11.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 369/156 |
P8_TA(2017)0495
Hongkong, 20 jaar na de machtsoverdracht
Aanbeveling van het Europees Parlement van 13 december 2017 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over Hongkong, 20 jaar na de machtsoverdracht (2017/2204(INI))
(2018/C 369/17)
Het Europees Parlement,
— |
gezien de basiswet van de Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong, die op 4 april 1990 werd aangenomen en op 1 juli 1997 in werking is getreden, |
— |
gezien de gezamenlijke verklaring van de regering van het Verenigd Koninkrijk en de regering van de Volksrepubliek China over de kwestie Hongkong van 19 december 1984, de zogenaamde Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring, |
— |
gezien de gezamenlijke verslagen van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 26 april 2017 over de speciale administratieve regio Hongkong — het jaarverslag 2016 (JOIN(2017)0016), van 25 april 2016 over de speciale administratieve regio Hongkong — het jaarverslag 2015 (JOIN(2016)0010), en van 24 april 2015 over de speciale administratieve regio Hongkong — het jaarverslag 2014 (JOIN(2015)0012), |
— |
gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 22 juni 2016 getiteld „Elementen voor een nieuwe strategie van de EU voor China” (JOIN(2016)0030), de mededeling van de Commissie van 14 oktober 2015 getiteld „Handel voor iedereen: Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid” (COM(2015)0497), en de conclusies van de Raad van 18 juli 2016 over de EU-strategie ten aanzien van China, |
— |
gezien het één-China-beleid van de EU, |
— |
gezien de Overeenkomst betreffende samenwerking in douanezaken tussen de EU en Hongkong van 1999 (1), |
— |
gezien de visumvrije toegang tot het Schengengebied (2) en de rest van de Europese Unie voor houders van paspoorten van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en vice versa, |
— |
gezien het mensenrechtenoverleg tussen de EU en China dat in 1995 is opgestart, |
— |
gezien zijn eerdere resoluties over Hongkong, in het bijzonder die van 24 november 2016 over de in China gevangengezette uitgever Gui Minhai (3), van 4. februari 2016 over de zaak van de vermiste boekhandelaars in Hongkong (4), van 15 december 2005 over de mensenrechtensituatie in Tibet en Hongkong (5), van 8 april 2003 over het Derde en Vierde jaarverslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de speciale administratieve regio Hongkong (6), van 19 december 2002 over Hongkong (7), van 26. oktober 2000 over het Eerste en Tweede jaarverslag van de Commissie over de speciale administratieve regio Hongkong (8), van 8 oktober 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad over de Europese Unie en Hongkong: 1997 en verder (9), van 10 april 1997 over de situatie in Hongkong (10), |
— |
gezien zijn eerdere resoluties over China, in het bijzonder die van 16 december 2015 (11) en van 14 maart 2013 over de betrekkingen van de EU met China (12), |
— |
gezien artikel 113 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0382/2017), |
A. |
overwegende dat de soevereiniteit over Hongkong op 1 juli 1997 werd overgedragen van het Verenigd Koninkrijk aan de Volksrepubliek China; |
B. |
overwegende dat in de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring van 1984 werd gegarandeerd en in de basiswet van de Speciale Administratieve Regio Hongkong (SAR) van 1990 werd bepaald dat Hongkong de autonomie en de onafhankelijkheid van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht blijft behouden gedurende 50 jaar na de overdracht van de soevereiniteit; |
C. |
overwegende dat de EU en het Europees Parlement grote voorstanders blijven van het ‘één land, twee systemen’-beleid en de hoge graad van autonomie van Hongkong in het kader van China; |
D. |
overwegende dat de EU en Hongkong een jaarlijkse vergadering op hoog niveau houden die de gestructureerde dialoog wordt genoemd, die in 2005 is gestart; overwegende dat de 10e jaarlijkse gestructureerde dialoog op 17 november 2016 is gehouden in Brussel; |
E. |
overwegende dat de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Hongkong steeds hechter worden; overwegende dat de EU de op één na grootste handelspartner van Hongkong is na het Chinese vasteland, en dat Hongkong de op dertien na grootste handelspartner van de EU is voor goederen en een cruciale partner voor handel in diensten; overwegende dat de toekomstige bilaterale betrekkingen moeten profiteren van Hongkongs behoefte aan verdere economische diversificatie, nauwe banden met de nieuwe Zijderoute en sterkere integratie in de Parelrivierdelta; overwegende dat Hongkong in 2016 volgens de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD) wereldwijd de op één na grootste doelmarkt voor buitenlandse directe investeringen is; |
F. |
overwegende dat het defensie- en buitenlands beleid van Hongkong onder de bevoegdheid van de regering van de Volksrepubliek China vallen; |
G. |
overwegende dat de basiswet de Speciale Administratieve Regio Hongkong het recht verleent zelfstandig economische betrekkingen met het buitenland te onderhouden en ook lid te zijn van internationale organisaties; |
H. |
overwegende dat ook na 1 juli 1997 verdragen over burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten alsook internationale mensenrechtenovereenkomsten die reeds eerder waren ingevoerd, blijven gelden; overwegende dat ook de Volksrepubliek China internationale overeenkomsten over deze rechten ondertekent en ratificeert en zodoende het belang en het universele karakter van de mensenrechten heeft erkend; overwegende dat China met de EU en andere internationale partners fora voor dialoog over de rechtsstaat heeft gecreëerd; |
