1.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 212/14


Aanbeveling voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van artikel 22 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank

(ECB/2017/18)

(Ingediend door de Europese Centrale Bank)

(2017/C 212/04)

TOELICHTING

I.   INLEIDING

Op 4 maart 2015 heeft het Gerecht uitspraak gedaan in zaak T-496/11, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Europese Centrale Bank (1). Het Gerecht heeft geoordeeld dat de Europese Centrale Bank (ECB) niet over de nodige bevoegdheid beschikt om de activiteit van verrekeningssystemen te reguleren, waaronder centrale tegenpartijen (CTP’s). Om die reden heeft het Gerecht het door de ECB op 5 juli 2011 bekendgemaakte toezichtkader van het Eurosysteem nietig verklaard, voor zover het toezichtkader van het Eurosysteem vereist dat CTP’s gevestigd moeten zijn in een lidstaat van de eurozone.

Het Gerecht heeft er evenwel op gewezen dat artikel 129, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in een vereenvoudigde wijzigingsprocedure voor een aantal bepalingen van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd). Krachtens deze bepaling kunnen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure artikel 22 van de ESCB-statuten wijzigen op aanbeveling van de ECB of op voorstel van de Commissie. Het Gerecht oordeelde dat het aan de ECB is om de wetgever van de Unie te verzoeken artikel 22 te wijzigen, indien de ECB van mening is dat het voor de goede uitvoering van de in artikel 127, lid 2, vierde streepje, van het Verdrag bedoelde taak noodzakelijk is dat zij over de bevoegdheid beschikt om regels vast te stellen voor CTP’s.

Significante ontwikkelingen wereldwijd en op Europees niveau zouden naar verwachting met verrekeningssystemen, met name CTP’s, verbonden risico’s doen toenemen voor de goede werking van het betalingsverkeer en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke monetaire beleid, waardoor uiteindelijk het hoofddoel van het Eurosysteem, te weten de handhaving van prijsstabiliteit, in gevaar komt.

Gezien het bovenstaande dient de ECB deze aanbeveling in voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van artikel 22 van de ESCB-statuten. Overeenkomstig artikel 40.3 van de ESCB-statuten heeft de Raad van bestuur de aanbeveling unaniem goedgekeurd. De aanbeveling wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

II.   ALGEMENE OVERWEGINGEN

Verstoringen die CTP’s betreffen, kunnen via meerdere kanalen gevolgen hebben voor het hoofddoel van het Eurosysteem, te weten de handhaving van prijsstabiliteit. Ten eerste kunnen die verstoringen de liquiditeitspositie van eurogebiedkredietinstellingen schaden en mogelijkerwijze de goede werking van het betalingsverkeer in het eurogebied verstoren. Daardoor zou de vraag naar centralebankliquiditeit kunnen stijgen en mogelijkerwijze problemen veroorzaken bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke monetaire beleid van het Eurosysteem. Ten tweede zouden die verstoringen de werking van financiëlemarktsegmenten kunnen schaden die essentieel zijn van de doorwerking van het monetaire beleid.

In 2012 hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU) nr. 648/2012 (2) vastgesteld die onder meer het regelgevings- en toezichtkader vaststelt om ervoor te zorgen dat CTP’s betrouwbaar en solide zijn en steeds voldoen aan stringente organisatorische voorschriften, bedrijfsvoeringsvoorschriften en prudentiële vereisten. Dit regelgevingskader omvat collectieve toezichtregelingen in de vorm van colleges die de inbreng van het Eurosysteem vastleggen, waaronder in stresssitutaties waarin de valutastabiliteit bedreigd kan worden. Bovendien heeft de Europese Commissie gezien de stijgende systeemrelevantie van CTP’s een voorstel voor een verordening vastgesteld inzake een kader voor het herstel en de afwikkeling van CTP’s (3).

Significante ontwikkelingen wereldwijd en op Europees niveau zouden naar verwachting met verrekeningssystemen, met name CTP’s, verbonden risico’s doen toenemen voor de goede werking van het betalingsverkeer en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke monetaire beleid, waardoor uiteindelijk het hoofddoel van het Eurosysteem, te weten de handhaving van prijsstabiliteit, in gevaar komt.

