Brussel, 19.12.2017

COM(2017) 789 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93


1.    Samenvatting

Productveiligheid is onze gemeenschappelijke zorg. Wanneer we een product aanschaffen, willen we zeker weten dat het veilig is en voldoet aan alle wettelijke eisen. Daarom vragen fabrikanten onafhankelijke organen, de zogeheten "conformiteitsbeoordelingsinstanties", om te controleren of hun producten voldoen aan bepaalde normen voordat deze op de markt worden gebracht. Vandaar dat we betrouwbare en bekwame conformiteitsbeoordelingsinstanties nodig hebben, die hun werk naar behoren uitvoeren. Dat is ook de reden dat de EU een systeem heeft ingevoerd voor de accreditatie van deze conformiteitsbeoordelingsinstanties. Nationale accreditatie-organen controleren de bekwaamheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de conformiteitsbeoordelingsinstanties in hun land.

In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de manier waarop de bepalingen inzake accreditatie uit Verordening (EG) nr. 765/2008 ("de verordening") en de CE-markering tussen 2013 en 2017 ten uitvoer zijn gelegd. Het verslag over de toepassing van de regels inzake markttoezicht en de controle op producten die de EU-markt binnenkomen, is opgenomen in de evaluatie bij het handhavingsvoorstel, dat ook deel uitmaakt van het zogeheten goederenpakket.

In dit verslag wordt bevestigd dat de bij de verordening gecreëerde Europese accreditatie-infrastructuur toegevoegde waarde heeft opgeleverd, niet alleen voor de interne markt, maar ook voor de internationale handel. Accreditatie wordt door het Europees bedrijfsleven en de gemeenschap van conformiteitsbeoordelaars breed gesteund, omdat het garandeert dat producten voldoen aan de geldende eisen, barrières voor conformiteitsbeoordelingsinstanties wegneemt en eraan bijdraagt dat het ondernemersklimaat in Europa gedijt. Bij de verordening werd in alle lidstaten alsmede de EVA-landen en Turkije een betrouwbaar en stabiel accreditatiesysteem ingevoerd. Het is echter een uitdaging om de soliditeit van het systeem te handhaven: het hele accreditatiesysteem moet constant worden afgestemd op de laatste ontwikkelingen en het systeem moet gegarandeerd met dezelfde striktheid worden toegepast. Uit dit verslag komt ook naar voren dat bedrijven zich meer bewust zijn van de belangrijke rol van de CE-markering voor producten in de eengemaakte markt.

Dit verslag werd opgesteld in samenwerking met de lidstaten via de subgroep Accreditatie van de deskundigengroep "Interne markt voor producten".

2.    Accreditatie

2.1.    Beleidsoverwegingen

De eengemaakte markt voor industriële producten is een van de grootste tastbare prestaties van Europa en een van haar grootste troeven in tijden van toenemende globalisering. Het is een motor voor de ontwikkeling van een sterkere en rechtvaardigere EU-economie. Voor meer dan 80 % van de industriële producten zijn er regelgevingsbarrières weggenomen door de invoering van gemeenschappelijke Europese regels, hetgeen heeft geleid tot een naadloze markt met meer dan 500 miljoen consumenten. Dit heeft het concurrentievermogen en de innovatie gestimuleerd en er tegelijkertijd toe geleid dat Europese consumenten kunnen kiezen uit een nog groter aanbod veilige producten die voldoen aan hoge normen op terreinen van openbaar belang als veiligheid, milieu en gezondheid.

Om opvolging te geven aan de prioriteit die door de Commissie Juncker is toegekend aan een interne markt die diepgaander en eerlijker is 1 , en zoals voorgesteld in de strategie voor de eengemaakte markt van de Commissie 2 , is het belangrijk de conformiteit van producten met de toepasselijke wettelijke eisen te verbeteren. Een verdieping van de interne markt houdt ook in dat het systeem voor conformiteitsbeoordeling moet worden versterkt.