I. |
overwegende dat Hongkong lid of geassocieerd lid is van meer dan 20 internationale organisaties, waaronder de Wereldhandelsorganisatie (WHO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Economische Samenwerking Azië-Stille Oceaan (APEC), Interpol, de Bank voor Internationale Betalingen (BIB), de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur (AIIB), het Internationaal Olympisch Comité, de Internationale Kamer van Koophandel en het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen; |
J. |
overwegende dat Hongkong partij is bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR); |
K. |
overwegende dat de bescherming van de mensenrechten en de individuele vrijheden in de basiswet is vastgelegd; |
L. |
overwegende dat in artikel 27 van de basiswet de vrijheid van meningsuiting, pers en publicatie, en van vereniging, vergadering, optocht en demonstratie worden gegarandeerd; |
M. |
overwegende dat in de artikelen 45 en 68 van de basiswet wordt bepaald dat de hoofdbestuurder en alle leden van de wetgevende raad verkozen worden via algemene verkiezingen; |
N. |
overwegende dat de staatsraad van de Volksrepubliek China op 10 juni 2014 een witboek heeft uitgebracht over de praktijk van het ‘één land, twee systemen’-beleid in Hongkong, waarin wordt benadrukt dat de autonomie van de SAR Hongkong uiteindelijk afhankelijk is van de toestemming van de centrale regering van de Volksrepubliek China; |
O. |
overwegende dat de traditioneel open samenleving van Hongkong het pad heeft geëffend voor de ontwikkeling van een echt en onafhankelijk maatschappelijk middenveld dat actief en constructief deelneemt aan het openbare leven in de SAR; |
P. |
overwegende dat het maatschappelijk middenveld van Hongkong het publiek bewuster heeft gemaakt van burger- en politieke rechten, godsdienst, gezondheidszorg, het milieu, klimaatverandering, politieke participatie van vrouwen, de rechten van huishoudelijk personeel, de rechten van LGBTI's en academische en culturele vrijheden; |
Q. |
overwegende dat Hongkong een levendig meerpartijensysteem heeft; overwegende dat de bevolking van Hongkong in de loop der jaren massademonstraties vóór democratie en de volledige uitvoering van de basiswet heeft gehouden, waaronder de demonstraties van de zogenoemde Paraplubeweging in 2014, alsook de demonstraties over vrijheden van de media en onder andere tegen de verdwijning van verschillende boekhandelaars van Hongkong; |
R. |
overwegende dat een aantal journalisten en andere mediaprofessionals, vaak voorstanders van democratie die uiting gaven aan hun kritische mening, de afgelopen 20 jaar gedwongen werden ontslag te nemen, ertoe bewogen werden over minder gevoelige onderwerpen te schrijven en in sommige gevallen zelfs met geweld werden bedreigd; |
S. |
overwegende dat vier inwoners van Hongkong en één niet-ingezetene die verbonden zijn aan de uitgeverij en boekwinkel van Mighty Current, eind 2015 verdwenen en overwegende dat enkele maanden later bleek dat ze op geheime locaties op het Chinese vasteland werden vastgehouden, en dat een van de vrijgelaten boekverkopers heeft gemeld dat hij werd gedwongen wangedrag te bekennen; |
T. |
overwegende dat in de media in Hongkong de voorbije jaren toenemende zelfcensuur werd vastgesteld over aangelegenheden in verband met het Chinese vasteland, zoals ook bevestigd wordt in enquêtes en verslagen van de journalistenvereniging van Hongkong; |
U. |
overwegende dat Hongkong een onderwijsaanbod van hoog niveau en een hoog academisch niveau heeft, maar dat de academische vrijheid in gevaar is als gevolg van de voortdurende inmenging van de Chinese centrale regering, met name bij de benoeming van de universiteitsraden; |
V. |
overwegende dat een opiniepeiling die met regelmatige tussenpozen wordt georganiseerd door de Universiteit van Hongkong in het kader van haar publieke-opinieprogramma erop wijst dat het gevoel van verbondenheid met China op lange termijn afneemt; |
W. |
overwegende dat het Milieubureau van Hongkong in januari 2017 het sectoroverschrijdende „Hong Kong Climate Action Plan 2030+” heeft gepubliceerd waarin in navolging van de Overeenkomst van Parijs nieuwe doelstellingen voor koolstofemissies worden vastgesteld, namelijk uiterlijk in 2030 de koolstofintensiteit met twee derde en de absolute koolstofuitstoot met een derde te verlagen ten opzichte van de basislijn van 2005; |
X. |
overwegende het belang van de haven van Hongkong voor de Volksrepubliek China en de internationale handel; |
1. |
beveelt de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid het volgende aan:
|
2. |
verzoekt zijn Voorzitter deze aanbevelingen te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en ter informatie aan de regering van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en de regering van de Volksrepubliek China. |
(1) PB L 151 van 18.6.1999, blz. 20.
(2) PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1.
(3) Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0444.
(4) Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0045.
(5) PB C 286 E van 23.11.2006, blz. 523.
(6) PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 130.
(7) PB C 31 E van 5.2.2004, blz. 261.
(8) PB C 197 van 12.7.2001, blz. 387.
(9) PB C 328 van 26.10.1998, blz. 186.
(10) PB C 132 van 28.4.1997, blz. 222.