die inherent zijn aan het buitenlandse karakter van de desbetreffende diensten of dienstverleners.
ARTIKEL 8.7
Lijst van specifieke verbintenissen
1.
De door een partij ingevolge deze afdeling geliberaliseerde sectoren en de beperkingen, door middel van voorbehouden, van de markttoegang en van de nationale behandeling voor diensten en dienstverleners uit de andere partij in die sectoren, worden vermeld in haar Lijst van specifieke verbintenissen.
2.
Geen van beide partijen mag ten aanzien van de overeenkomstig lid 1 aangegane specifieke verbintenissen met betrekking tot diensten of dienstverleners uit de andere partij nieuwe of meer discriminerende maatregelen vaststellen.
Afdeling C
VESTIGING
ARTIKEL 8.8
Definities
Voor de toepassing van deze afdeling:
a)
wordt onder "filiaal" van een rechtspersoon verstaan: een onderneming of een rechtspersoon die geen aparte rechtspersoonlijkheid heeft maar een uitbreiding van een moedermaatschappij is;
b)
omvat een "economische activiteit" alle activiteiten van economische aard, behoudens activiteiten die worden uitgeoefend in het kader van de uitoefening van overheidsgezag, d.w.z. activiteiten die noch op commerciële grondslag, noch in concurrentie met een of meer marktdeelnemers worden uitgeoefend;
c)
wordt onder "ondernemer" verstaan: iedere persoon uit een partij die een economische activiteit uitoefent of beoogt uit te oefenen door middel van vestiging;
d)
wordt onder "vestiging" verstaan:
i)
de oprichting, overname of handhaving van een rechtspersoon, of
ii)
de oprichting of handhaving van een filiaal of vertegenwoordiging,
met het oogmerk duurzame economische banden tot stand te brengen of te handhaven op het grondgebied van een partij met als doel een economische activiteit uit te oefenen, met inbegrip van, maar niet uitsluitend, het verlenen van een dienst;
e)
wordt onder "dochteronderneming" van een rechtspersoon uit een partij verstaan: een rechtspersoon waarover een andere rechtspersoon uit die partij overeenkomstig zijn interne recht zeggenschap heeft.
ARTIKEL 8.9
Toepassingsgebied
Deze afdeling is van toepassing op door de partijen vastgestelde of gehandhaafde maatregelen die gevolgen hebben voor vestiging met het oog op de uitoefening van alle economische activiteiten, met uitzondering van:
a)
het winnen, vervaardigen en verwerken van kernmateriaal;
b)
het vervaardigen van of het handelen in wapens, munitie en oorlogsmateriaal;
c)
audiovisuele diensten;
d)
nationale cabotage in het zeevervoer, en
e)
interne en internationale luchtvervoerdiensten, ongeacht of het gaat om lijndiensten of niet, en diensten die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van verkeersrechten, andere dan:
i)
reparatie en onderhoud van luchtvaartuigen waarbij het luchtvaartuig buiten dienst wordt gesteld;
ii)
verkoop en marketing van luchtvervoerdiensten; en
iii)
geautomatiseerde boekingssystemen.
ARTIKEL 8.10
Markttoegang
1.
Ten aanzien van de markttoegang in het kader van vestiging behandelt elk van beide partijen vestigingen en ondernemers uit de andere partij niet minder gunstig dan is voorzien in de voorwaarden en beperkingen die zijn overeengekomen en opgenomen in haar Lijst van specifieke verbintenissen.
2.
Voor sectoren waarvoor verbintenissen betreffende markttoegang worden aangegaan, worden de maatregelen die een partij niet mag handhaven of vaststellen voor een bepaalde regio of voor haar gehele grondgebied, tenzij anderszins bepaald in haar Lijst van specifieke verbintenissen, omschreven als:
a)
beperkingen van het aantal vestigingen in de vorm van numerieke quota, monopolies, exclusieve rechten of van andere eisen ten aanzien van vestigingen, zoals een onderzoek naar de economische behoefte;
b)
beperkingen van de totale waarde van transacties of activa, in de vorm van numerieke quota of van de eis van een onderzoek naar de economische behoefte;
c)
beperkingen van het totale aantal transacties of het totale volume van de output, in bepaalde numerieke eenheden uitgedrukt in de vorm van quota of van de eis van een onderzoek naar de economische behoefte;
d)
beperkingen van de participatie van buitenlands kapitaal, uitgedrukt als een maximumpercentage voor buitenlands aandeelhouderschap of de totale waarde van individuele of totale buitenlandse investeringen;
e)
maatregelen die specifieke soorten juridische entiteiten of joint ventures via welke een ondernemer uit de andere partij een economische activiteit kan uitoefenen, vereisen of ten aanzien van die entiteiten of joint ventures beperkingen opleggen, en
f)
beperkingen van het totale aantal natuurlijke personen, anders dan stafpersoneel en afgestudeerde stagiairs als omschreven in artikel 8.13 (Toepassingsgebied en definities), dat in een bepaalde sector in dienst mag zijn of dat een ondernemer in dienst mag hebben, en dat nodig is voor en rechtstreeks verband houdt met het uitvoeren van de economische activiteit, in de vorm van een maximum aantal of van de eis van een onderzoek naar de economische behoefte.
ARTIKEL 8.11
Nationale behandeling
1.
Elk van beide partijen behandelt in de in haar Lijst van specifieke verbintenissen vermelde sectoren en met inachtneming van de daarin vermelde voorwaarden en kwalificaties, vestigingen en ondernemers uit de andere partij in het kader van alle maatregelen die van invloed op vestiging zijn, niet minder gunstig dan haar soortgelijke eigen vestigingen en ondernemers.
2.
Een partij kan aan het bepaalde in lid 1 voldoen door aan vestigingen en ondernemers uit de andere partij een behandeling toe te kennen die naar de vorm identiek is dan wel naar de vorm afwijkt van de behandeling die zij aan haar soortgelijke eigen vestigingen en ondernemers toekent.
3.
Een naar de vorm identieke of naar de vorm afwijkende behandeling wordt geacht minder gunstig te zijn indien zij de mededingingsvoorwaarden wijzigt ten gunste van vestigingen en ondernemers uit de partij, in vergelijking met soortgelijke vestigingen en ondernemers uit de andere partij.
4.
De op grond van dit artikel aangegane specifieke verbintenissen worden niet zodanig uitgelegd dat een partij verplicht is tot compensatie van concurrentienadelen die inherent zijn aan het buitenlandse karakter van de desbetreffende vestigingen of ondernemers.
ARTIKEL 8.12
Lijst van specifieke verbintenissen
1.
De door een partij ingevolge deze afdeling geliberaliseerde sectoren en de beperkingen, door middel van voorbehouden, van de markttoegang en van de nationale behandeling voor vestigingen en ondernemers uit de andere partij in die sectoren, worden vermeld in haar Lijst van specifieke verbintenissen.
2.
Geen van beide partijen mag en aanzien van de overeenkomstig lid 1 aangegane specifieke verbintenissen met betrekking tot vestigingen en ondernemers uit de andere partij nieuwe of meer discriminerende maatregelen vaststellen.
Afdeling D
TIJDELIJKE AANWEZIGHEID VAN NATUURLIJKE PERSONEN
VOOR ZAKEN
ARTIKEL 8.13
Toepassingsgebied en definities
1.
Deze afdeling is van toepassing op maatregelen van de partijen betreffende de toegang tot en het tijdelijke verblijf op hun respectieve grondgebied van stafpersoneel, afgestudeerde stagiairs en verkopers van zakelijke diensten overeenkomstig lid 4 van artikel 8.1 (Doel en toepassingsgebied).
2.
Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:
a)
"stafpersoneel": natuurlijke personen die bij een rechtspersoon uit een partij, anders dan een organisatie zonder winstoogmerk, werkzaam zijn en verantwoordelijk zijn voor het opzetten van dan wel voor een goed toezicht op, een goede administratie en exploitatie van een vestiging.
Tot het stafpersoneel behoren tevens zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van een vestiging, en binnen de onderneming overgeplaatste personen:
i)
onder "zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden" wordt verstaan: natuurlijke personen met een staffunctie die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van een vestiging. Zij verrichten geen directe transacties met het publiek en ontvangen geen bezoldiging uit een bron die in de gastpartij is gevestigd; en
ii)
onder "binnen de onderneming overgeplaatste personen" wordt verstaan: natuurlijke personen die ten minste een jaar werknemer of, in het geval van verleners van zakelijke diensten, partner van een rechtspersoon uit een partij zijn en die tijdelijk naar een vestiging op het grondgebied van de andere partij worden overgeplaatst, welke vestiging een dochteronderneming, filiaal of moederonderneming van de onderneming kan zijn. De betrokken natuurlijke persoon moet tot een van de volgende categorieën behoren:
1)
kaderleden:
natuurlijke personen die bij een rechtspersoon verantwoordelijk zijn voor het management van de vestiging, ruime beslissingsbevoegdheden hebben, en onder algemeen toezicht en leiding staan van de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen. Kaderleden verrichten niet rechtstreeks taken die verband houden met de eigenlijke levering van de dienst of diensten van de rechtspersoon;
2)
managers:
natuurlijke personen die deel uitmaken van het hoger leidinggevend personeel van een rechtspersoon, die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het management van de vestiging, onder het algemene toezicht of de leiding van hoge kaderleden, de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen, waaronder natuurlijke personen die:
aa)
leiding geven aan een vestiging of een afdeling of onderafdeling daarvan;
bb)
toezicht houden op de werkzaamheden van andere toezichthoudende, gespecialiseerde of leidinggevende werknemers en deze werkzaamheden controleren, en
cc)
persoonlijk bevoegd zijn werknemers in dienst te nemen en te ontslaan, of indienstneming of ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;
3)
specialisten:
binnen een rechtspersoon werkzame natuurlijke personen die beschikken over uitzonderlijke kennis of ervaring die van wezenlijk belang is voor de productie, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management van de vestiging. Voor de beoordeling van die kennis wordt niet alleen specifiek met de vestiging verband houdende kennis in aanmerking genomen, maar in voorkomend geval ook of de persoon in hoge mate gekwalificeerd is voor een type werk of handel waarvoor specifieke technische kennis vereist is, evenals het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep;
b)
"afgestudeerde stagiairs": natuurlijke personen die ten minste een jaar in dienst zijn van een rechtspersoon uit een partij, die universitair afgestudeerd zijn en die voor loopbaanontwikkeling of een opleiding in bedrijfskundige technieken of methoden tijdelijk naar een vestiging op het grondgebied van de andere partij worden overgeplaatst;
c)
"verkopers van zakelijke diensten": natuurlijke personen die vertegenwoordigers zijn van een dienstverlener uit een partij die tijdelijke toegang tot het grondgebied van de andere partij beoogt om over de verkoop van diensten te onderhandelen of voor die dienstverlener overeenkomsten voor de verkoop van diensten te sluiten. Zij verrichten geen directe transacties met het publiek en ontvangen geen beloning uit een in de gastpartij gevestigde bron.
ARTIKEL 8.14
Stafpersoneel en afgestudeerde stagiairs
1.
Voor elke overeenkomstig afdeling C (Vestiging) geliberaliseerde sector staat elk van beide partijen, behoudens eventuele in haar Lijst van specifieke verbintenissen opgenomen voorbehouden, ondernemers uit de andere partij toe natuurlijke personen uit die andere partij tijdelijk tewerk te stellen in hun vestiging, mits die werknemers behoren tot het stafpersoneel dan wel afgestudeerd stagiair als omschreven in artikel 8.13 (Toepassingsgebied en definities) zijn. De duur van hun tijdelijke verblijf bedraagt ten hoogste drie jaar voor binnen de onderneming overgeplaatste personen, ten hoogste negentig dagen gedurende een periode van twaalf maanden voor zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden en ten hoogste een jaar voor afgestudeerde stagiairs. Voor binnen een onderneming overgeplaatste personen kan deze periode overeenkomstig het interne recht met twee jaar worden verlengd.
2.
Voor elke overeenkomstig afdeling C (Vestiging) geliberaliseerde sector worden de maatregelen die een partij (tenzij anders bepaald in haar Lijst van specifieke verbintenissen) niet mag handhaven of vaststellen, omschreven als beperkingen van het totale aantal natuurlijke personen dat een ondernemer als stafpersoneel of als afgestudeerde stagiairs in een bepaalde sector mag overplaatsen, in de vorm van numerieke quota of van de eis van een onderzoek naar de economische behoefte, en als discriminerende beperkingen.
ARTIKEL 8.15
Verkopers van zakelijke diensten
Voor elke overeenkomstig afdeling B (Grensoverschrijdende dienstverlening) of afdeling C (Vestiging) geliberaliseerde sector staat elk van beide partijen, behoudens de in haar Lijst van specifieke verbintenissen opgenomen voorbehouden, de toegang en het tijdelijke verblijf van verkopers van zakelijke diensten toe voor een periode van ten hoogste negentig dagen gedurende een periode van twaalf maanden.
Afdeling E
REGELGEVINGSKADER
ONDERAFDELING 1
BEPALINGEN VAN ALGEMENE STREKKING
ARTIKEL 8.16
Wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties
1.
Niets in dit artikel belet een partij te eisen dat natuurlijke personen de nodige kwalificaties en/of beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend, voor de betrokken activiteitsector zijn voorgeschreven.
2.
De partijen moedigen de desbetreffende beroepsorganisaties op hun respectieve grondgebied aan een gezamenlijke aanbeveling over wederzijdse erkenning te ontwikkelen en voor te leggen aan het op grond van artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) ingestelde Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten. Die aanbeveling wordt gestaafd met gegevens betreffende:
a)
de economische waarde van een voorgenomen overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties (hierna "Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning" genoemd); en
b)
de verenigbaarheid van de respectieve regelingen, dat wil zeggen, de mate waarin de criteria die elk van beide partijen hanteert voor het verlenen van vergunningen aan, en de werking en de certificering van ondernemers en dienstverleners met elkaar verenigbaar zijn.
3.
Wanneer het Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten een gezamenlijke aanbeveling ontvangt, onderzoekt het deze binnen een redelijke termijn om vast te stellen of zij met deze overeenkomst in overeenstemming is.
4.
Wanneer de aanbeveling op basis van de in lid 2 bedoelde informatie in overeenstemming met deze overeenkomst is bevonden, nemen de partijen de maatregelen die noodzakelijk zijn om via hun bevoegde autoriteiten of door een partij gemachtigde vertegenwoordigers te onderhandelen over een Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning.
ARTIKEL 8.17
Transparantie
Elk van beide partijen beantwoordt zo spoedig mogelijk verzoeken van de andere partij om specifieke informatie over algemeen toepasselijke maatregelen of internationale overeenkomsten die op dit hoofdstuk betrekking hebben of daarvoor gevolgen hebben. Elk van beide partijen richt ook één of meer informatiepunten in de zin van artikel 13.4 (Vragen en contactpunten) op, die over al deze aangelegenheden op verzoek specifieke informatie verstrekken aan ondernemers en dienstverleners uit de andere partij.
ONDERAFDELING 2
INTERNE REGELGEVING
ARTIKEL 8.18
Toepassingsgebied en definities
1.
Deze onderafdeling is van toepassing op maatregelen van de partijen die betrekking hebben op vergunningsvereisten en -procedures of kwalificatievereisten en procedures die van invloed zijn op:
a)
de grensoverschrijdende dienstverlening zoals omschreven in artikel 8.4 (Definities);
b)
de vestiging op hun grondgebied van natuurlijke en rechtspersonen als omschreven in artikel 8.8 (Definities);
c)
het tijdelijke verblijf van natuurlijke personen op hun grondgebied als bedoeld in artikel 8.13 (Toepassingsgebied en definities).
2.
Deze voorschriften zijn alleen van toepassing op sectoren waarvoor een partij specifieke verbintenissen is aangegaan en in de mate dat die specifieke verbintenissen van toepassing zijn.
3.
Deze voorschriften zijn niet van toepassing op maatregelen in de mate dat het bij de maatregel gaat om beperkingen, bedoeld in artikel 8.5 (Markttoegang), artikel 8.10 (Markttoegang) en/of artikel 8.6 (Nationale behandeling) en artikel 8.11 (Nationale behandeling).
4.
Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt verstaan onder:
a)
"bevoegde instanties": alle centrale, regionale of lokale overheden en autoriteiten of niet-gouvernementele organisaties die door centrale, regionale of lokale overheden of autoriteiten gedelegeerde bevoegdheden uitoefenen, die een besluit nemen betreffende de afgifte van een vergunning voor het verlenen van een dienst, ook als dat vestiging inhoudt, of tot afgifte van een vergunning om zich te vestigen teneinde een andere economische activiteit dan dienstverlening uit te oefenen;
b)
"vergunningsprocedures": administratieve of procedureregels waaraan een natuurlijke of rechtspersoon, die verzoekt om een vergunning voor het verlenen van een dienst of van een vergunning om zich te vestigen teneinde een andere economische activiteit dan dienstverlening uit te oefenen, inclusief de wijziging of verlenging van een vergunning, moet voldoen om aan te tonen dat is voldaan aan de vergunningsvereisten;
c)
"vergunningsvereisten": andere materiële eisen dan kwalificatievereisten, waaraan een natuurlijke of rechtspersoon moet voldoen om een vergunning voor het verlenen van een dienst of van een vergunning om zich te vestigen teneinde een andere economische activiteit dan dienstverlening uit te oefenen, te verkrijgen, te wijzigen of te verlengen;
d)
"kwalificatieprocedures": administratieve of procedureregels waaraan een natuurlijke persoon moet voldoen om aan te tonen dat is voldaan aan de kwalificatievereisten om een vergunning voor het verlenen van een dienst te kunnen krijgen;
e)
"kwalificatievereisten": materiële eisen met betrekking tot de bevoegdheid van een natuurlijke persoon om een dienst te verlenen, die moeten worden aangetoond om een vergunning voor het verlenen van een dienst te kunnen krijgen.
ARTIKEL 8.19
Voorwaarden voor het verlenen van vergunningen en kwalificaties
1.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat maatregelen inzake vergunningsvereisten en -procedures en kwalificatievereisten en -procedures gebaseerd zijn op criteria die:
a)
duidelijk zijn;
b)
objectief en transparant zijn, en
c)
vooraf vastgesteld zijn en toegankelijk zijn voor het publiek en belanghebbenden.
2.
Onder voorbehoud van beschikbaarheid wordt een vergunning verleend zodra in een deugdelijk onderzoek is bevestigd dat aan de voorwaarden is voldaan.
3.
Elk van beide partijen houdt gerechtelijke, scheidsrechterlijke of administratieve instanties of procedures in stand, of stelt deze in, waarmee op verzoek van een betrokken ondernemer of dienstverlener administratieve besluiten met betrekking tot vestiging, grensoverschrijdende dienstverlening of het tijdelijke verblijf van natuurlijke personen voor zaken onverwijld kunnen worden onderzocht en, indien gerechtvaardigd, door passende maatregelen kunnen worden rechtgezet. Wanneer deze procedures niet onafhankelijk zijn van de instantie die bevoegd is het betrokken administratieve besluit te nemen, zien de partijen erop toe dat de procedures feitelijk in een objectief en onpartijdig onderzoek voorzien.
Dit lid wordt niet zodanig uitgelegd dat van een partij wordt geëist dat zij instanties of procedures instelt indien dit onverenigbaar is met haar constitutionele structuur of de aard van haar rechtsstelsel.
ARTIKEL 8.20
Vergunnings- en kwalificatieprocedures
1.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat de vergunnings- en kwalificatieprocedures en formaliteiten zo eenvoudig mogelijk zijn en de verlening van de dienst niet onnodig bemoeilijken of vertragen. Voor de vergunning verschuldigde vergoedingen die de aanvragers in verband met hun aanvraag moeten betalen, moeten redelijk zijn en mogen als zodanig de verlening van de dienst niet beperken.
2.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat de procedures die de bevoegde autoriteit volgt bij het verlenen van vergunningen, en haar besluiten, onpartijdig zijn ten aanzien van alle aanvragers. De bevoegde autoriteit moet bij haar besluitvorming onafhankelijk zijn en geen verantwoording verschuldigd zijn aan verleners van de diensten waarvoor de vergunning vereist is.
3.
Wanneer voor aanvragen specifieke termijnen bestaan, moet een aanvrager voor het indienen van een aanvraag over een redelijke termijn beschikken. De bevoegde autoriteit behandelt een aanvraag zonder onnodige vertraging. Waar mogelijk worden aanvragen in elektronische vorm geaccepteerd onder dezelfde voorwaarden inzake echtheid als papieren aanvragen.
4.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat de behandeling van een aanvraag, inclusief het definitieve besluit, wordt voltooid binnen een redelijke termijn na de indiening van een volledige aanvraag. Elk van beide partijen streeft ernaar voor de behandeling van een aanvraag een standaardtermijn vast te stellen
5.
De bevoegde autoriteit stelt binnen een redelijke termijn na ontvangst van een aanvraag die haars inziens onvolledig is, de aanvrager daarvan in kennis, vermeldt voor zover dit haalbaar is, welke aanvullende informatie nodig is om de aanvraag te vervolledigen, en biedt de mogelijkheid om tekortkomingen te corrigeren.
6.
Waar mogelijk moeten in de plaats van de originele documenten gewaarmerkte kopieën worden aanvaard.
7.
Indien de bevoegde instantie een aanvraag afwijst, wordt dat de aanvrager schriftelijk en zonder onnodige vertraging meegedeeld. In beginsel moet de aanvrager desgevraagd ook in kennis worden gesteld van de redenen voor de afwijzing van de aanvraag en van de termijn waarbinnen tegen het besluit beroep kan worden ingesteld. In voorkomend geval moet een aanvrager binnen een redelijke termijn opnieuw een aanvraag kunnen indienen.
8.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat zodra een vergunning is verleend, zij overeenkomstig de daarin gestelde voorwaarden zo spoedig mogelijk in werking treedt.
ONDERAFDELING 3
DIENSTEN IN VERBAND MET COMPUTERS
ARTIKEL 8.21
Diensten in verband met computers
1.
Aangaande diensten in verband met computers die zijn geliberaliseerd overeenkomstig afdeling B (Grensoverschrijdende dienstverlening), afdeling C (Vestiging) en afdeling D (Tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken) onderschrijven de partijen de in de volgende leden neergelegde afspraak.
2.
De partijen zijn het erover eens dat CPC 84, de VN-code voor diensten in verband met computers, betrekking heeft op alle diensten in verband met computers. De technologische ontwikkeling heeft geleid tot een toename van het aanbod van deze diensten als een pakket verwante diensten die alle of een deel van de in lid 3 genoemde basisfuncties kunnen omvatten. Zo bestaan diensten als web- of domeinhosting, datamining en gridcomputing allemaal uit een combinatie van basisfuncties van diensten in verband met computers.
3.
Diensten in verband met computers omvatten, ook indien zij via een netwerk zoals internet worden verleend, alle diensten op een of meer van de volgende gebieden:
a)
advies, aanpassing, strategie, analyse, planning, specificatie, ontwerp, ontwikkeling, installatie, implementatie, integratie, testen, debuggen, updaten, ondersteuning, technische hulp of beheer van of voor computers of computersystemen;
b)
advies, strategie, analyse, planning, specificatie, ontwerp, ontwikkeling, installatie, implementatie, integratie, testen, debuggen, updaten, aanpassen, onderhoud, ondersteuning, technische hulp, beheer of gebruik van of voor computerprogramma's;
c)
de verwerking, opslag en hosting van gegevens of diensten in verband met databanken;
d)
onderhoud en reparatie van kantoormachines en toebehoren, met inbegrip van computers, en
e)
opleidingen voor het personeel van klanten in verband met computerprogramma's, computers of computersystemen die niet elders zijn ingedeeld.
4.
De partijen zijn zich ervan bewust dat diensten in verband met computers vaak het verlenen van andere diensten, elektronisch of anderszins, mogelijk maken. In dergelijke gevallen is het belangrijk onderscheid te maken tussen de dienst in verband met computers (bv. webhosting of applicatiehosting) en de andere dienst die door de dienst in verband met computers mogelijk wordt gemaakt. Ook al wordt die andere dienst mogelijk gemaakt door de dienst in verband met computers, toch valt deze niet onder CPC 84.
ONDERAFDELING 4
POSTDIENSTEN
ARTIKEL 8.22
Voorkoming van concurrentiebeperkende praktijken bij postdiensten
Elk van beide partijen neemt of handhaaft passende maatregelen om te voorkomen dat leveranciers van postdiensten, die, alleen of samen met anderen, grote leveranciers zijn op de relevante markt voor postdiensten, overgaan tot concurrentiebeperkende praktijken of deze voortzetten.
ARTIKEL 8.23
Onafhankelijkheid van regelgevende organen
Regelgevende organen zijn onafhankelijk van, en geen verantwoording verschuldigd aan, leveranciers van postdiensten. De besluiten die de regelgevende organen nemen en de procedures die zij toepassen, zijn voor alle marktdeelnemers gelijk.
ONDERAFDELING 5
TELECOMMUNICATIEDIENSTEN
ARTIKEL 8.24
Werkingssfeer
1.
Deze onderafdeling is van toepassing op maatregelen die de handel in telecommunicatiediensten beïnvloeden en bevat de beginselen van het regelgevingskader voor telecommunicatiediensten die overeenkomstig afdeling B tot en met afdeling D zijn geliberaliseerd.
2.
Deze onderafdeling is niet van toepassing op door een partij vastgestelde of gehandhaafde maatregelen met betrekking tot de verspreiding van radio- of televisieprogramma's via de kabel of door middel van rechtstreekse uitzending.
3.
Niets in deze onderafdeling wordt zodanig uitgelegd dat:
a)
een partij verplicht is om toe te staan dat een dienstverlener uit de andere partij andere dan de in haar Lijst van specifieke verbintenissen bedoelde telecommunicatienetwerken of -diensten opzet, aanlegt, verwerft, huurt, exploiteert of aanbiedt; of
b)
een partij verplicht is om telecommunicatienetwerken of -diensten op te zetten, aan te leggen, te verwerven, te huren, te exploiteren of aan te bieden, of verplicht is een dienstverlener te dwingen dat te doen, indien dergelijke netwerken of diensten niet worden aangeboden aan het algemene publiek.
4.
Elk van beide partijen legt de in artikel 8.26 (Toegang tot en gebruik van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten), artikel 8.28 (Interconnectie), artikel 8.29 (Interconnectie met grote leveranciers), artikel 8.30 (Gedrag van grote leveranciers), artikel 8.32 (Ontbundelde netwerkelementen), artikel 8.33 (Colocatie), artikel 8.34 (Wederverkoop), artikel 8.35 (Gedeeld gebruik van faciliteiten), artikel 8.36 (Terbeschikkingstelling van huurlijndiensten) en artikel 8.38 (Onderzeese kabelkopstations) bedoelde rechten en verplichtingen van dienstverleners op, handhaaft ze, wijzigt ze of trekt ze in op een wijze die strookt met haar interne recht en interne procedures ter regeling van de telecommunicatiemarkten. Voor de Unie omvatten die procedures de analyse door de regelgevende instanties van de Unie van de relevante markten voor producten en diensten als bedoeld in de desbetreffende wetgeving van de Unie, de aanwijzing van een dienstverlener als exploitant met aanmerkelijke marktmacht en het op die analyse gebaseerde besluit van de regelgevende instanties om die rechten en verplichtingen op te leggen, te handhaven, te wijzigen of in te trekken.
ARTIKEL 8.25
Definities
Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt verstaan onder:
a)
"omroepdienst": de ononderbroken transmissieketen, via de kabel of draadloos en ongeacht de locatie van de oorspronkelijke transmissie, die vereist is voor de ontvangst en/of de weergave van geluids- en/of visuele signalen voor programma's door het volledige of een deel van het publiek. Het begrip omvat niet de toeleveringskoppelingen tussen exploitanten;
b)
"eindgebruiker": een consument van een dienst of een dienstverlener aan wie een openbaar telecommunicatienetwerk ter beschikking wordt gesteld of een openbare telecommunicatiedienst wordt verleend voor andere doeleinden dan de verdere terbeschikkingstelling van een openbaar telecommunicatienetwerk of de verdere verlening van een openbare telecommunicatiedienst;
c)
"essentiële faciliteiten": faciliteiten in het kader van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst die:
i)
uitsluitend of voornamelijk ter beschikking worden gesteld door één of een beperkt aantal leveranciers, en
ii)
bij het verlenen van een dienst niet op haalbare wijze economisch of technisch kunnen worden vervangen;
d)
"interconnectie": de koppeling met leveranciers die openbare telecommunicatienetwerken of -diensten aanbieden zodat gebruikers van een leverancier kunnen communiceren met gebruikers van een andere leverancier en toegang krijgen tot door een andere leverancier geleverde diensten;
e)
"grote leverancier": een aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten die, wat prijs en aanbod betreft, de voorwaarden voor deelneming op de relevante markt voor openbare telecommunicatienetwerken of -diensten wezenlijk kan beïnvloeden ten gevolge van zijn:
i)
controle over essentiële faciliteiten; of
ii)
het gebruik van zijn marktpositie;
f)
"niet discriminerend": niet minder gunstig dan de behandeling die in vergelijkbare omstandigheden aan andere gebruikers van soortgelijke openbare telecommunicatienetwerken of -diensten wordt toegekend;
g)
"nummerportabiliteit": de mogelijkheid voor eindgebruikers van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten om op dezelfde locatie bestaande telefoonnummers te houden zonder dat de kwaliteit, de betrouwbaarheid of het gemak er onder lijdt wanneer wordt veranderd tussen vergelijkbare aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten;
h)
"openbaar telecommunicatienetwerk": een telecommunicatienetwerk ten aanzien waarvan een partij eist dat het tussen bepaalde eindpunten van een netwerk openbare telecommunicatiediensten aanbiedt;
i)
"openbare telecommunicatiedienst": elke telecommunicatiedienst ten aanzien waarvan een partij, uitdrukkelijk of feitelijk, eist dat deze aan het algemene publiek wordt aangeboden;
j)
"onderzees kabelkopstation": de gebouwen en terreinen waar internationale onderzeese kabels toekomen en verbonden zijn met backhaulverbindingen;
k)
"telecommunicatie": de transmissie en ontvangst van signalen via elektromagnetische middelen;
l)
"telecommunicatiediensten": alle diensten bestaande in de transmissie en ontvangst van elektromagnetische signalen, met uitzondering van de omroep en de economische activiteit bestaande in de levering van inhoud die voor het transport afhankelijk is van telecommunicatie; en
m)
"regelgevende instantie inzake telecommunicatie": de nationale instantie of instanties die belast is/zijn met de telecommunicatieregelgeving.
ARTIKEL 8.26
Toegang tot en gebruik van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten
1.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat alle dienstverleners uit de andere partij onder redelijke, niet-discriminerende en transparante voorwaarden, waaronder die van de leden 2 en 3, toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van de openbare telecommunicatienetwerken en -diensten, met inbegrip van particuliere huurlijnen, die op haar grondgebied of over haar grenzen heen worden aangeboden.
2.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat die dienstverleners:
a)
eind- of andere apparatuur die is verbonden met het openbare telecommunicatienetwerk mogen kopen of huren, en daaraan mogen koppelen;
b)
eigen of gehuurde particuliere lijnen mogen koppelen aan openbare telecommunicatienetwerken en -diensten op haar grondgebied of over haar grenzen heen, of aan eigen of gehuurde lijnen van een andere dienstverlener; en
c)
exploitatieprotocollen van hun keuze mogen gebruiken, andere dan die welke noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de telecommunicatienetwerken en -diensten beschikbaar zijn voor het algemene publiek.
3.
Elk van beide partijen ziet erop toe alle dienstverleners uit de andere partij openbare telecommunicatienetwerken en -diensten kunnen gebruiken voor het verkeer van informatie op haar grondgebied en over haar grenzen heen, daarbij inbegrepen de interne bedrijfscommunicatie van deze dienstverleners, en voor toegang tot informatie in gegevensbestanden of tot informatie die op andere wijze in machine-leesbare vorm is opgeslagen op het grondgebied van een der partijen. Alle nieuwe of gewijzigde maatregelen van een partij die ingrijpende consequenties hebben voor dit gebruik worden aan de andere partij ter kennis gebracht en vormen het voorwerp van overleg.
ARTIKEL 8.27
Vertrouwelijke informatie
Elk van beide partijen waarborgt het vertrouwelijke karakter van het telecommunicatieverkeer dat via een openbaar telecommunicatienetwerk of via een openbare telecommunicatiedienst plaatsvindt, alsmede van de gegevens over dat verkeer, zonder daardoor de handel in diensten te beperken.
ARTIKEL 8.28
Interconnectie
1.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat iedere dienstverlener die een vergunning heeft voor het aanbieden van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten, het recht en de verplichting heeft om met andere aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten te onderhandelen over interconnectie. Afspraken over interconnectie worden gemaakt op basis van commerciële onderhandelingen tussen de betrokken partijen.
2.
De regelgevende instanties zien erop toe dat aanbieders die tijdens onderhandelingen over interconnectieregelingen informatie van een andere onderneming ontvangen, die informatie uitsluitend gebruiken voor het doel waarvoor die werd verstrekt en dat zij de vertrouwelijkheid van de verstrekte of opgeslagen informatie te allen tijde respecteren.
ARTIKEL 8.29
Interconnectie met grote leveranciers
1.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat elke grote leverancier op haar grondgebied interconnectie van de voorzieningen en de uitrusting van de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten uit de andere partij mogelijk maakt op elk technisch haalbaar punt in het netwerk van de grote leverancier. Deze interconnectie moet worden geleverd:
a)
op niet-discriminerende voorwaarden (inclusief technische normen en specificaties) en tegen niet-discriminerende tarieven, en met een kwaliteit die niet lager is dan die welke wordt geboden voor de eigen soortgelijke diensten van die grote leverancier of voor soortgelijke diensten van niet-verbonden aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten, of voor soortgelijke diensten van dochterondernemingen of andere verbonden ondernemingen;
b)
binnen een redelijke termijn, op voorwaarden (inclusief technische normen en specificaties) en tegen op de kosten gebaseerde tarieven die transparant, economisch redelijk en voldoende gescheiden zijn, zodat de leverancier niet behoeft te betalen voor netwerkonderdelen en -faciliteiten die hij voor de levering van zijn diensten niet nodig heeft; en
c)
op verzoek, via extra aansluitpunten, in aanvulling op de aan de meeste aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten aangeboden netwerkaansluitpunten, tegen een vergoeding die gebaseerd is op de kosten voor het aanleggen van de noodzakelijke aanvullende faciliteiten.
2.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat grote leveranciers op haar grondgebied hun interconnectieovereenkomsten of een referentieofferte voor interconnectie algemeen bekend maken.
3.
De procedures voor interconnectie met een grote leverancier worden algemeen bekendgemaakt.
4.
Wanneer aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten geen oplossing vinden voor geschillen over de voorwaarden en tarieven voor de interconnectie door een grote leverancier, doen zij een beroep op de regelgevende instantie, die ernaar streeft het geschil zo snel mogelijk en in ieder geval binnen 180 dagen na het verzoek te beslechten, met dien verstande dat de oplossing van complexe geschillen meer dan 180 dagen kan vergen.
ARTIKEL 8.30
Gedrag van grote leveranciers
1.
Elk van beide partijen kan grote leveranciers met betrekking tot interconnectie en/of toegang discriminatieverboden opleggen.
2.
Discriminatieverboden moeten er in het bijzonder voor zorgen dat de grote leverancier ten aanzien van andere leveranciers die gelijkwaardige diensten aanbieden onder gelijkwaardige omstandigheden gelijkwaardige voorwaarden toepast, en aan anderen diensten en informatie aanbiedt onder dezelfde voorwaarden en van dezelfde kwaliteit als die welke hij zijn eigen diensten of diensten van zijn dochterondernemingen of partners biedt.
ARTIKEL 8.31
Concurrentiewaarborgen ten aanzien van grote leveranciers
Elk van beide partijen neemt of handhaaft passende maatregelen om te voorkomen dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten, die, alleen of samen met anderen, grote leveranciers zijn op haar grondgebied overgaan tot concurrentiebeperkende praktijken of deze voortzetten. In dit verband wordt onder concurrentiebeperkende praktijken met name het volgende verstaan:
a)
het op concurrentiebeperkende wijze toepassen van kruissubsidiëring of het uithollen van de marges van concurrenten;
b)
het op concurrentiebeperkende wijze gebruiken van informatie van concurrenten;
c)
het niet tijdig aan de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten beschikbaar stellen van technische informatie over essentiële faciliteiten en van commercieel relevante informatie die voor het leveren van openbare telecommunicatiediensten noodzakelijk is voor hen;
d)
het aanrekenen van diensten op een wijze die waarschijnlijk op onredelijke wijze de mededinging beperkt, zoals de toepassing van afbraakprijzen.
ARTIKEL 8.32
Ontbundelde netwerkelementen
1.
Elk van beide partijen verplicht grote leveranciers om tijdig en op voorwaarden die redelijk, transparant en niet-discriminerend zijn te voldoen aan redelijke verzoeken om toegang tot en gebruikmaking van bepaalde netwerkonderdelen en bijbehorende faciliteiten op elk technisch haalbaar punt, op ontbundelde basis, en in het bijzonder:
a)
om toegang te geven tot bepaalde netwerkelementen en/of faciliteiten, met inbegrip van toegang tot netwerkelementen die niet actief zijn en/of ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk, onder meer om aanbiedingen tot wederverkoop van abonneelijnen mogelijk te maken;
b)
om open toegang te verlenen tot technische interfaces, protocollen of andere kerntechnologieën die onmisbaar zijn voor de interoperabiliteit van diensten of virtuele netwerkdiensten;
c)
om colocatie aan te bieden; en
d)
om diensten aan te bieden die nodig zijn voor de interoperabiliteit van aan gebruikers verleende eind-tot-eind-diensten.
2.
Wanneer een partij de in lid 1 bedoelde verplichtingen in overweging neemt, kan zij onder meer rekening houden met de volgende factoren:
a)
de technische en economische levensvatbaarheid van het gebruik of de installatie van concurrerende faciliteiten, rekening houdend met de aard van en het soort interconnectie en/of toegang, inclusief de levensvatbaarheid van andere toeleveringstoegangsproducten, zoals de toegang tot kabelgoten;
b)
de haalbaarheid van de voorgestelde toegangverlening, rekening houdend met de beschikbare capaciteit;
c)
de door de eigenaar van de faciliteit verrichte initiële investering, rekening houdend met de aan de investering verbonden risico's; en
d)
de noodzaak om een daadwerkelijke en duurzame mededinging te waarborgen.
ARTIKEL 8.33
Colocatie
1.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat grote leveranciers op haar grondgebied aan aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten uit de andere partij tijdig en op redelijke en niet-discriminerende voorwaarden fysieke colocatie aanbieden van materiaal dat noodzakelijk is voor de interconnectie of de toegang tot ontbundelde netwerkelementen.
2.
Elk van beide partijen kan overeenkomstig haar interne wetgeving bepalen op welke locaties grote leveranciers op haar grondgebied colocatie uit hoofde van lid 1 moeten aanbieden.
ARTIKEL 8.34
Wederverkoop
Elk van beide partijen ziet erop toe dat grote leveranciers op haar grondgebied overeenkomstig de bepalingen van deze onderafdeling en in het bijzonder artikel 8.32 (Ontbundelde netwerkelementen) aan aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten uit de andere partij met het oog op wederverkoop openbare telecommunicatiediensten aanbieden die deze grote leveranciers in de detailhandel verstrekken aan de eindgebruikers.
ARTIKEL 8.35
Gedeeld gebruik van faciliteiten
1.
Elk van beide partijen kan, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, elke grote leverancier die het recht heeft om faciliteiten te installeren op, over of onder openbaar of particulier eigendom, verplichten om het gebruik van die faciliteiten of eigendommen, zoals gebouwen, toegangen tot gebouwen, bekabeling van gebouwen, masten, antennes, torens en andere dragende constructies, masten, kabelgoten, leidingen, mangaten en kasten, te delen.
2.
Elk van beide partijen kan overeenkomstig haar interne wetgeving bepalen tot welke faciliteiten grote leveranciers op haar grondgebied overeenkomstig lid 1 toegang moeten verlenen op grond van het feit dat die installaties niet op economisch of technisch haalbare wijze kunnen worden vervangen met het oog op het verlenen van een concurrerende dienst.
ARTIKEL 8.36
Terbeschikkingstelling van huurlijndiensten
Elk van beide partijen ziet erop toe dat grote leveranciers van huurlijndiensten op haar grondgebied rechtspersonen uit de andere partij tijdig en op redelijke, niet-discriminerende en transparante voorwaarden huurlijndiensten aanbieden die openbare telecommunicatiediensten zijn.
ARTIKEL 8.37
Nummerportabiliteit
Elk van beide partijen ziet erop toe dat, voor zover dat technisch haalbaar is, aanbieders van openbare telecommunicatiediensten op haar grondgebied voor die door die partij aangewezen diensten tijdig en op redelijke voorwaarden nummerportabiliteit aanbieden.
ARTIKEL 8.38
Onderzeese kabelkopstations
Elk van beide partijen waarborgt op redelijke, niet-discriminerende en transparante voorwaarden de toegang tot onderzeese kabelsystemen, met inbegrip van de kopstations, op haar grondgebied, indien een leverancier een vergunning heeft om als een openbare telecommunicatiedienst een onderzees kabelsysteem te exploiteren.
ARTIKEL 8.39
Onafhankelijke regelgevende instantie
1.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat haar regelgevende instantie inzake telecommunicatie onafhankelijk is van en geen verantwoording verschuldigd is aan een aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten of telecommunicatieapparatuur. Met het oog daarop ziet elk van beide partijen erop toe dat haar regelgevende instantie inzake telecommunicatie geen financiële belangen heeft in of zeggenschap heeft over een dergelijke aanbieder.
2.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat de besluiten en procedures van haar toezichthoudende instanties inzake telecommunicatie eerlijk en onpartijdig zijn ten aanzien van alle marktdeelnemers en dat zij zonder onnodige vertraging worden genomen en uitgevoerd. Met het oog daarop ziet elk van beide partijen erop toe dat eventuele financiële belangen in een aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten de besluiten en procedures van haar regelgevende instantie inzake telecommunicatie niet beïnvloeden.
3.
De bevoegdheden van de regelgevende instanties worden op transparante wijze uitgeoefend overeenkomstig het toepasselijke interne recht.
4.
De regelgevende instanties hebben de bevoegdheid om ervoor te zorgen dat de aanbieders van telecommunicatienetwerken en -diensten op hun respectieve grondgebied hun op verzoek onverwijld alle informatie, met inbegrip van financiële informatie, verstrekken die voor de regelgevende instanties noodzakelijk is om hun taken uit te voeren overeenkomstig het bepaalde in deze onderafdeling. De gevraagde informatie is redelijk evenredig met de uitvoering van de taken van de regelgevende instanties en wordt behandeld met inachtneming van de vereisten van vertrouwelijkheid.
5.
De regelgevende instantie heeft voldoende bevoegdheden om de sector te reguleren. De taken van een regelgevende instantie worden duidelijk en in een gemakkelijk toegankelijke vorm bekendgemaakt, in het bijzonder wanneer meer dan één instantie met die taken belast is.
ARTIKEL 8.40
Universele dienst
1.
Elk van beide partijen heeft het recht vast te stellen welke universeledienstverplichtingen zij wenst te handhaven.
2.
Dergelijke verplichtingen worden niet per se in strijd met de mededinging geacht, mits zij op een transparante, objectieve, niet-discriminerende en uit mededingingsoogpunt neutrale wijze worden uitgevoerd en voor de door de partij vastgestelde soort universele dienst geen grotere last vertegenwoordigen dan noodzakelijk is.
3.
Wanneer een partij voorschrijft dat een aanbieder van telecommunicatiediensten abonneelijsten verstrekt, ziet zij erop toe dat de aanbieder bij de behandeling van hem door andere aanbieders van dergelijke telecommunicatiediensten verstrekte informatie het beginsel van non-discriminatie toepast.
ARTIKEL 8.41
Vergunning voor telecommunicatiediensten
1.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat de vergunningsprocedures zo eenvoudig mogelijk zijn en de verlening van de dienst niet onnodig bemoeilijken of vertragen.
2.
Wanneer een partij voor aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten een vergunning voorschrijft, maakt zij het volgende bekend:
a)
alle door haar gehanteerde criteria, voorwaarden en procedures voor de vergunning; en
b)
de redelijke termijn die normaliter nodig is om een besluit over een vergunningsaanvraag te nemen.
3.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat een aanvrager op verzoek schriftelijk de redenen voor de afwijzing van zijn vergunningsaanvraag ontvangt.
4.
De aanvrager van een vergunning kan zich tot een beroepsinstantie wenden indien een vergunning ten onrechte is geweigerd.
5.
Voor de vergunning verschuldigde vergoedingen die de aanvragers in verband met hun aanvraag moeten betalen, moeten redelijk zijn en mogen als zodanig de verlening van de dienst niet beperken.
ARTIKEL 8.42
Toewijzing en gebruik van schaarse middelen
1.
Elke procedure voor de toewijzing en het gebruik van schaarse middelen, zoals frequenties, nummers en doorgangsrechten, wordt tijdig en op objectieve, transparante en niet-discriminerende wijze toegepast. De stand van zaken met betrekking tot toegewezen frequentiebanden wordt algemeen bekendgemaakt, maar een gedetailleerde vermelding van de frequenties die voor specifiek gebruik door de overheid zijn toegewezen, is niet vereist.
2.
De partijen zijn het erover eens dat besluiten betreffende de toewijzing en aanwijzing van het spectrum- en frequentiebeheer geen besluiten zijn die als zodanig onverenigbaar zijn met artikel 8.5 (Markttoegang) en artikel 8.10 (Markttoegang). Derhalve behoudt elk van beide partijen het recht haar beleid inzake spectrum- en frequentiebeheer uit te voeren, hetgeen van invloed kan zijn op het aantal aanbieders van openbare telecommunicatiediensten, mits dit geschiedt op een wijze die in overeenstemming is met dit hoofdstuk. De partijen behouden ook het recht om frequentiebanden toe te wijzen, rekening houdend met de bestaande en toekomstige behoeften.
ARTIKEL 8.43
Handhaving
1.
Iedere partij ziet erop toe dat haar toezichthoudende instantie inzake telecommunicatie passende procedures toepast en het gezag heeft om interne maatregelen in verband met de verplichtingen uit hoofde van deze onderafdeling te handhaven. Die procedures en dat gezag omvatten het vermogen om tijdige, evenredige en doeltreffende sancties op te leggen, of vergunningen te wijzigen, te schorsen of in te trekken.
2.
Wanneer een grote leverancier weigert de rechten en verplichtingen die zijn vastgesteld in artikel 8.29 (Interconnectie met grote leveranciers), artikel 8.30 (Gedrag van grote leveranciers), artikel 8.31 (Concurrentiewaarborgen ten aanzien van grote leveranciers), artikel 8.32 (Ontbundelde netwerkelementen), artikel 8.33 (Colocatie), artikel 8.34 (Wederverkoop), artikel 8.35 (Gedeeld gebruik van faciliteiten) en artikel 8.36 (Terbeschikkingstelling van huurlijndiensten) weigert na te komen, kan de verzoekende dienstverlener verzoeken om een interventie van de toezichthoudende instantie die, overeenkomstig het interne recht, zo snel mogelijk en in elk geval binnen een redelijke termijn een bindend besluit neemt.
ARTIKEL 8.44
Beslechting van telecommunicatiegeschillen
1.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of diensten uit de andere partij zich tijdig tot een regelgevende instantie inzake telecommunicatie of een andere relevante instantie kunnen wenden om een oplossing te vinden voor geschillen die ontstaan in het kader van de in deze onderafdeling bedoelde interne maatregelen.
2.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of diensten uit de andere partij die getroffen worden door een besluit van haar regelgevende instantie inzake telecommunicatie tegen dat besluit beroep kan instellen bij een rechterlijke of administratieve instantie die onafhankelijk is van de betrokken partijen.
3.
Wanneer de beroepsinstantie geen rechtbank is, motiveert zij haar besluit schriftelijk en kunnen haar beslissingen door een onpartijdige en onafhankelijke gerechtelijke instantie worden getoetst.
4.
Besluiten van beroepsinstanties worden door de betrokken partijen daadwerkelijk ten uitvoer gelegd overeenkomstig hun interne wetgeving en interne procedures. Een beroep is geen reden om het besluit van de regelgevende instantie niet uit te voeren, tenzij een bevoegde autoriteit dat besluit schorst.
ARTIKEL 8.45
Transparantie
Wanneer regelgevende instanties maatregelen willen nemen die verband houden met de bepalingen van deze onderafdeling, stellen zij de belanghebbenden in de gelegenheid binnen een redelijke termijn overeenkomstig het interne recht opmerkingen te maken over de ontwerpmaatregel. De regelgevende instanties maken hun raadplegingsgprocedures voor dergelijke ontwerpmaatregelen algemeen bekend. De resultaten van de raadplegingsprocedure worden door de regelgevende instantie ter beschikking van het publiek gesteld, tenzij het gaat om informatie die volgens het interne recht betreffende zakengeheimen vertrouwelijk is.
ARTIKEL 8.46
Flexibiliteit bij de keuze van technologieën
Een partij ontneemt aanbieders van openbare telecommunicatiediensten niet de mogelijkheid om te kiezen welke technologieën zij gebruiken om hun diensten aan te bieden, onverminderd de mogelijkheid voor elk van beide partijen om maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de eindgebruikers van verschillende netwerken met elkaar kunnen communiceren.
ARTIKEL 8.47
Verband met andere onderafdelingen, afdelingen en hoofdstukken
In geval de bepalingen van deze onderafdeling in strijd zijn met die van een andere onderafdeling, een afdeling van dit hoofdstuk of een ander hoofdstuk, heeft deze onderafdeling voorrang op de daarmee strijdige bepalingen.
ARTIKEL 8.48
Samenwerking
1.
Gelet op de snelle ontwikkeling van de telecommunicatie- en informatietechnologie-industrie in de interne en internationale context, werken de partijen samen om de ontwikkeling van dergelijke diensten te bevorderen zodat de partijen maximaal voordeel kunnen halen uit het gebruik van telecommunicatie- en informatietechnologie.
2.
De samenwerking kan onder meer betrekking hebben op de volgende gebieden:
a)
gedachtewisselingen over beleidskwesties zoals het regelgevingskader voor supersnelle breedbandnetwerken en de verlaging van de tarieven voor internationale roaming; en
b)
de bevordering van het gebruik door consumenten, de particuliere en de overheidssector van telecommunicatie- en informatietechnologiediensten, met inbegrip van nieuwe diensten.
3.
De samenwerking kan onder meer de volgende vormen aannemen:
a)
bevordering van de dialoog over beleidskwesties;
b)
verbetering van de samenwerking in internationale fora inzake telecommunicatie- en informatietechnologie; en
c)
andere vormen van samenwerking.
ONDERAFDELING 6
FINANCIËLE DIENSTEN
ARTIKEL 8.49
Toepassingsgebied en definities
1.
Deze onderafdeling bevat de beginselen van het regelgevingskader voor alle financiële diensten die zijn geliberaliseerd overeenkomstig afdeling B (Grensoverschrijdende dienstverlening), afdeling C (Vestiging) en afdeling D (Tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken).
2.
Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt verstaan onder:
a)
"financiële dienst": elke dienst van financiële aard, met inbegrip van een dienst ter aanvulling of ondersteuning van een dienst van financiële aard, aangeboden door een verlener van financiële diensten uit een partij. Financiële diensten omvatten de volgende activiteiten:
i)
verzekeringen en aanverwante diensten:
1)
directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering):
aa)
levensverzekering;
bb)
schadeverzekering;
2)
herverzekering en retrocessie;
3)
verzekeringsbemiddeling, zoals makelaars en agentschappen, en
4)
ondersteunende diensten in de verzekeringssector, zoals adviesverstrekking, actuariaat, risicobeoordeling en regeling van schade-eisen;
en
ii)
bankdiensten en andere financiële diensten (behalve verzekeringen):
1)
aanvaarding van deposito's en andere terugbetaalbare fondsen van het publiek;
2)
alle soorten leningen, waaronder consumentenkrediet en hypotheken, factoring en financiering van commerciële transacties;
3)
financiële leasing;
4)
alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, waaronder krediet-, betaal- en debetkaarten, reischeques en bankwissels;
5)
verlenen van garanties en stellen van borgtochten;
6)
transacties voor eigen rekening of voor rekening van cliënten, op de beurs of op de onderhandse markt of anderszins, ten aanzien van:
aa)
geldmarktinstrumenten (met inbegrip van cheques, effecten en depositocertificaten);
bb)
deviezen;
cc)
derivaten, met inbegrip van termijninstrumenten en opties;
dd)
wisselkoers- en rentetariefinstrumenten, waaronder producten als swaps en rentetermijncontracten;
ee)
verhandelbare effecten;
ff)
andere verhandelbare stukken en financiële activa, met inbegrip van ongemunt goud en zilver;
7)
deelneming in de uitgifte van alle soorten effecten, met inbegrip van garantieverlening en plaatsing in de hoedanigheid van agent (openbaar dan wel particulier) en verlening van diensten in verband met deze uitgiften;
8)
financiële bemiddeling;
9)
beheer van activa, zoals beheer van contanten of portefeuillebeheer, alle vormen van beheer van collectieve investeringen, beheer van pensioenfondsen, diensten aangaande bewaarneming, depositodiensten en fiduciaire diensten;
10)
betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa, met inbegrip van effecten, derivaten en andere verhandelbare instrumenten;
11)
verstrekking en doorgifte van financiële informatie, verwerking van financiële gegevens en bijbehorende software door verleners van andere financiële diensten; en
12)
advies- en bemiddelingsdiensten en andere ondersteunende financiële diensten voor alle onder 1 tot en met 11 vermelde activiteiten, met inbegrip van kredietonderzoek en -analyse, onderzoek en advies aangaande investeringen en beleggingen, advies over overnames, bedrijfsreorganisaties en -strategieën;
b)
"verlener van financiële diensten": een natuurlijk persoon of rechtspersoon uit een partij die op het grondgebied van die partij financiële diensten verleent of dat wil doen. De term "verlener van financiële diensten" omvat geen overheidsinstanties;
c)
"nieuwe financiële dienst": een dienst van financiële aard, met inbegrip van diensten in verband met bestaande of nieuwe producten of de wijze waarop een product wordt geleverd, die niet wordt verleend door verleners van financiële diensten op het grondgebied van een partij, doch die op het grondgebied van de andere partij wordt verleend.
d)
"overheidsinstantie":
i)
een overheid, centrale bank of monetaire autoriteit van een partij, of een instantie die eigendom is van een partij of onder zeggenschap staat van een partij en die zich in hoofdzaak bezighoudt met de uitvoering van overheidstaken of activiteiten voor overheidsdoeleinden, met uitzondering van instanties die zich in hoofdzaak bezighouden met het verlenen van financiële diensten op commerciële basis, of
ii)
een particuliere instantie, wanneer deze taken vervult die normalerwijze door een centrale bank of monetaire autoriteit worden vervuld; en
e)
"zelfregulerende organisatie": alle niet-gouvernementele organen, met inbegrip van effecten- of termijnbeurzen of effecten- of termijnmarkten, verrekenkantoren, andere organisaties of verenigingen die op grond van de wetgeving of een delegatie van de centrale, regionale of lokale overheden of autoriteiten een regulerende of toezichthoudende bevoegdheid hebben ten aanzien van verleners van financiële diensten.
ARTIKEL 8.50
Prudentiële uitzonderingsbepaling
1.
Niets in deze overeenkomst mag op zodanige wijze worden geïnterpreteerd dat een partij wordt belet redelijke maatregelen vast te stellen of te handhaven om prudentiële redenen, waaronder:
a)
de bescherming van investeerders, spaarders, polishouders of personen aan wie een verlener van financiële diensten een fiduciair recht verschuldigd is;
b)
het handhaven van de veiligheid, de solvabiliteit, de integriteit of de financiële aansprakelijkheid van financiële dienstverleners; of
c)
het verzekeren van de integriteit en de stabiliteit van het financiële stelsel van de partij.
2.
Deze maatregelen zijn niet belastender dan noodzakelijk is voor het bereiken van hun doel en vormen geen middel tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie van verleners van financiële diensten uit de andere partij in vergelijking met de verleners van financiële diensten van de partij in kwestie, noch een verkapte beperking van de handel in diensten.
3.
Niets in deze overeenkomst mag op zodanige wijze worden geïnterpreteerd dat het een partij verplicht tot het verstrekken van informatie betreffende de zaken en de rekeningen van individuele consumenten, dan wel vertrouwelijke of gepatenteerde informatie die in het bezit is van openbare entiteiten.
4.
Elk van beide partijen stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat de door het Bazels Comité vastgestelde "Kernbeginselen voor een effectief bankentoezicht", de normen en beginselen van de Internationale vereniging van verzekeringstoezichthouders en de door de Internationale organisatie van effectentoezichthouders vastgestelde "Doelstellingen en beginselen van de regulering van het effectenbedrijf" en de internationaal overeengekomen standaard voor transparantie en informatie-uitwisseling voor belastingdoeleinden zoals vastgesteld in het OESO-Modelverdrag van 2008 inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen, op haar grondgebied worden geïmplementeerd en toegepast.
5.
Onverminderd artikel 8.6 (Nationale behandeling) en andere prudentiële regelgeving inzake grensoverschrijdende financiële dienstverlening, kan een partij de registratie of machtiging van verleners van grensoverschrijdende financiële diensten uit de andere partij en van financiële instrumenten verlangen.
ARTIKEL 8.51
Zelfregulerende organisaties
Wanneer een partij van verleners van financiële diensten uit de andere partij voor het verlenen van financiële diensten op of naar haar grondgebied het lidmaatschap van of de deelneming in, dan wel de toegang tot een zelfregulerende organisatie vereist, waarborgt zij dat deze zelfregulerende organisatie de verplichtingen uit hoofde van artikel 8.6 (Nationale behandeling) en artikel 8.11 (Nationale behandeling) nakomt.
ARTIKEL 8.52
Betalings- en clearingsystemen
Voor zover de toegangscriteria van elk van beide partijen dat toestaan, verleent elk van beide partijen onder de voorwaarden voor toekenning van nationale behandeling aan op haar grondgebied gevestigde verleners van financiële diensten uit de andere partij die naar haar interne recht als verlener van financiële diensten worden gereguleerd of onder toezicht staan, toegang tot de door overheidsinstanties geëxploiteerde betalings- en clearingsystemen, alsmede tot voor de normale bedrijsfsvoering beschikbare officiële financierings- en herfinancieringsfaciliteiten. Dit artikel beoogt niet toegang te verschaffen tot de faciliteiten van kredietverstrekker in laatste instantie van een partij.
ARTIKEL 8.53
Nieuwe financiële diensten
Elk van beide partijen staat een verlener van financiële diensten uit de andere partij toe de nieuwe financiële diensten te verlenen die zij haar eigen verleners van financiële diensten zou toestaan te verlenen, zonder dat daarvoor aanvullende wetgevende maatregelen van de eerste partij vereist zijn. Een partij kan de institutionele en rechtsvorm vaststellen waarin de nieuwe financiële dienst kan worden verleend en de verlening daarvan aan een vergunningsplicht onderwerpen. Wanneer die partij voor de nieuwe financiële dienst een vergunning vereist, wordt hierover binnen een redelijke termijn een besluit genomen en kan de vergunning uitsluitend worden geweigerd om prudentiële redenen overeenkomstig artikel 8.50 (Prudentiële uitzonderingsbepaling).
ARTIKEL 8.54
Gegevensverwerking
1.
Mits de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid op passende wijze worden gewaarborgd, staat elk van beide partijen op haar grondgebied gevestigde verleners van financiële diensten uit de andere partij toe om informatie in elektronische of andere vorm van en naar haar grondgebied te verzenden ten behoeve van gegevensverwerking, wanneer die gegevensverwerking noodzakelijk is voor de normale bedrijfsvoering van een verlener van financiële diensten.
2.
Elk van beide partijen creëert of handhaaft passende waarborgen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens, met inbegrip van persoonlijke dossiers en rekeningen, zolang deze waarborgen niet worden gebruikt om de bepalingen van deze overeenkomst te omzeilen.
ARTIKEL 8.55
Specifieke uitzonderingen
1.
Geen enkele bepaling van dit hoofdstuk kan zodanig worden uitgelegd dat zij voor een partij, met inbegrip van haar overheidsinstanties, een beletsel vormt om op haar grondgebied exclusief activiteiten uit te voeren of diensten te verlenen in het kader van een pensioenregeling van de overheid of een wettelijk stelsel van sociale zekerheid, tenzij verleners van financiële diensten deze activiteiten krachtens de interne regelgeving van die partij in concurrentie met overheidsinstanties of particuliere instellingen kunnen aanbieden.
2.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst is van toepassing op de activiteiten van een centrale bank of een monetaire autoriteit of van enige andere overheidsinstantie die bevoegd is voor het monetaire beleid of het wisselkoersbeleid.
3.
Geen enkele bepaling van dit hoofdstuk kan zodanig worden uitgelegd dat zij voor een partij, met inbegrip van haar overheidsinstanties, een beletsel vormt om op haar grondgebied uitsluitend activiteiten uit te voeren of diensten te verlenen voor rekening van of met garantiestelling door of gebruikmaking van de financiële middelen van de partij of haar overheidsinstanties, tenzij verleners van financiële diensten deze activiteiten krachtens de interne regelgeving van die partij in concurrentie met overheidsinstanties of particuliere instellingen kunnen aanbieden.
ONDERAFDELING 7
INTERNATIONAAL ZEEVERVOER
ARTIKEL 8.56
Toepassingsgebied, definities en beginselen
1.
Deze onderafdeling bevat de beginselen inzake de liberalisering van de diensten inzake internationaal zeevervoer overeenkomstig afdeling B (Grensoverschrijdende dienstverlening), afdeling C (Vestiging) en afdeling D (Tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken).
2.
Voor de toepassing van deze onderafdeling omvat "internationaal zeevervoer" ook vervoer van deur tot deur en multimodaal vervoer, zijnde het vervoer van goederen met behulp van meer dan een wijze van vervoer, waaronder ook vervoer over zee, met een enkel vervoersdocument, en in verband daarmee ook het recht rechtstreeks met dienstverleners voor andere wijzen van vervoer contracten te sluiten.
3.
Aangaande het internationale zeevervoer komen de partijen overeen dat zij zullen zorgen voor de effectieve toepassing van de beginselen van onbeperkte toegang tot lading op commerciële basis, van het vrij verrichten van diensten op het gebied van het internationale zeevervoer, en van nationale behandeling bij de levering van deze diensten.
Gezien het huidige niveau van de liberalisering tussen de partijen op het gebied van het internationale zeevervoer:
a)
passen de partijen het beginsel van onbeperkte toegang tot de markten voor internationaal zeevervoer en routes op commerciële en niet-discriminerende grondslag toe, en
b)
kent elk van beide partijen aan vaartuigen die de vlag voeren van de andere partij of worden geëxploiteerd door dienstverleners uit de andere partij, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan de beste van die welke zij aan haar eigen vaartuigen of aan vaartuigen van enig derde land toekent voor, onder meer, de toegang tot havens, het gebruik van infrastructuur en ondersteunende havendiensten voor zeevervoer, evenals de daarmee verband houdende vergoedingen en heffingen, douanediensten en de toegang tot aanlegplaatsen en laad- en losinstallaties.
4.
Bij de toepassing van deze beginselen:
a)
nemen de partijen in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen geen vrachtverdelingsregelingen op met betrekking tot zeevervoerdiensten, met inbegrip van het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen en het lijnverkeer, en beëindigen zij binnen een redelijke termijn dergelijke vrachtverdelingsregelingen wanneer deze in eerdere overeenkomsten voorkomen, en
b)
heffen de partijen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst alle unilaterale maatregelen en administratieve, technische en andere belemmeringen op die een verkapte beperking kunnen zijn van of een discriminatoir effect kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationale zeevervoer, en zien zij af van de invoering ervan.
5.
Elk van beide partijen staat toe dat de verleners van diensten inzake internationaal zeevervoer uit de andere partij op haar grondgebied een vestiging hebben onder voorwaarden van vestiging en activiteit die stroken met de voorwaarden in haar Lijst van specifieke verbintenissen.
6.
De partijen staan verleners van diensten inzake internationaal zeevervoer uit de andere Partij op redelijke en niet-discriminerende voorwaarden toe gebruik te maken van de volgende havendiensten:
a)
loodsen;
b)
hulp van duw- en sleepboten;
c)
bevoorrading;
d)
levering van brandstof en water;
e)
ophalen en verwerking van afval;
f)
kapiteinsdiensten;
g)
navigatiehulp, en
h)
diensten vanaf de wal die essentieel zijn voor het functioneren van een schip, waaronder communicatie, levering van water en elektriciteit, faciliteiten voor noodreparaties, verankering en aan- en afmeren.
Afdeling F
ELEKTRONISCHE HANDEL
ARTIKEL 8.57
Doelstellingen
1.
De partijen erkennen dat de elektronische handel de handelsmogelijkheden in vele sectoren verruimt en zijn het erover eens dat het belangrijk is het gebruik en de ontwikkeling daarvan te bevorderen en de WTO-regels erop toe te passen.
2.
De partijen komen overeen de ontwikkeling van hun onderlinge elektronische handel te bevorderen, met name door samenwerking bij kwesties die in het kader van de bepalingen van dit hoofdstuk door elektronische handel worden opgeworpen. In dat verband moeten beide partijen vermijden onnodige regelgeving of beperkingen met betrekking tot de elektronische handel op te leggen.
3.
De partijen erkennen het belang van de vrije informatiestroom op internet, maar zijn het erover eens dat dit geen afbreuk mag doen aan de rechten van houders van intellectuele-eigendomsrechten, gelet op het belang van de bescherming van de intellectuele eigendom op internet.
4.
De partijen zijn het erover eens dat de ontwikkeling van de elektronische handel volledig in overeenstemming moet zijn met de internationale normen inzake gegevensbescherming, teneinde ervoor te zorgen dat de gebruikers vertrouwen in de elektronische handel hebben.
ARTIKEL 8.58
Douanerechten
De partijen heffen geen douanerechten op elektronische berichten.
ARTIKEL 8.59
Elektronische dienstverlening
Voor alle duidelijkheid bevestigen de partijen dat maatregelen in verband met de verlening van een dienst door middel van elektronische middelen vallen binnen de werkingssfeer van de verplichtingen die zijn opgenomen in de desbetreffende bepalingen van dit hoofdstuk, onder voorbehoud van de uitzonderingen die op dergelijke verplichtingen van toepassing zijn.
ARTIKEL 8.60
Elektronische handtekeningen
1.
De partijen doen het nodige om een beter inzicht in elkaars kader inzake elektronische handtekeningen te vergemakkelijken, en om, onverminderd de desbetreffende nationale omstandigheden en regelgeving, te onderzoeken of een toekomstige overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van elektronische handtekeningen haalbaar is.
2.
Teneinde de doelstellingen van lid 1 te bereiken:
a)
vergemakkelijken de partijen in de mate van het mogelijke de vertegenwoordiging van de andere partij op fora die hun eigen bevoegde instanties inzake elektronische handtekeningen formeel of informeel organiseren, door de andere partij toe te staan haar kader inzake elektronische handtekeningen voor te stellen;
b)
moedigen de partijen in de mate van het mogelijke aan dat standpunten inzake elektronische handtekeningen worden uitgewisseld via seminars en vergaderingen van deskundigen op gebieden als veiligheid en interoperabiliteit, en
c)
dragen de partijen door het ter beschikking stellen van relevante informatie in de mate van het mogelijke bij aan de inspanningen van de andere partij om haar eigen kader te onderzoeken en te analyseren.
ARTIKEL 8.61
Samenwerking inzake regelgeving op het gebied van elektronische handel
1.
De partijen onderhouden een dialoog over regelgevingskwesties in verband met de elektronische handel, onder meer over:
a)
de erkenning van aan het publiek afgegeven certificaten voor elektronische handtekeningen en de bevordering van grensoverschrijdende certificeringsdiensten;
b)
de aansprakelijkheid van intermediairs bij de doorgifte of opslag van informatie;
c)
de behandeling van ongevraagde elektronische commerciële communicatie;
d)
de bescherming van de consument; en
e)
andere kwesties die van belang zijn voor de ontwikkeling van de elektronische handel.
2.
Die samenwerking kan de vorm aannemen van uitwisseling van informatie over de respectieve wetgeving van de partijen met betrekking tot deze kwesties en over de tenuitvoerlegging van die wetgeving.
AFDELING G
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 8.62
Algemene uitzonderingen
Mits de hieronder bedoelde maatregelen niet zodanig worden toegepast dat zij een middel tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie van de andere partij bij soortgelijke omstandigheden, of een verkapte beperking van het recht van vestiging of van grensoverschrijdende dienstverlening vormen, wordt niets in dit hoofdstuk uitgelegd als beletsel voor het vaststellen of toepassen door een van de partijen van maatregelen die:
a)
noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare veiligheid of de openbare zeden of voor het handhaven van de openbare orde;
b)
noodzakelijk zijn ter bescherming van het leven of de gezondheid van mens, dier of plant;
c)
betrekking hebben op de instandhouding van niet-duurzame natuurlijke hulpbronnen, mits die maatregelen met beperkingen voor interne ondernemers of met beperkingen van het interne aanbod of verbruik van diensten gepaard gaan;
d)
noodzakelijk zijn voor de bescherming van nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed;
e)
noodzakelijk zijn voor de handhaving van wet- en regelgeving die niet strijdig zijn met de bepalingen van dit hoofdstuk, met inbegrip van die welke betrekking hebben op:
i)
het voorkomen van misleidende of frauduleuze praktijken of op middelen om de gevolgen van de niet-nakoming van contracten te compenseren;
ii)
het beschermen van de privacy van personen met betrekking tot de verwerking en verspreiding van persoonsgegevens en het beschermen van de vertrouwelijkheid van individuele dossiers en rekeningen;
iii)
de veiligheid;
f)
strijdig zijn met artikel 8.6 (Nationale behandeling) en artikel 8.11 (Nationale behandeling), mits het verschil in behandeling bedoeld is om directe belastingen op doeltreffende of billijke wijze te kunnen opleggen of innen ten aanzien van economische activiteiten, ondernemers of dienstverleners uit de andere partij.
ARTIKEL 8.63
Evaluatie
Teneinde de liberalisering te versterken en de resterende beperkingen op te heffen, met inachtneming van een algemeen evenwicht van rechten en verplichtingen, zullen de partijen dit hoofdstuk en hun Lijsten van specifieke verbintenissen uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst en vervolgens met regelmatige tussenpozen evalueren. Op grond van die evaluatie kan het bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten de betrokken Lijsten van specifieke verbintenissen aanpassen.
Hoofdstuk NEGEN
overheidsopdrachten
ARTIKEL 9.1
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a)
"handelsgoederen en -diensten": goederen en diensten die in de regel in de handel worden verkocht of te koop worden aangeboden aan, en in de regel worden aangeschaft door niet-overheidskopers voor niet-overheidsdoeleinden;
b)
"aan concurrentie onderworpen activiteit", voor de Unie:
i)
een activiteit die op het grondgebied van een lidstaat van de Unie wordt verricht en rechtstreeks aan mededinging blootstaat op markten waartoe de toegang niet beperkt is; en
ii)
een bevoegde instantie in de Unie heeft een besluit genomen dat bepaalt dat punt i) van toepassing is.
Voor de toepassing van het bepaalde onder b), punt i), dient, om na te gaan of een activiteit rechtstreeks aan mededinging blootstaat, te worden uitgegaan van de kenmerken van de desbetreffende goederen of diensten, het voorhanden zijn van alternatieve goederen of diensten, de prijzen en de werkelijke of mogelijke aanwezigheid van meer dan één leverancier van de desbetreffende goederen of diensten;
c)
"diensten in verband met de bouw": een dienst die gericht is op de uitvoering, ongeacht op welke wijze, van bouwwerkzaamheden of civieltechnische werken in de zin van afdeling 51 van de voorlopige centrale productenclassificatie van de Verenigde Naties ("CPC");
d)
"corrigerende maatregelen": in het kader van interne toetsingsprocedures, onwettige besluiten van een aanbestedende dienst nietig verklaren c.q. nietig te doen verklaren, met inbegrip van het verwijderen van discriminerende technische, economische of financiële specificaties in de uitnodiging tot inschrijving, het bestek dan wel in enig ander stuk dat verband houdt met de aanbestedingsprocedure;
e)
"elektronische veiling": een zich herhalend proces waarbij leveranciers langs elektronische weg nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden voor kwantificeerbare, niet op de prijs betrekking hebbende en met de beoordelingscriteria samenhangende onderdelen van de inschrijving opgeven, waardoor een rangorde van de inschrijvingen tot stand komt of de rangorde wordt gewijzigd;
f)
"schriftelijk": betreft elke formulering in woorden of cijfers die gelezen, gereproduceerd en later meegedeeld kan worden. De term "schriftelijk" kan ook betrekking hebben op elektronisch doorgegeven en opgeslagen informatie;
g)
"rechtspersoon": een rechtspersoon in de zin van artikel 8.2 (Definities), onder b);
h)
"rechtspersoon van de Unie" of "Singaporese rechtspersoon": een rechtspersoon in de zin van artikel 8.2 (Definities), onder c);
i)
"onderhandse aanbesteding": een procedure waarbij de aanbestedende dienst contact zoekt met een leverancier of leveranciers van zijn keuze;
j)
"ter plaatse gevestigd": betreft een rechtspersoon die is gevestigd in de ene partij, maar de eigendom is van of onder zeggenschap staat van natuurlijke of rechtspersonen van de andere partij.
Een rechtspersoon:
i)
is "eigendom" van natuurlijke of rechtspersonen van de andere partij indien meer dan 50 % van het aandelenkapitaal in handen is van personen van de andere partij die volledig over hun aandeel kunnen beschikken; en
ii)
staat onder "zeggenschap" van natuurlijke of rechtspersonen van de andere partij indien deze personen een meerderheid van de bestuurders kunnen benoemen of anderszins de handelingen van de persoon rechtens kunnen sturen;
k)
"maatregel": een wet, voorschrift, procedure, administratief richtsnoer of praktijk, dan wel een handeling van een aanbestedende dienst betreffende een onder deze overeenkomst vallende overheidsopdracht;
l)
"lijst voor veelvuldig gebruik": een lijst van leveranciers die volgens een aanbestedende dienst voldoen aan de voorwaarden om op die lijst te worden geplaatst en van wie de aanbestedende dienst meer dan eens gebruik denkt te maken;
m)
"bericht van aanbesteding": een bekendmaking van een aanbestedende dienst waarbij belangstellende leveranciers worden uitgenodigd een verzoek om deelname in te dienen, in te schrijven of beide;
n)
"compensatie": een voorwaarde of verbintenis die de plaatselijke ontwikkeling aanmoedigt of de betalingsbalans van een partij verbetert, bijvoorbeeld betreffende het gebruik van interne producten, het in licentie geven van technologie, investeringen, compenserende handel en vergelijkbare maatregelen of vereisten;
o)
"openbare aanbesteding": een aanbestedingsprocedure waarbij alle belangstellende leveranciers kunnen inschrijven;
p)
"geprivatiseerd": voor Singapore dat een entiteit uit een aanbestedende dienst of een deel daarvan is voortgekomen en een rechtspersoon vormt die bij de aanschaf van goederen uit handelsoverwegingen handelt en die niet langer overheidsgezag mag uitoefenen, ook al bezit de overheid aandelen daarin of benoemt zij de leden van de raad van bestuur daarvan.
Voor alle duidelijkheid: wanneer de overheid aandelen bezit van een geprivatiseerde entiteit of een overheidsambtenaar benoemt in de raad van bestuur daarvan, wordt die entiteit geacht bij de aanschaf van goederen en diensten uit handelsoverwegingen te handelen, onder andere met betrekking tot de beschikbaarheid, prijs en kwaliteit van de goederen en diensten, indien de overheid of de aldus benoemde raad van bestuur de besluiten van die raad in verband met de aanschaf van goederen en diensten door die entiteit niet rechtstreeks of indirect beïnvloedt of stuurt;
q)
"aanbestedende dienst": een dienst die onder de bijlagen 9-A, 9-B of 9-C valt;
r)
"erkende leverancier": een leverancier die door een aanbestedende dienst is erkend als leverancier die aan de voorwaarden voor deelname voldoet;
s)
"herziene GPA": de tekst van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, zoals gewijzigd bij het Besluit betreffende de resultaten van de onderhandelingen op grond van artikel XXIV, lid 7, van de GPA van 30 maart 2012;
t)
"aanbesteding met voorafgaande selectie": een aanbestedingsprocedure waarbij slechts erkende leveranciers door de aanbestedende dienst tot inschrijven worden uitgenodigd;
u)
"diensten": ook diensten in verband met de bouw, tenzij anders bepaald;
v)
"norm": een door een erkende instantie goedgekeurd document dat voor algemeen en herhaald gebruik bestemde regels, richtsnoeren of kenmerken voor producten of diensten of daarmee verband houdende processen en productiemethoden bevat, waarvan de naleving niet verplicht is. Zij kan ook geheel of ten dele betrekking hebben op terminologische elementen, symbolen en voorschriften betreffende verpakking, markering of etikettering die van toepassing zijn op een product, dienst, proces of productiemethode;
w)
"leverancier": een persoon of groep personen van een van beide partijen, naargelang het geval, die goederen of diensten levert of kan leveren;
x)
"technische specificatie": een vereiste in een aanbestedingsprocedure waarin:
i)
de kenmerken van de aan te schaffen goederen of diensten worden omschreven, zoals kwaliteit, prestaties, veiligheid en afmetingen, dan wel de processen of methoden voor productie of levering; of
ii)
terminologische elementen, symbolen en voorschriften betreffende verpakking, markering of etikettering die van toepassing zijn op een product of dienst, worden omschreven.
ARTIKEL 9.2
Toepassingsgebied
Toepassing van dit hoofdstuk
1.
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle maatregelen inzake de onder deze overeenkomst vallende opdrachten, ongeacht of deze geheel of gedeeltelijk elektronisch worden aanbesteed.
2.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "onder deze overeenkomst vallende opdrachten" verstaan opdrachten betreffende de aanschaf voor overheidsdoeleinden:
a)
van goederen, diensten of een combinatie daarvan:
i)
zoals aangegeven in de bijlagen 9-A tot en met 9-G van elk van beide partijen; en
ii)
die niet worden aangeschaft met het oog op commerciële verkoop of wederverkoop of voor gebruik bij de productie of levering van goederen of diensten voor commerciële verkoop of wederverkoop;
b)
met welke contractuele middelen dan ook, waaronder koop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, en alle contracten via publiek-private partnerschappen als gedefinieerd in bijlage 9-I;
c)
waarvan de waarde, zoals geraamd overeenkomstig de leden 6 tot en met 8, ten tijde van de publicatie van een bericht van aanbesteding overeenkomstig artikel 9.6 (Kennisgevingen), gelijk is aan of meer bedraagt dan de desbetreffende drempelwaarde die vermeld is in de bijlagen 9-A tot en met 9-G;
d)
door een aanbestedende dienst; en
e)
die niet anderszins van het toepassingsgebied van dit hoofdstuk zijn uitgesloten in lid 3 of in de bijlagen 9-A tot en met 9-G van een partij.
3.
Tenzij anders is bepaald in de bijlagen 9-A tot en met 9-G, is dit hoofdstuk niet van toepassing op:
a)
de verwerving of huur van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende goederen of de rechten daarop;
b)
niet-contractuele overeenkomsten of enige vorm van bijstand die een partij verleent, met inbegrip van samenwerkingsovereenkomsten, subsidies, leningen, kapitaalinjecties, garanties en fiscale stimuleringsmaatregelen;
c)
de aanschaf of verwerving van belastingadviesdiensten of bewaardiensten, vereffenings- en managementdiensten voor gereglementeerde financiële instellingen of diensten in verband met de verkoop, aflossing en distributie van de overheidsschuld, met inbegrip van leningen, staatsobligaties, bankbiljetten en andere effecten;
d)
arbeidsovereenkomsten voor werk bij de overheid;
e)
opdrachten die worden aanbesteed:
i)
met het specifieke doel internationale bijstand, met inbegrip van ontwikkelingshulp, te verlenen;
ii)
in het kader van een bijzondere procedure of krachtens een bijzondere voorwaarde van een internationale overeenkomst betreffende de legering van strijdkrachten of betreffende de gezamenlijke uitvoering van een project door de ondertekenende landen; of
iii)
in het kader van een bijzondere procedure of krachtens een bijzondere voorwaarde van een internationale organisatie, of gefinancierd door een internationale subsidie, lening of andere vorm van steun, wanneer die procedure of voorwaarde niet in overeenstemming is met dit hoofdstuk.
4.
Elk van beide partijen verstrekt in de bijlagen 9-A tot en met 9-G de volgende informatie:
a)
in bijlage 9-A: de diensten van de centrale overheid waarvan de aanbestedingen onder dit hoofdstuk vallen;
b)
in bijlage 9-B: de diensten van de subcentrale overheid waarvan de aanbestedingen onder dit hoofdstuk vallen;
c)
in bijlage 9-C: alle overige diensten waarvan de aanbestedingen onder dit hoofdstuk vallen;
d)
in bijlage 9-D: de goederen die onder dit hoofdstuk vallen;
e)
in bijlage 9-E: de diensten, andere dan diensten in verband met de bouw, die onder dit hoofdstuk vallen;
f)
in bijlage 9-F: de diensten in verband met de bouw die onder dit hoofdstuk vallen; en
g)
in bijlage 9-G: eventuele algemene aantekeningen.
5.
Indien een aanbestedende dienst, in het kader van een onder deze overeenkomst vallende opdracht, van niet in de bijlagen 9-A tot en met 9-C genoemde personen verlangt dat zij bij het plaatsen van opdrachten bepaalde voorschriften in acht nemen, dan is artikel 9.4 (Algemene beginselen) van overeenkomstige toepassing op die voorschriften.
Waardebepaling
6.
Bij het ramen van de waarde van een opdracht om te bepalen of deze onder deze overeenkomst valt,
a)
mag een aanbestedende dienst de opdracht niet in afzonderlijke opdrachten verdelen of een bijzondere methode voor het ramen van de waarde van de opdracht kiezen of gebruiken om deze geheel of gedeeltelijk buiten de toepassing van dit hoofdstuk te doen vallen; en
b)
moet een aanbestedende dienst uitgaan van de geraamde maximale totale waarde van de opdracht over de gehele looptijd daarvan, ongeacht of de opdracht aan een of meer leveranciers is gegund, waarbij rekening wordt gehouden met alle vormen van vergoeding, met inbegrip van:
i)
premies, honoraria, provisies, commissielonen en rente; en
ii)
indien de aanbesteding de mogelijkheid van opties biedt, de totale waarde van deze opties.
7.
Indien een bepaald vereiste met betrekking tot een opdracht tot gevolg heeft dat meer dan een opdracht wordt gegund of een opdracht in afzonderlijke delen wordt gegund ("herhalingsopdrachten"), wordt de berekening van de geraamde maximale totale waarde gebaseerd op:
a)
de waarde van herhalingsopdrachten voor soortgelijke goederen of diensten die gedurende de voorafgaande twaalf maanden of het voorafgaande begrotingsjaar van de aanbestedende dienst zijn gegund, zo mogelijk gecorrigeerd op grond van verwachte wijzigingen in de hoeveelheid of waarde van de desbetreffende goederen of diensten in de volgende periode van twaalf maanden; of
b)
de geraamde waarde van herhalingsopdrachten voor soortgelijke goederen of diensten die gedurende de twaalf maanden na de gunning van de eerste opdracht of gedurende het begrotingsjaar van de aanbestedende dienst zullen worden gegund.
8.
In geval van een aanbesteding door middel van leasing, huur of huurkoop van goederen of diensten, of van een aanbesteding waarvoor geen totale prijs is opgegeven, wordt de waarde op de volgende basis bepaald:
a)
bij opdrachten met een vastgestelde looptijd:
i)
de totale geraamde maximale waarde voor de looptijd van de opdracht indien de looptijd daarvan ten hoogste twaalf maanden bedraagt; dan wel
ii)
wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt, de totale geraamde maximale waarde, met inbegrip van de geraamde restwaarde;
b)
bij opdrachten voor onbepaalde duur: het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met achtenveertig; en
c)
wanneer het onduidelijk is of de opdracht een vaste looptijd heeft dan wel voor onbepaalde tijd is, wordt het bepaalde onder b) toegepast.
ARTIKEL 9.3
Veiligheid en algemene uitzonderingen
1.
Geen enkele bepaling in dit hoofdstuk mag worden uitgelegd als een beletsel voor een partij om maatregelen te nemen of informatie niet te verstrekken indien zij dit noodzakelijk acht ter bescherming van haar wezenlijke veiligheidsbelangen met betrekking tot de aanschaf van wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met betrekking tot aanschaffingen die onmisbaar zijn voor de nationale veiligheid of voor nationale defensiedoeleinden.
2.
Mits de hieronder bedoelde maatregelen niet zodanig worden toegepast dat zij in gelijke omstandigheden een middel tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie tussen partijen dan wel een verkapte beperking van het internationale handelsverkeer vormen, wordt geen enkele bepaling in dit hoofdstuk uitgelegd als beletsel voor het vaststellen of handhaven door een van beide partijen van maatregelen die:
a)
noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare zeden, orde of veiligheid;
b)
noodzakelijk zijn ter bescherming van het leven of de gezondheid van mens, dier of plant;
c)
noodzakelijk zijn ter bescherming van de intellectuele eigendom; of
d)
betrekking hebben op goederen of diensten van mensen met een handicap, liefdadigheidsinstellingen of gevangenisarbeid.
ARTIKEL 9.4
Algemene beginselen
Nationale behandeling en non-discriminatie
1.
Ten aanzien van alle maatregelen betreffende de onder deze overeenkomst vallende opdrachten behandelt elk van beide partijen, met inbegrip van haar aanbestedende diensten, goederen en diensten van de andere partij en de leveranciers van de andere partij onmiddellijk en onvoorwaardelijk niet minder gunstig dan zij, of haar aanbestedende diensten, interne goederen, diensten en leveranciers behandelt.
2.