Conformiteitsbeoordelingsinstanties (laboratoria, certificeringsorganen, controleorganen, controlerende instanties op milieugebied enz.) beoordelen de conformiteit van producten met de relevante wettelijke eisen indien beoordeling door een derde partij in de sectorale wetgeving verplicht wordt gesteld, zoals het geval is voor machines, drukvaten, medische apparaten, liften en meetinstrumenten. Conformiteitsbeoordelingsinstanties worden ook vrijwillig gebruikt door bedrijven om aan te tonen dat zij aan normen of regelgeving voldoen, zelfs indien deze bedrijven hiertoe niet wettelijk verplicht zijn. Door middel van accreditatie wordt gegarandeerd en bevestigd dat deze instanties de technische capaciteit hebben om hun taken naar behoren uit te voeren.

2.2    De effecten van accreditatie en de werking van het accreditatiesysteem

Accreditatie is de verklaring van een nationale accreditatie-instantie dat een conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen die door geharmoniseerde normen worden gesteld en, indien van toepassing, aanvullende eisen, zoals die welke zijn opgenomen in de relevante sectorale regelingen.

De verordening speelt een belangrijke rol in het faciliteren van het vrije verkeer van goederen op de interne markt en van de internationale handel. Uit hoofde van de in de verordening opgenomen bepalingen wijzen lidstaten één nationale accreditatie-instantie aan die de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties verzorgt. Het gebruik van EU-brede, geharmoniseerde normen heeft als doel de noodzakelijke mate van transparantie en vertrouwen in de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties te verzekeren en te garanderen dat het Europese accreditatiesysteem verenigbaar is met het internationale accreditatiesysteem.

Het blijft de verantwoordelijkheid van fabrikanten om te garanderen dat hun producten voldoen aan de toepasselijke wettelijke eisen, maar een groot technisch vermogen van conformiteitsbeoordelingsinstanties garandeert dat de controles exact en betrouwbaar zijn. Dit draagt bij aan de bescherming van openbare belangen als gezondheid en veiligheid binnen de interne markt.

De verordening voorziet in een even rigoureuze benadering van accreditatie in alle lidstaten, zodat één accreditatiecertificaat uiteindelijk genoeg is om het technische vermogen van een conformiteitsbeoordelingsinstantie in heel Europa aan te tonen. Het voordeel van accreditatie in de EU is derhalve dat de autoriteiten van lidstaten verplicht zijn het accreditatiecertificaat te erkennen van een conformiteitsbeoordelingsinstantie die krachtens de verordening succesvol is geaccrediteerd. Hierdoor hoeven er geen onnodige kosten te worden gemaakt voor afzonderlijke accreditatie in elke lidstaat of om de producten te laten controleren door verschillende conformiteitsbeoordelingsinstanties. Dit creëert een klimaat dat gunstig is voor de ontwikkeling van bedrijven in de Europese markt.

Aan het eind van 2016 waren er meer dan 34 450 accreditaties verleend 3 (op gereglementeerde en niet-geharmoniseerde gebieden) met betrekking tot een brede reeks activiteiten en volgens onderstaande verdeling:

Soort accreditatie

Aantal accreditaties in 2016

Kalibratie 4  

3 245

Testen 5

18 625

Medisch onderzoek

3 407

Productcertificering 6

1 752

Certificering van managementsystemen

1 355

Certificering van personen

480

Inspectie 7

5 158

Aanbieders van bekwaamheidstests

176

Producenten van referentiematerialen

44

Verificatie 14065 (broeikasgassen) 8  

133

Milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)

79

Totaal

34 454

Het proces van herstructurering en aanpassing aan de verordening is nu voltooid 9 . Alle lidstaten en EVA-landen als Turkije hebben inmiddels nationale accreditatie-instanties opgezet 10 .

2.3.    Europese accreditatie-infrastructuur

Zoals vastgesteld in de verordening, heeft de Commissie de Europese samenwerking voor accreditatie (EA) erkend als Europese accreditatie-infrastructuur 11 . De Commissie rondde in 2009 een overeenkomst af waarin de gedetailleerde taken van de EA en de beginselen van samenwerking werden gespecificeerd.

De EA heeft als fundamentele taak door middel van collegiale toetsing te bepalen of nationale accreditatie-instanties bekwaam zijn 12 . Na de geslaagde collegiale toetsing werden de nationale accreditatie-organen partij bij de multilaterale overeenkomst (MLA) inzake Europese samenwerking voor accreditatie 13 zodat zij hun accreditatiecertificaten wederzijds konden erkennen. Een geslaagde collegiale toetsing is een voorwaarde voor de wederzijdse erkenning van accreditatiecertificaten. Het systeem van collegiale toetsing heeft zijn doeltreffendheid bewezen door te garanderen dat nationale accreditatie-instanties buitengewoon bekwaam zijn.