Ten eerste zal de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie een belangrijke impact hebben op het vermogen van het Eurosysteem om zijn taken als centrale bank van uitgifte van de euro uit te voeren. Thans clearen in het Verenigd Koninkrijk gevestigde CTP’s significante hoeveelheden in euro luidende transacties: de geschatte dagelijkse waarden van in euro luidende repo’s en open posities van in euro luidende renteswaps bedragen 101 miljard EUR, respectievelijk 33 biljoen EUR (ongeveer 99 % van de Uniemarkt) (4). Derhalve zou een significante verstoring, die een belangrijke in het VK gevestigde CTP treft, in het eurogebied kunnen leiden tot een sterke liquiditeitsdaling. Het Eurosysteem zal de risico’s die gemoeid zijn met in het VK gevestigde CTP’s, slechter kunnen monitoren en beheren indien het regelgevings- en toezichtkader, dat uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 van toepassing is op in de Unie gevestigde CTP’s, niet langer van toepassing is op in het VK gevestigde CTP’s. Bovendien bouwen de huidige informatie-uitwisselings- en samenwerkingsregelingen tussen de ECB en de Bank of England voort op collectieve toezichtregelingen in de vorm van uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 ingestelde colleges, maar kunnen deze niet vervangen; deze informatie-uitwisselings- en samenwerkingsregelingen betreffen in het VK gevestigde CTP’s met een significant in euro luidend transactievolume. In de toekomst zou in plaats daarvan uit hoofde van die verordening slechts de regeling voor in derde landen gevestigde CTP’s op in het VK gevestigde CTP’s van toepassing kunnen zijn.

Ten tweede is de aard van centrale clearing in toenemende mate grensoverschrijdend en systeemrelevant geworden. Op de top van Pittsburgh in september 2009 zijn de G20-leiders overeengekomen dat alle gestandaardiseerde otc-derivatencontracten via een CTP gecleard moeten worden. Deze overeenkomst hebben de G20-leiders in juni 2010 opnieuw bevestigd en werd in de Unie middels Verordening (EU) nr. 648/2012 geïmplementeerd. Bovendien heeft de integratie van financiële markten in de Unie ertoe geleid dat CTP’s niet langer primair nationale behoeften en markten afdekken, maar veeleer kritieke infrastructuren in de financiële markten van de Unie zijn geworden. Deze ontwikkelingen hebben een dramatische stijging veroorzaakt in de omvang en het belang van CTP’s in de Unie en wereldwijd.

Ten derde heeft de Europese Commissie op 13 juni 2017 haar wetgevingsvoorstel ingediend ter verzekering van financiële stabiliteit en de betrouwbaarheid en de deugdelijkheid van CTP’s die systeemrelevant zijn voor financiële markten in de hele Unie (5). Het Commissievoorstel beoogt de invoering van een meer geïntegreerd toezicht door toezichthouders en verantwoordelijkheden voor de centrale bank van uitgifte om de ontwikkeling van hechtere en beter geïntegreerde kapitaalmarkten te kunnen ondersteunen. Het voorstel beoogt tevens de kwesties te adresseren die voortvloeien uit de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en wil verzekeren dat de waarborgen van het juridisch kader van de Unie van toepassing zijn op CTP’s die een cruciale systeemrol hebben voor de financiële markten van de Unie.

Dienaangaande, om te verzekeren dat het Eurosysteem als centrale bank van uitgifte van de euro de door het wetgevingsvoorstel beoogde rol kan uitvoeren, is het van vitaal belang dat het Eurosysteem beschikt over de relevante bevoegdheden uit hoofde van het Verdrag en de ESCB-statuten. Het Eurosysteem moet bevoegd zijn om de risico’s te monitoren en te beoordelen die zijn verbonden met CTP’s die significante hoeveelheden in euro luidende transacties clearen. Daaronder moeten met name de regelgevende bevoegdheden vallen om bindende beoordelingen vast te stellen en corrigerende maatregelen te vereisen, in nauwe samenwerking met andere Unieautoriteiten, ingevolge risico’s die de fundamentele taken en het hoofddoel van het Eurosysteem treffen. Indien het noodzakelijk is om de stabiliteit van de euro te beschermen, moet de ECB bovendien buiten het kader van Verordening (EU) nr. 648/2012 beschikken over regelgevende bevoegdheden om aanvullende vereisten vast te stellen voor CTP’s die betrokken zijn bij het clearen van significante hoeveelheden in euro luidende transacties.

Gezien het bovenstaande is de ECB van mening dat de verlening van bevoegdheid aan de ECB tot het reguleren van verrekeningssystemen, met name CTP’s, noodzakelijk is voor de goede uitvoering van haar in artikel 127, lid 2, eerste en vierde streepje, van het Verdrag bedoelde fundamentele taken.

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLIAMENT EN DE RAAD

tot wijziging van artikel 22 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 129, lid 3,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 40.1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Centrale Bank,

Gezien het advies van de Europese Commissie (*1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De via het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) uit te voeren fundamentele taken omvatten het bepalen en tenuitvoerleggen van het monetaire beleid van de Unie en de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer. Betrouwbare en efficiënte financiëlemarktinfrastructuren, met name verrekeningssystemen, zijn essentieel voor de uitvoering van deze fundamentele taken.

(2)

Om de doelstellingen van het ESCB te verwezenlijken en zijn taken uit te voeren, zijn de Europese Centrale Bank (ECB) en nationale centrale banken gerechtigd faciliteiten ter beschikking stellen en de ECB kan verordeningen vaststellen ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Unie en met andere landen.