Ten aanzien van alle maatregelen betreffende de onder deze overeenkomst vallende opdrachten zien een partij en haar aanbestedende diensten erop toe:
a)
dat een plaatselijk gevestigde leverancier van de andere partij niet minder gunstig wordt behandeld dan een andere plaatselijk gevestigde leverancier op grond van de mate waarin het kapitaal ervan of de zeggenschap erover in buitenlandse handen is; of
b)
dat een plaatselijk gevestigde leverancier niet wordt gediscrimineerd op grond van het feit dat de goederen of diensten die door die leverancier voor een bepaalde opdracht worden aangeboden, afkomstig zijn uit de andere partij.
Gebruik van elektronische middelen
3.
Wanneer een onder deze overeenkomst vallende opdracht wordt aanbesteed met elektronische middelen:
a)
ziet de aanbestedende dienst erop toe dat voor de aanbesteding, waaronder ook voor de authenticatie en encryptie van informatie, informatietechnologiesystemen en software worden gebruikt die algemeen beschikbaar zijn en interoperabel met andere algemeen beschikbare informatietechnologiesystemen en software; en
b)
hanteert de aanbestedende dienst mechanismen die de integriteit van verzoeken om deelname en van inschrijvingen waarborgen, onder meer door het tijdstip van ontvangst te registreren en ongeoorloofde toegang te voorkomen.
Verloop van de aanbesteding
4.
Een aanbestedende dienst ziet erop toe dat onder deze overeenkomst vallende opdrachten worden aanbesteed op een transparante en onpartijdige wijze:
a)
die in overeenstemming is met dit hoofdstuk, waarbij gebruik wordt gemaakt van methoden als openbare aanbesteding, aanbesteding met voorafgaande selectie en onderhandse aanbesteding;
b)
waarbij belangenconflicten worden vermeden; en
c)
waarbij corruptie wordt voorkomen.
Oorsprongsregels
5.
Met betrekking tot onder deze overeenkomst vallende opdrachten mag een partij op uit de andere partij ingevoerde goederen of uit de andere partij verleende diensten geen oorsprongsregels toepassen die afwijken van de oorsprongsregels die zij op dat moment op de invoer van dezelfde goederen of de verlening van dezelfde diensten uit die zelfde partij in het normale handelsverkeer toepast.
Compensatie
6.
Voor onder deze overeenkomst vallende opdrachten mogen de partijen en hun aanbestedende diensten geen compensatie vragen, in aanmerking nemen, opleggen of afdwingen.
Maatregelen die niet specifiek betrekking hebben op overheidsopdrachten
7.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op douanerechten en heffingen van welke aard ook die bij invoer of in verband met invoer worden geïnd, noch op de wijze van inning van dergelijke rechten en heffingen, noch op andere invoerregelingen en -formaliteiten, noch op maatregelen die gevolgen hebben voor de handel in diensten, zijnde andere dan maatregelen betreffende onder deze overeenkomst vallende opdrachten.
ARTIKEL 9.5
Informatie over het systeem voor overheidsopdrachten
1.
Elk van beide partijen:
a)
publiceert onverwijld alle wetgeving, regelgeving, gerechtelijke uitspraken, algemene administratieve beschikkingen en standaardclausules die bij wet- of regelgeving verplicht zijn gesteld en door verwijzing zijn opgenomen in berichten betreffende de aanbesteding, aanbestedingsdossiers en procedures inzake onder deze overeenkomst vallende opdrachten, alsmede alle wijzigingen daarvan, in officieel daartoe bestemde elektronische of gedrukte media die op ruime schaal worden verspreid en gemakkelijk toegankelijk blijven voor het publiek; en
b)
verstrekt desgevraagd een uitleg daarvan aan de andere partij.
2.
Elk van beide partijen vermeldt in bijlage 9-H:
a)
de elektronische of gedrukte media waarin de partij de in lid 1 omschreven informatie publiceert;
b)
de elektronische of gedrukte media waarin de partij de berichten publiceert die zijn vereist ingevolge artikel 9.6 (Kennisgevingen), artikel 9.8 (Erkenning van leveranciers), lid 8, en artikel 9.15 (Transparantie op het gebied van overheidsopdrachten), lid 2.
3.
Bij elke wijziging van de in bijlage 9-H vermelde informatie betreffende een partij, stelt deze partij het bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten daarvan onverwijld in kennis.
ARTIKEL 9.6
Kennisgevingen
Bericht van aanbesteding
1.
Voor alle onder deze overeenkomst vallende opdrachten publiceert de aanbestedende dienst, behalve in de omstandigheden omschreven in artikel 9.12 (Onderhandse aanbesteding), een bericht van aanbesteding, dat kosteloos elektronisch beschikbaar is via één toegangspunt. Het bericht van aanbesteding blijft gemakkelijk toegankelijk voor het publiek, ten minste totdat de in het bericht aangegeven termijn is verstreken. Het daartoe bestemde elektronische medium wordt door elk van beide partijen vermeld in bijlage 9-H.
2.
Tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald, worden in alle berichten van aanbesteding de volgende gegevens opgenomen:
a)
de naam en het adres van de aanbestedende dienst en andere informatie die nodig is om contact met de aanbestedende dienst op te nemen en alle relevante documentatie in verband met de opdracht te verkrijgen, alsmede de eventuele kosten en betalingsvoorwaarden;
b)
een omschrijving van de opdracht, met inbegrip van de aard en de hoeveelheid van de goederen of diensten die worden aanbesteed, ofwel een raming van de hoeveelheid, indien deze niet exact bekend is;
c)
voor herhalingsopdrachten zo mogelijk een raming van de timing voor de volgende berichten van aanbesteding;
d)
een beschrijving van eventuele facultatieve onderdelen;
e)
de termijnen voor de levering van goederen of diensten of de looptijd van de opdracht;
f)
de te gebruiken aanbestedingsprocedure, met vermelding of daarbij gebruik zal worden gemaakt van onderhandelingen of elektronische veilingen;
g)
indien van toepassing het adres en de eventuele termijn voor de indiening van verzoeken om deelname aan de aanbesteding;
h)
het adres en de uiterste datum voor de indiening van inschrijvingen;
i)
de taal of talen waarin inschrijvingen of verzoeken om deelname mogen worden ingediend, indien zij mogen worden ingediend in een andere taal dan een officiële taal van de partij waartoe de aanbestedende dienst behoort;
j)
een lijst en korte omschrijving van de voorwaarden voor de deelname van leveranciers, waaronder de eventuele verplichte verstrekking van specifieke documenten in verband met de opdracht, tenzij deze vereisten zijn opgenomen in het aanbestedingsdossier dat aan alle belangstellende leveranciers ter beschikking wordt gesteld op hetzelfde tijdstip als het bericht van aanbesteding;
k)
indien de aanbestedende dienst voornemens is overeenkomstig artikel 9.8 (Erkenning van leveranciers) een beperkt aantal erkende leveranciers uit te nodigen in te schrijven: de criteria aan de hand waarvan zij zullen worden gekozen en eventuele beperkingen van het aantal leveranciers dat mag inschrijven; en
l)
een vermelding dat de opdracht onder deze overeenkomst valt.
Samenvatting
3.
Voor iedere voorgenomen aanbesteding publiceert de aanbestedende dienst in een van de talen van de WTO, op hetzelfde tijdstip als het bericht van aanbesteding, een gemakkelijk toegankelijke samenvatting. Deze samenvatting bevat ten minste de volgende informatie:
a)
de inhoud van de opdracht;
b)
de termijn voor de indiening van inschrijvingen en in voorkomend geval de termijn voor de indiening van verzoeken om deelname aan de aanbesteding of aanvragen tot plaatsing op de lijst voor veelvuldig gebruik; en
c)
het adres waar documenten met betrekking tot de opdracht kunnen worden opgevraagd.
Aankondiging van geplande aanbestedingen
4.
Aanbestedende diensten worden aangemoedigd hun aanbestedingsplannen in elk begrotingsjaar zo vroeg mogelijk elektronisch via het voor de publicatie van berichten van aanbesteding gebruikte toegangspunt aan te kondigen ("aankondiging van geplande aanbestedingen"). De aankondiging dient de inhoud van de opdracht en de geplande datum van publicatie van het bericht van aanbesteding te bevatten.
5.
Aanbestedende diensten die vermeld zijn in bijlage 9-B of bijlage 9-C kunnen de aankondiging van geplande aanbestedingen als bericht van aanbesteding gebruiken, mits de aankondiging alle in lid 2 bedoelde informatie die beschikbaar is bevat, alsmede een verklaring dat belangstellende leveranciers hun belangstelling voor de opdracht bij de aanbestedende dienst bekend moeten maken.
ARTIKEL 9.7
Voorwaarden voor deelname aan aanbestedingen
1.
De aanbestedende dienst beperkt de voorwaarden voor deelname aan een aanbesteding tot wat noodzakelijk is om te waarborgen dat de leverancier over de juridische en financiële capaciteit en de commerciële en technische vaardigheden beschikt om de desbetreffende opdracht uit te voeren.
2.
Bij de vaststelling van de voorwaarden voor deelname:
a)
mag de aanbestedende dienst de deelname van een leverancier aan een aanbesteding niet afhankelijk stellen van de voorwaarde dat aan de betrokken leverancier reeds eerder een of meer opdrachten zijn gegund door een aanbestedende dienst van een partij of dat de leverancier reeds eerder werkzaam was op het grondgebied van die partij; en
b)
kan de aanbestedende dienst eerdere werkervaring verlangen wanneer deze van wezenlijk belang is om aan de eisen van de opdracht te kunnen voldoen.
3.
Bij de beoordeling of een leverancier aan de voorwaarden voor deelname voldoet:
a)
evalueert de aanbestedende dienst de financiële capaciteit en de commerciële en technische vaardigheden van de leverancier aan de hand van diens zakelijke activiteiten op en buiten het grondgebied van de partij waartoe de aanbestedende dienst behoort; en
b)
baseert de aanbestedende dienst zich bij deze beoordeling op de voorwaarden die hij vooraf in berichten betreffende de aanbesteding of het aanbestedingsdossier heeft gespecificeerd.
4.
Een partij en haar aanbestedende diensten kunnen, indien zij over bewijs beschikken, een leverancier uitsluiten op gronden zoals:
a)
faillissement;
b)
valsheid in geschrifte;
c)
aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijke eis of verplichting in het kader van een eerdere opdracht of eerdere opdrachten;
d)
definitieve veroordelingen wegens een ernstig misdrijf of andere strafbare feiten;
e)
fouten bij de beroepsuitoefening of handelingen of nalatigheden die de commerciële integriteit van de leverancier aantasten; of
f)
het verzuimen om belastingen te betalen.
ARTIKEL 9.8
Erkenning van leveranciers
Registratiesystemen en erkenningsprocedures
1.
Een partij en haar aanbestedende diensten kunnen een systeem aanhouden voor de registratie van leveranciers in het kader waarvan belangstellende leveranciers zich moeten laten registreren en bepaalde informatie moeten verstrekken.
2.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat:
a)
haar aanbestedende diensten zich inspannen om verschillen in hun erkenningsprocedures tot een minimum te beperken; en
b)
indien haar aanbestedende diensten registratiesystemen aanhouden, deze diensten zich inspannen om verschillen in hun registratiesystemen tot een minimum te beperken.
3.
Een partij en haar aanbestedende diensten mogen geen registratiesysteem of erkenningsprocedure vaststellen of toepassen met als doel of gevolg dat onnodige belemmeringen voor de deelname van leveranciers van de andere partij aan de aanbesteding ontstaan.
Aanbesteding met voorafgaande selectie
4.
Wanneer een aanbestedende dienst een opdracht wil aanbesteden met een voorafgaande selectie:
a)
neemt hij in het bericht van aanbesteding ten minste de in artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 2, onder a), b), f), g), j), k) en l), vermelde informatie op en nodigt hij leveranciers uit een verzoek om deelname in te dienen; en
b)
verstrekt hij, uiterlijk bij de aanvang van de inschrijvingsperiode, de in artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 2, onder c), d), e), h) en i), vermelde informatie aan de erkende leveranciers die hij in kennis stelt overeenkomstig artikel 9.10 (Termijnen), lid 3, onder b).
5.
De aanbestedende dienst staat alle erkende leveranciers toe om aan een bepaalde aanbesteding deel te nemen, tenzij de aanbestedende dienst in het bericht van aanbesteding vermeldt dat het aantal leveranciers dat tot de aanbesteding wordt toegelaten beperkt is en daarbij de criteria voor de selectie van dit beperkte aantal leveranciers opgeeft. Het aantal leveranciers dat een inschrijving mag indienen, moet in ieder geval voldoende zijn om de mededinging te waarborgen zonder de operationele efficiëntie van het aanbestedingssysteem aan te tasten.
6.
Indien het aanbestedingsdossier niet vanaf de datum van publicatie van het in lid 4 bedoelde bericht openbaar toegankelijk is, ziet de aanbestedende dienst erop toe dat het dossier voor alle overeenkomstig lid 5 geselecteerde erkende leveranciers op hetzelfde tijdstip beschikbaar komt.
Lijsten voor veelvuldig gebruik
7.
Aanbestedende diensten mogen een lijst van leveranciers voor veelvuldig gebruik aanhouden op voorwaarde dat een bericht waarbij belangstellende leveranciers worden uitgenodigd een aanvraag tot plaatsing op de lijst in te dienen:
a)
jaarlijks wordt gepubliceerd; en
b)
dit bericht, indien het elektronisch wordt gepubliceerd, permanent beschikbaar wordt gesteld in de daartoe bestemde media als vermeld in bijlage 9-H.
8.
In het in lid 7 bedoelde bericht worden de volgende gegevens opgenomen:
a)
een omschrijving van de goederen of diensten, of de categorieën goederen of diensten, waarvoor de lijst kan worden gebruikt;
b)
de voorwaarden voor deelname waaraan leveranciers moeten voldoen om op de lijst te worden geplaatst en de methoden die de aanbestedende dienst zal gebruiken om te controleren of een leverancier aan de voorwaarden voldoet;
c)
de naam en het adres van de aanbestedende dienst en andere informatie die nodig is om contact met de dienst op te nemen en alle relevante documentatie in verband met de lijst te verkrijgen;
d)
de geldigheidsduur van de lijst en de wijze waarop deze wordt vernieuwd of beëindigd, of wanneer er geen geldigheidsduur is voorzien, een aanwijzing over de wijze waarop de beëindiging van het gebruik van de lijst wordt meegedeeld; en
e)
een vermelding dat de lijst kan worden gebruikt voor opdrachten die onder deze overeenkomst vallen.
9.
In afwijking van lid 7 is het toegestaan dat een aanbestedende dienst, indien hij een lijst voor veelvuldig gebruik met een geldigheidsduur van drie jaar of minder bijhoudt, het in dat lid bedoelde bericht slechts eenmaal, bij aanvang van de geldigheidsduur van de lijst, publiceert, mits:
a)
in het bericht wordt vermeld wat de geldigheidsduur is en dat tijdens die periode geen verdere berichten zullen worden gepubliceerd; en
b)
het bericht elektronisch wordt gepubliceerd en gedurende de geldigheidsduur ervan permanent beschikbaar wordt gesteld.
10.
Aanbestedende diensten staan leveranciers toe te allen tijde een aanvraag tot plaatsing op een lijst voor veelvuldig gebruik in te dienen en plaatsen alle erkende leveranciers binnen redelijk korte tijd op die lijst.
11.
Wanneer een leverancier die niet is geplaatst op een lijst voor veelvuldig gebruik een verzoek indient om deelname aan een aanbesteding waarbij een lijst voor veelvuldig gebruik wordt gehanteerd en hij daarbij alle vereiste documenten dienaangaande indient binnen de in artikel 9.10 (Termijnen), lid 2, bepaalde termijn, onderzoekt de aanbestedende dienst het verzoek. De aanbestedende dienst sluit de leverancier niet uit van beoordeling in het kader van de aanbesteding op grond dat hij onvoldoende tijd heeft om het verzoek te onderzoeken, tenzij hij, in uitzonderlijke gevallen, wegens de complexiteit van de aanbesteding, het onderzoek van het verzoek niet kan afronden binnen de voor de indiening van inschrijvingen gestelde termijn.
In bijlage 9-C genoemde aanbestedende diensten
12.
Een in bijlage 9-C genoemde aanbestedende dienst kan een bericht waarbij leveranciers worden uitgenodigd een aanvraag tot plaatsing op een lijst voor veelvuldig gebruik in te dienen, gebruiken als bericht van aanbesteding, mits:
a)
het bericht wordt gepubliceerd overeenkomstig lid 7 en de in lid 8 vermelde informatie en alle in artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 2, bedoelde informatie die beschikbaar is bevat, alsmede een verklaring dat het bericht als bericht van aanbesteding geldt of dat alleen de leveranciers op de lijst voor veelvuldig gebruik verdere berichten van aanbesteding waarop de lijst voor veelvuldig gebruik betrekking heeft zullen ontvangen; en
b)
de aanbestedende dienst aan leveranciers die bij hem belangstelling hebben geuit voor een bepaalde opdracht onverwijld voldoende informatie verstrekt aan de hand waarvan zij kunnen beoordelen in hoeverre de opdracht voor hen interessant is, alsmede alle overige in artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 2, voorgeschreven informatie, voor zover die beschikbaar is.
13.
Aanbestedende diensten die onder bijlage 9-C vallen, mogen leveranciers die overeenkomstig lid 10 een aanvraag tot plaatsing op een lijst voor veelvuldig gebruik hebben ingediend toestaan in te schrijven op een bepaalde opdracht, indien de aanbestedende dienst voldoende tijd heeft om te onderzoeken of de leverancier aan de voorwaarden voor deelname voldoet.
Informatie inzake besluiten van aanbestedende diensten
14.
Aanbestedende diensten stellen leveranciers die een verzoek tot deelname of een aanvraag tot plaatsing op een lijst voor veelvuldig gebruik hebben ingediend, onverwijld in kennis van hun besluit inzake dat verzoek of die aanvraag.
15.
Wanneer een aanbestedende dienst een verzoek van een leverancier om deelname of een aanvraag van een leverancier tot plaatsing op een lijst voor veelvuldig gebruik afwijst, de erkenning van een leverancier intrekt of een leverancier van een lijst voor veelvuldig gebruik schrapt, stelt de dienst de leverancier daarvan onverwijld in kennis en verstrekt hij de leverancier desgevraagd onverwijld een schriftelijke motivering van zijn besluit.
ARTIKEL 9.9
Technische specificaties en aanbestedingsdossier
Technische specificaties
1.
Aanbestedende diensten mogen geen technische specificaties op- of vaststellen of toepassen of conformiteitsbeoordelingsprocedures voorschrijven met als doel of gevolg dat onnodige belemmeringen voor de internationale handel ontstaan.
2.
Bij het voorschrijven van de technische specificaties van de goederen of diensten die het voorwerp van de aanbesteding zijn, zal de aanbestedende dienst in voorkomend geval:
a)
de technische specificaties specificeren aan de hand van prestatie-eisen of functionele eisen en niet aan de hand van descriptieve of ontwerpkenmerken; en
b)
de technische specificaties baseren op internationale normen, indien deze bestaan, en anders op nationale technische voorschriften, erkende nationale normen of bouwvoorschriften.
3.
Wanneer in de technische specificaties descriptieve of ontwerpkenmerken worden genoemd, geeft de aanbestedende dienst in voorkomend geval aan dat inschrijvingen voor gelijkwaardige goederen of diensten die aantoonbaar aan de voorwaarden van de opdracht voldoen eveneens in aanmerking komen, door in het aanbestedingsdossier woorden als "of gelijkwaardig" op te nemen.
4.
Aanbestedende diensten schrijven geen technische specificaties voor waarin vereisten inzake of verwijzingen naar bepaalde handelsmerken of handelsnamen, octrooien, auteursrechten, designs of typen, of naar een bepaalde oorsprong, producent of leverancier zijn opgenomen, tenzij er geen andere voldoende nauwkeurige of begrijpelijke manier is om de voorwaarden van de opdracht te beschrijven, en op voorwaarde dat termen zoals "of gelijkwaardig" in het aanbestedingsdossier zijn opgenomen.
5.
Aanbestedende diensten vragen of aanvaarden van personen die een commercieel belang bij de aanbesteding kunnen hebben geen advies dat kan worden gebruikt bij de opstelling of de goedkeuring van een technische specificatie voor een specifieke aanbesteding, wanneer dat advies tot gevolg kan hebben dat concurrentie wordt verhinderd.
6.
Voor de duidelijkheid: een partij en haar aanbestedende diensten mogen overeenkomstig dit artikel technische specificaties opstellen, vaststellen of toepassen om het behoud van natuurlijke hulpbronnen of de bescherming van het milieu te bevorderen.
7.
Wanneer aanbestedende diensten milieukenmerken vastleggen in de vorm van prestatie-eisen of functionele eisen, als bedoeld in lid 2, onder a), kunnen zij gedetailleerde specificaties of indien nodig gedeelten daarvan gebruiken zoals die omschreven worden door binnen de Unie bestaande milieukeuren en in Singapore bestaande groene labels, mits:
a)
deze specificaties geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van de leveringen of diensten waarop de opdracht betrekking heeft;
b)
de vereisten voor de keur of het label zijn ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens; en
c)
deze specificaties toegankelijk zijn voor alle belanghebbenden.
Aanbestedingsdossier
8.
De aanbestedende dienst stelt leveranciers een aanbestedingsdossier ter beschikking met alle informatie die zij nodig hebben om geldige inschrijvingen op te stellen en in te dienen. Tenzij deze informatie reeds in het bericht van aanbesteding is opgenomen, bevat het aanbestedingsdossier alle onderstaande gegevens:
a)
een omschrijving van de opdracht, met inbegrip van de aard en de hoeveelheid van de goederen of diensten die worden aanbesteed, ofwel een raming van de hoeveelheid, indien deze niet exact bekend is, alsmede alle eventuele vereisten waaraan moet zijn voldaan, met inbegrip van eventuele technische specificaties, certificaties met betrekking tot de conformiteitsbeoordeling, plannen, tekeningen of instructiemateriaal;
b)
alle eventuele voorwaarden voor de deelname van leveranciers, met inbegrip van een lijst met informatie en documenten die de leveranciers in verband met de voorwaarden voor deelname moeten verstrekken;
c)
alle beoordelingscriteria die de aanbestedende dienst bij de gunning van de opdracht zal toepassen, alsmede, tenzij de prijs het enige criterium is, het relatieve gewicht van elk van deze criteria;
d)
wanneer de aanbestedende dienst een opdracht aanbesteedt met elektronische middelen: alle authenticatie- en encryptievereisten of andere vereisten inzake de indiening van informatie langs elektronische weg;
e)
wanneer de aanbestedende dienst een elektronische veiling organiseert: de regels, met inbegrip van de weging van de beoordelingscriteria voor elk van de onderdelen van de opdracht, die voor de elektronische veiling zullen gelden;
f)
indien de inschrijvingen in het openbaar worden geopend: de datum en het tijdstip waarop en de plaats waar de inschrijvingen zullen worden geopend en de personen die daarbij in voorkomend geval aanwezig mogen zijn;
g)
alle andere voorwaarden, zoals betalingsvoorwaarden of eventuele beperkingen op de wijze waarop inschrijvingen kunnen worden ingediend, bijvoorbeeld op papier of op elektronische wijze; en
h)
de data voor de levering van de goederen of diensten.
9.
Bij de vaststelling van de datum voor de levering van de goederen of diensten die het voorwerp van de aanbesteding zijn, houdt de aanbestedende dienst rekening met factoren zoals de complexiteit van de opdracht, de omvang van de verwachte onderaanneming en de tijd die realistisch gesproken nodig is voor de productie, het uit voorraad halen en het vervoer van goederen uit de plaats vanuit welke zij worden geleverd of voor het verlenen van diensten.
10.
De aanbestedende dienst kan milieuvoorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits deze verenigbaar zijn met de voorschriften van dit hoofdstuk en vermeld zijn in het bericht van aanbesteding of een ander bericht dat als bericht van aanbesteding wordt gebruikt of in het aanbestedingsdossier.
11.
De in het bericht van aanbesteding of een ander bericht dat als bericht van aanbesteding wordt gebruikt of in het aanbestedingsdossier vermelde beoordelingscriteria kunnen onder meer de prijs en andere kostenfactoren, de kwaliteit, de technische waarde, de milieukenmerken en de leveringsvoorwaarden omvatten.
12.
De aanbestedende dienst:
a)
stelt onverwijld het aanbestedingsdossier ter beschikking om ervoor te zorgen dat belangstellende leveranciers voldoende tijd hebben om een geldige inschrijving in te dienen;
b)
verstrekt desgevraagd onverwijld het aanbestedingsdossier aan alle belangstellende leveranciers; en
c)
beantwoordt onverwijld elk redelijk verzoek om relevante informatie van een belangstellende of deelnemende leverancier, mits dergelijke informatie die leverancier niet bevoordeelt ten opzichte van andere leveranciers.
Wijzigingen
13.
Wanneer een aanbestedende dienst voorafgaand aan de gunning van een opdracht de criteria of vereisten wijzigt die in het bericht van aanbesteding of een ander bericht dat als bericht van aanbesteding wordt gebruikt of in het aanbestedingsdossier dat aan de deelnemende leveranciers is verstrek, zijn vermeld, of een bericht van aanbesteding of aanbestedingsdossier wijzigt of opnieuw publiceert, geeft hij schriftelijk kennis van alle wijzigingen of verstrekt hij een gewijzigd of nieuw bericht van aanbesteding of aanbestedingsdossier:
a)
aan alle leveranciers die op het tijdstip dat de informatie gewijzigd of opnieuw gepubliceerd wordt aan de procedure deelnemen, indien deze bekend zijn bij de aanbestedende dienst, en in alle andere gevallen, en dit op dezelfde wijze als de oorspronkelijke informatie; en
b)
op een zodanig tijdstip dat de leveranciers voldoende tijd hebben om hun inschrijving te wijzigen en opnieuw in te dienen.
ARTIKEL 9.10
Termijnen
Algemeen
1.
Aanbestedende diensten geven, overeenkomstig hun eigen redelijke behoeften, de leveranciers voldoende tijd om verzoeken om deelname en geldige inschrijvingen op te stellen en in te dienen, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals:
a)
de aard en de complexiteit van de opdracht;
b)
de omvang van de verwachte onderaanneming; en
c)
de tijd die noodzakelijk is voor de verzending van inschrijvingen uit het buitenland en het eigen land wanneer geen gebruik wordt gemaakt van elektronische middelen.
Dergelijke termijnen en eventuele verlengingen ervan moeten voor alle belangstellende of deelnemende leveranciers gelijk zijn.
Termijnen
2.
Wanneer een aanbestedende dienst gebruikmaakt van voorafgaande selectie, mag de termijn voor de indiening van verzoeken om deelname in beginsel niet minder dan vijfentwintig dagen vanaf de datum van publicatie van het bericht van aanbesteding bedragen. Wanneer als gevolg van een door de aanbestedende dienst naar behoren gemotiveerde urgente situatie een dergelijke termijn onhaalbaar is, mag deze worden verkort tot ten minste tien dagen.
3.
Tenzij de leden 4, 5, 7 en 8 van toepassing zijn, mag de termijn voor de indiening van inschrijvingen niet minder bedragen dan veertig dagen vanaf de datum waarop:
a)
in het geval van openbare aanbesteding, het bericht van aanbesteding is gepubliceerd; of
b)
in het geval van aanbesteding met voorafgaande selectie, de aanbestedende dienst de leveranciers heeft meegedeeld dat zij worden uitgenodigd in te schrijven, ongeacht of op een lijst voor veelvuldig gebruik beroep wordt gedaan.
4.
De aanbestedende dienst mag de in lid 3 genoemde termijn voor de indiening van inschrijvingen verkorten tot ten minste tien dagen, indien
a)
hij overeenkomstig artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 4, ten minste veertig dagen, maar niet meer dan twaalf maanden vóór de publicatie van het bericht van aanbesteding een aankondiging van geplande aanbestedingen heeft gepubliceerd, waarin de volgende gegevens zijn opgenomen:
i)
een omschrijving van de opdracht;
ii)
bij benadering de uiterste data voor de indiening van inschrijvingen of verzoeken om deelname;
iii)
een verklaring dat de belangstellende leveranciers hun belangstelling voor de opdracht aan de aanbestedende dienst kenbaar moeten maken;
iv)
het adres waar documenten met betrekking tot de opdracht kunnen worden opgevraagd; en
v)
alle informatie die overeenkomstig artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 2, voor het bericht van aanbesteding vereist is en beschikbaar is;
b)
de aanbestedende dienst, in het geval van herhalingsopdrachten, in een eerste bericht van aanbesteding aangeeft dat in volgende berichten termijnen voor inschrijving zullen worden gegeven op basis van dit lid; of
c)
de in lid 3 genoemde termijn wegens een door de aanbestedende dienst naar behoren gemotiveerde urgente situatie onhaalbaar is.
5.
Een aanbestedende dienst mag de in lid 3 genoemde termijn voor de indiening van inschrijvingen met vijf dagen verkorten in elk van de volgende situaties:
a)
het bericht van aanbesteding wordt elektronisch gepubliceerd;
b)
het gehele aanbestedingsdossier is elektronisch beschikbaar vanaf de datum van publicatie van het bericht van aanbesteding; en
c)
de inschrijvingen kunnen door de aanbestedende dienst elektronisch worden ontvangen.
6.
De toepassing van lid 5 in combinatie met lid 4 mag er in geen geval toe leiden dat de in lid 3 genoemde termijn voor de indiening van inschrijvingen wordt verkort tot minder dan tien dagen vanaf de datum van publicatie van het bericht van aanbesteding.
7.
Ongeacht andere bepalingen in dit artikel mag een aanbestedende dienst, indien hij commerciële goederen of diensten of een combinatie daarvan aanschaft, de in lid 3 genoemde termijn voor de indiening van inschrijvingen verkorten tot ten minste dertien dagen, op voorwaarde dat deze aanbestedende dienst op hetzelfde tijdstip elektronisch zowel het bericht van aanbesteding als het aanbestedingsdossier publiceert. Wanneer de aanbestedende dienst bovendien elektronische inschrijvingen voor commerciële goederen en diensten aanvaardt, mag hij de in lid 3 genoemde termijn verkorten tot ten minste tien dagen.
8.
Indien een onder bijlage 9-B of bijlage 9-C vallende aanbestedende dienst alle of een beperkt aantal erkende leveranciers heeft geselecteerd, kan de termijn voor de indiening van inschrijvingen in onderling overleg tussen de aanbestedende dienst en de geselecteerde leveranciers worden vastgesteld. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, dient de termijn ten minste tien dagen te bedragen.
ARTIKEL 9.11
Onderhandelingen
1.
Een partij kan bepalen dat haar aanbestedende diensten onderhandelingen kunnen voeren:
a)
indien de aanbestedende dienst in het volgens artikel 9.6 (Kennisgevingen), lid 2, vereiste bericht van aanbesteding zijn voornemen tot het voeren van onderhandelingen te kennen heeft gegeven; of
b)
indien bij de beoordeling blijkt dat geen van de inschrijvingen duidelijk het voordeligst is volgens de specifieke beoordelingscriteria die in het bericht van aanbesteding of een ander bericht dat als bericht van aanbesteding wordt gebruikt of in het aanbestedingsdossier zijn vermeld.
2.
De aanbestedende dienst:
a)
ziet erop toe dat iedere uitsluiting van leveranciers tijdens onderhandelingen plaatsvindt in overeenstemming met de beoordelingscriteria die in het bericht van aanbesteding of een ander bericht dat als bericht van aanbesteding wordt gebruikt of in het aanbestedingsdossier zijn vermeld; en
b)
stelt, wanneer de onderhandelingen zijn afgesloten, voor de resterende deelnemers een voor iedereen gelijke termijn vast om een nieuwe of herziene inschrijving in te dienen.
ARTIKEL 9.12
Onderhandse aanbesteding
1.
Mits zij deze bepaling niet toepassen met het oogmerk de mededinging tussen leveranciers te verhinderen of op een wijze waardoor leveranciers van de andere partij worden gediscrimineerd of interne leveranciers worden beschermd, kunnen aanbestedende diensten gebruikmaken van onderhandse aanbesteding en besluiten om artikel 9.6 (Kennisgevingen), artikel 9.7 (Voorwaarden voor deelname aan aanbestedingen), artikel 9.8 (Erkenning van leveranciers), artikel 9.9 (Technische specificaties en aanbestedingsdossier), leden 8 tot en met 13, artikel 9.10 (Termijnen), artikel 9.11 (Onderhandelingen), artikel 9.13 (Elektronische veilingen) en artikel 9.14 (Behandeling van inschrijvingen en gunning van opdrachten) niet toe te passen, maar uitsluitend in de volgende omstandigheden:
a)
indien
i)
geen inschrijvingen zijn ingediend of geen leveranciers om deelname hebben verzocht;
ii)
geen inschrijvingen zijn ingediend die aan de essentiële eisen van het aanbestedingsdossier voldoen;
iii)
geen leveranciers aan de voorwaarden voor deelname voldoen; of
iv)
de ingediende inschrijvingen onderling zijn afgestemd,
op voorwaarde dat de vereisten van het aanbestedingsdossier niet wezenlijk worden gewijzigd;
b)
indien de goederen of diensten slechts door een bepaalde leverancier kunnen worden geleverd en er geen redelijk alternatief of substituut bestaat om een van de volgende redenen:
i)
de opdracht betreft een kunstwerk;
ii)
de bescherming van octrooien, auteursrechten of andere exclusieve rechten; of
iii)
de afwezigheid van concurrentie om technische redenen;
c)
voor aanvullende leveringen, door de oorspronkelijke leverancier, van goederen en diensten die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien verandering van leverancier voor de aanvullende goederen of diensten:
i)
niet mogelijk is om economische of technische redenen, zoals wanneer de aanvullende goederen of diensten uitwisselbaar of interoperabel moeten zijn met bestaande uitrusting, software, diensten of installaties die in het kader van de oorspronkelijke opdracht zijn geleverd; en
ii)
tot aanzienlijk ongemak of aanzienlijke kostenstijgingen zou leiden voor de aanbestedende dienst;
d)
in strikt noodzakelijke gevallen, wanneer de goederen of diensten om uiterst dringende redenen, wegens gebeurtenissen die door de aanbestedende dienst niet konden worden voorzien, niet tijdig kunnen worden verkregen door middel van openbare aanbesteding of aanbesteding met voorafgaande selectie;
e)
voor goederen die op een grondstoffenmarkt worden aangekocht;
f)
wanneer een aanbestedende dienst een prototype of een nieuw product of een nieuwe dienst aanschaft die op zijn verzoek tijdens de uitvoering van een specifieke opdracht inzake onderzoek, proefneming, studie of oorspronkelijke ontwikkeling ten behoeve van die opdracht is ontwikkeld. De originele ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe dienst kan een beperkte productie of levering omvatten om de resultaten van veldproeven te incorporeren en aan te tonen dat het product of de dienst geschikt is voor productie of levering in grotere hoeveelheden volgens aanvaardbare kwaliteitsnormen, maar omvat geen serieproductie of levering om commerciële levensvatbaarheid te bereiken of onderzoeks- en ontwikkelingskosten te recupereren;
g)
voor aankopen onder uitzonderlijk voordelige voorwaarden die alleen op zeer korte termijn ontstaan in het geval van ongebruikelijke verkopen, zoals bij liquidatie, curatele of faillissement, maar niet bij normale aankopen bij normale leveranciers; en
h)
in het geval van opdrachten die worden gegund aan de winnaar van een ontwerpwedstrijd, mits:
i)
de wedstrijd is georganiseerd op een wijze die verenigbaar is met de beginselen van dit hoofdstuk, met name met betrekking tot de publicatie van een bericht van aanbesteding; en
ii)
de deelnemers worden beoordeeld door een onafhankelijke jury met het oog op de gunning van een ontwerpopdracht aan de winnaar.
2.
Aanbestedende diensten stellen een schriftelijk verslag op over elk contract dat in het kader van lid 1 wordt gegund. Dit verslag vermeldt de naam van de aanbestedende dienst, de waarde en de aard van de aangeschafte goederen of diensten, en bevat tevens een verklaring met daarin een vermelding van de in lid 1 beschreven omstandigheden en voorwaarden die de onderhandse aanbestedingsprocedure rechtvaardigden.
ARTIKEL 9.13
Elektronische veilingen
Wanneer een aanbestedende dienst een onder dit hoofdstuk vallende overheidsopdracht wil aanbesteden met een elektronische veiling, stelt de dienst, alvorens de elektronische veiling te openen, ieder deelnemer in kennis van:
a)
de methode voor automatische beoordeling, met inbegrip van de wiskundige formule, gebaseerd op de in het aanbestedingsdossier opgenomen beoordelingscriteria, die gebruikt wordt om automatisch de rangorde vast te stellen of te wijzigen tijdens de veiling;
b)
de resultaten van een eventuele eerste beoordeling van de onderdelen van zijn inschrijving, indien de opdracht wordt gegund aan de indiener van de voordeligste inschrijving; en
c)
alle andere relevante informatie over de uitvoering van de veiling.
ARTIKEL 9.14
Behandeling van inschrijvingen en gunning van opdrachten
Behandeling van inschrijvingen
1.
De aanbestedende dienst neemt bij het ontvangen, openen en behandelen van inschrijvingen procedures in acht die garanderen dat het aanbestedingsproces eerlijk en onpartijdig verloopt en de inschrijvingen vertrouwelijk worden behandeld.
2.
Indien een inschrijving door de aanbestedende dienst pas na het verstrijken van de vastgestelde termijn wordt ontvangen, mag de betrokken leverancier daarvan geen nadelige gevolgen ondervinden indien de vertraging uitsluitend te wijten is aan onjuiste afhandeling door de aanbestedende dienst.
3.
Indien de aanbestedende dienst een leverancier de gelegenheid biedt om tussen de opening van de inschrijvingen en de gunning van de opdracht onbedoelde vormfouten te corrigeren, biedt de aanbestedende dienst alle deelnemende leveranciers daartoe de gelegenheid.
Gunning van opdrachten
4.
Om voor gunning in aanmerking te komen, moet een inschrijving schriftelijk worden ingediend, bij de opening voldoen aan de essentiële vereisten die in de berichten betreffende de aanbesteding en het aanbestedingsdossier zijn opgenomen, en afkomstig zijn van een leverancier die aan de voorwaarden voor deelname voldoet.
5.
Tenzij de aanbestedende dienst besluit dat het niet in het algemeen belang is de opdracht te gunnen, wordt deze gegund aan de leverancier die volgens de bevindingen van de aanbestedende dienst de voorwaarden van de opdracht kan vervullen en van wie de inschrijving, uitsluitend beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria in de berichten en het aanbestedingsdossier:
a)
de voordeligste is; dan wel
b)
indien de prijs het enige criterium is, de laagste prijs biedt.
6.
Wanneer de aanbestedende dienst een inschrijving ontvangt met een prijs die in verhouding tot de andere inschrijvingen abnormaal laag is, kan hij inlichtingen inwinnen bij de inschrijver om zich ervan te vergewissen dat deze aan de voorwaarden voor deelname voldoet en de opdracht volgens de gestelde voorwaarden kan uitvoeren en/of de prijs rekening houdt met de toekenning van subsidies.
7.
Wanneer de aanbestedende dienst constateert dat een inschrijving abnormaal laag is doordat de leverancier subsidies heeft gekregen, kan de inschrijving alleen op uitsluitend die grond worden afgewezen indien de inschrijver desgevraagd niet binnen een door de aanbestedende dienst bepaalde voldoende lange termijn kan aantonen dat de betrokken subsidie verenigbaar is met de in deze overeenkomst neergelegde regels inzake subsidies.
8.
De aanbestedende dienst mag geen gebruik maken van opties, een aanbesteding annuleren of gegunde opdrachten wijzigen op een wijze die in strijd is met zijn verplichtingen uit hoofde van dit hoofdstuk.
ARTIKEL 9.15
Transparantie op het gebied van overheidsopdrachten
Aan leveranciers verstrekte informatie
1.
Aanbestedende diensten stellen de deelnemende leveranciers onverwijld in kennis van besluiten aangaande de gunning van een opdracht en doen dat op verzoek van een leverancier schriftelijk. Onverminderd artikel 9.16 (Bekendmaking van informatie), leden 2 en 3, stelt de aanbestedende dienst een afgewezen leverancier op diens verzoek in kennis van de redenen voor de afwijzing van zijn inschrijving en van de relatieve voordelen van de inschrijving van de gekozen leverancier.
Publicatie van informatie over de gunning van opdrachten
2.
Uiterlijk tweeënzeventig dagen na de gunning van een onder deze overeenkomst vallende opdracht publiceert de aanbestedende dienst een bericht in de daartoe bestemde gedrukte of elektronische media als vermeld in bijlage 9-H. Wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van een elektronisch medium, dient de informatie gedurende een redelijke termijn gemakkelijk toegankelijk te blijven. Het bericht bevat ten minste de volgende gegevens:
a)
een beschrijving van de aangeschafte goederen of diensten;
b)
de naam en het adres van de aanbestedende dienst;
c)
de naam en het adres van de leverancier aan wie de opdracht is gegund;
d)
de waarde van de geselecteerde inschrijving of de hoogste en de laagste inschrijving die bij de gunning van de opdracht in aanmerking zijn genomen;
e)
de datum waarop de opdracht is gegund; en
f)
de gebruikte aanbestedingsmethode, en in geval van onderhandse aanbesteding overeenkomstig artikel 9.12 (Onderhandse aanbesteding), een beschrijving van de omstandigheden die deze procedure rechtvaardigden.
Bewaren van documentatie, verslagen en elektronische traceerbaarheid
3.
Een aanbestedende dienst bewaart gedurende ten minste drie jaar vanaf de datum waarop hij een opdracht gunt:
a)
de documentatie en verslagen betreffende aanbestedingsprocedures en gunningen in verband met onder deze overeenkomst vallende opdrachten, met inbegrip van de op grond van artikel 9.12 (Onderhandse aanbesteding) vereiste verslagen; en
b)
gegevens die waarborgen dat het verloop van onder deze overeenkomst vallende opdrachten elektronisch naar behoren traceerbaar is.
Verzameling van en verslaglegging inzake statistieken
4.
De partijen komen overeen de andere partij de beschikbare en vergelijkbare statistische gegevens met betrekking tot onder deze overeenkomst vallende opdrachten mee te delen.
ARTIKEL 9.16
Bekendmaking van informatie
Verstrekking van informatie aan partijen
1.
Indien een partij daarom verzoekt, verstrekt de andere partij onverwijld alle informatie die noodzakelijk is om te bepalen of de aanbesteding eerlijk, onpartijdig en overeenkomstig dit hoofdstuk is verlopen, met inbegrip van informatie over de kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijving van de gekozen leverancier. Wanneer het bekendmaken van dergelijke informatie de mededinging bij latere aanbestedingen zou verstoren, wordt deze informatie door de partij die haar ontvangt pas aan een leverancier vrijgegeven na overleg met en instemming van de partij die de informatie heeft verstrekt.
Niet-bekendmaking van informatie
2.
Niettegenstaande de overige bepalingen van dit hoofdstuk verstrekken een partij en haar aanbestedende diensten geen informatie aan een bepaalde leverancier die de eerlijke mededinging tussen leveranciers kan verstoren.
3.
Geen van de bepalingen in dit hoofdstuk mag zodanig worden uitgelegd dat zij verlangt dat een partij en haar aanbestedende diensten, autoriteiten en toetsingsinstanties vertrouwelijke informatie openbaar maken indien de openbaarmaking:
a)
de rechtshandhaving zou belemmeren;
b)
de eerlijke mededinging tussen leveranciers kan verstoren,
c)
de legitieme handelsbelangen van bepaalde personen, met inbegrip van de bescherming van de intellectuele eigendom, zou schaden; of
d)
anderszins in strijd zou zijn met het algemeen belang.
ARTIKEL 9.17
Interne toetsingsprocedures
1.
Elk van beide partijen voorziet in een snelle, doeltreffende, transparante en niet-discriminerende procedure voor bestuurlijke of rechterlijke toetsing, waarmee een leverancier beroep kan instellen wegens:
a)
een inbreuk op dit hoofdstuk; of
b)
indien de leverancier volgens de interne wetgeving van een partij niet rechtstreeks beroep kan instellen tegen een inbreuk op dit hoofdstuk, wegens niet-nakoming van de maatregelen die een partij ter uitvoering van dit hoofdstuk heeft ingesteld,
die zich voordoet in het kader van een onder deze overeenkomst vallende opdracht waarbij de leverancier belang heeft of heeft gehad. In ieder geval zien de partijen erop toe dat de beroepsinstantie, indien een leverancier beroep instelt, de besluiten van hun aanbestedende diensten over de vraag of een bepaalde opdracht onder dit hoofdstuk valt, kan onderzoeken.
De procedurele regels voor alle beroepsprocedures worden op schrift gesteld en openbaar gemaakt via een elektronisch en/of gedrukt medium.
2.
Indien een leverancier in het kader van een onder deze overeenkomst vallende opdracht waarbij hij een belang heeft of heeft gehad een klacht indient wegens inbreuk of niet-nakoming als bedoeld in lid 1, moedigt de partij waartoe de aanbestedende dienst behoort, de dienst en de leverancier aan het geschil door overleg te beslechten. De aanbestedende dienst neemt dergelijke klachten tijdig en onbevooroordeeld in beraad op een wijze die geen afbreuk doet aan de deelname van de leverancier aan lopende of toekomstige aanbestedingen of aan diens recht om door middel van de procedure voor bestuurlijke of rechterlijke toetsing corrigerende maatregelen te vragen.
3.
Iedere leverancier krijgt voldoende tijd om een beroep voor te bereiden en in te stellen; deze termijn bedraagt ten minste tien dagen vanaf het tijdstip waarop de grond voor het beroep voor de leverancier bekend is geworden of redelijkerwijs bekend had moeten worden.
4.
Door elk van beide partijen wordt ten minste één onpartijdige en van de aanbestedende diensten onafhankelijke bestuurlijke of rechterlijke instantie ingesteld of aangewezen om een beroep door een leverancier in het kader van een onder deze overeenkomst vallende opdracht te ontvangen en te beoordelen.
5.
Indien een beroep in eerste aanleg wordt beoordeeld door een andere dan een van de in lid 4 bedoelde instanties, ziet de partij erop toe dat de leverancier tegen de oorspronkelijke beslissing beroep kan instellen bij een onpartijdige bestuurlijke of rechterlijke instantie die onafhankelijk is van de aanbestedende dienst die de aanbesteding heeft uitgeschreven waarop het beroep betrekking heeft.
6.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat, indien het een beslissing van een niet-rechterlijke beroepsinstantie betreft, rechterlijke toetsing mogelijk is of de regels inzake procesvoering bepalen dat:
a)
de aanbestedende dienst schriftelijk op het beroep reageert en alle relevante documenten aan de beroepsinstantie ter beschikking stelt;
b)
de partijen bij de procedure het recht hebben te worden gehoord alvorens de beroepsinstantie een beslissing neemt over het beroep;
c)
de partijen bij de procedure het recht hebben zich te laten vertegenwoordigen en vergezellen;
d)
de partijen bij de procedure toegang hebben tot alle zittingen in het kader van de procedure;
e)
de partijen het recht hebben te verzoeken dat de zittingen in het openbaar plaatsvinden en dat getuigen deze mogen bijwonen; en
f)
de beroepsinstantie haar beslissingen of aanbevelingen tijdig schriftelijk aanneemt en de grondslag van elke beslissing of aanbeveling daarbij toelicht.
7.
Elk van beide partijen stelt procedures in, of handhaaft deze, die voorzien in:
a)
snelle voorlopige maatregelen die de mogelijkheid van de leverancier om aan de aanbesteding deel te nemen in stand houden. Dergelijke voorlopige maatregelen kunnen aanleiding geven tot opschorting van de aanbestedingsprocedure. Er kan worden bepaald dat bij het nemen van de beslissing over het al dan niet toepassen van dergelijke maatregelen rekening mag worden gehouden met doorslaggevende negatieve gevolgen voor de belangen die op het spel staan, waaronder het algemeen belang. Een beslissing om niet op te treden wordt schriftelijk gemotiveerd; en
b)
corrigerende maatregelen of compensatie voor het geleden verlies of de geleden schade, indien de beroepsinstantie heeft vastgesteld dat een inbreuk of niet-nakoming als bedoeld in lid 1 heeft plaatsgevonden; deze corrigerende maatregelen of compensatie kunnen beperkt blijven tot de voor het opstellen van de inschrijving of het instellen van het beroep gemaakte kosten. Indien de opdracht reeds is gegund, kunnen de partijen bepalen dat geen corrigerende maatregelen kunnen worden getroffen.
ARTIKEL 9.18
Wijziging en rectificatie van het toepassingsgebied
Kennisgeving van voorgenomen wijziging
1.
Een partij stelt de andere partij in kennis van elke voorgenomen rectificatie, verplaatsing van een aanbestedende dienst van een bijlage naar een andere, schrapping van een aanbestedende dienst of andere wijziging ("wijziging") van de bijlagen 9-A tot en met 9-I.
2.
Voor elke voorgestelde schrapping van een aanbestedende dienst uit de bijlagen 9-A tot en met 9-G op grond van het feit dat de overheidscontrole over of overheidsinvloed op de onder deze overeenkomst vallende opdrachten van de aanbestedende dienst feitelijk is beëindigd, neemt de partij die de wijziging voorstelt ("wijzigende partij"), in de kennisgeving bewijs op van het feit dat deze overheidscontrole of overheidsinvloed daadwerkelijk is beëindigd. De overheidscontrole over of de overheidsinvloed op de onder dit hoofdstuk vallende in bijlage 9-C genoemde aanbestedende diensten wordt geacht daadwerkelijk te zijn beëindigd indien:
a)
voor de Unie: de aanbestedende dienst een aan concurrentie onderworpen activiteit verricht; en
b)
voor Singapore: de aanbestedende dienst is geprivatiseerd.
Indien de overheidscontrole over of de overheidsinvloed op de onder deze overeenkomst vallende opdrachten van een aanbestedende dienst van een partij feitelijk is beëindigd, heeft de andere partij geen recht op compenserende aanpassingen.
3.
Voor alle andere voorgenomen wijzigingen neemt de wijzigende partij in de kennisgeving informatie op over de waarschijnlijke gevolgen van de verandering voor het toepassingsgebied van dit hoofdstuk. Wanneer de wijzigende partij kleine wijzigingen of technische rectificaties van louter formele aard voorstelt die geen invloed hebben op onder deze overeenkomst vallende opdrachten, geeft zij ten minste elke twee jaar kennis van deze wijzigingen.
Oplossen van bezwaren
4.
Indien de andere partij bezwaar maakt ("bezwaarmakende partij") tegen de kennisgeving door de wijzigende partij, trachten de partijen het bezwaar op te lossen via bilateraal overleg, zo nodig ook via overleg in het bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten. Bij dit overleg houden de partijen rekening met:
a)
in geval van een kennisgeving overeenkomstig lid 2: bewijsmateriaal betreffende de daadwerkelijke beëindiging van de overheidscontrole over of de overheidsinvloed op de onder deze overeenkomst vallende opdrachten van een aanbestedende dienst;
b)
in geval van een kennisgeving overeenkomstig lid 3: bewijs dat de voorgestelde wijziging het toepassingsgebied van dit hoofdstuk niet verandert; en
c)
eisen met betrekking tot de noodzaak voor of het niveau van compenserende aanpassingen die voortvloeien uit wijzigingen waarvan overeenkomstig lid 1 is kennisgegeven. De aanpassingen kunnen bestaan uit een compenserende uitbreiding van het toepassingsgebied door de wijzigende partij of uit een intrekking van een gelijkwaardig toepassingsgebied door de bezwaarmakende partij, teneinde het evenwicht van rechten en verplichtingen te behouden en het onderling overeengekomen toepassingsgebied op een vergelijkbaar niveau te houden.
5.
Indien de bezwaarmakende partij na bilateraal overleg overeenkomstig lid 4 van oordeel is dat er sprake is van een of meer van de volgende situaties:
a)
in het geval van lid 4, onder a): de overheidscontrole over of de overheidsinvloed op een onder deze overeenkomst vallende opdracht van een aanbestedende dienst is niet daadwerkelijk beëindigd;
b)
in het geval van lid 4, onder b): een wijziging voldoet niet aan de criteria van lid 3, en verandert het toepassingsgebied, en daarvoor zijn compenserende aanpassingen vereist; of
c)
in het geval van lid 4, onder c): de tijdens het overleg tussen de partijen voorgestelde compenserende aanpassingen zijn niet voldoende om het onderling overeengekomen toepassingsgebied op een vergelijkbaar niveau te houden,
kunnen de partijen gebruik maken van het geschillenbeslechtingsmechanisme van hoofdstuk veertien (Geschillenbeslechting).
Tenuitvoerlegging
6.
Een voorgenomen wijziging treedt pas in werking als:
a)
de andere partij bij de wijzigende partij geen schriftelijk bezwaar tegen de voorgenomen wijziging heeft gemaakt binnen vijfenveertig dagen vanaf de datum waarop is kennisgegeven van de voorgenomen wijzigingen;
b)
de bezwaarmakende partij de wijzigende partij heeft meegedeeld dat zij haar bezwaar intrekt;
c)
de partijen na behoorlijk overleg overeenkomstig lid 4 overeenstemming hebben bereikt; of
d)
het bezwaar is opgelost via het geschillenbeslechtingsmechanisme bedoeld in lid 5.
ARTIKEL 9.19
Verantwoordelijkheden van het Comité
De partijen kunnen in het bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten:
a)
de regels voor statistische verslaglegging overeenkomstig artikel 9.15 (Transparantie op het gebied van overheidsopdrachten), lid 4, vaststellen;
b)
nog gaande kennisgevingen van wijzigingen van het toepassingsgebied onderzoeken en bijwerkingen van de lijst van aanbestedende diensten in de bijlagen 9-A tot en met 9-C goedkeuren;
c)
compenserende aanpassingen die voortvloeien uit wijzigingen die het toepassingsgebied veranderen goedkeuren;
d)
zo nodig de indicatieve criteria op grond waarvan wordt vastgesteld dat de overheidscontrole over of de overheidsinvloed op de onder deze overeenkomst vallende opdrachten van een aanbestedende dienst daadwerkelijk is beëindigd, herzien;
e)
criteria vaststellen op grond waarvan het niveau van de compenserende aanpassingen van het toepassingsgebied wordt bepaald;
f)
kwesties met betrekking tot overheidsopdrachten die haar door een partij worden voorgelegd onderzoeken;
g)
informatie betreffende kansen op deelname aan overheidsopdrachten, met inbegrip van die op subcentraal niveau, in elk van beide partijen uitwisselen; en
h)
alle andere aangelegenheden met betrekking tot de werking van dit hoofdstuk bespreken.
De partijen kunnen in het bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten alle voor de toepassing van het bepaalde onder a) tot en met h) vereiste beslissingen nemen.
ARTIKEL 9.20
Aanpassing aan de GPA-bepalingen
Indien de herziene GPA wordt gewijzigd of wordt vervangen door een andere overeenkomst, wijzigen de partijen dit hoofdstuk zo nodig bij beslissing in het bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten.
HOOFDSTUK TIEN
INTELLECTUELE EIGENDOM
ARTIKEL 10.1
Doelstellingen
1.
De doelstellingen van dit hoofdstuk zijn:
a)
het bevorderen van de productie en de verhandeling van innovatieve en creatieve producten en de verrichting van diensten tussen de partijen; en
b)
het vergroten van de voordelen van handel en investeringen via een toereikend en doeltreffend beschermingsniveau voor intellectuele-eigendomsrechten en maatregelen voor de doeltreffende handhaving van deze rechten.
2.
De in deel I van de TRIPs-Overeenkomst uiteengezette doelstellingen en beginselen, met name artikel 7 (Doelstellingen) en artikel 8 (Beginselen), zijn van overeenkomstige toepassing op dit hoofdstuk.
Afdeling A
BEGINSELEN
ARTIKEL 10.2
Toepassingsgebied en definities
1.
De partijen herinneren aan hun verbintenissen uit hoofde van de internationale verdragen inzake intellectuele eigendom, waaronder de TRIPs-Overeenkomst en het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (van 20 maart 1883, zoals herzien te Stockholm op 15 juli 1967; "Verdrag van Parijs"). Dit hoofdstuk is een aanvulling op de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van de TRIPs-Overeenkomst en andere internationale verdragen op het gebied van intellectuele eigendom waarbij zij beide partij zijn.
2.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk behoren tot de intellectuele-eigendomsrechten:
a)
alle categorieën intellectuele eigendom die vallen onder deel II, titels 1 tot en met 7, van de TRIPs-Overeenkomst, namelijk:
i)
auteursrecht en naburige rechten;
ii)
octrooien;
iii)
handelsmerken;
iv)
modellen;
v)
ontwerpen voor schakelpatronen (topografieën) van geïntegreerde schakelingen;
vi)
geografische aanduidingen;
vii)
bescherming van niet-openbaargemaakte informatie; en
b)
kwekersrechten.
ARTIKEL 10.3
Uitputting
Het staat elk van beide partijen vrij om, onverminderd het bepaalde in de TRIPs-Overeenkomst, haar eigen regeling voor de uitputting van intellectuele-eigendomsrechten vast te stellen.
Afdeling B
NORMEN BETREFFENDE INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN
ONDERAFDELING A
AUTEURSRECHT EN NABURIGE RECHTEN
ARTIKEL 10.4
Geboden bescherming
De partijen nemen de rechten en verplichtingen in acht die zijn neergelegd in de Berner Conventie tot bescherming van literaire en artistieke werken (van 9 september 1886, zoals laatstelijk herzien te Parijs op 24 juli 1971), het WIPO-verdrag inzake auteursrecht (aangenomen te Genève op 20 december 1996), het WIPO-verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen (aangenomen te Genève op 20 december 1996) en de TRIPs-Overeenkomst. De partijen kunnen voorzien in bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties overeenkomstig het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (aangenomen te Rome op 26 oktober 1961).
ARTIKEL 10.5
Duur van de bescherming
1.
Elk van beide partijen bepaalt dat wanneer de duur van de bescherming van een werk op basis van het leven van de auteur moet worden berekend, deze duur niet korter is dan het leven van de auteur plus zeventig jaar na diens overlijden.
2.
Ingeval van een gemeenschappelijk auteursrecht op een zelfde werk wordt de in lid 1 vastgestelde termijn berekend vanaf de dag van overlijden van de langstlevende auteur.
3.
De duur van de bescherming van cinematografische werken bedraagt ten minste zeventig jaar nadat het werk met toestemming van de auteur voor het publiek toegankelijk is gemaakt of, indien dit niet binnen vijftig jaar vanaf de totstandkoming van een dergelijk werk is gebeurd, ten minste zeventig jaar na de totstandkoming ervan.
4.
De duur van de bescherming van rechten op fonogrammen bedraagt niet minder dan vijftig jaar na de totstandkoming ervan en, indien het fonogram binnen deze termijn op geoorloofde wijze is gepubliceerd, niet minder dan zeventig jaar na de datum van die eerste publicatie.
5.
De duur van de bescherming van rechten op programma's bedraagt niet minder dan vijftig jaar na de eerste uitzending of totstandkoming van het programma.
6.
De in dit artikel gestelde termijnen worden berekend vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het feit dat de termijn doet ingaan.
ARTIKEL 10.6
Producenten van fonogrammen
Elk van beide partijen verleent producenten van fonogrammen recht op een enkele billijke vergoeding voor het gebruik van voor commerciële doeleinden gepubliceerde fonogrammen of reproducties daarvan ten behoeve van draadloze uitzending of openbare uitvoering, .
ARTIKEL 10.7
Volgrechten
De partijen komen overeen van gedachten te wisselen en informatie uit te wisselen over de praktijk en het beleid met betrekking tot het volgrecht van kunstenaars.
ARTIKEL 10.8
Samenwerking bij het collectieve beheer van rechten
De partijen streven ernaar de dialoog en de samenwerking tussen hun respectieve maatschappijen voor collectief beheer te bevorderen teneinde de toegang tot en de levering van inhoud tussen de grondgebieden van de partijen te vergemakkelijken en de overdracht van royalty's voor het gebruik van werken of ander door auteursrechten beschermd materiaal te waarborgen.
ARTIKEL 10.9
Bescherming van technische voorzieningen
1.
Elk van beide partijen voorziet in een adequate rechtsbescherming en doeltreffende rechtsmiddelen tegen het onwerkzaam maken van doeltreffende technische voorzieningen die door auteurs, uitvoerende kunstenaars of producenten van fonogrammen worden gebruikt in verband met de uitoefening van hun rechten op hun werken, uitvoeringen en fonogrammen, en welke voorzieningen beletten dat met betrekking tot die werken, uitvoeringen en fonogrammen handelingen worden verricht waarvoor zij geen toestemming hebben verleend of die volgens de interne wetgeving niet geoorloofd zijn.
2.
Teneinde te voorzien in de in lid 1 bedoelde adequate rechtsbescherming en doeltreffende rechtsmiddelen biedt elk van beide partijen ten minste bescherming tegen:
a)
binnen de grenzen van haar interne wetgeving:
i)
het zonder toestemming onwerkzaam maken van een doeltreffende technische voorziening, terwijl men weet of redelijkerwijs kan weten waarmee men bezig is; en
ii)
het aan het publiek aanbieden door marketing van een technische inrichting of een product, met inbegrip van computerprogramma's, of een dienst, als middel om een doeltreffende technische voorziening onwerkzaam te maken; en
b)
de vervaardiging, invoer of distributie van een technische inrichting of een product, met inbegrip van computerprogramma's, of de verlening van een dienst die of dat:
i)
primair is ontwikkeld, geproduceerd of verleend om een doeltreffende technische voorziening onwerkzaam te maken; of
ii)
buiten het onwerkzaam maken van een doeltreffende technische voorziening een commercieel doel van slechts beperkt belang dient.
3.
Bij het voorzien in een adequate rechtsbescherming en doeltreffende rechtsmiddelen overeenkomstig lid 1, kan een partij passende beperkingen of uitzonderingen op maatregelen ter uitvoering van de leden 1 en 2 vaststellen of handhaven. De uit de leden 1 en 2 voortvloeiende verplichtingen doen geen afbreuk aan de rechten, beperkingen, uitzonderingen of verweermiddelen tegen inbreuken op auteursrechten of naburige rechten volgens de interne wetgeving van een partij.
ARTIKEL 10.10
Bescherming van informatie over het beheer van rechten
1.
Ter bescherming van elektronische informatie betreffende het beheer van rechten voorziet elk van beide partijen in adequate rechtsbescherming en doeltreffende rechtsmiddelen tegen personen die, in het besef dat zij daarvoor geen toestemming hebben, een van de volgende handelingen verrichten terwijl zij weten, of bij civiele rechtsmiddelen redelijkerwijs kunnen weten, dat deze handelingen zullen aanzetten tot een inbreuk op een auteursrecht of naburig recht, of een dergelijke inbreuk mogelijk zullen maken, zullen vergemakkelijken of verbergen. Die handelingen zijn:
a)
handelingen ter verwijdering of wijziging van elektronische informatie betreffende het beheer van rechten;
b)
handelingen ter distributie, invoer voor distributie, uitzending, communicatie of het beschikbaar stellen aan het publiek van kopieën van werken, uitvoeringen of fonogrammen, in de wetenschap dat elektronische informatie betreffende het beheer van rechten is verwijderd of gewijzigd zonder toestemming daartoe.
2.
Bij het voorzien in een adequate rechtsbescherming en doeltreffende rechtsmiddelen overeenkomstig lid 1, kan een partij passende beperkingen of uitzonderingen op maatregelen ter uitvoering van lid 1 vaststellen of handhaven. De uit lid 1 voortvloeiende verplichtingen doen geen afbreuk aan de rechten, beperkingen, uitzonderingen of verweermiddelen tegen inbreuken op auteursrechten of naburige rechten volgens de interne wetgeving van een partij.
ARTIKEL 10.11
Uitzonderingen en beperkingen
De partijen kunnen slechts in beperkingen van of uitzonderingen op de in artikel 10.6 (Producenten van fonogrammen) bedoelde rechten voorzien in bepaalde bijzondere gevallen die niet in strijd zijn met een normale exploitatie van het werk of ander materiaal en de rechtmatige belangen van de houders van een recht niet op onredelijke wijze schaden.
ONDERAFDELING B
HANDELSMERKEN
ARTIKEL 10.12
Internationale overeenkomsten
Elk van beide partijen stelt alles wat redelijkerwijs mogelijk is in het werk om het Verdrag inzake het handelsmerkenrecht (aangenomen te Genève op 27 oktober 1994) en het Verdrag van Singapore inzake handelsmerkenrecht (aangenomen te Singapore op 27 maart 2006) in acht te nemen.
ARTIKEL 10.13
Registratieprocedure
Elk van beide partijen zorgt voor een systeem voor de registratie van handelsmerken waarbij de desbetreffende handelsmerkinstantie een weigering om een handelsmerk in te schrijven schriftelijk moet motiveren. De aanvrager heeft de kans om tegen die weigering beroep in te stellen bij een rechterlijke instantie. Elk van beide partijen biedt derden de mogelijkheid om zich tegen de inschrijving van een handelsmerk te verzetten. Elk van beide partijen voorziet in een openbaar toegankelijke elektronische databank voor aanvragen voor en de registratie van handelsmerken.
ARTIKEL 10.14
Bekende handelsmerken
De partijen beschermen bekende handelsmerken overeenkomstig de TRIPs-Overeenkomst. Voor de vaststelling of een handelsmerk bekend is, houden de partijen rekening met de gezamenlijke aanbeveling betreffende bepalingen inzake de bescherming van bekende handelsmerken van de vergadering van de Unie van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom en de algemene vergadering van de WIPO tijdens de 34e reeks bijeenkomsten van de vergaderingen van de WIPO-lidstaten van 20-29 september 1999.
ARTIKEL 10.15
Uitzonderingen op de rechten die zijn verbonden aan een handelsmerk
Elk van beide partijen:
a)
zorgt voor een eerlijk gebruik van beschrijvende termen als beperkte uitzondering op de aan een handelsmerk verbonden rechten; en
b)
kan in andere beperkte uitzonderingen voorzien,
mits bij die uitzonderingen rekening wordt gehouden met de legitieme belangen van de houders van de handelsmerken en van derden.
ONDERAFDELING C
GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
ARTIKEL 10.16
Toepassingsgebied
1.
Onderafdeling C (Geografische aanduidingen) is van toepassing op de erkenning en bescherming van geografische aanduidingen voor wijnen, gedistilleerde dranken, landbouwproducten en levensmiddelen van oorsprong uit de grondgebieden van de partijen.
2.
Geografische aanduidingen uit een partij die door de andere partij moeten worden beschermd, vallen enkel onder onderafdeling C (Geografische aanduidingen) indien zij in het land van oorsprong als geografische aanduidingen worden erkend en gevoerd worden.
ARTIKEL 10.17
Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen
1.
Elk van beide partijen stelt bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst systemen voor de registratie en bescherming van geografische aanduidingen op haar grondgebied vast voor de categorieën van wijnen, gedistilleerde dranken, landbouwproducten en levensmiddelen die zij passend acht.
2.
De in lid 1 bedoelde systemen bevatten onder andere de volgende elementen:
a)
een nationaal register;
b)
een administratieve procedure om na te gaan of de in het in lid 2, onder a), bedoelde nationale register vermelde of te vermelden geografische aanduidingen aangeven dat waren hun oorsprong hebben op het grondgebied van een partij, of een regio of plaats op dat grondgebied, waarbij een bepaalde kwaliteit, reputatie of ander kenmerk van de waren in wezen valt toe te schrijven aan de geografische oorsprong ervan;
c)
een bezwaarprocedure om de legitieme belangen van derden in aanmerking te kunnen nemen; en
d)
wettelijke middelen waarmee vermeldingen in het in lid 2, onder a), bedoelde nationale register kunnen worden gecorrigeerd en geschrapt en die rekening houden met de legitieme belangen van derden en de houders van rechten op de desbetreffende geregistreerde geografische aanduidingen.
3.
De partijen komen, zo snel mogelijk nadat de procedures voor de bescherming van geografische aanduidingen in elk van beide partijen zijn afgerond voor alle in bijlage 10-A vermelde benamingen, bijeen om in het in artikel 16.1 (Handelscomité) bedoelde Handelscomité een beslissing te nemen over de opname in bijlage 10-B van de in bijlage 10-A vermelde benamingen van elk van beide partijen die als geografische aanduidingen beschermd zijn en blijven in het kader van het in lid 2 bedoelde respectieve systeem van de partijen.
ARTIKEL 10.18
Wijziging van de lijst van geografische aanduidingen
De partijen komen overeen dat de in bijlage 10-B opgenomen lijst van geografische aanduidingen voor wijnen, gedistilleerde dranken, landbouwproducten en levensmiddelen die door elk van beide partijen op grond van onderafdeling C (Geografische aanduidingen) moeten worden beschermd, kan worden gewijzigd. Voor dergelijke wijzigingen van bijlage 10-B is vereist dat de geografische aanduidingen als geografische aanduidingen beschermd zijn en blijven in het kader van het in artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 2, bedoelde respectieve systeem van de partijen.
ARTIKEL 10.19
Toepassingsgebied van de bescherming van geografische aanduidingen
1.
Onverminderd artikel 10.22 (Algemene bepalingen) verschaft elk van beide partijen met betrekking tot geografische aanduidingen voor wijnen, gedistilleerde dranken, landbouwproducten en levensmiddelen die zijn opgenomen in bijlage 10-B en als geografische aanduidingen beschermd blijven in het kader van haar in artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 2, bedoelde systeem belanghebbenden de wettelijke middelen om:
a)
het gebruik te voorkomen van middelen in de benaming of voorstelling van waren waarmee wordt aangegeven of gesuggereerd dat de waren in kwestie hun oorsprong hebben in een ander geografisch gebied dan de werkelijke plaats van oorsprong op een wijze die het publiek misleidt ten aanzien van de geografische oorsprong van de waren; en
b)
elk ander gebruik te voorkomen dat een daad van oneerlijke mededinging vormt in de zin van artikel 10 bis (Oneerlijke mededinging) van het Verdrag van Parijs.
2.
Onverminderd artikel 10.22 (Algemene bepalingen) verschaft elk van beide partijen met betrekking tot geografische aanduidingen voor wijnen en gedistilleerde dranken die zijn opgenomen in bijlage 10-B en als geografische aanduidingen beschermd blijven in het kader van haar in artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 2, bedoelde systeem belanghebbenden de wettelijke middelen om het gebruik te voorkomen van geografische aanduidingen waarmee wijnen worden aangeduid voor wijnen die niet van oorsprong zijn uit de plaats die met de betrokken geografische aanduiding wordt aangegeven of waarmee gedistilleerde dranken worden aangeduid voor gedistilleerde dranken die niet van oorsprong zijn uit de plaats die met de betrokken geografische aanduiding wordt aangegeven, zelfs indien:
a)
de werkelijke oorsprong van de goederen is aangegeven;
b)
een vertaling van de geografische aanduiding wordt gebruikt; of
c)
de geografische aanduiding vergezeld gaat van uitdrukkingen als "genre", "type", "stijl", "imitatie" en dergelijke.
3.
Onverminderd artikel 10.22 (Algemene bepalingen) verschaft elk van beide partijen met betrekking tot geografische aanduidingen voor landbouwproducten en levensmiddelen die zijn opgenomen in bijlage 10-B en als geografische aanduidingen beschermd blijven in het kader van haar in artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 2, bedoelde systeem belanghebbenden de wettelijke middelen om het gebruik te voorkomen van geografische aanduidingen waarmee waren worden aangeduid voor soortgelijke waren die niet van oorsprong zijn uit de plaats die met de betrokken geografische aanduiding wordt aangegeven, zelfs indien:
a)
de werkelijke oorsprong van de goederen is aangegeven;
b)
een vertaling van de geografische aanduiding wordt gebruikt; of
c)
de geografische aanduiding vergezeld gaat van uitdrukkingen als "genre", "type", "stijl", "imitatie" en dergelijke.
4.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) verlangt dat een partij haar bepalingen met betrekking tot een geografische aanduiding toepast indien een houder van een recht nalaat:
a)
de registratie te verlengen; of
b)
een minimale commerciële activiteit of een minimaal commercieel belang te behouden, met inbegrip van de verhandeling, de verkoopbevordering of de marktmonitoring,
van de geografische aanduiding op de markt van die partij.
5.
Onverminderd artikel 23, lid 3, van de TRIPs-Overeenkomst bepaalt elk van beide partijen de praktische voorwaarden waaronder homonieme geografische aanduidingen van elkaar zullen worden onderscheiden op haar grondgebied, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak een billijke behandeling van de betrokken producenten te garanderen en ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid.
6.
Wanneer een partij een aanvraag ontvangt voor de registratie of bescherming van een geografische aanduiding die homoniem is met een van de in bijlage 10-B opgenomen geografische aanduidingen, houdt zij rekening met de zienswijze en opmerkingen van de aanvrager en de betrokken producenten bij het bepalen van de voorwaarden waaronder de geografische aanduidingen van elkaar zullen worden onderscheiden.
ARTIKEL 10.20
Gebruiksrecht van geografische aanduidingen
Het recht tot gebruikmaking van een uit hoofde van onderafdeling C (Geografische aanduidingen) beschermde geografische aanduiding is niet beperkt tot de aanvrager, mits dit gebruik verband houdt met de door deze geografische aanduiding geïdentificeerde waren.
ARTIKEL 10.21
Verband met handelsmerken
1.
Onverminderd artikel 10.22 (Algemene bepalingen) wordt, met betrekking tot in bijlage 10-B opgenomen geografische aanduidingen die als geografische aanduidingen beschermd blijven in het kader van het in artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 2, bedoelde systeem van een partij, de registratie van een handelsmerk voor waren dat een geografische aanduiding waarmee soortgelijke waren worden geïdentificeerd bevat of uit een dergelijke geografische aanduiding bestaat, ambtshalve geweigerd of nietig verklaard indien dit volgens de interne wetgeving van die partij mogelijk is, dan wel op verzoek van een belanghebbende, met betrekking tot waren die niet de oorsprong van de betrokken geografische aanduiding hebben, mits de registratie van het handelsmerk is aangevraagd na de datum waarop de registratie van de geografische aanduiding op het betrokken grondgebied is aangevraagd.
2.
Onverminderd lid 4 erkennen de partijen dat het bestaan van een ouder conflicterend handelsmerk in een partij niet volledig in de weg staat aan de registratie van een latere geografische aanduiding voor soortgelijke waren in die partij.
3.
Wanneer een handelsmerk te goeder trouw is aangevraagd of ingeschreven, of wanneer rechten op een handelsmerk door gebruik te goeder trouw zijn verworven, indien de interne wetgeving van de partijen deze mogelijkheid biedt, hetzij:
a)
vóór de datum waarop de bescherming van de geografische aanduiding op het betrokken grondgebied is aangevraagd, hetzij
b)
vóór de bescherming van de geografische aanduiding in haar land van oorsprong,
mogen maatregelen aangenomen ter toepassing van onderafdeling C (Geografische aanduidingen) niet wegens het feit dat dit handelsmerk identiek is met of soortgelijk is aan een geografische aanduiding een beletsel vormen voor het voor inschrijving in aanmerking komen van dat handelsmerk, voor de geldigheid van de inschrijving van dat handelsmerk of voor het recht dat handelsmerk te gebruiken.
4.
De partijen zijn niet verplicht een geografische aanduiding te beschermen overeenkomstig onderafdeling C (Geografische aanduidingen) wanneer de bescherming de consument gezien de reputatie of bekendheid van een handelsmerk kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van het product.
ARTIKEL 10.22
Algemene bepalingen
1.
Op de invoer, uitvoer en verhandeling van de in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) vermelde producten op het grondgebied van een partij is de interne wetgeving van die partij van toepassing.
2.
Voor landbouwproducten en levensmiddelen verlangt geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) dat een partij het voortgezette en soortgelijke gebruik belet van een geografische aanduiding van de andere partij in verband met waren of diensten door een van zijn onderdanen of ingezetenen die deze geografische aanduiding voortdurend heeft gebruikt voor dezelfde of aanverwante waren of diensten op het grondgebied van die partij:
a)
hetzij gedurende ten minste tien jaar vóór 1 januari 2004,
b)
hetzij te goeder trouw vóór die datum.
3.
Met betrekking tot de in bijlage 10-B op te nemen geografische aanduidingen wordt, wanneer ouder gebruik is vastgesteld overeenkomstig:
a)
de oppositieprocedures tijdens de nationale registratieprocedures; of
b)
een gerechtelijke procedure,
dit ouder gebruik vermeld in bijlage 10-B voor de betrokken geografische aanduiding:
i)
in het geval van lid 3, onder a): overeenkomstig het mechanisme van artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 3; en
ii)
in het geval van lid 3, onder b): overeenkomstig het mechanisme van artikel 10.18 (Wijziging van de lijst van geografische aanduidingen).
4.
Elk van beide partijen kan de praktische voorwaarden bepalen waaronder dergelijk ouder gebruik zal worden onderscheiden van de geografische aanduiding op haar grondgebied, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid.
5.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) verlangt dat een partij de bepalingen hiervan toepast met betrekking tot een geografische aanduiding van de andere partij voor waren of diensten waarvoor de desbetreffende aanduiding identiek is met de in de omgangstaal gebruikelijke term als soortnaam voor deze waren of diensten op het grondgebied van die partij.
6.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) verlangt dat een partij de bepalingen hiervan toepast met betrekking tot een in een geografische aanduiding van de andere partij vervatte benaming voor waren of diensten waarvan de benaming identiek is met de in de omgangstaal gebruikelijke term als soortnaam voor deze waren of diensten op het grondgebied van die partij.
7.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) verlangt dat een partij de bepalingen hiervan toepast met betrekking tot een geografische aanduiding van de andere partij voor voortbrengselen van de wijnstok waarvoor de desbetreffende aanduiding identiek is met de gangbare naam van een druivensoort die op het grondgebied van die partij voorkomt op de datum van inwerkingtreding van de WTO-overeenkomst in die partij.
8.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) belet een partij om een term die conflicteert met de naam van een planten- of dierenras als geografische aanduiding te beschermen overeenkomstig haar interne wetgeving.
9.
Een partij kan bepalen dat een krachtens onderafdeling C (Geografische aanduidingen) gedaan verzoek in verband met het gebruik of de inschrijving van een handelsmerk moet worden ingediend binnen vijf jaar nadat het strijdige gebruik van de beschermde aanduiding algemeen bekend is geworden in die partij of na de datum van inschrijving van het handelsmerk in die partij, mits het handelsmerk op die datum is gepubliceerd, indien deze datum eerder valt dan de datum waarop het strijdige gebruik algemeen bekend werd in die partij, op voorwaarde dat de geografische aanduiding niet te kwader trouw wordt gebruikt of geregistreerd.
10.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) doet afbreuk aan het recht van een persoon om voor handelsdoeleinden zijn naam of de naam van zijn voorganger in zaken te gebruiken, behalve wanneer deze naam op zodanige wijze wordt gebruikt dat het publiek daardoor wordt misleid.
11.
Geen enkele bepaling in onderafdeling C (Geografische aanduidingen) verplicht een partij ertoe een geografische aanduiding van de andere partij te beschermen die niet of niet langer wordt beschermd volgens de interne wetgeving van het land van oorsprong. De partijen stellen elkaar ervan in kennis wanneer een geografische aanduiding in het land van oorsprong niet langer wordt beschermd.
ARTIKEL 10.23
Verband met het Handelscomité
Het bij artikel 16.1 (Handelscomité) opgerichte Handelscomité is bevoegd om:
a)
besluiten te nemen inzake de opname in bijlage 10-B als bedoeld in artikel 10.17 (Systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen), lid 3; en
b)
bijlage 10-B te wijzigen overeenkomstig artikel 10.18 (Wijziging van de lijst van geografische aanduidingen).
ONDERAFDELING D
MODELLEN
ARTIKEL 10.24
Voorwaarden voor de bescherming van geregistreerde modellen
1.
De partijen voorzien in de bescherming van onafhankelijk gecreëerde modellen die nieuw of oorspronkelijk zijn. In deze bescherming wordt voorzien door registratie, waardoor houders van het recht daarop exclusieve rechten overeenkomstig het bepaalde in onderafdeling D (Modellen) krijgen.
2.
De bescherming van modellen strekt zich niet uit tot modellen waarvoor hoofdzakelijk technische of functionele overwegingen bepalend zijn.
3.
Een model dat strijdig is met de openbare orde of de goede zeden, is niet vatbaar voor bescherming door een recht inzake modellen.
ARTIKEL 10.25
Door registratie verkregen rechten
De eigenaar van een beschermd model heeft het recht derden die daartoe niet zijn toestemming hebben te beletten om ten minste artikelen te vervaardigen, te koop aan te bieden, te verkopen of in te voeren die hetzelfde uiterlijk vertonen als een model of waarin een model is belichaamd dat een kopie of in feite een kopie is van het beschermde model, wanneer deze handelingen voor handelsdoeleinden worden verricht.
ARTIKEL 10.26
Duur van de bescherming
De duur van de geboden bescherming bedraagt ten minste tien jaar vanaf de datum van de aanvraag.
ARTIKEL 10.27
Uitzonderingen
De partijen kunnen beperkte uitzonderingen op de bescherming van modellen vaststellen, mits deze uitzonderingen niet op onredelijke wijze strijdig zijn met de normale exploitatie van beschermde modellen en niet op onredelijke wijze de legitieme belangen van de eigenaar van het beschermde model schaden, rekening houdend met de legitieme belangen van derden.
ARTIKEL 10.28
Relatie met auteursrechten
De partijen voorzien in de mogelijkheid dat een in een partij overeenkomstig onderafdeling D (Modellen) geregistreerd model niet volledig is uitgesloten van bescherming uit hoofde van het interne auteursrecht van die partij. Die partij bepaalt de mate waarin en de voorwaarden waaronder een dergelijke bescherming wordt toegekend.
ONDERAFDELING E
OCTROOIEN
ARTIKEL 10.29
Internationale overeenkomsten
De partijen herinneren aan de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (aangenomen te Washington op 19 juni 1970, zoals gewijzigd op 28 september 1979 en 3 februari 1984). De partijen stellen alles wat redelijkerwijs mogelijk is in het werk om te voldoen aan de artikelen 1 tot en met 16 van het Verdrag inzake octrooirecht (aangenomen te Genève op 1 juni 2000) op een wijze die in overeenstemming is met hun interne wetgeving en procedures.
ARTIKEL 10.30
Octrooien en volksgezondheid
1.
De partijen erkennen het belang van de Verklaring inzake de TRIPs-Overeenkomst en de volksgezondheid, die op 14 november 2001 te Doha werd aangenomen door de ministeriële conferentie van de WTO. De partijen zien erop toe dat de uitlegging en uitvoering van de rechten en verplichtingen van onderafdeling E (Octrooien) en onderafdeling F (Bescherming van testgegevens die zijn ingediend met het oog op het verkrijgen van een administratieve vergunning voor het in de handel brengen van een farmaceutisch product) in overeenstemming zijn met die verklaring.
2.
De partijen nemen het besluit van de Algemene Raad van de WTO van 30 augustus 2003 betreffende de uitvoering van lid 6 van de Verklaring van Doha inzake de TRIPs-Overeenkomst en de volksgezondheid in acht, alsmede het besluit van de Algemene Raad van de WTO van 6 december 2005 betreffende de wijziging van de TRIPs-Overeenkomst, waarbij het Protocol tot wijziging van de TRIPs-Overeenkomst is vastgesteld.
ARTIKEL 10.31
Verlenging van de duur van de door een octrooi verleende rechten
De partijen erkennen dat farmaceutische producten die op hun respectieve grondgebied door een octrooi worden beschermd, aan een vergunningprocedure kunnen worden onderworpen voordat zij er in de handel worden gebracht. De partijen bieden de mogelijkheid om de duur van de door de octrooibescherming verleende rechten te verlengen om de octrooihouder te compenseren voor de verkorting van de effectieve duur van het octrooi als gevolg van de procedure voor het verkrijgen van een vergunning voor het in de handel brengen. De duur van de door de octrooibescherming verleende rechten mag met niet meer dan vijf jaar worden verlengd.
ARTIKEL 10.32
Samenwerking
De partijen komen overeen samen te werken rond initiatieven ter bevordering van:
a)
het verlenen van octrooien op basis van aanvragen van aanvragers uit een partij in de andere partij; en
b)
de kwalificatie en erkenning van professionele octrooigemachtigden van een partij op het grondgebied van de andere partij.
ONDERAFDELING F
BESCHERMING VAN TESTGEGEVENS
ARTIKEL 10.33
Bescherming van testgegevens die zijn ingediend
met het oog op het verkrijgen van een administratieve vergunning
voor het in de handel brengen van een farmaceutisch product
Wanneer een partij verlangt dat testgegevens of studies over de veiligheid en werkzaamheid van een farmaceutisch product worden ingediend alvorens een vergunning voor het in de handel brengen van dat product wordt verleend, staat de partij derden gedurende een periode van ten minste vijf jaar vanaf de datum waarop de vergunning in die partij is verleend, niet toe om hetzelfde of een soortgelijk product in de handel te brengen op basis van de vergunning voor het in de handel brengen die is verleend aan degene die de testgegevens of studies heeft ingediend, tenzij deze laatste daarmee heeft ingestemd,,.
ARTIKEL 10.34
Bescherming van testgegevens die zijn ingediend
met het oog op het verkrijgen van een administratieve vergunning
voor het in de handel brengen van een chemisch product voor de landbouw
1.
Wanneer een partij verlangt dat testgegevens of studies over de veiligheid en werkzaamheid van een chemisch product voor de landbouw worden ingediend alvorens een vergunning voor het in de handel brengen van dat product wordt verleend, staat de partij derden gedurende een periode van ten minste tien jaar vanaf de datum waarop de vergunning is verleend, niet toe om hetzelfde of een soortgelijk product in de handel te brengen op basis van de vergunning voor het in de handel brengen die is verleend aan degene die de testgegevens of studies heeft ingediend, tenzij deze laatste daarmee heeft ingestemd.
2.
Wanneer een partij met betrekking tot chemische producten voor de landbouw voorziet in maatregelen of procedures om herhaling van proeven op gewervelde dieren te voorkomen, kan die partij de voorwaarden en omstandigheden bepalen waaronder derden hetzelfde of een soortgelijk product in de handel kunnen brengen op basis van de vergunning voor het in handel brengen die is verleend aan degene die de testgegevens of studies heeft ingediend.