Daarnaast heeft de EA via haar adviesraad samengewerkt met geïnteresseerde belanghebbenden en zich aangesloten bij internationale accreditatie-organisaties ILAC en IAF 14 .

De samenwerking met de EA is over het algemeen zeer nuttig geweest. Het belang van de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dankzij het werk van de EA en haar leden wordt erkend dat accreditatie — als laatste controlelaag in het Europese conformiteitsbeoordelingssysteem — essentieel is voor de correcte werking van een transparante en kwaliteitsgerichte markt en om te garanderen dat openbare belangen als gezondheid, veiligheid en het milieu in hoge mate worden beschermd.

2.4.    Financiering van de Commissie voor Europese samenwerking voor accreditatie

In juni 2014 hebben de Commissie en de EA voor de tweede keer een kaderpartnerschapsovereenkomst getekend voor een periode van vier jaar (tot juni 2018). Deze kaderpartnerschapsovereenkomst maakt het mogelijk dat de Commissie de EA financiële steun verstrekt voor het vervullen van haar taken zoals die zijn neergelegd in de verordening en het realiseren van de doelstellingen die worden toegelicht in de richtsnoeren. De EA-activiteiten die in aanmerking komen voor EU-financiering zijn onder andere:

·het uitvoeren van technische werkzaamheden die verband houden met het systeem van collegiale toetsing;

·het verstrekken van informatie van belanghebbende partijen en deelname aan internationale organisaties op het gebied van accreditatie;

·het opstellen en actualiseren van bijdragen aan richtsnoeren op het gebied van accreditatie;

·het verlenen van bijstand aan derde landen 15 .

In de kaderpartnerschapsovereenkomst wordt bepaald dat de EA en haar secretariaat een jaarlijkse operationele subsidie kunnen ontvangen voor de lopende werkzaamheden. Op het moment dat dit verslag werd opgesteld, waren er vier jaarlijkse operationele subsidies voor een totaalbedrag van 600 000 EUR, ongeveer 40 % van de totale EA-begroting, uitgekeerd.

Met een deel van de subsidie zijn werkzaamheden ondersteund die verband hielden met de exploitatie en het beheer van het systeem van collegiale toetsing. In 2013‑2017 betrof dat onder andere 16 :

Jaar

Uitgevoerde evaluaties 17

Totaal aantal mandagen besteed aan evaluatiewerkzaamheden

2013

11

673

2014

13

807

2015

10

583

2016

19

1 138

Het aantal beoordelaars per werkterrein was voor 2016 als volgt:

In 2016 meldden de collegiale-toetsingsteams in totaal 135 bevindingen waarvoor nationale accreditatie-instanties corrigerende maatregelen moesten nemen. De EA houdt momenteel toezicht op de invoering van deze corrigerende maatregelen. In juni 2014 werd één accreditatie-instantie geschorst. Na de succesvolle invoering van de corrigerende maatregelen waar de EA om had verzocht, werd de schorsing aan het eind van 2014 op basis van de resultaten van een buitengewone evaluatie door de EA opgeheven.

Wat betreft collegiale toetsing behoort ook de permanente verbetering van het systeem voor collegiale toetsing en de invoering van collegiale toetsingen voor nieuwe conformiteitsbeoordelingsactiviteiten tot de taken van de EA.

De subsidie heeft ook de werkzaamheden van de EA ondersteund op het gebied van i) het harmoniseren van accreditatiecriteria, ii) het ontwikkelen, consolideren en invoeren van accreditatie in de EU en iii) samenwerking met accreditatieorganisaties buiten de EU, internationale organisaties en particuliere belanghebbenden.

Naast de jaarlijkse operationele subsidie wordt in de kaderpartnerschapsovereenkomst met de EA ook gesproken over eventuele subsidies voor het uitvoeren van acties voor specifieke projecten. In dit kader heeft de EA deelgenomen aan de volgende projecten:

·In 2013 ondertekende de EA een specifieke overeenkomst met DG CLIMA over een subsidie voor het uitvoeren van acties voor de invoering van accreditatie in het kader van Verordening (EU) nr. 600/2012 18 . De werkzaamheden die verband houden met deze specifieke overeenkomst werden in 2015 succesvol afgerond.