(3)

Op 4 maart 2015 heeft het Gerecht uitspraak gedaan in zaak T-496/11, Verenigd Koninkrijk/Europese Centrale Bank (6), waarin gesteld werd dat de ECB niet beschikt over de noodzakelijke bevoegdheid tot regulering van de werkzaamheden van verrekeningssystemen. Het Gerecht verklaarde dat het Europees Parlement en de Raad krachtens artikel 129, lid 3, van het Verdrag, volgens de gewone wetgevingsprocedure en op aanbeveling van de ECB, artikel 22 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd) kunnen wijzigen. Het Gerecht heeft geconcludeerd dat „het dus aan de ECB staat om de wetgever van de Unie te verzoeken om artikel 22 van de statuten in die zin te wijzigen dat hierin een uitdrukkelijke verwijzing naar effectenverrekeningssytemen wordt opgenomen, indien zij van mening is dat het voor de goede uitvoering van de in artikel 127, lid 2, vierde streepje, VWEU bedoelde taak noodzakelijk is dat haar de bevoegdheid wordt verleend om regels vast te stellen voor infrastructuren die effectentransacties verrekenen”.

(4)

Significante ontwikkelingen wereldwijd en op Europees niveau zouden naar verwachting het risico doen toenemen dat verstoringen verrekeningssystemen treffen, met name centrale tegenpartijen (CTP’s), de goede werking van het betalingsverkeer en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke monetaire beleid bedreigen, waardoor uiteindelijk het hoofddoel van het Eurosysteem, te weten de handhaving van prijsstabiliteit, in gevaar komt.

(5)

Op 29 maart 2017 stelden het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de Europese Raad in kennis van hun voornemen zich uit de Europese Unie terug te trekken. De terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zal de regulering van bepaalde systeemrelevante in euro luidende clearingactiviteiten, het oversight en het toezicht daarop fundamenteel wijzigen, waardoor het voor Eurosysteem moeilijker zal worden risico’s voor de goede werking van het betalingsverkeer en de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid van het Eurosysteem te monitoren en te beheren.

(6)

Central clearing wordt in toenemende mate grensoverschrijdend en systeemrelevant. CTP’s zijn van fundamenteel belang voor de Unie als geheel, met name voor het eurogebied, gezien hun gedifferentieerde samenstelling en de pan-Europese aard van de door hen verleende financiële diensten. Dat vindt zijn weerslag in Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (7) die collectieve toezichtregelingen in de vorm van colleges invoert die zijn samengesteld uit betrokken nationale en Unieautoriteiten, waaronder het Eurosysteem in zijn rol als centrale bank van uitgifte van de euro.

(7)

Om deze aangelegenheden te adresseren, heeft de Europese Commissie op 13 juni 2017 haar wetgevingsvoorstel ingediend ter verzekering van financiële stabiliteit en de betrouwbaarheid en de deugdelijkheid van CTP’s die systeemrelevant zijn voor financiële markten in de hele Unie. Om te verzekeren dat het Eurosysteem als centrale bank van uitgifte van de euro de door het wetgevingsvoorstel beoogde rol kan uitvoeren, is het van vitaal belang dat het Eurosysteem beschikt over de relevante bevoegdheden uit hoofde van het Verdrag en de ESCB-statuten. Met name moet het Eurosysteem beschikken over regelgevende bevoegdheden om bindende beoordelingen vast te stellen en corrigerende maatregelen te vereisen, zulks in nauwe samenwerking met andere Unieautoriteiten. Indien het noodzakelijk is om de stabiliteit van de euro te beschermen, moet de ECB tevens beschikken over regelgevende bevoegdheden om aanvullende vereisten vast te stellen voor CTP’s die betrokken zijn bij het clearen van significante hoeveelheden in euro luidende transacties.

(8)

Artikel 22 van de ESCB-statuten maakt deel uit van hoofdstuk IV „Monetaire functies en werkzaamheden van het ESCB”. De daarin opgedragen taken moeten dienovereenkomstig slechts voor doeleinden van monetair beleid aangewend worden.

(9)

Om die redenen moeten de ECB regelgevende bevoegdheden verleend worden ten aanzien van verrekeningssystemen, met name CTP’s, zulks middels een wijziging van artikel 22 van de ESCB-statuten,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 22 van de ESCB-statuten wordt als volgt vervangen:

„Artikel 22

Verrekeningssystemen en betalingssystemen

De ECB en de nationale centrale banken zijn gerechtigd faciliteiten ter beschikking te stellen en de ECB kan verordeningen vaststellen ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen en verrekeningssystemen voor financiële instrumenten binnen de Unie en met andere landen.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 juni 2017.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  ECLI:EU:T:2015:133.

(2)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(3)  Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012 en (EU) 2015/2365 (COM(2016) 856 final).

(4)  LCH.Clearnet Ltd CPMI-IOSCO publieke kwantitatieve openbaarmakingsinformatie, januari 2017.

(5)  COM(2017) 331 final.

(*1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(6)  ECLI: EU:T:2015:133.

(7)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).