3.
Wanneer een partij verlangt dat testgegevens of studies over de veiligheid en werkzaamheid van een chemisch product voor de landbouw worden ingediend alvorens een vergunning voor het in de handel brengen van dat product wordt verleend, tracht de partij alles in het werk te stellen om de aanvraag spoedig te behandelen en zo onredelijke vertraging te voorkomen.
ONDERAFDELING G
KWEKERSRECHTEN
ARTIKEL 10.35
Internationale overeenkomsten
De partijen herbevestigen hun verplichtingen uit hoofde van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (aangenomen te Parijs op 2 december 1961, zoals laatstelijk herzien te Genève op 19 maart 1991), met inbegrip van hun bevoegdheid om de facultatieve uitzondering op het kwekersrecht als bedoeld in artikel 15, lid 2, van dat verdrag toe te passen.
Afdeling C
CIVIELRECHTELIJKE HANDHAVING VAN INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN
ARTIKEL 10.36
Algemene verplichtingen
1.
De partijen herbevestigen hun verbintenissen uit hoofde van de artikelen 41 tot en met 50 van de TRIPs-Overeenkomst en stellen in hun interne wetgeving met deze verbintenissen in overeenstemming zijnde maatregelen, procedures en rechtsmiddelen vast tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten waarop dit hoofdstuk van toepassing is.
2.
Voor de in lid 1 bedoelde maatregelen, procedures en rechtsmiddelen die door elk van beide partijen in haar interne wetgeving zijn vastgesteld, geldt in het bijzonder dat zij:
a)
in voorkomend geval rekening moeten houden met de noodzakelijke evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de belangen van derden;
b)
eerlijk en billijk moeten zijn;
c)
niet onnodig ingewikkeld of kostbaar mogen zijn en geen onredelijke termijnen of nodeloze vertragingen mogen inhouden; en
d)
zodanig moeten worden toegepast dat geen belemmeringen voor legitiem handelsverkeer worden gecreëerd en wordt voorzien in waarborgen tegen misbruik van deze maatregelen, procedures en rechtsmiddelen.
3.
Geen enkele bepaling in dit hoofdstuk doet af aan de bevoegdheid van de partijen om hun interne wetgeving in het algemeen toe te passen of schept een verplichting voor de partijen om hun bestaande wetgeving inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te wijzigen. Onverminderd de bovengenoemde algemene beginselen schept geen enkele bepaling in dit hoofdstuk een verplichting voor de partijen:
a)
om een rechtsstelsel in te voeren voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten naast dat voor de rechtshandhaving in het algemeen; of
b)
met betrekking tot de verdeling van middelen tussen de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en de rechtshandhaving in het algemeen.
ARTIKEL 10.37
Openbaarmaking van rechterlijke uitspraken
In civiele gerechtelijke procedures die zijn ingevoerd voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, neemt elk van beide partijen passende maatregelen volgens haar interne wetgeving en intern beleid om informatie over definitieve rechterlijke beslissingen te publiceren of ter beschikking van het publiek te stellen. Geen enkele bepaling in dit artikel verlangt dat een partij vertrouwelijke informatie verstrekt waarvan bekendmaking de rechtshandhaving zou belemmeren of anderszins in strijd zou zijn met het openbaar belang of schadelijk zou zijn voor de rechtmatige handelsbelangen van bepaalde openbare of particuliere ondernemingen. De partijen kunnen voorzien in andere bijkomende vormen van bekendmaking die passend zijn in de omstandigheden van het geval, zoals opvallende publiciteit.
ARTIKEL 10.38
Beschikbaarheid van civiele maatregelen, procedures en rechtsmiddelen
1.
De partijen stellen in hun interne wetgeving de in afdeling C (Civielrechtelijke handhaving van intellectuele-eigendomsrechten) bedoelde civiele maatregelen, procedures en rechtsmiddelen voor de in lid 2 omschreven intellectuele-eigendomsrechten ter beschikking van de houders van een recht.
2.
Voor de toepassing van afdeling C (Civielrechtelijke handhaving van intellectuele-eigendomsrechten) wordt verstaan onder:
a)
"houders van een recht": ook exclusieve licentiehouders en federaties en verenigingen die rechtens bevoegd zijn om die rechten te doen gelden; en
b)
"intellectuele-eigendomsrechten": alle categorieën intellectuele eigendom die vallen onder deel II, titels 1 tot en met 6, van de TRIPs-Overeenkomst.
ARTIKEL 10.39
Maatregelen ter bescherming van bewijsmateriaal
1.
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties de bevoegdheid hebben onmiddellijke en doeltreffende voorlopige maatregelen te gelasten:
a)
tegen een partij of in voorkomend geval een derde over wie de desbetreffende rechtelijke instantie jurisdictie heeft, om te beletten dat zich een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht voordoet, en met name om te beletten dat goederen waarmee inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht wordt gemaakt, in het verkeer worden gebracht; en
b)
om met betrekking tot de vermeende inbreuk van belang zijnd bewijsmateriaal te beschermen.
2.
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties de bevoegdheid hebben om, wanneer passend, voorlopige maatregelen te treffen zonder de wederpartij te hebben gehoord, met name wanneer uitstel vermoedelijk onherstelbare schade voor de houder van het recht zal veroorzaken of wanneer er een aantoonbaar risico is dat bewijsmateriaal zal worden vernietigd. Elk van beide partijen verleent haar rechterlijke instanties ten aanzien van procedures waarin de tegenpartij niet is gehoord, de bevoegdheid om met betrekking tot verzoeken om voorlopige maatregelen snel te handelen en onverwijld een beslissing te geven.
3.
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties, ten minste in gevallen van inbreuk op het auteursrecht of naburige rechten en namaak van handelsmerken, in civiele gerechtelijke procedures de bevoegdheid hebben de inbeslagneming of het anderszins in bewaring nemen te gelasten van verdachte goederen en van met de inbreuk verband houdende materialen en werktuigen alsmede, ten minste voor de namaak van handelsmerken, van met de inbreuk verband houdende schriftelijke bewijsstukken, ongeacht of dit originelen of kopieën daarvan betreft.
4.
Elk van beide partijen bepaalt dat haar instanties de bevoegdheid hebben om van de verzoeker in het kader van voorlopige maatregelen te verlangen dat deze redelijkerwijs beschikbaar bewijsmateriaal overlegt opdat zij zich er met een voldoende mate van zekerheid van kunnen vergewissen dat er inbreuk op het recht van de verzoeker wordt gemaakt of dreigt te worden gemaakt, en om de verzoeker te gelasten een zekerheid te stellen of soortgelijke waarborg te bieden die voldoende is om de verweerder te beschermen en misbruik te beletten. Deze zekerheid of soortgelijke waarborg mag niet op onredelijke wijze weerhouden van gebruikmaking van procedures voor dergelijke voorlopige maatregelen.
5.
Wanneer de voorlopige maatregelen worden herroepen of wanneer zij vervallen wegens enig handelen of nalaten van de verzoeker, of wanneer later wordt vastgesteld dat er geen inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht is, hebben de rechterlijke autoriteiten de bevoegdheid, op verzoek van de verweerder, de verzoeker te gelasten de verweerder passende schadeloosstelling te bieden voor de door deze maatregelen toegebrachte schade.
ARTIKEL 10.40
Bewijsmateriaal en recht op informatie
1.
Onverminderd haar interne wetgeving inzake verschoningsrechten, de bescherming van de vertrouwelijkheid of de verwerking van persoonsgegevens, bepaalt elk van beide partijen dat haar rechterlijke instanties in civiele gerechtelijke procedures betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten de bevoegdheid hebben op een gerechtvaardigd verzoek van de houder van het recht te gelasten dat de inbreukmaker, althans de vermeende inbreukmaker, relevante informatie als bepaald in haar toepasselijke wet- en regelgeving die hij in zijn bezit heeft of waarover hij kan beschikken, ten minste met het oog op de bewijsgaring, aan de houder van het recht of de rechterlijke instanties verstrekt.
2.
De in lid 1 bedoelde relevante informatie kan informatie omvatten betreffende personen die op enigerlei wijze zijn betrokken bij de inbreuk of vermeende inbreuk en betreffende de productiemiddelen of de distributiekanalen voor de inbreukmakende of vermeende inbreukmakende goederen of diensten, met inbegrip van het specifiek noemen van derden van wie wordt gesteld dat zij bij de productie en de distributie van die goederen of diensten zijn betrokken, en van de betrokken distributiekanalen.
ARTIKEL 10.41
Andere corrigerende maatregelen
1.
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties in civiele gerechtelijke procedures in het kader waarvan een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht wordt vastgesteld, op verzoek van de houder van het recht de bevoegdheid hebben om, ten minste ten aanzien van onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust en nagemaakte merkartikelen:
a)
te gelasten dat dergelijke inbreukmakende goederen:
i)
worden vernietigd, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden; of
ii)
worden onttrokken aan het verkeer op zodanige wijze dat nadeel voor de houder van het recht wordt vermeden,
zonder schadevergoeding van welke aard ook; en
b)
te gelasten dat materialen en werktuigen die voornamelijk bij de vervaardiging of de voortbrenging van de inbreukmakende goederen zijn gebruikt, onverwijld en zonder schadevergoeding van welke aard ook worden vernietigd of onttrokken aan het verkeer op zodanige wijze dat het gevaar van verdere inbreuken tot een minimum wordt beperkt.
2.
Bij de behandeling van een in lid 1 bedoeld verzoek van de houder van een recht, wordt rekening gehouden met de noodzakelijke evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de gelaste corrigerende maatregelen en met de belangen van derden.
3.
De in dit artikel bedoelde corrigerende maatregelen kunnen op kosten van de inbreukmaker worden uitgevoerd.
ARTIKEL 10.42
Rechterlijke bevelen
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties in civiele gerechtelijke procedures in het kader waarvan een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht wordt vastgesteld, op verzoek van de houder van het recht de bevoegdheid hebben een bevel tot staking van de inbreuk tegen de inbreukmaker of in voorkomend geval een derde over wie de betrokken rechterlijke instantie jurisdictie heeft, uit te vaardigen. Wanneer de interne wetgeving van de partij daarin voorziet, wordt bij niet-naleving van een rechterlijk bevel in voorkomend geval een dwangsom tot naleving van het bevel opgelegd.
ARTIKEL 10.43
Alternatieve maatregelen
Elk van beide partijen kan in haar interne wetgeving bepalen dat haar rechterlijke instanties in civiele gerechtelijke procedures in het kader waarvan een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht wordt vastgesteld, in passende gevallen en op verzoek van degene aan wie de in artikel 10.41 (Andere corrigerende maatregelen) en/of artikel 10.42 (Rechterlijke bevelen) vastgelegde maatregelen kunnen worden opgelegd, de bevoegdheid hebben te gelasten dat aan de benadeelde partij een geldelijke schadeloosstelling wordt betaald in plaats van toepassing van de maatregelen uit artikel 10.41 (Andere corrigerende maatregelen) en/of artikel 10.42 (Rechterlijke bevelen), indien de betrokkene zonder opzet en zonder nalatigheid heeft gehandeld en indien uitvoering van de maatregelen hem onevenredige schade zou berokkenen en indien geldelijke schadeloosstelling van de benadeelde partij redelijkerwijs bevredigend lijkt.
ARTIKEL 10.44
Schadevergoeding
1.
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties in civiele gerechtelijke procedures betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten de bevoegdheid hebben de inbreukmaker die wist of redelijkerwijs kon weten dat hij inbreuk pleegde, te gelasten een toereikende schadevergoeding te betalen ter compensatie van de schade die de houder van het recht door de inbreuk heeft geleden.
2.
Bij de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding wegens inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht hebben de rechterlijke instanties van een partij de bevoegdheid om onder andere door de houder aangevoerde legitieme waardebepalingen, met inbegrip van gederfde winst, de marktwaarde van de goederen of diensten ten aanzien waarvan inbreuk is gemaakt of de voorgestelde detailhandelsprijs, in aanmerking te nemen. Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties, ten minste in gevallen van inbreuk op auteursrecht of naburige rechten en namaak van handelsmerken, de bevoegdheid hebben de inbreukmaker te gelasten aan de houder van het recht de aan de inbreuk toe te schrijven winst te betalen als alternatief of in aanvulling op of als onderdeel van de schadevergoeding.
3.
Als alternatief voor het bepaalde in lid 2 kan elk van beide partijen bepalen dat haar rechterlijke instanties in voorkomend geval de schadevergoeding kunnen vaststellen als een vast bedrag, op basis van elementen zoals ten minste het bedrag aan royalty's of vergoedingen dat verschuldigd was geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het intellectuele-eigendomsrecht in kwestie te gebruiken.
4.
Geen enkele bepaling in dit artikel belet de partijen erin te voorzien dat de rechterlijke instanties invordering van winsten of betaling van een, eventueel vooraf vastgestelde, schadevergoeding kunnen gelasten indien de inbreukmaker niet wist of niet redelijkerwijs kon weten dat hij inbreuk pleegde.
ARTIKEL 10.45
Gerechtskosten
Elk van beide partijen bepaalt dat haar rechterlijke instanties in voorkomend geval de bevoegdheid hebben aan het einde van civiele gerechtelijke procedures betreffende inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten te gelasten dat de verliezende partij jegens de in het gelijk gestelde partij wordt veroordeeld tot betaling van de griffiekosten of –rechten en passende advocatenkosten, of van andere kosten waarin de interne wetgeving van die partij voorziet.
ARTIKEL 10.46
Vermoedens in verband met het auteursrecht en de naburige rechten
In civiele gerechtelijke procedures in verband met het auteursrecht of naburige rechten voorziet elk van beide partijen in een vermoeden dat ten minste met betrekking tot een literair of artistiek werk, uitvoering of fonogram, tot bewijs van het tegendeel de natuurlijke of rechtspersoon van wie de naam op de gebruikelijke wijze op dat werk, die uitvoering of dat fonogram voorkomt, de houder van het recht is en dus een inbreukprocedure mag instellen.
ARTIKEL 10.47
Aansprakelijkheid van aanbieders van intermediaire diensten
1.
Onverminderd de leden 2 tot en met 6 bepaalt elk van beide partijen in haar interne wetgeving vrijstellingen of beperkingen met betrekking tot de aansprakelijkheid van, of de reikwijdte van de beschikbare rechtsmiddelen tegen, aanbieders van diensten voor inbreuken op het auteursrecht of naburige rechten of op handelsmerken die plaatsvinden via systemen of netwerken die door of namens hen worden gecontroleerd of geëxploiteerd.
2.
De in lid 1 bedoelde vrijstellingen of beperkingen:
a)
bestrijken de volgende functies:
i)
de doorgifte van of het verlenen van toegang tot materiaal zonder de inhoud ervan te kiezen en/of te wijzigen; en
ii)
caching (wijze van opslag) via een automatisch proces; en
b)
kunnen ook de volgende functies bestrijken:
i)
opslag in opdracht van een gebruiker van materiaal dat zich in een door of voor de aanbieder van de dienst gecontroleerd of geëxploiteerd systeem of netwerk bevindt; en
ii)
gebruikers verwijzen naar of verbinden met een online locatie via het gebruik van instrumenten voor het vinden van informatie, onder andere hyperlinks en adresboeken.
3.
Aan de vrijstellingen of beperkingen van dit artikel mag niet de voorwaarde worden verbonden dat de aanbieder van de dienst toezicht houdt op zijn dienst of actief zoekt naar feiten die wijzen op inbreukmakende activiteiten, tenzij voor zover verenigbaar met dergelijke technische voorzieningen.
4.
Elk van beide partijen kan in haar interne wetgeving voorwaarden bepalen waaronder aanbieders van diensten in aanmerking komen voor de vrijstellingen of beperkingen van dit artikel. Onverminderd de leden 1 tot en met 3, kan elk van beide partijen passende procedures vaststellen voor effectieve meldingen van vermeende inbreuken en effectieve tegenmeldingen door degenen van wie het materiaal door een vergissing of verkeerde identificatie is verwijderd of onbruikbaar gemaakt.
5.
Dit artikel laat de beschikbaarheid onverlet van algemeen toepasselijke verweermiddelen tegen inbreuken op het auteursrecht of naburige rechten of op handelsmerken. Dit artikel belet niet dat een gerecht of administratieve instantie in overeenstemming met het rechtsstelsel van elk van beide partijen verlangt dat de aanbieder van de dienst een inbreuk beëindigt of voorkomt.
6.
Elk van beide partijen kan om overleg met de andere partij verzoeken om te bespreken hoe zal worden omgegaan met toekomstige functies die vergelijkbaar zijn met die waarop dit artikel betrekking heeft.
Afdeling D
GRENSMAATREGELEN
ARTIKEL 10.48
Definities
Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:
a)
"goederen met een nagemaakte geografische aanduiding": alle goederen, met inbegrip van verpakking, die zonder toestemming een teken dragen dat identiek is met de rechtsgeldig voor deze goederen ingeschreven geografische aanduiding op het grondgebied waar de goederen zich bevinden, of dat op de wezenlijke punten niet van die geografische aanduiding kan worden onderscheiden, en dat daardoor inbreuk maakt op de rechten van de houder van de geografische aanduiding in kwestie volgens de interne wetgeving van de partij waar de goederen zich bevinden;
b)
"nagemaakte merkartikelen": alle goederen, met inbegrip van verpakking, die zonder toestemming een handelsmerk dragen dat identiek is met het rechtsgeldig voor deze goederen ingeschreven handelsmerk, of dat op de wezenlijke punten niet van dat handelsmerk kan worden onderscheiden, en dat daardoor inbreuk maakt op de rechten van de houder van het handelsmerk in kwestie volgens de interne wetgeving van de partij waar de goederen zich bevinden;
c)
"goederen in doorvoer": goederen waarbij het vervoer over het grondgebied van een partij, met of zonder overlading, al dan niet aangeland op het grondgebied van een partij, opslag in een entrepot, splitsing van lading dan wel verandering van vervoerwijze of vervoermiddel, slechts een onderdeel vormt van de gehele reis die begint en eindigt buiten het grondgebied van de partij waar het vervoer voorbijkomt;
d)
"onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust": kopieën die zijn gemaakt zonder toestemming van de houder van het recht of een naar behoren door hem gemachtigde persoon in het land van productie en die direct of indirect van een artikel zijn gemaakt, wanneer het maken van die kopie een inbreuk op een auteursrecht of een naburig recht zou hebben gevormd volgens de interne wetgeving van de partij waar de goederen zich bevinden;
e)
"onrechtmatig gereproduceerde goederen waarvoor een model is gebruikt": goederen waarvoor het model is geregistreerd en waarop dat model of een niet wezenlijk daarvan verschillend model is toegepast zonder toestemming van de houder van het recht of een naar behoren door hem gemachtigde persoon in het land van productie, wanneer het maken van deze goederen een inbreuk zou hebben gevormd volgens de interne wetgeving van de partij waar de goederen zich bevinden.
ARTIKEL 10.49
Toepassingsgebied van grensmaatregelen
1.
Onverminderd lid 3 worden door elk van beide partijen procedures vastgesteld of gehandhaafd met betrekking tot goederen onder douanetoezicht in het kader waarvan de houder van een recht de bevoegde instanties kan verzoeken om de vrijgave te schorsen van verdachte:
a)
nagemaakte merkartikelen;
b)
onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust;
c)
goederen met een nagemaakte geografische aanduiding; en
d)
onrechtmatig gereproduceerde goederen waarvoor een model is gebruikt.
2.
Door elk van beide partijen worden procedures vastgesteld of gehandhaafd met betrekking tot goederen onder douanetoezicht in het kader waarvan de bevoegde instanties op eigen initiatief de vrijgave kunnen schorsen van verdachte:
a)
nagemaakte merkartikelen;
b)
onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust; en
c)
goederen met een nagemaakte geografische aanduiding.
3.
De partijen zijn niet verplicht om in de in de leden 1 en 2 bedoelde procedures te voorzien voor goederen in doorvoer. Dit laat artikel 10.51 (Samenwerking), lid 2, onverlet.
4.
Singapore legt de verplichtingen van de leden 1 en 2 liefst binnen twee maar uiterlijk binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst volledig ten uitvoer met betrekking tot:
a)
goederen met een nagemaakte geografische aanduiding; en
b)
onrechtmatig gereproduceerde goederen waarvoor een model is gebruikt.
ARTIKEL 10.50
Identificatie van zendingen
Om de effectieve handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te vergemakkelijken, stellen de douaneautoriteiten een reeks methoden vast om zendingen te identificeren die nagemaakte merkartikelen, onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust, onrechtmatig gereproduceerde goederen waarvoor een model is gebruikt en goederen met een nagemaakte geografische aanduiding bevatten. Tot deze methoden behoren risicoanalysetechnieken die onder andere zijn gebaseerd op door de houders van een recht verstrekte informatie, verzamelde informatie en vrachtinspecties.
ARTIKEL 10.51
Samenwerking
1.
De partijen komen overeen samen te werken ten einde de internationale handel in goederen die inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten uit te bannen. Daartoe wisselen zij in het bijzonder informatie uit en zorgen zij voor samenwerking, die onderling overeengekomen moet worden tussen hun douaneautoriteiten, met betrekking tot de handel in nagemaakte merkartikelen, onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust, onrechtmatig gereproduceerde goederen waarvoor een model is gebruikt en goederen met een nagemaakte geografische aanduiding.
2.
Voor zendingen van goederen die worden doorgevoerd of overgeladen op het grondgebied van een partij en bestemd zijn voor het grondgebied van de andere partij, waarvan wordt vermoed dat zij zijn nagemaakt of onrechtmatig gereproduceerd, verstrekken de partijen op eigen initiatief of op verzoek van de andere partij beschikbare informatie aan de andere partij om effectieve handhaving ten aanzien van deze zendingen mogelijk te maken. De partijen mogen geen informatie verstrekken die op vertrouwelijke basis is ingediend door de verzender, de scheepvaartmaatschappij of haar vertegenwoordiger.
Afdeling E
SAMENWERKING
Artikel 10.52
Samenwerking
1.
De partijen komen overeen samen te werken ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de verbintenissen en verplichtingen uit hoofde van dit hoofdstuk. De samenwerking strekt zich uit, maar is niet beperkt tot de volgende activiteiten:
a)
de uitwisseling van informatie over de rechtskaders met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, waaronder de tenuitvoerlegging van wetgeving en systemen inzake de intellectuele eigendom, met het oog op de bevordering van de efficiënte registratie van intellectuele-eigendomsrechten;
b)
de uitwisseling tussen de respectieve voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten verantwoordelijke instanties van ervaringen en beste praktijken met betrekking tot de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten;
c)
de uitwisseling van informatie en samenwerking inzake de voorlichting van het publiek en passende initiatieven om de kennis van de voordelen van intellectuele-eigendomsrechten en systemen te bevorderen;
d)
capaciteitsopbouw en technische samenwerking in verband met, maar niet beperkt tot: het beheer, het verlenen van licenties voor, de waardering en de exploitatie van intellectuele-eigendomsrechten; technologie en marktintelligentie; de bevordering van de samenwerking tussen bedrijven, onder andere inzake intellectuele-eigendomsrechten die kunnen worden toegepast ten aanzien van milieubehoud of milieuverbetering, eventueel via de opzetting van een platform of databank; en publiek-private partnerschappen ter ondersteuning van cultuur en innovatie;
e)
de uitwisseling van informatie en samenwerking inzake kwesties betreffende intellectuele-eigendomsrechten, wanneer dit passend en van belang is voor de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologie; en
f)
andere samenwerkingsgebieden of activiteiten zoals tussen de partijen kan worden besproken en overeengekomen.
2.
Onverminderd lid 1 komen de partijen overeen een contactpunt aan te wijzen om een dialoog te onderhouden, dat onder andere, indien nuttig, vergaderingen inzake intellectuele-eigendomsrechten kan bijeenroepen tussen de technische experts van de partijen over aangelegenheden waarop dit hoofdstuk betrekking heeft.
3.
Bij de samenwerking in het kader van dit hoofdstuk worden de wetgeving, regels, voorschriften en richtsnoeren en het beleid van de partijen in acht genomen. Ook vindt de samenwerking plaats onder onderling overeengekomen voorwaarden en pas als daarvoor in elk van beide partijen middelen beschikbaar zijn.
HOOFDSTUK elf
MEDEDINGING EN DAARMEE VERBAND HOUDENDE AANGELEGENHEDEN
AFDELING A
KARTELBESTRIJDING EN FUSIES
ARTIKEL 11.1
Beginselen
1.
De partijen erkennen het belang van een vrije en onvervalste mededinging voor hun handelsbetrekkingen. Zij erkennen dat concurrentieverstorend gedrag van ondernemingen of concurrentieverstorende transacties de goede werking van hun markten kunnen verstoren en de voordelen van de liberalisering van het handelsverkeer kunnen ondergraven.
2.
Ter bevordering van een vrije en onvervalste mededinging in alle sectoren van hun economie handhaven de partijen op hun respectieve grondgebied uitgebreide wetgeving waarmee doeltreffend wordt opgetreden tegen:
a)
horizontale en verticale overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op het gehele grondgebied van een van beide partijen of op een wezenlijk deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst;
b)
misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het gehele grondgebied van een van beide partijen of op een wezenlijk deel daarvan, en
c)
concentraties tussen ondernemingen die een substantiële afname van de mededinging tot gevolg hebben of aanzienlijke hinder veroorzaken voor een doeltreffende mededinging, in het bijzonder als gevolg van de totstandbrenging of versterking van een machtspositie op het gehele grondgebied van een van beide partijen of op een wezenlijk deel daarvan,
die het handelsverkeer tussen de partijen ongunstig beïnvloeden.
ARTIKEL 11.2
Tenuitvoerlegging
1.
Elk van beide partijen behoudt haar autonomie bij de opstelling en de handhaving van haar wetgeving. De partijen verbinden zich evenwel ertoe om autoriteiten in stand te houden die verantwoordelijk zijn voor en goed uitgerust zijn voor de doeltreffende handhaving van de wetgeving als bedoeld in artikel 11.1 (Beginselen), lid 2.
2.
De partijen passen hun respectieve wetgeving als bedoeld in artikel 11.1 (Beginselen), lid 2, op transparante en niet-discriminerende wijze toe, met inachtneming van de beginselen van een billijke rechtsgang en van het recht van verweer van de betrokken partijen, met inbegrip van het recht van de betrokken partijen om te worden gehoord alvorens een beslissing ten gronde wordt genomen.
AFDELING B
OPENBARE ONDERNEMINGEN,
ONDERNEMINGEN WAARAAN BIJZONDERE OF UITSLUITENDE RECHTEN ZIJN TOEGEKEND, EN STAATSMONOPOLIES
ARTIKEL 11.3
Openbare ondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend
1.
Geen enkele bepaling in dit hoofdstuk belet een partij volgens haar nationale wetgeving openbare ondernemingen op te richten of in stand te houden, of aan ondernemingen bijzondere of uitsluitende rechten toe te kennen.
2.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat de in afdeling A (Kartelbestrijding en fusies) bedoelde wetgeving van toepassing is op openbare ondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, voor zover de toepassing van deze wettelijke voorschriften die ondernemingen niet belemmert in de wettelijke of feitelijke uitvoering van de hun toegewezen bijzondere taken.
3.
Elk van beide partijen ziet erop toe dat ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, hun bijzondere of uitsluitende rechten niet gebruiken om op een andere markt, ten aanzien waarvan deze ondernemingen geen bijzondere of uitsluitende rechten hebben, al dan niet rechtstreeks, ook niet via transacties met hun moedermaatschappijen, dochterondernemingen of andere ondernemingen in gemeenschappelijke eigendom, mededingingbeperkende praktijken toe te passen die de investeringen of de handel in goederen of diensten van de andere partij ongunstig beïnvloeden.
4.
Singapore ziet erop toe dat alle openbare ondernemingen of alle ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, bij de aan- of verkoop van goederen of diensten uitsluitend handelen op grond van commerciële overwegingen, onder meer met betrekking tot prijs, kwaliteit, beschikbaarheid, verhandelbaarheid, transport en andere aan- of verkoopvoorwaarden, en de vestigingen uit de Unie, de goederen van de Unie en de dienstverleners van de Unie op niet-discriminerende wijze behandelen, ook wanneer de aan- of verkopen in geval van een onderneming waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, verband houden met de uitoefening van de bijzondere of uitsluitende rechten.
ARTIKEL 11.4
Staatsmonopolies
Hoewel geen enkele bepaling in dit hoofdstuk aldus mag worden uitgelegd dat een partij hierdoor wordt belet staatsmonopolies aan te wijzen of in stand te houden, past elk van beide partijen commerciële staatsmonopolies zodanig aan dat wordt gewaarborgd dat door die monopolies geen discriminatie wordt toegepast ten aanzien van de voorwaarden waaronder goederen en diensten worden ingekocht bij of verhandeld aan natuurlijke of rechtspersonen van de andere partij.
AFDELING C
SUBSIDIES
ARTIKEL 11.5
Definitie en toepassingsgebied
1.
Voor de toepassing van deze overeenkomst is een subsidie een maatregel die mutatis mutandis beantwoordt aan de in artikel 1, lid 1, van de SCM-Overeenkomst genoemde voorwaarden, ongeacht of de subsidie wordt verleend met betrekking tot de productie van goederen of van diensten.
2.
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op subsidies wanneer het specifieke subsidies in de zin van artikel 2 van de SCM-Overeenkomst betreft. Een subsidie waarop artikel 11.7 (Verboden subsidies) van toepassing is, wordt geacht specifiek te zijn.
3.
De artikelen 11.7 (Verboden subsidies), 11.8 (Overige subsidies) en 11.10 (Evaluatie) alsmede bijlage 11-A zijn niet van toepassing op subsidies voor de visserij, subsidies voor producten die vallen onder bijlage 1 bij de Overeenkomst inzake de landbouw en andere subsidies die vallen onder de Overeenkomst inzake de landbouw.
ARTIKEL 11.6
Verhouding tot WTO
De bepalingen van deze afdeling doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van een partij uit hoofde van de WTO-Overeenkomst, met name niet aan het recht om handelsmaatregelen toe te passen, een geschillenbeslechtingsprocedure in te leiden of andere passende maatregelen te treffen wanneer door de andere partij een subsidie wordt verleend.
ARTIKEL 11.7
Verboden subsidies
1.
Met betrekking tot subsidies in verband met de handel in goederen bevestigen de partijen hun rechten en verplichtingen uit hoofde van artikel 3 van de SCM-Overeenkomst, dat mutatis mutandis in deze overeenkomst wordt opgenomen en deel daarvan uitmaakt.
2.
De volgende subsidies in verband met de handel in goederen en diensten zijn verboden:
a)
elke wettelijke regeling op grond waarvan een regering of een overheidsinstantie verantwoordelijk is voor schulden of verplichtingen van bepaalde ondernemingen, zonder wettelijke of feitelijke beperking van het bedrag van die schulden en verplichtingen of de duur van de verantwoordelijkheid, en
b)
steun voor insolvente of noodlijdende ondernemingen in welke vorm dan ook (zoals leningen en garantstellingen, uitkeringen in contanten, kapitaalinjecties, verstrekkingen van activa onder de marktprijs of belastingvrijstellingen), zonder dat er een geloofwaardig herstructureringsprogramma op basis van realistische vooronderstellingen bestaat dat er binnen redelijke tijd voor moet zorgen dat de noodlijdende onderneming op lange termijn weer levensvatbaar wordt, en zonder dat de onderneming zelf op significante wijze bijdraagt aan de kosten van de herstructurering,
tenzij de subsidiërende partij op verzoek van de andere partij heeft aangetoond dat de betrokken subsidie het handelsverkeer van de andere partij niet ongunstig beïnvloedt en het ook niet waarschijnlijk is dat het handelsverkeer daardoor ongunstig wordt beïnvloed.
3.
Het bepaalde in lid 2, onder a) en b), belet een partij niet om subsidies te verlenen die ertoe strekken een ernstige verstoring in haar economie op te heffen. Onder een ernstige verstoring in de economie van een partij wordt verstaan een uitzonderlijke, tijdelijke en ernstige crisis die de economie in haar geheel en niet een specifieke regio of economische sector van een partij raakt.
4.
Het bepaalde in lid 2, onder b), is niet van toepassing op subsidies die worden verleend als vergoeding voor de uitvoering van openbaredienstverplichtingen en op subsidies voor de kolenindustrie.
ARTIKEL 11.8
Overige subsidies
1.
De partijen komen overeen naar beste vermogen ernaar te streven om door toepassing van hun mededingingswetgeving of anderszins verstoringen van de mededinging die het gevolg zijn van overige specifieke subsidies in verband met de handel in goederen en diensten waarop artikel 11.7 (Verboden subsidies) niet van toepassing is, voor zover deze het handelsverkeer van een van beide partijen ongunstig beïnvloeden of ongunstig kunnen beïnvloeden, ongedaan te maken of op te heffen, en te verhinderen dat dergelijke mededingingsverstoringen zich voordoen. Bijlage 11-A bevat richtsnoeren met betrekking tot met name de soorten subsidies die niet deze gevolgen hebben.
2.
De partijen komen overeen om, wanneer één van hen daarom verzoekt, informatie uit te wisselen en om binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst een eerste dialoog te houden met het doel om regels voor overige subsidies op te stellen, daarbij rekening houdend met de ontwikkelingen op multilateraal vlak. Daartoe kunnen de partijen een besluit in het Handelscomité nemen.
ARTIKEL 11.9
Transparantie
1.
Elk van beide partijen zorgt voor transparantie op het gebied van subsidies in verband met de handel in goederen en de levering van diensten. Daartoe brengt elk van beide partijen om het andere jaar aan de andere partij verslag uit over de rechtsgrondslag, de vorm en, voor zover mogelijk, het bedrag of het begrote bedrag alsmede over de ontvanger van de door haar regering of door een overheidsinstantie verleende subsidies.
2.
Dit verslag wordt geacht te zijn uitgebracht wanneer de relevante informatie uiterlijk in de maand juni van het tweede kalenderjaar na de verlening van de subsidies door of namens de partijen beschikbaar is gesteld op een openbaar toegankelijke website.
ARTIKEL 11.10
Evaluatie
De partijen onderwerpen de aangelegenheden waarnaar in deze afdeling wordt verwezen, aan een voortdurende evaluatie. Elk van beide partijen kan dergelijke aangelegenheden voorleggen aan het Handelscomité. De partijen komen overeen om, voor zover zij niet anders besluiten, na de inwerkingtreding van deze overeenkomst om het andere jaar na te gaan welke vorderingen bij de tenuitvoerlegging van deze afdeling zijn gemaakt.
AFDELING D
ALGEMEEN
ARTIKEL 11.11
Samenwerking en coördinatie bij handhaving van wetgeving
De partijen erkennen het belang van samenwerking en coördinatie met het oog op een doeltreffendere handhaving van de wetgeving. Hun respectieve autoriteiten streven naar coördinatie en samenwerking bij de handhaving van hun respectieve wetgeving teneinde te voldoen aan de doelstelling van deze overeenkomst, namelijk vrije en onvervalste mededinging in hun handelsbetrekkingen.
ARTIKEL 11.12
Vertrouwelijkheid
1.
Wanneer een partij in het kader van deze overeenkomst informatie doorgeeft, waarborgt zij de bescherming van zakengeheimen en andere vertrouwelijke informatie.
2.
Wanneer een partij in het kader van deze overeenkomst informatie in vertrouwen doorgeeft, respecteert de partij die de informatie ontvangt, in overeenstemming met haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, het vertrouwelijke karakter van de meegedeelde informatie.
ARTIKEL 11.13
Overleg
1.
Teneinde het wederzijdse begrip tussen de partijen te bevorderen of specifieke aangelegenheden in verband met afdeling A (Kartelbestrijding en fusies), afdeling B (Openbare ondernemingen, ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, en staatsmonopolies) of afdeling D (Algemeen) aan de orde te stellen, treedt elk van beide partijen, op verzoek van de andere partij, met deze in overleg over de opmerkingen van de andere partij. De partij geeft in voorkomend geval in haar verzoek aan in welk opzicht de aangelegenheid het handelsverkeer tussen de partijen ongunstig beïnvloedt.
2.
Op verzoek van een partij bespreken de partijen terstond alle vraagstukken in verband met de interpretatie of de toepassing van afdeling A (Kartelbestrijding en fusies), afdeling B (Openbare ondernemingen, ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, en staatsmonopolies) of afdeling D (Algemeen).
3.
Om de bespreking van de aangelegenheid die het onderwerp van het overleg is, te vergemakkelijken, streeft elk van beide partijen ernaar de andere partij van relevante niet-vertrouwelijke informatie te voorzien.
ARTIKEL 11.14
Beslechting van geschillen en bemiddelingsmechanisme
Geen van beide partijen mag voor aangelegenheden die uit dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 11.7 (Verboden subsidies), voortvloeien een beroep doen op hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme).
HOOFDSTUK TWAALF
Handel en duurzame ontwikkeling
AFDELING A
INLEIDENDE BEPALINGEN
ARTIKEL 12.1
Context en doelstellingen
1.
De partijen herinneren aan de Agenda 21 van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake milieu en ontwikkeling van 1992, de preambule van de WTO-Overeenkomst, de Verklaring van de Ministeriële Conferentie van de WTO van 1996 te Singapore, het Uitvoeringsplan van Johannesburg over duurzame ontwikkeling van 2002, de Ministeriële Verklaring van de Economische en Sociale Raad van de VN van 2006 inzake het genereren van volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor allen, en de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (hierna "ILO" genoemd) over sociale gerechtigheid voor een eerlijke mondialisering van 2008. Gelet op deze instrumenten herbevestigen de partijen hun verbintenis om de internationale handel en hun bilaterale economische en handelsbetrekkingen op zodanige wijze te ontwikkelen en te bevorderen dat deze bijdragen tot duurzame ontwikkeling.
2.
De partijen erkennen dat economische en sociale ontwikkeling en milieubescherming nauw samenhangen en elkaar wederzijds versterkende componenten van duurzame ontwikkeling zijn. Zij benadrukken de voordelen van samenwerking bij handelsgerelateerde sociale en milieukwesties als onderdeel van een wereldwijde aanpak van handel en duurzame ontwikkeling.
3.
De partijen erkennen dat het niet gepast is handel of investeringen aan te moedigen door de bescherming waarin hun arbeids- en milieuwetgeving voorziet, af te zwakken of te verminderen. Zij benadrukken tegelijkertijd dat milieu- en arbeidsnormen niet mogen worden gebruikt voor protectionistische handelsdoeleinden.
4.
De partijen erkennen dat het hun doel is om hun handelsbetrekkingen en samenwerking zodanig te versterken dat de duurzame ontwikkeling in de context van de leden 1 en 2 wordt bevorderd. Rekening houdend met de specifieke omstandigheden waarin elk van beide partijen verkeert, is het niet hun bedoeling om de arbeids- of milieunormen van de partijen te harmoniseren.
ARTIKEL 12.2
Regelgevingsrecht en beschermingsniveaus
1.
De partijen erkennen het recht van elk van beide partijen haar eigen niveaus van milieu- en arbeidsbescherming te bepalen en dienovereenkomstig haar wetgeving en beleid ter zake vast te stellen of te wijzigen, in overeenstemming met de beginselen van de in de artikelen 12.3 (Multilaterale arbeidsnormen en overeenkomsten) en 12.6 (Multilaterale milieunormen en overeenkomsten) genoemde internationaal erkende normen of overeenkomsten waarbij zij partij is.
2.
De partijen streven naar een voortdurende verbetering van die wetgeving en dat beleid, en zetten zich ervoor in hoge niveaus van milieu- en arbeidsbescherming te bieden en te stimuleren.
AFDELING B
HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING –
ARBEIDSASPECTEN
ARTIKEL 12.3
Multilaterale arbeidsnormen en -overeenkomsten
1.
De partijen erkennen de waarde van internationale samenwerking en overeenkomsten op het gebied van werkgelegenheid en arbeid als antwoord van de internationale gemeenschap op de uitdagingen en mogelijkheden die uit de mondialisering op economisch en sociaal gebied en op het gebied van de werkgelegenheid voortvloeien. Zij verbinden zich ertoe in voorkomend geval elkaar te raadplegen en samen te werken bij handelsgerelateerde vraagstukken van wederzijds belang op het gebied van arbeid en werkgelegenheid.
2.
De partijen herbevestigen hun verbintenis uit hoofde van de Ministeriële Verklaring van de Economische en Sociale Raad van de VN van 2006 inzake het genereren van volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor allen om volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor allen als hoofdelement van duurzame ontwikkeling voor alle landen en als prioritaire doelstelling van internationale samenwerking te erkennen. De partijen zijn vastbesloten de ontwikkeling van de internationale handel op zodanige wijze te bevorderen dat deze tot volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor allen leidt.
3.
In overeenstemming met de verplichtingen die zij zijn aangegaan in het kader van de ILO en de Verklaring van de ILO over de fundamentele principes en rechten met betrekking tot werk en de follow-up daarvan, die door de Internationale Arbeidsconferentie in 1998 tijdens haar 86e vergadering werd goedgekeurd, verbinden de partijen zich ertoe onderstaande beginselen inzake de fundamentele rechten met betrekking tot werk in acht te nemen, te bevorderen en daadwerkelijk toe te passen:
a)
de vrijheid van vereniging en de daadwerkelijke erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen;
b)
de uitbanning van alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeid;
c)
de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid, en
d)
de uitbanning van discriminatie met betrekking tot werk en beroep.
De partijen herbevestigen hun verbintenis de ILO-overeenkomsten die Singapore en de lidstaten van de Unie respectievelijk geratificeerd hebben, daadwerkelijk ten uitvoer te leggen.
4.
De partijen streven voortdurend en consequent naar ratificatie en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de fundamentele ILO-overeenkomsten en wisselen informatie ter zake uit. De partijen overwegen eveneens andere ILO-overeenkomsten te ratificeren en daadwerkelijk ten uitvoer te leggen, rekening houdend met de interne omstandigheden. Zij wisselen informatie ter zake uit.
5.
De partijen erkennen dat de schending van de fundamentele principes en rechten met betrekking tot werk niet als legitiem relatief voordeel mag worden ingeroepen of op andere wijze als zodanig mag worden gebruikt.
ARTIKEL 12.4
Samenwerking op gebied van arbeid
in context van handel en duurzame ontwikkeling
De partijen erkennen het belang van samenwerking op het gebied van handelsgerelateerde aspecten van het werkgelegenheidsbeleid teneinde de doelstellingen van deze overeenkomst te verwezenlijken. Zij kunnen het initiatief nemen tot samenwerkingsactiviteiten tot wederzijds voordeel op onder meer de volgende gebieden:
a)
samenwerking in internationale fora die zich bezighouden met de arbeidsaspecten van handel en duurzame ontwikkeling, waaronder de ILO en de Ontmoeting Azië-Europa;
b)
uitwisseling van informatie en goede praktijken op gebieden zoals arbeidswetgeving en praktijken, nalevings en handhavingsregelingen, beslechting van arbeidsconflicten, overleg tussen de sociale partners, samenwerking binnen de ondernemingsraden, en veiligheid en gezondheid op het werk;
c)
uitwisseling van standpunten over de positieve en negatieve gevolgen van de overeenkomst voor de arbeidsaspecten van duurzame ontwikkeling en over de manieren om deze gevolgen te versterken, te voorkomen of te verzachten, waarbij rekening wordt gehouden met door een van de partijen of beide partijen verrichte duurzaamheidseffectbeoordelingen;
d)
uitwisseling van standpunten over het bevorderen van de ratificatie van fundamentele ILO-overeenkomsten en andere overeenkomsten van wederzijds belang, alsmede over de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van geratificeerde overeenkomsten;
e)
samenwerking op het gebied van handelsgerelateerde aspecten van het ILO-Programma voor fatsoenlijk werk, daaronder begrepen samenwerking op het gebied van het verband tussen handel en volledige en productieve werkgelegenheid, het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt, de fundamentele arbeidsnormen, de arbeidsstatistieken, de ontwikkeling van menselijk potentieel en een leven lang leren, sociale bescherming en sociale integratie, sociale dialoog en gelijke kansen voor mannen en vrouwen, en
f)
uitwisseling van standpunten over de gevolgen van arbeidsvoorschriften, standaarden en -normen voor de handel.
ARTIKEL 12.5
Wetenschappelijke informatie
Elk van beide partijen houdt bij de opstelling en tenuitvoerlegging van maatregelen gericht op de gezondheid en veiligheid op het werk die van invloed kunnen zijn op de handel of de investeringen tussen de partijen, rekening met de relevante wetenschappelijke en technische informatie en de desbetreffende internationale normen, richtsnoeren of aanbevelingen, indien voorhanden, met inbegrip van het in deze internationale normen, richtsnoeren of aanbevelingen geformuleerde voorzorgsbeginsel.
AFDELING C
HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING –
MILIEUASPECTEN
ARTIKEL 12.6
Multilaterale milieunormen en overeenkomsten
1.
De partijen erkennen de waarde van internationale governance en overeenkomsten op milieugebied als antwoord van de internationale gemeenschap op mondiale of regionale milieuproblemen, en zij benadrukken de noodzaak de wederzijdse ondersteuning van handels en milieubeleid, handels en milieuvoorschriften en handels en milieumaatregelen te versterken. In deze context raadplegen de partijen waar nodig elkaar en werken zij samen met betrekking tot onderhandelingen over handelsgerelateerde milieuvraagstukken van wederzijds belang.
2.
De partijen leggen de multilaterale milieuovereenkomsten waarbij zij partij zijn daadwerkelijk in hun respectieve wet- en regelgeving of andere maatregelen en praktijken op hun grondgebied ten uitvoer
.
3.
De partijen herbevestigen hun verbintenis ten aanzien van het bereiken van de uiteindelijke doelstelling van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (United Nations Framework Convention on Climate Change, hierna "UNFCCC" genoemd) en het bijbehorende Protocol van Kyoto op een wijze die in overeenstemming is met de beginselen en bepalingen van het UNFCCC. Zij verbinden zich ertoe samen te werken teneinde het multilaterale, op regels gebaseerde stelsel van het UNFCCC op basis van de in het kader van het UNFCCC overeengekomen besluiten te versterken en de inspanningen te ondersteunen om in het kader van het UNFCCC te komen tot de opstelling van een internationale overeenkomst inzake klimaatverandering voor de periode na 2020 die op alle partijen van toepassing is.
4.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst staat eraan in de weg dat een van beide partijen maatregelen vaststelt of handhaaft ter tenuitvoerlegging van de multilaterale milieuovereenkomsten waarbij zij partij zijn, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen niet worden toegepast op een manier die een willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie tussen de partijen of een verkapte beperking van het handelsverkeer zou betekenen.
ARTIKEL 12.7
Handel in hout en houtproducten
De partijen erkennen het belang van wereldwijd behoud en duurzaam beheer van de bossen. Daartoe verbinden de partijen zich ertoe:
a)
informatie uit te wisselen over strategieën ter bevordering van de handel in en het verbruik van hout en houtproducten afkomstig uit op legale en duurzame wijze beheerde bossen, en ter bevordering van de bekendheid van dergelijke strategieën;
b)
de wereldwijde wetshandhaving en governance in de bosbouw te bevorderen en op te treden tegen de handel in illegaal gekapt hout en producten daarvan, bijvoorbeeld door het bevorderen van het gebruik van hout en houtproducten afkomstig uit op legale en duurzame wijze beheerde bossen, onder meer door middel van controle en certificeringsregelingen;
c)
samen te werken ter bevordering van de doeltreffendheid van de maatregelen of het beleid inzake het optreden tegen de handel in illegaal gekapt hout en producten daarvan, en
d)
de doeltreffende toepassing van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora, Cites) te bevorderen met betrekking tot houtsoorten waarvan de staat van instandhouding bedreigd wordt geacht.
ARTIKEL 12.8
Handel in visproducten
De partijen erkennen het belang van instandhouding en duurzaam beheer van de visbestanden. Daartoe verbinden de partijen zich ertoe:
a)
instandhoudingsmaatregelen voor de lange termijn na te leven en zorg te dragen voor de duurzame exploitatie van de visbestanden als omschreven in de door beide partijen geratificeerde internationale instrumenten, en de beginselen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (hierna "FAO" genoemd) en de daarmee verband houdende relevante VN-instrumenten te handhaven;
b)
doeltreffende maatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (hierna "IOO-visserij" genoemd) vast te stellen en toe te passen, onder meer door samenwerking met regionale organisaties voor visserijbeheer en waar nodig tenuitvoerlegging van hun vangstdocumentatie- of vangstcertificeringsregelingen voor de uitvoer van vis en visproducten. De partijen vergemakkelijken tevens maatregelen om te voorkomen dat IOO-producten in de handelsstromen terechtkomen alsmede de uitwisseling van informatie over IOO-activiteiten;
c)
doeltreffende toezicht- en controlemaatregelen vast te stellen ter waarborging van de naleving van de instandhoudingsmaatregelen, zoals passende havenstaatmaatregelen, en
d)
de beginselen van de FAO-Overeenkomst om te bevorderen dat vissersvaartuigen op de volle zee de internationale maatregelen voor instandhouding en beheer van de visbestanden naleven te handhaven en de relevante bepalingen van de FAO-Overeenkomst inzake de havenstaatmaatregelen om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen in acht te nemen.
ARTIKEL 12.9
Wetenschappelijke informatie
Elk van beide partijen houdt bij de opstelling en tenuitvoerlegging van maatregelen gericht op de bescherming van het milieu die de handel of de investeringen tussen de partijen ongunstig kunnen beïnvloeden, rekening met wetenschappelijk bewijsmateriaal en relevante internationale normen, richtsnoeren of aanbevelingen, indien voorhanden, en met het voorzorgsbeginsel.
ARTIKEL 12.10
Samenwerking op gebied van milieuaspecten
in context van handel en duurzame ontwikkeling
De partijen erkennen het belang van samenwerking op het gebied van handelsgerelateerde aspecten van het milieubeleid teneinde de doelstellingen van deze overeenkomst te verwezenlijken. Zij kunnen het initiatief nemen tot samenwerkingsactiviteiten tot wederzijds voordeel op onder meer de volgende gebieden:
a)
uitwisseling van standpunten over de positieve en negatieve gevolgen van deze overeenkomst voor de milieuaspecten van duurzame ontwikkeling en over de manieren om deze gevolgen te versterken, te voorkomen of te verzachten, waarbij rekening wordt gehouden met door een van de partijen of beide partijen verrichte duurzaamheidseffectbeoordelingen;
b)
samenwerking in internationale fora die zich bezighouden met de milieuaspecten van handel en duurzame ontwikkeling, in het bijzonder ook binnen de WTO alsmede in het kader van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties en multilaterale milieuovereenkomsten;
c)
samenwerking ter bevordering van de ratificatie en doeltreffende tenuitvoerlegging van multilaterale milieuovereenkomsten die voor de handel van belang zijn;
d)
informatie-uitwisseling en samenwerking op het gebied van particuliere en openbare certificerings- en keurmerksystemen, waaronder milieukeuren en groene overheidsopdrachten;
e)
uitwisseling van standpunten over de gevolgen van milieuvoorschriften, standaarden en normen voor de handel;
f)
samenwerking op het gebied van handelsgerelateerde aspecten van de huidige en toekomstige internationale regeling in verband met klimaatverandering, met inbegrip van manieren om de negatieve effecten van de handel op het klimaat aan te pakken, alsmede middelen om koolstofarme technologieën en energie-efficiëntie te bevorderen;
g)
samenwerking op het gebied van handelsgerelateerde aspecten van multilaterale milieuovereenkomsten, met inbegrip van douanesamenwerking;
h)
duurzaam bosbeheer ter bevordering van doeltreffende maatregelen voor de certificering van duurzaam geproduceerd hout;
i)
uitwisseling van standpunten over de verhouding tussen multilaterale milieuovereenkomsten en voorschriften op het gebied van de internationale handel;
j)
uitwisseling van standpunten over de liberalisering van de handel in milieugoederen en diensten, en
k)
uitwisseling van standpunten over de instandhouding en het beheer van de levende mariene hulpbronnen.
AFDELING D
ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 12.11
Handel en investeringen ter bevordering van duurzame ontwikkeling
1.
De partijen zijn vastbesloten bijzondere inspanningen te blijven verrichten ter vergemakkelijking en bevordering van de handel en de investeringen in milieugoederen en diensten, onder meer door de aanpak van niet-tarifaire belemmeringen ter zake. Zij erkennen tevens het nut van inspanningen ter bevordering van de handel in goederen die vallen onder vrijwillige of particuliere regelingen ter waarborging van duurzame ontwikkeling, zoals milieukeuren of eerlijke en ethische handel.
2.
De partijen streven er in het bijzonder naar het verwijderen van handels- en investeringsbelemmeringen met betrekking tot klimaatvriendelijke goederen en diensten, zoals goederen en diensten voor duurzame hernieuwbare energie en energiezuinige producten en diensten, te vergemakkelijken, onder meer door de vaststelling van beleidskaders die bevorderlijk zijn voor de toepassing van de beste beschikbare technologieën en door de bevordering van normen die aan de ecologische en economische behoeften beantwoorden en de technische handelsbelemmeringen tot een minimum terugdringen.
3.
De partijen erkennen de noodzaak ervoor te zorgen dat bij het opzetten van regelingen voor overheidssteun voor fossiele brandstoffen naar behoren rekening wordt gehouden met de noodzaak de uitstoot van broeikasgassen zo veel mogelijk terug te dringen en verstoringen van het handelsverkeer zo veel mogelijk te beperken. Hoewel artikel 11.7 (Verboden subsidies), lid 2, onder b), niet van toepassing is op subsidies aan de kolenindustrie, stellen de partijen zich beide ten doel, de subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk te verlagen. Deze verlaging kan vergezeld gaan van maatregelen voor het opvangen van de sociale gevolgen van de overgang naar koolstofarme brandstoffen. Daarnaast bevorderen beide partijen actief de ontwikkeling van een duurzame en veilige koolstofarme economie, bijvoorbeeld door investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiënte oplossingen.
4.
Bij de bevordering van de handel en de investeringen dienen de partijen bijzondere inspanningen te doen om praktijken van maatschappelijk verantwoord ondernemen die op vrijwillige basis ten uitvoer worden gelegd, te bevorderen. In dit verband beroept elk van beide partijen zich op internationaal aanvaarde beginselen, normen of richtsnoeren ter zake die zij is overeengekomen of waartoe zij is toegetreden, zoals de richtsnoeren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling voor multinationale ondernemingen, het "Global Compact"-initiatief van de Verenigde Naties en de Tripartiete beginselverklaring van de ILO betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid. De partijen verbinden zich ertoe informatie uit te wisselen over en samen te werken bij de bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
ARTIKEL 12.12
Handhaving van beschermingsniveaus
1.
De partijen zien niet af van toepassing van of wijken niet anderszins af van, of bieden niet aan af te zien van toepassing van of anderszins af te wijken van, hun milieu- en arbeidswetgeving op een wijze die van invloed is op de handel of de investeringen tussen de partijen.
2.
De partijen doen geen afbreuk aan de daadwerkelijke handhaving van hun milieu- en arbeidswetgeving door een onafgebroken of herhaald handelen of nalaten, op een wijze die van invloed is op de handel of de investeringen tussen de partijen.
ARTIKEL 12.13
Transparantie
Elk van beide partijen ziet erop toe dat alle algemene maatregelen die strekken ter bescherming van het milieu of de arbeidsomstandigheden en die van invloed kunnen zijn op de handel en de investeringen tussen de partijen, op transparante wijze worden opgesteld, ingevoerd en beheerd, dat zij tijdig worden aangekondigd en dat zij de belanghebbenden mogelijkheden bieden om hun standpunten kenbaar te maken, in overeenstemming met de bepalingen van haar interne recht en hoofdstuk dertien (Transparantie).
ARTIKEL 12.14
Evaluatie van effecten op duurzame ontwikkeling
1.
Elk van beide partijen verbindt zich ertoe de effecten van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst op de duurzame ontwikkeling gezamenlijk of afzonderlijk, via haar desbetreffende participatieprocessen en participatieve instellingen, in overeenstemming met haar bestaande praktijken te bewaken, te beoordelen en te evalueren.
2.
De partijen wisselen standpunten uit over methoden en indicatoren voor handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordelingen.
ARTIKEL 12.15
Institutionele structuren en toezichtmechanisme
1.
Elk van beide partijen wijst binnen haar diensten een instantie aan voor contacten met de andere partij over de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk.
2.
De partijen richten een raad voor handel en duurzame ontwikkeling (hierna "raad" genoemd) op. De raad bestaat uit hoge ambtenaren van elk van beide partijen.
3.
De raad komt in de eerste twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen, en vervolgens wanneer het nodig is, om toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk.
4.
Elke bijeenkomst van de raad omvat een openbare sessie tijdens welke de belanghebbenden standpunten over aangelegenheden in verband met de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk kunnen uitwisselen. De partijen bevorderen een evenwichtige vertegenwoordiging van de belangen ter zake, waaronder die van onafhankelijke representatieve organisaties van werkgevers en werknemers, milieuorganisaties en ondernemingsgroepen, en in voorkomend geval van andere belanghebbenden ter zake.
5.
Elk van beide partijen roept nieuwe raadplegingsmechanismen in het leven of maakt gebruik van bestaande raadplegingsmechanismen om het advies van binnenlandse belanghebbenden ter zake, zoals interne adviesgroepen, over de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk in te winnen. Onafhankelijke belanghebbenden op economisch, sociaal en milieugebied worden in het kader van deze mechanismen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd. Van deze belanghebbenden maken onder meer werkgevers- en werknemersorganisaties en niet-gouvernementele organisaties deel uit. Deze belanghebbenden kunnen op eigen initiatief aan hun respectieve partijen standpunten kenbaar maken of aanbevelingen doen over de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk.
ARTIKEL 12.16
Overleg op regeringsniveau
1.
In geval van onenigheid over aangelegenheden die zich in verband met dit hoofdstuk voordoen, maken de partijen enkel gebruik van de procedures bedoeld in artikel 12.16 (Overleg op regeringsniveau) en artikel 12.17 (Deskundigenpanel). Het bepaalde in hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme) is niet van toepassing op dit hoofdstuk.
2.
In geval van onenigheid als bedoeld in lid 1 kan een partij de andere partij om overleg verzoeken door hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij het contactpunt van de andere partij. Het overleg begint onverwijld na de indiening van het verzoek om overleg.
3.
De partijen doen alles wat in hun vermogen ligt om de aangelegenheid op een voor beide partijen bevredigende wijze op te lossen. Zij houden rekening met de werkzaamheden van de ILO of van multilaterale milieuorganisaties of -instanties ter zake, teneinde een grotere samenwerking en meer samenhang tussen het werk van de partijen en die organisaties te bevorderen. In voorkomend geval kunnen de partijen, met wederzijdse instemming, de standpunten inwinnen van deze organisaties of instanties, of van elke persoon die of elk orgaan dat zij geschikt achten om de aangelegenheid volledig te onderzoeken.
4.
Indien een partij van oordeel is dat de aangelegenheid verder moet worden besproken, kan zij verzoeken de raad voor behandeling van de aangelegenheid bijeen te roepen door hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij het contactpunt van de andere partij. De raad komt onverwijld bijeen en probeert overeenstemming te bereiken over een oplossing van de aangelegenheid.
5.
De raad kan in voorkomend geval de betrokken belanghebbenden raadplegen.
6.
Tenzij de raad anders beslist, worden alle oplossingen die hij ter zake bereikt openbaar gemaakt.
ARTIKEL 12.17
Deskundigenpanel
1.
Voor alle aangelegenheden die door de raad niet op bevredigende wijze zijn opgelost binnen 120 dagen na de indiening van een verzoek overeenkomstig artikel 12.16 (Overleg op regeringsniveau), lid 4, om de raad voor behandeling van de aangelegenheid bijeen te roepen, of binnen een door beide partijen overeengekomen langere termijn, kan een partij verzoeken een deskundigenpanel in te stellen om de aangelegenheid te onderzoeken, door hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij het contactpunt van de andere partij.
2.
Op zijn eerste bijeenkomst na de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de raad de procedureregels voor het deskundigenpanel vast, onder verwijzing naar de desbetreffende procedureregels in bijlage 14-A. Op dit artikel zijn de in bijlage 14-B vermelde beginselen van toepassing.
3.
De raad stelt op zijn eerste bijeenkomst na de inwerkingtreding van deze overeenkomst een lijst van ten minste twaalf personen op die bereid en in staat zijn om zitting te nemen in het deskundigenpanel. Deze lijst bestaat uit drie sublijsten: een sublijst voor elk van beide partijen en een sublijst van personen die geen onderdaan van een van beide partijen zijn en die voor het voorzitterschap van het deskundigenpanel in aanmerking komen. Elk van beide partijen draagt op haar eigen sublijst ten minste vier personen voor die als deskundigen kunnen optreden. Tevens draagt elk van beide partijen ten minste twee personen voor die met instemming van beide partijen worden opgenomen op de sublijst van voorzitters. Op zijn bijeenkomsten zal de raad de lijst onderzoeken en ervoor zorgen dat de lijst steeds ten minste deze omvang heeft.
4.
De in lid 3 bedoelde lijst bevat personen die beschikken over gespecialiseerde kennis of deskundigheid op het gebied van de aangelegenheden waarover dit hoofdstuk handelt, het arbeids- of milieurecht, of de beslechting van geschillen in het kader van internationale overeenkomsten. Zij zijn onafhankelijk, treden op persoonlijke titel op, nemen geen instructies van enige organisatie of regering aan met betrekking tot de aangelegenheid in kwestie en zijn niet verbonden aan de regering van Singapore of van een lidstaat van de Unie dan wel aan de Unie.
5.
Een deskundigenpanel bestaat uit drie leden, tenzij de partijen anders overeenkomen. De partijen voeren binnen dertig dagen na de datum waarop de partij waaraan het verzoek tot instelling van een deskundigenpanel is gericht dit heeft ontvangen, overleg over de samenstelling ervan. Wanneer de partijen binnen deze termijn geen overeenstemming over de samenstelling van het deskundigenpanel kunnen bereiken, wijzen zij in gezamenlijk overleg of, indien zij binnen een nieuwe termijn van zeven dag nog geen overeenstemming kunnen bereiken, door middel van loting de voorzitter aan uit de desbetreffende sublijst als bedoeld in lid 3. Elk van beide partijen wijst binnen veertien dagen na afloop van de termijn van dertig dagen een deskundige aan die de vereisten van lid 4 vervult. De partijen kunnen overeenkomen elke andere deskundige die de vereisten van lid 4 vervult in het deskundigenpanel op te nemen. Wanneer de samenstelling van het deskundigenpanel niet binnen deze termijn van vierenveertig dagen na de datum waarop de partij waaraan het verzoek tot instelling van een deskundigenpanel is gericht dit heeft ontvangen, is afgerond, wordt de resterende deskundige of worden de resterende deskundigen binnen zeven dagen door middel van loting uit de sublijst(en) als bedoeld in lid 3 aangewezen uit de personen die zijn voorgedragen door de partij of de partijen die de procedure niet heeft of hebben voltooid. Wanneer een dergelijke lijst nog niet is opgesteld, worden de deskundigen door middel van loting aangewezen uit de personen die door een van de partijen of door beide partijen formeel zijn voorgedragen. De datum van instelling van het deskundigenpanel is de datum waarop de laatste van de drie deskundigen wordt aangewezen.
6.
Tenzij de partijen binnen zeven dagen na de datum van instelling van het deskundigenpanel anders overeenkomen, luidt de taakomschrijving van het deskundigenpanel als volgt:
"In het licht van de desbetreffende bepalingen van het hoofdstuk Handel en duurzame ontwikkeling de aangelegenheid onderzoeken die is beschreven in het verzoek om instelling van het deskundigenpanel, en overeenkomstig artikel 12.17 (Deskundigenpanel), lid 8, een verslag met aanbevelingen voor de oplossing van de aangelegenheid voorleggen".
7.
Het deskundigenpanel kan inlichtingen inwinnen bij alle bronnen die het nuttig acht. Voor aangelegenheden die verband houden met de naleving van multilaterale overeenkomsten als bedoeld in de artikelen 12.3 (Multilaterale arbeidsnormen en overeenkomsten) en 12.6 (Multilaterale milieunormen en overeenkomsten) verzoekt het deskundigenpanel de ILO of de bij multilaterale milieuovereenkomsten ingestelde organen om inlichtingen en advies. Alle in het kader van dit lid verkregen inlichtingen worden meegedeeld aan beide partijen, die hierover opmerkingen kunnen indienen.
8.
Het deskundigenpanel legt de partijen een tussentijds verslag en een eindverslag voor. Deze verslagen vermelden de resultaten van het feitenonderzoek, de toepasbaarheid van de desbetreffende bepalingen, alsmede de beweeggronden die aan de bevindingen en aanbevelingen ten grondslag liggen. Het deskundigenpanel legt het tussentijds verslag uiterlijk negentig dagen na zijn instelling aan de partijen voor. Elk van beide partijen kan het deskundigenpanel schriftelijke opmerkingen over het tussentijds verslag doen toekomen. Het deskundigenpanel kan het verslag naar aanleiding van deze schriftelijke opmerkingen wijzigen en, wanneer het dat zinvol acht, de zaak nader onderzoeken. Het deskundigenpanel legt het eindverslag uiterlijk honderdvijftig dagen na zijn instelling aan de partijen voor. Wanneer het van oordeel is dat de in dit lid vastgelegde termijnen niet kunnen worden gehaald, stelt de voorzitter van het deskundigenpanel de partijen hiervan schriftelijk in kennis, met opgave van de redenen voor de vertraging en de datum waarop het panel zijn tussentijds verslag of eindverslag denkt te kunnen voorleggen. Het deskundigenpanel legt het eindverslag uiterlijk honderdtachtig dagen na zijn instelling voor, tenzij de partijen anders overeenkomen. Dit eindverslag wordt openbaar gemaakt, tenzij de partijen anders besluiten.
9.
De partijen bespreken, rekening houdend met het verslag en de aanbevelingen van het deskundigenpanel, welke passende maatregelen moeten worden getroffen. De betrokken partij brengt haar belanghebbenden via de in artikel 12.15 (Institutionele structuren en toezichtmechanisme), lid 5, bedoelde raadplegingsmechanismen en de andere partij uiterlijk drie maanden nadat het verslag is voorgelegd aan de partijen, op de hoogte van haar besluiten over de acties of maatregelen die moeten worden uitgevoerd. De raad houdt toezicht op het vervolg dat wordt gegeven aan het verslag en de aanbevelingen van het deskundigenpanel. De belanghebbenden kunnen in dit verband opmerkingen indienen bij de raad.
HOOFDSTUK derTIEN
TRANSPARANTIE
ARTIKEL 13.1
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a)
"algemene maatregel": wetten, voorschriften, gerechtelijke uitspraken, procedures en administratieve beschikkingen die gevolgen kunnen hebben voor enige onder deze overeenkomst vallende aangelegenheid. Hieronder valt niet een besluit dat op een bepaalde persoon van toepassing is;
b)
"belanghebbende": iedere natuurlijke of rechtspersoon op wie rechten en verplichtingen uit hoofde van een algemene maatregel van toepassing kunnen zijn.
ARTIKEL 13.2
Doelstellingen en toepassingsgebied
1.
De partijen erkennen dat hun respectieve regelgeving gevolgen voor hun onderlinge handel en investeringen kan hebben en streven daarom naar een transparante en voorspelbare regelgeving voor marktdeelnemers, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen die op hun respectieve grondgebied zaken doen.
2.
De partijen herbevestigen hun respectieve verbintenissen uit hoofde van de WTO-Overeenkomst en leggen verduidelijkingen en verbeterde regelingen vast op het gebied van transparantie, raadpleging en beter beheer van algemene maatregelen.
ARTIKEL 13.3
Bekendmaking met betrekking tot algemene maatregelen
1.
Elk van beide partijen zorgt er met betrekking tot algemene maatregelen voor dat:
a)
deze maatregelen voor belanghebbenden gemakkelijk en op niet-discriminerende wijze toegankelijk zijn via een officieel aangewezen medium en, wanneer dit haalbaar en mogelijk is, langs elektronische weg, zodat belanghebbenden en de andere partij zich ermee vertrouwd kunnen maken;
b)
zoveel mogelijk een toelichting op het doel en de motivering ervan wordt verstrekt, en
c)
er voldoende tijd is tussen de bekendmaking en de inwerkingtreding ervan, behalve wanneer dit om redenen van spoedeisendheid niet mogelijk is.
2.
Elk van beide partijen:
a)
streeft ernaar voorstellen tot vaststelling of wijziging van algemene maatregelen, met inbegrip van een toelichting op het doel en de motivering van het voorstel, voordien al bekend te maken;
b)
biedt belanghebbenden redelijke mogelijkheden en met name voldoende tijd om commentaar te leveren op de voorgestelde maatregelen, en
c)
streeft ernaar rekening te houden met het commentaar op de voorgestelde maatregelen dat zij van de belanghebbenden ontvangt.
ARTIKEL 13.4
Vragen en contactpunten
1.
Om de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en de communicatie tussen de partijen over alle onder deze overeenkomst vallende aangelegenheden te vergemakkelijken, wijst elk van beide partijen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst een contactpunt aan.
2.
Op verzoek van een van beide partijen geeft het contactpunt van de andere partij aan welk bureau of welke ambtenaar verantwoordelijk is voor aangelegenheden betreffende de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en is het indien noodzakelijk behulpzaam bij het vergemakkelijken van de communicatie met de verzoekende partij.
3.
Elk van beide partijen voert passende mechanismen in, of handhaaft deze, om vragen van belanghebbenden van de andere partij over voorgestelde of van kracht zijnde algemene maatregelen en over de toepassing daarvan te beantwoorden. De vragen kunnen worden ingediend via krachtens lid 1 opgerichte contactpunten of via een ander geschikt mechanisme.
4.
De partijen erkennen dat in lid 3 bedoelde antwoorden niet altijd definitief en juridisch bindend zijn, maar alleen ter informatie worden gegeven, tenzij in hun wet- en regelgeving anders wordt bepaald.
5.
Verzoeken of informatie op grond van dit artikel worden via de bevoegde contactpunten als bedoeld in lid 1 aan de andere partij meegedeeld.
6.
Op verzoek van een van beide partijen verstrekt de andere partij onverwijld informatie en beantwoordt zij terstond vragen met betrekking tot een bestaande of voorgestelde algemene maatregel die volgens de verzoekende partij van invloed kan zijn op de werking van deze overeenkomst, ongeacht of de verzoekende partij voordien van die maatregel in kennis was gesteld.
7.
Elk van beide partijen voert passende mechanismen in, of handhaaft deze, die tot taak hebben te proberen voor belanghebbenden van de andere partij een doeltreffende oplossing te vinden voor problemen die kunnen voortvloeien uit de toepassing van algemene maatregelen. Dergelijke procedures moeten gemakkelijk toegankelijk, tijdgebonden, resultaatgericht en transparant zijn. Zij doen geen afbreuk aan beroeps- of herzieningsprocedures die de partijen invoeren of handhaven. Ook doen zij geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme).
8.
Geen ingevolge dit artikel verstrekte informatie loopt vooruit op de vraag of de maatregel in overeenstemming met deze overeenkomst is.
ARTIKEL 13.5
Administratieve procedures
Wanneer een partij in specifieke gevallen algemene maatregelen op bepaalde personen, goederen of diensten van de andere partij toepast, en teneinde alle algemene maatregelen consequent, onpartijdig en op redelijke wijze uit te voeren,
a)
streeft zij ernaar belanghebbenden van de andere partij voor wie een procedure rechtstreeks gevolgen heeft, tijdig en in overeenstemming met haar procedures in kennis te stellen van de inleiding van een procedure, met daarbij een beschrijving van de aard van de procedure, een verklaring over de rechtsgrondslag voor de inleiding van de procedure en een algemene beschrijving van de aangelegenheden waarover het geschil gaat;
b)
biedt zij belanghebbenden een redelijke mogelijkheid om feiten en argumenten ter ondersteuning van hun standpunten naar voren te brengen voordat een definitieve administratieve maatregel wordt genomen, voor zover de tijd, de aard van de procedure en het openbaar belang dit toelaten, en
c)
ziet zij erop toe dat haar procedures gebaseerd zijn op de wet en hiermee in overeenstemming zijn.
ARTIKEL 13.6
Herziening van administratieve maatregelen
1.
Elk van beide partijen stelt, onder voorbehoud van haar interne wetgeving, rechterlijke, semi-rechterlijke of administratieve instanties of procedures in, of handhaaft deze, met het oog op een onverwijlde herziening en, indien gerechtvaardigd, correctie van de administratieve maatregelen met betrekking tot aangelegenheden waarop deze overeenkomst van toepassing is. De instanties zijn onpartijdig en onafhankelijk van de dienst of de autoriteit die belast is met de administratieve handhaving en hebben geen materieel belang bij de uitkomst van de aangelegenheid.
2.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat de procespartijen bij dergelijke instanties of in dergelijke procedures:
a)
over een redelijke mogelijkheid beschikken om hun respectieve standpunten te ondersteunen of te verdedigen, en
b)
een beslissing krijgen die is gebaseerd op bewijsmateriaal en ingediende stukken, of, indien de wet dat vereist, op het door de administratieve autoriteit samengestelde dossier.
3.
Elk van beide partijen zorgt ervoor dat, behoudens beroep of latere herziening overeenkomstig de wet, de beslissing ten uitvoer wordt gelegd door de dienst of de autoriteit die voor de administratieve maatregel ter zake bevoegd is en dat die beslissing ook ten grondslag komt te liggen aan de praktijk van de dienst of autoriteit ter zake.
ARTIKEL 13.7
Regelgevingskwaliteit en -efficiency
en behoorlijk bestuurlijk gedrag
1.
De partijen komen overeen samen te werken bij de bevordering van de kwaliteit en efficiency van de regelgeving in hun respectieve regelgevingsbeleid door middel van de uitwisseling van informatie en beste praktijken.
2.
De partijen onderschrijven de beginselen van behoorlijk bestuurlijk gedrag en komen overeen samen te werken bij de bevordering daarvan in hun respectieve overheidsdiensten door middel van de uitwisseling van informatie en beste praktijken.
ARTIKEL 13.8
Specifieke voorschriften
Specifieke voorschriften in andere hoofdstukken van deze overeenkomst met betrekking tot het onderwerp van dit hoofdstuk hebben voorrang, voor zover zij afwijken van de bepalingen van dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK VEERTIEN
BESLECHTING VAN GESCHILLEN
AFDELING A
DOELSTELLING EN TOEPASSINGSGEBIED
ARTIKEL 14.1
Doelstelling
Het doel van dit hoofdstuk is meningsverschillen tussen de partijen over de interpretatie en toepassing van deze overeenkomst te vermijden of te overbruggen teneinde waar mogelijk tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen.
ARTIKEL 14.2
Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle meningsverschillen over de interpretatie en toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
AFDELING B
OVERLEG
ARTIKEL 14.3
Overleg
1.
De partijen streven ernaar alle meningsverschillen over de interpretatie en toepassing van de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen op te lossen door te goeder trouw overleg te voeren, teneinde tot een onderling overeengekomen oplossing te komen.
2.
De partij die overleg wenst te voeren dient daartoe bij de andere partij een schriftelijk verzoek in, van welk verzoek een afschrift aan het Handelscomité wordt gezonden, en vermeldt daarbij de redenen voor het verzoek alsmede de maatregelen waarom het gaat, de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde toepasselijke bepalingen en de redenen voor de toepasselijkheid van deze bepalingen.
3.
Het overleg wordt binnen dertig dagen na de datum van ontvangst van het verzoek geopend en vindt, tenzij de partijen anders overeenkomen, plaats op het grondgebied van de partij waartegen de klacht gericht is. Het overleg wordt zestig dagen na de datum van ontvangst van het verzoek geacht te zijn afgesloten, tenzij de partijen anders overeenkomen. Het overleg is vertrouwelijk en laat de rechten van elk van beide partijen in latere procedures onverlet.
4.
Overleg over dringende aangelegenheden, zoals wanneer het bederfelijke waren of in voorkomend geval seizoensgebonden goederen of diensten betreft, wordt binnen vijftien dagen na de datum van ontvangst van het verzoek geopend en wordt dertig dagen na de datum van ontvangst van het verzoek geacht te zijn afgesloten, tenzij de partijen anders overeenkomen.
5.
Indien de partij waaraan het verzoek om overleg gericht is niet binnen tien dagen na de datum van ontvangst van het verzoek hierop reageert, of indien het overleg niet binnen de in lid 3 respectievelijk lid 4 genoemde termijn wordt geopend of indien het overleg is afgesloten zonder dat een onderling overeengekomen oplossing is bereikt, kan de klagende partij verzoeken om de instelling van een arbitragepanel overeenkomstig artikel 14.4 (Inleiding van arbitrageprocedure).
AFDELING C
PROCEDURES VOOR BESLECHTING VAN GESCHILLEN
ONDERAFDELING A
ARBITRAGEPROCEDURES
ARTIKEL 14.4
Inleiding van arbitrageprocedure
1.
Wanneer de partijen er niet in zijn geslaagd het geschil door middel van het in artikel 14.3 (Overleg) bedoelde overleg op te lossen, kan de klagende partij verzoeken om de instelling van een arbitragepanel in overeenstemming met dit artikel.
2.
Het verzoek om instelling van een arbitragepanel wordt schriftelijk gedaan bij de partij waartegen de klacht gericht is en bij het Handelscomité. De klagende partij vermeldt in haar verzoek welke specifieke maatregel in het geding is en legt uit, op zodanige wijze dat de rechtsgrond van de klacht duidelijk is, waarom die maatregel een inbreuk vormt op de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen.
ARTIKEL 14.5
Instelling van arbitragepanel
1.
Een arbitragepanel bestaat uit drie arbiters.
2.
De partijen treden binnen vijf dagen na de datum waarop de partij waartegen de klacht gericht is het in artikel 14.4 (Inleiding van arbitrageprocedure), lid 1, bedoelde verzoek heeft ontvangen, met elkaar in overleg om overeenstemming te bereiken over de samenstelling van het arbitragepanel.
3.
Wanneer de partijen binnen tien dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg geen overeenstemming over de voorzitter van het arbitragepanel bereiken, wijst de voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger binnen twintig dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg door middel van loting uit de in artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 1, bedoelde lijst een arbiter aan die zal fungeren als voorzitter.
4.
Wanneer de partijen binnen tien dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg geen overeenstemming over de arbiters bereiken,
a)
kan elk van beide partijen binnen vijftien dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg uit de in artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 2, bedoelde lijst een arbiter aanwijzen, die niet zal fungeren als voorzitter, en
b)
ingeval een van beide partijen verzuimt een arbiter aan te wijzen op grond van lid 4, onder a), wijst de voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger binnen twintig dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg door middel van loting de overige arbiter(s) aan uit de personen die door de partij zijn voorgedragen overeenkomstig artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 2.
5.
Indien de in artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 2, bedoelde lijst op het in lid 4 voorgeschreven tijdstip niet is opgesteld
a)
en hetzij beide partijen overeenkomstig artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 2, personen hebben voorgedragen, kan elk van beide partijen binnen vijftien dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg uit de voorgedragen personen een arbiter aanwijzen, die niet zal fungeren als voorzitter. Indien een partij verzuimt een arbiter aan te wijzen, wijst de voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger door middel van loting de arbiter aan uit de personen die zijn voorgedragen door de partij die verzuimd heeft haar arbiter aan te wijzen;
b)
en hetzij slechts één partij overeenkomstig artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 2, personen heeft voorgedragen, kan elk van beide partijen binnen vijftien dagen na aanvang van het in lid 2 bedoelde overleg uit de voorgedragen personen een arbiter aanwijzen, die niet zal fungeren als voorzitter. Indien een partij verzuimt een arbiter aan te wijzen, wijst de voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger door middel van loting de arbiter aan uit de personen die zijn voorgedragen.
6.
Indien de in artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 1, bedoelde lijst op het in lid 3 voorgeschreven tijdstip niet is opgesteld, wordt de voorzitter door middel van loting aangewezen uit de voormalige leden van de Beroepsinstantie van de WTO, die geen onderdaan van een van beide partijen mogen zijn.
7.
De datum van instelling van het arbitragepanel is de datum waarop de laatste van de drie arbiters wordt aangewezen.
8.
De arbiters mogen uitsluitend om de in de punten 19 tot en met 25 van bijlage 14-A vermelde redenen en overeenkomstig de daarin vastgestelde procedures worden vervangen.
ARTIKEL 14.6
Voorlopige uitspraak inzake dringende aard
Indien een partij daarom verzoekt, doet het arbitragepanel binnen tien dagen na zijn instelling een voorlopige uitspraak over de vraag of het een zaak dringend acht.
ARTIKEL 14.7
Tussentijds panelverslag
1.
Het arbitragepanel legt uiterlijk negentig dagen na de datum van zijn instelling een tussentijds verslag aan de partijen voor, dat de resultaten van het feitenonderzoek, de toepasselijkheid van de desbetreffende bepalingen, alsmede de aan zijn bevindingen en aanbevelingen ten grondslag liggende beweegredenen vermeldt. Wanneer het van oordeel is dat deze termijn niet kan worden gehaald, stelt de voorzitter van het arbitragepanel de partijen en het Handelscomité hiervan schriftelijk in kennis, met opgave van de redenen voor de vertraging en de datum waarop het panel zijn tussentijds verslag denkt te kunnen voorleggen. In geen geval mag het tussentijds verslag later dan honderdtwintig dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel worden voorgelegd.
2.
Elk van beide partijen kan binnen dertig dagen nadat zij van het verslag in kennis is gesteld het arbitragepanel schriftelijk verzoeken bepaalde aspecten van het tussentijdse verslag te heroverwegen.
3.
In dringende gevallen, zoals wanneer het bederfelijke waren of in voorkomend geval seizoensgebonden goederen of diensten betreft, stelt het arbitragepanel alles in het werk om zijn tussentijds verslag voor te leggen binnen de helft van de in lid 1 respectievelijk lid 2 genoemde termijn en kan elk van beide partijen het arbitragepanel schriftelijk verzoeken bepaalde aspecten van het tussentijds verslag te heroverwegen binnen de helft van de in lid 1 respectievelijk lid 2 genoemde termijn.
4.
Het arbitragepanel kan het tussentijds verslag naar aanleiding van schriftelijk commentaar van de partijen wijzigen en, wanneer het dat zinvol acht, de zaak nader onderzoeken. In de definitieve uitspraak van het panel worden de in de tussentijdse fase naar voren gebrachte argumenten afdoende besproken en wordt duidelijk ingegaan op het schriftelijk commentaar van beide partijen.
ARTIKEL 14.8
Uitspraak van arbitragepanel
1.
Het arbitragepanel maakt zijn uitspraak binnen honderdvijftig dagen na zijn instelling aan de partijen en aan het Handelscomité bekend. Wanneer het van oordeel is dat deze termijn niet kan worden gehaald, stelt de voorzitter van het arbitragepanel de partijen en het Handelscomité hiervan schriftelijk in kennis, met opgave van de redenen voor de vertraging en de datum waarop het panel zijn uitspraak denkt te kunnen bekendmaken. In geen geval mag de uitspraak later dan honderdtachtig dagen na de instelling van het arbitragepanel plaatsvinden.
2.
In dringende gevallen, zoals wanneer het bederfelijke waren of in voorkomend geval seizoensgebonden goederen of diensten betreft, stelt het arbitragepanel alles in het werk om zijn uitspraak binnen vijfenzeventig dagen na zijn instelling bekend te maken. In geen geval mag de uitspraak later dan negentig dagen na de instelling van het arbitragepanel plaatsvinden.
ONDERAFDELING B
NALEVING
ARTIKEL 14.9
Naleving van uitspraak van arbitragepanel
Elk van beide partijen neemt de maatregelen die noodzakelijk zijn om de uitspraak van het arbitragepanel te goeder trouw na te leven en beide partijen streven ernaar overeenstemming te bereiken over de termijn waarbinnen zij de uitspraak zullen naleven.
ARTIKEL 14.10
Redelijke termijn voor naleving
1.
Uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de kennisgeving van de uitspraak van het arbitragepanel aan de partijen stelt de partij waartegen de klacht gericht is de klagende partij en het Handelscomité in kennis van de tijd die zij nodig heeft om de uitspraak na te kunnen leven (hierna "redelijke termijn" genoemd) indien onmiddellijke naleving niet mogelijk is.
2.
Indien de partijen het niet eens zijn over een redelijke termijn voor naleving van de uitspraak van het arbitragepanel, verzoekt de klagende partij binnen twintig dagen na ontvangst van de kennisgeving overeenkomstig lid 1 door de partij waartegen de klacht gericht is, het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk om een redelijke termijn vast te stellen. Dit verzoek wordt tegelijkertijd medegedeeld aan de andere partij en aan het Handelscomité. Binnen twintig dagen na de indiening van het verzoek maakt het oorspronkelijke arbitragepanel zijn uitspraak aan de partijen bekend en stelt het Handelscomité hiervan in kennis.
3.
Wanneer een van de leden van het oorspronkelijke arbitragepanel niet meer beschikbaar is, zijn de in artikel 14.5 (Instelling van arbitragepanel) beschreven procedures van toepassing. De termijn voor de bekendmaking van de uitspraak bedraagt vijfendertig dagen na de datum van indiening van het in lid 2 bedoelde verzoek.
4.
De partij waartegen de klacht gericht is, stelt de klagende partij ten minste een maand voor afloop van de redelijke termijn schriftelijk in kennis van de vorderingen die zij maakt bij de naleving van de uitspraak van het arbitragepanel.
5.
De partijen kunnen de redelijke termijn in onderling overleg verlengen.
ARTIKEL 14.11
Onderzoek van maatregelen
tot naleving van uitspraak van arbitragepanel
1.
De partij waartegen de klacht gericht is, stelt de klagende partij en het Handelscomité voor afloop van de redelijke termijn in kennis van de maatregelen die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven.
2.