·In 2012 ondertekende de EA een dienstencontract met EuropeAid om "de accreditatiesystemen van de Russische Federatie en de EU dichter tot elkaar te brengen". Het project werd in december 2015 succesvol afgerond.

·In 2014 ondertekende de EA een dienstencontract met het JRC voor "Ondersteunende diensten met betrekking tot de accreditatie-aspecten van het project inzake een vrijwillige Europese regeling voor kwaliteitsborging voor diensten met betrekking tot borstkanker op basis van accreditatie en hoogwaardige richtsnoeren". Het project liep nog op het moment dat dit verslag werd opgesteld.

De Commissie en de EA bespreken momenteel de derde kaderpartnerschapsovereenkomst.

2.5.    Accreditatie ter ondersteuning van aanmelding

Aanmelding is de handeling waarmee een lidstaat de Commissie en andere lidstaten informeert dat er een conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangewezen in het kader van een EU-harmonisatiebesluit en dat deze instantie voldoet aan de relevante eisen die in dat besluit zijn opgenomen. De lidstaten nemen de eindverantwoordelijkheid voor de bekwaamheid van hun aangemelde instanties ten aanzien van de andere lidstaten en de instellingen van de EU.

Accreditatie is het voorkeursinstrument om de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties te verifiëren, maar er zijn ook andere manieren toegestaan om de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties te evalueren. In dergelijke gevallen moet bewijs aan de Commissie en de andere lidstaten worden overlegd dat de geëvalueerde instantie voldoet aan de toepasselijke reglementaire vereisten 19 . Voorts moet de aangemelde instantie worden onderworpen aan regelmatig toezicht dat vergelijkbaar is met het toezicht dat door de accreditatie-instanties wordt gehouden.

Het percentage aanmeldingen van geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingsinstanties steeg tussen 2009 en november 2017 met 34 procentpunten. Aan het eind van 2009, voor de inwerkingtreding van de verordening, hadden 1 089 van de 2 249 aanmeldingen betrekking op geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingsinstanties en 1 118 op niet-geaccrediteerde instanties; hetgeen wil zeggen dat 48,4 % van alle aanmeldingen in alle sectoren betrekking had op geaccrediteerde instanties. In november 2017 waren er 2 708 aanmeldingen waarvan er 472 betrekking hadden op niet-geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingsinstanties, terwijl 2 236 betrekking hadden op geaccrediteerde instanties; hetgeen wil zeggen dat 82,6 % van alle aanmeldingen betrekking had op geaccrediteerde instanties.

In de tussentijd heeft de EA het pakket "Accreditatie voor aanmelding" ontwikkeld. Het bevat richtsnoeren en goede werkwijzen en heeft tot doel de beoordeling van aangemelde instanties in Europa verder te harmoniseren. Het project werd in 2016 succesvol afgerond en de EA en haar leden implementeren momenteel de resultaten.

In de volgende tabel is de onderverdeling te zien van aanmeldingen per lidstaat en wetgeving 20 .

 

2.6.    Internationale samenwerking – overeenkomst met Canada

Na de voorlopige inwerkingtreding van de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada 21 op 21 september 2017 22 is het CETA-protocol inzake de wederzijdse aanvaarding van de resultaten van conformiteitsbeoordelingen in de plaats gekomen van de eerdere overeenkomst inzake wederzijdse erkenning met Canada, die uit 1998 stamde. Het protocol heeft een breder toepassingsgebied en zorgt voor een aanzienlijke vereenvoudiging van de procedures voor het aanwijzen van conformiteitsbeoordelingsinstanties die taken uitvoeren voor de naleving van de wet- en regelgeving van zowel de EU als Canada.

In het kader van het CETA-protocol kan een conformiteitsbeoordelingsinstantie in de EU, zodra deze is aangewezen, producten voor export naar Canada testen volgens de Canadese voorschriften, en vice versa. Dit is met name nuttig voor kleinere bedrijven, aangezien zij niet twee keer voor dezelfde test hoeven te betalen en producten sneller op de markt kunnen brengen, omdat deze niet meer hoeven te worden getest en gecertificeerd in het land van bestemming.