Wanneer er tussen de partijen onenigheid bestaat over het bestaan van een maatregel waarvan overeenkomstig lid 1 is kennisgegeven of over de verenigbaarheid van die maatregel met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen, kan de klagende partij het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. In dat verzoek geeft de klagende partij, op zodanige wijze dat de rechtsgrond van de klacht duidelijk is, aan om welke specifieke maatregel het gaat en met welke in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen deze maatregel volgens haar onverenigbaar is, en legt zij uit waarom deze maatregel onverenigbaar is met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen. Het oorspronkelijke arbitragepanel deelt zijn uitspraak binnen vijfenveertig dagen na de datum van indiening van het verzoek mede.
3.
Wanneer een van de leden van het oorspronkelijke arbitragepanel niet meer beschikbaar is, zijn de in artikel 14.5 (Instelling van arbitragepanel) beschreven procedures van toepassing. De termijn voor de bekendmaking van de uitspraak bedraagt zestig dagen na de datum van indiening van het in lid 2 bedoelde verzoek.
ARTIKEL 14.12
Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving
1.
Indien de partij waartegen de klacht gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennis geeft van een maatregel die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat er geen maatregel is getroffen om aan de uitspraak te voldoen of dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 14.11 (Onderzoek van maatregelen tot naleving van uitspraak van arbitragepanel), lid 1, is kennisgegeven, niet verenigbaar is met de verplichtingen van de partij krachtens de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen, treedt de partij waartegen de klacht gericht is met de klagende partij in onderhandeling, teneinde tot een wederzijds aanvaardbaar akkoord over compensatie te komen.
2.
Indien de partijen geen akkoord over compensatie bereiken binnen dertig dagen na afloop van de redelijke termijn of de bekendmaking van de uitspraak van het arbitragepanel op grond van artikel 14.11 (Onderzoek van maatregelen tot naleving van uitspraak van arbitragepanel) dat er geen maatregel is getroffen om aan de uitspraak te voldoen of dat een maatregel tot naleving daarvan niet verenigbaar is met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen, is de klagende partij gerechtigd om, na de andere partij en het Handelscomité hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen op te schorten in een mate die overeenstemt met de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij tenietdoet of beperkt. In de kennisgeving wordt gespecificeerd in welke mate de klagende partij haar verplichtingen beoogt op te schorten. De klagende partij kan de opschorting vanaf tien dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de partij waartegen de klacht gericht is op elk gewenst tijdstip laten ingaan, tenzij de partij waartegen de klacht gericht is overeenkomstig lid 3 om arbitrage heeft verzocht.
3.
Indien de partij waartegen de klacht gericht is van oordeel is dat de mate van opschorting van de verplichtingen niet overeenstemt met de mate waarin de schending de voordelen voor de andere partij tenietdoet of beperkt, kan zij het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrijken van de in lid 2 bedoelde periode van tien dagen medegedeeld aan de klagende partij en aan het Handelscomité. Het oorspronkelijke arbitragepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt zijn uitspraak over de mate van opschorting van de verplichtingen binnen dertig dagen na de datum van indiening van het verzoek aan de partijen en aan het Handelscomité mede. De verplichtingen worden niet opgeschort voordat het oorspronkelijke arbitragepanel zijn uitspraak heeft medegedeeld, en de eventuele opschorting dient in overeenstemming te zijn met de uitspraak van het arbitragepanel.
4.
Wanneer een van de leden van het oorspronkelijke arbitragepanel niet meer beschikbaar is, zijn de in artikel 14.5 (Instelling van arbitragepanel) beschreven procedures van toepassing. De termijn voor de bekendmaking van de uitspraak bedraagt vijfenveertig dagen na de indiening van het in lid 3 bedoelde verzoek.
5.
De opschorting van de verplichtingen is van tijdelijke aard en mag niet meer worden toegepast nadat:
a)
de partijen ingevolge artikel 14.15 (Onderling overeengekomen oplossing) tot een onderling overeengekomen oplossing zijn gekomen, of
b)
de partijen overeenstemming hebben bereikt over de vraag of de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 14.13 (Onderzoek van nalevingsmaatregelen getroffen na opschorting van verplichtingen), lid 1, is kennisgegeven, ertoe leidt dat de partij waartegen de klacht gericht is in overeenstemming met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen handelt, of
c)
de maatregel waarvan is vastgesteld dat deze niet verenigbaar is met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen, is ingetrokken of gewijzigd en overeenkomstig artikel 14.13 (Onderzoek van nalevingsmaatregelen getroffen na opschorting van verplichtingen), lid 2, met die bepalingen in overeenstemming is gebracht.
ARTIKEL 14.13
Onderzoek van nalevingsmaatregelen
getroffen na opschorting van verplichtingen
1.
De partij waartegen de klacht gericht is, stelt de klagende partij en het Handelscomité in kennis van alle maatregelen die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven, alsmede van haar verzoek om beëindiging van de opschorting van de verplichtingen door de klagende partij.
2.
Indien de partijen binnen dertig dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving geen overeenstemming bereiken over de vraag of de maatregel waarvan is kennisgegeven, ertoe leidt dat de partij waartegen de klacht gericht is in overeenstemming met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen handelt, verzoekt de klagende partij het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt tegelijkertijd medegedeeld aan de andere partij en aan het Handelscomité. Het arbitragepanel stelt de partijen en het Handelscomité binnen vijfenveertig dagen na de indiening van het verzoek in kennis van zijn uitspraak. Indien het arbitragepanel oordeelt dat een maatregel die is getroffen om de uitspraak na te leven in overeenstemming is met de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen, wordt de opschorting van de verplichtingen beëindigd.
ONDERAFDELING C
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
ARTIKEL 14.14
Opschorting en beëindiging van arbitrageprocedures
1.
Op schriftelijk verzoek van beide partijen schort het arbitragepanel te allen tijde zijn werkzaamheden op gedurende een door de partijen overeengekomen periode, die echter niet meer dan twaalf maanden mag bedragen, en op schriftelijk verzoek van de klagende partij respectievelijk beide partijen hervat het zijn werkzaamheden aan respectievelijk voor het einde van deze overeengekomen periode. Indien de klagende partij niet voor het verstrijken van de overeengekomen opschortingsperiode het arbitragepanel verzoekt zijn werkzaamheden te hervatten, worden de krachtens deze afdeling ingeleide geschillenbeslechtingsprocedures geacht te zijn beëindigd. Behoudens het bepaalde in artikel 14.21 (Verhouding tot WTO-verplichtingen) laten de opschorting en de beëindiging van de werkzaamheden van het arbitragepanel de rechten van elk van beide partijen in andere procedures onverlet.
2.
De partijen kunnen te allen tijde schriftelijk overeenkomen de krachtens deze afdeling ingeleide geschillenbeslechtingsprocedures te beëindigen.
ARTIKEL 14.15
Onderling overeengekomen oplossing
De partijen kunnen te allen tijde onderling een oplossing voor een onder dit hoofdstuk vallend geschil overeenkomen. Zij stellen het Handelscomité en in voorkomend geval het arbitragepanel van die oplossing in kennis. Indien ingevolge de desbetreffende interne procedures van een van beide partijen voor de oplossing goedkeuring vereist is, wordt in de kennisgeving naar dit vereiste verwezen en worden de krachtens deze afdeling ingeleide geschillenbeslechtingsprocedures opgeschort. Indien dergelijke goedkeuring niet vereist is, of nadat is kennisgegeven van de voltooiing van die interne procedures, wordt de procedure beëindigd.
ARTIKEL 14.16
Procedureregels
1.
Op de procedures voor de beslechting van geschillen in het kader van dit hoofdstuk is bijlage 14-A van toepassing.
2.
Alle bijeenkomsten van het arbitragepanel zijn overeenkomstig bijlage 14-A openbaar.
ARTIKEL 14.17
Indiening van informatie
1.
Het arbitragepanel kan op verzoek van een partij of op eigen initiatief bij alle bronnen, met inbegrip van de bij het geschil betrokken partijen, alle informatie inwinnen die het voor de arbitrageprocedure nuttig acht. Het arbitragepanel heeft tevens het recht deskundigen om advies te vragen wanneer het dat nuttig acht. Voordat het deskundigen kiest, raadpleegt het arbitragepanel de partijen. Alle op deze manier verkregen informatie moet voor commentaar aan de partijen worden voorgelegd.
2.
Belanghebbende natuurlijke of rechtspersonen van de partijen hebben het recht overeenkomstig bijlage 14-A als amicus curiae opmerkingen bij het arbitragepanel in te dienen.
ARTIKEL 14.18
Interpretatieregels
Het arbitragepanel legt de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen uit volgens de gebruikelijke regels voor de interpretatie van het internationaal publiekrecht, met inbegrip van die welke in het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht zijn neergelegd. Wanneer een verplichting uit hoofde van deze overeenkomst identiek is aan een verplichting uit hoofde van de WTO-Overeenkomst, neemt het arbitragepanel alle relevante interpretaties die zijn vastgesteld in uitspraken van het Orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO (Dispute Settlement Body, hierna "DSB" genoemd) in aanmerking. De uitspraken van het arbitragepanel kunnen de rechten en verplichtingen uit hoofde van de in artikel 14.2 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen niet verruimen of beperken.
ARTIKEL 14.19
Besluiten en uitspraken van arbitragepanel
1.
Het arbitragepanel stelt alles in het werk om elk besluit bij consensus te nemen. Wanneer het evenwel niet mogelijk is bij consensus tot een besluit te komen, wordt een besluit bij meerderheid van stemmen genomen.
2.
De uitspraken van het arbitragepanel zijn bindend voor de partijen en scheppen geen rechten of verplichtingen voor natuurlijke of rechtspersonen. De uitspraak vermeldt de resultaten van het feitenonderzoek, de toepasselijkheid van de desbetreffende bepalingen bedoeld in artikel 14.2 (Toepassingsgebied), alsmede de aan de bevindingen en conclusies van het panel ten grondslag liggende beweegredenen. Het Handelscomité maakt de volledige uitspraak van het arbitragepanel openbaar, maar kan besluiten dat niet te doen met het oog op waarborging van de geheimhouding van alle informatie die door een van beide partijen als vertrouwelijk is aangemerkt.
AFDELING D
ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 14.20
Lijsten van arbiters
1.
De partijen stellen bij de inwerkintreding van deze overeenkomst een lijst op van vijf personen die bereid en in staat zijn om het voorzitterschap van een arbitragepanel als bedoeld in artikel 14.5 (Instelling van arbitragepanel) te bekleden.
2.
Het Handelscomité stelt uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst een lijst op van ten minste tien personen die bereid en in staat zijn om als arbiter op te treden. Elk van de partijen draagt bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst ten minste vijf personen voor als arbiter.
3.
Het Handelscomité ziet erop toe dat de ingevolge lid 1 respectievelijk lid 2 opgestelde lijst van personen die als voorzitter respectievelijk arbiter in aanmerking komen, bijgewerkt zijn.
4.
De arbiters beschikken over gespecialiseerde kennis of ervaring op het gebied van recht, internationale handel of beslechting van geschillen in het kader van internationale handelsovereenkomsten. Zij dienen onafhankelijk te zijn, op persoonlijke titel op te treden en niet verbonden te zijn aan de regering van een van de partijen, en dienen te voldoen aan de voorschriften van bijlage 14-B.
ARTIKEL 14.21
Verhouding tot WTO-verplichtingen
1.
Een beroep op de bepalingen van dit hoofdstuk over de beslechting van geschillen doet geen afbreuk aan enige maatregel in het kader van de WTO, waaronder geschillenbeslechtingsprocedures.
2.
Onverminderd het bepaald in lid 1 kan een partij, wanneer zij in verband met een specifieke maatregel een procedure voor de beslechting van een geschil heeft ingeleid, hetzij krachtens dit hoofdstuk, hetzij krachtens de WTO-Overeenkomst, in verband met dezelfde maatregel geen procedure voor geschillenbeslechting in het andere forum inleiden totdat de eerste procedure is afgesloten. Bovendien mag een partij enkel een procedure voor de beslechting van een geschil krachtens dit hoofdstuk en krachtens de WTO-Overeenkomst inleiden wanneer het geschil betrekking heeft op fundamenteel verschillende verplichtingen uit hoofde van beide overeenkomsten of wanneer het gekozen forum om procedurele of bevoegdheidsredenen geen uitspraak kan doen in de procedure ten aanzien van de schending van die verplichting, voor zover de onmogelijkheid van het forum om uitspraak te doen niet het gevolg is van het verzuim van een partij bij het geschil om zorgvuldig te handelen.
3.
Voor de toepassing van lid 2 worden:
a)
procedures voor de geschillenbeslechting krachtens de WTO-Overeenkomst geacht te zijn ingeleid wanneer een partij overeenkomstig artikel 6 van het DSU een verzoek om instelling van een panel indient en worden zij geacht te zijn beëindigd wanneer het DSB overeenkomstig artikel 16 en artikel 17, lid 14, van het DSU het verslag van het panel respectievelijk, in voorkomend geval, het verslag van de Beroepsinstantie goedkeurt, en
b)
procedures voor de geschillenbeslechting krachtens dit hoofdstuk geacht te zijn ingeleid wanneer een partij overeenkomstig artikel 14.4 (Inleiding van arbitrageprocedure), lid 1, een verzoek om instelling van een arbitragepanel indient en worden zij geacht te zijn beëindigd wanneer het arbitragepanel overeenkomstig artikel 14.8 (Uitspraak van arbitragepanel), lid 2, zijn uitspraak aan de partijen en aan het Handelscomité bekendmaakt of wanneer de partijen overeenkomstig artikel 14.15 (Onderling overeengekomen oplossing) onderling een oplossing zijn overeengekomen.
4.
Geen enkele bepaling in dit hoofdstuk belet dat een partij de opschorting van de verplichtingen die is toegestaan door het DSB, ten uitvoer legt. Er kan geen beroep op de WTO-Overeenkomst worden gedaan om te beletten dat een partij de verplichtingen als vastgelegd in dit hoofdstuk opschort.
ARTIKEL 14.22
Termijnen
1.
Alle in dit hoofdstuk vastgestelde termijnen, met inbegrip van die waarbinnen arbitragepanels hun uitspraken moeten mededelen, worden gerekend in kalenderdagen waarbij de eerste dag de dag is volgende op die waarop het desbetreffende besluit werd genomen of het desbetreffende feit plaatsvond, tenzij anders wordt bepaald.
2.
Alle in dit hoofdstuk vermelde termijnen kunnen met wederzijdse instemming van de partijen worden gewijzigd.
ARTIKEL 14.23
Herziening en wijziging van hoofdstuk
De partijen kunnen bij besluit in het Handelscomité dit hoofdstuk en de bijlagen daarbij wijzigen.
HOOFDSTUK VIJFTIEN
BEMIDDELINGSMECHANISME
ARTIKEL 15.1
Doelstelling en toepassingsgebied
1.
Dit hoofdstuk heeft tot doel te bevorderen dat door middel van een alomvattende en snelle procedure en met behulp van een bemiddelaar een onderling overeengekomen oplossing wordt bereikt.
2.
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallende maatregelen die de handel of de investeringen tussen de partijen ongunstig beïnvloeden, tenzij anders wordt bepaald.
AFDELING A
PROCEDURE VOOR BEMIDDELINGSMECHANISME
ARTIKEL 15.2
Verzoek om informatie
1.
Vóór de inleiding van de bemiddelingsprocedure kan een partij te allen tijde schriftelijk om informatie verzoeken over een maatregel die de handel of de investeringen tussen de partijen ongunstig beïnvloedt. De partij waaraan het verzoek gericht is, verstrekt binnen twintig dagen een schriftelijk antwoord.
2.
Wanneer de partij waaraan het verzoek gericht is van mening is dat een antwoord binnen twintig dagen niet haalbaar is, brengt zij de verzoekende partij op de hoogte van de redenen voor de vertraging, en geeft zij haar een inschatting van de kortst mogelijke termijn waarbinnen zij zal kunnen antwoorden.
ARTIKEL 15.3
Inleiding van procedure
1.
Een partij kan te allen tijde verzoeken dat de andere partij deelneemt aan een bemiddelingsprocedure. Een dergelijk verzoek wordt aan de andere partij schriftelijk gedaan. Het verzoek moet nauwkeurig genoeg zijn om de zorgen van de verzoekende partij duidelijk tot uitdrukking te laten komen en in het verzoek moet:
a)
worden aangegeven om welke specifieke maatregel het gaat;
b)
worden uiteengezet wat volgens de verzoekende partij de negatieve gevolgen van de maatregel voor de handel of de investeringen tussen de partijen zijn of zullen zijn, en
c)
worden toegelicht wat volgens de verzoekende partij het verband tussen die gevolgen en de maatregel is.
2.
De partij waaraan het verzoek gericht is, neemt dit in welwillende overweging en antwoordt binnen tien dagen na ontvangst ervan met een schriftelijke inwilliging of afwijzing.
ARTIKEL 15.4
Keuze van bemiddelaar
1.
De partijen streven ernaar uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het in artikel 15.3 (Inleiding van procedure), lid 2, bedoelde antwoord op het verzoek overeenstemming over een bemiddelaar te bereiken.
2.
Indien de partijen binnen de vastgestelde termijn geen overeenstemming over een bemiddelaar kunnen bereiken, kan een van beide partijen de voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger verzoeken de bemiddelaar door middel van loting te selecteren uit de overeenkomstig artikel 14.20 (Lijsten van arbiters), lid 2, opgestelde lijst. De vertegenwoordigers van beide partijen hebben het recht om bij de loting aanwezig te zijn.
3.
De voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger wijst binnen vijf werkdagen na het in lid 2 bedoelde verzoek de bemiddelaar aan.
4.
Een bemiddelaar mag geen onderdaan van een van beide partijen zijn, tenzij de partijen anders overeenkomen.
5.
De bemiddelaar is de partijen op onpartijdige en transparante wijze behulpzaam bij het scheppen van duidelijkheid over de maatregel en de mogelijke negatieve gevolgen ervan voor de handel en de investeringen, en bij het bereiken van een onderling overeengekomen oplossing. Bijlage 14-B is mutatis mutandis van toepassing op bemiddelaars. De punten 4 tot en met 9 en 46 tot en met 49 van bijlage 14-A zijn eveneens mutatis mutandis van toepassing.
ARTIKEL 15.5
Regels voor bemiddelingsprocedure
1.
Binnen tien dagen na de aanwijzing van de bemiddelaar legt de partij die om de bemiddelingsprocedure heeft verzocht, de bemiddelaar en de andere partij schriftelijk een gedetailleerde beschrijving van het probleem voor, in het bijzonder van de werking van de maatregel in kwestie en van de negatieve gevolgen ervan voor de handel en de investeringen. Binnen twintig dagen na toezending van deze beschrijving van het probleem kan de andere partij daarover schriftelijk opmerkingen kenbaar maken. Elk van beide partijen mag in haar beschrijving of opmerkingen alle door haar relevant geachte informatie opnemen.
2.
De bemiddelaar kan bepalen wat de meest geschikte wijze is om duidelijkheid over de betrokken maatregel en de mogelijke negatieve gevolgen ervan voor de handel en de investeringen te scheppen. Hij kan met name bijeenkomsten tussen de partijen organiseren, de partijen gezamenlijk of afzonderlijk raadplegen, verzoeken om bijstand van of overleg plegen met deskundigen en belanghebbenden op het betrokken gebied alsmede aanvullende ondersteuning bieden waarom de partijen hebben verzocht. Alvorens om bijstand van deskundigen en belanghebbenden op het betrokken gebied te verzoeken of overleg met hen te plegen, overlegt de bemiddelaar evenwel met de partijen.
3.
De bemiddelaar kan advies aanbieden en een oplossing voorstellen ter overweging door de partijen, die de voorgestelde oplossing kunnen aanvaarden of afwijzen dan wel het over een andere oplossing eens kunnen worden. De bemiddelaar onthoudt zich evenwel van advies of opmerkingen over de verenigbaarheid van de maatregel in kwestie met deze overeenkomst.
4.
De procedure vindt plaats op het grondgebied van de partij waaraan het verzoek gericht is, of op enige andere locatie of op enige andere wijze waarover onderling overeenstemming is bereikt.
5.
De partijen streven ernaar binnen zestig dagen na de aanwijzing van de bemiddelaar tot een onderling overeengekomen oplossing te komen. Zolang geen definitieve overeenstemming is bereikt, kunnen de partijen eventuele tussentijdse oplossingen overwegen, met name wanneer de maatregel betrekking heeft op bederfelijke waren.
6.
De oplossing kan worden goedgekeurd door middel van een besluit van het Handelscomité. Elk van beide partijen kan een dergelijke oplossing afhankelijk maken van de voltooiing van de nodige interne procedures. Onderling overeengekomen oplossingen worden openbaar gemaakt. De openbaar gemaakte versie mag evenwel geen informatie bevatten die door een partij als vertrouwelijk is aangemerkt.
7.
De procedure wordt beëindigd:
a)
door goedkeuring van een door de partijen onderling overeengekomen oplossing, op de datum van goedkeuring;
b)
door onderlinge overeenstemming van de partijen in de loop van de procedure, op de datum van die overeenstemming;
c)
door een schriftelijke verklaring van de bemiddelaar, na overleg met de partijen, dat verdere bemiddelingsinspanningen geen nut hebben, op de datum van die verklaring, of
d)
door een schriftelijke verklaring van een partij nadat mogelijke onderling overeengekomen oplossingen in de bemiddelingsprocedure zijn onderzocht en adviezen en voorgestelde oplossingen van de bemiddelaar in overweging zijn genomen, op de datum van die verklaring.
AFDELING B
TENUITVOERLEGGING
ARTIKEL 15.6
Tenuitvoerlegging van onderling overeengekomen oplossing
1.
Wanneer de partijen overeenstemming over een oplossing hebben bereikt, neemt elk van beide partijen de maatregelen die noodzakelijk zijn om de onderling overeengekomen oplossing binnen de overeengekomen termijn ten uitvoer te leggen.
2.
De tenuitvoerleggende partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van alle stappen of maatregelen die zij voor de tenuitvoerlegging van de onderling overeengekomen oplossing heeft ondernomen respectievelijk getroffen.
3.
Op verzoek van de partijen legt de bemiddelaar de partijen schriftelijk een ontwerp van het feitenverslag voor, dat een korte samenvatting bevat van: i) de maatregel in kwestie waarop de procedure betrekking heeft, ii) de gevolgde procedure en iii) in voorkomend geval, de onderling overeengekomen oplossing waartoe die procedure uiteindelijk heeft geleid, met inbegrip van eventuele tussentijdse oplossingen. De bemiddelaar biedt de partijen vijftien dagen de gelegenheid om hun opmerkingen over het ontwerpverslag kenbaar te maken.Na bestudering van de binnen die termijn ingediende opmerkingen van de partijen legt de bemiddelaar de partijen binnen vijftien dagen schriftelijk een definitief feitenverslag voor. Het feitenverslag mag geen interpretatie van deze overeenkomst bevatten.
AFDELING C
ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 15.7
Verhouding tot beslechting van geschillen
1.
De bemiddelingsprocedure laat de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) onverlet.
2.
De bemiddelingsprocedure is niet bedoeld om als basis voor procedures voor geschillenbeslechting ingevolge deze of enige andere overeenkomst te dienen. Een partij mag zich in dergelijke geschillenbeslechtingsprocedures niet beroepen op of niet als bewijs gebruiken en een arbitragepanel mag geen rekening houden met:
a)
door de andere partij in de bemiddelingsprocedure ingenomen standpunten;
b)
het feit dat de andere partij zich bereid heeft verklaard een oplossing te aanvaarden voor de maatregel waarop de bemiddeling betrekking had, of
c)
door de bemiddelaar gegeven adviezen of gedane voorstellen.
3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 15.5 (Regels voor bemiddelingsprocedure), lid 6, en tenzij de partijen anders overeenkomen, zijn alle fasen van de procedure, met inbegrip van adviezen of voorgestelde oplossingen, vertrouwelijk. Elk van beide partijen mag echter openbaar maken dat bemiddeling plaatsvindt.
ARTIKEL 15.8
Termijnen
Alle in dit hoofdstuk vermelde termijnen kunnen met wederzijdse instemming van de partijen worden gewijzigd.
ARTIKEL 15.9
Kosten
1.
Elk van beide partijen draagt haar eigen kosten in verband met deelname aan de bemiddelingsprocedure.
2.
De partijen dragen elk voor een gelijk deel de kosten voor organisatorische aangelegenheden, met inbegrip van de honoraria en de kosten van de bemiddelaar. Het honorarium van de bemiddelaar is in overeenstemming met het honorarium dat is voorzien in punt 10, onder b), van bijlage 14-A.
ARTIKEL 15.10
Evaluatie
De partijen treden vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst met elkaar in overleg over de eventuele noodzaak tot wijziging van de bemiddelingsprocedure tegen de achtergrond van de opgedane ervaringen en de ontwikkeling van een overeenkomstig mechanisme in de WTO.
HOOFDSTUK ZEsTIEN
Institutionele, algemene en slotbepalingen
ARTIKEL 16.1
Handelscomité
1.
De partijen richten een Handelscomité op, bestaande uit vertegenwoordigers van de Unie en van Singapore.
2.
Het Handelscomité vergadert om de twee jaar, beurtelings in de Unie en in Singapore, of zo spoedig mogelijk op verzoek van een van de partijen. Het voorzitterschap van het Handelscomité wordt bekleed door de minister van Handel en Industrie van Singapore en het lid van de Europese Commissie dat bevoegd is voor handel, of door hun respectieve vertegenwoordigers. Het Handelscomité stelt zelf zijn vergaderrooster en agenda vast.
3.
Het Handelscomité:
a)
ziet toe op de goede werking van deze overeenkomst;
b)
houdt toezicht op en vergemakkelijkt de tenuitvoerlegging en toepassing van deze overeenkomst, en bevordert de algemene doelstellingen ervan;
c)
houdt toezicht op de werkzaamheden van de gespecialiseerde comités, werkgroepen en andere organen die krachtens deze overeenkomst worden opgericht;
d)
zoekt naar wegen om de handelsbetrekkingen tussen de partijen te verbeteren;
e)
tracht, onverminderd hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien (Bemiddelingsmechanisme), een oplossing te vinden voor eventuele problemen op de door deze overeenkomst bestreken gebieden of eventuele geschillen in verband met de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst op te lossen, en
f)
buigt zich over alle andere aangelegenheden die van belang zijn met betrekking tot de door deze overeenkomst bestreken gebieden.
4.
Het Handelscomité kan:
a)
besluiten gespecialiseerde comités op te richten of te ontbinden of daaraan verantwoordelijkheden over te dragen, met dien verstande dat de aan de gespecialiseerde comités verleende bevoegdheden om juridisch bindende besluiten aan te nemen of om wijzigingen vast te stellen alleen kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de procedure voor wijzigingen als bedoeld in artikel 16.5 (Wijzigingen);
b)
in contact treden met alle belanghebbenden, met inbegrip van de particuliere sector en organisaties van het maatschappelijk middenveld;
c)
wijzigingen van deze overeenkomst in overweging nemen of bepalingen van deze overeenkomst wijzigen, in gevallen waarin de overeenkomst hierin uitdrukkelijk voorziet;
d)
interpretaties van de bepalingen van deze overeenkomst aannemen, die bindend zijn voor de partijen en alle krachtens deze overeenkomst opgerichte organen, met inbegrip van de in hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) bedoelde arbitragepanels;
e)
besluiten nemen of aanbevelingen doen overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst;
f)
zijn eigen reglement van orde vaststellen, en
g)
andere maatregelen in het kader van de uitvoering van zijn taken nemen zoals de partijen overeenkomen.
5.
Het Handelscomité informeert het in het kader van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte Gemengd Comité tijdens de periodieke vergaderingen daarvan over zijn activiteiten en in voorkomend geval de activiteiten van zijn gespecialiseerde comités.
6.
De partijen erkennen het belang van transparantie en openheid en bevestigen dat zij elk rekening houden met de mening van hun bevolking, teneinde de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst op een breed spectrum van standpunten te baseren.
ARTIKEL 16.2
Gespecialiseerde comités
1.
De volgende gespecialiseerde comités, die onder toezicht van het Handelscomité staan, worden opgericht:
a)
het Comité voor de handel in goederen;
b)
het Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen ("SPS-comité");
c)
het Douanecomité, en
d)
het Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten.
2.
De samenstelling, de opdracht, de taken en in voorkomend geval de werking van de gespecialiseerde comités worden vastgesteld in de desbetreffende bepalingen van deze overeenkomst of door het Handelscomité.
3.
Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, vergaderen de gespecialiseerde comités gewoonlijk om de twee jaar op een passend niveau, beurtelings in de Unie en in Singapore, of zo spoedig mogelijk op verzoek van een van de partijen of van het Handelscomité. Het voorzitterschap wordt bekleed door vertegenwoordigers van Singapore en van de Unie. De gespecialiseerde comités stellen zelf hun vergaderrooster en agenda vast.
4.
De gespecialiseerde comités stellen het Handelscomité ruimschoots vóór hun vergaderingen in kennis van hun vergaderrooster en agenda. Tijdens elke periodieke vergadering van het Handelscomité brengen zij verslag over hun activiteiten uit. De oprichting of het bestaan van een gespecialiseerd comité staat er niet aan in de weg dat een partij een aangelegenheid direct aan het Handelscomité kan voorleggen.
ARTIKEL 16.3
Ontwikkelingen van het WTO-recht
In geval van wijziging van een door de partijen in de onderhavige overeenkomst opgenomen bepaling van de WTO-Overeenkomst treden de partijen via het Handelscomité met elkaar in overleg, teneinde in voorkomend geval tot een wederzijds bevredigende oplossing te komen. De partijen kunnen naar aanleiding van een dergelijke herziening de onderhavige overeenkomst bij besluit in het Handelscomité dienovereenkomstig wijzigen.
ARTIKEL 16.4
Besluitvorming
1.
De partijen kunnen, in de in deze overeenkomst bedoelde gevallen, besluiten in het Handelscomité of in een gespecialiseerd comité nemen. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de maatregelen treffen die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging ervan.
2.
Het Handelscomité of een gespecialiseerd comité kan, in de in deze overeenkomst bedoelde gevallen, passende aanbevelingen doen.
3.
De besluiten en aanbevelingen van het Handelscomité of een gespecialiseerd comité worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
ARTIKEL 16.5
Wijzigingen
1.
De partijen kunnen overeenkomen deze overeenkomst te wijzigen. Een wijziging treedt in werking nadat de partijen schriftelijke kennisgevingen hebben gewisseld waarin zij verklaren dat zij volledig aan hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten en procedures hebben voldaan, zoals bepaald in de akte van wijziging.
2.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 kunnen de partijen, in de in deze overeenkomst bedoelde gevallen, in het Handelscomité of een gespecialiseerd comité een besluit tot wijziging van deze overeenkomst nemen.
ARTIKEL 16.6
Belastingen
1.
Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op belastingmaatregelen wanneer dat noodzakelijk is voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze overeenkomst.
2.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst doet afbreuk aan de rechten en verplichtingen van Singapore of van de Unie of een van haar lidstaten uit hoofde van belastingverdragen tussen Singapore en de Unie of een van haar lidstaten. In geval van strijdigheid tussen deze overeenkomst en een dergelijk verdrag heeft dat verdrag voorrang voor zover het de strijdige bepalingen betreft. Wanneer er een belastingverdrag tussen Singapore en de Unie of een van haar lidstaten bestaat, zijn alleen de krachtens dat verdrag bevoegde autoriteiten bevoegd om vast te stellen of deze overeenkomst strijdig is met dat verdrag.
3.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst staat eraan in de weg dat een van beide partijen belastingmaatregelen vaststelt of handhaaft waarbij op basis van rationele criteria onderscheid wordt gemaakt tussen belastingbetalers, zoals belastingbetalers die niet in dezelfde situatie verkeren, in het bijzonder met betrekking tot hun verblijfplaats of de plaats waar hun kapitaal is geïnvesteerd.
4.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst staat in de weg aan de vaststelling of handhaving van maatregelen ter voorkoming van belastingontwijking of -ontduiking in overeenstemming met de fiscale bepalingen van overeenkomsten inzake voorkoming van dubbele belastingheffing, andere belastingregelingen of interne belastingwetgeving.
5.
a)
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst staat eraan in de weg dat Singapore belastingmaatregelen vaststelt of handhaaft die noodzakelijk zijn ter bescherming van de hogere belangen van het overheidsbeleid van Singapore die voortvloeien uit de specifieke ruimtelijke beperkingen.
b)
Singapore stelt de Unie onmiddellijk in kennis van de vaststelling van dergelijke maatregelen, waarover onverwijld overleg wordt gevoerd in het Handelscomité met het doel om tot wederzijdse overeenstemming te komen.
c)
Wanneer dergelijke maatregelen gevolgen hebben voor het algehele evenwicht van de tussen de partijen in deze overeenkomst overeengekomen verbintenissen, kunnen de partijen bij besluit in het Handelscomité hun lijsten van specifieke verbintenissen op grond van dergelijke maatregelen wijzigen.
ARTIKEL 16.7
Lopende rekening en kapitaalverkeer
1.
De partijen verlenen met betrekking tot de transacties die binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen, overeenkomstig artikel VIII van de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds machtiging voor alle onderlinge betalingen en overdrachten in vrij converteerbare valuta op de lopende rekening van de betalingsbalans tussen de partijen bij de overeenkomst.
2.
De partijen treden met elkaar in overleg om binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst het onderlinge kapitaalverkeer te vergemakkelijken, en in het bijzonder om de geleidelijke liberalisering van financiële en kapitaalrekeningen te bevorderen, teneinde bij te dragen tot een stabiel en veilig klimaat voor langetermijninvesteringen.
ARTIKEL 16.8
Staatsinvesteringsfondsen
Elk van beide partijen moedigt haar staatsinvesteringsfondsen aan, de Algemeen aanvaarde beginselen en praktijken – Beginselen van Santiago – te eerbiedigen.
ARTIKEL 16.9
Beperkingen ter bescherming van betalingsbalans
1.
In geval van ernstige problemen of dreigende ernstige problemen op het gebied van de betalingsbalans en de buitenlandse financiële positie kan een partij beperkende maatregelen met betrekking tot het kapitaalverkeer, de betalingen of de overdrachten in verband met de handel in goederen en diensten en de vestiging instellen of handhaven.
2.
De partijen vermijden de toepassing van beperkende maatregelen als bedoeld in lid 1 zoveel mogelijk. Beperkende maatregelen die krachtens dit artikel worden ingesteld of gehandhaafd, mogen geen discriminerend karakter hebben, zijn van beperkte duur en mogen niet verder gaan dan noodzakelijk is om de moeilijkheden betreffende de betalingsbalans en de buitenlandse financiële positie op te lossen. Zij moeten, naar gelang van het geval, in overeenstemming zijn met de voorwaarden van de WTO-Overeenkomst en de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds.
3.
Wanneer een partij beperkende maatregelen instelt of handhaaft of wijzigingen van dergelijke maatregelen vaststelt, stelt zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis.
4.
Wanneer de beperkingen worden ingesteld of gehandhaafd, wordt hierover onmiddellijk overleg gevoerd in het Handelscomité. Tijdens dit overleg worden de betalingsbalanspositie van de betrokken partij en de in het kader van dit artikel ingestelde of gehandhaafde beperkingen beoordeeld, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de volgende factoren:
a)
de aard en omvang van de betalingsbalansmoeilijkheden en de moeilijkheden met betrekking tot de buitenlandse financiële positie;
b)
de economische positie en de handelssituatie ten opzichte van het buitenland, of
c)
andere corrigerende maatregelen die genomen kunnen worden.
Het overleg heeft betrekking op de verenigbaarheid van de beperkende maatregelen met de leden 1 en 2. Alle bevindingen van statistische en andere aard met betrekking tot deviezen, monetaire reserves en de betalingsbalans die van het IMF afkomstig zijn, worden aanvaard, en de conclusies worden gebaseerd op het oordeel van het IMF over de betalingsbalans en de externe financiële positie van de betrokken partij.
ARTIKEL 16.10
Tijdelijke vrijwaringsmaatregelen met betrekking tot kapitaalverkeer en betalingen
1.
In uitzonderlijke omstandigheden bij ernstige moeilijkheden, of dreigende ernstige moeilijkheden, voor het economisch en monetair beleid of het wisselkoersbeleid van om het even welke partij kan de desbetreffende partij tijdelijk vrijwaringsmaatregelen treffen met betrekking tot het kapitaalverkeer, de betalingen of de overdrachten. Deze maatregelen moeten strikt noodzakelijk zijn, mogen in geen geval langer dan zes maanden geldig zijn en mogen in vergelijkbare situaties geen middel tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie tussen een partij en een niet-partij vormen.
2.
Een partij die vrijwaringsmaatregelen treft, stelt de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis en legt zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing van deze maatregelen voor.
ARTIKEL 16.11
Uitzonderingen op grond van veiligheidsoverwegingen
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst mag zodanig worden uitgelegd dat:
a)
een van de partijen verplicht wordt informatie te verstrekken waarvan zij openbaarmaking in strijd acht met haar wezenlijke veiligheidsbelangen;
b)
een van de partijen belet wordt gelijk welke actie te ondernemen die zij ter bescherming van haar wezenlijke veiligheidsbelangen noodzakelijk acht en die:
i)
verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie en oorlogstuig dan wel met de handel in andere goederen en materialen en economische activiteiten die direct of indirect de bevoorrading van een militaire inrichting ten doel hebben;
ii)
verband houden met de verlening van diensten die direct of indirect de bevoorrading van een militaire inrichting ten doel hebben;
iii)
betrekking hebben op splijt- of fusiestoffen of op grondstoffen waaruit deze kunnen worden vervaardigd, of
iv)
in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen worden genomen dan wel ter bescherming van kritieke publieke infrastructuur (dit betreft de infrastructuur voor communicatie en voor elektriciteits- en watervoorziening, waarmee de bevolking wordt voorzien van goederen of diensten die aan de eerste levensbehoeften voldoen) tegen opzettelijke pogingen om die onbruikbaar te maken of te ontwrichten;
c)
een van de partijen belet wordt maatregelen te nemen met het oog op de handhaving van de internationale vrede en veiligheid.
ARTIKEL 16.12
Openbaarmaking van informatie
1.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst mag zodanig worden uitgelegd dat een van de partijen verplicht wordt vertrouwelijke informatie beschikbaar te stellen waarvan openbaarmaking de rechtshandhaving zou belemmeren of anderszins in strijd zou zijn met het openbaar belang of schadelijk zou zijn voor de rechtmatige handelsbelangen van specifieke openbare of particuliere bedrijven.
2.
Wanneer een partij aan het Handelscomité of aan gespecialiseerde comités informatie voorlegt die zij ingevolge haar wet- en regelgeving als vertrouwelijk beschouwt, wordt die informatie door de andere partij vertrouwelijk behandeld, tenzij de partij die de informatie voorlegt anders beslist.
ARTIKEL 16.13
Inwerkingtreding
1.
Deze overeenkomst wordt door de partijen goedgekeurd volgens hun eigen procedures.
2.
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin de partijen schriftelijke kennisgevingen hebben gewisseld waarin zij verklaren dat zij volledig aan hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten en procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst hebben voldaan. De partijen kunnen in onderlinge overeenstemming een andere datum vaststellen.
3.
De kennisgevingen worden respectievelijk aan de secretaris-generaal van de Raad van de Unie en de directeur Noord-Amerika en Europa van het Ministerie van Handel en Industrie van Singapore, dan wel aan hun opvolgers, gericht.
ARTIKEL 16.14
Duur
1.
Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd.
2.
Elk van beide partijen kan de andere partij schriftelijk in kennis stellen van haar voornemen deze overeenkomst op te zeggen.
3.
Deze overeenkomst treedt zes maanden na de datum van de in lid 2 bedoelde kennisgeving buiten werking.
4.
Binnen dertig dagen na de in lid 2 bedoelde kennisgeving kan elk van beide partijen verzoeken om overleg over de vraag of een bepaling van deze overeenkomst op een later tijdstip dan bedoeld in lid 2 moet komen te vervallen. Dit overleg begint binnen dertig dagen nadat een partij een dergelijk verzoek heeft ingediend.
ARTIKEL 16.15
Voldoen aan verplichtingen
De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die nodig zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in deze overeenkomst genoemde doelstellingen worden bereikt.
ARTIKEL 16.16
Geen rechtstreekse werking
Het is wel verstaan dat geen enkele bepaling in deze overeenkomst aldus mag worden uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend door of daarmee verplichtingen worden opgelegd aan personen, anders dan die welke de partijen krachtens internationaal publiekrecht hebben vastgesteld.
ARTIKEL 16.17
Bijlagen, aanhangsels, gezamenlijke verklaringen,
protocollen en memoranda van overeenstemming
De bijlagen, aanhangsels, gezamenlijke verklaringen, protocollen en memoranda van overeenstemming bij deze overeenkomst vormen een integrerend onderdeel daarvan.
ARTIKEL 16.18
Verhouding tot andere overeenkomsten
1.
Deze overeenkomst vormt een integrerend onderdeel van de algemene bilaterale betrekkingen waarop de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst van toepassing is en maakt deel uit van een gemeenschappelijk institutioneel kader. Deze overeenkomst is een specifieke overeenkomst waarmee uitvoering wordt gegeven aan de handelsbepalingen van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.
2.
Het is wel verstaan dat de partijen overeenkomen dat geen enkele bepaling in deze overeenkomst hen verplicht te handelen op een wijze die in strijd is met hun verplichtingen uit hoofde van de WTO-Overeenkomst.
ARTIKEL 16.19
Toekomstige toetredingen tot de Unie
1.
De Unie stelt Singapore onverwijld in kennis van elk verzoek van een derde land om toe te treden tot de Unie.
2.
Tijdens de onderhandelingen tussen de Unie en het kandidaat-land dat tot de Unie wenst toe te treden streeft de Unie ernaar:
a)
op verzoek van Singapore en voor zover mogelijk alle informatie te verstrekken betreffende aangelegenheden waarop deze overeenkomst van toepassing is, en
b)
rekening te houden met alle punten van zorg die zijn geuit.
3.
De Unie brengt Singapore zo spoedig mogelijk op de hoogte van het resultaat van de toetredingsonderhandelingen met een kandidaat-land, en stelt Singapore in kennis van de inwerkingtreding van elke toetreding tot de Unie.
4.
De partijen onderzoeken in het kader van het Handelscomité, en ruimschoots vóór de datum van toetreding van een derde land tot de Unie, de eventuele gevolgen van die toetreding voor deze overeenkomst. De partijen kunnen, bij besluit in het Handelscomité, noodzakelijke aanpassingen verrichten of overgangsregelingen invoeren.
ARTIKEL 16.20
Territoriale toepassing
1.
Deze overeenkomst is van toepassing:
a)
wat de Unie betreft, op elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, onder de in die verdragen neergelegde voorwaarden, en
b)
wat Singapore betreft, op zijn grondgebied.
Verwijzingen naar "grondgebied" in deze overeenkomst worden in deze zin begrepen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
2.
Voor de bepalingen met betrekking tot de tariefbehandeling van goederen is deze overeenkomst ook van toepassing op gebieden die tot het douanegebied van de Unie behoren, maar niet onder lid 1, onder a), vallen.
ARTIKEL 16.21
Authentieke teksten
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
LIJST VAN BIJLAGEN
Bijlagen en aanhangsels bij hoofdstuk twee
|
Bijlage 2-A
|
Afschaffing van douanerechten
|
Aanhangsel 2-A-1
|
Tarieflijst van Singapore
|
Aanhangsel 2-A-2
|
Tarieflijst van de Unie
|
Bijvoegsel bij aanhangsel 2-A-2
|
Tarieflijst van de Unie – Tarieflijnen
|
Bijlage 2-B
|
Motorvoertuigen en delen daarvan
|
Bijlage 2-C
|
Farmaceutische producten en medische hulpmiddelen
|
Bijlagen en aanhangsels bij hoofdstuk vier
|
Bijlage 4-A
|
Elektronica
|
Aanhangsel 4-A-1
|
Toepassingsgebied
|
Aanhangsel 4-A-2
|
Productcategorieën
|
Aanhangsel 4-A-3
|
Definities
|
Bijlagen bij hoofdstuk vijf
|
Bijlage 5-A
|
Bevoegde autoriteiten
|
Bijlage 5-B
|
Voorschriften en bepalingen betreffende de erkenning van inrichtingen voor producten van dierlijke oorsprong
|
Bijlagen en aanhangsels bij hoofdstuk 8
|
Bijlage 8-A
|
Lijst van specifieke verbintenissen van de Unie
|
Aanhangsel 8-A-1
|
Unie – Lijst van specifieke verbintenissen overeenkomstig artikel 8.7 (Lijst van specifieke verbintenissen)
|
Aanhangsel 8-A-2
|
Unie – Lijst van specifieke verbintenissen overeenkomstig artikel 8.12 (Lijst van specifieke verbintenissen)
|
Aanhangsel 8-A-3
|
Unie – Lijst van specifieke verbintenissen overeenkomstig de artikelen 8.15 (Stafpersoneel en afgestudeerde stagiairs) en 8.16 (Verkopers van zakelijke diensten)
|
Bijlage 8-B
|
Lijst van specifieke verbintenissen van Singapore
|
Aanhangsel 8-B-1
|
Singapore – Lijst van specifieke verbintenissen
|
Aanhangsel 8-B-2
|
Singapore – Lijst van specifieke verbintenissen – Aanhangsel betreffende financiële diensten
|
Bijlagen bij hoofdstuk negen
|
Bijlage 9-A
|
Centrale entiteiten die opdrachten plaatsen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst
|
Bijlage 9-B
|
Niet-centrale entiteiten die opdrachten plaatsen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst
|
Bijlage 9-C
|
Nutsbedrijven en andere entiteiten die opdrachten plaatsen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst
|
Bijlage 9-D
|
Goederen
|
Bijlage 9-E
|
Diensten
|
Bijlage 9-F
|
Diensten in verband met de bouw en concessies voor werken
|
Bijlage 9-G
|
Algemene aantekeningen en afwijkingen van de bepalingen van artikel 9.4 (Algemene beginselen)
|
Bijlage 9-H
|
Publicatiemiddelen
|
Bijlage 9-I
|
Publiek-private partnerschappen
|
Bijlagen bij hoofdstuk tien
|
Bijlage 10-A
|
Lijst van benamingen die voor bescherming als geografische aanduiding op het grondgebied van de partijen moeten worden gebruikt
|
Bijlage 10-B
|
Beschermde geografische aanduidingen
|
Bijlage bij hoofdstuk elf
|
Annex 11-A
|
Beginselen die van toepassing zijn op overige subsidies
|
Bijlagen bij hoofdstuk veertien
|
Bijlage 14-A
|
Procedureregels voor arbitrage
|
Bijlage 14-B
|
Gedragscode voor arbiters en bemiddelaars
|
Protocol
|
Protocol 1
|
Betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking (omvat bijlagen en gezamenlijke verklaringen)
|
Memoranda van overeenstemming
|
Memorandum van overeenstemming 1
|
Over artikel 16.6 (Belastingen)
|
Memorandum van overeenstemming 2
|
Over het honorarium van arbiters
|
Memorandum van overeenstemming 3
|
Aanvullende bepalingen op douanegebied
|
Memorandum van overeenstemming 4
|
Wederzijdse erkenning van programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers
|
Gezamelijke verklaring
|
betreffende douane-unies
|
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 18.4.2018
COM(2018) 197 final
BIJLAGE
bij
voorstel voor een besluit van de Raad
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore
BIJLAGE 9-A
centrale entiteiten
die opdrachten plaatsen overeenkomstig
de bepalingen van deze overeenkomst
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
Goederen (gespecificeerd in bijlage 9-D)
Drempelwaarde:
50 000 SDR
Diensten (gespecificeerd in bijlage 9-E)
Drempelwaarde:
50 000 SDR
Bouwnijverheid (gespecificeerd in bijlage 9-F)
Drempelwaarde:
5 000 000 SDR
Lijst van entiteiten:
Auditor-General's Office (Bureau van de voorzitter van de Rekenkamer)
Attorney-General's Chambers (Bureau van de procureur-generaal)
Cabinet Office (Bureau van de regering)
Istana (Presidentieel paleis)
Judicature (Gerecht)
Ministry of Transport (Ministerie van Vervoer)
Ministry of Culture, Community and Youth (Ministerie van Cultuur, Gemeenschaps- en Jeugdzaken)
Ministry of Education (Ministerie van Onderwijs)
Ministry of Environment and Water Resources (Ministerie van Milieu- en Waterbeheer)
Ministry of Finance (Ministerie van Financiën)
Ministry of Foreign Affairs (Ministerie van Buitenlandse Zaken)
Ministry of Health (Ministerie van Volksgezondheid)
Ministry of Home Affairs (Ministerie van Binnenlandse Zaken)
Ministry of Communications and Information (Ministerie van Communicatie en Informatie)
Ministry of Manpower (Ministerie van Werkgelegenheid)
Ministry of Law (Ministerie van Justitie)
Ministry of National Development (Ministerie van Nationale Ontwikkeling)
Ministry of Social and Family Development (Ministerie van Sociale Ontwikkeling en Gezinsaangelegenheden)
Ministry of Trade and Industry (Ministerie van Handel en Industrie)
Parliament (Parlement)
Presidential Councils (Presidentiële raden)
Prime Minister's Office (Bureau van de eerste minister)
Public Service Commission (Commissie openbare dienst)
Ministry of Defence (Ministerie van Defensie)
Deze overeenkomst is van toepassing op alle opdrachten van het ministerie van Defensie van Singapore in de volgende FSC-categorieën (andere categorieën zijn uitgesloten), afhankelijk van de besluiten van de overheid van Singapore uit hoofde van artikel 9.3, lid 1 (Veiligheid en algemene uitzonderingen).
FSC
Omschrijving
22
Spoorwegmaterieel
23
Voertuigen met grondeffect, motorvoertuigen, aanhangwagens en rijwielen
24
Tractoren
25
Onderdelen van voertuigen
26
Banden en binnenbanden
29
Toebehoren van motoren
30
Uitrusting voor mechanische energieoverbrenging
31
Lagers
32
Machines en uitrusting voor houtbewerking
34
Machines voor metaalbewerking
35
Uitrusting voor handel en dienstverlening
36
Speciale industriële machines
37
Landbouwmachines en -uitrusting
38
Uitrusting voor bouwwerkzaamheden, mijnbouw, graafwerkzaamheden en wegonderhoud
39
Uitrusting voor goederenbehandeling
40
Touw, kabels, kettingen en toebehoren
41
Uitrusting voor koeling, luchtbehandeling en luchtcirculatie
42
Uitrusting voor brandbestrijding, redding en veiligheid
43
Pompen en compressoren
44
Ovens, stoomketels en droogapparatuur
45
Installatie- en verwarmingsapparatuur en sanitair
46
Waterzuiverings- en afvalwaterbehandelingsuitrusting
47
Buizen, leidingen, slangen en toebehoren
48
Afsluiters
51
Handgereedschap
52
Meetinstrumenten
53
IJzerwaren en slijpmiddelen
54
Geprefabriceerde structuren en steigers
55
Hout, timmerwerk, triplex- en multiplexhout en fineer
56
Bouwmaterialen
61
Elektrische bedrading en apparatuur voor de opwekking en distributie van elektriciteit
62
Verlichtingstoestellen en lampen
63
Alarm-, signaal- and veiligheidsdetectiesystemen
65
Geneeskundige, tandheelkundige en diergeneeskundige uitrusting en benodigdheden
67
Fotografische uitrusting
68
Chemische stoffen en chemische producten
69
Hulpmiddelen en instrumenten voor het onderwijs
70
Automatische gegevensverwerkende apparatuur voor algemene doeleinden, programmatuur, benodigdheden en ondersteuningsuitrusting
71
Meubilair
72
Inrichtingen en toestellen voor huishoudens en bedrijven
73
Apparatuur voor het bereiden en serveren van voedsel
74
Kantoormachines, tekstverwerkers en apparatuur voor zichtbare registratie
75
Kantoorbenodigdheden en -toestellen
76
Boeken, kaarten en andere publicaties
77
Muziekinstrumenten, afspeelapparatuur en radio’s voor thuisgebruik
78
Recreatie- en sportuitrusting
79
Schoonmaakapparatuur en -benodigdheden
80
Penselen en kwasten, verven, verzegelingsmiddelen en kleefstoffen
81
Verpakkingsmaterialen
83
Textiel, leder, bont, kleding en schoenmakersgereedschap; tenten en vlaggen
84
Kleding, individuele uitrusting en insignes
85
Artikelen voor lichaamsverzorging
87
Landbouwgrondstoffen
88
Levende dieren
89
Voedingsmiddelen
91
Brandstoffen, smeermiddelen, oliën en wassen
93
Niet-metaalhoudende halffabricaten
94
Niet-metaalhoudende grondstoffen
95
Metalen stangen, platen en voorwerpen
96
Ertsen, delfstoffen en daarvan afgeleide grondstoffen
99
Diversen
Aantekeningen bij bijlage 9-A:
1.
De overeenkomst is niet van toepassing op enige aanbesteding voor:
a)
opdrachten inzake constructiediensten voor kanselarijen in het buitenland en hoofdkantoren door het ministerie van Buitenlandse Zaken; en
b)
opdrachten door de afdelingen Interne Veiligheid en Gerechtelijke Politie, de onderafdeling Veiligheid en de centrale dienst voor narcotica van het ministerie van Binnenlandse Zaken, alsmede op aanbestedingen met veiligheidsoverwegingen door het ministerie.
2.
De overeenkomst is niet van toepassing op enige aanbesteding door een entiteit die onder de overeenkomst valt namens een entiteit die niet onder de overeenkomst valt.
Deel 2
Verbintenissen van de Unie
Goederen (gespecificeerd in bijlage 9-D)
Drempelwaarde:
130 000 SDR
Diensten (gespecificeerd in bijlage 9-E)
Drempelwaarde:
130 000 SDR
Werken (gespecificeerd in bijlage 9-F)
Drempelwaarde:
5 000 000 SDR
1.
Entiteiten van de Unie
De Raad van de Europese Unie
De Europese Commissie
De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)
2.
De aanbestedende diensten van de centrale overheden van de lidstaten van de Unie
BELGIË
1.
Services publics fédéraux:
|
1.
Federale Overheidsdiensten:
|
SPF Chancellerie du Premier Ministre;
|
FOD Kanselarij van de Eerste Minister;
|
SPF Personnel et Organisation;
|
FOD Kanselarij Personeel en Organisatie;
|
SPF Budget et Contrôle de la Gestion;
|
FOD Budget en Beheerscontrole;
|
SPF Technologie de l'Information et de la Communication Fedict);
|
FOD Informatie- en Communicatietechnologie (Fedict);
|
SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement;
|
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
|
SPF Intérieur;
|
FOD Binnenlandse Zaken;
|
SPF Finances;
|
FOD Financiën;
|
SPF Mobilité et Transports;
|
FOD Mobiliteit en Vervoer;
|
SPF Emploi, Travail et Concertation sociale;
|
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg;
|
SPF Sécurité Sociale et Institutions publiques de Sécurité Sociale;
|
FOD Sociale Zekerheid en Openbare Instellingen van sociale Zekerheid;
|
SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement;
|
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
|
SPF Justice;
|
FOD Justitie;
|
SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie;
|
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie;
|
Ministère de la Défense;
|
Ministerie van Landsverdediging;
|
Service public de programmation;
|
Programmatorische Overheidsdienst;
|
Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté Et Economie sociale;
|
Maatschappelijke Integratie, Armoedsbestrijding en sociale Economie;
|
Service public fédéral de Programmation Développement durable;
|
Programmatorische federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling;
|
Service public fédéral de Programmation Politique scientifique;
|
Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid;
|
2.
Régie des Bâtiments:
|
2.
Regie der Gebouwen:
|
Office national de Sécurité sociale;
|
Rijksdienst voor sociale Zekerheid;
|
Institut national d'Assurance sociales Pour travailleurs indépendants;
|
Rijksinstituut voor de sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;
|
Institut national d'Assurance Maladie-Invalidité;
|
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;
|
Office national des Pensions;
|
Rijksdienst voor Pensioenen;
|
Caisse auxiliaire d'Assurance Maladie-Invalidité;
|
Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;
|
Fond des Maladies professionnelles;
|
Fonds voor Beroepsziekten;
|
Office national de l'Emploi;
|
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
|
La Poste
|
De Post
|
BULGARIJE
1.
Администрация на Народното събрание (Administration of the National Assembly)
2.
Администрация на Президента (Administration of the President)
3.
Администрация на Министерския съвет (Administration of the Council of Ministers)
4.
Конституционен съд (Constitutional Court)
5.
Българска народна банка (Bulgarian National Bank)
6.
Министерство на външните работи (Ministry of Foreign Affairs)
7.
Министерство на вътрешните работи (Ministry of the Interior)
8.
Министерство на извънредните ситуации (Ministry of Еmergency Situations)
9.
Министерство на държавната администрация и административната реформа (Ministry of State Administration and Administrative Reform)
10.
Министерство на земеделието и храните (Ministry of Agriculture and Food)
11.
Министерство на здравеопазването (Ministry of Health)
12.
Министерство на икономиката и енергетиката (Ministry of Economy and Energy)
13.
Министерство на културата (Ministry of Culture)
14.
Министерство на образованието и науката (Ministry of Education and Science)
15.
Министерство на околната среда и водите (Ministry of Environment and Water)
16.
Министерство на отбраната (Ministry of Defence)
17.
Министерство на правосъдието (Ministry of Justice)
18.
Министерство на регионалното развитие и благоустройството (Ministry of Regional Development and Public Works)
19.
Министерство на транспорта (Ministry of Transport)
20.
Министерство на труда и социалната политика (Ministry of Labour and Social Policy)
21.
Министерство на финансите (Ministry of Finance)
22.
държавни агенции, държавни комисии, изпълнителни агенции и други държавни институции, създадени със закон или с постановление на Министерския съвет, които имат функции във връзка с осъществяването на изпълнителната власт (state agencies, state commissions, executive agencies and other state authorities established by law or by Council of Ministers' decree having a function relating to the exercise of executive power):
23.
Агенция за ядрено регулиране (Nuclear Regulatory Agency)
24.
Държавна комисия за енергийно и водно регулиране (Energy and Water State Regulatory Commission)
25.
Държавна комисия по сигурността на информацията (State Commission on Information Security)
26.
Комисия за защита на конкуренцията (Commission for Protection of Competition)
27.
Комисия за защита на личните данни (Commission for Personal Data Protection)
28.
Комисия за защита от дискриминация (Commission for Protection Against Discrimination)
29.
Комисия за регулиране на съобщенията (Communications Regulation Commission)
30.
Комисия за финансов надзор (Financial Supervision Commission)
31.
Патентно ведомство на Република България (Patent Office of the Republic of Bulgaria)
32.
Сметна палата на Република България (National Audit Office of the Republic of Bulgaria)
33.
Агенция за приватизация (Privatization Agency)
34.
Агенция за следприватизационен контрол (Agency for Post-privatization Control)
35.
Български институт по метрология (Bulgarian Institute for Metrology)
36.
Държавна агенция "Архиви (State Agency "Archives")
37.
Държавна агенция "Държавен резерв и военновременни запаси" (State Agency "State Reserve and War-Time Stocks")
38.
Държавна агенция за бежанците (State Agency for Refugees)
39.
Държавна агенция за българите в чужбина (State Agency for Bulgarians Abroad)
40.
Държавна агенция за закрила на детето (State Agency for Child Protection)
41.
Държавна агенция за информационни технологии и съобщения (State Agency for Information Technology and Communications)
42.
Държавна агенция за метрологичен и технически надзор (State Agency for Metrological and Technical Surveillance)
43.
Държавна агенция за младежта и спорта (State Agency for Youth and Sports)
44.
Държавна агенция по туризма (State Agency for Tourism)
45.
Държавна комисия по стоковите борси и тържища (State Commission on Commodity Exchanges and Market-places)
46.
Институт по публична администрация и европейска интеграция (Institute of Public Administration and European Integration)
47.
Национален статистически институт (National Statistical Institute)
48.
Агенция "Митници" (Customs Agency)
49.
Агенция за държавна и финансова инспекция (Public Financial Inspection Agency)
50.
Агенция за държавни вземания (State Receivables Collection Agency)
51.
Агенция за социално подпомагане (Social Assistance Agency)
52.
Държавна агенция "Национална сигурност" (State Agency "National Security")
53.
Агенция за хората с увреждания (Agency for Persons with Disabilities)
54.
Агенция по вписванията (Registry Agency)
55.
Агенция по енергийна ефективност (Energy Efficiency Agency)
56.
Агенция по заетостта (Employment Agency)
57.
Агенция по геодезия, картография и кадастър (Geodesy, Cartography and Cadastre Agency)
58.
Агенция по обществени поръчки (Public Procurement Agency)
59.
Българска агенция за инвестиции (Bulgarian Investment Agency)
60.
Главна дирекция "Гражданска въздухоплавателна администрация" (General Directorate "Civil Aviation Administration")
61.
Дирекция за национален строителен контрол (Directorate for National Construction Supervision)
62.
Държавна комисия по хазарта (State Commission on Gambling)
63.
Изпълнителна агенция "Автомобилна администрация" (Executive Agency "Automobile Administration")
64.
Изпълнителна агенция "Борба с градушките" (Executive Agency "Hail Suppression")
65.
Изпълнителна агенция "Българска служба за акредитация" (Executive Agency "Bulgarian Accreditation Service")
66.
Изпълнителна агенция "Главна инспекция по труда" (Executive Agency "General Labour Inspectorate")
67.
Изпълнителна агенция "Железопътна администрация" (Executive Agency "Railway Administration")
68.
Изпълнителна агенция "Морска администрация" (Executive Agency "Maritime Administration")
69.
Изпълнителна агенция "Национален филмов център" (Executive Agency "National Film Centre")
70.
Изпълнителна агенция "Пристанищна администрация" (Executive Agency "Port Administration")
71.
Изпълнителна агенция "Проучване и поддържане на река Дунав" (Executive Agency "Exploration and Maintenance of the Danube River")
72.
Фонд "Републиканска пътна инфраструктура" (National Infrastructure Fund)
73.
Изпълнителна агенция за икономически анализи и прогнози (Executive Agency for Economic Analysis and Forecasting)
74.
Изпълнителна агенция за насърчаване на малките и средни предприятия (Executive Agency for Promotion of Small and Medium Enterprises)
75.
Изпълнителна агенция по лекарствата (Executive Agency on Medicines)
76.
Изпълнителна агенция по лозата и виното (Executive Agency on Vine and Wine)
77.
Изпълнителна агенция по околна среда (Executive Environment Agency)
78.
Изпълнителна агенция по почвените ресурси (Executive Agency on Soil Resources)
79.
Изпълнителна агенция по рибарство и аквакултури (Executive Agency on Fisheries and Aquaculture)
80.
Изпълнителна агенция по селекция и репродукция в животновъдството (Executive Agency for Selection and Reproduction in Animal Husbandry)
81.
Изпълнителна агенция по сортоизпитване, апробация и семеконтрол (Executive Agency for Plant Variety Testing, Field Inspection and Seed Control)
82.
Изпълнителна агенция по трансплантация (Transplantation Executive Agency)
83.
Изпълнителна агенция по хидромелиорации (Executive Agency on Hydromelioration)
84.
Комисията за защита на потребителите (Commission for Consumer Protection)
85.
Контролно-техническата инспекция (Control Technical Inspectorate)
86.
Национална агенция за приходите (National Revenue Agency)
87.
Национална ветеринарномедицинска служба (National Veterinary Service)
88.
Национална служба за растителна защита (National Service for Plant Protection)
89.
Национална служба по зърното и фуражите (National Grain and Feed Service)
90.
Държавна агенция по горите (State Forestry Agency)
91.
Висшата атестационна комисия (Higher Attestation Commission)
92.
Национална агенция за оценяване и акредитация (National Evaluation and Accreditation Agency)
93.
Националната агенция за професионално образование и обучение (National Agency for Vocational Education and Training)
94.
Национална комисия за борба с трафика на хора (Bulgarian National Anti-Trafficking Commission)
95.
Дирекция "Материално-техническо осигуряване и социално обслужване" на Министерство на вътрешните работи (Directorate "Material-technical Ensuring and Social Service" at the Ministry of the Interior)
96.
Дирекция "Оперативно издирване" на Министерство на вътрешните работи (Directorate "Operative Investigation" at the Ministry of the Interior)
97.
Дирекция "Финансово-ресурсно осигуряване" на Министерство на вътрешните работи (Directorate "Financial and Resource Ensuring" at the Ministry of the Interior)
98.
Изпълнителна агенция "Военни клубове и информация" (Executive Agency "Military Clubs and Information")
99.
Изпълнителна агенция "Държавна собственост на Министерството на отбраната" (Executive Agency "State Property at the Ministry of Defence")
100.
Изпълнителна агенция "Изпитвания и контролни измервания на въоръжение, техника и имущества"(Executive Agency "Testing and Control Measurements of Arms, Equipment and Property")
101.
Изпълнителна агенция "Социални дейности на Министерството на отбраната" (Executive Agency "Social Activities at the Ministry of Defence")
102.
Национален център за информация и документация (National Center for Information and Documentation)
103.
Национален център по радиобиология и радиационна защита (National Centre for Radiobiology and Radiation Protection)
104.
Национална служба "Полиция" (National Office "Police")
105.
Национална служба "Пожарна безопасност и защита на населението" (National Office "Fire Safety and Protection of the Population")
106.
Национална служба за съвети в земеделието (National Agricultural Advisory Service)
107.
Служба "Военна информация" (Military Information Service)
108.
Служба "Военна полиция" (Military Police)
109.
Авиоотряд 28 (Airsquad 28)
KROATIË
1.
Croatian Parliament
2.
President of the Republic of Croatia
3.
Office of the President of the Republic of Croatia
4.
Office of the President of the Republic of Croatia after the expiry of the term of office
5.
Government of the of the Republic of Croatia
6.
Offices of the Government of the Republic of Croatia
7.
Ministry of Economy
8.
Ministry of Regional Development and EU Funds
9.
Ministry of Finance
10.
Ministry of Defence
11.
Ministry of Foreign and European Affairs
12.
Ministry of the Interior
13.
Ministry of Justice
14.
Ministry of Public Administration
15.
Ministry of Entrepreneurship and Crafts
16.
Ministry of Labour and Pension System
17.
Ministry of Maritime Affairs, Transport and Infrastructure
18.
Ministry of Agriculture
19.
Ministry of Tourism
20.
Ministry of Environmental and Nature Protection
21.
Ministry of Construction and Physical Planning
22.
Ministry of Veterans' Affairs
23.
Ministry of Social Policy and Youth
24.
Ministry of Health
25.
Ministry of Science, Education and Sports
26.
Ministry of Culture
27.
State administrative organisations
28.
County state administration offices
29.
Constitutional Court of the Republic of Croatia
30.
Supreme Court of the Republic of Croatia
31.
Courts
32.
State Judiciary Council
33.
State attorney's offices
34.
State Prosecutor's Council
35.
Ombudsman's offices
36.
State Commission for the Supervision of Public Procurement Procedures
37.
Croatian National Bank
38.
State agencies and offices
39.
State Audit Office
TSJECHISCHE REPUBLIEK
1.
Ministerstvo dopravy (Ministry of Transport)
2.
Ministerstvo financí (Ministry of Finance)
3.
Ministerstvo kultury (Ministry of Culture)
4.
Ministerstvo obrany (Ministry of Defence)
5.
Ministerstvo pro místní rozvoj (Ministry for Regional Development)
6.
Ministerstvo práce a sociálních věcí (Ministry of Labour and Social Affairs)
7.
Ministerstvo průmyslu a obchodu (Ministry of Industry and Trade)
8.
Ministerstvo spravedlnosti (Ministry of Justice)
9.
Ministerstvo školství, mládeže a tělovýchovy (Ministry of Education, Youth and Sports)
10.
Ministerstvo vnitra (Ministry of the Interior)
11.
Ministerstvo zahraničních věcí (Ministry of Foreign Affairs)
12.
Ministerstvo zdravotnictví (Ministry of Health)
13.
Ministerstvo zemědělství (Ministry of Agriculture)
14.
Ministerstvo životního prostředí (Ministry of the Environment)
15.
Poslanecká sněmovna PČR (Chamber of Deputies of the Parliament of the Czech Republic)
16.
Senát PČR (Senate of the Parliament of the Czech Republic)
17.
Kancelář prezidenta (Office of the President)
18.
Český statistický úřad (Czech Statistical Office)
19.
Český úřad zeměměřičský a katastrální (Czech Office for Surveying, Mapping and Cadastre)
20.
Úřad průmyslového vlastnictví (Industrial Property Office)
21.
Úřad pro ochranu osobních údajů (Office for Personal Data Protection)
22.
Bezpečnostní informační služba (Security Information Service)
23.
Národní bezpečnostní úřad (National Security Authority)
24.
Česká akademie věd (Academy of Sciences of the Czech Republic)
25.
Vězeňská služba (Prison Service)
26.
Český báňský úřad (Czech Mining Authority)
27.
Úřad pro ochranu hospodářské soutěže (Office for the Protection of Competition)
28.
Správa státních hmotných rezerv (Administration of the State Material Reserves)
29.
Státní úřad pro jadernou bezpečnost (State Office for Nuclear Safety)
30.
Energetický regulační úřad (Energy Regulatory Office)
31.
Úřad vlády České republiky (Office of the Government of the Czech Republic)
32.
Ústavní soud (Constitutional Court)
33.
Nejvyšší soud (Supreme Court)
34.
Nejvyšší správní soud (Supreme Administrative Court)
35.
Nejvyšší státní zastupitelství (Supreme Public Prosecutor's Office)
36.
Nejvyšší kontrolní úřad (Supreme Audit Office)
37.
Kancelář Veřejného ochránce práv (Office of the Public Defender of Rights)
38.
Grantová agentura České republiky (Grant Agency of the Czech Republic)
39.
Státní úřad inspekce práce (State Labour Inspection Office)
40.
Český telekomunikační úřad (Czech Telecommunication Office)
41.
Ředitelství silnic a dálnic ČR (ŘSD) (Road and Motorway Directorate of the Czech Republic)
DENEMARKEN
1.
Folketinget — The Danish Parliament Rigsrevisionen — The National Audit Office
2.
Statsministeriet — The Prime Minister's Office
3.
Udenrigsministeriet — Ministry of Foreign Affairs
4.
Beskæftigelsesministeriet — Ministry of Employment
5 styrelser og institutioner — 5 agencies and institutions
5.
Domstolsstyrelsen — The Court Administration
6.
Finansministeriet — Ministry of Finance
5 styrelser og institutioner — 5 agencies and institutions
7.
Forsvarsministeriet — Ministry of Defence
5 styrelser og institutioner — 5 agencies and Institutions
8.
Ministeriet for Sundhed og Forebyggelse — Ministry of the Interior and Health
Adskillige styrelser og institutioner, herunder Statens Serum Institut — Several agencies and institutions, including Statens Serum Institut
9.
Justitsministeriet — Ministry of Justice
Rigspolitichefen, anklagemyndigheden samt 1 direktorat og et antal styrelser — Commissioner of Police, 1 directorate and a number of agencies
10.
Kirkeministeriet — Ministry of Ecclesiastical Affairs
10 stiftsøvrigheder — 10 diocesan authorities
11.
Kulturministeriet — Ministry of Culture
4 styrelser samt et antal statsinstitutioner — A Department and a number of institutions
12.
Miljøministeriet — Ministry of the Environment
5 styrelser — 5 agencies
13.
Ministeriet for Flygtninge, Invandrere og Integration — Ministry of Refugee, Immigration and Integration Affairs
1 styrelse — 1 agency
14.
Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri — Ministry of Food, Agriculture and Fisheries
4 direktorater og institutioner — 4 directorates and institutions
15.
Ministeriet for Videnskab, Teknologi og Udvikling — Ministry of Science, Technology and Innovation
Adskillige styrelser og institutioner, Forskningscenter Risø og Statens uddannelsesbygninger — Several agencies and institutions, including Risoe National Laboratory and Danish National Research and Education Buildings
16.
Skatteministeriet — Ministry of Taxation
1 styrelse og institutioner — 1 agency and several institutions
17.
Velfærdsministeriet — Ministry of Welfare
3 styrelser og institutioner — 3 agencies and several institutions
18.
Transportministeriet — Ministry of Transport
7 styrelser og institutioner, herunder Øresundsbrokonsortiet — 7 agencies and institutions, including Øresundsbrokonsortiet
19.
Undervisningsministeriet — Ministry of Education
3 styrelser, 4 undervisningsinstitutioner og 5 andre institutioner — 3 agencies, 4 educational establishments, 5 other institutions
20.
Økonomi- og Erhvervsministeriet — Ministry of Economic and Business Affairs
Adskillige styrelser og institutioner — Several agencies and institutions
21.
Klima- og Energiministeriet — Ministry for Climate and Energy
3 styrelser og institutioner — 3 agencies and institutions
DUITSLAND
1.
|
Federal Foreign Office
|
Auswärtiges Amt
|
2.
|
Federal Chancellery
|
Bundeskanzleramt
|
3.
|
Federal Ministry of Labour and Social Affairs
|
Bundesministerium für Arbeit und Soziales
|
4.
|
Federal Ministry of Education and Research
|
Bundesministerium für Bildung und Forschung
|
5.
|
Federal Ministry for Food, Agriculture and Consumer Protection
|
Bundesministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Verbraucherschutz
|
6.
|
Federal Ministry of Finance
|
Bundesministerium der Finanzen
|
7.
|
Federal Ministry of the Interior (civil goods only)
|
Bundesministerium des Innern
|
8.
|
Federal Ministry of Health
|
Bundesministerium für Gesundheit
|
9.
|
Federal Ministry for Family Affairs, Senior Citizens, Women and Youth
|
Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend
|
10.
|
Federal Ministry of Justice
|
Bundesministerium der Justiz
|
11.
|
Federal Ministry of Transport, Building and Urban Affairs
|
Bundesministerium für Verkehr, Bau und Stadtentwicklung
|
12.
|
Federal Ministry of Economic Affairs and Technology
|
Bundesministerium für Wirtschaft und Technologie
|
13.
|
Federal Ministry for Economic Co-operation and Development
|
Bundesministerium für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung
|
14.
|
Federal Ministry of Defence
|
Bundesministerium der Verteidigung
|
15.
|
Federal Ministry of Environment, Nature Conservation and Reactor Safety
|
Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz und Reaktorsicherheit
|
ESTLAND
1.
Vabariigi Presidendi Kantselei (Office of the President of the Republic of Estonia)
2.
Eesti Vabariigi Riigikogu (Parliament of the Republic of Estonia)
3.
Eesti Vabariigi Riigikohus (Supreme Court of the Republic of Estonia)
4.
Riigikontroll (The State Audit Office of the Republic of Estonia)
5.
Õiguskantsler (Legal Chancellor)
6.
Riigikantselei (The State Chancellery)
7.
Rahvusarhiiv (The National Archives of Estonia)
8.
Haridus- ja Teadusministeerium (Ministry of Education and Research)
9.
Justiitsministeerium (Ministry of Justice)
10.
Kaitseministeerium (Ministry of Defence)
11.
Keskkonnaministeerium (Ministry of Environment)
12.
Kultuuriministeerium (Ministry of Culture)
13.
Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium (Ministry of Economic Affairs and Communications)
14.
Põllumajandusministeerium (Ministry of Agriculture)
15.
Rahandusministeerium (Ministry of Finance)
16.
Siseministeerium (Ministry of Internal Affairs)
17.
Sotsiaalministeerium (Ministry of Social Affairs)
18.
Välisministeerium (Ministry of Foreign Affairs)
19.
Keeleinspektsioon (The Language Inspectorate)
20.
Riigiprokuratuur (Prosecutor's Office)
21.
Teabeamet (The Information Board)
22.
Maa-amet (Estonian Land Board)
23.
Keskkonnainspektsioon (Environmental Inspectorate)
24.
Metsakaitse- ja Metsauuenduskeskus (Centre of Forest Protection and Silviculture)
25.
Muinsuskaitseamet (The Heritage Board)
26.
Patendiamet (Patent Office)
27.
Tehnilise Järelevalve Amet (The Estonian Technical Surveillance Authority)
28.
Tarbijakaitseamet (The Consumer Protection Board)
29.
Riigihangete Amet (Public Procurement Office)
30.
Taimetoodangu Inspektsioon (The Plant Production Inspectorate)
31.
Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet (Agricultural Registers and Information Board)
32.
Veterinaar- ja Toiduamet (The Veterinary and Food Board)
33.
Konkurentsiamet (The Estonian Competition Authority)
34.
Maksu –ja Tolliamet (Tax and Customs Board)
35.
Statistikaamet (Statistics Estonia)
36.
Kaitsepolitseiamet (The Security Police Board)
37.
Kodakondsus- ja Migratsiooniamet (Citizenship and Migration Board)
38.
Piirivalveamet (National Board of Border Guard)
39.
Politseiamet (National Police Board)
40.
Eesti Kohtuekspertiisi ja Instituut (Forensic Service Centre)
41.
Keskkriminaalpolitsei (Central Criminal Police)
42.
Päästeamet (The Rescue Board)
43.
Andmekaitse Inspektsioon (Estonian Data Protection Inspectorate)
44.
Ravimiamet (State Agency of Medicines)
45.
Sotsiaalkindlustusamet (Social Insurance Board)
46.
Tööturuamet (Labour Market Board)
47.
Tervishoiuamet (Health Care Board)
48.
Tervisekaitseinspektsioon (Health Protection Inspectorate)
49.
Tööinspektsioon (Labour Inspectorate)
50.
Lennuamet (Estonian Civil Aviation Administration)
51.
Maanteeamet (Estonian Road Administration)
52.
Veeteede Amet (Maritime Administration)
53.
Julgestuspolitsei (Central Law Enforcement Police)
54.
Kaitseressursside Amet (Defence Resources Agency)
55.
Kaitseväe Logistikakeskus (Logistics Centre of Defence Forces)
GRIEKENLAND
1.
Υπουργείο Εσωτερικών (Ministry of Interior)
2.
Υπουργείο Εξωτερικών (Ministry of Foreign Affairs)
3.
Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών (Ministry of Economy and Finance)
4.
Υπουργείο Ανάπτυξης (Ministry of Development)
5.
Υπουργείο Δικαιοσύνης (Ministry of Justice)
6.
Υπουργείο Εθνικής Παιδείας και Θρησκευμάτων (Ministry of Education and Religion)
7.
Υπουργείο Πολιτισμού (Ministry of Culture)
8.
Υπουργείο Υγείας και Κοινωνικής Αλληλεγγύης (Ministry of Health and Social Solidarity)
9.
Υπουργείο Περιβάλλοντος, Χωροταξίας και Δημοσίων Έργων (Ministry of Environment, Physical Planning and Public Works)
10.
Υπουργείο Απασχόλησης και Κοινωνικής Προστασίας (Ministry of Employment and Social Protection)
11.
Υπουργείο Μεταφορών και Επικοινωνιών (Ministry of Transport and Communications)
12.
Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων (Ministry of Rural Development and Food)
13.
Υπουργείο Εμπορικής Ναυτιλίας, Αιγαίου και Νησιωτικής Πολιτικής (Ministry of Mercantile Marine, Aegean and Island Policy)
14.
Υπουργείο Μακεδονίας- Θράκης (Ministry of Macedonia and Thrace)
15.
Γενική Γραμματεία Επικοινωνίας (General Secretariat of Communication)
16.
Γενική Γραμματεία Ενημέρωσης (General Secretariat of Information)
17.
Γενική Γραμματεία Νέας Γενιάς (General Secretariat for Youth)
18.
Γενική Γραμματεία Ισότητας (General Secretariat of Equality)
19.
Γενική Γραμματεία Κοινωνικών Ασφαλίσεων (General Secretariat for Social Security)
20.
Γενική Γραμματεία Απόδημου Ελληνισμού (General Secretariat for Greeks Living Abroad)
21.
Γενική Γραμματεία Βιομηχανίας (General Secretariat for Industry)
22.
Γενική Γραμματεία Έρευνας και Τεχνολογίας (General Secretariat for Research and Technology)
23.
Γενική Γραμματεία Αθλητισμού (General Secretariat for Sports)
24.
Γενική Γραμματεία Δημοσίων Έργων (General Secretariat for Public Works)
25.
Γενική Γραμματεία Εθνικής Στατιστικής Υπηρεσίας Ελλάδος (National Statistical Service)
26.
Εθνικό Συμβούλιο Κοινωνικής Φροντίδας (National Welfare Council)
27.
Οργανισμός Εργατικής Κατοικίας (Workers' Housing Organisation)
28.
Εθνικό Τυπογραφείο (National Printing Office)
29.
Γενικό Χημείο του Κράτους (General State Laboratory)
30.
Ταμείο Εθνικής Οδοποιίας (Greek Highway Fund)
31.
Εθνικό Καποδιστριακό Πανεπιστήμιο Αθηνών (University of Athens)
32.
Αριστοτέλειο Πανεπιστήμιο Θεσσαλονίκης (University of Thessaloniki)
33.
Δημοκρίτειο Πανεπιστήμιο Θράκης (University of Thrace)
34.
Πανεπιστήμιο Αιγαίου (University of Aegean)
35.
Πανεπιστήμιο Ιωαννίνων (University of Ioannina)
36.
Πανεπιστήμιο Πατρών (University of Patras)
37.
Πανεπιστήμιο Μακεδονίας (University of Macedonia)
38.
Πολυτεχνείο Κρήτης (Polytechnic School of Crete)
39.
Σιβιτανίδειος Δημόσια Σχολή Τεχνών και Επαγγελμάτων (Sivitanidios Technical School)
40.
Αιγινήτειο Νοσοκομείο (Eginitio Hospital)
41.
Αρεταίειο Νοσοκομείο (Areteio Hospital)
42.
Εθνικό Κέντρο Δημόσιας Διοίκησης (National Centre of Public Administration)
43.
Οργανισμός Διαχείρισης Δημοσίου Υλικού (Α.Ε. Public Material Μanagement Organisation)
44.
Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων (Farmers' Insurance Organisation)
45.
Οργανισμός Σχολικών Κτιρίων (School Building Organisation)
46.
Γενικό Επιτελείο Στρατού (Army General Staff)
47.
Γενικό Επιτελείο Ναυτικού (Navy General Staff)
48.
Γενικό Επιτελείο Αεροπορίας (Airforce General Staff)
49.
Ελληνική Επιτροπή Ατομικής Ενέργειας (Greek Atomic Energy Commission)
50.
Γενική Γραμματεία Εκπαίδευσης Ενηλίκων (General Secretariat for Further Education)
51.
Υπουργείο Εθνικής Άμυνας (Ministry of National Defence)
52.
Γενική Γραμματεία Εμπορίου (General Secretariat of Commerce)
53.
Ελληνικά Ταχυδρομεία
Hellenic Post (EL. TA)
SPANJE
Presidencia de Gobierno
Ministerio de Asuntos Exteriores y de Cooperación
Ministerio de Justicia
Ministerio de Defensa
Ministerio de Economía y Hacienda
Ministerio del Interior
Ministerio de Fomento
Ministerio de Educación y Ciencia
Ministerio de Industria, Turismo y Comercio
Ministerio de Trabajo y Asuntos Sociales
Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación
Ministerio de la Presidencia
Ministerio de Administraciones Públicas
Ministerio de Cultura
Ministerio de Sanidad y Consumo
Ministerio de Medio Ambiente
Ministerio de Vivienda
FRANKRIJK
1.
Ministeries
Services du Premier ministre
Ministère chargé de la santé, de la jeunesse et des sports
Ministère chargé de l'intérieur, de l'outre-mer et des collectivités territoriales
Ministère chargé de la justice
Ministère chargé de la défense
Ministère chargé des affaires étrangères et européennes
Ministère chargé de l'éducation nationale
Ministère chargé de l'économie, des finances et de l'emploi
Secrétariat d'Etat aux transports
Secrétariat d'Etat aux entreprises et au commerce extérieur
Ministère chargé du travail, des relations sociales et de la solidarité
Ministère chargé de la culture et de la communication
Ministère chargé du budget, des comptes publics et de la fonction publique
Ministère chargé de l'agriculture et de la pêche
Ministère chargé de l'enseignement supérieur et de la recherche
Ministère chargé de l'écologie, du développement et de l'aménagement durables
Secrétariat d'Etat à la fonction publique
Ministère chargé du logement et de la ville
Secrétariat d'Etat à la coopération et à la francophonie
Secrétariat d'Etat à l'outre-mer
Secrétariat d'Etat à la jeunesse et aux sports et de la vie associative
Secrétariat d'Etat aux anciens combattants
Ministère chargé de l'immigration, de l'intégration, de l'identité nationale et du co-développement
Secrétariat d'Etat en charge de la prospective et de l'évaluation des politiques publiques
Secrétariat d'Etat aux affaires européennes
Secrétariat d'Etat aux affaires étrangères et aux droits de l'homme
Secrétariat d'Etat à la consommation et au tourisme
Secrétariat d'Etat à la politique de la ville
Secrétariat d'Etat à la solidarité
Secrétariat d'Etat en charge de l'emploi
Secrétariat d'Etat en charge du commerce, de l'artisanat, des PME, du tourisme et des services
Secrétariat d'Etat en charge du développement de la région-capitale
Secrétariat d'Etat en charge de l'aménagement du territoire
2.
Nationale openbare instellingen
Académie de France à Rome
Académie de marine
Académie des sciences d'outre-mer
Académie des technologies
Agence Centrale des Organismes de Sécurité Sociale (A.C.O.S.S.)
Agences de l'eau
Agence de biomédecine
Agence pour l'enseignement du français à l'étranger
Agence française de sécurité sanitaire des aliments
Agence française de sécurité sanitaire de l'environnement et du travail
Agence Nationale de l'Accueil des Etrangers et des migrations
Agence nationale pour l'amélioration des conditions de travail (ANACT)
Agence nationale pour l'amélioration de l'habitat (ANAH)
Agence Nationale pour la Cohésion Sociale et l'Egalité des Chances
Agence pour la garantie du droit des mineurs
Agence nationale pour l'indemnisation des français d'outre-mer (ANIFOM)
Assemblée permanente des chambres d'agriculture (APCA)
Bibliothèque nationale de France
Bibliothèque nationale et universitaire de Strasbourg
Caisse des Dépôts et Consignations
Caisse nationale des autoroutes (CNA)
Caisse nationale militaire de sécurité sociale (CNMSS)
Caisse de garantie du logement locatif social
Casa de Velasquez
Centre d'enseignement zootechnique
Centre d'études de l'emploi
Centre hospitalier national des Quinze-Vingts
Centre international d'études supérieures en sciences agronomiques (Montpellier Sup Agro)
Centre des liaisons européennes et internationales de sécurité sociale
Centre des Monuments Nationaux
Centre national d'art et de culture Georges Pompidou
Centre national des arts plastiques
Centre national de la cinématographie
Institut national supérieur de formation et de recherche pour l'éducation des jeunes handicapés et les enseignements adaptés
Centre National d'Etudes et d'expérimentation du machinisme agricole, du génie rural, des eaux et des forêts (CEMAGREF)
Ecole nationale supérieure de Sécurité Sociale
Centre national du livre
Centre national de documentation pédagogique
Centre national des œuvres universitaires et scolaires (CNOUS)
Centre national professionnel de la propriété forestière
Centre National de la Recherche Scientifique (C.N.R.S)
Centres d'éducation populaire et de sport (CREPS)
Centres régionaux des œuvres universitaires (CROUS)
Collège de France
Conservatoire de l'espace littoral et des rivages lacustres
Conservatoire National des Arts et Métiers
Conservatoire national supérieur de musique et de danse de Paris
Conservatoire national supérieur de musique et de danse de Lyon
Conservatoire national supérieur d'art dramatique
Ecole centrale de Lille
Ecole centrale de Lyon
École centrale des arts et manufactures
École française d'archéologie d'Athènes
École française d'Extrême-Orient
École française de Rome
École des hautes études en sciences sociales
Ecole du Louvre
École nationale d'administration
École nationale de l'aviation civile (ENAC)
École nationale des Chartes
École nationale d'équitation
Ecole Nationale du Génie de l'Eau et de l'environnement de Strasbourg
Écoles nationales d'ingénieurs
Ecole nationale d'ingénieurs des industries des techniques agricoles et alimentaires de Nantes
Écoles nationales d'ingénieurs des travaux agricoles
École nationale de la magistrature
Écoles nationales de la marine marchande
École nationale de la santé publique (ENSP)
École nationale de ski et d'alpinisme
École nationale supérieure des arts décoratifs
École nationale supérieure des arts et industries textiles Roubaix
Ecole nationale supérieure des arts et techniques du théâtre
Écoles nationales supérieures d'arts et métiers
École nationale supérieure des beaux-arts
École nationale supérieure de céramique industrielle
École nationale supérieure de l'électronique et de ses applications (ENSEA)
Ecole Nationale Supérieure des Sciences de l'information et des bibliothécaires
Écoles nationales vétérinaires
École nationale de voile
Écoles normales supérieures
École polytechnique
École de viticulture — Avize (Marne)
Etablissement national d’enseignement agronomique de Dijon
Établissement national des invalides de la marine (ENIM)
Établissement national de bienfaisance Koenigswarter
Fondation Carnegie
Fondation Singer-Polignac
Haras nationaux
Hôpital national de Saint-Maurice
Institut français d'archéologie orientale du Caire
Institut géographique national
Institut National des Appellations d'origine
Institut national des hautes études de sécurité
Institut de veille sanitaire
Institut National d'enseignement supérieur et de recherche agronomique et agroalimentaire de Rennes
Institut National d'Etudes Démographiques (I.N.E.D)
Institut National d'Horticulture
Institut National de la jeunesse et de l'éducation populaire
Institut national des jeunes aveugles — Paris
Institut national des jeunes sourds — Bordeaux
Institut national des jeunes sourds — Chambéry
Institut national des jeunes sourds — Metz
Institut national des jeunes sourds — Paris
Institut national de physique nucléaire et de physique des particules (I.N.P.N.P.P)
Institut national de la propriété industrielle
Institut National de la Recherche Agronomique (I.N.R.A)
Institut National de la Recherche Pédagogique (I.N.R.P)
Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (I.N.S.E.R.M)
Institut national d'histoire de l'art (I.N.H.A.)
Institut National des Sciences de l'Univers
Institut National des Sports et de l'Education Physique
Instituts nationaux polytechniques
Instituts nationaux des sciences appliquées
Institut national de recherche en informatique et en automatique (INRIA)
Institut national de recherche sur les transports et leur sécurité (INRETS)
Institut de Recherche pour le Développement
Instituts régionaux d'administration
Institut des Sciences et des Industries du vivant et de l'environnement (Agro Paris Tech)
Institut supérieur de mécanique de Paris
Institut Universitaires de Formation des Maîtres
Musée de l'armée
Musée Gustave-Moreau
Musée du Louvre
Musée du Quai Branly
Musée national de la marine
Musée national J.-J.-Henner
Musée national de la Légion d'honneur
Musée de la Poste
Muséum National d'Histoire Naturelle
Musée Auguste-Rodin
Observatoire de Paris
Office français de protection des réfugiés et apatrides
Office National des Anciens Combattants et des Victimes de Guerre (ONAC)
Office national de la chasse et de la faune sauvage
Office National de l'eau et des milieux aquatiques
Office national d'information sur les enseignements et les professions (ONISEP)
Office universitaire et culturel français pour l'Algérie
Palais de la découverte
Parcs nationaux
Universités
3.
Instellingen, onafhankelijke diensten en gerechtelijke instanties
Présidence de la République
Assemblée Nationale
Sénat
Conseil constitutionnel
Conseil économique et social
Conseil supérieur de la magistrature
Agence française contre le dopage
Autorité de contrôle des assurances et des mutuelles
Autorité de contrôle des nuisances sonores aéroportuaires
Autorité de régulation des communications électroniques et des postes
Autorité de sûreté nucléaire
Comité national d'évaluation des établissements publics à caractère scientifique, culturel et professionnel
Commission d'accès aux documents administratifs
Commission consultative du secret de la défense nationale
Commission nationale des comptes de campagne et des financements politiques
Commission nationale de contrôle des interceptions de sécurité
Commission nationale de déontologie de la sécurité
Commission nationale du débat public
Commission nationale de l'informatique et des libertés
Commission des participations et des transferts
Commission de régulation de l’énergie
Commission de la sécurité des consommateurs
Commission des sondages
Commission de la transparence financière de la vie politique
Conseil de la concurrence
Conseil supérieur de l'audiovisuel
Défenseur des enfants
Haute autorité de lutte contre les discriminations et pour l'égalité
Haute autorité de santé
Médiateur de la République
Cour de justice de la République
Tribunal des Conflits
Conseil d'Etat
Cours administratives d'appel
Tribunaux administratifs
Cour des Comptes
Chambres régionales des Comptes
Cours et tribunaux de l'ordre judiciaire (Cour de Cassation, Cours d'Appel, Tribunaux d'instance et Tribunaux de grande instance)
4.
Andere nationale openbare instellingen
Union des groupements d'achats publics (UGAP)
Agence Nationale pour l'emploi (A.N.P.E.)
Autorité indépendante des marchés financiers
Caisse Nationale des Allocations Familiales (CNAF)
Caisse Nationale d'Assurance Maladie des Travailleurs Salariés (CNAMS)
Caisse Nationale d'Assurance-Vieillesse des Travailleurs Salariés (CNAVTS)
IERLAND
1.
President's Establishment
2.
Houses of the Oireachtas — [Parliament]
3.
Department of the Taoiseach — [Prime Minister]
4.
Central Statistics Office
5.
Department of Finance
6.
Office of the Comptroller and Auditor General
7.
Office of the Revenue Commissioners
8.
Office of Public Works
9.
State Laboratory
10.
Office of the Attorney General
11.
Office of the Director of Public Prosecutions
12.
Valuation Office
13.
Commission for Public Service Appointments
14.
Office of the Ombudsman
15.
Chief State Solicitor's Office
16.
Department of Justice, Equality and Law Reform
17.
Courts Service
18.
Prisons Service
19.
Office of the Commissioners of Charitable Donations and Bequests
20.
Department of the Environment, Heritage and Local Government
21.
Department of Education and Science
22.
Department of Communications, Energy and Natural Resources
23.
Department of Agriculture, Fisheries and Food
24.
Department of Transport
25.
Department of Health and Children
26.
Department of Enterprise, Trade and Employment
27.
Department of Arts, Sports and Tourism
28.
Department of Defence
29.
Department of Foreign Affairs
30.
Department of Social and Family Affairs
31.
Department of Community, Rural and Gaeltacht — [Gaelic speaking regions] Affairs
32.
Arts Council
33.
National Gallery
ITALIË
I.
Organen die aankopen doen:
1.
Presidenza del Consiglio dei Ministri (Presidency of the Council of Ministers)
2.
Ministero degli Affari Esteri (Ministry of Foreign Affairs)
3.
Ministero dell'Interno (Ministry of Interior)
4.
Ministero della Giustizia e Uffici giudiziari (esclusi i giudici di pace) (Ministry of Justice and the Judicial Offices (other than the giudici di pace)
5.
Ministero della Difesa (Ministry of Defence)
6.
Ministero dell'Economia e delle Finanze (Ministry of Economy and Finance)
7.
Ministero dello Sviluppo Economico (Ministry of Economic Development)
8.
Ministero del Commercio internazionale (Ministry of International Trade)
9.
Ministero delle Comunicazioni (Ministry of Communications)
10.
Ministero delle Politiche Agricole e Forestali (Ministry of Agriculture and Forest Policies)
11.
Ministero dell'Ambiente e Tutela del Territorio e del Mare (Ministry of Environment, Land and Sea)
12.
Ministero delle Infrastrutture (Ministry of Infrastructure)
13.
Ministero dei Trasporti (Ministry of Transport)
14.
Ministero del Lavoro e delle politiche sociali e della Previdenza sociale (Ministry of Labour, Social Policy and Social Security)
15.
Ministero della Solidarietà sociale (Ministry of Social Solidarity)
16.
Ministero della Salute (Ministry of Health)
17.
Ministero dell'Istruzione dell' università e della ricerca (Ministry of Education, University and Research)
18.
Ministero per i Beni e le Attività culturali comprensivo delle sue articolazioni periferiche (Ministry of Heritage and Culture, including its subordinated entities)
II.
Andere nationale openbare instellingen:
CONSIP (Concessionaria Servizi Informatici Pubblici)
CYPRUS
1.
a)
Προεδρία και Προεδρικό Μέγαρο (Presidency and Presidential Palace)
b)
Γραφείο Συντονιστή Εναρμόνισης (Office of the Coordinator for Harmonisation)
2.
Υπουργικό Συμβούλιο (Council of Ministers)
3.
Βουλή των Αντιπροσώπων (House of Representatives)
4.
Δικαστική Υπηρεσία (Judicial Service)
5.
Νομική Υπηρεσία της Δημοκρατίας (Law Office of the Republic)
6.
Ελεγκτική Υπηρεσία της Δημοκρατίας (Audit Office of the Republic)
7.
Επιτροπή Δημόσιας Υπηρεσίας (Public Service Commission)
8.
Επιτροπή Εκπαιδευτικής Υπηρεσίας (Educational Service Commission)
9.
Γραφείο Επιτρόπου Διοικήσεως (Office of the Commissioner for Administration (Ombudsman))
10.
Επιτροπή Προστασίας Ανταγωνισμού (Commission for the Protection of Competition)
11.
Υπηρεσία Εσωτερικού Ελέγχου (Internal Audit Service)
12.
Γραφείο Προγραμματισμού (Planning Bureau)
13.
Γενικό Λογιστήριο της Δημοκρατίας (Treasury of the Republic)
14.
Γραφείο Επιτρόπου Προστασίας Δεδομένων Προσωπικού Χαρακτήρα (Office of the Personal Character Data Protection Commissioner)
15.
Γραφείο Εφόρου Δημοσίων Ενισχύσεων (Office of the Commissioner for the Public Aid)
16.
Αναθεωρητική Αρχή Προσφορών (Tender Review Body)
17.
Υπηρεσία Εποπτείας και Ανάπτυξης Συνεργατικών Εταιρειών (Cooperative Societies΄ Supervision and Development Authority)
18.
Αναθεωρητική Αρχή Προσφύγων (Refugees' Review Body)
19.
Υπουργείο Άμυνας (Ministry of Defence)
20.
a)
Υπουργείο Γεωργίας, Φυσικών Πόρων και Περιβάλλοντος (Ministry of Agriculture, Natural Resources and Environment)
b)
Τμήμα Γεωργίας (Department of Agriculture)
c)
Κτηνιατρικές Υπηρεσίες (Veterinary Services)
d)
Τμήμα Δασών (Forest Department)
e)
Τμήμα Αναπτύξεως Υδάτων (Water Development Department)
f)
Τμήμα Γεωλογικής Επισκόπησης (Geological Survey Department)
g)
Μετεωρολογική Υπηρεσία (Meteorological Service)
h)
Τμήμα Αναδασμού (Land Consolidation Department)
i)
Υπηρεσία Μεταλλείων (Mines Service)
j)
Ινστιτούτο Γεωργικών Ερευνών (Agricultural Research Institute)
k)
Τμήμα Αλιείας και Θαλάσσιων Ερευνών (Department of Fisheries and Marine Research)
21.
a)
Υπουργείο Δικαιοσύνης και Δημοσίας Τάξεως (Ministry of Justice and Public Order)
b)
Αστυνομία (Police)
c)
Πυροσβεστική Υπηρεσία Κύπρου (Cyprus Fire Service)
d)
Τμήμα Φυλακών (Prison Department)
22.
a)
Υπουργείο Εμπορίου, Βιομηχανίας και Τουρισμού (Ministry of Commerce, Industry and Tourism)
b)
Τμήμα Εφόρου Εταιρειών και Επίσημου Παραλήπτη (Department of Registrar of Companies and Official Receiver)
23.
a)
Υπουργείο Εργασίας και Κοινωνικών Ασφαλίσεων (Ministry of Labour and Social Insurance)
b)
Τμήμα Εργασίας (Department of Labour)
c)
Τμήμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (Department of Social Insurance)
d)
Τμήμα Υπηρεσιών Κοινωνικής Ευημερίας (Department of Social Welfare Services)
e)
Κέντρο Παραγωγικότητας Κύπρου (Productivity Centre Cyprus)
f)
Ανώτερο Ξενοδοχειακό Ινστιτούτο Κύπρου (Higher Hotel Institute Cyprus)
g)
Ανώτερο Τεχνολογικό Ινστιτούτο (Higher Τechnical Institute)
h)
Τμήμα Επιθεώρησης Εργασίας (Department of Labour Inspection)
i)
Τμήμα Εργασιακών Σχέσεων (Department of Labour Relations)
24.
a)
Υπουργείο Εσωτερικών (Ministry of the Interior)
b)
Επαρχιακές Διοικήσεις (District Administrations)
c)
Τμήμα Πολεοδομίας και Οικήσεως (Town Planning and Housing Department)
d)
Τμήμα Αρχείου Πληθυσμού και Μεταναστεύσεως (Civil Registry and Migration Department)
e)
Τμήμα Κτηματολογίου και Χωρομετρίας (Department of Lands and Surveys)
f)
Γραφείο Τύπου και Πληροφοριών (Press and Information Office)
g)
Πολιτική Άμυνα (Civil Defence)
h)
Υπηρεσία Μέριμνας και Αποκαταστάσεων Εκτοπισθέντων (Service for the care and rehabilitation of displaced persons)
i)
Υπηρεσία Ασύλου (Asylum Service)
25.
Υπουργείο Εξωτερικών (Ministry of Foreign Affairs)
26.
a)
Υπουργείο Οικονομικών (Ministry of Finance)
b)
Τελωνεία (Customs and Excise)
c)
Τμήμα Εσωτερικών Προσόδων (Department of Inland Revenue)
d)
Στατιστική Υπηρεσία (Statistical Service)
e)
Τμήμα Κρατικών Αγορών και Προμηθειών (Department of Government Purchasing and Supply)
f)
Τμήμα Δημόσιας Διοίκησης και Προσωπικού (Public Administration and Personnel Department)
g)
Κυβερνητικό Τυπογραφείο (Government Printing Office)
h)
Τμήμα Υπηρεσιών Πληροφορικής (Department of Information Technology Services)
27.
Υπουργείο Παιδείας και Πολιτισμού (Ministry of Εducation and Culture)
28.
a)
Υπουργείο Συγκοινωνιών και Έργων (Ministry of Communications and Works)
b)
Τμήμα Δημοσίων Έργων (Department of Public Works)
c)
Τμήμα Αρχαιοτήτων (Department of Antiquities)
d)
Τμήμα Πολιτικής Αεροπορίας (Department of Civil Aviation)
e)
Τμήμα Εμπορικής Ναυτιλίας (Department of Merchant Shipping)
f)
Τμήμα Ταχυδρομικών Υπηρεσιών (Postal Services Department)
g)
Τμήμα Οδικών Μεταφορών (Department of Road Transport)
h)
Τμήμα Ηλεκτρομηχανολογικών Υπηρεσιών (Department of Electrical and Mechanical Services)
i)
Τμήμα Ηλεκτρονικών Επικοινωνιών (Department of Electronic Telecommunications)
29.
a)
Υπουργείο Υγείας (Ministry of Health)
b)
Φαρμακευτικές Υπηρεσίες (Pharmaceutical Services)
c)
Γενικό Χημείο (General Laboratory)
d)
Ιατρικές Υπηρεσίες και Υπηρεσίες Δημόσιας Υγείας (Medical and Public Health Services)
e)
Οδοντιατρικές Υπηρεσίες (Dental Services)
f)
Υπηρεσίες Ψυχικής Υγείας (Mental Health Services)
LETLAND
A)
Ministrijas, īpašu ministru sekretariāti un to padotībā esošās iestādes (ministeries, secretariaten van ministers voor speciale taken en hun ondergeschikte organen):
1.
Aizsardzības ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Defence and subordinate institutions)
2.
Ārlietu ministrija un tas padotībā esošās iestādes (Ministry of Foreign Affairs and subordinate institutions)
3.
Ekonomikas ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Economics and subordinate institutions)
4.
Finanšu ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Finance and subordinate institutions)
5.
Iekšlietu ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of the Interior Affairs and subordinate institutions)
6.
Izglītības un zinātnes ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Education and Science and subordinate institutions)
7.
Kultūras ministrija un tas padotībā esošās iestādes (Ministry of Culture and subordinate institutions)
8.
Labklājības ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Welfare and subordinate institutions)
9.
Satiksmes ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Transport and subordinate institutions)
10.
Tieslietu ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Justice and subordinate institutions)
11.
Veselības ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Health and subordinate institutions)
12.
Vides aizsardzības un reģionālās attīstības ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Environmental Protection and Regional Development and subordinate institutions)
13.
Zemkopības ministrija un tās padotībā esošās iestādes (Ministry of Agriculture and subordinate institutions)
14.
Īpašu uzdevumu ministra sekretariāti un to padotībā esošās iestādes (Ministries for Special Assignments and subordinate institutions)
B)
Citas valsts iestādes (andere centrale overheidsinstellingen):
1.
Augstākā tiesa (Supreme Court)
2.
Centrālā vēlēšanu komisija (Central Election Commission)
3.
Finanšu un kapitāla tirgus komisija (Financial and Capital Market Commission)
4.
Latvijas Banka (Bank of Latvia)
5.
Prokuratūra un tās pārraudzībā esošās iestādes (Prosecutor's Office and institutions under its supervision)
6.
Saeimas un tās padotībā esošās iestādes (The Parliament and subordinate institutions)
7.
Satversmes tiesa (Constitutional Court)
8.
Valsts kanceleja un tās pārraudzībā esošās iestādes (State Chancellery and institutions under its supervision)
9.
Valsts kontrole (State Audit Office)
10.
Valsts prezidenta kanceleja (Chancellery of the State President)
11.
Citas valsts iestādes, kuras nav ministriju padotībā (Other state institutions not subordinate to ministries):
–
Tiesībsarga birojs (Office of the Ombudsman)
–
Nacionālā radio un televīzijas padome (National Broadcasting Council)
Andere centrale overheidsinstellingen
LITOUWEN
Prezidentūros kanceliarija (Office of the President)
Seimo kanceliarija (Office of the Seimas)
Seimui atskaitingos institucijos: (Institutions Accountable to the Seimas):
Lietuvos mokslo taryba (Science Council);
Seimo kontrolierių įstaiga (The Seimas Ombudsmen's Office);
Valstybės kontrolė (National Audit Office);
Specialiųjų tyrimų tarnyba (Special Investigation Service);
Valstybės saugumo departamentas (State Security Department);
Konkurencijos taryba (Competition Council);
Lietuvos gyventojų genocido ir rezistencijos tyrimo centras (Genocide and Resistance Research Centre);
Vertybinių popierių komisija (Lithuanian Securities Commission);
Ryšių reguliavimo tarnyba (Communications Regulatory Authority);
Nacionalinė sveikatos taryba (National Health Board);
Etninės kultūros globos taryba (Council for the Protection of Ethnic Culture);
Lygių galimybių kontrolieriaus tarnyba (Office of Equal Opportunities Ombudsperson);
Valstybinė kultūros paveldo komisija (National Cultural Heritage Commission);
Vaiko teisių apsaugos kontrolieriaus įstaiga (Children's Rights Ombudsman Institution);
Valstybinė kainų ir energetikos kontrolės komisija (State Price Regulation Commission of Energy Resources);
Valstybinė lietuvių kalbos komisija (State Commission of the Lithuanian Language);
Vyriausioji rinkimų komisija (Central Electoral Committee);
Vyriausioji tarnybinės etikos komisija (Chief Commission of Official Ethics);
Žurnalistų etikos inspektoriaus tarnyba (Office of the Inspector of Journalists' Ethics).
Vyriausybės kanceliarija (Office of the Government)
Vyriausybei atskaitingos institucijos (Institutions Accountable to the Government):
Ginklų fondas (Weaponry Fund);
Informacinės visuomenės plėtros komitetas (Information Society Development Committee);
Kūno kultūros ir sporto departamentas (Department of Physical Education and Sports);
Lietuvos archyvų departamentas (Lithuanian Archives Department);
Mokestinių ginčų komisija (Commission on Tax Disputes);
Statistikos departamentas (Department of Statistics);
Tautinių mažumų ir išeivijos departamentas (Department of National Minorities and Lithuanians Living Abroad);
Valstybinė tabako ir alkoholio kontrolės tarnyba (State Tobacco and Alcohol Control Service);
Viešųjų pirkimų tarnyba (Public Procurement Office);
Valstybinė atominės energetikos saugos inspekcija (State Nuclear Power Safety Inspectorate);
Valstybinė duomenų apsaugos inspekcija (State Data Protection Inspectorate);
Valstybinė lošimų priežiūros komisija (State Gaming Control Commission);
Valstybinė maisto ir veterinarijos tarnyba (State Food and Veterinary Service);
Vyriausioji administracinių ginčų komisija (Chief Administrative Disputes Commission);
Draudimo priežiūros komisija (Insurance Supervisory Commission);
Lietuvos valstybinis mokslo ir studijų fondas (Lithuanian State Science and Studies Foundation);
Konstitucinis Teismas (Constitutional Court);
Lietuvos bankas (Bank of Lithuania).
Aplinkos ministerija (Ministry of Environment)
Įstaigos prie Aplinkos ministerijos (Institutions under the Ministry of Environment):
Generalinė miškų urėdija (Directorate General of State Forests);
Lietuvos geologijos tarnyba (Geological Survey of Lithuania);
Lietuvos hidrometeorologijos tarnyba (Lithuanian Hydrometereological Service);
Lietuvos standartizacijos departamentas (Lithuanian Standards Board);
Nacionalinis akreditacijos biuras (Lithuanian National Accreditation Bureau);
Valstybinė metrologijos tarnyba (State Metrology Service);
Valstybinė saugomų teritorijų tarnyba (State Service for Protected Areas);
Valstybinė teritorijų planavimo ir statybos inspekcija (State Territory Planning and construction Inspectorate).
Finansų ministerija (Ministry of Finance)
Įstaigos prie Finansų ministerijos (Institutions under the Ministry of Finance):
Muitinės departamentas (Lithuania Customs);
Valstybės dokumentų technologinės apsaugos tarnyba (Service of Technological Security of State Documents);
Valstybinė mokesčių inspekcija (State Tax Inspectorate);
Finansų ministerijos mokymo centras (Training Centre of the Ministry of Finance).
Krašto apsaugos ministerija (Ministry of National Defence)
Įstaigos prie Krašto apsaugos ministerijos (Institutions under the Ministry of National Defence):
Antrasis operatyvinių tarnybų departamentas (Second Investigation Department);
Centralizuota finansų ir turto tarnyba (Centralised Finance and Property Service);
Karo prievolės administravimo tarnyba (Military Enrolment Administration Service);
Krašto apsaugos archyvas (National Defence Archives Service);
Krizių valdymo centras (Crisis Management Centre);
Mobilizacijos departamentas (Mobilisation Department);
Ryšių ir informacinių sistemų tarnyba (Communication and Information Systems Service);
Infrastruktūros plėtros departamentas (Infrastructure Development Department);
Valstybinis pilietinio pasipriešinimo rengimo centras (Civil Resistance Centre);
Lietuvos kariuomenė (Lithuanian Armed Forces);
Krašto apsaugos sistemos kariniai vienetai ir tarnybos (Military Units and Services of the National Defence System).
Kultūros ministerija (Ministry of Culture)
Įstaigos prie Kultūros ministerijos (Institutions under the Ministry of Culture):
Kultūros paveldo departamentas (Department for the Lithuanian Cultural Heritage);
Valstybinė kalbos inspekcija (State Language Commission).
Socialinės apsaugos ir darbo ministerija (Ministry of Social Security and Labour)
Įstaigos prie Socialinės apsaugos ir darbo ministerijos (Institutions under the Ministry of Social Security and Labour):
Garantinio fondo administracija (Administration of Guarantee Fund);
Valstybės vaiko teisių apsaugos ir įvaikinimo tarnyba (State Child Rights Protection and Adoption Service);
Lietuvos darbo birža (Lithuanian Labour Exchange);
Lietuvos darbo rinkos mokymo tarnyba (Lithuanian Labour Market Training Authority);
Trišalės tarybos sekretoriatas (Tripartite Council Secretoriat);
Socialinių paslaugų priežiūros departamentas (Social Services Monitoring Department);
Darbo inspekcija (Labour Inspectorate);
Valstybinio socialinio draudimo fondo valdyba (State Social Insturance Fund Board);
Neįgalumo ir darbingumo nustatymo tarnyba (Disability and Working Capacity Establishment Service);
Ginčų komisija (Disputes Commission);
Techninės pagalbos neįgaliesiems centras (State Centre of Compensatory Technique for the Disabled);
Neįgaliųjų reikalų departamentas (Department of the Affairs of the Disabled).
Susisiekimo ministerija (Ministry of Transport and Communications)
Įstaigos prie Susisiekimo ministerijos (Institutions under the Ministry of Transport and Communications):
Lietuvos automobilių kelių direkcija (Lithuanian Road Administration);
Valstybinė geležinkelio inspekcija (State Railway Inspectorate);
Valstybinė kelių transporto inspekcija (State Road Transport Inspectorate);
Pasienio kontrolės punktų direkcija (Border Control Points Directorate).
Sveikatos apsaugos ministerija (Ministry of Health)
Įstaigos prie Sveikatos apsaugos ministerijos (Institutions under the Ministry of Health):
Valstybinė akreditavimo sveikatos priežiūros veiklai tarnyba (State Health Care Accreditation Agency);
Valstybinė ligonių kasa (State Patient Fund);
Valstybinė medicininio audito inspekcija (State Medical Audit Inspectorate);
Valstybinė vaistų kontrolės tarnyba (State Medicines Control Agency);
Valstybinė teismo psichiatrijos ir narkologijos tarnyba (Lithuanian Forensic Psychiatry and Narcology Service);
Valstybinė visuomenės sveikatos priežiūros tarnyba (State Public Health Service);
Farmacijos departamentas (Department of Pharmacy);
Sveikatos apsaugos ministerijos Ekstremalių sveikatai situacijų centras (Health Emergency Centre of the Ministry of Health);
Lietuvos bioetikos komitetas (Lithuanian Bioethics Committee);
Radiacinės saugos centras (Radiation Protection Centre).
Švietimo ir mokslo ministerija (Ministry of Education and Science)
Įstaigos prie Švietimo ir mokslo ministerijos (Institutions under the Ministry of Education and Science):
Nacionalinis egzaminų centras (National Examination Centre);
Studijų kokybės vertinimo centras (Centre for Quality Assessment in Higher Education).
Teisingumo ministerija (Ministry of Justice)
Įstaigos prie Teisingumo ministerijos (Institutions under the Ministry of Justice):
Kalėjimų departamentas (Department of Imprisonment Establishments);
Nacionalinė vartotojų teisių apsaugos taryba (National Consumer Rights Protection Board);
Europos teisės departamentas (European Law Department).
Ūkio ministerija (Ministry of Economy)
Įstaigos prie Ūkio ministerijos (Institutions under the Ministry of Economy):
Įmonių bankroto valdymo departamentas (Enterprise Bankruptcy Management Department);
Valstybinė energetikos inspekcija (State Energy Inspectorate);
Valstybinė ne maisto produktų inspekcija (State Non Food Products Inspectorate);
Valstybinis turizmo departamentas (Lithuanian State Department of Tourism).
Užsienio reikalų ministerija (Ministry of Foreign Affairs)
Diplomatinės atstovybės ir konsulinės įstaigos užsienyje bei atstovybės prie tarptautinių organizacijų (Diplomatic Missions and Consular as well as Representations to International Organisations).
Vidaus reikalų ministerija (Ministry of the Interior)
Įstaigos prie Vidaus reikalų ministerijos (Institutions under the Ministry of the Interior):
Asmens dokumentų išrašymo centras (Personalisation of Identity Documents Centre);
Finansinių nusikaltimų tyrimo tarnyba (Financial Crime Investigation Service);
Gyventojų registro tarnyba (Residents' Register Service);
Policijos departamentas (Police Department);
Priešgaisrinės apsaugos ir gelbėjimo departamentas (Fire-Prevention and Rescue Department);
Turto valdymo ir ūkio departamentas (Property Management and Economics Department);
Vadovybės apsaugos departamentas (VIP Protection Department);
Valstybės sienos apsaugos tarnyba (State Border Guard Department);
Valstybės tarnybos departamentas (Civil Service Department);
Informatikos ir ryšių departamentas (IT and Communications Department);
Migracijos departamentas (Migration Department);
Sveikatos priežiūros tarnyba (Health Care Department);
Bendrasis pagalbos centras (Emergency Response Centre).
Žemės ūkio ministerija (Ministry of Agriculture)
Įstaigos prie Žemės ūkio ministerijos (Institutions under the Ministry of Agriculture):
Nacionalinė mokėjimo agentūra (National Paying Agency);
Nacionalinė žemės tarnyba (National Land Service);
Valstybinė augalų apsaugos tarnyba (State Plant Protection Service);
Valstybinė gyvulių veislininkystės priežiūros tarnyba (State Animal Breeding Supervision Service);
Valstybinė sėklų ir grūdų tarnyba (State Seed and Grain Service);
Žuvininkystės departamentas (Fisheries Department).
Teismai (Courts):
Lietuvos Aukščiausiasis Teismas (The Supreme Court of Lithuania);
Lietuvos apeliacinis teismas (The Court of Appeal of Lithuania);
Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (The Supreme Administrative Court of Lithuania);
Apygardų teismai (County courts);
Apygardų administraciniai teismai (County administrative courts);
Apylinkių teismai (District courts);
Nacionalinė teismų administracija (National Courts Administration)
Generalinė prokuratūra (The Prosecutor's Office)
Kiti centriniai valstybinio administravimo subjektai (institucijos, įstaigos, tarnybos) (Other Central Public Administration Entities (institutions, establishments, agencies):
–
Muitinės kriminalinė tarnyba (Customs Criminal Service);
–
Muitinės informacinių sistemų centras (Customs Information Systems Centre);
–
Muitinės laboratorija (Customs Laboratory);
–
Muitinės mokymo centras (Customs Training Centre).
LUXEMBURG
1.
Ministère d'Etat
2.
Ministère des Affaires Etrangères et de l'Immigration
Ministère des Affaires Etrangères et de l'Immigration: Direction de la Défense (Armée)
3.
Ministère de l'Agriculture, de la Viticulture et du Développement Rural
Ministère de l'Agriculture, de la Viticulture et du Développement Rural: Administration des Services Techniques de l'Agriculture
4.
Ministère des Classes moyennes, du Tourisme et du Logement
5.
Ministère de la Culture, de l'Enseignement Supérieur et de la Recherche
6.
Ministère de l'Economie et du Commerce extérieur
7.
Ministère de l'Education nationale et de la Formation professionnelle
Ministère de l'Education nationale et de la Formation professionnelle: Lycée d'Enseignement Secondaire et d'Enseignement Secondaire Technique
8.
Ministère de l'Egalité des chances
9.
Ministère de l'Environnement
Ministère de l'Environnement: Administration de l'Environnement
10.
Ministère de la Famille et de l'Intégration
Ministère de la Famille et de l'Intégration: Maisons de retraite
11.
Ministère des Finances
12.
Ministère de la Fonction publique et de la Réforme administrative
Ministère de la Fonction publique et de la Réforme administrative: Service Central des Imprimés et des Fournitures de l'Etat – Centre des Technologies de l'informatique de l'Etat
13.
Ministère de l'Intérieur et de l'Aménagement du territoire
Ministère de l'Intérieur et de l'Aménagement du territoire: Police Grand-Ducale Luxembourg – Inspection générale de Police
14.
Ministère de la Justice
Ministère de la Justice: Etablissements Pénitentiaires
15.
Ministère de la Santé
Ministère de la Santé: Centre hospitalier neuropsychiatrique
16.
Ministère de la Sécurité sociale
17.
Ministère des Transports
18.
Ministère du Travail et de l'Emploi
19.
Ministère des Travaux publics
Ministère des Travaux publics: Bâtiments Publics – Ponts et Chaussées
HONGARIJE
Nemzeti Erőforrás Minisztérium (Ministry of National Resources)
Vidékfejlesztési Minisztérium (Ministry of Rural Development)
Nemzeti Fejlesztési Minisztérium (Ministry of National Development)
Honvédelmi Minisztérium (Ministry of Defence)
Közigazgatási és Igazságügyi Minisztérium (Ministry of Public Administration and Justice)
Nemzetgazdasági Minisztérium (Ministry for National Economy)
Külügyminisztérium (Ministry of Foreign Affairs)
Miniszterelnöki Hivatal (Prime Minister's Office)
Belügyminisztérium, (Ministry of Internal Affairs)
Központi Szolgáltatási Főigazgatóság (Central Services Directorate)
MALTA
1.
Uffiċċju tal-Prim Ministru (Office of the Prime Minister)
2.
Ministeru għall-Familja u Solidarjeta' Soċjali (Ministry for the Family and Social Solidarity)
3.
Ministeru ta' l-Edukazzjoni Zghazagh u Impjieg (Ministry for Education Youth and Employment)
4.
Ministeru tal-Finanzi (Ministry of Finance)
5.
Ministeru tar-Riżorsi u l-Infrastruttura (Ministry for Resources and Infrastructure)
6.
Ministeru tat-Turiżmu u Kultura (Ministry for Tourism and Culture)
7.
Ministeru tal-Ġustizzja u l-Intern (Ministry for Justice and Home Affairs)
8.
Ministeru għall-Affarijiet Rurali u l-Ambjent (Ministry for Rural Affairs and the Environment)
9.
Ministeru għal Għawdex (Ministry for Gozo)
10.
Ministeru tas-Saħħa, l-Anzjani u Kura fil-Kommunita' (Ministry of Health, the Elderly and Community Care)
11.
Ministeru ta' l-Affarijiet Barranin (Ministry of Foreign Affairs)
12.
Ministeru għall-Investimenti, Industrija u Teknologija ta' Informazzjoni (Ministry for Investment, Industry and Information Technology)
13.
Ministeru għall-Kompetittivà u Komunikazzjoni (Ministry for Competitiveness and Communications)
14.
Ministeru għall-Iżvilupp Urban u Toroq (Ministry for Urban Development and Roads)
15.
L-Uffiċċju tal-President (Office of the President)
16.
Uffiċċju ta 'l-iskrivan tal-Kamra tad-Deputati (Office of the Clerk of the House of Representatives)
NEDERLAND
Ministerie van Algemene Zaken — (Ministry of General Affairs)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid — (Advisory Council on Government Policy)
–
Rijksvoorlichtingsdienst — (The Netherlands Government Information Service)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties — (Ministry of the Interior)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Centrale Archiefselectiedienst (CAS) — (Central Records Selection Service)
–
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) — (General Intelligence and Security Service)
–
Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) — (Personnel Records and Travel Documents Agency)
–
Agentschap Korps Landelijke Politiediensten — (National Police Services Agency)
Ministerie van Buitenlandse Zaken — (Ministry of Foreign Affairs)
–
Directoraat-generaal Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC) — (Directorate-general for Regional Policy and Consular Affairs)
–
Directoraat-generaal Politieke Zaken (DGPZ) — (Directorate-general for Political Affairs)
–
Directoraat-generaal Internationale Samenwerking (DGIS) — (Directorate-general for International Cooperation)
–
Directoraat-generaal Europese Samenwerking (DGES) — (Directorate-general for European Cooperation)
–
Centrum tot Bevordering van de Import uit Ontwikkelingslanden (CBI) — (Centre for the Promotion of Imports from Developing Countries)
–
Centrale diensten ressorterend onder S/PlvS — (Support services falling under the Secretary-general and Deputy Secretary-general)
–
Buitenlandse Posten (ieder afzonderlijk) — (the various Foreign Missions)
Ministerie van Defensie — (Ministry of Defence)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Commando Diensten Centra (CDC) — (Support Command)
–
Defensie Telematica Organisatie (DTO) — (Defence Telematics Organisation)
–
Centrale directie van de Defensie Vastgoed Dienst — (Defence Real Estate Service, Central Directorate)
–
De afzonderlijke regionale directies van de Defensie Vastgoed Dienst — (Defence Real Estate Service, Regional Directorates)
–
Defensie Materieel Organisatie (DMO) — (Defence Material Organisation)
–
Landelijk Bevoorradingsbedrijf van de Defensie Materieel Organisatie — National Supply Agency of the Defence Material Organisation
–
Logistiek Centrum van de Defensie Materieel Organisatie — Logistic Centre of the Defence Material Organisation
–
Marinebedrijf van de Defensie Materieel Organisatie — Maintenance Establishment of the Defence Material Organisation
–
Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) — Defence Pipeline Organisation
Ministerie van Economische Zaken — (Ministry of Economic Affairs)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Centraal Planbureau (CPB) — (Netherlands Bureau for Economic Policy Analyses)
–
Bureau voor de Industriële Eigendom (BIE) — (Industrial Property Office)
–
SenterNovem — (SenterNovem – Agency for sustainable innovation)
–
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) — (State Supervision of Mines)
–
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) — (Netherlands Competition Authority)
–
Economische Voorlichtingsdienst (EVD) — (Netherlands Foreign Trade Agency)
–
Agentschap Telecom — (Radiocommunications Agency)
–
Kenniscentrum Professioneel & Innovatief Aanbesteden, Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers (PIANOo) — (Professional and innovative procurement, network for contracting authorities)
–
Regiebureau Inkoop Rijksoverheid — (Coordination of Central Government Purchasing)
–
Octrooicentrum Nederland — (Netherlands Patent Office)
–
Consumentenautoriteit — (Consumer Authority)
Ministerie van Financiën — (Ministry of Finance)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Belastingdienst Automatiseringscentrum — (Tax and Custom Computer and Software Centre)
–
Belastingdienst — (Tax and Customs Administration)
–
de afzonderlijke Directies der Rijksbelastingen — (the various Divisions of the Tax and Customs Administration throughout the Netherlands)
–
Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (incl. Economische Controle dienst (ECD) — (Fiscal Information and Investigation Service (the Economic Investigation Service included))
–
Belastingdienst Opleidingen — (Tax and Customs Training Centre)
–
Dienst der Domeinen — (State Property Service)
Ministerie van Justitie — (Ministry of Justice)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Dienst Justitiële Inrichtingen — (Correctional Institutions Agency)
–
Raad voor de Kinderbescherming — (Child Care and Protection Agency)
–
Centraal Justitie Incasso Bureau — (Central Fine Collection Agency)
–
Openbaar Ministerie — (Public Prosecution Service)
–
Immigratie en Naturalisatiedienst — (Immigration and Naturalisation Service)
–
Nederlands Forensisch Instituut — (Netherlands Forensic Institute)
–
Dienst Terugkeer & Vertrek — (Repatriation and Departure Agency)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit — (Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Dienst Regelingen (DR) — (National Service for the Implementation of Regulations (Agency))
–
Agentschap Plantenziektenkundige Dienst (PD) — (Plant Protection Service (Agency))
–
Algemene Inspectiedienst (AID) — (General Inspection Service)
–
Dienst Landelijk Gebied (DLG) — (Government Service for Sustainable Rural Development)
–
Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) — (Food and Consumer Product Safety Authority)
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen — (Ministry of Education, Culture and Science)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Inspectie van het Onderwijs — (Inspectorate of Education)
–
Erfgoedinspectie — (Inspectorate of Heritage)
–
Centrale Financiën Instellingen — (Central Funding of Institutions Agency)
–
Nationaal Archief — (National Archives)
–
Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid — (Advisory Council for Science and Technology Policy)
–
Onderwijsraad — (Education Council)
–
Raad voor Cultuur — (Council for Culture)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid — (Ministry of Social Affairs and Employment)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Inspectie Werk en Inkomen — (the Work and Income Inspectorate)
–
Agentschap SZW — (SZW Agency)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat — (Ministry of Transport, Public Works and Watermanagement)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Directoraat-Generaal Transport en Luchtvaart — (Directorate-general for Transport and Civil Aviation)
–
Directoraat-generaal Personenvervoer — Directorate-general for Passenger Transport)
–
Directoraat-generaal Water — (Directorate-general of Water Affairs)
–
Centrale diensten — (Central Services)
–
Shared services Organisatie Verkeer en Watersaat — (Shared services Organisation Transport and Water management) (new organisation)
–
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut KNMI — (Royal Netherlands Meteorological Institute)
–
Rijkswaterstaat, Bestuur — (Public Works and Water Management, Board)
–
De afzonderlijke regionale Diensten van Rijkswaterstaat — (Each individual regional service of the Directorate-general of Public Works and Water Management)
–
De afzonderlijke specialistische diensten van Rijkswaterstaat — (Each individual specialist service of the Directorate-general of Public Works and Water Management)
–
Adviesdienst Geo-Informatie en ICT — (Advisory Council for Geo-information and ICT)
–
Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) — (Advisory Council for Traffic and Transport)
–
Bouwdienst — (Service for Construction)
–
Corporate Dienst — (Corporate Service)
–
Data ICT Dienst — (Service for Data and IT)
–
Dienst Verkeer en Scheepvaart — (Service for Traffic and Ship Transport)
–
Dienst Weg- en Waterbouwkunde (DWW) — (Service for Road and Hydraulic Engineering)
–
Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) — (National Institute for Coastal and Marine Management)
–
Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) — (National Institute for Sweet Water Management and Water Treatment)
–
Waterdienst — (Service for Water)
–
Inspectie Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie — (Inspectorate Transport and Water Management, Main Directorate)
–
Port state Control
–
Directie Toezichtontwikkeling Communicatie en Onderzoek (TCO) — (Directorate of Development of Supervision of Communication and Research)
–
Toezichthouder Beheer Eenheid Lucht — Management Unit "Air"
–
Toezichthouder Beheer Eenheid Water — Management Unit "Water"
–
Toezichthouder Beheer Eenheid Land — Management Unit "Land"
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer — (Ministry for Housing, Spatial Planning and the Environment)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Directoraat-generaal Wonen, Wijken en Integratie — (Directorate General for Housing, Communities and Integration)
–
Directoraat-generaal Ruimte — (Directorate General for Spatial Policy)
–
Directoraat-general Milieubeheer — (Directorate General for Environmental Protection)
–
Rijksgebouwendienst — (Government Buildings Agency)
–
VROM Inspectie — (Inspectorate)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport — (Ministry of Health, Welfare AND Sports)
–
Bestuursdepartement — (Central policy and staff departments)
–
Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken — (Inspectorate for Health Protection and Veterinary Public Health)
–
Inspectie Gezondheidszorg — (Health Care Inspectorate)
–
Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming — (Youth Services and Youth Protection Inspectorate)
–
Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) — (National Institute of Public Health and Environment)
–
Sociaal en Cultureel Planbureau — (Social and Cultural Planning Office)
–
Agentschap t.b.v. het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen — (Medicines Evaluation Board Agency)
Tweede Kamer der Staten-Generaal — (Second Chamber of the States General)
Eerste Kamer der Staten-Generaal — (First Chamber of the States General)
Raad van State — (Council of State)
Algemene Rekenkamer — (Netherlands Court of Audit)
Nationale Ombudsman — (National Ombudsman)
Kanselarij der Nederlandse Orden — (Chancellery of the Netherlands Order)
Kabinet der Koningin — (Queen's Cabinet)
Raad voor de Rechtspraak en de Rechtbanken — (Judicial Management and Advisory Board and Courts of Law)
OOSTENRIJK
A.
Entiteiten waarop deze overeenkomst op dit moment van toepassing is
1.
Bundeskanzleramt (Federal Chancellery)
2.
Bundesministerium für europäische und internationale Angelegenheiten (Federal Ministry for european and international Affairs)
3.
Bundesministerium für Finanzen (Federal Ministry of Finance)
4.
Bundesministerium für Gesundheit (Federal Ministry of Health)
5.
Bundesministerium für Inneres (Federal Ministry of Interior)
6.
Bundesministerium für Justiz (Federal Ministry of Justice)
7.
Bundesministerium für Landesverteidigung und Sport (Federal Ministry of Defence and Sport)
8.
Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Umwelt und Wasserwirtschaft (Federal Ministry for Agriculture and Forestry, the Environment and Water Management)
9.
Bundesministerium für Arbeit, Soziales und Konsumentenschutz (Federal Ministry for Employment, Social Affairs and Consumer Protection)
10.
Bundesministerium für Unterricht, Kunst und Kultur (Federal Ministry for Education, Art and Culture)
11.
Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Technologie (Federal Ministry for Transport, Innovation and Technology)
12.
Bundesministerium für Wirtschaft, Familie und Jugend (Federal Ministry for Economic Affairs, Family and Youth)
13.
Bundesministerium für Wissenschaft und Forschung (Federal Ministry for Science and Research)
14.
Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen (Federal Office for Calibration and Measurement)
15.
Österreichische Forschungs- und Prüfzentrum Arsenal Gesellschaft m.b.H (Austrian Research and Test Centre Arsenal Ltd)
16.
Bundesanstalt für Verkehr (Federal Institute for Traffic)
17.
Bundesbeschaffung G.m.b.H (Federal Procurement Ltd)
18.
Bundesrechenzentrum G.m.b.H (Federal Data Processing Centre Ltd)
B.
Alle andere centrale overheden met inbegrip van hun regionale en lokale onderafdelingen, mits zij geen industrieel of commercieel karakter hebben.
POLEN
1.
Kancelaria Prezydenta RP (Chancellery of the President)
2.
Kancelaria Sejmu RP (Chancellery of the Sejm)
3.
Kancelaria Senatu RP (Chancellery of the Senate)
4.
Kancelaria Prezesa Rady Ministrów (Chancellery of the Prime Minister)
5.
Sąd Najwyższy (Supreme Court)
6.
Naczelny Sąd Administracyjny (Supreme Administrative Court)
7.
Sądy powszechne - rejonowe, okręgowe i apelacyjne (Common Court of Law - District Court, Regional Court, Appellate Court)
8.
Trybunat Konstytucyjny (Constitutional Court)
9.
Najwyższa Izba Kontroli (Supreme Chamber of Control)
10.
Biuro Rzecznika Praw Obywatelskich (Office of the Human Rights Defender)
11.
Biuro Rzecznika Praw Dziecka (Office of the Children's Rigths Ombudsman)
12.
Biuro Ochrony Rządu (Government Protection Bureau)
13.
Biuro Bezpieczeństwa Narodowego (The National Security Office)
14.
Centralne Biuro Antykorupcyjne (Central Anticorruption Bureau)
15.
Ministerstwo Pracy i Polityki Społecznej (Ministry of Labour and Social Policy)
16.
Ministerstwo Finansów (Ministry of Finance)
17.
Ministerstwo Gospodarki (Ministry of Economy)
18.
Ministerstwo Rozwoju Regionalnego (Ministry of Regional Development)
19.
Ministerstwo Kultury i Dziedzictwa Narodowego (Ministry of Culture and National Heritage)
20.
Ministerstwo Edukacji Narodowej (Ministry of National Education)
21.
Ministerstwo Obrony Narodowej (Ministry of National Defence)
22.
Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi (Ministry of Agriculture and Rural Development)
23.
Ministerstwo Skarbu Państwa (Ministry of the State Treasury)
24.
Ministerstwo Sprawiedliwości (Ministry of Justice)
25.
Ministerstwo Transportu, Budownictwa i Gospodarki Morskiej (Ministry of Transport, Construction and Maritime Economy)
26.
Ministerstwo Nauki i Szkolnictwa Wyższego (Ministry of Science and Higher Education)
27.
Ministerstwo Środowiska (Ministry of Environment)
28.
Ministerstwo Spraw Wewnętrznych (Ministry of Internal Affairs)
29.
Ministrestwo Administracji i Cyfryzacji (Ministry of Administration and Digitisation)
30.
Ministerstwo Spraw Zagranicznych (Ministry of Foreign Affairs)
31.
Ministerstwo Zdrowia (Ministry of Health)
32.
Ministerstwo Sportu i Turystyki (Ministry of Sport and Tourism)
33.
Urząd Patentowy Rzeczypospolitej Polskiej (Patent Office of the Republic of Poland)
34.
Urząd Regulacji Energetyki (The Energy Regulatory Authority of Poland)
35.
Urząd do Spraw Kombatantów i Osób Represjonowanych (Office for Military Veterans and Victims of Repression)
36.
Urząd Transportu Kolejowego (Office for Railroad Transport)
37.
Urząd Dozoru Technicznego (Office of Technical Inspection)
38.
Urząd Rejestracji Produktów Leczniczych, Wyrobów Medycznych i Produktów Biobójczych (The Office for Registration of Medicinal Products, Medical Devices and Biocidal Products)
39.
Urząd do Spraw Cudzoziemców (Office for Foreigners)
40.
Urząd Zamówień Publicznych (Public Procurement Office)
41.
Urząd Ochrony Konkurencji i Konsumentów (Office for Competition and Consumer Protection)
42.
Urząd Lotnictwa Cywilnego (Civil Aviation Office)
43.
Urząd Komunikacji Elektronicznej (Office of Electronic Communication)
44.
Wyższy Urząd Górniczy (State Mining Authority)
45.
Główny Urząd Miar (Main Office of Measures)
46.
Główny Urząd Geodezji i Kartografii (The Main Office of Geodesy and Cartography)
47.
Główny Urząd Nadzoru Budowlanego (The General Office of Building Control)
48.
Główny Urząd Statystyczny (Main Statistical Office)
49.
Krajowa Rada Radiofonii i Telewizji (National Broadcasting Council)
50.
Generalny Inspektor Ochrony Danych Osobowych (Inspector General for the Protection of Personal Data)
51.
Państwowa Komisja Wyborcza (State Election Commission)
52.
Państwowa Inspekcja Pracy (National Labour Inspectorate)
53.
Rządowe Centrum Legislacji (Government Legislation Centre)
54.
Narodowy Fundusz Zdrowia (National Health Fund)
55.
Polska Akademia Nauk (Polish Academy of Science)
56.
Polskie Centrum Akredytacji (Polish Accreditation Centre)
57.
Polskie Centrum Badań i Certyfikacji (Polish Centre for Testing and Certification)
58.
Polska Organizacja Turystyczna (Polish National Tourist Office)
59.
Polski Komitet Normalizacyjny (Polish Committee for Standardisation)
60.
Zakład Ubezpieczeń Społecznych (Social Insurance Institution)
61.
Komisja Nadzoru Finansowego (Polish Financial Supervision Authority)
62.
Naczelna Dyrekcja Archiwów Państwowych (Head Office of State Archives)
63.
Kasa Rolniczego Ubezpieczenia Społecznego (Agricultural Social Insurance Fund)
64.
Generalna Dyrekcja Dróg Krajowych i Autostrad (The General Directorate of National Roads and Motorways)
65.
Główny Inspektorat Ochrony Roślin i Nasiennictwa (The Main Inspectorate for the Inspection of Plant and Seeds Protection)
66.
Komenda Główna Państwowej Straży Pożarnej (The National Headquarters of the State Fire-Service)
67.
Komenda Główna Policji (Polish National Police)
68.
Komenda Główna Straży Granicxnej (The Chief Boarder Guards Command)
69.
Główny Inspektorat Jakości Handlowej Artykułów Rolno-Spożywczych (The Main Inspectorate of Commercial Quality of Agri-Food Products)
70.
Główny Inspektorat Ochrony Środowiska (The Main Inspectorate for Environment Protection)
71.
Główny Inspektorat Transportu Drogowego (Main Inspectorate of Road Transport)
72.
Główny Inspektorat Farmaceutyczny (Main Pharmaceutical Inspectorate)
73.
Główny Inspektorat Sanitarny (Main Sanitary Inspectorate)
74.
Główny Inspektorat Weterynarii (The Main Veterinary Inspectorate)
75.
Agencja Bezpieczeństwa Wewnętrznego (Internal Security Agency)
76.
Agencja Wywiadu (Foreign Intelligence Agency)
77.
Agencja Mienia Wojskowego (Agency for Military Property)
78.
Wojskowa Agencja Mieszkaniowa (Military Real Estate Agency)
79.
Agencja Restrukturyzacji i Modernizacji Rolnictwa (Agency for Restructuring and Modernisation of Agriculture)
80.
Agencja Rynku Rolnego (Agriculture Market Agency)
81.
Agencja Nieruchomości Rolnych (Agricultural Property Agency)
82.
Państwowa Agencja Atomistyki (National Atomic Energy Agency)
83.
Polska Agencja Żeglugi Powietrznej (Polish Air Navigation Services Agency)
84.
Polska Agencja Rozwiązywania Problemów Alkoholowych (State Agency for Prevention of Alcohol Related Problems)
85.
Agencja Rezerw Materiałowych (The Material Reserves Agency)
86.
Narodowy Bank Polski (National Bank of Poland)
87.
Narodowy Fundusz Ochrony Środowiska i Gospodarki Wodnej (The National Fund for Environmental Protection and Water Management)
88.
Państwowy Fundusz Rehabilitacji Osób Niepełnosprawnych (National Disabled Persons Rehabilitation Fund)
89.
Instytut Pamięci Narodowej - Komisja Ścigania Zbrodni Przeciwko Narodowi Polskiemu (National Remembrance Institute - Commission for Prosecution of Crimes Against the Polish Nation)
90.
Rada Ochrony Pamięci Walk i Męczeństwa (The Committee of Protection of Memory of Combat and Martyrdom)
91.
Służba Celna Rzeczypospolitej Polskiej (Customs Service of the Republic of Poland)
92.
Państwowe Gospodarstwo Leśne "Lasy Państwowe" (State Forest Enterprise "Lasy Państwowe")
93.
Polska Agencja Rozwoju Przedsiębiorczości (Polish Agency for Enterprise Development)
94.
Samodzielne Publiczne Zakłady Opieki Zdrowotnej, jeśli ich organem założycielskim jest minister, centralny organ administracji rządowej lub wojewoda (Public Autonomous Health Care Management Units established by minister, central government unit or voivoda).
PORTUGAL
1.
Presidência do Conselho de Ministros (Presidency of the Council of Ministers)
2.
Ministério das Finanças (Ministry of Finance)
3.
Ministério da Defesa Nacional (Ministry of Defence)
4.
Ministério dos Negócios Estrangeiros e das Comunidades Portuguesas (Ministry of Foreign Affairs and Portuguese Communities)
5.
Ministério da Administração Interna (Ministry of Internal Affairs)
6.
Ministério da Justiça (Ministry of Justice)
7.
Ministério da Economia (Ministry of Economy)
8.
Ministério da Agricultura, Desenvolvimento Rural e Pescas (Ministry of Agriculture, Rural Development and Fishing)
9.
Ministério da Educação (Ministry of Education)
10.
Ministério da Ciência e do Ensino Superior (Ministry of Science and University Education)
11.
Ministério da Cultura (Ministry of Culture)
12.
Ministério da Saúde (Ministry of Health)
13.
Ministério do Trabalho e da Solidariedade Social (Ministry of Labour and Social Solidarity)
14.
Ministério das Obras Públicas, Transportes e Habitação (Ministry of Public Works, Transports and Housing)
15.
Ministério das Cidades, Ordenamento do Território e Ambiente (Ministry of Cities, Land Management and Environment)
16.
Ministério para a Qualificação e o Emprego (Ministry for Qualification and Employment)
17.
Presidença da Republica (Presidency of the Republic)
18.
Tribunal Constitucional (Constitutional Court)
19.
Tribunal de Contas (Court of Auditors)
20.
Provedoria de Justiça (Ombudsman)
ROEMENIË
Administraţia Prezidenţială (Presidential Administration)
Senatul României (Romanian Senate)
Camera Deputaţilor (Chamber of Deputies)
Inalta Curte de Casaţie şi Justiţie (Supreme Court)
Curtea Constituţională (Constitutional Court)
Consiliul Legislativ (Legislative Council)
Curtea de Conturi (Court of Accounts)
Consiliul Superior al Magistraturii (Superior Council of Magistracy)
Parchetul de pe lângă Inalta Curte de Casaţie şi Justiţie (Prosecutor's Office Attached to the Supreme Court)
Secretariatul General al Guvernului (General Secretariat of the Government)
Cancelaria primului ministru (Chancellery of the Prime Minister)
Ministerul Afacerilor Externe (Ministry of Foreign Affairs)
Ministerul Economiei şi Finanţelor (Ministry of Economy and Finance)
Ministerul Justiţiei (Ministry of Justice)
Ministerul Apărării (Ministry of Defense)
Ministerul Internelor şi Reformei Administrative (Ministry of Interior and Administration Reform)
Ministerul Muncii, Familiei şi Egalităţii de Sanse (Ministry of Labor and Equal Opportunities)
Ministerul pentru Intreprinderi Mici şi Mijlocii, Comerţ, Turism şi Profesii Liberale (Ministry for Small and Medium Sized Enterprises, Trade, Tourism and Liberal Professions)
Ministerul Agriculturii şi Dezvoltării Rurale (Ministry of Agricultural and Rural Development)
Ministerul Transporturilor (Ministry of Transport)
Ministerul Dezvoltării, Lucrărilor Publice şi Locuinţei (Ministry of Development, Public, Works and Housing)
Ministerul Educaţiei Cercetării şi Tineretului (Ministry of Education, Research and Youth)
Ministerul Sănătăţii Publice (Ministry of Public Health)
Ministerul Culturii şi Cultelor (Ministry of Culture and Religious Affairs)
Ministerul Comunicaţiilor şi Tehnologiei Informaţiei (Ministry of Communications and Information Technology)
Ministerul Mediului şi Dezvoltării Durabile (Ministry of Environment and Sustainable Development)
Serviciul Român de Informaţii (Romanian Intelligence Service)
Serviciul Român de Informaţii Externe (Romanian Foreign Intelligence Service)
Serviciul de Protecţie şi Pază (Protection and Guard Service)
Serviciul de Telecomunicaţii Speciale (Special Telecommunication Service)
Consiliul Naţional al Audiovizualului (The National Audiovisual Council)
Consiliul Concurenţei (CC) (Competition Council)
Direcţia Naţională Anticorupţie (National Anti-corruption Department)
Inspectoratul General de Poliţie (General Inspectorate of Police)
Autoritatea Naţională pentru Reglementarea şi Monitorizarea Achiziţiilor Publice (National Authority for Regulation and Monitoring Public Procurement)
Consiliul Naţional de Soluţionare a Contestaţiilor (National Council for Solving the Contests)
Autoritatea Naţională de Reglementare pentru Serviciile Comunitare de Utilităţi Publice (ANRSC) (National Authority for Regulating Community Services Public Utilities)
Autoritatea Naţională Sanitară Veterinară şi pentru Siguranţa Alimentelor (Sanitary Veterinary and Food Safety National Authority)
Autoritatea Naţională pentru Protecţia Consumatorilor (National Authority for Consumer Protection)
Autoritatea Navală Română (Romanian Naval Authority)
Autoritatea Feroviară Română (Romanian Railway Authority)
Autoritatea Rutieră Română (Romanian Road Authority)
Autoritatea Naţională pentru Protecţia Drepturilor Copilului-şi Adopţie (National Authority for the Protection of Child Rights and Adoption)
Autoritatea Naţională pentru Persoanele cu Handicap (National Authority for Disabled Persons)
Autoritatea Naţională pentru Tineret (National Authority for Youth)
Autoritatea Naţională pentru Cercetare Stiinţifica (National Authority for Scientific Research)
Autoritatea Naţională pentru Comunicaţii (National Authority for Communications)
Autoritatea Naţională pentru Serviciile Societăţii Informaţionale (National Authority for Informational Society Services)
Autoritatea Electorală Permanente (Permanent Electoral Authority)
Agenţia pentru Strategii Guvernamentale (Agency for Governmental Strategies)
Agenţia Naţională a Medicamentului (National Medicines Agency)
Agenţia Naţională pentru Sport (National Agency for Sports)
Agenţia Naţională pentru Ocuparea Forţei de Muncă (National Agency for Employment)
Agenţia Naţională de Reglementare în Domeniul Energiei (National Authority for Electrical Energy Regulation)
Agenţia Română pentru Conservarea Energiei (Romanian Agency for Power Conservation)
Agenţia Naţională pentru Resurse Minerale (National Agency for Mineral Resources)
Agenţia Română pentru Investiţii Străine (Romanian Agency for Foreign Investment)
Agenţia Naţională a Funcţionarilor Publici (National Agency of Public Civil Servants)
Agenţia Naţională de Administrare Fiscală (National Agency of Fiscal Administration)
Agenţia de Compensare pentru Achiziţii de Tehnică Specială (Agency For Offsetting Special Technique Procurements)
Agenţia Naţională Anti-doping (National Anti-Doping Agency)
Agenţia Nucleară (Nuclear Agency)
Agenţia Naţională pentru Protecţia Familiei (National Agency for Family Protection)
Agenţia Naţională pentru Egalitatea de Sanse între Bărbaţi şi Femei (National Authority for Equality of Chances between Men and Women)
Agenţia Naţională pentru Protecţia Mediului (National Agency for Environmental Protection)
Agenţia naţională Antidrog (National Anti-drugs Agency)
SLOVENIË
1.
Predsednik Republike Slovenije (President of the Republic of Slovenia)
2.
Državni zbor (The National Assembly)
3.
Državni svet (The National Council)
4.
Varuh človekovih pravic (The Ombudsman)
5.
Ustavno sodišče (The Constitutional Court)
6.
Računsko sodišče (The Court of Audits)
7.
Državna revizijska komisja (The National Review Commission)
8.
Slovenska akademija znanosti in umetnosti (The Slovenian Academy of Science and Art)
9.
Vladne službe (The Government Services)
10.
Ministrstvo za finance (Ministry of Finance)
11.
Ministrstvo za notranje zadeve (Ministry of Internal Affairs)
12.
Ministrstvo za zunanje zadeve (Ministry of Foreign Affairs)
13.
Ministrstvo za obrambo (Ministry of Defence)
14.
Ministrstvo za pravosodje (Ministry of Justice)
15.
Ministrstvo za gospodarstvo (Ministry of the Economy)
16.
Ministrstvo za kmetijstvo, gozdarstvo in prehrano (Ministry of Agriculture, Forestry and Food)
17.
Ministrstvo za promet (Ministry of Transport)
18.
Ministrstvo za okolje, prostor in energijo (Ministry of Environment, Spatial Planning and Energy)
19.
Ministrstvo za delo, družino in socialne zadeve (Ministry of Labour, Family and Social Affairs)
20.
Ministrstvo za zdravje (Ministry of Health)
21.
Ministrstvo za visoko šolstvo, znanost in tehnogijo (Ministry of Higher Education, Science and Technology)
22.
Ministrstvo za kulturo (Ministry of Culture)
23.
Ministerstvo za javno upravo (Ministry of Public Administration)
24.
Vrhovno sodišče Republike Slovenije (The Supreme Court of the Republic of Slovenia)
25.
Višja sodišča (Higher Courts)
26.
Okrožna sodišča (District Courts)
27.
Okrajna sodišča (County Courts)
28.
Vrhovno tožilstvo Republike Slovenije (The Supreme Prosecutor of the Republic of Slovenia)
29.
Okrožna državna tožilstva (Districts' State Prosecutors)
30.
Družbeni pravobranilec Republike Slovenije (Social Attorney of the Republic of Slovenia)
31.
Državno pravobranilstvo Republike Slovenije (National Attorney of the Republic of Slovenia)
32.
Upravno sodišče Republike Slovenije (Administrative Court of the Republic of Slovenia)
33.
Senat za prekrške Republike Slovenije (Senat of Minor Offenses of the Republic of Slovenia)
34.
Višje delovno in socialno sodišče v Ljubljani (Higher Labour and Social Court)
35.
Delovna in sodišča (Labour Courts)
36.
Upravne note (Local Administrative Units)
SLOWAKIJE
Ministeries en andere centrale overheidsinstanties, als bedoeld in Wet nr. 575/2001 inzake de structuur van de werkzaamheden van de centrale overheidsinstanties, als gewijzigd bij latere wetgeving:
Ministerstvo hospodárstva Slovenskej republiky (Ministry of Economy of the Slovak Republic)
Ministerstvo financií Slovenskej republiky (Ministry of Finance of the Slovak Republic)
Ministerstvo dopravy, výstavby a regionálneho rozvoja Slovenskej republiky (Ministry of Transport, Construction and Regional Development of the Slovak Republic)
Ministerstvo pôdohospodárstva a rozvoja vidieka Slovenskej republiky (Ministry of Agriculture and Rural Development of the Slovak Republic)
Ministerstvo vnútra Slovenskej republiky (Ministry of Interior of the Slovak Republic)
Ministerstvo obrany Slovenskej republiky (Ministry of Defence of the Slovak Republic)
Ministerstvo spravodlivosti Slovenskej republiky (Ministry of Justice of the Slovak Republic)
Ministerstvo zahraničných vecí Slovenskej republiky (Ministry of Foreign Affairs of the Slovak Republic)
Ministerstvo práce, sociálnych vecí a rodiny Slovenskej republiky (Ministry of Labour, Social Affairs and Family of the Slovak Republic)
Ministerstvo životného prostredia Slovenskej republiky (Ministry of Environment of the Slovak Republic)
Ministerstvo školstva, vedy, výskumu a športu Slovenskej republiky (Ministry of Education, Science, Research and Sport of the Slovak Republic)
Ministerstvo kultúry Slovenskej republiky (Ministry of Culture of the Slovak Republic)
Ministerstvo zdravotníctva Slovenskej republiky (Ministry of Health Service of the Slovak Republic)
Úrad vlády Slovenskej republiky (The Government Office of the Slovak Republic)
Protimonopolný úrad Slovenskej republiky (Antimonopoly Office of the Slovak Republic)
Štatistický úrad Slovenskej republiky (Statistical Office of the Slovak Republic)
Úrad geodézie, kartografie a katastra Slovenskej republiky (The Office of Land Surveyor, Cartography and Cadastre of the Slovak Republic)
Úrad jadrového dozoru Slovenskej republiky (Nuclear Regulatory Authority of the Slovak Republic)
Úrad pre normalizáciu, metrológiu a skúšobníctvo Slovenskej republiky (Slovak Office of Standards, Metrology and Testing)
Úrad pre verejné obstarávanie (The Office for Public Procurement)
Úrad priemyselného vlastníctva Slovenskej republiky (Industrial Property Office of the Slovak Republic)
Správa štátnych hmotných rezerv Slovenskej republiky (The Administration of State Material Reserves of the Slovak Republic)
Národný bezpečnostný úrad (National Security Authority)
Kancelária Prezidenta Slovenskej republiky (The Office of the President of the Slovak Republic)
Národná rada Slovenskej republiky (National Council of the Slovak Republic)
Ústavný súd Slovenskej republiky (Constitutional Court of the Slovak Republic)
Najvyšší súd Slovenskej republiky (Supreme Court of the Slovak Republic)
Generálna prokuratúra Slovenskej republiky (Public Prosecution of the Slovak Republic)
Najvyšší kontrolný úrad Slovenskej republiky (Supreme Audit Office of the Slovak Republic)
Telekomunikačný úrad Slovenskej republiky (Telecommunications Office of the Slovak Republic)
Poštový úrad (Postal Regulatory Office)
Úrad na ochranu osobných údajov (Office for Personal Data Protection)
Kancelária verejného ochrancu práv (Ombudsman's Office)
Úrad pre finančný trh (Office for the Finance Market)
FINLAND
OIKEUSKANSLERINVIRASTO – JUSTITIEKANSLERSÄMBETET (OFFICE OF THE CHANCELLOR OF JUSTICE)
LIIKENNE- JA VIESTINTÄMINISTERIÖ – KOMMUNIKATIONSMINISTERIET
(MINISTRY OF TRANSPORT AND COMMUNICATIONS)
Viestintävirasto – Kommunikationsverket (Finnish Communications Regulatory Authority)
Ajoneuvohallintokeskus AKE – Fordonsförvaltningscentralen AKE (Finnish Vehicle Administration)**
Ilmailuhallinto – Luftfartsförvaltningen (Finnish Civil Aviation Authority)
Ilmatieteen laitos – Meteorologiska institutet (Finnish Meterological Institute)
Merenkulkulaitos – Sjöfartsverket (The Finnish Maritime Administration)
Merentutkimuslaitos – Havsforskningsinstitutet (Finnish Institute of Marine Research)
Ratahallintokeskus RHK – Banförvaltningscentralen RHK (Rail Administration)
Rautatievirasto – Järnvägsverket (Finnish Railway Agency)
Tiehallinto – Vägförvaltningen (Road Administration)
MAA- JA METSÄTALOUSMINISTERIÖ – JORD- OCH SKOGSBRUKSMINISTERIET
(MINISTRY OF AGRICULTURE AND FORESTRY)
Elintarviketurvallisuusvirasto – Livsmedelssäkerhetsverket (Finnish Food Safety Authority)
Maanmittauslaitos – Lantmäteriverket (National Land Survey of Finland)
Maaseutuvirasto – Landsbygdsverket (The Countryside Agency)
OIKEUSMINISTERIÖ – JUSTITIEMINISTERIET (MINISTRY OF JUSTICE)
Tietosuojavaltuutetun toimisto – Dataombudsmannens byrå (Office of the Data Protection Ombudsman)
Tuomioistuimet – domstolar (Courts of Law)
Korkein oikeus – Högsta domstolen (Supreme Court)
Korkein hallinto-oikeus – Högsta förvaltningsdomstolen (Supreme Administrative Court)
Hovioikeudet – hovrätter (Courts of Appeal)
Käräjäoikeudet – tingsrätter (District Courts)
Hallinto-oikeudet – förvaltningsdomstolar (Administrative Courts)
Markkinaoikeus – Marknadsdomstolen (Market Court)
Työtuomioistuin – Arbetsdomstolen (Labour Court)
Vakuutusoikeus – Försäkringsdomstolen (Insurance Court)
Kuluttajariitalautakunta – Konsumenttvistenämnden (Consumer Complaint Board)
Vankeinhoitolaitos – Fångvårdsväsendet (Prison Service)
HEUNI – Yhdistyneiden Kansakuntien yhteydessä toimiva Euroopan kriminaalipolitiikan instituutti – HEUNI – Europeiska institutet för kriminalpolitik, verksamt i anslutning till Förenta Nationerna (the European Institute for Crime Prevention and Control)
Konkurssiasiamiehen toimisto – Konkursombudsmannens byrå (Office of Bankruptcy Ombudsman)**
Oikeushallinnon palvelukeskus – Justitieförvaltningens servicecentral (Legal Management Service)**
Oikeushallinnon tietotekniikkakeskus – Justitieförvaltningens datateknikcentral (Legal Administrative Computing Center)
Oikeuspoliittinen tutkimuslaitos (Optula) – Rättspolitiska forskningsinstitutet (Legal Policy Institute)
Oikeusrekisterikeskus – Rättsregistercentralen (Legal Register Centre)
Onnettomuustutkintakeskus – Centralen för undersökning av olyckor (Accident Investigation Board)
Rikosseuraamusvirasto – Brottspåföljdsverket (Criminal sanctions Agency)
Rikosseuraamusalan koulutuskeskus – Brottspåföljdsområdets utbildningscentral (Training Institute for Prison and Probation Services)
Rikoksentorjuntaneuvosto Rådet för brottsförebyggande (National Council for Crime Prevention)
Saamelaiskäräjät – Sametinget (The Saami Parliament)
Valtakunnansyyttäjänvirasto – Riksåklagarämbetet (the Office of the Prosecutor General)
OPETUSMINISTERIÖ – UNDERVISNINGSMINISTERIET (MINISTRY OF EDUCATION)
Opetushallitus – Utbildningsstyrelsen (National Board of Education)
Valtion elokuvatarkastamo – Statens filmgranskningsbyrå (Finnish Board of Film Classification)
PUOLUSTUSMINISTERIÖ – FÖRSVARSMINISTERIET (MINISTRY OF DEFENCE)
Puolustusvoimat – Försvarsmakten (Finnish Defence Forces)
SISÄASIAINMINISTERIÖ – INRIKESMINISTERIET (MINISTRY OF THE INTERIOR)
Keskusrikospoliisi – Centralkriminalpolisen (Central Criminal Police)
Liikkuva poliisi – Rörliga polisen (National Traffic Police)
Rajavartiolaitos – Gränsbevakningsväsendet (Frontier Guard)
Suojelupoliisi – Skyddspolisen (Police protection)
Poliisiammattikorkeakoulu – Polisyrkeshögskolan (Police College)
Poliisin tekniikkakeskus – Polisens teknikcentral (Police Technical Centre)
Pelastusopisto – Räddningsverket (Emergency Services)
Hätäkeskuslaitos – Nödcentralsverket (Emergency Response Centre)
Maahanmuuttovirasto – Migrationsverket (Immigration Authority)
Sisäasiainhallinnon palvelukeskus – Inrikesförvaltningens servicecentral (Interior Management Service)
Helsingin kihlakunnan poliisilaitos – Polisinrättningen i Helsingfors (Helsinki Police Department)
Valtion turvapaikanhakijoiden vastaanottokeskukset – Statliga förläggningar för asylsökande (Reception centres for Asylum Seekers)
SOSIAALI- JA TERVEYSMINISTERIÖ – SOCIAL- OCH HÄLSOVÅRDSMINISTERIET (MINISTRY OF SOCIAL AFFAIRS AND HEALTH)
Työttömyysturvalautakunta – Besvärsnämnden för utkomstskyddsärenden (Unemployment Appeal Board)
Sosiaaliturvan muutoksenhakulautakunta – Besvärsnämnden för socialtrygghet (Appeal Tribunal)
Lääkelaitos – Läkemedelsverket (National Agency for Medicines)
Terveydenhuollon oikeusturvakeskus – Rättsskyddscentralen för hälsovården (National Authority for Medicolegal Affairs)
Säteilyturvakeskus – Strålsäkerhetscentralen (Finnish Centre for Radiation and Nuclear Safety)
Kansanterveyslaitos – Folkhälsoinstitutet (National Public Health Institute)
Lääkehoidon kehittämiskeskus ROHTO – Utvecklingscentralen för läkemedelsbe-handling (Centre for Pharmacotherapy Development ROHTO)
Sosiaali- ja terveydenhuollon tuotevalvontakeskus – Social- och hälsovårdens produkttill-synscentral (the National Product Control Agency's SSTV)
Sosiaali- ja terveysalan tutkimus- ja kehittämiskeskus Stakes – Forsknings- och utvecklingscentralen för social- och hälsovården Stakes (Health and Social Care Research and Development Center STAKES)
TYÖ- JA ELINKEINOMINISTERIÖ – ARBETS- OCH NÄRINGSMINISTERIET
(MINISTRY OF EMPLOYMENT AND THE ECONOMY)
Kuluttajavirasto – Konsumentverket (Finnish Consumer Agency)
Kilpailuvirasto – Konkurrensverket (Finnish Competition Authority)
Patentti- ja rekisterihallitus – Patent- och registerstyrelsen (National Board of Patents and Registration)
Valtakunnansovittelijain toimisto – Riksförlikningsmännens byrå (National Conciliators' Office)
Työneuvosto – Arbetsrådet (Labour Council)
Energiamarkkinavirasto − Energimarknadsverket (Energy Market Authority)
Geologian tutkimuskeskus – Geologiska forskningscentralen (Geological Survey of Finland)
Huoltovarmuuskeskus – Försörjningsberedskapscentralen (The National Emergency Supply Agency)
Kuluttajatutkimuskeskus – Konsumentforskningscentralen (National Consumer Research Center)
Matkailun edistämiskeskus (MEK) – Centralen för turistfrämjande (Finnish Tourist Board)
Mittatekniikan keskus (MIKES) – Mätteknikcentralen (Centre for Metrology and Accrediattion)
Tekes - teknologian ja innovaatioiden kehittämiskeskus −Tekes - utvecklingscentralen för teknologi och innovationer (Finnish Funding Agency for Technology and Innovation)
Turvatekniikan keskus (TUKES) – Säkerhetsteknikcentralen (Safety Technology Authority)
Valtion teknillinen tutkimuskeskus (VTT) – Statens tekniska forskningscentral (VTT Technical Research Centre of Finland)
Syrjintälautakunta – Nationella diskrimineringsnämnden (Discrimination Tribunal)
Vähemmistövaltuutetun toimisto – Minoritetsombudsmannens byrå (Office of the Ombudsman for Minorities)
ULKOASIAINMINISTERIÖ – UTRIKESMINISTERIET (MINISTRY FOR FOREIGN AFFAIRS)
VALTIONEUVOSTON KANSLIA – STATSRÅDETS KANSLI (PRIME MINISTER'S OFFICE)
VALTIOVARAINMINISTERIÖ – FINANSMINISTERIET (MINISTRY OF FINANCE)
Valtiokonttori – Statskontoret (State Treasury)
Verohallinto – Skatteförvaltningen (Tax Administration)
Tullilaitos – Tullverket (Customs)
Tilastokeskus – Statistikcentralen (Statistics Finland)
Valtiontaloudellinen tutkimuskeskus – Statens ekonomiska forskiningscentral (Government Institute for Economic Research)
Väestörekisterikeskus – Befolkningsregistercentralen (Population Register Centre)
YMPÄRISTÖMINISTERIÖ – MILJÖMINISTERIET (MINISTRY OF ENVIRONMENT)
Suomen ympäristökeskus - Finlands miljöcentral (Finnish Environment Institute)
Asumisen rahoitus- ja kehityskeskus – Finansierings- och utvecklingscentralen för boendet (The Housing Finance and Development Centre of Finland)
VALTIONTALOUDEN TARKASTUSVIRASTO – STATENS REVISIONSVERK (NATIONAL AUDIT OFFICE)
ZWEDEN
Royal Academy of Fine Arts
|
Akademien för de fria konsterna
|
National Board for Consumer Complaints
|
Allmänna reklamationsnämnden
|
Labour Court
|
Arbetsdomstolen
|
Swedish Employment Services
|
Arbetsförmedlingen
|
National Agency for Government Employers
|
Arbetsgivarverk, statens
|
National Institute for Working Life
|
Arbetslivsinstitutet
|
Swedish Work Environment Authority
|
Arbetsmiljöverket
|
Swedish Inheritance Fund Commission
|
Arvsfondsdelegationen
|
Museum of Architecture
|
Arkitekturmuseet
|
National Archive of Recorded Sound and Moving Images
|
Ljud och bildarkiv, statens
|
The Office of the Childrens' Ombudsman
|
Barnombudsmannen
|
Swedish Council on Technology Assessment in Health Care
|
Beredning för utvärdering av medicinsk metodik, statens
|
Royal Library
|
Kungliga Biblioteket
|
National Board of Film Censors
|
Biografbyrå, statens
|
Dictionary of Swedish Biography
|
Biografiskt lexikon, svenskt
|
Swedish Accounting Standards Board
|
Bokföringsnämnden
|
Swedish Companies Registration Office
|
Bolagsverket
|
National Housing Credit Guarantee Board
|
Bostadskreditnämnd, statens (BKN)
|
National Housing Board
|
Boverket
|
National Council for Crime Prevention
|
Brottsförebyggande rådet
|
Criminal Victim Compensation and Support Authority
|
Brottsoffermyndigheten
|
National Board of Student Aid
|
Centrala studiestödsnämnden
|
Data Inspection Board
|
Datainspektionen
|
Ministries (Government Departments)
|
Departementen
|
National Courts Administration
|
Domstolsverket
|
National Electrical Safety Board
|
Elsäkerhetsverket
|
Swedish Energy Markets Inspectorate
|
Energimarknadsinspektionen
|
Export Credits Guarantee Board
|
Exportkreditnämnden
|
Swedish Fiscal Policy Council
|
Finanspolitiska rådet
|
Financial Supervisory Authority
|
Finansinspektionen
|
National Board of Fisheries
|
Fiskeriverket
|
National Institute of Public Health
|
Folkhälsoinstitut, statens
|
Swedish Research Council for Environment
|
Forskningsrådet för miljö, areella näringar och samhällsbyggande, Formas
|
National Fortifications Administration
|
Fortifikationsverket
|
National Mediation Office
|
Medlingsinstitutet
|
Defence Material Administration
|
Försvarets materielverk
|
National Defence Radio Institute
|
Försvarets radioanstalt
|
Swedish Museums of Military History
|
Försvarshistoriska museer, statens
|
National Defence College
|
Försvarshögskolan
|
The Swedish Armed Forces
|
Försvarsmakten
|
Social Insurance Office
|
Försäkringskassan
|
Geological Survey of Sweden
|
Geologiska undersökning, Sveriges
|
Geotechnical Institute
|
Geotekniska institut, statens
|
The National Rural Development Agency
|
Glesbygdsverket
|
Graphic Institute and the Graduate School of Communications
|
Grafiska institutet och institutet för högre kommunikations- och reklamutbildning
|
The Swedish Broadcasting Commission
|
Granskningsnämnden för Radio och TV
|
Swedish Government Seamen's Service
|
Handelsflottans kultur- och fritidsråd
|
Ombudsman for the Disabled
|
Handikappombudsmannen
|
Board of Accident Investigation
|
Haverikommission, statens
|
Courts of Appeal (6)
|
Hovrätterna (6)
|
Regional Rent and Tenancies Tribunals (12)
|
Hyres- och arendenämnder (12)
|
Committee on Medical Responsibility
|
Hälso- och sjukvårdens ansvarsnämnd
|
National Agency for Higher Education
|
Högskoleverket
|
Supreme Court
|
Högsta domstolen
|
National Institute for Psycho-Social Factors and Health
|
Institut för psykosocial miljömedicin, statens
|
National Institute for Regional Studies
|
Institut för tillväxtpolitiska studier
|
Swedish Institute of Space Physics
|
Institutet för rymdfysik
|
International Programme Office for Education and Training
|
Internationella programkontoret för utbildningsområdet
|
Swedish Migration Board
|
Migrationsverket
|
Swedish Board of Agriculture
|
Jordbruksverk, statens
|
Office of the Chancellor of Justice
|
Justitiekanslern
|
Office of the Equal Opportunities Ombudsman
|
Jämställdhetsombudsmannen
|
National Judicial Board of Public Lands and Funds
|
Kammarkollegiet
|
Administrative Courts of Appeal (4)
|
Kammarrätterna (4)
|
National Chemicals Inspectorate
|
Kemikalieinspektionen
|
National Board of Trade
|
Kommerskollegium
|
Swedish Agency for Innovation Systems
|
Verket för innovationssystem (VINNOVA)
|
National Institute of Economic Research
|
Konjunkturinstitutet
|
Swedish Competition Authority
|
Konkurrensverket
|
College of Arts, Crafts and Design
|
Konstfack
|
College of Fine Arts
|
Konsthögskolan
|
National Museum of Fine Arts
|
Nationalmuseum
|
Arts Grants Committee
|
Konstnärsnämnden
|
National Art Council
|
Konstråd, statens
|
National Board for Consumer Policies
|
Konsumentverket
|
National Laboratory of Forensic Science
|
Kriminaltekniska laboratorium, statens
|
Prison and Probation Service
|
Kriminalvården
|
National Paroles Board
|
Kriminalvårdsnämnden
|
Swedish Enforcement Authority
|
Kronofogdemyndigheten
|
National Council for Cultural Affairs
|
Kulturråd, statens
|
Swedish Coast Guard
|
Kustbevakningen
|
National Land Survey
|
Lantmäteriverket
|
Royal Armoury
|
Livrustkammaren/Skoklosters slott/ Hallwylska museet
|
National Food Administration
|
Livsmedelsverk, statens
|
The National Gaming Board
|
Lotteriinspektionen
|
Medical Products Agency
|
Läkemedelsverket
|
County Administrative Courts (24)
|
Länsrätterna (24)
|
County Administrative Boards (24)
|
Länsstyrelserna (24)
|
National Government Employee and Pensions Board
|
Pensionsverk, statens
|
Market Court
|
Marknadsdomstolen
|
Swedish Meteorological and Hydrological Institute
|
Meteorologiska och hydrologiska institut, Sveriges
|
Modern Museum
|
Moderna museet
|
Swedish National Collections of Music
|
Musiksamlingar, statens
|
Swedish Agency for Disability Policy Coordination
|
Myndigheten för handikappolitisk samordning
|
Swedish Agency for Networks and Cooperation in Higher Education
|
Myndigheten för nätverk och samarbete inom högre utbildning
|
Commission for state grants to religious communities
|
Nämnden för statligt stöd till trossamfun
|
Museum of Natural History
|
Naturhistoriska riksmuseet
|
National Environmental Protection Agency
|
Naturvårdsverket
|
Scandinavian Institute of African Studies
|
Nordiska Afrikainstitutet
|
Nordic School of Public Health
|
Nordiska högskolan för folkhälsovetenskap
|
Recorders Committee
|
Notarienämnden
|
Swedish National Board for Intra Country Adoptions
|
Myndigheten för internationella adoptionsfrågor
|
Swedish Agency for Economic and Regional Growth
|
Verket för näringslivsutveckling (NUTEK)
|
Office of the Ethnic Discrimination Ombudsman
|
Ombudsmannen mot etnisk diskriminering
|
Court of Patent Appeals
|
Patentbesvärsrätten
|
Patents and Registration Office
|
Patent- och registreringsverket
|
Swedish Population Address Register Board
|
Personadressregisternämnd statens, SPAR-nämnden
|
Swedish Polar Research Secretariat
|
Polarforskningssekretariatet
|
Press Subsidies Council
|
Presstödsnämnden
|
The Council of the European Social Fund in Sweden
|
Rådet för Europeiska socialfonden i Sverige
|
The Swedish Radio and TV Authority
|
Radio- och TV-verket
|
Government Offices
|
Regeringskansliet
|
Supreme Administrative Court
|
Regeringsrätten
|
Central Board of National Antiquities
|
Riksantikvarieämbetet
|
National Archives
|
Riksarkivet
|
Bank of Sweden
|
Riksbanken
|
Parliamentary Administrative Office
|
Riksdagsförvaltningen
|
The Parliamentary Ombudsmen
|
Riksdagens ombudsmän, JO
|
The Parliamentary Auditors
|
Riksdagens revisorer
|
National Debt Office
|
Riksgäldskontoret
|
National Police Board
|
Rikspolisstyrelsen
|
National Audit Bureau
|
Riksrevisionen
|
Travelling Exhibitions Service
|
Riksutställningar, Stiftelsen
|
National Space Board
|
Rymdstyrelsen
|
Swedish Council for Working Life and Social Research
|
Forskningsrådet för arbetsliv och socialvetenskap
|
National Rescue Services Board
|
Räddningsverk, statens
|
Regional Legal-aid Authority
|
Rättshjälpsmyndigheten
|
National Board of Forensic Medicine
|
Rättsmedicinalverket
|
Sami (Lapp) School Board
|
Sameskolstyrelsen och sameskolor
|
Sami (Lapp) Schools
|
|
National Maritime Administration
|
Sjöfartsverket
|
National Maritime Museums
|
Maritima museer, statens
|
Swedish Commission on Security and Integrity Protection
|
Säkerhets- och intregritetsskyddsnämnden
|
Swedish Tax Agency
|
Skatteverket
|
National Board of Forestry
|
Skogsstyrelsen
|
National Agency for Education
|
Skolverk, statens
|
Swedish Institute for Infectious Disease Control
|
Smittskyddsinstitutet
|
National Board of Health and Welfare
|
Socialstyrelsen
|
National Inspectorate of Explosives and Flammables
|
Sprängämnesinspektionen
|
Statistics Sweden
|
Statistiska centralbyrån
|
Agency for Administrative Development
|
Statskontoret
|
Swedish Radiation Safety Authority
|
Strålsäkerhetsmyndigheten
|
Swedish International Development Cooperation Authority
|
Styrelsen för internationellt utvecklings- samarbete, SIDA
|
National Board of Psychological Defence and Conformity Assessment
|
Styrelsen för psykologiskt försvar
|
Swedish Board for Accreditation
|
Styrelsen för ackreditering och teknisk kontroll
|
Swedish Institute
|
Svenska Institutet, stiftelsen
|
Library of Talking Books and Braille Publications
|
Talboks- och punktskriftsbiblioteket
|
District and City Courts (97)
|
Tingsrätterna (97)
|
Judges Nomination Proposal Committee
|
Tjänsteförslagsnämnden för domstolsväsendet
|
Armed Forces' Enrolment Board
|
Totalförsvarets pliktverk
|
Swedish Defence Research Agency
|
Totalförsvarets forskningsinstitut
|
Swedish Board of Customs
|
Tullverket
|
Swedish Tourist Authority
|
Turistdelegationen
|
The National Board of Youth Affairs
|
Ungdomsstyrelsen
|
Universities and University Colleges
|
Universitet och högskolor
|
Aliens Appeals Board
|
Utlänningsnämnden
|
National Seed Testing and Certification Institute
|
Utsädeskontroll, statens
|
Swedish National Road Administration
|
Vägverket
|
National Water Supply and Sewage Tribunal
|
Vatten- och avloppsnämnd, statens
|
National Agency for Higher Education
|
Verket för högskoleservice (VHS)
|
Swedish Agency for Economic and Regional Development
|
Verket för näringslivsutveckling (NUTEK)
|
Swedish Research Council
|
Vetenskapsrådet'
|
National Veterinary Institute
|
Veterinärmedicinska anstalt, statens
|
Swedish National Road and Transport Research Institute
|
Väg- och transportforskningsinstitut, statens
|
National Plant Variety Board
|
Växtsortnämnd, statens
|
Swedish Prosecution Authority
|
Åklagarmyndigheten
|
Swedish Emergency Management Agency
|
Krisberedskapsmyndigheten
|
Board of Appeals of the Manna Mission
|
Överklagandenämnden för nämndemannauppdrag
|
VERENIGD KONINKRIJK
Cabinet Office
Office of the Parliamentary Counsel
Central Office of Information
Charity Commission
Crown Estate Commissioners (Vote Expenditure Only)
Crown Prosecution Service
Department for Business, Enterprise and Regulatory Reform
Competition Commission
Gas and Electricity Consumers' Council
Office of Manpower Economics
Department for Children, Schools and Families
Department of Communities and Local Government
Rent Assessment Panels
Department for Culture, Media and Sport
British Library
British Museum
Commission for Architecture and the Built Environment
The Gambling Commission
Historic Buildings and Monuments Commission for England (English Heritage)
Imperial War Museum
Museums, Libraries and Archives Council
National Gallery
National Maritime Museum
National Portrait Gallery
Natural History Museum
Science Museum
Tate Gallery
Victoria and Albert Museum
Wallace Collection
Department for Environment, Food and Rural Affairs
Agricultural Dwelling House Advisory Committees
Agricultural Land Tribunals
Agricultural Wages Board and Committees
Cattle Breeding Centre
Countryside Agency
Plant Variety Rights Office
Royal Botanic Gardens, Kew
Royal Commission on Environmental Pollution
Department of Health
Dental Practice Board
National Health Service Strategic Health Authorities
NHS Trusts
Prescription Pricing Authority
Department for Innovation, Universities and Skills
Higher Education Funding Council for England
National Weights and Measures Laboratory
Patent Office
Department for International Development
Department of the Procurator General and Treasury Solicitor
Legal Secretariat to the Law Officers
Department for Transport
Maritime and Coastguard Agency
Department for Work and Pensions
Disability Living Allowance Advisory Board
Independent Tribunal Service
Medical Boards and Examining Medical Officers (War Pensions)
Occupational Pensions Regulatory Authority
Regional Medical Service
Social Security Advisory Committee
Export Credits Guarantee Department
Foreign and Commonwealth Office
Wilton Park Conference Centre
Government Actuary's Department
Government Communications Headquarters
Home Office
HM Inspectorate of Constabulary
House of Commons
House of Lords
Ministry of Defence
Defence Equipment & Support
Meteorological Office
Ministry of Justice
Boundary Commission for England
Combined Tax Tribunal
Council on Tribunals
Court of Appeal - Criminal
Employment Appeals Tribunal
Employment Tribunals
HMCS Regions, Crown, County and Combined Courts (England and Wales)
Immigration Appellate Authorities
Immigration Adjudicators
Immigration Appeals Tribunal
Lands Tribunal
Law Commission
Legal Aid Fund (England and Wales)
Office of the Social Security Commissioners
Parole Board and Local Review Committees
Pensions Appeal Tribunals
Public Trust Office
Supreme Court Group (England and Wales)
Transport Tribunal
The National Archives
National Audit Office
National Savings and Investments
National School of Government
Northern Ireland Assembly Commission
Northern Ireland Court Service
Coroners Courts
County Courts
Court of Appeal and High Court of Justice in Northern Ireland
Crown Court
Enforcement of Judgements Office
Legal Aid Fund
Magistrates' Courts
Pensions Appeals Tribunals
Northern Ireland, Department for Employment and Learning
Northern Ireland, Department for Regional Development
Northern Ireland, Department for Social Development
Northern Ireland, Department of Agriculture and Rural Development
Northern Ireland, Department of Culture, Arts and Leisure
Northern Ireland, Department of Education
Northern Ireland, Department of Enterprise, Trade and Investment
Northern Ireland, Department of the Environment
Northern Ireland, Department of Finance and Personnel
Northern Ireland, Department of Health, Social Services and Public Safety
Northern Ireland, Office of the First Minister and Deputy First Minister
Northern Ireland Office
Crown Solicitor's Office
Department of the Director of Public Prosecutions for Northern Ireland
Forensic Science Laboratory of Northern Ireland
Office of the Chief Electoral Officer for Northern Ireland
Police Service of Northern Ireland
Probation Board for Northern Ireland
State Pathologist Service
Office of Fair Trading
Office for National Statistics
National Health Service Central Register
Office of the Parliamentary Commissioner for Administration and Health Service Commissioners
Paymaster General's Office
Postal Business of the Post Office
Privy Council Office
Public Record Office
HM Revenue and Customs
The Revenue and Customs Prosecutions Office
Royal Hospital, Chelsea
Royal Mint
Rural Payments Agency
Scotland, Auditor-General
Scotland, Crown Office and Procurator Fiscal Service
Scotland, General Register Office
Scotland, Queen's and Lord Treasurer's Remembrancer
Scotland, Registers of Scotland
The Scotland Office
The Scottish Ministers
Architecture and Design Scotland
Crofters Commission
Deer Commission for Scotland
Lands Tribunal for Scotland
National Galleries of Scotland
National Library of Scotland
National Museums of Scotland
Royal Botanic Garden, Edinburgh
Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Scotland
Scottish Further and Higher Education Funding Council
Scottish Law Commission
Community Health Partnerships
Special Health Boards
Health Boards
The Office of the Accountant of Court
High Court of Justiciary
Court of Session
HM Inspectorate of Constabulary
Parole Board for Scotland
Pensions Appeal Tribunals
Scottish Land Court
Sheriff Courts
Scottish Police Services Authority
Office of the Social Security Commissioners
The Private Rented Housing Panel and Private Rented Housing Committees
Keeper of the Records of Scotland
The Scottish Parliamentary Body Corporate
HM Treasury
Office of Government Commerce
United Kingdom Debt Management Office
The Wales Office (Office of the Secretary of State for Wales)
The Welsh Ministers
Higher Education Funding Council for Wales
Local Government Boundary Commission for Wales
The Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Wales
Valuation Tribunals (Wales)
Welsh National Health Service Trusts and Local Health Boards
Welsh Rent Assessment Panels
Aantekeningen bij bijlage 9A:
1.
Onder "aanbestedende diensten van de lidstaten van de Unie" vallen tevens alle ondergeschikte entiteiten van een aanbestedende dienst van een lidstaat van de Unie, op voorwaarde dat de ondergeschikte entiteit geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid bezit.
2.
Wat aanbestedingen door entiteiten op het gebied van defensie en veiligheid betreft, vallen enkel de niet-gevoelige en niet voor oorlogsvoering bestemde materialen in de lijst bij bijlage 9D onder de overeenkomst.
______________
BIJLAGE 9B
niet-centrale entiteiten
die opdrachten plaatsen overeenkomstig
de bepalingen van deze overeenkomst
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
Niet van toepassing voor Singapore (Singapore heeft geen niet-centrale overheden).
Deel 2
Verbintenissen van de Unie
Goederen (gespecificeerd in bijlage 9-D)
Drempelwaarde:
200 000 SDR
Diensten (gespecificeerd in bijlage 9-E)
Drempelwaarde:
200 000 SDR
Werken (gespecificeerd in bijlage 9-F)
Drempelwaarde:
5 000 000 SDR
1.
Alle regionale of lokale aanbestedende diensten
Alle aanbestedende diensten van de bestuurlijke eenheden zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1059/2003 (de NUTS-verordening, als gewijzigd).
Voor de toepassing van deze overeenkomst:
–
wordt onder "regionale aanbestedende diensten" verstaan aanbestedende diensten van de bestuurlijke eenheden die vallen onder NUTS 1 en 2, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 (de NUTS-verordening, als gewijzigd); en
–
wordt onder "lokale aanbestedende diensten" verstaan aanbestedende diensten van de bestuurlijke eenheden die vallen onder NUTS 3 en kleinere bestuurlijke eenheden, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 (de NUTS-verordening, als gewijzigd).
2.
Alle aanbestedende diensten die publiekrechtelijke instellingen zijn als omschreven in de EU-richtlijn inzake overheidsopdrachten
Onder "publiekrechtelijke instelling" wordt elke instelling verstaan:
–
die is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang anders dan die van industriële of commerciële aard;
–
die rechtspersoonlijkheid heeft; en
–
waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, of door regionale of plaatselijke overheden of door andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van deze laatste, ofwel de leden van het bestuurs-, het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan voor meer dan de helft door de staat, de regionale of plaatselijke overheid of door andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.
Een indicatieve lijst van de aanbestedende diensten die publiekrechtelijke instellingen zijn, is bijgevoegd.
Indicatieve lijst van aanbestedende diensten die publiekrechtelijke instellingen zijn
als omschreven in de EU-richtlijn inzake overheidsopdrachten
België
Instellingen
A
–
Agence fédérale pour l'Accueil des demandeurs d'Asile – Federaal Agentschap voor Opvang van Asielzoekers
–
Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire – Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
–
Agence fédérale de Contrôle nucléaire – Federaal Agentschap voor nucleaire Controle
–
Agence wallonne à l'Exportation
–
Agence wallonne des Télécommunications
–
Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées
–
Aquafin
–
Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft
–
Archives générales du Royaume et Archives de l'Etat dans les Provinces – Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
B
–
Banque nationale de Belgique – Nationale Bank van België
–
Belgisches Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft
–
Berlaymont 2000
–
Bibliothèque royale Albert Ier – Koninklijke Bibliotheek Albert I
–
Bruxelles-Propreté – Agence régionale pour la Propreté – Net–Brussel – Gewestelijk Agentschap voor Netheid
–
Bureau d'Intervention et de Restitution belge – Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
–
Bureau fédéral du Plan – Federaal Planbureau
C
–
Caisse auxiliaire de Paiement des Allocations de Chômage – Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
–
Caisse de Secours et de Prévoyance en Faveur des Marins – Hulp en Voorzorgskas voor Zeevarenden
–
Caisse de Soins de Santé de la Société Nationale des Chemins de Fer Belges – Kas der Geneeskundige Verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
–
Caisse nationale des Calamités – Nationale Kas voor Rampenschade
–
Caisse spéciale de Compensation pour Allocations familiales en Faveur des Travailleurs occupés dans les Entreprises de Batellerie – Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders der Ondernemingen voor Binnenscheepvaart
–
Caisse spéciale de Compensation pour Allocations familiales en Faveur des Travailleurs occupés dans les Entreprises de Chargement, Déchargement et Manutention de Marchandises dans les Ports, Débarcadères, Entrepôts et Stations (appelée habituellement «Caisse spéciale de Compensation pour Allocations familiales des Régions maritimes») – Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders gebezigd door Ladings- en Lossingsondernemingen en door de Stuwadoors in de Havens, Losplaatsen, Stapelplaatsen en Stations (gewoonlijk genoemd „Bijzondere Compensatiekas voor Kindertoeslagen van de Zeevaartgewesten”)
–
Centre d'Etude de l'Energie nucléaire – Studiecentrum voor Kernenergie
–
Centre de recherches agronomiques de Gembloux
–
Centre hospitalier de Mons
–
Centre hospitalier de Tournai
–
Centre hospitalier universitaire de Liège
–
Centre informatique pour la Région de Bruxelles-Capitale – Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest
–
Centre pour l'Egalité des Chances et la Lutte contre le Racisme – Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding
–
Centre régional d'Aide aux Communes
–
Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën
–
Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek te Gent
–
Comité de Contrôle de l'Electricité et du Gaz – Contrôlecomité voor de Elektriciteit en het Gas
–
Comité national de l'Energie – Nationaal Comité voor de Energie
–
Commissariat général aux Relations internationales
–
Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie
–
Commissariat général pour les Relations internationales de la Communauté française de Belgique
–
Conseil central de l'Economie – Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
–
Conseil économique et social de la Région wallonne
–
Conseil national du Travail – Nationale Arbeidsraad
–
Conseil supérieur de la Justice – Hoge Raad voor de Justitie
–
Conseil supérieur des Indépendants et des petites et moyennes Entreprises – Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen
–
Conseil supérieur des Classes moyennes
–
Coopération technique belge – Belgische Technische Coöperatie
D
–
Dienststelle der Deutschprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung
–
Dienst voor de Scheepvaart
–
Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs
–
Domus Flandria
E
–
Entreprise publique des Technologies nouvelles de l'Information et de la Communication de la Communauté française
–
Export Vlaanderen
F
–
Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven
–
Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquicultuursector
–
Fonds Bijzondere Jeugdbijstand
–
Fonds communautaire de Garantie des Bâtiments scolaires
–
Fonds Culturele Infrastructuur
–
Fonds de Participation
–
Fonds de Vieillissement – Zilverfonds
–
Fonds d'Aide médicale urgente – Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening
–
Fonds de Construction d'Institutions hospitalières et médico-sociales de la Communauté française
–
Fonds de Pension pour les Pensions de Retraite du Personnel statutaire de Belgacom – Pensioenfonds voor de rustpensioenen van het statutair personeel van Belgacom
–
Fonds des Accidents du Travail – Fonds voor Arbeidsongevallen
–
Fonds d'Indemnisation des Travailleurs licenciés en cas de Fermeture d'Entreprises
–
Fonds tot Vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers
–
Fonds du Logement des Familles nombreuses de la Région de Bruxelles-Capitale – Woningfonds van de Grote Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
–
Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie
–
Fonds Film in Vlaanderen
–
Fonds national de Garantie des Bâtiments scolaires – Nationaal Waarborgfonds voor Schoolgebouwen
–
Fonds national de Garantie pour la Réparation des Dégâts houillers – Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnenschade
–
Fonds piscicole de Wallonie
–
Fonds pour le Financement des Prêts à des Etats étrangers – Fonds voor Financiering van de Leningen aan Vreemde Staten
–
Fonds pour la Rémunération des Mousses – Fonds voor Scheepsjongens
–
Fonds régional bruxellois de Refinancement des Trésoreries communales – Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën
–
Fonds voor Flankerend Economisch Beleid
–
Fonds wallon d'Avances pour la Réparation des Dommages provoqués par des Pompages et des Prises d'Eau souterraine
G
–
Garantiefonds der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Schulbauten
–
Grindfonds
H
–
Herplaatsingfonds
–
Het Gemeenschapsonderwijs
–
Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten
I
–
Institut belge de Normalisation – Belgisch Instituut voor Normalisatie
–
Institut belge des Services postaux et des Télécommunications – Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
–
Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle
–
Institut bruxellois pour la Gestion de l'Environnement – Brussels Instituut voor Milieubeheer
–
Institut d'Aéronomie spatiale – Instituut voor Ruimte-Aeronomie
–
Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes Entreprises
–
Institut des Comptes nationaux – Instituut voor de Nationale Rekeningen
–
Institut d'Expertise vétérinaire – Instituut voor Veterinaire Keuring
–
Institut du Patrimoine wallon
–
Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen
–
Institut géographique national – Nationaal Geografisch Instituut
–
Institution pour le Développement de la Gazéification souterraine – Instelling voor de Ontwikkeling van de Ondergrondse Vergassing
–
Institution royale de Messine – Koninklijk Gesticht van Mesen
–
Institutions universitaires de droit public relevant de la Communauté flamande – Universitaire instellingen van publiek recht afhangende van de Vlaamse Gemeenschap
–
Institutions universitaires de droit public relevant de la Communauté française – Universitaire instellingen van publiek recht afhangende van de Franse Gemeenschap
–
Institut national des Industries extractives – Nationaal Instituut voor de Extractiebedrijven
–
Institut national de Recherche sur les Conditions de Travail – Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden
–
Institut national des Invalides de Guerre, anciens Combattants et Victimes de Guerre – Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oudstrijders en Oorlogsslachtoffers
–
Institut national des Radioéléments – Nationaal Instituut voor Radio-Elementen
–
Institut national pour la Criminalistique et la Criminologie – Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie
–
Institut pour l'Amélioration des Conditions de Travail – Instituut voor Verbetering van de Arbeidsvoorwaarden
–
Institut royal belge des Sciences naturelles – Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
–
Institut royal du Patrimoine culturel – Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium
–
Institut royal météorologique de Belgique – Koninklijk Meteorologisch Instituut van België
–
Institut scientifique de Service public en Région wallonne
–
Institut scientifique de la Santé publique – Louis Pasteur – Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur
–
Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
–
Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer
–
Instituut voor het Archeologisch Patrimonium
–
Investeringsdienst voor de Vlaamse Autonome Hogescholen
–
Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant
J
–
Jardin botanique national de Belgique – Nationale Plantentuin van België
K
–
Kind en Gezin
–
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen
L
–
Loterie nationale – Nationale Loterij
M
–
Mémorial national du Fort de Breendonk – Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk
–
Musée royal de l'Afrique centrale – Koninklijk Museum voor Midden- Afrika
–
Musées royaux d'Art et d'Histoire – Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
–
Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique – Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
O
–
Observatoire royal de Belgique – Koninklijke Sterrenwacht van België
–
Office central d'Action sociale et culturelle du Ministère de la Défense – Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Defensie
–
Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de L'Emploi
–
Office de Contrôle des Assurances – Controledienst voor de Verzekeringen
–
Office de Contrôle des Mutualités et des Unions nationales de Mutualités – Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Landsbonden van Ziekenfondsen
–
Office de la Naissance et de l'Enfance
–
Office de Promotion du Tourisme
–
Office de Sécurité sociale d'Outre-Mer – Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid
–
Office for Foreign Investors in Wallonia
–
Office national d'Allocations familiales pour Travailleurs salariés – Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
–
Office national de Sécurité sociale des Administrations provinciales et locales – Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
–
Office national des Vacances annuelles – Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie
–
Office national du Ducroire – Nationale Delcrederedienst
–
Office régional bruxellois de l'Emploi – Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling
–
Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture
–
Office régional pour le Financement des Investissements communaux
–
Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi
–
Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum-Geel
–
Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum-Rekem
–
Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest
–
Orchestre national de Belgique – Nationaal Orkest van België
–
Organisme national des Déchets radioactifs et des Matières fissiles – Nationale instelling voor radioactief afval en splijtstoffen
P
–
Palais des Beaux-Arts – Paleis voor Schone Kunsten
–
Participatiemaatschappij Vlaanderen
–
Pool des Marins de la Marine marchande – Pool van de Zeelieden der Koopvaardij
R
–
Radio et Télévision belge de la Communauté française
–
Reproductiefonds voor de Vlaamse Musea
S
–
Service d'Incendie et d'Aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale – Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp
–
Société belge d'Investissement pour les pays en développement – Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
–
Société d'Assainissement et de Rénovation des Sites industriels dans l'Ouest du Brabant wallon
–
Société de Garantie régionale
–
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen
–
Société du Logement de la Région bruxelloise et sociétés agréées –Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en erkende maatschappijen
–
Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement
–
Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires bruxellois
–
Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires du Brabant wallon
–
Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires du Hainaut
–
Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires de Namur
–
Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires de Liège
–
Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires du Luxembourg
–
Société publique de Gestion de l'Eau
–
Société wallonne du Logement et sociétés agréées
–
Sofibail
–
Sofibru
–
Sofico
T
–
Théâtre national
–
Théâtre royal de la Monnaie – De Koninklijke Muntschouwburg
–
Toerisme Vlaanderen
–
Tunnel Liefkenshoek
U
–
Universitair Ziekenhuis Gent
V
–
Vlaams Commissariaat voor de Media
–
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
–
Vlaams Egalisatie Rente Fonds
–
Vlaamse Hogescholenraad
–
Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en erkende maatschappijen
–
Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
–
Vlaamse Interuniversitaire Raad
–
Vlaamse Landmaatschappij
–
Vlaamse Milieuholding
–
Vlaamse Milieumaatschappij
–
Vlaamse Onderwijsraad
–
Vlaamse Opera
–
Vlaamse Radio- en Televisieomroep
–
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteit- en Gasmarkt
–
Vlaamse Stichting voor Verkeerskunde
–
Vlaams Fonds voor de Lastendelging
–
Vlaams Fonds voor de Letteren
–
Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap
–
Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw
–
Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
–
Vlaams Instituut voor de bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch Onderzoek in de Industrie
–
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie
–
Vlaams Instituut voor het Zelfstandig ondernemen
–
Vlaams Landbouwinvesteringsfonds
–
Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing
–
Vlaams Zorgfonds
–
Vlaams Woningsfonds voor Grote Gezinnen
Bulgarije
Instellingen
–
Икономически и социален съвет (Economic and Social Council)
–
Национален осигурителен институт (National Social Security Institute)
–
Национална здравноосигурителна каса (National Health Insurance Fund)
–
Български червен кръст (Bulgarian Red Cross)
–
Българска академия на науките (Bulgarian Academy of Sciences)
–
Национален център за аграрни науки (National Centre for Agrarian Science)
–
Български институт за стандартизация (Bulgarian Institute for Standardisation)
–
Българско национално радио (Bulgarian National Radio)
–
Българска национална телевизия (Bulgarian National Television)
Categorieën
Overheidsbedrijven in de zin van artikel 62, lid 3, van de Търговския закон (обн., ДВ, бр.48/18.6.1991):
–
Национална компания "Железопътна инфраструктура"
–
ДП "Пристанищна инфраструктура"
–
ДП "Ръководство на въздушното движение"
–
ДП "Строителство и възстановяване"
–
ДП "Транспортно строителство и възстановяване"
–
ДП "Съобщително строителство и възстановяване"
–
ДП "Радиоактивни отпадъци"
–
ДП "Предприятие за управление на дейностите по опазване на околната среда"
–
ДП "Български спортен тотализатор"
–
ДП "Държавна парично-предметна лотария"
–
ДП "Кабиюк", Шумен
–
ДП "Фонд затворно дело"
–
Държавни дивечовъдни станции (State game breeding stations)
Staatsuniversiteiten, opgericht overeenkomstig artikel 13 van de Закон за висшето образование (обн., ДВ, бр.112/27.12.1995):
–
Аграрен университет – Пловдив (Agricultural University – Plovdiv)
–
Академия за музикално, танцово и изобразително изкуство – Пловдив (Academy of Music, Dance and Fine Arts – Plovdiv)
–
Академия на Министерството на вътрешните работи
–
Великотърновски университет "Св. св. Кирил и Методий" (St. Cyril and St. Methodius University of Veliko Tarnovo)
–
Висше военноморско училище "Н. Й. Вапцаров" – Варна (N. Y. Vaptsarov Naval Academy – Varna)
–
Висше строително училище "Любен Каравелов" – София (Civil Engineering Higher School "Lyuben Karavelov" – Sofia)
–
Висше транспортно училище "Тодор Каблешков" – София (Higher School of Transport "Todor Kableshkov" – Sofia)
–
Военна академия "Г. С. Раковски" – София (Military Academy "G. S. Rakovski" – Sofia)
–
Национална музикална академия "Проф. Панчо Владигеров" – София (State Academy of Music "Prof. Pancho Vladigerov" – Sofia)
–
Икономически университет – Варна (University of Economics – Varna)
–
Колеж по телекомуникации и пощи – София (College of Telecommunications and Posts – Sofia)
–
Лесотехнически университет - София (University of Forestry – Sofia)
–
Медицински университет "Проф. д-р Параскев Иванов Стоянов" – Варна (Medical University "Prof. D-r Paraskev Stoyanov" – Varna)
–
Медицински университет – Плевен (Medical University – Pleven)
–
Медицински университет – Пловдив (Medical University – Plovdiv)
–
Медицински университет – София (Medical University – Sofia)
–
Минно-геоложки университет "Св. Иван Рилски" – София (University of Mining and Geology "St. Ivan Rilski" – Sofia)
–
Национален военен университет "Васил Левски" – Велико Търново (National Military University "Vasil Levski" – Veliko Tarnovo)
–
Национална академия за театрално и филмово изкуство "Кръстьо Сарафов" – София (National Academy of Theatre and Film Arts "Krasyo Sarafov" – Sofia)
–
Национална спортна академия "Васил Левски" – София (National Sports Academy "Vasil Levski" – Sofia)
–
Национална художествена академия – София (National Academy of Arts – Sofia)
–
Пловдивски университет "Паисий Хилендарски" (Plovdiv University "Paisiy Hilendarski")
–
Русенски университет "Ангел Кънчев" (Ruse University "Angel Kanchev")
–
Софийски университет "Св. Климент Охридски" (Sofia University "St. Kliment Ohridski")
–
Специализирано висше училище по библиотекознание и информационни технологии – София (Specialised Higher School on Library Science and Information Technologies – Sofia)
–
Стопанска академия "Д. А. Ценов" – Свищов (Academy of Economics "D. A. Tsenov" – Svishtov)
–
Технически университет – Варна (Technical University – Varna)
–
Технически университет – Габрово (Technical University – Gabrovo)
–
Технически университет – София (Technical University – Sofia)
–
Тракийски университет – Стара Загора (Trakia University – Stara Zagora)
–
Университет "Проф. д-р Асен Златаров" – Бургас (University "Prof. D-r Asen Zlatarov" – Burgas)
–
Университет за национално и световно стопанство – София (University of National and World Economy – Sofia)
–
Университет по архитектура, строителство и геодезия – София (University of Architecture, Civil Engineering and Geodesy – Sofia)
–
Университет по хранителни технологии – Пловдив (University of Food Technologies – Plovdiv)
–
Химико-технологичен и металургичен университет - София (University of Chemical Technology and Metallurgy – Sofia)
–
Шуменски университет "Епископ Константин Преславски" (Shumen University "Konstantin Preslavski")
–
Югозападен университет "Неофит Рилски" – Благоевград (South-West University "Neofit Rilski" – Blagoevgrad)
Staats- en gemeentelijke scholen in de zin van de Закон за народната просвета (обн., ДВ, бр. 86/18.10.1991)
Culturele instellingen in de zin van de Закон за закрила и развитие на културата (обн., ДВ, бр.50/1.6.1999):
–
Народна библиотека "Св. св. Кирил и Методий" (National Library St. Cyril and St. Methodius)
–
Българска национална фонотека (Bulgarian National Records Library)
–
Българска национална филмотека (Bulgarian National Film Library)
–
Национален фонд "Култура" (National Culture Fund)
–
Национален институт за паметниците на културата (National Institute for Monuments of Culture)
–
Театри (Theatres)
–
Опери, филхармонии и ансамбли (Operas, philharmonic orchestras, ensembles)
–
Музеи и галерии (Museums and galleries)
–
Училища по изкуствата и културата (Art and culture schools)
–
Български културни институти в чужбина (Bulgarian cultural institutes abroad)
Staats- en gemeentelijke medische instellingen als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Закон за лечебните заведения (обн., ДВ, бр.62/9.7.1999)
Medische instellingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, van de Закон за лечебните заведения (обн., ДВ, бр.62/9.7.1999):
–
Домове за медико-социални грижи за деца (Medical and social care institutions for children)
–
Лечебни заведения за стационарна психиатрична помощ (Medical institutions for inpatient psychiatric care)
–
Центрове за спешна медицинска помощ (Centres for emergency medical care)
–
Центрове за трансфузионна хематология (Centres for transfusion haematology)
–
Болница "Лозенец" (Hospital "Lozenets")
–
Военномедицинска академия (Military Medical Academy)
–
Медицински институт на Министерство на вътрешните работи (Medical Institute to the Ministry of the Interior)
–
Лечебни заведения към Министерството на правосъдието (Medical institutions to the Ministry of Justice)
–
Лечебни заведения към Министерството на транспорта (Medical institutions to the Ministry of Transport)
Rechtspersonen van niet-commerciële aard die krachtens de "Закон за юридическите лица с нестопанска цел" (обн., ДВ, бр.81/6.10.2000) zijn opgericht om te voorzien in behoeften van algemeen belang, en die voldoen aan de voorwaarden van § 1, punt 21, van de Закон за обществените поръчки (обн., ДВ, бр. 28/6.4.2004).
Tsjechische Republiek
–
Pozemkový fond en andere staatsfondsen
–
Česká národní banka
–
Česká televize
–
Český rozhlas
–
Rada pro rozhlasové a televizní vysílaní
–
Všeobecná zdravotní pojišťovna České republiky
–
Zdravotní pojišťovna ministerstva vnitra ČR
–
Universiteiten
en andere juridische entiteiten die bij een speciale wet zijn opgericht en die voor hun werkzaamheden met inachtneming van de budgettaire regels middelen gebruiken uit de overheidsbegroting, overheidsfondsen, bijdragen van internationale instellingen, en de begroting van districtsoverheden of territoriale eenheden met zelfbestuur.
Denemarken
Instellingen
–
Danmarks Radio
–
Det landsdækkende TV2
–
Danmarks Nationalbank
–
Sund og Bælt Holding A/S
–
A/S Storebælt
–
A/S Øresund
–
Øresundskonsortiet
–
Metroselskabet I/S
–
Arealudviklingsselskabet I/S
–
Statens og Kommunernes Indkøbsservice
–
Arbejdsmarkedets Tillægspension
–
Arbejdsmarkedets Feriefond
–
Lønmodtagernes Dyrtidsfond
–
Naviair
Categorieën
–
De Almene Boligorganisationer (social housing organisations)
–
Andre forvaltningssubjekter (other public administrative bodies)
–
Universiteterne, jf. lovbekendtgørelse nr. 1368 af 7. december 2007 af lov om universiteter (Universities, see Consolidation Act nr. 1368 of 7 December 2007 on universities)
Duitsland
Categorieën
Publiekrechtelijke rechtspersonen
Publiekrechtelijke lichamen, instellingen en stichtingen die zijn opgericht door de centrale overheid, de deelstaten of lokale overheden, met name:
1)
Lichamen
–
Wissenschaftliche Hochschulen und verfasste Studentenschaften – (universities and established student bodies),
–
berufsständige Vereinigungen (Rechtsanwalts-, Notar-, Steuerberater-, Wirtschaftsprüfer-, Architekten-, Ärzte- und Apothekerkammern) – [professional associations representing lawyers, notaries, tax consultants, accountants, architects, medical practitioners and pharmacists],
–
Wirtschaftsvereinigungen (Landwirtschafts-, Handwerks-, Industrie- und Handelskammern, Handwerksinnungen, Handwerkerschaften) – [business and trade associations: agricultural and craft associations, chambers of industry and commerce, craftmen's guilds, tradesmen's associations],
–
Sozialversicherungen (Krankenkassen, Unfall- und Rentenversicherungsträger)– [social security institutions: health, accident and pension insurance funds],
–
kassenärztliche Vereinigungen – (associations of panel doctors),
–
Genossenschaften und Verbände – (cooperatives and other associations).
2)
Instellingen en stichtingen
Niet-bedrijfsmatige en niet-commerciële instellingen die onder staatstoezicht staan en het algemeen belang dienen, met name:
–
Rechtsfähige Bundesanstalten – (Federal institutions having legal capacity),
–
Versorgungsanstalten und Studentenwerke – (pension organisations and students' unions),
–
Kultur-, Wohlfahrts- und Hilfsstiftungen – (cultural, welfare and relief foundations).
Privaatrechtelijke rechtspersonen
Niet-bedrijfsmatige en niet-commerciële instellingen die onder staatstoezicht staan en het algemeen belang dienen, met inbegrip van de "kommunale Versorgungsunternehmen" (gemeentelijke nutsbedrijven):
–
Gesundheitswesen (Krankenhäuser, Kurmittelbetriebe, medizinische Forschungseinrichtungen, Untersuchungs- und Tierkörperbeseitigungsanstalten)– [health: hospitals, health resort establishments, medical research institutes, testing and carcasedisposal establishments],
–
Kultur (öffentliche Bühnen, Orchester, Museen, Bibliotheken, Archive, zoologische und botanische Gärten) – [culture: public theatres, orchestras, museums, libraries, archives, zoological and botanical gardens],
–
Soziales (Kindergärten, Kindertagesheime, Erholungseinrichtungen, Kinderund Jugendheime, Freizeiteinrichtungen, Gemeinschafts- und Bürgerhäuser, Frauenhäuser, Altersheime, Obdachlosenunterkünfte) – [social welfare: nursery schools, children's playschools, resthomes, children's homes, hostels for young people, leisure centres, community and civic centres, homes for battered wives, old people's homes, accommodation for the homeless],
–
Sport (Schwimmbäder, Sportanlagen und -einrichtungen) – [sport: swimming baths, sports facilities],
–
Sicherheit (Feuerwehren, Rettungsdienste) – [safety: fire brigades, other emergency services],
–
Bildung (Umschulungs-, Aus-, Fort- und Weiterbildungseinrichtungen, Volksschulen) [education: training, further training and retraining establishments, adult evening classes],
–
Wissenschaft, Forschung und Entwicklung (Großforschungseinrichtungen, wissenschaftliche Gesellschaften und Vereine, Wissenschaftsförderung) – [science, research and development: large-scale research institutes, scientific societies and associations, bodies promoting science],
–
Entsorgung (Straßenreinigung, Abfall- und Abwasserbeseitigung) – [refuse and garbage disposal services: street cleaning, waste and sewage disposal],
–
Bauwesen und Wohnungswirtschaft (Stadtplanung, Stadtentwicklung, Wohnungsunternehmen soweit im Allgemeininteresse tätig, Wohnraumvermittlung)– [building, civil engineering and housing: town planning, urban development, housing, enterprises (insofar as they operate in the general interest), housing agency services],
–
Wirtschaft (Wirtschaftsförderungsgesellschaften) – (economy: organizations promoting economic development),
–
Friedhofs- und Bestattungswesen – (cemeteries and burial services),
–
Zusammenarbeit mit den Entwicklungsländern (Finanzierung, technische Zusammenarbeit, Entwicklungshilfe, Ausbildung) – [cooperation with developing countries: financing, technical cooperation, development aid, training].
Estland
–
Eesti Kunstiakadeemia;
–
Eesti Muusika- ja Teatriakadeemia;
–
Eesti Maaülikool;
–
Eesti Teaduste Akadeemia;
–
Eesti Rahvusringhaaling;
–
Tagatisfond;
–
Kaitseliit;
–
Keemilise ja Bioloogilise Füüsika Instituut;
–
Eesti Haigekassa;
–
Eesti Kultuurkapital;
–
Notarite Koda;
–
Rahvusooper Estonia;
–
Eesti Rahvusraamatukogu;
–
Tallinna Ülikool;
–
Tallinna Tehnikaülikool;
–
Tartu Ülikool;
–
Eesti Advokatuur;
–
Audiitorkogu;
–
Eesti Töötukassa;
–
Eesti Arengufond;
Categorieën
Andere publiekrechtelijke rechtspersonen of privaatrechtelijke rechtspersonen overeenkomstig artikel 10, lid 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21.7.2007, 15, 76).
Ierland
Instellingen
–
Enterprise Ireland [Marketing, technology and enterprise development]
–
Forfás [Policy and advice for enterprise, trade, science, technology and innovation]
–
Industrial Development Authority
–
FÁS [Industrial and employment training]
–
Health and Safety Authority
–
Bord Fáilte Éireann – [Tourism development]
–
CERT [Training in hotel, catering and tourism industries]
–
Irish Sports Council
–
National Roads Authority
–
Údarás na Gaeltachta – [Authority for Gaelic speaking regions]
–
Teagasc [Agricultural research, training and development]
–
An Bord Bia – [Food industry promotion]
–
Irish Horseracing Authority
–
Bord na gCon – [Greyhound racing support and development]
–
Marine Institute
–
Bord Iascaigh Mhara – [Fisheries Development]
–
Equality Authority
–
Legal Aid Board
–
Forbas [Forbairt]
Categorieën
–
Health Service Executive
–
Ziekenhuizen en soortgelijke publieke instellingen
–
Vocational Education Committees (comités voor beroepsopleiding)
–
Colleges en soortgelijke publieke onderwijsinstellingen
–
Central & Regional Fishery Boards (centrale en regionale raden voor de visserij)
–
Regionale toerismeorganisaties
–
Nationale toezichthoudende en beroepsinstanties (in de sector telecommunicatie, energie, stedenbouw enz.)
–
Diensten die zijn opgericht om bijzondere functies te vervullen of om te voldoen aan de behoeften van diverse overheidssectoren (bv. Healthcare Materials Management Board, Health Sector Employers Agency, Local Government Computer Services Board, Environmental Protection Agency, National Safety Council, Institute of Public Administration, Economic and Social Research Institute, National Standards Authority)
–
Andere publieke instellingen die vallen onder de definitie van publiekrechtelijke instelling.
Griekenland
Categorieën
a)
Overheidsbedrijven en -diensten.
b)
Privaatrechtelijke rechtspersonen die in handen zijn van de overheid of die volgens de toepasselijke bepalingen regelmatig worden gesubsidieerd uit staatsmiddelen ten belope van ten minste 50 % van hun jaarlijkse begroting of waarin de staat een belang heeft van ten minste 51 %.
c)
Privaatrechtelijke rechtspersonen die in handen zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen, lokale overheden ongeacht hun bestuurlijk niveau, met inbegrip van de Griekse centrale vereniging van lokale overheden (K.E.Δ.K.E.), lokale verenigingen van gemeenten, alsook overheidsbedrijven en -diensten, en de onder b) genoemde rechtspersonen, of die volgens de toepasselijke bepalingen of hun eigen statuten regelmatig door hen worden gesubsidieerd ten belope van ten minste 50 % van hun jaarlijkse begroting, of de bovengenoemde rechtspersonen die een belang van ten minste 51 % in die publiekrechtelijke rechtspersonen bezitten.
Spanje
Categorieën
–
Publiekrechtelijke instellingen en entiteiten die onder de "Ley 30/2007, de 30 de octubre, de Contratos del sector público" (Spaanse wetgeving inzake overheidsopdrachten), overeenkomstig artikel 3, vallen, behalve die welke deel uitmaken van de Administración General del Estado (centrale overheid), de Administración de las Comunidades Autónomas (overheid van de autonome regio's) en de Corporaciones Locales (lokale overheid).
–
Entidades Gestoras y Servicios Comunes de la Seguridad Social (bestuurlijke entiteiten en gemeenschappelijke diensten op het gebied van de volksgezondheid en de sociale zekerheid).
Frankrijk
Instellingen
–
Compagnies et établissements consulaires, chambres de commerce et d'industrie (CCI), chambres des métiers et chambres d'agriculture
Categorieën
1)
Nationale publieke instellingen:
–
Académie des Beaux-arts
–
Académie française
–
Académie des inscriptions et belles-lettres
–
Académie des sciences
–
Académie des sciences morales et politiques
–
Banque de France
–
Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement
–
Ecoles d'architecture
–
Imprimerie Nationale
–
Institut national de la consommation
–
Reunion des musées nationaux
–
Thermes nationaux – Aix-les-Bains
–
Ecole Technique professionelle agricole et forestière de Meymac (Corrèze)
–
Ecole de Sylviculture de Crogny
–
Ecole de Viticulture et d'œnologie de la Tour Blanche (Gironde)
–
Groupements d'intérêt public; exemples:
–
Agence EduFrance
–
ODIT France (observation, développement et ingénierie touristique)
–
Agence nationale de lutte contre l'illettrisme
2)
Regionale, departementale of lokale aan de overheid gelieerde instellingen:
–
Collèges
–
Lycées
–
Etablissements publics locaux d'enseignement et de formation professionnelle agricole
–
Etablissements publics hospitaliers (par exemple: l'Hôpital Départemental Dufresne-Sommeiller)
–
Offices publics de l'habitat
3)
Groeperingen van territoriale instellingen:
–
Etablissements publics de coopération intercommunale
–
Institutions interdépartementales et interrégionales
–
Syndicat des transports d'Ile-de-France
Italië
Instellingen
–
Società Stretto di Messina S.p.A.
–
Mostra d'oltremare S.p.A.
–
Ente nazionale per l'aviazione civile - ENAC
–
Società nazionale per l'assistenza al volo S.p.A. - ENAV
–
ANAS S.p.A.
Categorieën
–
Consorzi per le opere idrauliche (consortia for water engineering works)
–
Università statali, gli istituti universitari statali, i consorzi per i lavori interessanti le università (State universities, State university institutes, consortia for university development work)
–
Istituzioni pubbliche di assistenza e di beneficenza (public welfare and benevolent institutions)
–
Istituti superiori scientifici e culturali, osservatori astronomici, astrofisici, geofisici o vulcanologici (higher scientific and cultural institutes, astronomical, astrophysical, geophysical or vulcanological oberservatories)
–
Enti di ricerca e sperimentazione (organizations conducting research and experimental work)
–
Enti che gestiscono forme obbligatorie di previdenza e di assistenza (agencies administering compulsory social security and welfare schemes)
–
Consorzi di bonifica (land reclamation consortia)
–
Enti di sviluppo e di irrigazione (development or irrigation agencies)
–
Consorzi per le aree industriali (associations for industrial areas)
–
Enti preposti a servizi di pubblico interesse (organizations providing services in the public interest)
–
Enti pubblici preposti ad attività di spettacolo, sportive, turistiche e del tempo libero (public bodies engaged in -entertainment, sport, tourism and leisure activities)
–
Enti culturali e di promozione artistica (organizations promoting culture and artistic activities)
Cyprus
–
Αρχή Ραδιοτηλεόρασης Κύπρου
–
Επιτροπή Κεφαλαιαγοράς Κύπρου
–
Επίτροπος Ρυθμίσεως Ηλεκτρονικών Επικοινωνιών και Ταχυδρομείων
–
Ρυθμιστική Αρχή Ενέργειας Κύπρου
–
Εφοριακό Συμβούλιο
–
Συμβούλιο Εγγραφής και Ελέγχου Εργοληπτών
–
Ανοικτό Πανεπιστήμιο Κύπρου
–
Πανεπιστήμιο Κύπρου
–
Τεχνολογικό Πανεπιστήμιο Κύπρου
–
Ένωση Δήμων
–
Ένωση Κοινοτήτων
–
Αναπτυξιακή Εταιρεία Λάρνακας
–
Ταμείο Κοινωνικής Συνοχής
–
Ταμείο Κοινωνικών Ασφαλίσεων
–
Ταμείο Πλεονάζοντος Προσωπικού
–
Κεντρικό Ταμείο Αδειών
–
Αντιναρκωτικό Συμβούλιο Κύπρου
–
Ογκολογικό Κέντρο της Τράπεζας Κύπρου
–
Οργανισμός Ασφάλισης Υγείας
–
Ινστιτούτο Γενετικής και Νευρολογίας
–
Κεντρική Τράπεζα της Κύπρου
–
Χρηματιστήριο Αξιών Κύπρου
–
Οργανισμός Χρηματοδοτήσεως Στέγης
–
Κεντρικός Φορέας Ισότιμης Κατανομής Βαρών
–
Ίδρυμα Κρατικών Υποτροφιών Κύπρου
–
Κυπριακός Οργανισμός Αγροτικών Πληρωμών
–
Οργανισμός Γεωργικής Ασφάλισης
–
Ειδικό Ταμείο Ανανεώσιμων Πηγών Ενέργειας και Εξοικονόμησης Ενέργειας
–
Συμβούλιο Ελαιοκομικών Προϊόντων
–
Οργανισμός Κυπριακής Γαλακτοκομικής Βιομηχανίας
–
Συμβούλιο Αμπελοοινικών Προϊόντων
–
Συμβούλιο Εμπορίας Κυπριακών Πατατών
–
Ευρωπαϊκό Ινστιτούτο Κύπρου
–
Ραδιοφωνικό Ίδρυμα Κύπρου
–
Οργανισμός Νεολαίας Κύπρου
–
Κυπριακόν Πρακτορείον Ειδήσεων
–
Θεατρικός Οργανισμός Κύπρου
–
Κυπριακός Οργανισμός Αθλητισμού
–
Αρχή Ανάπτυξης Ανθρώπινου Δυναμικού Κύπρου
–
Αρχή Κρατικών Εκθέσεων Κύπρου
–
Ελεγκτική Υπηρεσία Συνεργατικών Εταιρειών
–
Κυπριακός Οργανισμός Τουρισμού
–
Κυπριακός Οργανισμός Αναπτύξεως Γης
–
Συμβούλια Αποχετεύσεων (This category refers to the Συμβούλια Αποχετεύσεων established and operating according to the Provisions of the Αποχετευτικών Συστημάτων Νόμου Ν.1(Ι) of 1971)
–
Συμβούλια Σφαγείων (This category refers to the Κεντρικά και Κοινοτικά Συμβούλια Σφαγείων run by local authorities, established and operating according to the provisions of the Σφαγείων Νόμου N.26(Ι) of 2003)
–
Σχολικές Εφορείες (This category refers to the Σχολικές Εφορείες established and operating according to the provisions of the Σχολικών Εφορειών Νόμου N.108 of 2003)
–
Ταμείο Θήρας
–
Κυπριακός Οργανισμός Διαχείρισης Αποθεμάτων Πετρελαιοειδών
–
Ίδρυμα Τεχνολογίας Κύπρου
–
Ίδρυμα Προώθησης Έρευνας
–
Ίδρυμα Ενέργειας Κύπρου
–
Ειδικό Ταμείο Παραχώρησης Επιδόματος Διακίνησης Αναπήρων
–
Ταμείο Ευημερίας Εθνοφρουρού
–
Ίδρυμα Πολιτισμού Κύπρου
Letland
–
Privaatrechtelijke organisaties die hun aankopen doen overeenkomstig "Publisko iepirkumu likuma prasībām"
Litouwen
–
Onderzoeksinstellingen en onderwijsinstellingen (hogeronderwijsinstellingen, instellingen voor wetenschappelijk onderzoek, onderzoekscentra, technologieparken en andere instellingen die zich bezighouden met de evaluatie of organisatie van onderzoek en onderwijs)
–
Onderwijsinstellingen (zoals instellingen voor hoger onderwijs, beroepsonderwijs, algemeen vormend onderwijs, informeel onderwijs, bijzonder onderwijs en kleuterscholen)
–
Culturele instellingen (zoals schouwburgen, musea en bibliotheken)
–
Nationale instellingen voor gezondheidszorg (zoals instellingen voor de individuele gezondheidszorg, instellingen ter bescherming van de volksgezondheid en farmaceutische instellingen)
–
Socialezorginstellingen
–
Instellingen voor lichamelijke opvoeding en sport (zoals sportclubs, sportscholen, sportcentra en sportaccommodaties)
–
Instellingen voor de nationale defensie
–
Instellingen voor milieubescherming
–
Instellingen voor de openbare orde en veiligheid
–
Reddingsdiensten en instellingen voor de burgerbescherming
–
Toerismebureaus (zoals VVV's en dergelijke toeristische diensten)
–
Andere publieke en particuliere personen overeenkomstig de voorwaarden van artikel 4, lid 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten ("Valstybės žinios" (Staatsblad) nr. 84-2000, 1996; nr. 4-102, 2006).
Luxemburg
–
Overheidsinstellingen die onder het toezicht van een lid van de regering ressorteren:
–
Fonds d'Urbanisation et d'Aménagement du Plateau de Kirchberg
–
Fonds de Rénovation de Quatre Ilôts de la Vieille Ville de Luxembourg
–
Fonds Belval
–
Établissements publics placés sous la surveillance des communes (instellingen die onder het toezicht van de gemeenten ressorteren)
–
Syndicats de communes créés en vertu de la loi du 23 février 2001 concernant les syndicats de communes (verenigingen van "gemeenten" die zijn opgericht op grond van de wet van 23 februari 2001 betreffende de verenigingen van "gemeenten")
Hongarije
Instellingen
–
Egyes költségvetési szervek (certain budgetary organs)
–
Az elkülönített állami pénzalapok kezelője (managing bodies of the separate state funds)
–
A közalapítványok (public foundations)
–
A Magyar Nemzeti Bank
–
A Magyar Nemzeti Vagyonkezelő Zrt.
–
A Magyar Fejlesztési Bank Részvénytársaság
–
A Magyar Távirati Iroda Részvénytársaság
–
A közszolgálati műsorszolgáltatók (public service broadcasters)
–
Azok a közműsor-szolgáltatók, amelyek működését többségi részben állami, illetve önkormányzati költségvetésből finanszírozzák (public broadcasters financed, for the most part, from public budget)
–
Az Országos Rádió és Televízió Testület
Categorieën
–
Organisaties die zijn opgericht om te voorzien in behoeften van algemeen belang, die geen bedrijfsmatig of commercieel karakter hebben en die onder toezicht staan van de overheid dan wel grotendeels door de overheid (uit de overheidsbegroting) worden gefinancierd
–
Organisaties die zijn opgericht bij wet waarin hun publieke taken en werkzaamheden zijn vastgesteld, en die onder toezicht staan van de overheid dan wel grotendeels door de overheid (uit de overheidsbegroting) worden gefinancierd
–
Organisaties die door de overheid zijn opgericht om bepaalde van haar basisactiviteiten uit te voeren, en die onder toezicht staan van de overheid
Malta
–
Uffiċċju tal-Prim Ministru (Office of the Prime Minister)
–
Kunsill Malti Għall-Iżvilupp Ekonomiku u Soċjali (Malta Council for Economic and Social Development)
–
Awtorità tax-Xandir (Broadcasting Authority)
–
Industrial Projects and Services Ltd.
–
Kunsill ta' Malta għax-Xjenza u Teknoloġija (Malta Council for Science and Technology)
–
Ministeru tal-Finanzi (Ministry of Finance)
–
Awtorità għas-Servizzi Finanzjarji ta' Malta (Malta Financial Services Authority)
–
Borża ta' Malta (Malta Stock Exchange)
–
Awtorità dwar Lotteriji u l-Loghob (Lotteries and Gaming Authority)
–
Awtorità tal-Istatistika ta' Malta (Malta Statistics Authority)
–
Sezzjoni ta' Konformità mat-Taxxa (Tax Compliance Unit)
–
Ministeru tal-Ġustizzja u l-Intern (Ministry for Justice & Home Affairs)
–
Ċentru Malti tal-Arbitraġġ (Malta Arbitration Centre)
–
Kunsilli Lokali (Local Councils)
–
Ministeru tal-Edukazzjoni, Żgħażagħ u Impjiegi (Ministry of Education, Youth and Employment)
–
Junior College
–
Kulleġġ Malti għall-Arti, Xjenza u Teknoloġija (Malta College of Arts Science and Technology)
–
Università` ta' Malta (University of Malta)
–
Fondazzjoni għall-Istudji Internazzjonali (Foundation for International Studies)
–
Fondazzjoni għall-Iskejjel ta' Għada (Foundation for Tomorrow's Schools)
–
Fondazzjoni għal Servizzi Edukattivi (Foundation for Educational Services)
–
Korporazzjoni tal-Impjieg u t-Taħriġ (Employment and Training Corporation)
–
Awtorità` tas-Saħħa u s-Sigurtà (Occupational Health and Safety Authority)
–
Istitut għalStudji Turistiċi (Institute for Tourism Studies)
–
Kunsill Malti għall-Isport
–
Bord tal-Koperattivi (Cooperatives Board)
–
Pixxina Nazzjonali tal-Qroqq (National Pool tal-Qroqq)
–
Ministeru tat-Turiżmu u Kultura (Ministry for Tourism and Culture)
–
Awtorità Maltija-għat-Turiżmu (Malta Tourism Authority)
–
Heritage Malta
–
Kunsill Malti għall-Kultura u l-Arti (National Council for Culture and the Arts)
–
Ċentru għall-Kreativita fil-Kavallier ta' San Ġakbu (St. James Cavalier Creativity Centre)
–
Orkestra Nazzjonali (National Orchestra)
–
Teatru Manoel (Manoel Theatre)
–
Ċentru tal- Konferenzi tal-Mediterran (Mediterranean Conference Centre)
–
Ċentru Malti għar-Restawr (Malta Centre for Restoration)
–
Sovrintendenza tal-Patrimonju Kulturali (Superintendence of Cultural Heritage)
–
Fondazzjoni Patrimonju Malti
–
Ministeru tal-Kompetittività u l-Komunikazzjoni (Ministry for Competitiveness and Communications)
–
Awtorità` ta' Malta dwar il-Komuikazzjoni (Malta Communications Authority)
–
Awtorità` ta' Malta dwar l-Istandards (Malta Standards Authority)
–
Ministeru tar-Riżorsi u Infrastruttura (Ministry for Resources and Infrastructure)
–
Awtorità` ta' Malta dwar ir-Riżorsi (Malta Resources Authority)
–
Kunsill Konsultattiv dwar l-Industija tal-Bini (Building Industry Consultative Council)
–
Ministeru għal Għawdex (Ministry for Gozo)
–
Ministeru tas-Saħħa, l-Anzjani u Kura fil-Komunità (Ministry of Health, the Elderly and Community Care)
–
Fondazzjoni għas-Servizzi Mediċi (Foundation for Medical Services)
–
Sptar Zammit Clapp (Zammit Clapp Hospital)
–
Sptar Mater Dei (Mater Dei Hospital)
–
Sptar Monte Carmeli (Mount Carmel Hospital)
–
Awtorità dwar il-Mediċini (Medicines Authority)
–
Kumitat tal-Welfare (Welfare Committee)
–
Ministeru għall-Investiment, Industrija u Teknologija ta' Informazzjoni (Ministry for Investment, Industry and Information Technology)
–
Laboratorju Nazzjonali ta' Malta (Malta National Laboratory)
–
MGI/Mimcol
–
Gozo Channel Co. Ltd.
–
Kummissjoni dwar il-Protezzjoni tad-Data (Data Protection Commission)
–
MITTS
–
Sezzjoni tal-Privatizzazzjoni (Privatization Unit)
–
Sezzjoni għan-Negozjati Kollettivi (Collective Bargaining Unit)
–
Malta Enterprise
–
Malta Industrial Parks
–
Ministeru għall-Affarijiet Rurali u l-Ambjent (Ministry for Rural Affairs and the Environment)
–
Awtorità ta' Malta għall-Ambjent u l-Ippjanar (Malta Environment and Planning Authority)
–
Wasteserv Malta Ltd.
–
Ministeru għall-Iżvilupp Urban u Toroq (Ministry for Urban Development and Roads)
–
Ministeru għall-Familja u Solidarjetà Socjali (Ministry for the Family and Social Solidarity)
–
Awtorità tad-Djar (Housing Authority)
–
Fondazzjoni għas-Servizzi Soċjali (Foundation for Social Welfare Services)
–
Sedqa.
–
Appoġġ.
–
Kummissjoni Nazzjonali Għal Persuni b'Diżabilità (National Commission for Disabled Persons)
–
Sapport
–
Ministeru għall-Affarijiet Barranin (Ministry of Foreign Affairs)
–
Istitut Internazzjonali tal-Anzjani (International Institute on Ageing)
Nederland
Instellingen
–
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ministry of the Interior)
–
Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding (Netherlands Institute for the Fire Service and for Combating Emergencies) (NIBRA)
–
Nederlands bureau brandweerexamens (Netherlands Fire Service ExaminationBoard) (NBBE)
–
Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (National Institute for Selection and Education of Policemen) (LSOP)
–
25 afzonderlijke politieregio's – (25 individual police regions)
–
Stichting ICTU (ICTU Foundation)
–
Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (Cooperation Service Police Netherlands)
–
Ministerie van Economische Zaken (Ministry of Economic Affairs)
–
Stichting Syntens – (Syntens)
–
Van Swinden Laboratorium B.V. – (NMi van Swinden Laboratory)
–
Nederlands Meetinstituut B.V. – (NMi Institute for Metrology and Technology)
–
Nederland Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) – (Netherlands Agency for Aerospace Programmes)
–
Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (Netherlands Board of Tourism and Conventions)
–
Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) (Cooperative Body of the provincial governments of the Northern Netherlands)
–
Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (Oost NV) – Development Agency East Netherlands
–
LIOF (Limburg Investment Development Company LIOF)
–
Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) – (NOM Investment Development)
–
Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) – (North Brabant Development Agency)
–
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (Opta) – (Independent Post and Telecommunications Authority)
–
Centraal Bureau voor de Statistiek (Central Bureau of Statistics) (CBS)
–
Energieonderzoek Centrum Nederland – (Energy Research Centre of The Netherlands) (ECN)
–
Stichting PUM (Programma Uitzending Managers) (Netherlands Management Consultants Programme)
–
Stichting Kenniscentrum Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (CSR Netherlands: Centre of Expertise) (MVO)
–
Kamer van Koophandel Nederland (Netherlands Chamber of Commerce)
–
Ministerie van Financiën (Ministry of Finance)
–
De Nederlandse Bank N.V. – (Netherlands Central Bank)
–
Autoriteit Financiële Markten – (Netherlands Authority for the Financial Markets)
–
Pensioen- & Verzekeringskamer – (Pensions and Insurance Supervisory Authority of the Netherlands)
–
Ministerie van Justitie (Ministry of Justice)
–
Stichting Reclassering Nederland (SRN) – (Netherlands Rehabilitation Agency)
–
Stichting VEDIVO – (VEDIVO Agency, Association for Managers in the (Family) Guardianship)
–
Voogdij- en gezinsvoogdij instellingen – (Guardianship and Family Guardianship Institutions)
–
Stichting Halt Nederland (SHN) – (Netherlands Halt (the alternative) Agency)
–
Particuliere Internaten – (Private Boarding Institutions)
–
Particuliere Jeugdinrichtingen – (Penal Institutions for Juvenile Offenders)
–
Schadefonds Geweldsmisdrijven – (Damages Fund for Violent Crimes)
–
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) – (Agency for the Reception of Asylum Seekers)
–
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) – (National Support and Maintenance Agency)
–
Landelijke organisaties slachtofferhulp – (National Victim Compensation Organisations)
–
College Bescherming Persoongegevens – (Netherlands Data Protection Authority
–
Raden voor de Rechtsbijstand – (Legal Assistance Councils)
–
Stichting Rechtsbijstand Asiel – (Asylum Seekers Legal Advice Centres)
–
Stichtingen Rechtsbijstand – (Legal Assistance Agencies)
–
Landelijk Bureau Racismebestrijding (LBR) – (National Bureau against Racial Discrimination)
–
Clara Wichmann Instituut – (Clara Wichmann Institute)
–
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality)
–
Bureau Beheer Landbouwgronden – (Land Management Service)
–
Faunafonds – (Fauna Fund)
–
Staatsbosbeheer – (National Forest Service)
–
Stichting Voorlichtingsbureau voor de Voeding – (Netherlands Bureau for Food and Nutrition Education)
–
Universiteit Wageningen – (Wageningen University and Research Centre)
–
Stichting DLO – (Agricultural Research Department)
–
(Hoofd) productschappen – (Commodity Boards)
–
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ministry of Education, Culture and Science)
De bevoegde autoriteiten van:
–
de openbare of uit de openbare kas bekostigde scholen voor basisonderwijs in de zin van de Wet op het primair onderwijs;
–
de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere scholen voor basisonderwijs in de zin van de Wet op het primair onderwijs;
–
de openbare of uit de openbare kas bekostigde scholen en inrichtingen voor bijzonder en voortgezet onderwijs in de zin van de Wet op de expertisecentra;
–
de openbare of uit de openbare kas bekostigde scholen en inrichtingen voor voortgezet onderwijs in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs;
–
de openbare of uit de openbare kas bekostigde instellingen in de zin van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs;
–
de uit de openbare kas bekostigde universiteiten en instellingen voor hoger onderwijs, de Open Universiteit en de academische ziekenhuizen in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
–
schoolbegeleidingsdiensten in de zin van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra;
–
landelijke pedagogische centra in de zin van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten;
–
omroeporganisaties in de zin van de Mediawet, voor zover deze voor meer dan 50 % door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bekostigd;
–
diensten als bedoeld in de Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten;
–
overige organisaties en instellingen op het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschap die voor meer dan 50 % door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bekostigd.
–
Alle organisaties die voor meer dan 50 % door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bekostigd, bijvoorbeeld:
–
Bedrijfsfonds voor de Pers (BvdP);
–
Commissariaat voor de Media (CvdM);
–
Informatie Beheer Groep (IB-Groep);
–
Koninklijke Bibliotheek (KB);
–
Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW);
–
Vereniging voor Landelijke organen voor beroepsonderwijs (COLO);
–
Nederlands Vlaams Accreditatieorgaan Hoger Onderwijs (NVAO);
–
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst;
–
Fonds voor Amateurkunsten en Podiumkunsten;
–
Fonds voor de scheppende toonkunst;
–
Mondriaanstichting;
–
Nederlands fonds voor de film;
–
Stimuleringsfonds voor de architectuur;
–
Fonds voor Podiumprogrammering- en marketing;
–
Fonds voor de letteren;
–
Nederlands Literair Productie- en Vertalingsfonds;
–
Nederlandse Omroepstichting (NOS);
–
Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderwijs (TNO);
–
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO);
–
Stimuleringsfonds Nederlandse culturele omroepproducties (STIFO);
–
Vervangingsfonds en bedrijfsgezondheidszorg voor het onderwijs (VF);
–
Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs (Nuffic);
–
Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs;
–
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG);
–
Stichting ICT op school;
–
Stichting Anno;
–
Stichting Educatieve Omroepcombinatie (EduCom);
–
Stichting Kwaliteitscentrum Examinering (KCE);
–
Stichting Kennisnet;
–
Stichting Muziekcentrum van de Omroep;
–
Stichting Nationaal GBIF Kennisknooppunt (NL-BIF);
–
Stichting Centraal Bureau voor Genealogie;
–
Stichting Ether Reclame (STER);
–
Stichting Nederlands Instituut Architectuur en Stedenbouw;
–
Stichting Radio Nederland Wereldomroep;
–
Stichting Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL);
–
Stichting tot exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD);
–
Stichting Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt;
–
Stichting Nationaal Restauratiefonds;
–
Stichting Forum voor Samenwerking van het Nederlands Archiefwezen en Documentaire Informatie;
–
Rijksacademie voor Beeldende Kunst en Vormgeving;
–
Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland;
–
Stichting Nederlands Instituut voor Fotografie;
–
Nederlandse Taalunie;
–
Stichting Participatiefonds voor het onderwijs;
–
Stichting Uitvoering Kinderopvangregelingen/Kintent;
–
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF;
–
Stichting Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut;
–
College van Beroep voor het Hoger Onderwijs;
–
Vereniging van openbare bibliotheken NBLC;
–
Stichting Muziekcentrum van de Omroep;
–
Nederlandse Programmastichting;
–
Stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties;
–
Stichting Lezen;
–
Centrum voor innovatie van opleidingen;
–
Instituut voor Leerplanontwikkeling;
–
Landelijk Dienstverlenend Centrum voor studie- en beroepskeuzevoorlichting;
–
Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie;
–
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs;
–
BVE-Raad;
–
Colo, Vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven;
–
Stichting kwaliteitscentrum examinering beroepsonderwijs;
–
Vereniging Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs;
–
Combo, Stichting Combinatie Onderwijsorganisatie;
–
Stichting Financiering Structureel Vakbondsverlof Onderwijs;
–
Stichting Samenwerkende Centrales in het COPWO;
–
Stichting SoFoKles;
–
Europees Platform;
–
Stichting mobiliteitsfonds HBO;
–
Nederlands Audiovisueel Archiefcentrum;
–
Stichting minderheden Televisie Nederland;
–
Stichting Omroep Allochtonen;
–
Stichting Multiculturele Activiteiten Utrecht;
–
School der Poëzie;
–
Nederlands Perscentrum;
–
Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum;
–
Bibliotheek voor varenden;
–
Christelijke bibliotheek voor blinden en slechtzienden;
–
Federatie van Nederlandse Blindenbibliotheken;
–
Nederlandse luister- en braillebibliotheek;
–
Federatie Slechtzienden- en Blindenbelang;
–
Bibliotheek Le Sage Ten Broek;
–
Doe Maar Dicht Maar;
–
ElHizjra;
–
Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten;
–
Fund for Central and East European Bookprojects;
–
Jongeren Onderwijs Media;
–
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ministry of Social Affairs and Employment)
–
Sociale Verzekeringsbank – (Social Insurance Bank)
–
Sociaal Economische Raad (SER) – (Social and Economic Council in the Netherlands)
–
Raad voor Werk en Inkomen (RWI) – (Council for Work and Income)
–
Centrale organisatie voor werk en inkomen – (Central Organisation for Work and Income)
–
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen – (Implementing body for employee insurance schemes)
–
Ministerie van Verkeer en Communicatie (Ministry of Transport, Communications and Public Works)
–
RDW, Dienst Wegverkeer
–
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) – (Air Traffic Control Agency)
–
Nederlandse Loodsencorporatie (NLC) – (Netherlands maritime pilots association)
–
Regionale Loodsencorporatie (RLC) – (Regional maritime pilots association)
–
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment)
–
Kadaster – (Public Registers Agency)
–
Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting – (Central Housing Fund)
–
Stichting Bureau Architectenregister – (Architects Register)
–
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministry of Health, Welfare and Sport)
–
Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (COAR)
–
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) – (Medicines Evaluation Board)
–
Commissies voor gebiedsaanwijzing
–
College sanering ziekenhuisvoorzieningen – (National Board for Redevelopment of Hospital Facilities)
–
Zorgonderzoek Nederland (ZON) – (Health Research and Development Council)
–
Keuringsinstellingen Wet medische hulpmiddelen – (Law on Medical Appliances)
–
N.V. KEMA/Stichting TNO Certification – (KEMA/TNO Certification)
–
College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (CBZ) – (National Board for Hospital Facilities)
–
College voor Zorgverzekeringen (CVZ) – (Health Care Insurance Board)
–
Nationaal Comité 4 en 5 mei – (National 4 and 5 May Committee)
–
Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) – (Pension and Benefit Board)
–
College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) – (Health Service Tariff Tribunal)
–
Stichting Uitvoering Omslagregeling Wet op de Toegang Ziektekostenverzekering (SUO)
–
Stichting tot bevordering van de Volksgezondheid en Milieuhygiëne (SVM) – (Foundation for the Advancement of Public Health and Envireonment)
–
Stichting Facilitair Bureau Gemachtigden Bouw VWS
–
Stichting Sanquin Bloedvoorziening – (Sanquin Blood Supply Foundation)
–
College van Toezicht op de Zorgverzekeringen organen ex artikel 14, lid 2c, Wet BIG (Supervisory Board of Health Care Insurance Committees for registration of professional health care practices)
–
Ziekenfondsen – (Health Insurance Funds)
–
Nederlandse Transplantatiestichting (NTS) – (Netherlands Transplantation Foundation)
–
Regionale Indicatieorganen (RIO's) – (Regional bodies for Need Assessment).
Oostenrijk
–
Alle organen die onderworpen zijn aan het begrotingstoezicht van de "Rechnungshof" (de Rekenkamer), behalve die welke een bedrijfsmatig of commercieel karakter hebben.
Polen
1.
Openbare universiteiten en academische instellingen
–
Uniwersytet w Białymstoku
–
Uniwersytet w Gdańsku
–
Uniwersytet Śląski
–
Uniwersytet Jagielloński w Krakowie
–
Uniwersytet Kardynała Stefana Wyszyńskiego
–
Katolicki Uniwersytet Lubelski
–
Uniwersytet Marii Curie-Skłodowskiej
–
Uniwersytet Łódzki
–
Uniwersytet Opolski
–
Uniwersytet im. Adama Mickiewicza
–
Uniwersytet Mikołaja Kopernika
–
Uniwersytet Szczeciński
–
Uniwersytet Warmińsko-Mazurski w Olsztynie
–
Uniwersytet Warszawski
–
Uniwersytet Rzeszowski
–
Uniwersytet Wrocławski
–
Uniwersytet Zielonogórski
–
Uniwersytet Kazimierza Wielkiego w Bydgoszczy
–
Akademia Techniczno-Humanistyczna w Bielsku-Białej
–
Akademia Górniczo-Hutnicza im, St Staszica w Krakowie
–
Politechnika Białostocka
–
Politechnika Częstochowska
–
Politechnika Gdańska
–
Politechnika Koszalińska
–
Politechnika Krakowska
–
Politechnika Lubelska
–
Politechnika Łódzka
–
Politechnika Opolska
–
Politechnika Poznańska
–
Politechnika Radomska im, Kazimierza Pułaskiego
–
Politechnika Rzeszowska im. Ignacego Łukasiewicza
–
Politechnika Szczecińska
–
Politechnika Śląska
–
Politechnika Świętokrzyska
–
Politechnika Warszawska
–
Politechnika Wrocławska
–
Akademia Morska w Gdyni
–
Wyższa Szkoła Morska w Szczecinie
–
Akademia Ekonomiczna im. Karola Adamieckiego w Katowicach
–
Akademia Ekonomiczna w Krakowie
–
Akademia Ekonomiczna w Poznaniu
–
Szkoła Główna Handlowa
–
Akademia Ekonomiczna im. Oskara Langego we Wrocławiu
–
Akademia Pedagogiczna im. KEN w Krakowie
–
Akademia Pedagogiki Specjalnej Im. Marii Grzegorzewskiej
–
Akademia Podlaska w Siedlcach
–
Akademia Świętokrzyska im. Jana Kochanowskiego w Kielcach
–
Pomorska Akademia Pedagogiczna w Słupsku
–
Akademia Pedagogiczna im. Jana Długosza w Częstochowie
–
Wyższa Szkoła Filozoficzno-Pedagogiczna "Ignatianum" w Krakowie
–
Wyższa Szkoła Pedagogiczna w Rzeszowie
–
Akademia Techniczno-Rolnicza im. J. J. Śniadeckich w Bydgoszczy
–
Akademia Rolnicza im. Hugona Kołłątaja w Krakowie
–
Akademia Rolnicza w Lublinie
–
Akademia Rolnicza im. Augusta Cieszkowskiego w Poznaniu
–
Akademia Rolnicza w Szczecinie
–
Szkoła Główna Gospodarstwa Wiejskiego w Warszawie
–
Akademia Rolnicza we Wrocławiu
–
Akademia Medyczna w Białymstoku
–
Akademia Medyczna imt Ludwika Rydygiera w Bydgoszczy
–
Akademia Medyczna w Gdańsku
–
Śląska Akademia Medyczna w Katowicach
–
Collegium Medicum Uniwersytetu Jagiellońskiego w Krakowie
–
Akademia Medyczna w Lublinie
–
Uniwersytet Medyczny w Łodzi
–
Akademia Medyczna im. Karola Marcinkowskiego w Poznaniu
–
Pomorska Akademia Medyczna w Szczecinie
–
Akademia Medyczna w Warszawie
–
Akademia Medyczna im, Piastów Śląskich we Wrocławiu
–
Centrum Medyczne Kształcenia Podyplomowego
–
Chrześcijańska Akademia Teologiczna w Warszawie
–
Papieski Fakultet Teologiczny we Wrocławiu
–
Papieski Wydział Teologiczny w Warszawie
–
Instytut Teologiczny im. Błogosławionego Wincentego Kadłubka w Sandomierzu
–
Instytut Teologiczny im. Świętego Jana Kantego w Bielsku-Białej
–
Akademia Marynarki Wojennej im. Bohaterów Westerplatte w Gdyni
–
Akademia Obrony Narodowej
–
Wojskowa Akademia Techniczna im. Jarosława Dąbrowskiego w Warszawie
–
Wojskowa Akademia Medyczna im. Gen. Dyw. Bolesława Szareckiego w Łodzi
–
Wyższa Szkoła Oficerska Wojsk Lądowych im. Tadeusza Kościuszki we Wrocławiu
–
Wyższa Szkoła Oficerska Wojsk Obrony Przeciwlotniczej im. Romualda Traugutta
–
Wyższa Szkoła Oficerska im. gen. Józefa Bema w Toruniu
–
Wyższa Szkoła Oficerska Sił Powietrznych w Dęblinie
–
Wyższa Szkoła Oficerska im. Stefana Czarnieckiego w Poznaniu
–
Wyższa Szkoła Policji w Szczytnie
–
Szkoła Główna Służby Pożarniczej w Warszawie
–
Akademia Muzyczna im. Feliksa Nowowiejskiego w Bydgoszczy
–
Akademia Muzyczna im. Stanisława Moniuszki w Gdańsku
–
Akademia Muzyczna im. Karola Szymanowskiego w Katowicach
–
Akademia Muzyczna w Krakowie
–
Akademia Muzyczna im. Grażyny i Kiejstuta Bacewiczów w Łodzi
–
Akademia Muzyczna im, Ignacego Jana Paderewskiego w Poznaniu
–
Akademia Muzyczna im. Fryderyka Chopina w Warszawie
–
Akademia Muzyczna im. Karola Lipińskiego we Wrocławiu
–
Akademia Wychowania Fizycznego i Sportu im. Jędrzeja Śniadeckiego w Gdańsku
–
Akademia Wychowania Fizycznego w Katowicach
–
Akademia Wychowania Fizycznego im. Bronisława Czecha w Krakowie
–
Akademia Wychowania Fizycznego im. Eugeniusza Piaseckiego w Poznaniu
–
Akademia Wychowania Fizycznego Józefa Piłsudskiego w Warszawie
–
Akademia Wychowania Fizycznego we Wrocławiu
–
Akademia Sztuk Pięknych w Gdańsku
–
Akademia Sztuk Pięknych Katowicach
–
Akademia Sztuk Pięknych im, Jana Matejki w Krakowie
–
Akademia Sztuk Pięknych im, Władysława Strzemińskiego w Łodzi
–
Akademia Sztuk Pięknych w Poznaniu
–
Akademia Sztuk Pięknych w Warszawie
–
Akademia Sztuk Pięknych we Wrocławiu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Teatralna im. Ludwika Solskiego w Krakowie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Filmowa, Telewizyjna i Teatralna im, Leona Schillera w Łodzi
–
Akademia Teatralna im. Aleksandra Zelwerowicza w Warszawie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im, Jana Pawła II w Białej Podlaskiej
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Chełmie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Ciechanowie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Elblągu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Głogowie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Gorzowie Wielkopolskim
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im. Ks, Bronisława Markiewicza w Jarosławiu
–
Kolegium Karkonoskie w Jeleniej Górze
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im. Prezydenta Stanisława Wojciechowskiego w Kaliszu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Koninie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Krośnie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im, Witelona w Legnicy
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im, Jana Amosa Kodeńskiego w Lesznie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Nowym Sączu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Nowym Targu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Nysie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im, Stanisława Staszica w Pile
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Płocku
–
Państwowa Wyższa Szkoła Wschodnioeuropejska w Przemyślu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Raciborzu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im, Jana Gródka w Sanoku
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Sulechowie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im, Prof. Stanisława Tarnowskiego w Tarnobrzegu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Tarnowie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa im. Angelusa Silesiusa w Wałbrzychu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa we Włocławku
–
Państwowa Medyczna Wyższa Szkoła Zawodowa w Opolu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Informatyki i Przedsiębiorczości w Łomży
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Gnieźnie
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Suwałkach
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Wałczu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Oświęcimiu
–
Państwowa Wyższa Szkoła Zawodowa w Zamościu
2.
Culturele instellingen van regionale en lokale overheden
3.
Nationale parken
–
Babiogórski Park Narodowy
–
Białowieski Park Narodowy
–
Biebrzański Park Narodowy
–
Bieszczadzki Park Narodowy
–
Drawieński Park Narodowy
–
Gorczański Park Narodowy
–
Kampinoski Park Narodowy
–
Karkonoski Park Narodowy
–
Magurski Park Narodowy
–
Narwiański Park Narodowy
–
Ojcowski Park Narodowy
–
Park Narodowy "Bory Tucholskie"
–
Park Narodowy Gór Stołowych
–
Park Narodowy "Ujście Warty"
–
Pieniński Park Narodowy
–
Poleski Park Narodowy
–
Roztoczański Park Narodowy
–
Słowiński Park Narodowy
–
Świętokrzyski Park Narodowy
–
Tatrzański Park Narodowy
–
Wielkopolski Park Narodowy
–
Wigierski Park Narodowy
–
Woliński Park Narodowy
4.
Openbare scholen voor basis- en voortgezet onderwijs
5.
Openbare radio- en televisieomroepen
–
Telewizja Polska S.A. (Polish TV)
–
Polskie Radio S.A. (Polish Radio)
6.
Openbare musea, schouwburgen, bibliotheken en andere openbare culturele instellingen
–
Muzeum Narodowe w Krakowie
–
Muzeum Narodowe w Poznaniu
–
Muzeum Narodowe w Warszawie
–
Zamek Królewski w Warszawie
–
Zamek Królewski na Wawelu – Państwowe Zbiory Sztuki
–
Muzeum Żup Krakowskich
–
Państwowe Muzeum Auschwitz-Birkenau
–
Państwowe Muzeum na Majdanku
–
Muzeum Stutthof w Sztutowie
–
Muzeum Zamkowe w Malborku
–
Centralne Muzeum Morskie
–
Muzeum "Łazienki Królewskie"
–
Muzeum Pałac w Wilanowie
–
Muzeum Łowiectwa i Jeździectwa w Warszawie
–
Muzeum Wojska Polskiego
–
Teatr Narodowy
–
Narodowy Stary Teatr Kraków
–
Teatr Wielki – Opera Narodowa
–
Filharmonia Narodowa
–
Galeria Zachęta
–
Centrum Sztuki Współczesnej
–
Centrum Rzeźby Polskiej w Orońsku
–
Międzynarodowe Centrum Kultury w Krakowie
–
Instytut im, Adama Mickiewicza
–
Dom Pracy Twórczej w Wigrach
–
Dom Pracy Twórczej w Radziejowicach
–
Instytut Dziedzictwa Narodowego
–
Biblioteka Narodowa
–
Instytut Książki
–
Polski Instytut Sztuki Filmowej
–
Instytut Teatralny
–
Filmoteka Narodowa
–
Narodowe Centrum Kultury
–
Muzeum Sztuki Nowoczesnej w Warszawie
–
Muzeum Historii Polski w Warszawie
–
Centrum Edukacji Artystycznej
7.
Openbare onderzoeksinstellingen, instellingen voor onderzoek en ontwikkeling en andere instellingen voor wetenschappelijk onderzoek
8.
Openbare autonome beheereenheden gezondheidszorg, opgericht door regionale of lokale overheden of verenigingen daarvan
9.
Overige
–
Polska Agencja Informacji i Inwestycji Zagranicznych – (Polish Information and Foreign Investment Agency)
Portugal
–
Institutos públicos sem carácter comercial ou industrial – (Public institutions without commercial or industrial character)
–
Serviços públicos personalizados – (Public services having legal personality)
–
Fundações públicas – (Public foundations)
–
Estabelecimentos públicos de ensino, investigação científica e saúde – (Public institutions for education, scientific research and health)
–
INGA (National Agricultural Intervention and Guarantee Institute/Instituto Nacional de Intervenção e Garantia Agrícola)
–
Instituto do Consumidor – (Institute for the Consumer)
–
Instituto de Meteorologia – (Institute for Meteorology)
–
Instituto da Conservação da Natureza – (Institute for Natural Conservation)
–
Instituto da Agua – (Water Institute)
–
ICEP / Instituto de Comércio Externo de Portugal
–
Instituto do Sangue – (Portuguese Blood Institute)
Roemenië
–
Academia Română (Romanian Academy)
–
Biblioteca Naţională a României (Romanian National Library)
–
Arhivele Naţionale (National Archives)
–
Institutul Diplomatic Român (Romanian Diplomatic Institute)
–
Institutul Cultural Român (Romanian Cultural Institute)
–
Institutul European din România (European Institute of Romania)
–
Institutul de Investigare a Crimelor Comunismului (Investigation Institute of Communism Crimes)
–
Institutul de Memorie Culturală (Institute for Cultural Memory)
–
Agenţia Naţională pentru Programe Comunitare în Domeniul Educaţiei şi Formării Profesionale (National Agency for Education and Training Community Programs)
–
Centrul European UNESCO pentru Invăţământul Superior (UNESCO European Centre for Higher Education)
–
Comisia Naţională a României pentru UNESCO (Romanian National Commission for UNESCO)
–
Societatea Română de Radiodifuziune (Romanian Radio-Broadcasting Company)
–
Societatea Română de Televiziune (Romanian Television Company)
–
Societatea Naţională pentru Radiocomunicaţii (National Radio Communication Company)
–
Centrul Naţional al Cinematografiei (National Cinematography Centre)
–
Studioul de Creaţie Cinematografică (Studio of Cinematography Creation)
–
Arhiva Naţională de Filme (National Film Archive)
–
Muzeul Naţional de Artă Contemporană (National Museum of Contemporary Art)
–
Palatul Naţional al Copiilor (National Children’s Palace)
–
Centrul Naţional pentru Burse de Studii în Străinătate (National Centre for Scholarships Abroad)
–
Agenţia pentru Sprijinirea Studenţilor (Agency for Student Support)
–
Comitetul Olimpic şi Sportiv Român (Romanian Olympic and Sports Committee)
–
Agenţia pentru Cooperare Europeană în domeniul Tineretului (EUROTIN) (Agency for Youth European Cooperation)
–
Agenţia Naţională pentru Sprijinirea Iniţiativelor Tinerilor (ANSIT) (National Agency for Supporting Youth Initiatives)
–
Institutul Naţional de Cercetare pentru Sport (National Research Institute for Sports)
–
Consiliul Naţional pentru Combaterea Discriminării (National Council for Combating Discrimination)
–
Secretariatul de Stat pentru Problemele Revoluţionarilor din Decembrie 1989 (State Secretariat for December 1989 Revolutionaries Problems)
–
Secretariatul de Stat pentru Culte (State Secretariat for Cults)
–
Agenţia Naţională pentru Locuinţe (National Agency for Housing)
–
Casa Naţională de Pensii şi alte Drepturi de Asigurări Sociale (National House of Pension and Other Social Insurance Right)
–
Casa Naţională de Asigurări de Sănătate (National House of Health Insurance)
–
Inspecţia Muncii (Labor Inspection)
–
Oficiul Central de Stat pentru Probleme Speciale (Central State Office for Special Problems)
–
Inspectoratul General pentru Situaţii de Urgenţă (General Inspectorate for Emergency Situations)
–
Agenţia Naţională de Consultanţă Agrícola (National Agency for Agricultural Counseling)
–
Agenţia Naţională pentru Ameliorare şi Reproducţie în Zootehnie (National Agency for Improvement and Zoo-technical Reproduction)
–
Laboratorul Central pentru Carantină Fitosanitară (Central Laboratory of Phytosanitary Quarantine)
–
Laboratorul Central pentru Calitatea Seminţelor şi a Materialului Săditor (Central Laboratory for Seeds and Planting Material Quality)
–
Insitutul pentru Controlul produselor Biologice şi Medicamentelor de Uz Veterinar (Institute for the Control of Veterinary Biological Products and Medicine)
–
Institutul de Igienă şi Sănătate Publică şi Veterinară (Hygiene Institute of Veterinary Public Health)
–
Institutul de Diagnostic şi Sănătate Animală (Institute for Diagnosis and Animal Health)
–
Institutul de Stat pentru Testarea şi Inregistrarea Soiurilor (State Institute for Variety Testing and Registration)
–
Banca de Resurse GeneticeVegetale (Vegetal Genetically Resources Bank)
–
Agenţia Naţională pentru Dezvoltarea şi Implementarea Programelor de Reconstrucţie a Zonele Miniere (National Agency for the Development and the Implementation of the Mining Regions Reconstruction Programs)
–
Agenţia Naţională pentru Substanţe şi Preparate Chimice Periculoase (National Agency for Dangerous Chemical Substances)
–
Agenţia Naţională de Controlul Exporturilor Strategice şi al Interzicerii Armelor Chimice (National Agency for the Control of Strategic Exports and Prohibition of Chemical Weapons)
–
Administraţia Rezervaţiei Biosferei "Delta Dunării" Tulcea (Administration for Natural Biosphere Reservation "Danube-Delta" Tulcea)
–
Regia Naţională a Pădurilor (ROMSILVA) (National Forests Administration)
–
Administraţia Naţională a Rezervelor de Stat (National Administration of State Reserves)
–
Administraţia Naţională Apele Române (National Administration of Romanian Waters)
–
Administraţia Naţională de Meteorologie (National Administration of Meteorology)
–
Comisia Naţională pentru Reciclarea Materialelor (National Commission for Materials Recycling)
–
Comisia Naţională pentru Controlul Activităţilor Nucleare (National Commission for Nuclear Activity Control)
–
Agenţia Manageriala de Cercetare Stiinţifică, Inovare şi Transfer Tehnologic (Managerial Agency for Scientific Research, Innovation and Technology Transfer- AMCSIT)
–
Oficiul pentru Administrare şi Operare al Infrastructurii de Comunicaţii de Date "RoEduNet" (Office for Administration and Operation of Data Communication Network – RoEduNe)
–
Inspecţia de Stat pentru Controlul Cazanelor, Recipientelor sub Presiune şi Instalaţiilor de Ridicat (State Inspection for the Control of Boilers, Pressure Vessels and Hoisting Equipment)
–
Centrul Român pentru Pregătirea şi Perfecţionarea Personalului din Transporturi Navale (Romanian Centre for Instruction and Training of Personnel Engaged in Naval Transport)
–
Inspectoratul Navigaţiei Civile (INC) (Inspectorate for Civil Navigation)
–
Regia Autonomă Registrul Auto Român (Autonomous Public Service Undertaking - Romanian Auto Register)
–
Agenţia Spaţială Română (Romanian Space Agency)
–
Scoala Superioară de Aviaţie Civilă (Superior School of Civil Aviation)
–
Aeroclubul României (Romanian Air-club)
–
Centrul de Pregătire pentru Personalul din Industrie Buşteni (Training Centre for Industry Personnel Busteni)
–
Centrul Român de Comerţ Exterior (Romanian Centre for Foreign Trade)
–
Centrul de Formare şi Management Bucureşti (Management and Formation Centre for Commerce Bucharest)
–
Agenţia de Cercetare pentru Tehnică şi Tehnologii militare (Research Agency for Military Techniques and Technology)
–
Asociaţia Română de Standardizare (ASRO) (Romanian Association of Standardization)
–
Asociaţia de Acreditare din România (RENAR) (Romanian Accreditation Association)
–
Comisia Naţională de Prognoză (CNP) (National Commission for Prognosis)
–
Institutul Naţional de Statistică (INS) (National Institute for Statistics)
–
Comisia Naţională a Valorilor Mobiliare (CNVM) (National Commission for Transferable Securities)
–
Comisia de Supraveghere a Asigurărilor (CSA) (Insurance Supervisory Commission)
–
Comisia de Supraveghere a Sistemului de Pensii Private (Supervisory Commission of Private Pensions System)
–
Consiliul Economic şi Social (CES) (Economic and Social Council)
–
Agenţia Domeniilor Statului (Agency of State Domains)
–
Oficiul Naţional al Registrului Comerţului (National Trade Register Office)
–
Autoritatea pentru Valorificarea Activelor Statului (AVAS) (Authority for State Assets Recovery)
–
Consiliul Naţional pentru Studierea Arhivelor Securităţii (National Council for Study of the Security Archives)
–
Avocatul Poporului (Peoples’ Attorney)
–
Institutul Naţional de Administraţie (INA) (National Institute of Administration)
–
Inspectoratul Naţional pentru Evidenţa Persoanelor (National Inspectorate for Personal Records)
–
Oficiul de Stat pentru Invenţii şi Mărci (OSIM) (State Office for Inventions and Trademarks)
–
Oficiul Român pentru Drepturile de Autor (ORDA) (Romanian Copyright Office)
–
Oficiul Naţional al Monumentelor Istorice (National Office for Historical Monuments)
–
Oficiul Naţional de Prevenire şi Combatere a Spălării banilor (ONPCSB) (National Office for Preventing and Combating Money Laundering)
–
Biroul Român de Metrologie Legală (Romanian Bureau of Legal Metrology)
–
Inspectoratul de Stat în Construcţii (State Inspectorate for Constructions)
–
Compania Naţională de Investiţii (National Company for Investments)
–
Compania Naţională de Autostrăzi şi Drumuri Naţionale (Romanian National Company of Motorways and National Roads)
–
Agenţia Naţională de Cadastru şi Publicitate Imobiliară (National Agency for Land Registering and Real Estate Advertising)
–
Administraţia Naţională a Imbunătăţirilor Funciare (National Administration of Land Improvements)
–
Garda Financiară (Financial Guard)
–
Garda Naţională de Mediu (National Guard for Environment)
–
Institutul Naţional de Expertize Criminalistice (National Institute for Criminological Expertise)
–
Institutul Naţional al Magistraturii (National Institute of Magistracy)
–
Scoala Nationala de Grefieri (National School for Court Clerks)
–
Administraţia Generală a Penitenciarelor (General Administration of Penitentiaries)
–
Oficiul Registrului Naţional al Informaţiilor Secrete de Stat (The National Registry Office for Classified Information (ORNISS)
–
Autoritatea Naţională a Vămilor (National Customs Authority)
–
Banca Naţională a României (National Bank of Romania)
–
Regia Autonomă "Monetăria Statului" (Autonomous Public Service Undertaking "State Mint of Romania")
–
Regia Autonomă "Imprimeria Băncii Naţionale" (Autonomous Public Service Undertaking "Printing House of the National Bank")
–
Regia Autonomă "Monitorul Oficial" (Autonomous Public Service Undertaking "Official Gazette")
–
Oficiul Naţional pentru Cultul Eroilor (National Office for Heroes Cult)
–
Oficiul Român pentru Adopţii (Romanian Adoption Office)
–
Oficiul Român pentru Imigrări (Romanian Emigration Office)
–
Compania Naţională "Loteria Română" (National Company "Romanian Lottery")
–
Compania Naţională "ROMTEHNICA" (National Company "ROMTEHNICA")
–
Compania Naţională "ROMARM" (National Company "ROMARM")
–
Agenţia Naţională pentru Romi (National Agency for Roms)
–
Agenţia Naţională de Presă "ROMPRESS" (National News Agency "ROMPRESS")
–
Regia Autonomă "Administraţia Patrimoniului Protocolului de Stat" (Autonomous Public Service Undertaking "Administration of State Patrimony and Protocol")
–
Institute şi Centre de Cercetare (Research Institutes and Centers)
–
Institute şi Centre de Cercetare (Research Institutes and Centers)
–
Instituţii de Invăţământ de Stat (Education States Institutes)
–
Universităţi de Stat (State Universities)
–
Muzee (Museums)
–
Biblioteci de Stat (State Libraries)
–
Teatre de Stat, Opere, Operete, filarmonica, centre şi case de Cultură, (State Theaters, Operas, Philharmonic Orchestras, Cultural houses and Centers)
–
Reviste (Magazines)
–
Edituri (Publishing Houses)
–
Inspectorate Scolare, de Cultură, de Culte (School, Culture and Cults Inspectorates)
–
Complexuri, Federaţii şi Cluburi Sportive (Sport Federations and Clubs)
–
Spitale, Sanatorii, Policlinici, Dispensare, Centre Medicale, Institute medico-Legale, Staţii Ambulanţă (Hospitals, sanatoriums, Clinics, Medical Units, Legal-Medical Institutes, Ambulance Stations)
–
Unităţi de Asistenţă Socială (Social Assistance Units)
–
Tribunale (Courts)
–
Judecătorii (Law Judges)
–
Curţi de Apel (Appeal Courts)
–
Penitenciare (Penitentiaries)
–
Parchetele de pe lângă Instanţele Judecătoreşti (Prosecutor's Offices)
–
Unităţi Militare (Military Units)
–
Instanţe Militare (Military Courts)
–
Inspectorate de Poliţie (Police Inspectorates)
–
Centre de Odihnă (Resting Houses)
Slovenië
–
Javni zavodi s področja vzgoje, izobraževanja ter športa (Public institutes in the area of child care, education and sport)
–
Javni zavodi s področja zdravstva (Public institutes in the area of health care)
–
Javni zavodi s področja socialnega varstva (Public institutes in the area of social security)
–
Javni zavodi s področja kulture (Public institutes in the area of culture)
–
Javni zavodi s področja raziskovalne dejavnosti (Public institutes in the area of science and research)
–
Javni zavodi s področja kmetijstva in gozdarstva (Public institutes in the area of agriculture and forestry)
–
Javni zavodi s področja okolja in prostora (Public institutes in the area of environment and spatial planning)
–
Javni zavodi s področja gospodarskih dejavnosti (Public institutes in the area of economic activities)
–
Javni zavodi s področja malega gospodarstva in turizma (Public institutes in the area of small enterprises and tourism)
–
Javni zavodi s področja javnega reda in varnosti (Public institutes in the area of public order and security)
–
Agencije (Agencies)
–
Skladi socialnega zavarovanja (Social security funds)
–
Javni skladi na ravni države in na ravni občin (Public funds at the level of the central government and local communities)
–
Družba za avtoceste v RS (Motorway Company in the Republic of Slovenia)
–
Organisaties die door de centrale overheid of lokale organen zijn opgericht en onder de begroting van de Republiek Slovenië of van lokale overheden vallen
–
Andere rechtspersonen die vallen onder de definitie van overheidslichaam in ZJN-2, artikel 3, lid 2
Slowakije
–
Rechtspersonen die op grond van bepaalde wetgeving of bestuursrechtelijke maatregelen zijn opgericht of gecreëerd om te voorzien in behoeften van algemeen belang, die geen bedrijfsmatig of commercieel karakter hebben en die tegelijk aan ten minste een van de volgende voorwaarden voldoen:
–
zij worden geheel of gedeeltelijk gefinancierd door een aanbestedende dienst, d.w.z. een dienst van de centrale overheid, gemeente of regio dan wel een andere rechtspersoon, die tegelijk voldoet aan de voorwaarden van artikel 1, lid 9, onder a), b) of c), van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad;
–
zij worden beheerd door of staan onder toezicht van een aanbestedende dienst, d.w.z. een dienst van de centrale overheid, gemeente of regio dan wel een andere publiekrechtelijke instelling, die tegelijk voldoet aan de voorwaarden van artikel 1, lid 9, onder a), b) of c), van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad;
–
een aanbestedende dienst, d.w.z. een dienst van de centrale overheid, gemeente of regio dan wel een andere rechtspersoon, die tegelijk voldoet aan de voorwaarden van artikel 1, lid 9, onder a), b) of c), van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, benoemt of kiest meer dan de helft van de leden van het leidinggevend of toezichthoudend orgaan ervan.
Het gaat bij dergelijke personen om publiekrechtelijke instellingen die activiteiten verrichten in het kader van bijvoorbeeld:
–
Wet nr. 532/2010 inzake de Slowaakse radio en televisie;
–
Wet nr. 581/2004 inzake ziektekostenverzekeraars, als gewijzigd bij Wet nr. 719/2004 op de publieke ziektekostenverzekering overeenkomstig Wet nr. 580/2004 inzake de ziektekostenverzekering als gewijzigd bij Wet nr. 718/2004;
–
Wet nr. 121/2005 waarbij de geconsolideerde Wet nr. 461/2003 op de sociale verzekering, als gewijzigd, is gepubliceerd.
Finland
Publieke of onder toezicht van de overheid staande organen en ondernemingen, behalve die welke een commercieel of bedrijfskarakter hebben.
Zweden
Alle niet-commerciële organen waarvan de overheidsopdrachten onderworpen zijn aan het toezicht van de Zweedse mededingingsautoriteit, met inbegrip van bijvoorbeeld:
–
Nordiska Museet (Nordic Museum)
–
Tekniska Museet (National Museum of Science and Technology)
Verenigd Koninkrijk
Instellingen
–
Design Council
–
Health and Safety Executive
–
National Research Development Corporation
–
Public Health Laboratory Service Board
–
Advisory, Conciliation and Arbitration Service
–
Commission for the New Towns
–
National Blood Authority
–
National Rivers Authority
–
Scottish Enterprise
–
Ordnance Survey
–
Financial Services Authority
Categorieën
–
Gesubsidieerde scholen
–
Universiteiten en colleges die grotendeels worden gefinancierd door andere aanbestedende diensten
–
Nationale musea
–
Research Councils (raden belast met de bevordering van onderzoek)
–
Fire Authorities (brandweer)
–
National Health Service Strategic Health Authorities (autoriteiten voor het gezondheidsbeleid van de National Health Service)
–
Police Authorities (politiediensten)
–
New Town Development Corporations (verenigingen voor de ontwikkeling van nieuwe steden)
–
Urban Development Corporations (verenigingen voor stadsontwikkeling)
Kroatië
–
Agency Alan d.o.o.
–
APIS IT d.o.o – Information Systems and Information Technologies Support Agency
–
National Folk Dance Ensemble of Croatia "Lado"
–
CARnet (Croatian Academic and Research Network)
–
Help and care centres
–
Social welfare centres
–
Social care homes
–
Health care centres
–
State archives
–
State Institute for Nature Protection
–
Fund for Financing the Decommissioning of the Krško Nuclear Power Plant and the Disposal of NEK Radioactive Waste and Spent Nuclear Fuel
–
Fund for Indemnification of Seized Property
–
Fund for Reconstruction and Development of Vukovar
–
Fund for Professional Rehabilitation and Employment of People with Disabilities
–
Environmental Protection and Energy Efficiency Fund
–
Croatian Academy of Science and Arts
–
Croatian Bank for Reconstruction and Development
–
Hrvatska kontrola zračne plovidbe d.o.o. (Croatia Control Ltd.)
–
Hrvatska lutrija d.o.o. (Croatian Lottery)
–
Croatian Heritage Foundation
–
Croatian Chamber of Agriculture
–
Croatian Radio Television
–
Croatian Association of Technological Culture
–
Croatian Audiovisual Centre
–
Croatian Centre for Horse Breeding – State Stud Farms Đakovo and Lipik
–
Croatian Centre for Agriculture, Food and Rural Affairs
–
Croatian Mine Action Centre
–
Croatian Memorial-Documentation Centre of the Homeland War
–
Croatian Olympic Committee
–
Croatian Energy Market Operator
–
Croatian Paralympic Committee
–
Croatian Register of Shipping
–
Croatian Conservation Institute
–
Croatian Deaf Sport Federation
–
Croatian Institute of Emergency Medicine
–
Croatian National Institute of Public Health
–
Croatian Institute for Mental Health
–
Croatian Institute for Pension Insurance
–
Croatian Standards Institute
–
Croatian Institute for Telemedicine
–
Croatian Institute for Toxicology and Anti-doping
–
Croatian National Institute of Transfusion Medicine
–
Croatian Employment Service
–
Croatian Institute for Health Protection and Safety at Work
–
Croatian Institute for Health Insurance
–
Croatian Institute for Health Insurance of Occupational Health
–
Jadrolinija (shipping company)
–
Public Institution Croatian Olympic Centre
–
Higher education public institutions
–
National parks public institutions
–
Nature parks public institutions
–
Public scientific institutes
–
Theatres, museums, galleries, libraries and other institutions in the field of culture established by the Republic of Croatia or local and regional self-government units
–
Penitentiaries
–
Clinical hospitals
–
Clinical hospital centres
–
Clinics
–
"Miroslav Krleža" Institute of Lexicography
–
Port Authorities
–
Sanatoriums
–
Pharmacies founded by the units of regional self-government
–
Matica hrvatska (Matrix Croatia)
–
International Centre for Underwater Archaeology
–
National and University Library
–
National Foundation for Support to the Pupil and Student Standard of Living
–
National Foundation for Civil Society Development
–
National Foundation for Science, Higher Education and Technological Development of the Republic of Croatia
–
National Centre for External Evaluation of Education
–
National Council for Higher Education
–
National Council for Science
–
Official Gazette (Narodne novine d.d.)
–
Educational/correctional institutes
–
Educational institutions founded by the Republic of Croatia or units of local and regional selfgovernment
–
General hospitals
–
Plovput d.o.o. (State-owned company in charge of safety of navigation)
–
Polyclinics
–
Special hospitals
–
Central Register of Insured Persons
–
University Computing Centre
–
Sports associations
–
Sports federations
–
Emergency medical treatment institutions
–
Palliative care institutions
–
Health care institutions
–
Foundation of Police Solidarity
–
Prisons
–
Institute for the Restoration of Dubrovnik
–
Institute for Seed and Seedlings
–
Public health institutes
–
Aeronautical Technical Centre (Zrakoplovno – tehnički centar d.d.)
–
County road administrations
–
Center for Monitoring business activities in the energy sector and investments
____________
BIJLAGE 9-C
nutsbedrijven en andere entiteiten
die opdrachten plaatsen overeenkomstig
de bepalingen van deze overeenkomst
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
Goederen (gespecificeerd in bijlage 9-D)
Drempelwaarde:
400 000 SDR
Diensten (gespecificeerd in bijlage 9-E)
Drempelwaarde:
400 000 SDR
Bouwnijverheid (gespecificeerd in bijlage 9-F)
Drempelwaarde:
5 000 000 SDR
Lijst van entiteiten:
Accounting and Corporate Regulating Authority
Agency for Science, Technology and Research
Agri-Food & Veterinary Authority
Board of Architects
Building and Construction Authority
Casino Regulatory Authority
Central Provident Fund Board
Civil Aviation Authority of Singapore
Civil Service College
Competition Commission of Singapore
Council for Estate Agents
Council for Private Education
Economic Development Board
Energy Market Authority
Health Promotion Board
Health Sciences Authority
Hotels Licensing Board
Housing and Development Board
Info–communications Development Authority of Singapore
Inland Revenue Authority of Singapore
Institute of Southeast Asian Studies
Institute of Technical Education
International Enterprise Singapore
Intellectual Property Office of Singapore
Land Transport Authority of Singapore
Jurong Town Corporation
Maritime and Port Authority of Singapore
Media Development Authority
Monetary Authority of Singapore
Nanyang Technological University
Nanyang Polytechnic
National Arts Council
National Environment Agency
National Heritage Board
National Library Board
National Parks Board
National University of Singapore
Ngee Ann Polytechnic
Preservation of Monuments Board
Professional Engineers Board
Public Transport Council
Public Utilities Board2
Republic Polytechnic
Science Centre Board
Sentosa Development Corporation
Singapore Corporation of Rehabilitative Enterprises
Singapore Examinations and Assessment Board
Singapore Land Authority
Singapore Nursing Board
Singapore Polytechnic
Singapore Sports Council
Singapore Tourism Board
Singapore Workforce Development Agency
Standards, Productivity and Innovation Board
Temasek Polytechnic
Traditional Chinese Medicine Practioners Board
Urban Redevelopment Authority
Aantekeningen bij bijlage 9-C:
1.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op enige aanbesteding door een entiteit die onder de overeenkomst valt namens een entiteit die niet onder de overeenkomst valt.
2.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op enige aanbesteding voor goederen of diensten verricht door de Public Utilities Board (nationaal wateragentschap van Singapore) wanneer die aanbesteding:
a)
de efficiënte, doelmatige en betrouwbare voorziening van water ten doel heeft ingeval de watervoorziening of bijbehorende infrastructuur van Singapore te kampen heeft met onverwachte moeilijkheden, bijvoorbeeld bij lange perioden van droog weer, verontreiniging van het water of de bijbehorende infrastructuur, of onregelmatigheden in de invoer van water naar Singapore; of
b)
geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de bouw, de uitbreiding of het herstel van waterinfrastructuur die zich buiten het grondgebied van Singapore bevindt, maar die wordt gebruikt of betrokken is bij de watervoorziening van Singapore.
Deel 2
Verbintenissen van de Unie
Goederen (gespecificeerd in bijlage 9-D)
Drempelwaarde:
400 000 SDR
Diensten (gespecificeerd in bijlage 9-E)
Drempelwaarde:
400 000 SDR
Werken (gespecificeerd in bijlage 9-F)
Drempelwaarde:
5 000 000 SDR
Alle aanbestedende diensten waarvan de aanbestedingen vallen onder de EU-richtlijn nutsbedrijven, die aanbestedende instanties (bijvoorbeeld die welke onder de bijlagen 9A of 9B vallen) of overheidsbedrijven zijn en een of meer van de volgende activiteiten verrichten:
a)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van drinkwater, of de drinkwatertoevoer aan die netten;
b)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van elektriciteit, of de elektriciteitstoevoer aan die netten;
c)
de beschikbaarstelling van luchthaven- of andere aanlandingsfaciliteiten voor vervoer door de lucht;
d)
de beschikbaarstelling van zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten voor vervoer over zee of over de binnenwateren;
e)
de beschikbaarstelling of exploitatie van netten van openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per metro, geautomatiseerd systeem, tram, trolleybus, bus of kabel; of
f)
de beschikbaarstelling of exploitatie van netten van openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per trein.
Indicatieve lijsten van aanbestedende diensten en overheidsbedrijven die aan de hiervoor vermelde criteria voldoen, zijn bijgevoegd.
Aantekeningen bij bijlage 9-C:
1.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op opdrachten voor het verrichten van een hiervoor vermelde activiteit, wanneer er sprake is van concurrentie vanuit de markt.
2.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op opdrachten van aanbestedende diensten die in deze bijlage zijn opgenomen:
–
voor de aankoop van water en voor de levering van energie of brandstoffen voor de productie van energie;
–
voor andere doeleinden dan de uitvoering van hun activiteiten als omschreven in deze bijlage of voor de uitvoering van dergelijke activiteiten in een land buiten de Europese economische ruimte; of
–
ten behoeve van de wederverkoop of de verhuur aan derden, indien de aanbestedende dienst geen bijzonder of exclusief recht heeft op de verkoop of verhuur van het onderwerp van de opdracht en dit door andere diensten vrijelijk kan worden verkocht of verhuurd onder dezelfde voorwaarden als door de aanbestedende dienst.
3.
De toevoer van drinkwater of elektriciteit naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende instantie dan de aanbestedende diensten wordt niet als een onder a) of b) van deze bijlage bedoelde activiteit beschouwd, wanneer:
–
de productie van drinkwater of elektriciteit door de betrokken dienst geschiedt omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere dan de onder a) tot en met f) van deze bijlage bedoelde activiteit; en
–
de toevoer aan het openbare net uitsluitend afhangt van het eigen verbruik van de dienst en niet meer heeft bedragen dan 30 % van de totale drinkwater- of energieproductie van de dienst, berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar.
4.
a)
Mits aan de onder b) vermelde voorwaarden is voldaan, is deze overeenkomst niet van toepassing op opdrachten:
i)
die een aanbestedende dienst bij een met hem verbonden onderneming plaatst, of
ii)
die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit verscheidene aanbestedende diensten voor de uitoefening van de onder a) tot en met f) van deze bijlage bedoelde activiteiten, bij een met een van deze aanbestedende diensten verbonden onderneming plaatst.
b)
Punt 4, onder a), is van toepassing op opdrachten voor diensten of leveringen mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze verbonden onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten of leveringen heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten of leveringen aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is.
5.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op opdrachten:
a)
die een gemeenschappelijke onderneming, bestaande uit verscheidene aanbestedende diensten die uitsluitend voor de uitoefening van de onder a) tot en met f) van deze bijlage bedoelde activiteiten is opgericht, bij een van deze aanbestedende diensten plaatst; of
b)
die een aanbestedende dienst plaatst bij een dergelijke gemeenschappelijke onderneming waar zijzelf deel van uitmaakt, mits die gemeenschappelijke onderneming is opgericht om de betrokken activiteit uit te oefenen gedurende een periode van ten minste drie jaar en het instrument tot oprichting van die gemeenschappelijke onderneming bepaalt dat de aanbestedende diensten waaruit zij bestaat, daar voor ten minste dezelfde termijn deel van zullen uitmaken.
Indicatieve lijst van aanbestedende instanties en overheidsbedrijven
die voldoen aan de criteria van bijlage 9C
I.
Productie, transport of distributie van drinkwater
België
–
Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten
–
Société Wallonne des Eaux
–
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
Bulgarije
–
"Тузлушка гора" – ЕООД, Антоново
–
"В И К – Батак" – ЕООД, Батак
–
"В и К – Белово" – ЕООД, Белово
–
"Водоснабдяване и канализация Берковица" – ЕООД, Берковица
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Благоевград
–
"В и К – Бебреш" – ЕООД, Ботевград
–
"Инфрастрой" – ЕООД, Брацигово
–
"Водоснабдяване" – ЕООД, Брезник
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕАД, Бургас
–
"Лукойл Нефтохим Бургас" АД, Бургас
–
"Бързийска вода" – ЕООД, Бързия
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Варна
–
"ВиК" ООД, к.к. Златни пясъци
–
"Водоснабдяване и канализация Йовковци" – ООД, Велико Търново
–
"Водоснабдяване, канализация и териториален водоинженеринг" – ЕООД, Велинград
–
"ВИК" – ЕООД, Видин
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Враца
–
"В И К" – ООД, Габрово
–
"В И К" – ООД, Димитровград
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Добрич
–
"Водоснабдяване и канализация – Дупница" – ЕООД, Дупница
–
ЧПСОВ, в.с. Елени
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Исперих
–
"Аспарухов вал" ЕООД, Кнежа
–
"В И К – Кресна" – ЕООД, Кресна
–
"Меден кладенец" – ЕООД, Кубрат
–
"ВИК" – ООД, Кърджали
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Кюстендил
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Ловеч
–
"В и К – Стримон" – ЕООД, Микрево
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Монтана
–
"Водоснабдяване и канализация – П" – ЕООД, Панагюрище
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Перник
–
"В И К" – ЕООД, Петрич
–
"Водоснабдяване, канализация и строителство" – ЕООД, Пещера
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Плевен
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Пловдив
–
"Водоснабдяване–Дунав" – ЕООД, Разград
–
"ВКТВ" – ЕООД, Ракитово
–
ЕТ "Ердуван Чакър", Раковски
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Русе
–
"Екопроект-С" ООД, Русе
–
"УВЕКС" – ЕООД, Сандански
–
"ВиК-Паничище" ЕООД, Сапарева баня
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕАД, Свищов
–
"Бяла" – ЕООД, Севлиево
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Силистра
–
"В и К" – ООД, Сливен
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Смолян
–
"Софийска вода" – АД, София
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, София
–
"Стамболово" – ЕООД, Стамболово
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Стара Загора
–
"Водоснабдяване и канализация-С" – ЕООД, Стрелча
–
"Водоснабдяване и канализация – Тетевен" – ЕООД, Тетевен
–
"В и К – Стенето" – ЕООД, Троян
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Търговище
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Хасково
–
"Водоснабдяване и канализация" – ООД, Шумен
–
"Водоснабдяване и канализация" – ЕООД, Ямбол
Tsjechische Republiek
Alle aanbestedende diensten in de sectoren die waterbeheerdiensten verlenen als bedoeld in afdeling 4, lid 1, onder d) en e), van Wet nr. 137/2006 inzake overheidsopdrachten.
Bijvoorbeeld:
–
Veolia Voda Česká Republika, a.s.
–
Pražské vodovody a kanalizace, a.s.
–
Severočeská vodárenská společnost a.s.
–
Severomoravské vodovody a kanalizace Ostrava a.s.
–
Ostravské vodárny a kanalizace a.s.Severočeská vodárenská společnost a.s.
Denemarken
–
Waterleveringsentiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 3, van de lov om vandforsyning m.v., zie Geconsolideerde Wet nr. 71 van 17 januari 2007.
Duitsland
–
Entiteiten die water produceren of distribueren overeenkomstig de Eigenbetriebsverordnungen of Eigenbetriebsgesetze van de Länder (openbare nutsbedrijven).
–
Entiteiten die water produceren of distribueren overeenkomstig de Gesetze über die kommunale Gemeinschaftsarbeit oder Zusammenarbeit van de Länder.
–
Entiteiten die water produceren overeenkomstig het Gesetz über Wasser- und Bodenverbände van 12 februari 1991, als laatstelijk gewijzigd op 15 mei 2002.
–
Overheidsbedrijven die water produceren of distribueren overeenkomstig de Kommunalgesetze, met name de Gemeindeverordnungen van de Länder.
–
Bedrijven die zijn opgericht overeenkomstig het Aktiengesetz van 6 september 1965, als laatstelijk gewijzigd op 5 januari 2007, of het GmbH-Gesetz van 20 april 1892, als laatstelijk gewijzigd op 10 november 2006, of die de rechtsvorm van Kommanditgesellschaft (commanditaire vennootschap) hebben, die water produceren of distribueren op grond van een speciaal contract met regionale of lokale overheden.
Estland
–
Entiteiten die werkzaam zijn overeenkomstig artikel 10, lid 3, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21.2.2007, 15, 76) en artikel 14 van de Mededingingswet (RT I 2001, 56 332):
–
AS Haapsalu Veevärk;
–
AS Kuressaare Veevärk;
–
AS Narva Vesi;
–
AS Paide Vesi;
–
AS Pärnu Vesi;
–
AS Tartu Veevärk;
–
AS Valga Vesi;
–
AS Võru Vesi.
Ierland
Entiteiten die water produceren of distribueren overeenkomstig de Local Government (Sanitary Services) Act 1878 to 1964.
Griekenland
–
"Εταιρεία Υδρεύσεως και Αποχετεύσεως Πρωτευούσης Α.Ε." ("Ε.Υ.Δ.Α.Π." of "Ε.Υ.Δ.Α.Π. Α.Ε."). De juridische status van de onderneming valt onder Geconsolideerde Wet nr. 2190/1920, Wet nr. 2414/1996 en, aanvullend, onder Wet nr. 1068/80 en Wet nr. 2744/1999.
–
"Εταιρεία Ύδρευσης και Αποχέτευσης Θεσσαλονίκης Α.Ε." ("Ε.Υ.Α.Θ. Α.Ε."), die valt onder Wet nr. 2937/2001 (Grieks Staatsblad 169 Α') en Wet nr. 2651/1998 (Grieks Staatsblad 248 Α').
–
"Δημοτική Επιχείρηση Ύδρευσης και Αποχέτευσης Μείζονος Περιοχής Βόλου" ("ΔΕΥΑΜΒ"), werkzaam overeenkomstig Wet nr. 890/1979.
–
"Δημοτικές Επιχειρήσεις Ύδρευσης — Αποχέτευσης" (Gemeentelijke Waterleverings- en Rioolwaterafvoerondernemingen), die water produceren en distribueren overeenkomstig Wet nr. 1069/80 van 23 augustus 1980.
–
"Σύνδεσμοι Ύδρευσης", (Gemeentelijke en Communautaire Waterleveringsverenigingen) die werkzaam zijn overeenkomstig Presidentieel Decreet nr. 410/1995, ter uitvoering van de Κώδικoς Δήμων και Κοινοτήτων.
–
"Δήμοι και Κοινότητες", (Gemeenten en Gemeenschappen), die werkzaam zijn overeenkomstig Presidentieel Decreet nr. 410/1995, ter uitvoering van de Κώδικoς Δήμων και Κοινοτήτων.
Spanje
–
Mancomunidad de Canales de Taibilla
–
Aigües de Barcelona S.A., y sociedades filiales
–
Canal de Isabel II
–
Agencia Andaluza del Agua
–
Agencia Balear de Agua y de la Calidad Ambiental
–
Andere overheidsdiensten die deel uitmaken of afhankelijk zijn van de "Comunidades Autónomas" of de "Corporaciones locales" en die actief zijn op het gebied van de drinkwaterdistributie
–
Andere particuliere instanties die bijzondere of exclusieve rechten genieten die verleend zijn door de "Corporaciones locales" op het gebied van de drinkwaterdistributie
Frankrijk
Regionale en lokale overheden en publieke lokale organen die drinkwater produceren of distribueren:
–
Régies des eaux (bijvoorbeeld: Régies des eaux de Grenoble, régie des eaux de Megève, régie municipale des eaux et de l'assainissement de Mont-de-Marsan, régie des eaux de Venelles);
–
Organen die water transporteren, leveren en produceren (bijvoorbeeld: Syndicat des eaux d'Ile de France, syndicat départemental d'alimentation en eau potable de la Vendée, syndicat des eaux et de l'assainissement du Bas-Rhin, syndicat intercommunal des eaux de la région grenobloise, syndicat de l'eau du Var-est, syndicat des eaux et de l'assainissement du Bas-Rhin).
Italië
–
Organen belast met het beheer van de waterdistributie in de verschillende fasen, dit in het kader van de geconsolideerde wetten op de rechtstreekse verkrijging van zeggenschap over publieke diensten door lokale overheden en provincies, aangenomen bij Regio Decreto nr. 2578 van 15 oktober 1925, D.P.R. nr. 902 van 4 oktober 1986 en Wetgevingsdecreet nr. 267 van 18 augustus 2000 met de geconsolideerde wetten op de organisatie van lokale overheden, en met name de artikelen 112 en 116
–
Acquedotto Pugliese S.p.A. (D.lgs. 11.5.1999 nr. 141)
–
Ente acquedotti siciliani, opgericht bij Legge Regionale nr. 2/2 van 4 september 1979 en Legge Regionale nr. 81 van 9 augustus 1980, in liquidatie bij Legge Regionale nr. 9 van 31 mei 2004 (art. 1)
–
Ente sardo acquedotti e fognature, opgericht bij wet nr. 9 van 5 juli 1963. Vanaf 2003 ESAF S.p.A. – gefuseerd in ABBANOA S.p.A.: opgeheven op 29.7.2005 en onderworpen aan een liquidatieprocedure bij L.R. 21.4.2005 nr. 7 (art. 5, comma 1) - Legge finanziaria 2005.
Cyprus
–
Τα Συμβούλια Υδατοπρομήθειας, die in de gemeenten en andere gebieden water distribueren overeenkomstig de περί Υδατοπρομήθειας Δημοτικών και Άλλων Περιοχών Νόμου, Κεφ. 350.
Letland
–
Publiek- en privaatrechtelijke organisaties die zich bezighouden met de productie, de transmissie en de distributie van drinkwater via een vast net en die hun aankopen doen overeenkomstig de wet "Sabiedrisko pakalpojumu sniedzēju iepirkumu likums".
Litouwen
–
Entiteiten overeenkomstig artikel 70, leden 1 en 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 84-2000, 1996; nr. 4-102, 2006), die de productie, het transport of de distributie van drinkwater verzorgen overeenkomstig de Wet op het beheer van drink- en afvalwater van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 82-3260, 2006).
Luxemburg
–
Diensten van de lokale overheden belast met de waterdistributie
–
Verenigingen van lokale overheden die water produceren of distribueren en die zijn opgericht overeenkomstig de Loi concernant la création des syndicats de communes van 23 februari 2001, als gewijzigd en aangevuld bij de Wet van 23 december 1958 en de Wet van 29 juli 1981, en overeenkomstig de Loi ayant pour objet le renforcement de l'alimentation en eau potable du Grand-Duché du Luxembourg à partir du réservoir d'Esch-sur-Sûre van 31 juli 1962:
–
Syndicat de communes pour la construction, l'exploitation et l'entretien de la conduite d'eau du Sud-Est – SESE
–
Syndicat des Eaux du Barrage d'Esch-sur-Sûre – SEBES
–
Syndicat intercommunal pour la distribution d'eau dans la région de l'Est – SIDERE
–
Syndicat des Eaux du Sud – SES
–
Syndicat des communes pour la construction, l'exploitation et l'entretien d'une distribution d'eau à Savelborn-Freckeisen
–
Syndicat pour la distribution d'eau dans les communes de Bous, Dalheim, Remich, Stadtbredimus et Waldbredimus – SR
–
Syndicat de distribution d'eau des Ardennes – DEA
–
Syndicat de communes pour la construction, l'exploitation et l'entretien d'une distribution d'eau dans les communes de Beaufort, Berdorf et Waldbillig
–
Syndicat des eaux du Centre – SEC
Hongarije
–
Entiteiten die drinkwater produceren, transporteren of distribueren overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 1995. évi LVII. törvény a vízgazdálkodásról.
Malta
–
Korporazzjoni għas-Servizzi ta’ l-Ilma (Water Services Corporation)
–
Korporazzjoni għas-Servizzi ta’ Desalinazzjoni (Water Desalination Services)
Nederland
Entiteiten die water produceren of distribueren overeenkomstig de Waterleidingwet.
Oostenrijk
Lokale overheden en verenigingen van lokale overheden die drinkwater produceren, transporteren of distribueren overeenkomstig de Wasserversorgungsgesetze van de negen deelstaten.
Polen
Water- en rioolwaterafvoerondernemingen in de zin van ustawa z dnia 7 czerwca 2001 r., o zbiorowym zaopatrzeniu w wodę i zbiorowym odprowadzaniu ścieków, die als economische activiteit water leveren aan het publiek of de rioolwaterafvoer verzorgen voor het publiek, waaronder:
–
AQUANET S.A., Poznań
–
Górnośląskie Przedsiębiorstwo Wodociągów S.A. w Katowicach
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji S.A. w Krakowie
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji Sp. z o. o. Wrocław
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji w Lublinie Sp. z o.o.
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji w m. st. Warszawie S.A.
–
Rejonowe Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji w Tychach S.A,
–
Rejonowe Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji Sp. z o.o. w Zawierciu
–
Rejonowe Przedsiębiorstwo Wodociągów i Kanalizacji w Katowicach S.A.
–
Wodociągi Ustka Sp. z o.o.
–
Zakład Wodociągów i Kanalizacji Sp. z o.o. Łódź
–
Zakład Wodociągów i Kanalizacji Sp. z o.o., Szczecin
Portugal
–
Intergemeentelijke stelsels — Ondernemingen waarin centraleoverheids- of andere overheidsdiensten (met een meerderheidsbelang) en particuliere ondernemingen deelnemen overeenkomstig Decreto-Lei nr. 379/93 do 5 de Novembro 1993, alterado pelo Decreto-Lei nr. 176/99 do 25 de Outubro 1999, Decreto-Lei nr. 439-A/99 do 29 de Outubro 1999 en Decreto-Lei nr. 103/2003 do 23 de Maio 2003. Rechtstreeks beheer van staatswege is toegestaan.
–
Gemeentelijke stelsels — Lokale overheden, verenigingen van lokale overheden, lokale overheidsdiensten, bedrijven die geheel of grotendeels in handen zijn van de overheid, of particuliere ondernemingen overeenkomstig Lei 53-F/2006, do 29 de Dezembro 2006, en Decreto-Lei nr. 379/93 do 5 de Novembro 1993, gewijzigd bij Decreto-Lei nr. 176/99 do 25 de Outubro 1999, Decreto-Lei nr. 439-A/99 do 29 de Outubro 1999 en Decreto-Lei nr. 103/2003 do 23 de Maio 2003.
Roemenië
Departamente ale Autorităților locale și Companii care produc, transportă și distribuie apă (diensten van de lokale overheden en ondernemingen die water produceren, transporteren en distribueren), bijvoorbeeld:
–
S.C. APA –C.T.T.A. S.A. Alba Iulia, Alba
–
S.C. APA –C.T.T.A. S.A. Filiala Alba Iulia SA., Alba Iulia, Alba
–
S.C. APA –C.T.T.A. S.A Filiala Blaj, Blaj, Alba
–
Compania de Apă Arad
–
S.C. Aquaterm AG 98 S.A. Curtea de Argeş, Argeş
–
S.C. APA Canal 2000 S.A. Piteşti, Argeş
–
S.C. APA Canal S.A. Oneşti, Bacău
–
Compania de Apă-Canal, Oradea, Bihor
–
R.A.J.A. Aquabis Bistriţa, Bistriţa-Năsăud
–
S.C. APA Grup SA Botoşani, Botoşani
–
Compania de Apă, Braşov, Braşov
–
R.A. APA, Brăila, Brăila
–
S.C. Ecoaquasa Sucursala Călăraşi, Călăraşi, Călăraşi
–
S.C. Compania de Apă Someş S.A., Cluj, Cluj-Napoca
–
S.C. Aquasom S.A. Dej, Cluj
–
Regia Autonomă Judeţeană de Apă, Constanţa, Constanţa
–
R.A.G.C. Târgovişte, Dâmboviţa
–
R.A. APA Craiova, Craiova, Dolj
–
S.C. Apa-Canal S.A., Baileşti, Dolj
–
S.C. Apa-Prod S.A. Deva, Hunedoara
–
R.A.J.A.C. Iaşi, Iaşi
–
Direcţia Apă-Canal, Paşcani, Iaşi
–
Societatea Naţională a Apelor Minerale (SNAM)
Slovenië
Entiteiten die drinkwater produceren, transporteren of distribueren op basis van een concessie die is verleend overeenkomstig de Zakon o varstvu okolja (Uradni list RS, 32/93, 1/96) en de besluiten van de gemeenten.
Mat. Št.
|
Naziv
|
Poštna Št.
|
Kraj
|
5015731
|
Javno Komunalno Podjetje Komunala Trbovlje D.O.O.
|
1420
|
Trbovlje
|
5067936
|
Komunala D.O.O. Javno Podjetje Murska Sobota
|
9000
|
Murska Sobota
|
5067804
|
Javno Komunalno Podjetje Komunala Kočevje D.O.O.
|
1330
|
Kočevje
|
5075556
|
Loška Komunala, Oskrba Z Vodo In Plinom, D.D. Škofja Loka
|
4220
|
Škofja Loka
|
5222109
|
Komunalno Podjetje Velenje D.O.O. Izvajanje Komunalnih Dejavnosti D.O.O.
|
3320
|
Velenje
|
5072107
|
Javno Komunalno Podjetje Slovenj Gradec D.O.O.
|
2380
|
Slovenj Gradec
|
1122959
|
Komunala Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Gornji Grad
|
3342
|
Gornji Grad
|
1332115
|
Režijski Obrat Občine Jezersko
|
4206
|
Jezersko
|
1332155
|
Režijski Obrat Občine Komenda
|
1218
|
Komenda
|
1357883
|
Režijski Obrat Občine Lovrenc Na Pohorju
|
2344
|
Lovrenc Na Pohorju
|
1563068
|
Komuna, Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Beltinci
|
9231
|
Beltinci
|
1637177
|
Pindža Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Petrovci
|
9203
|
Petrovci
|
1683683
|
Javno Podjetje Edš - Ekološka Družba, D.O.O. Šentjernej
|
8310
|
Šentjernej
|
5015367
|
Javno Podjetje Kovod Postojna, Vodovod, Kanalizacija, D.O.O., Postojna
|
6230
|
Postojna
|
5015707
|
Komunalno Podjetje Vrhnika Proizvodnja In Distribucija Vode, D.D.
|
1360
|
Vrhnika
|
5016100
|
Komunalno Podjetje Ilirska Bistrica
|
6250
|
Ilirska Bistrica
|
5046688
|
Javno Podjetje Vodovod – Kanalizacija, D.O.O. Ljubljana
|
1000
|
Ljubljana
|
5062403
|
Javno Podjetje Komunala Črnomelj D.O.O.
|
8340
|
Črnomelj
|
5063485
|
Komunala Radovljica, Javno Podjetje Za Komunalno Dejavnost, D.O.O.
|
4240
|
Radovljica
|
5067731
|
Komunala Kranj, Javno Podjetje, D.O.O.
|
4000
|
Kranj
|
5067758
|
Javno Podjetje Komunala Cerknica D.O.O.
|
1380
|
Cerknica
|
5068002
|
Javno Komunalno Podjetje Radlje D.O.O. Ob Dravi
|
2360
|
Radlje Ob Dravi
|
5068126
|
Jkp, Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Slovenske Konjice
|
3210
|
Slovenske Konjice
|
5068134
|
Javno Komunalno Podjetje Žalec D.O.O.
|
3310
|
Žalec
|
5073049
|
Komunalno Podjetje Ormož D.O.O.
|
2270
|
Ormož
|
5073103
|
Kop Javno Komunalno Podjetje Zagorje Ob Savi, D.O.O.
|
1410
|
Zagorje Ob Savi
|
5073120
|
Komunala Novo Mesto D.O.O., Javno Podjetje
|
8000
|
Novo Mesto
|
5102103
|
Javno Komunalno Podjetje Log D.O.O.
|
2390
|
Ravne Na Koroškem
|
5111501
|
Okp Javno Podjetje Za Komunalne Storitve Rogaška Slatina D.O.O.
|
3250
|
Rogaška Slatina
|
5112141
|
Javno Podjetje Komunalno Stanovanjsko Podjetje Litija, D.O.O.
|
1270
|
Litija
|
5144558
|
Komunalno Podjetje Kamnik D.D.
|
1241
|
Kamnik
|
5144574
|
Javno Komunalno Podjetje Grosuplje D.O.O.
|
1290
|
Grosuplje
|
5144728
|
Ksp Hrastnik Komunalno - Stanovanjsko Podjetje D.D.
|
1430
|
Hrastnik
|
5145023
|
Komunalno Podjetje Tržič D.O.O.
|
4290
|
Tržič
|
5157064
|
Komunala Metlika Javno Podjetje D.O.O.
|
8330
|
Metlika
|
5210461
|
Komunalno Stanovanjska Družba D.O.O. Ajdovščina
|
5270
|
Ajdovščina
|
5213258
|
Javno Komunalno Podjetje Dravograd
|
2370
|
Dravograd
|
5221897
|
Javno Podjetje Komunala D.O.O. Mozirje
|
3330
|
Mozirje
|
5227739
|
Javno Komunalno Podjetje Prodnik D.O.O.
|
1230
|
Domžale
|
5243858
|
Komunala Trebnje D.O.O.
|
8210
|
Trebnje
|
5254965
|
Komunala, Komunalno Podjetje D.O.O.,Lendava
|
9220
|
Lendava - Lendva
|
5321387
|
Komunalno Podjetje Ptuj D.D.
|
2250
|
Ptuj
|
5466016
|
Javno Komunalno Podjetje Šentjur D.O.O.
|
3230
|
Šentjur
|
5475988
|
Javno Podjetje Komunala Radeče D.O.O.
|
1433
|
Radeče
|
5529522
|
Radenska-Ekoss, Podjetje Za Stanovanjsko, Komunalno In Ekološko Dejavnost, Radenci D.O.O.
|
9252
|
Radenci
|
5777372
|
Vit-Pro D.O.O. Vitanje; Komunala Vitanje, Javno Podjetje D.O.O.
|
3205
|
Vitanje
|
5827558
|
Komunalno Podjetje Logatec D.O.O.
|
1370
|
Logatec
|
5874220
|
Režijski Obrat Občine Osilnica
|
1337
|
Osilnica
|
5874700
|
Režijski Obrat Občine Turnišče
|
9224
|
Turnišče
|
5874726
|
Režijski Obrat Občine Črenšovci
|
9232
|
Črenšovci
|
5874734
|
Režijski Obrat Občine Kobilje
|
9223
|
Dobrovnik
|
5881820
|
Režijski Obrat Občina Kanal Ob Soči
|
5213
|
Kanal
|
5883067
|
Režijski Obrat Občina Tišina
|
9251
|
Tišina
|
5883148
|
Režijski Obrat Občina Železniki
|
4228
|
Železniki
|
5883342
|
Režijski Obrat Občine Zreče
|
3214
|
Zreče
|
5883415
|
Režijski Obrat Občina Bohinj
|
4264
|
Bohinjska Bistrica
|
5883679
|
Režijski Obrat Občina Črna Na Koroškem
|
2393
|
Črna Na Koroškem
|
5914540
|
Vodovod - Kanalizacija Javno Podjetje D.O.O. Celje
|
3000
|
Celje
|
5926823
|
Jeko - In, Javno Komunalno Podjetje, D.O.O., Jesenice
|
4270
|
Jesenice
|
5945151
|
Javno Komunalno Podjetje Brezovica D.O.O.
|
1352
|
Preserje
|
5156572
|
Kostak, Komunalno In Stavbno Podjetje D.D. Krško
|
8270
|
Krško
|
1162431
|
Vodokomunalni Sistemi Izgradnja In Vzdrževanje Vodokomunalnih Sistemov D.O.O. Velike Lašče
|
|
Velike Lašče
|
1314297
|
Vodovodna Zadruga Golnik, Z.O.O.
|
4204
|
Golnik
|
1332198
|
Režijski Obrat Občine Dobrovnik
|
9223
|
Dobrovnik - Dobronak
|
1357409
|
Režijski Obrat Občine Dobje
|
3224
|
Dobje Pri Planini
|
1491083
|
Pungrad, Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Bodonci
|
9265
|
Bodonci
|
1550144
|
Vodovodi In Kanalizacija Nova Gorica D.D.
|
5000
|
Nova Gorica
|
1672860
|
Vodovod Murska Sobota Javno Podjetje D.O.O.
|
9000
|
Murska Sobota
|
5067545
|
Komunalno Stanovanjsko Podjetje Brežice D.D.
|
8250
|
Brežice
|
5067782
|
Javno Podjetje - Azienda Publica Rižanski Vodovod Koper D.O.O. - S.R.L.
|
6000
|
Koper - Capodistria
|
5067880
|
Mariborski Vodovod Javno Podjetje D.D.
|
2000
|
Maribor
|
5068088
|
Javno Podjetje Komunala D.O.O. Sevnica
|
8290
|
Sevnica
|
5072999
|
Kraški Vodovod Sežana Javno Podjetje D.O.O.
|
6210
|
Sežana
|
5073251
|
Hydrovod D.O.O. Kočevje
|
1330
|
Kočevje
|
5387647
|
Komunalno-Stanovanjsko Podjetje Ljutomer D.O.O.
|
9240
|
Ljutomer
|
5817978
|
Vodovodna Zadruga Preddvor, Z.B.O.
|
4205
|
Preddvor
|
5874505
|
Režijski Obrat Občina Laško
|
Laško
|
|
5880076
|
Režijski Obrat Občine Cerkno
|
5282
|
Cerkno
|
5883253
|
Režijski Obrat Občine Rače Fram
|
2327
|
Rače
|
5884624
|
Vodovodna Zadruga Lom, Z.O.O.
|
4290
|
Tržič
|
5918375
|
Komunala, Javno Podjetje, Kranjska Gora, D.O.O.
|
4280
|
Kranjska Gora
|
5939208
|
Vodovodna Zadruga Senično, Z.O.O.
|
4294
|
Križe
|
1926764
|
Ekoviz D.O.O.
|
9000
|
Murska Sobota
|
5077532
|
Komunala Tolmin, Javno Podjetje D.O.O.
|
5220
|
Tolmin
|
5880289
|
Občina Gornja Radgona
|
9250
|
Gornja Radgona
|
1274783
|
Wte Wassertechnik Gmbh, Podružnica Kranjska Gora
|
4280
|
Kranjska Gora
|
1785966
|
Wte Bled D.O.O.
|
4260
|
Bled
|
1806599
|
Wte Essen
|
3270
|
Laško
|
5073260
|
Komunalno Stanovanjsko Podjetje D.D. Sežana
|
6210
|
Sežana
|
5227747
|
Javno Podjetje Centralna Čistilna Naprava Domžale - Kamnik D.O.O.
|
1230
|
Domžale
|
1215027
|
Aquasystems Gospodarjenje Z Vodami D.O.O.
|
2000
|
Maribor
|
1534424
|
Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Mežica
|
2392
|
Mežica
|
1639285
|
Čistilna Naprava Lendava D.O.O.
|
9220
|
Lendava - Lendva
|
5066310
|
Nigrad Javno Komunalno Podjetje D.D.
|
2000
|
Maribor
|
5072255
|
Javno Podjetje-Azienda Pubblica Komunala Koper, D.O.O. - S.R.L.
|
6000
|
Koper - Capodistria
|
5156858
|
Javno Podjetje Komunala Izola, D.O.O. Azienda Pubblica Komunala Isola, S.R.L.
|
6310
|
Izola - Isola
|
5338271
|
Gop Gradbena, Organizacijska In Prodajna Dejavnost,D.O.O.
|
8233
|
Mirna
|
5708257
|
Stadij, D.O.O., Hruševje
|
6225
|
Hruševje
|
5144647
|
Komunala, Javno Komunalno Podjetje Idrija, D.O.O.
|
5280
|
Idrija
|
5105633
|
Javno Podjetje Okolje Piran
|
6330
|
Piran - Pirano
|
5874327
|
Režijski Obrat Občina Kranjska Gora
|
4280
|
Kranjska Gora
|
1197380
|
Čista Narava, Javno Komunalno Podjetje D.O.O. Moravske Toplice
|
9226
|
Moravske Toplice
|
Slowakije
–
Entiteiten die een openbaar waterleidingnet voor de productie of het transport en de distributie van drinkwater ten behoeve van het publiek beheren op basis van een handelsvergunning en verklaring van professionele bekwaamheid voor het beheer van een waterleidingnet, afgegeven overeenkomstig Wet nr. 442/2002 als gewijzigd bij de Wetten nr. 525/2003, nr. 364/2004, nr. 587/2004 en nr. 230/2005;
–
Entiteiten die waterbeheerinstallaties beheren overeenkomstig de voorwaarden als genoemd in Wet nr. 364/2004 als gewijzigd bij de Wetten nr. 587/2004 en nr. 230/2005, op basis van een vergunning die is verleend overeenkomstig Wet nr. 135/1994 als gewijzigd bij de Wetten nr. 52/1982, nr. 595/1990, nr. 128/1991, nr. 238/1993, nr. 416/2001, nr. 533/2001 en tegelijk zorgen voor het transport of de distributie van drinkwater ten behoeve van het publiek overeenkomstig Wet nr. 442/2002 als gewijzigd bij de Wetten nr. 525/2003, nr. 364/2004, nr. 587/2004 en nr. 230/2005.
Bijvoorbeeld:
–
Bratislavská vodárenská spoločnos', a.s.
–
Západoslovenská vodárenská spoločnos', a.s.
–
Považská vodárenská spoločnos', a.s.
–
Severoslovenské vodárne a kanalizácie, a.s.
–
Stredoslovenská vodárenská spoločnos', a.s.
–
Podtatranská vodárenská spoločnos', a.s.
–
Východoslovenská vodárenská spoločnos', a.s.
Finland
–
Voor de waterlevering verantwoordelijke diensten vallende onder afdeling 3 van de vesihuoltolaki//lagen om vattentjänster (119/2001).
Zweden
Lokale overheden en gemeentebedrijven die drinkwater produceren, transporteren of distribueren overeenkomstig lagen (2006:412) om allmänna vattentjänster.
Verenigd Koninkrijk
–
Een onderneming die belast is met de watervoorziening of rioolwaterafvoer overeenkomstig de Water Industry Act 1991;
–
Een watervoorzienings- en rioolwaterafvoerdienst die is opgericht bij artikel 62 van de Local Government etc (Scotland) Act 1994.
Department for Regional Development (Noord-Ierland)
Kroatië
Aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 6 van de Zakon o javnoj nabavi (Narodne novine broj 90/11) (Wet inzake overheidsopdrachten, Staatsblad nr. 90/11) die overheidsbedrijven of aanbestedende instanties zijn en die overeenkomstig specifieke regelgevingen de activiteit verrichten van de aanleg (beschikbaarstelling) van vaste netten of het beheer van vaste netten voor openbare dienstverlening in verband met de productie, de transmissie en de distributie van drinkwater, en de toevoer van drinkwater aan die netten, zoals de door de lokale eenheden voor zelfbestuur opgerichte diensten voor het uitoefenen van activiteiten inzake openbare watervoorziening en afwatering overeenkomstig de Wet op de waterhuishouding (Staatsblad 153/09 en 130/11).
II.
Productie, vervoer of distributie van elektriciteit
België
Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten.
–
Société de Production d'Electricité / Elektriciteitsproductie Maatschappij.
–
Electrabel / Electrabel
–
Elia
Bulgarije
Entiteiten met een vergunning voor de productie, het transport, de distributie of de openbare levering door een eindleverancier van elektriciteit overeenkomstig artikel 39, lid 1, van de Закон за енергетиката (обн., ДВ, бр.107/9.12.2003):
–
АЕЦ Козлодуй - ЕАД
–
Болкан Енерджи АД
–
Брикел - ЕАД
–
Българско акционерно дружество Гранитоид АД
–
Девен АД
–
ЕВН България Електроразпределение АД
–
ЕВН България Електроснабдяване АД
–
ЕЙ И ЕС – 3С Марица Изток 1
–
Енергийна компания Марица Изток III - АД
–
Енерго-про България - АД
–
ЕОН България Мрежи АД
–
ЕОН България Продажби АД
–
ЕРП Златни пясъци АД
–
ЕСО ЕАД
–
ЕСП „Златни пясъци” АД
–
Златни пясъци-сервиз АД
–
Калиакра Уинд Пауър АД
–
НЕК ЕАД
–
Петрол АД
–
Петрол Сторидж АД
–
Пиринска Бистрица-Енергия АД
–
Руно-Казанлък АД
–
Сентрал хидроелектрик дьо Булгари ЕООД
–
Слънчев бряг АД
–
ТЕЦ - Бобов Дол ЕАД
–
ТЕЦ - Варна ЕАД
–
ТЕЦ "Марица 3" – АД
–
ТЕЦ Марица Изток 2 – ЕАД
–
Топлофикация Габрово – ЕАД
–
Топлофикация Казанлък – ЕАД
–
Топлофикация Перник – ЕАД
–
Топлофикация Плевен – ЕАД
–
ЕВН България Топлофикация – Пловдив - ЕАД
–
Топлофикация Русе – ЕАД
–
Топлофикация Сливен – ЕАД
–
Топлофикация София – ЕАД
–
Топлофикация Шумен – ЕАД
–
Хидроенергострой ЕООД
–
ЧЕЗ България Разпределение АД
–
ЧЕЗ Електро България АД
Tsjechische Republiek
Alle aanbestedende diensten in de sectoren die elektriciteitsdiensten verlenen als bedoeld in afdeling 4, lid 1, onder c), van Wet nr. 137/2006 inzake overheidsopdrachten, als gewijzigd.
Bijvoorbeeld:
–
ČEPS, a.s.
–
ČEZ, a. s.
–
Dalkia Česká republika, a.s.
–
PREdistribuce, a.s.
–
Plzeňská energetika a.s.
–
Sokolovská uhelná, právní nástupce, a.s.
Denemarken
–
Entiteiten die elektriciteit produceren op basis van een vergunning overeenkomstig § 10 van de lov om elforsyning, zie Geconsolideerde Wet nr. 1115 van 8 november 2006.
–
Entiteiten die elektriciteit transporteren op basis van een vergunning overeenkomstig § 19 van de lov om elforsyning, zie Geconsolideerde Wet nr. 1115 van 8 november 2006.
–
Energinet Danmark of dochterondernemingen die volledig in handen zijn van Energinet Danmark, als transporteur van elektriciteit overeenkomstig de lov om Energinet Danmark § 2, stk. 2 og 3, zie Wet nr. 1384 van 20 december 2004.
Duitsland
Lokale overheden, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen van publiekrechtelijke instellingen of overheidsbedrijven die aan andere bedrijven energie leveren, een energieleveringsnetwerk exploiteren of uit hoofde van eigendom het beschikkingsrecht hebben over een energieleveringsnetwerk overeenkomstig artikel 3, lid 18, van het Gesetz über die Elektrizitäts- und Gasversorgung (Energiewirtschaftsgesetz) van 24 april 1998, laatstelijk gewijzigd op 9 december 2006.
Estland
–
Entiteiten die werkzaam zijn overeenkomstig artikel 10, lid 3, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21.2.2007, 15, 76) en artikel 14 van de Mededingingswet (RT I 2001, 56 332):
–
AS Eesti Energia (Estonian Energy Ltd);
–
OÜ Jaotusvõrk (Jaotusvõrk LLC);
–
AS Narva Elektrijaamad (Narva Power Plants Ltd);
–
OÜ Põhivõrk (Põhivõrk LLC).
Ierland
–
Electricity Supply Board
–
ESB Independent Energy (ESBIE) (elektriciteitslevering)
–
Synergen Ltd. (elektriciteitsopwekking)
–
Viridian Energy Supply Ltd. (elektriciteitslevering)
–
Huntstown Power Ltd. (elektriciteitsopwekking)
–
Bord Gáis Éireann (elektriciteitslevering)
–
Leveranciers en producenten van elektriciteit met een vergunning overeenkomstig de Electricity Regulation Act 1999
–
EirGrid plc
Griekenland
"Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού Α.Ε.", opgericht bij Wet nr. 1468/1950 περί ιδρύσεως της ΔΕΗ en werkzaam overeenkomstig Wet nr. 2773/1999 en Presidentieel Decreet nr. 333/1999.
Spanje
–
Red Eléctrica de España, S.A.
–
Endesa, S.A.
–
Iberdrola, S.A.
–
Unión Fenosa, S.A.
–
Hidroeléctrica del Cantábrico, S.A.
–
Electra del Viesgo, S.A.
–
Andere entiteiten die zich bezighouden met de productie, het transport en de distributie van elektriciteit overeenkomstig de "Ley 54/1997, de 27 de noviembre, del Sector eléctrico" en overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van deze wet.
Frankrijk
–
Électricité de France, opgericht bij en werkzaam overeenkomstig Loi n°46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz van 8 april 1946, als gewijzigd.
–
RTE, beheerder van het elektriciteitstransportnet.
–
Entiteiten die elektriciteit distribueren, als genoemd in artikel 23 van Loi n°46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz van 8 april 1946, als gewijzigd (semioverheidsbedrijven voor de distributie, régies en soortgelijke diensten die bestaan uit regionale of lokale overheden). Bijvoorbeeld: Gaz de Bordeaux en Gaz de Strasbourg.
–
Compagnie nationale du Rhône
–
Electricité de Strasbourg
Italië
–
Ondernemingen van de Gruppo Enel met een vergunning voor de productie, de transmissie en de distributie van elektriciteit in de zin van Decreto Legislativo N°79 van 16 maart 1999 en achtereenvolgende wijzigingen en toevoegingen.
–
TERNA- Rete elettrica nazionale SpA
–
Andere bedrijven die werkzaam zijn op basis van concessies overeenkomstig Decreto Legislativo N°79 van 16 maart 1999.
Cyprus
–
Η Αρχή Ηλεκτρισμού Κύπρου, opgericht bij de περί Αναπτύξεως Ηλεκτρισμού Νόμο, Κεφ. 171.
–
Διαχειριστής Συστήματος Μεταφοράς is opgericht overeenkomstig artikel 57 van de Περί Ρύθμισης της Αγοράς Ηλεκτρισμού Νόμου 122(Ι) του 2003.
Andere personen, entiteiten of bedrijven die een activiteit uitvoeren welke is vastgesteld in artikel 3 van Richtlijn 2004/17/EG en die werkzaam zijn op basis van een vergunning die toegekend is krachtens artikel 34 van περί Ρύθμισης της αγοράς Ηλεκτρισμού Νόμου του 2003 {Ν. 122(Ι)/2003}.
Letland
VAS "Latvenergo" en andere bedrijven die zich bezighouden met de productie, de transmissie en de distributie van elektriciteit en die hun aankopen doen overeenkomstig de wet "Sabiedrisko pakalpojumu sniedzēju iepirkumu likums".
Litouwen
–
Overheidsbedrijf Ignalina (kerncentrale)
–
Akcinė bendrovė "Lietuvos energija"
–
Akcinė bendrovė "Lietuvos elektrinė"
–
Akcinė bendrovė "Rytų skirstomieji tinklai"
–
Akcinė bendrovė "VST"
–
Andere entiteiten overeenkomstig artikel 70, leden 1 en 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 84-2000, 1996; nr. 4-102, 2006) die de productie, het transport of de distributie van elektriciteit verzorgen overeenkomstig de Elektriciteitswet van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 66-1984, 2000; nr. 107-3964, 2004) en de Kernenergiewet van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 119-2771, 1996).
Luxemburg
–
Compagnie grand-ducale d'électricité de Luxembourg (CEGEDEL), die elektriciteit produceert of distribueert overeenkomstig de Convention concernant l'établissement et l'exploitation des réseaux de distribution d'énergie électrique dans le Grand-Duché du Luxembourg van 11 november 1927, goedgekeurd bij de Wet van 4 januari 1928.
–
Lokale overheden die belast zijn met het transport of de distributie van elektriciteit.
–
Société électrique de l'Our (SEO).
–
Syndicat de communes SIDOR.
Hongarije
Entiteiten die elektriciteit produceren, transporteren of distribueren overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 2007. évi LXXXVI. törvény a villamos energiáról.
Malta
Korporazzjoni Enemalta (Enemalta Corporation)
Nederland
Entiteiten die elektriciteit distribueren op basis van een vergunning van de provinciale overheid overeenkomstig de Provinciewet. Bijvoorbeeld:
–
Essent
–
Nuon
Oostenrijk
Entiteiten die een transmissie- of distributienet exploiteren overeenkomstig het Elektrizitätswirtschafts- und Organisationsgesetz, BGBl. I No 143/1998, als gewijzigd, of overeenkomstig de Elektrizitätswirtschafts(wesen)gesetze van de negen deelstaten.
Polen
Energieondernemingen in de zin van ustawa z dnia 10 kwietnia 1997 r. Prawo energetyczne, waaronder:
–
BOT Elektrownia "Opole" S.A., Brzezie
–
BOT Elektrownia Bełchatów S.A.
–
BOT Elektrownia Turów S.A., Bogatynia
–
Elbląskie Zakłady Energetyczne S.A. w Elblągu
–
Elektrociepłownia Chorzów "ELCHO" Sp. z o.o.
–
Elektrociepłownia Lublin - Wrotków Sp. z o.o.
–
Elektrociepłownia Nowa Sarzyna Sp. z o.o.
–
Elektrociepłownia Rzeszów S.A.
–
Elektrociepłownie Warszawskie S.A.
–
Elektrownia "Kozienice" S.A.
–
Elektrownia "Stalowa "Wola" S.A.
–
Elektrownia Wiatrowa, Sp. z o.o., Kamieńsk
–
Elektrownie Szczytowo-Pompowe S.A., Warszawa
–
ENEA S.A., Poznań
–
Energetyka Sp. z o.o., Lublin
–
EnergiaPro Koncern Energetyczny S.A., Wrocław
–
ENION S.A., Kraków
–
Górnośląski Zakład Elektroenergetyczny S.A., Gliwice
–
Koncern Energetyczny Energa S.A., Gdańsk
–
Lubelskie Zakłady Energetyczne S.A.
–
Łódzki Zakład Energetyczny S.A.
–
PKP Energetyka Sp. z o.o., Warszawa
–
Polskie Sieci Elektroenergetyczne S.A., Warszawa
–
Południowy Koncern Energetyczny S.A., Katowice
–
Przedsiębiorstwo Energetyczne w Siedlcach Sp. z o.o.
–
PSE-Operator S.A., Warszawa
–
Rzeszowski Zakład Energetyczny S.A.
–
Zakład Elektroenergetyczny "Elsen" Sp. z o.o., Częstochowa
–
Zakład Energetyczny Białystok S.A.
–
Zakład Energetyczny Łódź-Teren S.A.
–
Zakład Energetyczny Toruń S.A.
–
Zakład Energetyczny Warszawa-Teren
–
Zakłady Energetyczne Okręgu Radomsko-Kieleckiego S.A.
–
Zespół Elektrociepłowni Bydgoszcz S.A.
–
Zespół Elektrowni Dolna Odra S.A., Nowe Czarnowo
–
Zespół Elektrowni Ostrołęka S.A.
–
Zespół Elektrowni Pątnów-Adamów-Konin S.A.
–
Polskie Sieci Elektroenergetyczne S.A.
–
Przedsiębiorstwo Energetyczne MEGAWAT Sp. Z.ο.ο.
–
Zespół Elektrowni Wodnych Niedzica S.A.
–
Energetyka Południe S.A.
Portugal
1.
Productie van elektriciteit:
Entiteiten die elektriciteit produceren overeenkomstig:
–
Decreto-Lei nº 29/2006, de 15 de Fevereiro que estabelece as bases gerais da organização e o funcionamento dos sistema eléctrico nacional (SEN), e as bases gerais aplicáveis ao exercício das actividades de produção, transporte, distribuição e comercialização de electricidade e à organização dos mercados de electricidade;
–
Decreto-Lei nº 172/2006, de 23 de Agosto, que desenvolve os princípios gerais relativos à organização e ao funcionamento do SEN, regulamentando o diploma a trás referido;
–
Entiteiten die elektriciteit produceren onder een speciale regeling overeenkomstig Decreto-Lei nº 189/88 de 27 de Maio, com a redacção dada pelos Decretos-Lei nº 168/99, de 18 de Maio, nº 313/95, de 24 de Novembro, nº 538/99, de 13 de Dezembro, nº 312/2001 e nº 313/2001, ambos de 10 de Dezembro, Decreto-Lei nº 339-C/2001, de 29 de Dezembro, Decreto-Lei nº 68/2002, de 25 de Março, Decreto-Lei nº 33-A/2005, de 16 de Fevereiro, Decreto-Lei nº 225/2007, de 31 de Maio e Decreto-Lei nº 363/2007, de 2 Novembro.
2.
Transport van elektriciteit:
Entiteiten die elektriciteit transporteren overeenkomstig:
–
Decreto-Lei nº 29/2006, de 15 de Fevereiro, en Decreto-lei nº 172/2006, de 23 de Agosto.
3.
Distributie van elektriciteit:
–
Entiteiten die elektriciteit distribueren overeenkomstig Decreto-Lei nº 29/2006, de 15 de Fevereiro, en Decreto-lei nº 172/2006, de 23 de Agosto;
–
Entiteiten die elektriciteit distribueren overeenkomstig Decreto-Lei nº 184/95, de 27 de Julho, com a redacção dada pelo Decreto-Lei nº 56/97, de 14 de Março e do Decreto-Lei nº 344-B/82, de 1 de Setembro, com a redacção dada pelos Decreto-Lei nº 297/86, de 19 de Setembro, Decreto-Lei nº 341/90, de 30 de Outubro e Decreto-Lei nº 17/92, de 5 de Fevereiro.
Roemenië
–
Societatea Comercială de Producere a Energiei Electrice Hidroelectrica-SA Bucureşti (Commercial Company for Electrical Power Production Hidroelectrica – SA Bucharest)
–
Societatea Naţională "Nuclearelectrica" SA (Nuclearelectrica S.A. National Company)
–
Societatea Comercială de Producere a Energiei Electrice şi Termice Termoelectrica SA (Commercial Company for Electrical Power and Thermal Energy Production Termoelectrica SA)
–
S.C. Electrocentrale Deva S.A. (SC Power Stations Deva SA)
–
S.C. Electrocentrale Bucureşti S.A. (SC Power Stations Bucharest SA)
–
S.C. Electrocentrale Galaţi SA (SC Power Stations Galaţi SA)
–
S.C. Electrocentrale Termoelectrica SA (SC Power Stations Termoelectrica SA)
–
S.C. Complexul Energetic Craiova SA (Commercial Company Craiova Energy Complex)
–
S.C. Complexul Energetic Rovinari SA (Commercial Company Rovinari Energy Complex)
–
S.C. Complexul Energetic Turceni SA (Commercial Company Turceni Energy Complex)
–
Compania Naţională de Transport a Energiei Electrice Transelectrica SA Bucureşti ("Transelectrica" Romanian Power Grid Company)
–
Societatea Comercială Electrica SA, Bucureşti
–
S.C. Filiala de Distribuţie a Energiei Electrice
–
"Electrica Distribuţie Muntenia Nord" S.A
–
S.C. Filiala de Furnizare a Energiei Electrice
–
"Electrica Furnizare Muntenia Nord" S.A
–
S.C. Filiala de Distribuţie şi Furnizare a Energiei Electrice Electrica Muntenia Sud (Electrical Energy Distribution and Supply Branch Electrica Muntenia Sud)
–
S.C. Filiala de Distribuţie a Energiei Electrice (Commercial Company for Electrical Energy Distribution)
–
"Electrica Distribuţie Transilvania Sud" S.A
–
S.C. Filiala de Furnizare a Energiei Electrice (Commercial Company for Electrical Energy Supply)
–
"Electrica Furnizare Transilvania Sud" S.A
–
S.C. Filiala de Distribuţie a Energiei Electrice (Commercial Company for Electrical Energy Distribution)
–
"Electrica Distribuţie Transilvania Nord" S.A
–
S.C. Filiala de Furnizare a Energiei Electrice (Commercial Company for Electrical Energy Supply)
–
"Electrica Furnizare Transilvania Nord" S.A
–
Enel Energie
–
Enel Distribuţie Banat
–
Enel Distribuţie Dobrogea
–
E.ON Moldova SA
–
CEZ Distribuţie
Slovenië
Entiteiten die elektriciteit produceren, transporteren of distribueren overeenkomstig de Energetski zakon (Uradni list RS, 79/99):
Mat. Št.
|
Naziv
|
Poštna Št.
|
Kraj
|
1613383
|
Borzen D.O.O.
|
1000
|
Ljubljana
|
5175348
|
Elektro Gorenjska D.D.
|
4000
|
Kranj
|
5223067
|
Elektro Celje D.D.
|
3000
|
Celje
|
5227992
|
Elektro Ljubljana D.D.
|
1000
|
Ljubljana
|
5229839
|
Elektro Primorska D.D.
|
5000
|
Nova Gorica
|
5231698
|
Elektro Maribor D.D.
|
2000
|
Maribor
|
5427223
|
Elektro - Slovenija D.O.O.
|
1000
|
Ljubljana
|
5226406
|
Javno Podjetje Energetika Ljubljana, D.O.O.
|
1000
|
Ljubljana
|
1946510
|
Infra D.O.O.
|
8290
|
Sevnica
|
2294389
|
Sodo Sistemski Operater Distribucijskega Omrežja Z Električno Energijo, D.O.O.
|
2000
|
Maribor
|
5045932
|
Egs-Ri D.O.O.
|
2000
|
Maribor
|
Slowakije
Entiteiten die op basis van een vergunning voorzien in de productie, het transport via een transmissienet, de distributie en de levering aan het publiek van elektriciteit via een distributienetwerk overeenkomstig Wet nr. 656/2004.
Bijvoorbeeld:
–
Slovenské elektrárne, a.s.
–
Slovenská elektrizačná prenosová sústava, a.s.
–
Západoslovenská energetika, a.s.
–
Stredoslovenská energetika, a.s.
–
Východoslovenská energetika, a.s.
Finland
Gemeentelijke diensten en overheidsbedrijven die elektriciteit produceren, en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van elektriciteitstransport- of elektriciteitsdistributienetwerken en voor het transport van elektriciteit dan wel voor het elektriciteitssysteem op basis van een vergunning overeenkomstig afdeling 4 of 16 van sähkömarkkinalaki/elmarknadslagen (386/1995) en overeenkomstig laki vesi- ja energiahuollon, liikenteen ja postipalvelujen alalla toimivien yksiköiden hankinnoista (349/2007)/lag om upphandling inom sektorerna vatten, energi, transporter och posttjänster (349/2007).
Zweden
Entiteiten voor het transport of de distributie van elektriciteit op basis van een concessie overeenkomstig ellagen (1997:857).
Verenigd Koninkrijk
–
Een persoon met een vergunning uit hoofde van artikel 6 van de Electricity Act 1989
–
Een persoon met een vergunning uit hoofde van artikel 10, lid 1, van de Electricity (Northern Ireland) Order 1992
–
National Grid Electricity Transmission plc
–
System Operation Northern Irland Ltd
–
Scottish & Southern Energy plc
–
SPTransmission plc
Kroatië
Aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 6 van de Zakon o javnoj nabavi (Narodne novine broj 90/11) (Wet inzake overheidsopdrachten, Staatsblad nr. 90/11) die overheidsbedrijven of aanbestedende instanties zijn en die overeenkomstig specifieke regelgevingen de activiteit verrichten van de aanleg (beschikbaarstelling) van vaste netten of het beheer van vaste netten voor openbare dienstverlening in verband met de productie, de transmissie en de distributie van elektriciteit en de elektriciteitstoevoer aan vaste netten, zoals de diensten die de bedoelde activiteiten uitoefenen op grond van de Vergunning voor het uitoefenen van activiteiten op het vlak van energievoorziening overeenkomstig de Wet inzake energievoorziening (Staatsblad 68/01, 177/04, 76/07, 152/08, 127/10).
III.
Luchthavenfaciliteiten
België
–
Brussels International Airport Company
–
Belgocontrol
–
Luchthaven Antwerpen
–
Internationale Luchthaven Oostende-Brugge
–
Société Wallonne des Aéroports
–
Brussels South Charleroi Airport
–
Liège Airport
Bulgarije
Главна дирекция "Гражданска въздухоплавателна администрация" (General Directorate "Civil Aviation Administration")
ДП "Ръководство на въздушното движение"
Exploitanten van burgerluchthavens voor publiek gebruik, aangewezen door de Ministerraad overeenkomstig artikel 43, lid 3, van de Закон на гражданското въздухоплаване (обн., ДВ, бр.94/1.12.1972):
–
"Летище София" ЕАД
–
"Фрапорт Туин Стар Еърпорт Мениджмънт" АД
–
"Летище Пловдив" ЕАД
–
"Летище Русе" ЕООД
–
"Летище Горна Оряховица" ЕАД
Tsjechische Republiek
Alle aanbestedende diensten in de sectoren die in een bepaald geografisch gebied luchthavenfaciliteiten beschikbaar stellen en exploiteren (als bedoeld in afdeling 4, lid 1, onder i), van wet nr. 137/2006 inzake overheidsopdrachten, als gewijzigd).
Bijvoorbeeld:
–
Česká správa letišť, s.p.
–
Letiště Karlovy Vary s.r.o.
–
Letiště Ostrava, a.s.
–
Správa Letiště Praha, s. p.
Denemarken
–
Luchthavens geëxploiteerd op basis van een vergunning overeenkomstig § 55, lid 1, van de lov om luftfart, zie Geconsolideerde Wet nr. 731 van 21 juni 2007.
Duitsland
–
Luchthavens als omschreven in artikel 38, lid 2, punt 1, van de Luftverkehrs-Zulassungs-Ordnung van 19 juni 1964, laatstelijk gewijzigd op 5 januari 2007.
Estland
–
Entiteiten die werkzaam zijn overeenkomstig artikel 10, lid 3, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21-02-2007, 15, 76) en artikel 14 van de Mededingingswet (RT I 2001, 56 332):
–
AS Tallinna Lennujaam (Tallinn Airport Ltd);
–
Tallinn Airport GH AS (Tallinn Airport GH Ltd).
Ierland
–
Luchthavens van Dublin, Cork en Shannon onder beheer van Aer Rianta – Irish Airports.
–
Luchthavens geëxploiteerd op basis van een public use licence die is verleend overeenkomstig de Irish Aviation Authority Act 1993, als gewijzigd bij de Air Navigation and Transport (Amendment) Act, 1998, en waar lijndiensten worden uitgevoerd door luchtvaarttuigen voor het openbaar vervoer van reizigers, post of vracht.
Griekenland
–
"Υπηρεσία Πολιτικής Αεροπορίας" ("ΥΠΑ"), die wordt geëxploiteerd overeenkomstig Wetgevingsdecreet nr. 714/70, als gewijzigd bij Wet nr. 1340/83, en waarvan de organisatie is geregeld bij Presidentieel Decreet nr. 56/89, als gewijzigd.
–
De onderneming "Διεθνής Αερολιμένας Αθηνών" bij Spata die wordt geëxploiteerd overeenkomstig Wetgevingsdecreet nr. 2338/95 Κύρωση Σύμβασης Ανάπτυξης του Νέου Διεθνούς Αεροδρομίου της Αθήνας στα Σπάτα, "ίδρυση της εταιρείας "Διεθνής Αερολιμένας Αθηνών Α.Ε." έγκριση περιβαλλοντικών όρων και άλλες διατάξεις".
–
"Φορείς Διαχείρισης", overeenkomstig Presidentieel Decreet nr. 158/02 "Ίδρυση, κατασκευή, εξοπλισμός, οργάνωση, διοίκηση, λειτουργία και εκμε- τάλλευση πολιτικών αερολιμένων από φυσικά πρόσωπα, νομικά πρόσωπα ιδιωτικού δικαίου και Οργανισμούς Τοπικής Αυτοδιοίκησης" (Grieks Staatsblad Α 137).
Spanje
–
Ente público Aeropuertos Españoles y Navegación Aérea (AENA)
Frankrijk
–
Luchthavens die worden geëxploiteerd door overheidsbedrijven overeenkomstig de artikelen L.251-1, L.260-1 en L.270-1 van de code de l'aviation civile.
–
Luchthavens die worden geëxploiteerd op basis van een concessie verleend door de overheid overeenkomstig artikel R.223-2 van de code de l'aviation civile.
–
Luchthavens die worden geëxploiteerd overeenkomstig een arrêté préfectoral portant autorisation d'occupation temporaire.
–
Luchthavens die zijn opgericht door de overheid en waarvoor een overeenkomst geldt als bedoeld in artikel L.221-1 van de code de l'aviation civile.
–
Luchthavens die in eigendom aan een regionale of lokale overheid of aan een groep regionale of lokale overheden zijn overgedragen overeenkomstig Loi n°2004-809 van 13 augustus 2004 relative aux libertés et responsabilités locales, en met name artikel 28 daarvan:
–
Aérodrome d'Ajaccio Campo-dell'Oro
–
Aérodrome d'Avignon
–
Aérodrome de Bastia-Poretta
–
Aérodrome de Beauvais-Tillé
–
Aérodrome de Bergerac-Roumanière
–
Aérodrome de Biarritz-Anglet-Bayonne
–
Aérodrome de Brest Bretagne
–
Aérodrome de Calvi-Sainte-Catherine
–
Aérodrome de Carcassonne en Pays Cathare
–
Aérodrome de Dinard-Pleurthuit-Saint-Malo
–
Aérodrome de Figari-Sud Corse
–
Aérodrome de Lille-Lesquin
–
Aérodrome de Metz-Nancy-Lorraine
–
Aérodrome de Pau-Pyrénées
–
Aérodrome de Perpignan-Rivesaltes
–
Aérodrome de Poitiers-Biard
–
Aérodrome de Rennes-Saint-Jacques
–
Burgerluchthavens van de overheid die in beheer zijn gegeven aan een kamer van koophandel (artikel 7 van Loi n°2005-357 van 21 april 2005 relative aux aéroports en Décret n°2007-444 van 23 februari 2007 relatif aux aérodromes appartenant à l'Etat):
–
Aérodrome de Marseille-Provence
–
Aérodrome d'Aix-les-Milles et Marignane-Berre
–
Aérodrome de Nice Côte-d'Azur et Cannes-Mandelieu
–
Aérodrome de Strasbourg-Entzheim
–
Aérodrome de Fort-de France-le Lamentin
–
Aérodrome de Pointe-à-Pitre-le Raizet
–
Aérodrome de Saint-Denis-Gillot
–
Andere burgerluchthavens van de overheid die overeenkomstig Décret n°2005-1070 van 24 augustus 2005, als gewijzigd, zijn uitgesloten van overdracht aan een regionale of lokale overheid:
–
Aérodrome de Saint-Pierre Pointe Blanche
–
Aérodrome de Nantes Atlantique et Saint-Nazaire-Montoir
–
Aéroports de Paris (Loi n°2005-357 van 20 april 2005 en Décret n°2005-828 van 20 juli 2005)
Italië
–
Vanaf 1 januari 1996 geldt het Decreto Legislativo N°497 van 25 november 1995, relativo alla trasformazione dell’Azienda autonoma di assistenza al volo per il traffico aereo generale in ente pubblico economico, denominato ENAV, Ente nazionale di assistenza al volo, dat diverse malen is verlengd en daarna is omgezet in wetgeving. Bij Legge N° 665 van 21 december 1996 is die entiteit per 1 januari 2001 definitief omgezet in een vennootschap (S.p.A.).
–
Beheersdiensten die bij speciale wetten zijn opgericht.
–
Entiteiten die luchthavenfaciliteiten exploiteren op basis van een concessie die is verleend overeenkomstig artikel 694 van de Codice della navigazione, Regio Decreto N°327 van 30 maart 1942.
–
Luchthavenentiteiten, zoals de beheerders SEA (Milaan) en ADR (Fiumicino).
Cyprus
Letland
–
Valsts akciju sabiedrība "Latvijas gaisa satiksme" (State public limited liability company "Latvijas gaisa satiksme")
Valsts akciju sabiedrība "Starptautiskā lidosta 'Rīga'" (State public limited liability company "International airport 'Rīga'")
SIA "Aviasabiedrība "Liepāja" (Aviacompany Liepaja Ltd.).
Litouwen
–
Overheidsbedrijf Vilnius International Airport
–
Overheidsbedrijf Kaunas Airport
–
Overheidsbedrijf Palanga International Airport
–
Overheidsbedrijf "Oro navigacija"
–
Gemeentebedrijf "Šiaulių oro uostas"
–
Andere entiteiten overeenkomstig artikel 70, leden 1 en 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 84-2000, 1996; nr. 4102, 2006) en die luchthavenfaciliteiten exploiteren overeenkomstig de Luchtvaartwet van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 94-2918, 2000).
Luxemburg
–
Aéroport du Findel.
Hongarije
–
Luchthavens die worden geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 1995. évi XCVII. törvény a légiközlekedésről.
–
Budapest Ferihegy Nemzetközi Repülőtér, beheerd door Budapest Airport Rt. op basis van 1995. évi XCVII. törvény a légiközlekedésről en 83/2006. (XII. 13.) GKM rendelet a légiforgalmi irányító szolgálatot ellátó és a légiforgalmi szakszemélyzet képzését végző szervezetről.
Malta
–
L-Ajruport Internazzjonali ta" Malta (Malta International Airport)
Nederland
Luchthavens die worden geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen 18 e.v. van de Luchtvaartwet. Bijvoorbeeld:
–
Luchthaven Schiphol
Oostenrijk
Entiteiten met een vergunning om luchthavenfaciliteiten beschikbaar te stellen overeenkomstig het Luftfahrtgesetz, BGBl. nr. 253/1957, als gewijzigd.
Polen
–
Overheidsbedrijf "Porty Lotnicze", dat wordt geëxploiteerd op basis van ustawa z dnia 23 października 1987 r. o przedsiębiorstwie państwowym "Porty Lotnicze"
–
Port Lotniczy Bydgoszcz S.A.
–
Port Lotniczy Gdańsk Sp. z o.o.
–
Górnośląskie Towarzystwo Lotnicze S.A. Międzynarodowy Port Lotniczy Katowice
–
Międzynarodowy Port Lotniczy im. Jana Pawła II Kraków - Balice Sp. z o.o.
–
Lotnisko Łódź Lublinek Sp. z o.o.
–
Port Lotniczy Poznań - Ławica Sp. z o.o.
–
Port Lotniczy Szczecin - Goleniów Sp. z o. o.
–
Port Lotniczy Wrocław S.A.
–
Port Lotniczy im. Fryderyka Chopina w Warszawie
–
Port Lotniczy Rzeszów - Jasionka
–
Porty Lotnicze "Mazury- Szczytno" Sp. z o. o. w Szczytnie
–
Port Lotniczy Zielona Góra - Babimost
Portugal
–
ANA – Aeroportos de Portugal, S.A., opgericht overeenkomstig Decreto-Lei No 404/98 do 18 de Dezembro 1998.
–
NAV – Empresa Pública de Navegação Aérea de Portugal, E. P., opgericht overeenkomstig Decreto-Lei No 404/98 do 18 de Dezembro 1998.
–
ANAM – Aeroportos e Navegação Aérea da Madeira, S. A., opgericht overeenkomstig Decreto-Lei No 453/91 do 11 de Dezembro 1991.
Roemenië
–
Compania Naţională "Aeroporturi Bucureşti" SA (National Company "Bucharest Airports S.A.")
–
Societatea Naţională "Aeroportul Internaţional Mihail Kogălniceanu-Constanţa" (National Company "International Airport Mihail Kogălniceanu-Constanţa" S.A.)
–
Societatea Naţională "Aeroportul Internaţional Timişoara-Traian Vuia"-SA (National Company International "International Airport Timişoara-Traian Vuia"-S.A.)
–
Regia Autonomă "Administraţia Română a Serviciilor de Trafic Aerian ROMAT SA" (Autonomous Public Service Undertaking "Romanian Air Traffic Services Administration ROMAT S.A.")
–
Aeroporturile aflate în subordinea Consiliilor Locale (Airports under Local Councils’ subordination)
–
SC Aeroportul Arad SA (Arad Airport S.A. Commercial Company)
–
Regia Autonomă Aeroportul Bacău (Autonomous Public Service Undertaking Bacău Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Baia Mare (Autonomous Public Service Undertaking Baia Mare Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Cluj Napoca (Autonomous Public Service Undertaking Cluj Napoca Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Internaţional Craiova (Autonomous Public Service Undertaking International Craiova Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Iaşi (Autonomous Public Service Undertaking Iaşi Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Oradea (Autonomous Public Service Undertaking Oradea Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Satu-Mare (Autonomous Public Service Undertaking Satu-Mare Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Sibiu (Autonomous Public Service Undertaking Sibiu Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Suceava (Autonomous Public Service Undertaking Suceava Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Târgu Mureş (Autonomous Public Service Undertaking Târgu Mureş Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Tulcea (Autonomous Public Service Undertaking Tulcea Airport)
–
Regia Autonomă Aeroportul Caransebeş
Slovenië
Publieke burgerluchthavens die worden geëxploiteerd overeenkomstig de Zakon o letalstvu (Uradni list RS, 18/01)
Mat. Št.
|
Naziv
|
Poštna Št.
|
Kraj
|
1589423
|
Letalski Center Cerklje Ob Krki
|
8263
|
Cerklje Ob Krki
|
1913301
|
Kontrola Zračnega Prometa D.O.O.
|
1000
|
Ljubljana
|
5142768
|
Aerodrom Ljubljana D.D.
|
4210
|
Brnik-Aerodrom
|
5500494
|
Aerodrom Portorož, D.O.O.
|
6333
|
Sečovlje – Sicciole
|
Slowakije
Entiteiten die luchthavens exploiteren met goedkeuring van de overheid, en entiteiten die luchtvaartcommunicatiediensten verlenen overeenkomstig Wet nr. 143/1998 als gewijzigd bij de Wetten nr. 57/2001, nr. 37/2002, nr. 136/2004 en nr. 544/2004.
Bijvoorbeeld:
–
Letisko M.R.Štefánika, a.s., Bratislava
–
Letisko Poprad – Tatry, a.s.
–
Letisko Košice, a.s.
Finland
Luchthavens onder beheer van de "Ilmailulaitos Finavia/Luftfartsverket Finavia", of van een gemeentelijk of overheidsbedrijf overeenkomstig de ilmailulaki/luftfartslagen (1242/2005) en laki Ilmailulaitoksesta/lag om Luftfartsverket (1245/2005).
Zweden
–
Luchthavens die in handen zijn van en worden geëxploiteerd door de overheid overeenkomstig luftfartslagen (1957:297).
–
Luchthavens die in handen zijn van en worden geëxploiteerd door particulieren met een exploitatievergunning krachtens genoemde wet, wanneer deze vergunning voldoet aan de criteria van artikel 2, lid 3, van de richtlijn.
Verenigd Koninkrijk
–
Een lokale overheid die in een bepaald geografisch gebied luchthaven- of andere aanlandingsfaciliteiten beschikbaar stelt aan luchtvervoerders
–
Een luchthavenexploitant in de zin van de Airports Act 1986, die een luchthaven beheert die valt onder de economische regelgeving uit hoofde van Deel IV van die wet
–
Highland and Islands Airports Limited
–
Een luchthavenexploitant in de zin van de Airports (Northern Ireland) Order 1994
–
BAA Ltd.
Kroatië
Aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 6 van de Zakon o javnoj nabavi (Narodne novine broj 90/11) (Wet inzake overheidsopdrachten, Staatsblad nr. 90/11) die overheidsbedrijven of aanbestedende instanties zijn en die overeenkomstig specifieke regelgevingen een geografisch gebied exploiteren om luchthaven- en andere aanlandingsfaciliteiten ter beschikking te stellen van luchtvaartmaatschappijen, zoals de diensten die de bedoelde activiteiten uitoefenen op grond van de verleende concessie overeenkomstig de Airports Act (Staatsblad 19/98 en 14/11).
IV.
Zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten
België
–
Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen
–
Havenbedrijf van Gent
–
Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtingen
–
Port autonome de Charleroi
–
Port autonome de Namur
–
Port autonome de Liège
–
Port autonome du Centre et de l'Ouest
–
Société régionale du Port de Bruxelles/Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel
–
Waterwegen en Zeekanaal
–
De Scheepvaart
Bulgarije
ДП "Пристанищна инфраструктура"
Entiteiten die krachtens bijzondere of exclusieve rechten havens voor openbaar vervoer van nationaal belang (of delen daarvan) exploiteren, opgenomen in bijlage nr. 1 bij artikel 103a van de Закон за морските пространства, вътрешните водни пътища и пристанищата на Република България (обн., ДВ, бр.12/11.2.2000):
–
"Пристанище Варна" ЕАД
–
"Порт Балчик" АД
–
"БМ Порт" АД
–
"Пристанище Бургас" ЕАД
–
"Пристанищен комплекс – Русе" ЕАД
–
"Пристанищен комплекс – Лом" ЕАД
–
"Пристанище Видин" ЕООД
–
"Драгажен флот – Истър" АД
–
"Дунавски индустриален парк" АД
Entiteiten die krachtens bijzondere of exclusieve rechten havens voor openbaar vervoer van regionaal belang (of delen daarvan) exploiteren, opgenomen in bijlage nr. 2 bij artikel 103a van de Закон за морските пространства, вътрешните водни пътища и пристанищата на Република България (обн., ДВ, бр.12/11.2.2000):
–
"Фиш Порт" АД
–
Кораборемонтен завод "Порт - Бургас" АД
–
"Либърти металс груп" АД
–
"Трансстрой – Бургас" АД
–
"Одесос ПБМ" АД
–
"Поддържане чистотата на морските води" АД
–
"Поларис 8" ООД
–
"Лесил" АД
–
"Ромпетрол – България" АД
–
"Булмаркет – ДМ" ООД
–
"Свободна зона – Русе" ЕАД
–
"Дунавски драгажен флот" – АД
–
"Нарен" ООД
–
"ТЕЦ Свилоза" АД
–
НЕК ЕАД – клон "АЕЦ – Белене"
–
"Нафтекс Петрол" ЕООД
–
"Фериботен комплекс" АД
–
"Дунавски драгажен флот Дуним" АД
–
"ОМВ България" ЕООД
–
СО МАТ АД – клон Видин
–
"Свободна зона – Видин" ЕАД
–
"Дунавски драгажен флот Видин"
–
"Дунав турс" АД
–
"Меком" ООД
–
"Дубъл Ве Ко" ЕООД
Tsjechische Republiek
Alle aanbestedende diensten in de sectoren die in een bepaald geografisch gebied zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten beschikbaar stellen of exploiteren voor vervoer door de lucht, over zee of over de binnenwateren (als bedoeld in sectie 4, lid 1, onder i), van Wet nr. 137/2006 inzake overheidsopdrachten, als gewijzigd).
Bijvoorbeeld:
–
České přístavy, a.s.
Denemarken
–
Havens als bedoeld in § 1 van lov om havne, zie Wet nr. 326 van 28 mei 1999
Duitsland
–
Zeehavens die geheel of gedeeltelijk in handen zijn van territoriale overheden (Länder, Kreise, Gemeinden)
–
Binnenhavens die overeenkomstig de Wassergesetze van de Länder vallen onder de Hafenordnung.
Estland
–
Entiteiten die werkzaam zijn overeenkomstig artikel 10, lid 3, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21-02-2007, 15, 76) en artikel 14 van de Mededingingswet (RT I 2001, 56 332):
–
AS Saarte Liinid;
–
AS Tallinna Sadam.
Ierland
–
Havens die overeenkomstig de Harbours Acts 1946 to 2000 worden geëxploiteerd
–
Haven van Rosslare Harbour, die overeenkomstig de Fishguard and Rosslare Railways and Harbours Acts 1899 wordt geëxploiteerd
Griekenland
–
"Οργανισμός Λιμένος Βόλου Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.Β. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Ελευσίνας Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.Ε. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Ηγουμενίτσας Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.ΗΓ. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Ηρακλείου Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.Η. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Καβάλας Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.Κ. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Κέρκυρας Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.ΚΕ. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Πατρών Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.ΠΑ. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Λαυρίου Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.Λ. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
"Οργανισμός Λιμένος Ραφήνας Ανώνυμη Εταιρεία" ("Ο.Λ.Ρ. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2932/01.
–
(Havendiensten)
–
Andere havens, Δημοτικά και Νομαρχιακά Ταμεία (Gemeente- en Prefectuurhavens) die vallen onder Presidentieel Decreet nr. 649/1977, Wet 2987/02, Presidentieel Decreet 362/97 en Wet 2738/99.
Spanje
–
Ente público Puertos del Estado
–
Autoridad Portuaria de Alicante
–
Autoridad Portuaria de Almería – Motril
–
Autoridad Portuaria de Avilés
–
Autoridad Portuaria de la Bahía de Algeciras
–
Autoridad Portuaria de la Bahía de Cádiz
–
Autoridad Portuaria de Baleares
–
Autoridad Portuaria de Barcelona
–
Autoridad Portuaria de Bilbao
–
Autoridad Portuaria de Cartagena
–
Autoridad Portuaria de Castellón
–
Autoridad Portuaria de Ceuta
–
Autoridad Portuaria de Ferrol – San Cibrao
–
Autoridad Portuaria de Gijón
–
Autoridad Portuaria de Huelva
–
Autoridad Portuaria de Las Palmas
–
Autoridad Portuaria de Málaga
–
Autoridad Portuaria de Marín y Ría de Pontevedra
–
Autoridad Portuaria de Melilla
–
Autoridad Portuaria de Pasajes
–
Autoridad Portuaria de Santa Cruz de Tenerife
–
Autoridad Portuaria de Santander
–
Autoridad Portuaria de Sevilla
–
Autoridad Portuaria de Tarragona
–
Autoridad Portuaria de Valencia
–
Autoridad Portuaria de Vigo
–
Autoridad Portuaria de Villagarcía de Arousa
–
Andere havendiensten van de autonome gemeenschappen Andalusië, Asturië, Balearen, Canarische Eilanden, Cantabrië, Catalonië, Galicië, Murcia, Baskenland en Valencia.
Frankrijk
–
Port autonome de Paris, opgericht bij Loi n°68-917 relative au port autonome de Paris van 24 oktober 1968.
–
Port autonome de Strasbourg, opgericht bij de convention entre l'État et la ville de Strasbourg relative à la construction du port rhénan de Strasbourg et à l'exécution de travaux d'extension de ce port van 20 mei 1923, goedgekeurd bij de wet van 26 april 1924.
–
Ports autonomes die worden geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen L. 111-1 en volgende van de code des ports maritimes en rechtspersoonlijkheid bezitten:
–
Port autonome de Bordeaux
–
Port autonome de Dunkerque
–
Port autonome de La Rochelle
–
Port autonome du Havre
–
Port autonome de Marseille
–
Port autonome de Nantes-Saint-Nazaire
–
Port autonome de Pointe-à-Pitre
–
Port autonome de Rouen
–
Havens die geen rechtspersoonlijkheid bezitten, in handen zijn van de overheid (décret n°2006-330 fixant la liste des ports des départements d'outre-mer exclus du transfert prévu à l'article 30 de la loi du 13 août 2004 relative aux libertés et responsabilités locales van 20 maart 2006) en in beheer zijn gegeven aan de lokale kamers van koophandel:
–
Port de Fort de France (Martinique)
–
Port de Dégrad des Cannes (Guyane)
–
Port-Réunion (île de la Réunion)
–
Ports de Saint-Pierre et Miquelon
–
Havens die geen rechtspersoonlijkheid bezitten en in eigendom zijn overgedragen aan de regionale of plaatselijke overheden en waarvan het beheer is toevertrouwd aan de lokale kamers van koophandel (artikel 30 van Loi n°2004-809 relative aux libertés et responsabilités locales van 13 augustus 2004, als gewijzigd bij Loi n°2006-1771 van 30 december 2006):
–
Port de Calais
–
Port de Boulogne-sur-Mer
–
Port de Nice
–
Port de Bastia
–
Port de Sète
–
Port de Lorient
–
Port de Cannes
–
Port de Villefranche-sur-Mer
–
Voies navigables de France, publiek orgaan dat valt onder artikel 124 van Loi n°90-1168 van 29 december 1990, als gewijzigd.
Italië
–
Havens van de staat (Porti statali) en andere havens die overeenkomstig de Codice della navigazione, Regio Decreto N°327 van 30 maart 1942 worden beheerd door de Capitaneria di Porto.
–
Autonome havens (enti portuali) die overeenkomstig artikel 19 van de Codice della navigazione, Regio Decreto N°327 van 30 maart 1942 bij bijzondere wetgeving zijn opgericht.
Cyprus
Η Αρχή Λιμένων Κύπρου, opgericht bij de περί Αρχής Λιμένων Κύπρου Νόμο του 1973.
Letland
Diensten die havens besturen overeenkomstig de wet "Likumu par ostām":
–
Rīgas brīvostas pārvalde
–
Ventspils brīvostas pārvalde
–
Liepājas speciālas ekonomiskās zona pārvalde
–
Salacgrīvas ostas pārvalde
–
Skultes ostas pārvalde
–
Lielupes ostas pārvalde
–
Engures ostas pārvalde
–
Mērsraga ostas pārvalde
–
Pāvilostas ostas pārvalde
–
Rojas ostas pārvalde
Andere instellingen die hun aankopen doen overeenkomstig wet "Sabiedrisko pakalpojumu sniedzēju iepirkumu likums" en havens besturen overeenkomstig de wet "Likumu par ostām".
Litouwen
–
Overheidsbedrijf Zeehavendienst Klaipėda, werkzaam overeenkomstig de Wet op de Zeehavendienst Klaipėda van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 53-1245, 1996);
–
Overheidsbedrijf "Vidaus vandens kelių direkcija", werkzaam overeenkomstig de Wet op het vervoer over de binnenlandse waterwegen van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 1052393, 1996);
–
Andere entiteiten overeenkomstig artikel 70, leden 1 en 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 84-2000, 1996; nr. 4102, 2006) en die in de sector zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten werkzaam zijn overeenkomstig de Wet op het vervoer over de binnenlandse waterwegen van de Republiek Litouwen.
Luxemburg
–
Port de Mertert, opgericht en geëxploiteerd overeenkomstig de Loi relative à l'aménagement et à l'exploitation d'un port fluvial sur la Moselle van 22 juli 1963, als gewijzigd.
Hongarije
–
Havens die worden geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 2000. évi XLII. törvény a vízi közlekedésről.
Malta
–
L-Awtorita' Marittima ta' Malta (Malta Maritime Authority)
Nederland
Aanbestedende diensten op het gebied van zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten. Bijvoorbeeld:
–
Havenbedrijf Rotterdam
Oostenrijk
–
Binnenhavens die geheel of gedeeltelijk in handen zijn van de Länder en/of Gemeinden.
Polen
Entiteiten die zijn opgericht op basis van ustawa z dnia 20 grudnia 1996 r. o portach i przystaniach morskich, waaronder:
–
Zarząd Morskiego Portu Gdańsk S.A.
–
Zarząd Morskiego Portu Gdynia S.A.
–
Zarząd Portów Morskich Szczecin i Świnoujście S.A.
–
Zarząd Portu Morskiego Darłowo Sp. z o.o.
–
Zarząd Portu Morskiego Elbląg Sp. z o.o.
–
Zarząd Portu Morskiego Kołobrzeg Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Państwowe Polska Żegluga Morska
Portugal
–
APDL – Administração dos Portos do Douro e Leixões, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 335/98 do 3 de Novembro 1998.
–
APL – Administração do Porto de Lisboa, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 336/98 do 3 de Novembro 1998.
–
APS – Administração do Porto de Sines, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 337/98 do 3 de Novembro 1998.
–
APSS – Administração dos Portos de Setúbal e Sesimbra, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 338/98 do 3 de Novembro 1998.
–
APA – Administração do Porto de Aveiro, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 339/98 do 3 de Novembro 1998.
–
Instituto Portuário dos Transportes Marítimos, I.P. (IPTM, I.P.), overeenkomstig Decreto-Lei No 146/2007 do 27 de Abril 2007.
Roemenië
–
Compania Naţională "Administraţia Porturilor Maritime" SA Constanţa
–
Compania Naţională "Administraţia Canalelor Navigabile SA"
–
Compania Naţională de Radiocomunicaţii Navale "RADIONAV" SA
–
Regia Autonomă "Administraţia Fluvială a Dunării de Jos"
–
Compania Naţională "Administraţia Porturilor Dunării Maritime"
–
Compania Naţională "Administraţia Porturilor Dunării Fluviale" SA
–
Porturile: Sulina, Brăila, Zimnicea şi Turnul-Măgurele
Slovenië
Zeehavens die geheel of gedeeltelijk in handen zijn van de overheid en die een economische publieke dienst verlenen overeenkomstig de Pomorski Zakonik (Uradni list RS, 56/99).
Mat. Št.
|
Naziv
|
Poštna Št.
|
Kraj
|
5144353
|
LUKA KOPER D.D.
|
6000
|
KOPER - CAPODISTRIA
|
5655170
|
Sirio d.o.o.
|
6000
|
KOPER
|
Slowakije
Entiteiten die met goedkeuring van de overheid niet-publieke binnenhavens exploiteren voor het riviervervoer door vervoersbedrijven, en entiteiten die door de overheid zijn opgericht voor de exploitatie van publieke rivierhavens overeenkomstig Wet nr. 338/2000 als gewijzigd bij de Wetten nr. 57/2001 en nr. 580/2003.
Finland
–
Havens die worden geëxploiteerd overeenkomstig de laki kunnallisista satamajärjestyksistä ja liikennemaksuista/
–
lagen om kommunala hamnanordningar och trafikavgifter (955/1976) en havens die vallen onder een vergunning overeenkomstig afdeling 3 van de laki yksityisistä yleisistä satamista/lagen om privata allmänna hamnar (1156/1994).
–
Saimaan kanavan hoitokunta/Förvaltningsnämnden för Saima kanal.
Zweden
Havens en aanlandingsfaciliteiten overeenkomstig lagen (1983:293) om inrättande, utvidgning och avlysning av allmän farled och allmän hamn en förordningen (1983:744) om trafiken på Göta kanal
Verenigd Koninkrijk
–
Een lokale overheid die in een bepaald geografisch gebied zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten verleent voor het vervoer over zee of over de binnenwateren
–
Een havendienst in de zin van artikel 57 van de Harbours Act 1964
–
British Waterways Board
–
Een havenautoriteit als gedefinieerd in artikel 38, lid 1, van de Harbours Act (Northern Ireland) 1970
Kroatië
Aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 6 van de Zakon o javnoj nabavi (Narodne novine broj 90/11) (Wet inzake overheidsopdrachten, Staatsblad nr. 90/11) die overheidsbedrijven of aanbestedende instanties zijn en die overeenkomstig specifieke regelgevingen een geografisch gebied exploiteren om zeehavens, rivierhavens en andere vervoerterminals ter beschikking te stellen van ondernemingen voor vervoer over zee of over de rivieren, zoals de diensten die de bedoelde activiteiten uitoefenen op grond van de verleende concessie overeenkomstig de Maritime Domain and Seaports Act (Staatsblad 158/03, 100/04, 141/06 en 38/09).
V.
Aanbestedende diensten in de sector metro-, tram-, trolleybus- en busdiensten
België
–
Société des Transports intercommunaux de Bruxelles/Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel
–
Société régionale wallonne du Transport et ses sociétés d'exploitation (TEC Liège–Verviers, TEC Namur–Luxembourg, TEC Brabant wallon, TEC Charleroi, TEC Hainaut) / Société régionale wallonne du Transport en haar exploitatiemaatschappijen (TEC Liège–Verviers, TEC Namur–Luxembourg, TEC Brabant wallon, TEC Charleroi, TEC Hainaut)
–
Vlaamse Vervoermaatschappij (De Lijn)
–
Particuliere ondernemingen die bijzondere of exclusieve rechten genieten
Bulgarije
–
"Метрополитен" ЕАД, София
–
"Столичен електротранспорт" ЕАД, София
–
"Столичен автотранспорт" ЕАД, София
–
"Бургасбус" ЕООД, Бургас
–
"Градски транспорт" ЕАД, Варна
–
"Тролейбусен транспорт" ЕООД, Враца
–
"Общински пътнически транспорт" ЕООД, Габрово
–
"Автобусен транспорт" ЕООД, Добрич
–
"Тролейбусен транспорт" ЕООД, Добрич
–
"Тролейбусен транспорт" ЕООД, Пазарджик
–
"Тролейбусен транспорт" ЕООД, Перник
–
"Автобусни превози" ЕАД, Плевен
–
"Тролейбусен транспорт" ЕООД, Плевен
–
"Градски транспорт Пловдив" ЕАД, Пловдив
–
"Градски транспорт" ЕООД, Русе
–
"Пътнически превози" ЕАД, Сливен
–
"Автобусни превози" ЕООД, Стара Загора
–
"Тролейбусен транспорт" ЕООД, Хасково
Tsjechische Republiek
Alle aanbestedende diensten in de sectoren die metro-, tram-, trolleybus- en busdiensten verlenen als bedoeld in afdeling 4, lid 1, onder f), van Wet nr. 137/2006 inzake overheidsopdrachten, als gewijzigd.
Bijvoorbeeld:
–
Dopravní podnik hl.m. Prahy ,akciová společnost
–
Dopravní podnik města Brna, a.s.
–
Dopravní podnik Ostrava a.s.
–
Plzeňské městské dopravní podniky, a.s.
–
Dopravní podnik města Olomouce, a.s.
Denemarken
–
DSB
–
DSB S-tog A/S
–
Entiteiten die het openbaar busvervoer (normale, geregelde diensten) verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig lov om buskørsel, zie Geconsolideerde Wet nr. 107 van 19 februari 2003.
–
Metroselskabet I/S
Duitsland
Bedrijven die op basis van een vergunning het openbaar korteafstandsvervoer verzorgen overeenkomstig het Personenbeförderungsgesetz van 21 maart 1961, laatstelijk gewijzigd op 31 oktober 2006.
Estland
–
Entiteiten die werkzaam zijn overeenkomstig artikel 10, lid 3, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21.2.2007, 15, 76) en artikel 14 van de Mededingingswet (RT I 2001, 56 332).
–
AS Tallinna Autobussikoondis;
–
AS Tallinna Trammi- ja Trollibussikoondis;
–
Narva Bussiveod AS.
Ierland
–
Iarnród Éireann [Irish Rail]
–
Railway Procurement Agency
–
Luas [Dublin Light Rail]
–
Bus Éireann [Irish Bus]
–
Bus Átha Cliath [Dublin Bus]
–
Entiteiten die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig de gewijzigde Road Transport Act 1932.
Griekenland
–
"Ηλεκτροκίνητα Λεωφορεία Περιοχής Αθηνών - Πειραιώς Α.Ε." ("Η.Λ.Π.Α.Π. Α.Ε.") (Trolleybussen Athene-Pireaeus S.A.), opgericht en werkzaam overeenkomstig Wetgevingsdecreet nr. 768/1970 (Α΄273), Wet nr. 588/1977 (Α΄148) en Wet nr. 2669/1998 (Α΄283).
–
"Ηλεκτρικοί Σιδηρόδρομοι Αθηνών – Πειραιώς" ("Η.Σ.Α.Π. Α.Ε.") (Elektrische Spoorwegen Athene-Piraeus), opgericht en werkzaam overeenkomstig Wetten nr. 352/1976 (Α΄147) en nr. 2669/1998 (Α΄283).
–
"Οργανισμός Αστικών Συγκοινωνιών Αθηνών Α.Ε." ("Ο.Α.ΣΑ. Α.Ε.") (Organisatie Stedelijk Vervoer Athene S.A.), opgericht en werkzaam overeenkomstig Wetten nr. 2175/1993 (Α΄211) en nr. 2669/1998 (Α΄283).
–
"Εταιρεία Θερμικών Λεωφορείων Α.Ε." ("Ε.Θ.Ε.Λ. Α.Ε."), (Onderneming voor warmtekrachtbussen S.A.), opgericht en werkzaam overeenkomstig de Wetten nr. 2175/1993 (Α΄211) en nr. 2669/1998 (Α΄283).
–
"Αττικό Μετρό Α.Ε." (Attika Metro S.A.), opgericht en werkzaam overeenkomstig Wet nr. 1955/1991.
–
"Οργανισμός Αστικών Συγκοινωνιών Θεσσαλονίκης" ("Ο.Α.Σ.Θ."), opgericht en werkzaam overeenkomstig Decreet nr. 3721/1957, Wetgevingsdecreet nr. 716/1970 en de Wetten nr. 866/79 en nr. 2898/2001 (Α'71).
–
"Κοινό Ταμείο Είσπραξης Λεωφορείων" ("Κ.Τ.Ε.Λ."), werkzaam overeenkomstig Wet nr. 2963/2001 (Α'268).
–
"Δημοτικές Επιχειρήσεις Λεωφορείων Ρόδου και Κω", ook wel "ΡΟΔΑ" en "ΔΕΑΣ ΚΩ" genaamd, werkzaam overeenkomstig Wet nr. 2963/2001 (Α'268).
Spanje
–
Entiteiten die het openbaar stadsvervoer verzorgen overeenkomstig "Ley 7/1985 Reguladora de las Bases de Régimen Local" van 2 april 1985, "Real Decreto legislativo 781/1986, de 18 de abril, por el que se aprueba el texto refundido de las disposiciones legales vigentes en materia de régimen local" en overeenkomstige regionale wetgeving, indien van toepassing.
–
Entiteiten die het openbaar busvervoer verzorgen overeenkomstig de derde overgangsbepaling van "Ley 16/1987, de 30 de Julio, de Ordenación de los Transportes Terrestres".
Bijvoorbeeld:
–
Empresa Municipal de Transportes de Madrid
–
Empresa Municipal de Transportes de Málaga
–
Empresa Municipal de Transportes Urbanos de Palma de Mallorca
–
Empresa Municipal de Transportes Públicos de Tarragona
–
Empresa Municipal de Transportes de Valencia
–
Transporte Urbano de Sevilla, S.A.M. (TUSSAM)
–
Transporte Urbano de Zaragoza, S.A. (TUZSA)
–
Entitat Metropolitana de Transport - AMB
–
Eusko Trenbideak, s.a.
–
Ferrocarril Metropolitá de Barcelona, sa
–
Ferrocariles de la Generalitat Valenciana
–
Consorcio de Transportes de Mallorca
–
Metro de Madrid
–
Metro de Málaga, S.A.
–
Red Nacional de los Ferrocarriles Españoles (Renfe)
Frankrijk
–
Entiteiten die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig artikel 7-II van de Loi d'orientation des transports intérieurs n° 82-1153 van 30 december 1982
–
Régie des transports de Marseille
–
RDT 13 Régie départementale des transports des Bouches du Rhône
–
Régie départementale des transports du Jura
–
RDTHV Régie départementale des transports de la Haute-Vienne
–
Régie autonome des transports parisiens, Société nationale des chemins de fer français en andere entiteiten die vervoersdiensten verlenen op basis van een vergunning verleend door het Syndicat des transports d'Ile-de-France, overeenkomstig Ordonnance n°59-151 van 7 januari 1959, als gewijzigd, en de decreten tot uitvoering daarvan met betrekking tot de organisatie van het reizigersvervoer in de regio Ile-de-France
–
Réseau ferré de France, overheidsbedrijf opgericht bij Wet n°97-135 van 13 februari 1997.
–
Regionale of lokale overheden of groepen van regionale of lokale overheden die vervoer organiseren (bijvoorbeeld: Communauté urbaine de Lyon)
Italië
Entiteiten en ondernemingen die openbaar vervoer per spoor, geautomatiseerd systeem, tram, trolleybus of bus verzorgen of de desbetreffende infrastructuur op nationaal, regionaal of lokaal niveau beheren.
Bijvoorbeeld:
–
Entiteiten en ondernemingen die het openbaar vervoer verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig Decreto N°316 van het Ministro dei Trasporti van 1 december 2006 "Regolamento recante riordino dei servizi automobilistici interregionali di competenza statale".
–
Entiteiten en ondernemingen die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig artikel 1, lid 4 of lid 15, van Regio Decreto N° 2578 van 15 oktober 1925 – Approvazione del Testo unico della legge sull'assunzione diretta dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province.
–
Entiteiten en ondernemingen die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig Decreto Legislativo N°422 van 19 november 1997 – Conferimento alle regioni ed agli enti locali di funzioni e compiti in materia di trasporto pubblico locale, onder de voorwaarden van artikel 4, lid 4, van Legge N°59 van 15 maart 1997 – als gewijzigd bij Decreto Legislativo N° 400 van 20 september 1999 en bij artikel 45 van Legge N°166 van 1 augustus 2002.
–
Entiteiten en ondernemingen die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig artikel 113 van de geconsolideerde wetten op de organisatie van lokale overheden, aangenomen bij Legge N°267 van 18 augustus 2000, als gewijzigd bij artikel 35 van Legge N°448 van 28 december 2001.
–
Entiteiten en ondernemingen die werkzaam zijn op basis van een concessie overeenkomstig artikel 242 of 256 van Regio Decreto N°1447 van 9 mei 1912 tot goedkeuring van de geconsolideerde wetten op "le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili".
–
Entiteiten, ondernemingen en plaatselijke overheden die werkzaam zijn op basis van een concessie overeenkomstig artikel 4 van Legge N°410 van 4 juni 1949 – Concorso dello Stato per la riattivazione dei pubblici servizi di trasporto in concessione.
–
Entiteiten en ondernemingen die werkzaam zijn op basis van een concessie overeenkomstig artikel 14 van Legge N°1221 van 2 augustus 1952 – Provvedimenti per l'esercizio ed il potenziamento di ferrovie e di altre linee di trasporto in regime di concessione.
Cyprus
Letland
Publiek- en privaatrechtelijke organisaties die reizigers per bus, trolleybus en/of tram vervoeren, ten minste in steden als: Riga, Jurmala Liepaja, Daugavpils, Jelgava, Rezekne en Ventspils.
Litouwen
–
Akcinė bendrovė "Autrolis"
–
Uždaroji akcinė bendrovė "Vilniaus autobusai"
–
Uždaroji akcinė bendrovė "Kauno autobusai"
–
Uždaroji akcinė bendrovė "Vilniaus troleibusai"
–
Andere entiteiten overeenkomstig artikel 70, leden 1 en 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 84-2000, 1996; nr. 4102, 2006) die metro-, tram-, trolleybus- of busdiensten verlenen overeenkomstig de Wet op het wegvervoer van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 119-2772, 1996).
Luxemburg
–
Chemins de fer luxembourgeois (CFL)
–
Service communal des autobus municipaux de la Ville de Luxembourg
–
Transports intercommunaux du canton d'Esch–sur–Alzette (TICE)
–
Busondernemingen die opereren overeenkomstig het Règlement grand-ducal concernant les conditions d'octroi des autorisations d'établissement et d'exploitation des services de transports routiers réguliers de personnes rémunérées van 3 februari 1978.
Hongarije
–
Entiteiten die openbaar lokaal en langeafstandsvervoer per bus volgens dienstregeling verzorgen overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 1988. évi I. törvény a közúti közlekedésről.
–
Entiteiten die nationaal openbaar reizigersvervoer per spoor verzorgen overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 2005. évi CLXXXIII. törvény a vasúti közlekedésről.
Malta
–
L-Awtorita` dwar it-Trasport ta' Malta (Malta Transport Authority)
Nederland
Entiteiten die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig hoofdstuk II (Openbaar Vervoer) van de Wet Personenvervoer. Bijvoorbeeld:
–
RET (Rotterdam)
–
HTM (Den Haag)
–
GVB (Amsterdam)
Oostenrijk
–
Entiteiten met een vergunning krachtens het Eisenbahngesetz, BGBl. Nr. 60/1957, als gewijzigd, of het Kraftfahrliniengesetz, BGBl. I Nr. 203/1999, als gewijzigd.
Polen
–
Entiteiten die metrodiensten verlenen op basis van een concessie verleend overeenkomstig de ustawa z dnia 28 marca 2003 r. o transporcie kolejowym,
–
Entiteiten die het stedelijk openbaar busvervoer verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig de ustawa z dnia 6 września 2001 r. o transporcie drogowym, en entiteiten die het openbaar stadsvervoer verzorgen,
waaronder:
–
Komunalne Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z o.o., Białystok
–
Komunalny Zakład Komunikacyjny Sp. z o.o., Białystok
–
Miejski Zakład Komunikacji Sp. z o.o., Grudziądz
–
Miejski Zakład Komunikacji Sp. z o.o. w Zamościu
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne - Łódź Sp. z o.o.
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z o. o. Lublin
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne S.A., Kraków
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne SA., Wrocław
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z o.o., Częstochowa
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z ο.ο., Gniezno
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z ο.ο., Olsztyn
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z o.o., Radomsko
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z ο.ο., Wałbrzych
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne w Poznaniu Sp. z o.o.
–
Miejskie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z o. o. w Świdnicy
–
Miejskie Zakłady Komunikacyjne Sp. z o.o., Bydgoszcz
–
Miejskie Zakłady Autobusowe Sp. z o.o., Warszawa
–
Opolskie Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej S.A. w Opolu
–
Polbus - PKS Sp. z o.o., Wrocław
–
Polskie Koleje Linowe Sp. z o.o., Zakopane
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Miejskiej Sp. z o.o., Gliwice
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Miejskiej Sp. z o.o. w Sosnowcu
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej Leszno Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej S.A., Kłodzko
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej S.A., Katowice
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Brodnicy S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Dzierżoniowie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Kluczborku Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Krośnie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Raciborzu Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Rzeszowie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Strzelcach Opolskich S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej Wieluń Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Kamiennej Górze Sp. z.ο.ο
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Białymstoku S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Bielsku Białej S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Bolesławcu Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Cieszynie Sp. z.ο.ο.
–
Przedsiębiorstwo Przewozu Towarów Powszechnej Komunikacji Samochodowej S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Bolesławcu Sp. z.ο.ο
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Mińsku Mazowieckim S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Siedlcach S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej "SOKOŁÓW" w Sokołowie Podlaskim S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Garwolinie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Lubaniu Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Łukowie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Wadowicach S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Staszowie Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Krakowie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Dębicy S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Zawierciu S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Żyrardowie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Pszczynie Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Płocku S.A.
–
Przedsiębiorstwo Spedycyjno-Transportowe "Transgór" Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Stalowej Woli S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Jarosławiu S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Ciechanowie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Mławie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Nysie Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Ostrowcu Świętokrzyskim S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Kielcach S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Końskich S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Jędrzejowie Spółka Akcyjna
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Oławie Spółka Akcyjna
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Wałbrzychu Sp. z.o.o
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Busku Zdroju S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Ostrołęce S.A.
–
Tramwaje Śląskie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Olkuszu S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Przasnyszu S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Nowym Sączu S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej Radomsko Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Myszkowie Sp. z.ο.ο.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Lublińcu Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Głubczycach Sp. z.o.o.
–
PKS w Suwałkach S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Koninie S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Turku S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Zgorzelcu Sp. z.o.o
–
PKS Nowa Sól Sp. z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej Zielona Góra Sp. z o.o.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej Sp. z.o.o, w Przemyślu
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Koło
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Biłgoraj
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej Częstochowa S.A.
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Gdańsk
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Kalisz
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Konin
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Nowy Dwór Mazowiecki
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Starogard Gdański
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Toruń
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej, Warszawa
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Białymstoku S.A.
–
Przedsiębiorstwo Komunikacji Samochodowej w Cieszynie Sp, z.o.o.
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej w Gnieźnie
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej w Krasnymstawie
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej w Olsztynie
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej w Ostrowie Wlkp.
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej w Poznaniu
–
Przedsiębiorstwo Państwowej Komunikacji Samochodowej w Zgorzelcu Sp. z.o.o.
–
Szczecińsko-Polickie Przedsiębiorstwo Komunikacyjne Sp. z.o.o.
–
Tramwaje Śląskie S.A., Katowice
–
Tramwaje Warszawskie Sp. z.o.o.
–
Zakład Komunikacji Miejskiej w Gdańsku Sp. z.o.o.
Portugal
–
Metropolitano de Lisboa, E.P., overeenkomstig Decreto-Lei No 439/78 do 30 de Dezembro de 1978
–
Lokale overheden, lokale diensten en lokale overheidsbedrijven als bedoeld in Wet nr. 58/98 van 18 augustus 1998, die vervoersdiensten verlenen overeenkomstig Lei No 159/99 do 14 de Septembro 1999
–
Overheidsdiensten en -bedrijven die spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig Lei No 10/90 do 17 de Março 1990
–
Entiteiten die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig artikel 98 van Regulamento de Transportes em Automóveis (Decreto No 37272 do 31 de Dezembro 1948)
–
Entiteiten die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig Lei No 688/73 do 21 de Dezembro 1973
–
Entiteiten die het openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig Decreto-Lei No 38144 do 31 de Dezembro 1950
–
Metro do Porto, S.A, overeenkomstig Decreto-Lei No 394-A/98 do 15 de Dezembro 1998, als gewijzigd bij Decreto-Lei No 261/2001 do 26 de Septembro 2001
–
Normetro, S.A, overeenkomstig Decreto-Lei No 394-A/98 van 15 december 1998, als gewijzigd bij Decreto-Lei No 261/2001 do 26 de Septembro 2001
–
Metropolitano Ligeiro de Mirandela, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 24/95 do 8 de Fevereiro 1995
–
Metro do Mondego, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 10/2002 do 24 de Janeiro 2002
–
Metro Transportes do Sul, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 337/99 do 24 de Agosto 1999
–
Lokale overheden en lokale overheidsbedrijven die vervoersdiensten verlenen overeenkomstig Lei No 159/99 do 14 de Septembro 1999
Roemenië
–
S.C. de Transport cu Metroul Bucureşti – "Metrorex" SA (Bucharest Subway Transport Commercial Company "METROREX S.A.")
–
Regii Autonome Locale de Transport Urban de Călători (Local Autonomous Public Service Undertakings for Urban Passenger Transport)
Slovenië
Ondernemingen die het stedelijk openbaar busvervoer verzorgen overeenkomstig de Zakon o prevozih v cestnem prometu (Uradni list RS, 72/94, 54/96, 48/98 in 65/99).
Mat. Št.
|
Naziv
|
Poštna Št.
|
Kraj
|
1540564
|
AVTOBUSNI PREVOZI RIŽANA D.O.O. Dekani
|
6271
|
DEKANI
|
5065011
|
AVTOBUSNI PROMET Murska Sobota D.D.
|
9000
|
MURSKA SOBOTA
|
5097053
|
Alpetour Potovalna Agencija
|
4000
|
Kranj
|
5097061
|
ALPETOUR, Špedicija In Transport, D.D. Škofja Loka
|
4220
|
ŠKOFJA LOKA
|
5107717
|
INTEGRAL BREBUS Brežice D.O.O.
|
8250
|
BREŽICE
|
5143233
|
IZLETNIK CELJE D.D. Prometno In Turistično Podjetje Celje
|
3000
|
CELJE
|
5143373
|
AVRIGO DRUŽBA ZA AVTOBUSNI PROMET IN TURIZEM D.D. NOVA GORICA
|
5000
|
NOVA GORICA
|
5222966
|
JAVNO PODJETJE LJUBLJANSKI POTNIŠKI PROMET D.O.O.
|
1000
|
LJUBLJANA
|
5263433
|
CERTUS AVTOBUSNI PROMET MARIBOR D.D.
|
2000
|
MARIBOR
|
5352657
|
I & I - Avtobusni Prevozi D.D. Koper
|
6000
|
KOPER - CAPODISTRIA
|
5357845
|
Meteor Cerklje
|
4207
|
Cerklje
|
5410711
|
KORATUR Avtobusni Promet In Turizem D.D. Prevalje
|
2391
|
PREVALJE
|
5465486
|
INTEGRAL, Avto. Promet Tržič, D.D.
|
4290
|
TRŽIČ
|
5544378
|
KAM-BUS Družba Za Prevoz Potnikov, Turizem In Vzdrževanje Vozil, D.D. Kamnik
|
1241
|
KAMNIK
|
5880190
|
MPOV Storitve In Trgovina D.O.O. Vinica
|
8344
|
VINICA
|
Slowakije
–
Vervoerders die op basis van een vergunning het openbaar reizigersvervoer per tram, trolleybus of op een andere, bijzondere wijze in de stad verzorgen dan wel het openbaar reizigersvervoer per kabelbaan verzorgen, dit overeenkomstig artikel 23 van Wet nr. 164/1996, gewijzigd bij de Wetten nr. 58/1997, nr. 260/2001, nr. 416/2001 en nr. 114/2004;
–
Vervoerders die het binnenlands openbaar busvervoer volgens dienstregeling op het Slowaakse grondgebied of ook op een deel van het grondgebied van een ander land, of op een bepaald deel van het Slowaakse grondgebied verzorgen op basis van een vergunning om de buslijn te exploiteren, of op basis van een vervoersvergunning voor een bepaald traject, verleend overeenkomstig Wet nr. 168/1996 als gewijzigd bij de Wetten nr. 386/1996, nr. 58/1997, nr. 340/2000, nr. 416/2001, nr. 506/2002, nr. 534/2003 en nr. 114/2004.
Bijvoorbeeld:
–
Dopravný podnik Bratislava, a.s.
–
Dopravný podnik mesta Košice, a.s.
–
Dopravný podnik mesta Prešov, a.s.
–
Dopravný podnik mesta Žilina, a.s.
Finland
Entiteiten die regelmatige busvervoersdiensten verstrekken op basis van een speciale of exclusieve vergunning overeenkomstig de laki luvanvaraisesta henkilöliikenteestä tiellä/lagen om tillståndspliktig persontrafik på väg (343/1991), alsmede gemeentelijke vervoersdiensten en overheidsbedrijven die het openbaar vervoer per bus, spoor of metro verzorgen of een bepaald net onderhouden om dergelijk vervoer te kunnen verzorgen.
Zweden
–
Entiteiten die metro- of tramdiensten verlenen overeenkomstig lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik en lagen (1990:1157) säkerhet vid tunnelbana och spårväg.
–
Overheidsdiensten of particuliere instanties die een trolleybus- of busdienst exploiteren overeenkomstig lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik en yrkestrafiklagen (1998:490).
Verenigd Koninkrijk
–
London Regional Transport
–
London Underground Limited
–
Transport for London
–
Een dochteronderneming van Transport for London in de zin van artikel 424, lid 1, van de Greater London Authority Act 1999
–
Strathclyde Passenger Transport Executive
–
Greater Manchester Passenger Transport Executive
–
Tyne and Wear Passenger Transport Executive
–
Brighton Borough Council
–
South Yorkshire Passenger Transport Executive
–
South Yorkshire Supertram Limited
–
Blackpool Transport Services Limited
–
Conwy County Borough Council
–
Een persoon die een Londense lokale dienst als omschreven in artikel 179, lid 1, van de Greater London Authority Act 1999 (een busdienst) verleent krachtens een overeenkomst die Transport for London is aangegaan in het kader van artikel 156, lid 2, van die wet, of krachtens een overeenkomst met een dochtervervoersonderneming als omschreven in artikel 169 van die wet
–
Northern Ireland Transport Holding Company
–
Een persoon die een vergunning heeft voor het vervoer over de weg krachtens artikel 4, lid 1, van de Transport Act (Northern Ireland) 1967, die hem ertoe machtigt om in de zin van die vergunning een lijndienst te verzorgen.
Kroatië
Aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 6 van de Zakon o javnoj nabavi (Narodne novine broj 90/11) (Wet inzake overheidsopdrachten, Staatsblad nr. 90/11) die overheidsbedrijven of aanbestedende instanties zijn en die overeenkomstig specifieke regelgevingen netten voor openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per metro, geautomatiseerd systeem, tram, bus, trolleybus en kabelwagen (kabelbaan) ter beschikking stellen of beheren, zoals de diensten die de bedoelde activiteiten uitoefenen als een openbare dienstverlening overeenkomstig de Wet inzake openbare nutsvoorzieningen (Staatsblad 36/95, 70/97, 128/99, 57/00, 129/00, 59/01, 26/03, 82/04, 110/04, 178/04, 38/09, 79/09, 153/09, 49/11, 84/11, 90/11).
VI.
Aanbestedende diensten in de spoorwegsector
België
–
NMBS Holding
–
Société nationale des Chemins de fer belges/Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
–
Infrabel
Bulgarije
–
Национална компания "Железопътна инфраструктура"
–
"Български държавни железници" ЕАД
–
"БДЖ – Пътнически превози" ЕООД
–
"БДЖ – Тягов подвижен състав (Локомотиви)" ЕООД
–
"БДЖ – Товарни превози" ЕООД
–
"Българска Железопътна Компания" АД
–
"Булмаркет – ДМ" ООД
Tsjechische Republiek
Alle aanbestedende diensten in de sectoren die spoorwegdiensten verlenen als bedoeld in afdeling 4, lid 1, onder f), van Wet nr. 137/2006 inzake overheidsopdrachten, als gewijzigd.
Bijvoorbeeld:
–
ČD Cargo, a.s.
–
České dráhy, a.s.
–
Správa železniční dopravní cesty, státní organizace
Denemarken
–
DSB
–
DSB S-tog A/S
–
Metroselskabet I/S
Duitsland
–
Deutsche Bahn AG.
–
Andere ondernemingen die publieke spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig artikel 2, lid 1, van het Allgemeine Eisenbahngesetz van 27 december 1993, laatstelijk gewijzigd op 26 februari 2008.
Estland
–
Entiteiten die werkzaam zijn overeenkomstig artikel 10, lid 3, van de Wet inzake overheidsopdrachten (RT I 21.2.2007, 15, 76) en artikel 14 van de Mededingingswet (RT I 2001, 56 332);
–
AS Eesti Raudtee;
–
AS Elektriraudtee.
Ierland
–
Iarnród Éireann [/Irish Rail]
–
Railway Procurement Agency
Griekenland
–
"Oργανισμός Σιδηροδρόμων Ελλάδος Α.Ε." ("Ο.Σ.Ε. Α.Ε."), op grond van Wet nr. 2671/98.
–
"ΕΡΓΟΣΕ Α.Ε." overeenkomstig Wet nr. 2366/95.
Spanje
–
Ente público Administración de Infraestructuras Ferroviarias (ADIF).
–
Red Nacional de los Ferrocarriles Españoles (RENFE).
–
Ferrocarriles de Vía Estrecha (FEVE).
–
Ferrocarrils de la Generalitat de Catalunya (FGC).
–
Eusko Trenbideak (Bilbao).
–
Ferrocarrils de la Generalitat Valenciana. (FGV).
–
Serveis Ferroviaris de Mallorca (Ferrocarriles de Mallorca).
–
Ferrocarril de Soller
–
Funicular de Bulnes
Frankrijk
–
Société nationale des chemins de fer français (SNCF) en andere spoorwegnetten die opengesteld zijn voor het openbaar vervoer, als bedoeld in titel II, hoofdstuk 1, van de Loi d'orientation des transports intérieurs n°82-1153 van 30 december 1982.
–
Réseau ferré de France, overheidsbedrijf opgericht bij Wet n°97-135 van 13 februari 1997.
Italië
–
Ferrovie dello Stato S. p. A. waaronder le Società partecipate.
–
Entiteiten en ondernemingen die spoorwegdiensten verlenen op basis van een concessie overeenkomstig artikel 10 van Koninklijk Besluit N°1447 van 9 mei 1912 tot goedkeuring van de geconsolideerde wetten op "le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili".
–
Entiteiten en ondernemingen die spoorwegdiensten verlenen op basis van een concessie overeenkomstig artikel 4 van Wet N°410 van 4 juni 1949 – Concorso dello Stato per la riattivazione dei pubblici servizi di trasporto in concessione.
–
Entiteiten en ondernemingen of lokale overheden die spoorwegdiensten verlenen op basis van een concessie overeenkomstig artikel 14 van Wet N°1221 van 2 augustus 1952 – Provvedimenti per l'esercizio ed il potenziamento di ferrovie e di altre linee di trasporto in regime di concessione.
–
Entiteiten en ondernemingen die openbaar vervoer verzorgen overeenkomstig de artikelen 8 en 9 van het decreto legislativo N°422 van 19 november 1997 – Conferimento alle regioni ed agli enti locali di funzioni e compiti in materia di trasporto pubblico locale, a norma dell'articolo 4, comma 4, della L. 15 marzo 1997, n. 9 – als gewijzigd bij decreto legislativo N°400 van 20 september 1999 en bij artikel 45 van Legge N°166 van 1 augustus 2002.
Cyprus
Letland
–
Valsts akciju sabiedrība "Latvijas dzelzceļš"
–
Valsts akciju sabiedrība "Pasažieru vilciens"
Litouwen
–
Akcinė bendrovė "Lietuvos geležinkeliai"
–
Andere entiteiten overeenkomstig artikel 70, leden 1 en 2, van de Wet inzake overheidsopdrachten van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 84-2000, 1996; nr. 4102, 2006) die spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig de Wet op het spoorwegvervoer van de Republiek Litouwen (Staatsblad nr. 72-2489, 2004).
Luxemburg
–
Chemins de fer luxembourgeois (CFL).
Hongarije
–
Entiteiten die publieke spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig de artikelen 162 en 163 van 2003. évi CXXIX. törvény a közbeszerzésekről en 2005. évi CLXXXIII. törvény a vasúti közlekedésről en op basis van een vergunning overeenkomstig 45/2006. (VII. 11.) GKM rendelet a vasúti társaságok működésének engedélyezéséről.
Bijvoorbeeld:
–
Magyar Államvasutak (MÁV)
Malta
Nederland
Aanbestedende diensten in de spoorwegsector. Bijvoorbeeld:
–
Nederlandse Spoorwegen
–
ProRail
Oostenrijk
–
Österreichische Bundesbahn.
–
Schieneninfrastrukturfinanzierungs-Gesellschaft mbH.
–
Entiteiten met een vergunning om vervoersdiensten te verlenen krachtens het Eisenbahngesetz, BGBl. Nr. 60/1957, als gewijzigd.
Polen
Entiteiten die spoorwegdiensten verlenen op basis van de ustawa o komercjalizacji, restrukturyzacji i prywatyzacji przedsiębiorstwa państwowego "Polskie Koleje Państwowe" z dnia 8 września 2000 r., waaronder:
–
PKP Intercity Sp. z.o.o.
–
PKP Przewozy Regionalne Sp. z.o.o.
–
PKP Polskie Linie Kolejowe S.A.
–
"Koleje Mazowieckie - KM" Sp. z.o.o.
–
PKP Szybka Kolej Miejska w Trójmieście Sp. z.ο.ο.
–
PKP Warszawska Kolej Dojazdowa Sp. z.o.o.
Portugal
–
CP – Caminhos de Ferro de Portugal, E.P., overeenkomstig Decreto-Lei No 109/77 do 23 de Março 1977.
–
REFER, E.P., overeenkomstig Decreto-Lei No 104/97 do 29 de Abril 1997.
–
RAVE, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei No 323-H/2000 do 19 de Dezembro 2000.
–
Fertagus, S.A., overeenkomstig Decreto-Lei 78/2005, do 13 de Abril.
–
Overheidsdiensten en -bedrijven die spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig Lei No 10/90 do 17 de Março 1990.
–
Particuliere bedrijven die spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig Lei No 10/90 do 17 de Março 1990, in het geval van bijzondere of exclusieve rechten.
Roemenië
–
Compania Naţională Căi Ferate – CFR;
–
Societatea Naţională de Transport Feroviar de Marfă "CFR – Marfă";
–
Societatea Naţională de Transport Feroviar de Călători "CFR – Călători"
Slovenië
Mat. Št.
|
Naziv
|
Poštna Št.
|
Kraj
|
5142733
|
Slovenske železnice, d. o. o.
|
1000
|
LJUBLJANA
|
Slowakije
–
Entiteiten die in de spoorweg-, kabelbaan- en aanverwante sectoren werkzaam zijn overeenkomstig Wet nr. 258/1993 als gewijzigd bij de Wetten nr. 152/1997 en nr. 259/2001,
–
Entiteiten die het openbaar spoorwegvervoer verzorgen in het kader van Wet nr. 164/1996 als gewijzigd bij de Wetten nr. 58/1997, nr. 260/2001, nr. 416/2001 en nr. 114/2004 en op basis van Regeringsdecreet nr. 662 van 7 juli 2004.
Bijvoorbeeld:
–
Železnice Slovenskej republiky, a.s.
–
Železničná spoločnosť Slovensko, a.s.
Finland
VR Osakeyhtiö/ /VR Aktiebolag
Zweden
–
Overheidsdiensten die spoorwegdiensten verlenen overeenkomstig järnvägslagen (2004:519) en järnvägsförordningen (2004:526). Regionale en lokale overheidsdiensten die regionale of lokale spoorwegverbindingen verzorgen overeenkomstig lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik.
–
Particuliere instanties die spoorwegdiensten verlenen op basis van een vergunning die is verleend overeenkomstig förordningen (1996:734) om statens spåranläggningar, wanneer deze vergunning voldoet aan artikel 2, lid 3, van de richtlijn.
Verenigd Koninkrijk
–
Network Rail plc
–
Eurotunnel plc
–
Northern Ireland Transport Holding Company
–
Northern Ireland Railways Company Limited
–
Aanbieders van spoorwegdiensten die werkzaam zijn op basis van bijzondere of exclusieve rechten verleend door het ministerie van Transport of door een andere bevoegde dienst.
Kroatië
Overheidsbedrijven die aanbestedende diensten zijn als bedoeld in artikel 6 van de Zakon o javnoj nabavi (Narodne novine broj 90/11) (Wet inzake overheidsopdrachten, Staatsblad nr. 90/11) en die overeenkomstig specifieke regelgevingen netten voor openbare vervoerdiensten per trein ter beschikking stellen of beheren.
________________
BIJLAGE 9-D
Goederen
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
Tenzij anders vermeld in de overeenkomst, is dit hoofdstuk van toepassing op alle goederen aangeschaft door de in de bijlagen 9A tot en met 9C opgenomen entiteiten.
Deel 2
verbintenissen van de Unie
1.
Tenzij anders vermeld, is deze overeenkomst van toepassing op alle goederen aangeschaft door de in de bijlagen 9A tot en met 9C opgenomen entiteiten.
2.
Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op de goederen die worden beschreven in de hieronder vermelde hoofdstukken van de gecombineerde nomenclatuur en die worden aangeschaft door de ministeries van Defensie en agentschappen voor defensie- of beveiligingsactiviteiten in de lidstaten van de Unie:
Hoofdstuk 25:
|
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement
|
Hoofdstuk 26:
|
Metaalertsen, slakken en assen
|
Hoofdstuk 27:
|
Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was,
met uitzondering van:
ex 27.10: bijzondere motorbrandstoffen
|
Hoofdstuk 28:
|
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen, met uitzondering van:
ex 28.09: springstoffen
ex 28.13: springstoffen
ex 28.14: traangas
ex 28.28: springstoffen
ex 28.32: springstoffen
ex 28.39: springstoffen
ex 28.50: giftige producten
ex 28.51: giftige producten
ex 28.54: springstoffen
|
Hoofdstuk 29:
|
Organische chemische producten
met uitzondering van:
ex 29.03: springstoffen
ex 29.04: springstoffen
ex 29.07: springstoffen
ex 29.08: springstoffen
ex 29.11: springstoffen
ex 29.12: springstoffen
ex 29.13: giftige producten
ex 29.14: giftige producten
ex 29.15: giftige producten
ex 29.21: giftige producten
ex 29.22: giftige producten
ex 29.23: giftige producten
ex 29.26: springstoffen
ex 29.27: giftige producten
ex 29.29: springstoffen
|
Hoofdstuk 30:
|
Farmaceutische producten
|
Hoofdstuk 31:
|
Meststoffen
|
Hoofdstuk 32:
|
Looi- en verfextracten, looizuur (tannine) en derivaten daarvan; kleur- en verfstoffen; verf en vernis; stopverf, plamuur; inkt
|
Hoofdstuk 33:
|
Etherische oliën en harsaroma’s; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten
|
Hoofdstuk 34:
|
Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta’s en tandtechnische waspreparaten
|
Hoofdstuk 35:
|
Eiwitstoffen; lijm; enzymen
|
Hoofdstuk 37:
|
Producten voor fotografie en cinematografie
|
Hoofdstuk 38:
|
Diverse producten van de chemische industrie,
met uitzondering van:
ex 38.19: giftige producten
|
Hoofdstuk 39:
|
Kunstharsen en kunstmatige plastische stoffen, ethers en esters van cellulose en werken daarvan,
met uitzondering van:
ex 39.03: springstoffen
|
Hoofdstuk 40:
|
Rubber (natuurlijke en synthetische rubber en factis) en werken daarvan,
met uitzondering van:
ex 40.11: kogelbestendige banden
|
Hoofdstuk 41:
|
Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder
|
Hoofdstuk 42:
|
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen
|
Hoofdstuk 43:
|
Pelterijen en bontwerk; namaakbont
|
Hoofdstuk 44:
|
Hout, houtskool en houtwaren
|
Hoofdstuk 45:
|
Kurk en kurkwaren
|
Hoofdstuk 46:
|
Vlechtwerk en mandenmakerswerk
|
Hoofdstuk 47:
|
Stoffen voor het vervaardigen van papier
|
Hoofdstuk 48:
|
Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren
|
Hoofdstuk 49:
|
Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen
|
Hoofdstuk 65:
|
Hoofddeksels en delen daarvan
|
Hoofdstuk 66:
|
Paraplu’s, parasols, wandelstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan
|
Hoofdstuk 67:
|
Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar
|
Hoofdstuk 68:
|
Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen
|
Hoofdstuk 69:
|
Keramische producten
|
Hoofdstuk 70:
|
Glas en glaswerk
|
Hoofdstuk 71:
|
Parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën
|
Hoofdstuk 73:
|
Gietijzer, ijzer en staal en werken daarvan
|
Hoofdstuk 74:
|
Koper en werken van koper
|
Hoofdstuk 75:
|
Nikkel en werken van nikkel
|
Hoofdstuk 76:
|
Aluminium en werken van aluminium
|
Hoofdstuk 77:
|
Magnesium en beryllium en werken van magnesium en beryllium
|
Hoofdstuk 78:
|
Lood en werken van lood
|
Hoofdstuk 79:
|
Zink en werken van zink
|
Hoofdstuk 80:
|
Tin en werken van tin
|
Hoofdstuk 81:
|
Andere in de metaalindustrie gebruikte onedele metalen en werken van deze stoffen
|
Hoofdstuk 82:
|
Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal,
met uitzondering van:
ex 82.05: gereedschap
ex 82.07: gereedschap, onderdelen
|
Hoofdstuk 83:
|
Allerlei werken van onedele metalen
|
Hoofdstuk 84:
|
Stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan,
met uitzondering van:
ex 84.06: motoren
ex 84.08: andere motoren
ex 84.45: machines
ex 84.53: automatische gegevensverwerkende machines
ex 84.55: delen van machines van post 84.53
ex 84.59: kernreactoren
|
Hoofdstuk 85:
|
Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan,
met uitzondering van:
ex 85.13: telecommunicatieapparatuur
ex 85.15: zendtoestellen
|
Hoofdstuk 86:
|
Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; niet-elektrische signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer,
met uitzondering van:
ex 86.02: gepantserde elektrische locomotieven
ex 86.03: andere gepantserde locomotieven
ex 86.05: gepantserde wagens
ex 86.06: rijdende werkplaatsen
ex 86.07: wagens
|
Hoofdstuk 87:
|
Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen daarvan,
met uitzondering van:
ex 87.08: gevechtswagens en pantserauto’s
ex 87.01: tractors
ex 87.02: militaire voertuigen
ex 87.03: takelwagens
ex 87.09: motorrijwielen
ex 87.14: aanhangwagens
|
Hoofdstuk 89:
|
Scheepvaart,
met uitzondering van:
ex 89.01 A: oorlogsschepen
|
Hoofdstuk 90:
|
Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en toestellen; medische of chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen van deze instrumenten, apparaten en toestellen,
met uitzondering van:
ex 90.05: binocles
ex 90.13: diverse instrumenten, lasers
ex 90.14: afstandsmeters
ex 90.28: elektrische of elektronische meetinstrumenten
ex 90.11: microscopen
ex 90.17: medische instrumenten
ex 90.18: toestellen voor mechanische therapie
ex 90.19: orthopedische artikelen en toestellen
ex 90.20: röntgentoestellen
|
Hoofdstuk 91:
|
Vervaardiging van uurwerken
|
Hoofdstuk 92:
|
Muziekinstrumenten; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie; delen en toebehoren van deze instrumenten en toestellen
|
Hoofdstuk 94:
|
Meubelen en delen daarvan (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen,
met uitzondering van:
ex 94.01 A: zitmeubelen voor luchtvaartuigen
|
Hoofdstuk 95:
|
Stoffen geschikt om te worden gesneden of te worden gevormd, in bewerkte staat (werken daaronder begrepen)
|
Hoofdstuk 96:
|
Borstelwerk, kwasten en penselen, bezems, poederkwastjes en zeven
|
Hoofdstuk 98:
|
Diverse werken
|
________________
BIJLAGE 9-E
diensten
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
De overeenkomst heeft betrekking op de volgende diensten, als vervat in document MTN.GNS/W/120 (andere diensten zijn uitgesloten):
CPC
|
Omschrijving
|
61
|
Verkoop, onderhoud en reparatie van auto's en motorrijwielen
|
633
|
Reparatie van consumentenartikelen
|
641-643
|
Hotels en restaurants (inclusief catering)
|
712
|
Ander vervoer te land
|
74710
|
Reisbureaus en reisorganisatoren
|
7472
|
Gidsen
|
7512
|
Koeriersdiensten
|
7523
|
Elektronische post
|
7523
|
Voicemail
|
7523
|
Online-informatie en -databanken
|
7523
|
Elektronische gegevensuitwisseling
|
81
|
Financiële diensten3 4
|
82
|
Exploitatie van en handel in onroerend goed5
|
84
|
Diensten in verband met computers en aanverwante diensten
|
862
|
Accountants, belastingconsulenten en boekhouders
|
8671
|
Architecten
|
864
|
Markt- en opinieonderzoek
|
865
|
Advies op het gebied van bedrijfsbeheer
|
866
|
Diensten in verband met advies op het gebied van bedrijfsbeheer
|
8672
|
Ingenieurs
|
8673
|
Ingenieurs: geïntegreerde diensten
|
86742
|
Landschapsarchitecten
|
8675
|
Ingenieurs: wetenschappelijke en technische adviezen
|
8676
|
Technische testen en toetsen
|
871
|
Reclame
|
87201
|
Werving en selectie van leidinggevend personeel
|
87202
|
Plaatsen van tijdelijk kantoorpersoneel en andere werknemers
|
87203
|
Levering van tijdelijk kantoorpersoneel
|
874
|
Reiniging van gebouwen
|
87905
|
Vertalers en tolken
|
88442
|
Diensten van uitgeverijen en drukkerijen, voor een vast bedrag of op contractbasis6
|
924
|
Volwasseneneducatie
|
932
|
Veterinaire diensten
|
94
|
Afvalwater- en afvalverzameling en -verwerking, en andere milieubeschermingsdiensten
|
96112
|
Productie van films en video's
|
96113
|
Distributie van films en video's
|
96121
|
Vertoning van films
|
96122
|
Vertoning van video's
|
9619
|
Ander amusement
|
96311
|
Bibliotheken
|
964
|
Sport en overige recreatie7
|
-
|
Biotechnologie
|
-
|
Tentoonstellingen
|
-
|
Commercieel marktonderzoek
|
-
|
Diensten op het gebied van binnenhuis, met uitzondering van architectuur
|
-
|
Professionele adviezen op het gebied van landbouw, bosbouw, visserij en mijnbouw, met inbegrip van diensten in verband met de aardoliewinning
|
-
|
Telecommunicatie8
Basisdiensten op het gebied van telecommunicatie9, met inbegrip van wederverkoop (al dan niet op eigen faciliteiten gebaseerd)
a) openbare diensten10 (lokaal en internationaal)
b) huurlijnen (lokaal en internationaal)
Mobiele diensten11, met inbegrip van wederverkoop (al dan niet op eigen faciliteiten gebaseerd):
a) openbare mobiele gegevensdienst (PMDS)
b) openbaar trunked-radiosysteem (PTRS)
c) openbare semafoondienst (PRPS)
d) openbare mobieletelefoondienst (PCMTS)
|
Aantekeningen bij bijlage 9-E:
1.
Op de aangeboden diensten zijn de beperkingen en voorwaarden zoals beschreven in bijlage 8-B en de aanhangsels van die bijlage van toepassing.
2.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op enige aanbesteding door een entiteit die onder de overeenkomst valt namens een entiteit die niet onder de overeenkomst valt.
3.
Met uitzondering van vermogensbeheer en andere financiële diensten aanbesteed door het ministerie van Financiën en de monetaire autoriteit van Singapore voor het beheer van de officiële externe reserves en het overige buitenlandse vermogen van de overheid van Singapore.
4.
Met uitzondering van vermogensbeheer en andere financiële diensten aanbesteed door de Central Provident Fund Board (Centrale Raad voor het Voorzieningsfonds).
5.
Omvat alleen advies met betrekking tot exploitatie van en handel in onroerend goed, veilingen en waarderingsdiensten.
6.
Behalve bij het drukken van overheidswetgeving en het Staatsblad.
7.
Behalve loterijen en kansspelen.
8.
Telecommunicatiediensten met uitzondering van omroepdiensten, bestaande in de ononderbroken transmissieketen, per draad of draadloos, die vereist is voor de ontvangst en/of weergave van geluids- en/of visuele signalen voor programma's door het volledige of gedeeltelijke publiek.
9.
Met betrekking tot basisdiensten op het gebied van telecommunicatie kan gebruik worden gemaakt van satelliettechnologie.
10.
Omvat spraaktelefonie- en gegevensdiensten en fax.
11.
Met betrekking tot mobiele diensten kan gebruik worden gemaakt van satelliettechnologie.
Deel 2
Verbintenissen van de Unie
Deze overeenkomst is van toepassing op de volgende diensten die worden gespecificeerd overeenkomstig de voorlopige centrale productenclassificatie (CPC) van de Verenigde Naties zoals vervat in document MTN.GNS/W/120*:
Voorwerp
|
CPC-code
|
Onderhoud en reparatie
|
6112, 6122, 633, 886
|
Vervoer te land, met inbegrip van vervoer per pantserwagen en koerier, met uitzondering van postvervoer
|
712 (met uitzondering van 71235), 7512, 87304
|
Postvervoer te land, met uitzondering van vervoer per spoor, en door de lucht
|
71235, 7321
|
Telecommunicatie
|
752
|
Financiële diensten
|
ex 81
|
a)
Verzekeringen
|
812, 814
|
b)
Bank- en beleggingsdiensten**
|
|
Diensten in verband met computers en aanverwante diensten
|
84
|
Accountants, belastingconsulenten en boekhouders
|
862
|
Markt- en opinieonderzoek
|
864
|
Advies op het gebied van bedrijfsbeheer en aanverwante diensten
|
865, 866***
|
Architecten; ingenieurs, ingenieurs: geïntegreerde diensten, landschapsarchitecten, ingenieurs: wetenschappelijke en technische adviezen; technische testen en toetsen
|
8671, 8672, 8673, 86742, 8675, 8676
|
Reclame
|
871
|
Reiniging en beheer van gebouwen
|
874, 82201 tot en met 82206
|
Diensten van uitgeverijen en drukkerijen, voor een vast bedrag of op contractbasis
|
88442
|
Afvalwater- en afvalverzameling en -verwerking en soortgelijke diensten
|
94
|
Aantekeningen bij bijlage 9-E:
1.
Onverminderd aantekening 6 van deze bijlage zijn de verbintenissen van de Unie op het gebied van diensten niet van toepassing op concessies voor diensten als bedoeld in bijlage 9I.
2.
Op de verbintenissen van de Unie op het gebied van diensten zijn de beperkingen en voorwaarden zoals beschreven in de verbintenissen van de Unie krachtens hoofdstuk acht (Diensten, vestiging en elektronische handel) van toepassing.
3.*
Met uitzondering van diensten die entiteiten moeten betrekken van een andere entiteit op grond van een uitsluitend recht dat is ingesteld bij bekendgemaakte wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen.
4.**
–
Met uitzondering van de aanschaf of verwerving van belastingadvies- of bewaardiensten, vereffenings- en managementdiensten voor gereglementeerde financiële instellingen of diensten in verband met de verkoop, aflossing en distributie van de overheidsschuld, met inbegrip van leningen, staatsobligaties, bankbiljetten en andere effecten.
–
In Zweden worden betalingen van en aan overheidsinstanties verricht via het Zweedse postgirosysteem (Postgiro).
5.***
Met uitzondering van diensten voor arbitrage en bemiddeling.
6.
Indien als gevolg van de lopende herziening van de wetgeving van de Unie inzake overheidsopdrachten de reikwijdte van diensten en concessies voor diensten waarop die wetgeving integraal van toepassing is, zou worden uitgebreid, zullen de partijen, op verzoek van een van beide partijen, nagaan of verdere toegang tot diensten en concessies voor diensten mogelijk is met het oog op evenwichtige markttoegang voor beide partijen. De partijen kunnen bij besluit van het Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten, dat is ingesteld bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités), de in deze bijlage vastgestelde lijst van verbintenissen aan het resultaat van een dergelijke toetsing aanpassen.
7.
Indien als gevolg van de lopende herziening van de wetgeving van de Unie inzake overheidsopdrachten de regels die van toepassing zijn op concessies voor diensten verder zouden worden verduidelijkt of ontwikkeld, en indien de partijen tot een succesvolle herziening zouden komen in het kader van eventuele verdere markttoegang tot concessies voor diensten, zal de Unie, op verzoek van Singapore, nagaan op grond van aantekening 6 hierboven of deze ontwikkelingen in hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) of in deze bijlage kunnen worden weergegeven. De partijen kunnen bij besluit van het Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten, dat is ingesteld bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités), in hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) of in de in bijlage 9F vastgestelde lijst van verbintenissen de regels die van toepassing zijn op concessies voor diensten aan het resultaat van een dergelijke toetsing aanpassen.
________________
BIJLAGE 9-F
diensten in verband met de bouw en concessies voor werken
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
De overeenkomst heeft betrekking op de volgende diensten in verband met de bouw in de zin van afdeling 51 van de centrale productenclassificatie, als vervat in document MTN.GNS/W/120 (andere diensten zijn uitgesloten):
Lijst van aangeboden diensten in verband met de bouw:
CPC
Omschrijving
512
Algemene bouwkundige werken: gebouwen
513
Algemene bouwkundige werken: civieltechnische werken
514, 516
Installatie en assemblage
517
Werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen
511, 515, 518
Overige
Aantekeningen bij bijlage 9-F:
1.
Op de aangeboden diensten in verband met de bouw zijn de beperkingen en voorwaarden zoals beschreven in bijlage 8-B en de aanhangsels van die bijlage van toepassing.
2.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op enige aanbesteding door een entiteit die onder de overeenkomst valt namens een entiteit die niet onder de overeenkomst valt.
Deel 2
Verbintenissen van de Unie
A.
Diensten in verband met de bouw
Lijst van afdeling 51 van de CPC:
Alle diensten die in afdeling 51 zijn vermeld.
B.
Concessies voor werken
Wanneer concessieovereenkomsten voor werken worden gesloten door entiteiten van de bijlagen 9A en 9B, en mits de waarde ervan gelijk is aan of meer bedraagt dan 5 000 000 SDR, is daarop het beginsel van nationale behandeling van toepassing.
Aantekeningen bij bijlage 9-F:
1.
Wanneer concessieovereenkomsten voor werken worden gesloten, kennen de in de bijlagen 9A en 9B vermelde aanbestedende diensten van de Unie aan de diensten en leveranciers van Singapore, met inbegrip van ter plaatse gevestigde leveranciers van Singapore, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan de behandeling die zij aan interne diensten en leveranciers in het kader van de regeling binnen de Unie voor concessies voor werken ("nationale behandeling") toekennen, mits de waarde van die overeenkomsten gelijk is aan of meer bedraagt dan 5 000 000 SDR.
De Unie, met inbegrip van haar lidstaten en haar aanbestedende diensten, waarborgt in het kader van de nationale behandeling:
a)
transparantie bij de sluiting van concessieovereenkomsten voor werken, onder meer door aankondigingen van voorgenomen concessies voor werken te publiceren; en
b)
een doeltreffende evaluatieprocedure die leveranciers, met inbegrip van leveranciers van de andere partij, in staat stelt besluiten met betrekking tot de sluiting van concessieovereenkomsten voor werken aan te vechten.
2.
Indien als gevolg van de lopende herziening van de wetgeving van de Unie inzake overheidsopdrachten de regels die van toepassing zijn op concessies voor werken verder zouden worden verduidelijkt of ontwikkeld, zal de Unie, op verzoek van Singapore, nagaan of deze ontwikkelingen in deze bijlage kunnen worden weergegeven. De partijen kunnen bij besluit van het Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten, dat is ingesteld bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités), in hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) of in de in deze bijlage vastgestelde lijst van verbintenissen de regels die van toepassing zijn op concessies voor werken aan het resultaat van een dergelijke toetsing aanpassen.
Lijst van afdeling 51 van de CPC
Groep
|
Klasse
|
Subklasse
|
Titel
|
Overeenkomstige ISCI-code
|
AFDELING 5
|
|
|
bouwnijverheid en gebouwen: grond
|
|
AFDELING 51
|
|
|
bouwnijverheid
|
|
511
|
|
|
Voorbereidende werkzaamheden op bouwterreinen
|
|
|
5111
|
51110
|
Inspectie van bouwterreinen
|
4510
|
|
5112
|
51120
|
Sloopwerkzaamheden
|
4510
|
|
5113
|
51130
|
Inrichten en ruimen van bouwterreinen
|
4510
|
|
5114
|
51140
|
Graafwerkzaamheden en grondverzet
|
4510
|
|
5115
|
51150
|
Geschikt maken van terreinen voor mijnbouw
|
4510
|
|
5116
|
51160
|
Steigerbouw
|
4520
|
512
|
|
|
Algemene bouwkundige werken
|
|
|
5121
|
51210
|
Voor een- en tweegezinswoningen
|
4520
|
|
5122
|
51220
|
Voor meergezinswoningen
|
4520
|
|
5123
|
51230
|
Voor opslagplaatsen en fabrieksgebouwen
|
4520
|
|
5124
|
51240
|
Voor commerciële gebouwen
|
4520
|
|
5125
|
51250
|
Voor openbare amusementsgebouwen
|
4520
|
|
5126
|
51260
|
Voor hotels, restaurants en soortgelijke gebouwen
|
4520
|
|
5127
|
51270
|
Voor gebouwen voor onderwijs
|
4520
|
|
5128
|
51280
|
Voor gebouwen voor gezondheidszorg
|
4520
|
|
5129
|
51290
|
Voor overige gebouwen
|
4520
|
513
|
|
|
Algemene bouwkundige werkzaamheden voor civieltechnische werken
|
|
|
5131
|
51310
|
Voor wegen (met uitzondering van verhoogde wegen), straten, spoorwegen en start- en landingsbanen op vliegvelden
|
4520
|
|
5132
|
51320
|
Voor bruggen, verhoogde wegen, tunnels en metrotunnels
|
4520
|
|
5133
|
51330
|
Voor waterwegen, havens, dammen en andere waterwerken
|
4520
|
|
5134
|
51340
|
Aanleg van pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen over lange afstand
|
4520
|
|
5135
|
51350
|
Aanleg van plaatselijke pijpleidingen en kabels; bijkomende werken
|
4520
|
|
5136
|
51360
|
Voor mijngebouwen en industriële bedrijfsgebouwen
|
4520
|
|
5137
|
|
Voor sport- en recreatievoorzieningen
|
|
|
|
51371
|
Voor stadions en sportvelden
|
4520
|
|
|
51372
|
Voor overige sport- en recreatievoorzieningen (bijvoorbeeld zwembaden, tennisbanen, golfbanen)
|
4520
|
|
5139
|
51390
|
Voor civieltechnische werken, niet elders ingedeeld
|
4520
|
514
|
5140
|
51400
|
Monteren en optrekken van geprefabriceerde constructies
|
4520
|
515
|
|
|
Gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw
|
|
|
5151
|
51510
|
Bouw van funderingen, heien
|
4520
|
|
5152
|
51520
|
Boren van waterputten
|
4520
|
|
5153
|
51530
|
Dakbedekking en waterdicht maken van bouwwerken
|
4520
|
|
5154
|
51540
|
Betonwerk
|
4520
|
|
5155
|
51550
|
Buigen en monteren van staal, met inbegrip van lassen
|
4520
|
|
5156
|
51560
|
Metselwerk
|
4520
|
|
5159
|
51590
|
Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw
|
4520
|
516
|
|
|
Installatiebedrijven
|
|
|
5161
|
51610
|
Installatie van verwarmings-, ventilatie- en klimaatregelingsapparatuur
|
4530
|
|
5162
|
51620
|
Loodgieterswerk: waterleiding en waterafvoer
|
4530
|
|
5163
|
51630
|
Installatie van gasaansluitingen
|
4530
|
|
5164
|
|
Elektrische installatie
|
|
|
|
51641
|
Aanbrengen van elektrische bedrading en fittings
|
4530
|
|
|
51642
|
Installatie van apparatuur voor brandalarm
|
4530
|
|
|
51643
|
Installatie van alarmapparatuur tegen inbraak
|
4530
|
|
|
51644
|
Installatie van antennes
|
4530
|
|
|
51649
|
Overige elektrische installatie
|
4530
|
|
5165
|
51650
|
Isolatiewerkzaamheden (elektrische bedrading, vocht, warmte- en geluidsisolatie)
|
4530
|
|
5166
|
51660
|
Installatie van hek- en traliewerken
|
4530
|
|
5169
|
|
Overige installatiewerkzaamheden
|
|
|
|
51691
|
Installatie van liften en roltrappen
|
4530
|
|
|
51699
|
Overige installatiewerkzaamheden, niet elders ingedeeld
|
4530
|
517
|
|
|
Werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen
|
|
|
5171
|
51710
|
Glaszetterswerk
|
4540
|
|
5172
|
51720
|
Stukadoorswerk
|
4540
|
|
5173
|
51730
|
Schilderwerk
|
4540
|
|
5174
|
51740
|
Leggen en zetten van vloer- en wandtegels
|
4540
|
|
5175
|
51750
|
Overige vloer- en wandafwerking
|
4540
|
|
5176
|
51760
|
Schrijn- en timmerwerk in hout en metaal
|
4540
|
|
5177
|
51770
|
Aanbrengen van decoraties binnenshuis
|
4540
|
|
5178
|
51780
|
Aanbrengen van ornamentele werken
|
4540
|
|
5179
|
51790
|
Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen
|
4540
|
518
|
5180
|
51800
|
Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedieningspersoneel, voor gebouwen en civieltechnische werken
|
4550
|
________________
BIJLAGE 9-G
Algemene aantekeningen en afwijkingen
van de bepalingen van artikel 9.4
(Algemene beginselen)
Deel 1
Verbintenissen van Singapore
Geen.
Deel 2
Verbintenissen van de Unie
1.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op:
–
opdrachten voor landbouwproducten ter ondersteuning van steunprogramma's voor de landbouw en voedingsmiddelenhulpprogramma's (bv. voedingsmiddelenhulp met inbegrip van noodhulp), en
–
opdrachten betreffende de aankoop, de ontwikkeling, de productie of de coproductie van programmamateriaal door omroeporganisaties en overeenkomsten betreffende zendtijd.
2.
Deze overeenkomst is niet van toepassing op opdrachten door onder de bijlagen 9A of 9B vallende aanbestedende diensten in verband met activiteiten op het gebied van drinkwater, energie, vervoer en de postsector, tenzij bijlage 9C van toepassing is.
3.
Finland maakt een voorbehoud ten aanzien van de toepassing van deze overeenkomst op de Ålandeilanden (Ahvenanmaa).
______________
BIJLAGE 9-H
publicatiemiddelen
1.
Voor de Unie:
Toegang tot Europese overheidsopdrachten:
http://simap.europa.eu/index_en.html
Publicatieblad van de Europese Unie
2.
Voor Singapore:
a)
Voor artikel 9.5, lid 2, onder a) (Informatie over het systeem voor overheidsopdrachten):
De "Republic of Singapore Government Gazette"
b)
Voor artikel 9.5, lid 2, onder b) (Informatie over het systeem voor overheidsopdrachten):
Het "Government Electronic Business portal" (GeBIZ)
http://www.gebiz.gov.sg/
______________
BIJLAGE 9-I
publiek-private partnerschappen
1.
De partijen zijn het erover eens dat een publiek-privaat partnerschap ("PPP") verwijst naar een contract tussen een aanbestedende dienst en een leverancier om een reeks diensten aan te bieden, waarbij de leverancier een belangrijke rol krijgt toegewezen, met name doordat de risico’s die normaliter voor rekening van de overheid zijn (zoals het exploitatie- of het financiële risico), gedeeltelijk of volledig aan de leverancier worden overgedragen.
Mogelijke soorten PPP-constructies
2.
Voor de toepassing van hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) en deze bijlage omvatten PPP's met name, zonder zich daartoe te beperken, de volgende soorten constructies:
a)
build-operate-transfer: een contract met als doel de aanleg of verbetering van fysieke infrastructuur, gebouwen, inrichtingen of andere overheidswerken, krachtens welke een aanbestedende dienst de leverancier, gedurende de looptijd van het contract en als tegenprestatie voor diens uitvoering van een contract, voor een bepaalde periode tijdelijke eigendom van die werken of een recht tot uitoefening van zeggenschap erover, tot exploitatie ervan alsmede tot het vragen van betaling voor het gebruik ervan, toekent;
b)
build-rent-own-transfer/build-lease-operate-contracten: wanneer een particuliere exploitant het vermogensbestanddeel na de overdracht aan de aanbestedende dienst kan huren of leasen;
c)
design-finance-build-operate-contracten: wanneer een particuliere exploitant een vermogensbestanddeel ontwerpt, bouwt, exploiteert en beheert, zonder dat hij na afloop van het contract het vermogensbestanddeel moet overdragen; of
d)
lease-develop-operate-contracten: wanneer een particuliere exploitant een bestaand vermogensbestanddeel leaset, het mogelijk uitbreidt of herstelt, en exploiteert.
Behandeling van PPP overeenkomstig de respectieve wettelijke kaders
van de Unie en Singapore
3.
Voor de toepassing van hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) en deze bijlage:
a)
kunnen PPP voor de Unie worden ingedeeld in de twee categorieën van overheidsopdrachten voor werken/diensten of concessies voor openbare werken/diensten, overeenkomstig de voorschriften van de toepasselijke wetgeving van de Unie inzake overheidsopdrachten;
b)
vallen PPP voor Singapore onder de bepalingen van de wet inzake overheidsopdrachten en afgeleide wetgeving, mits zij aan de daar genoemde voorwaarden voldoen.
Dekking van PPP en voorschriften die van toepassing zijn op PPP
4.
PPP vallen onder hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) onverminderd artikel 9.2 (Toepassingsgebied en dekking).
5.
De verbintenissen krachtens hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) zijn slechts van toepassing op een PPP-contract tussen een aanbestedende dienst die onder de overeenkomst valt, en de leverancier aan wie het PPP-contract wordt gegund. Hoofdstuk negen (Overheidsopdrachten) regelt niet:
a)
de interne betrekkingen van de leverancier ingeval de leverancier bestaat uit een groep personen die diensten verlenen of willen verlenen; noch
b)
de aankoop van goederen, diensten in verband met de bouw of andere diensten of een combinatie van bovengenoemde diensten door de leverancier aan wie het PPP-contract wordt gegund.
______________