Het protocol steunt op accreditatie, waardoor accreditatie derhalve een nog belangrijkere pijler wordt voor de internationale samenwerking met derde landen.

Naar verwachting zullen de accreditatie-instanties van de EU en Canada uiteindelijk worden erkend als zijnde bekwaam om accreditaties te verlenen die voldoen aan respectievelijk de Canadese en de Europese reglementaire en wettelijke bepalingen. Met dit doel voor ogen hebben de EA en de Canadese accreditatie-instantie, de Standards Council of Canada (SCC), op 10 juni 2016 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. De overeenkomst heeft onder andere tot doel informatie en deskundigen uit te wisselen voor beoordelingen op locatie om het wederzijdse vertrouwen in respectievelijk het Europese en Canadese accreditatieproces te vergroten.

Bovendien is er naar aanleiding van het CETA-protocol een nauwe samenwerking ontstaan tussen de EA en de SCC om consistentie te garanderen bij het beoordelen van conformiteitsbeoordelingsinstanties in het kader van Europese en Canadese productwetgeving.

De sectoren die onder het CETA-protocol vallen zijn:

·elektrische en elektronische apparatuur, met inbegrip van elektrische installaties en toestellen, en bijbehorende onderdelen;

·radio- en telecommunicatie-eindapparatuur;

·speelgoed;

·bouwproducten;

·machines, met inbegrip van onderdelen, componenten, waaronder veiligheidscomponenten, verwisselbare uitrustingsstukken en samenstellen van machines;

·meetinstrumenten;

·centrale-verwarmingsketels, met inbegrip van bijbehorende toestellen;

·materieel, machines, apparaten, toestellen, bedieningsorganen, beveiligingssystemen, veiligheids-, controle- en regelvoorzieningen alsmede daarmee verband houdende instrumenten en preventie- en detectiesystemen voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (ATEX-apparatuur);

·materieel voor gebruik buitenshuis wat geluidsemissies in het milieu betreft;

·pleziervaartuigen en hun onderdelen.

2.7.    Maatregelen van de Commissie voor het versterken van de accreditatiebepalingen van de verordening

In de verordening wordt bepaald dat de lidstaten één nationale accreditatie-instantie aanwijzen. Er zijn echter enkele particuliere entiteiten die ook beweren accreditaties uit te voeren. Daarom is de Commissie inbreukprocedures gestart en heeft zij twee lidstaten verzocht maatregelen te nemen om te voorkomen dat "niet-nationale instanties" - instanties die zichzelf accreditatie-instanties noemen, maar geen officieel aangewezen nationale accreditatie-instanties zijn - die actief zijn op hun grondgebied taken uitvoeren die in strijd zijn met de verordening, en om de beschrijving van hun activiteiten te corrigeren. Deze zaken lopen nog.

Aangezien de verordening marktdeelnemers de mogelijkheid biedt beroep aan te tekenen/bezwaar te maken tegen besluiten van nationale accreditatie-instanties en elke lidstaat verplicht de gelijkwaardigheid van accreditatiecertificaten van de nationale accreditatie-instanties van andere lidstaten te erkennen, heeft de Commissie haar twijfels geformuleerd ten aanzien van de relevante delen van een nieuwe accreditatiewet die in 2015 door een lidstaat werd aangenomen. Naar aanleiding van de actie van de Commissie is deze lidstaat volledig tegemoet gekomen aan de bezorgdheid van de Commissie door de wet inzake accreditatie zo aan te passen dat deze in overeenstemming is met de verordening.

2.8.    Juridische ontwikkelingen met betrekking tot accreditatie in specifieke sectoren

2.8.1 Gegevensbescherming

In artikel 43, lid 1, van de nieuwe algemene verordening gegevensbescherming 23 worden lidstaten gedwongen certificeringsorganen beide beschikbare accreditatiemethoden aan te bieden, namelijk accreditatie door de nationale toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming in overeenstemming met de wetgeving inzake gegevensbescherming en/of accreditatie via de nationale accreditatie-instantie. Deze accreditatiemethoden hebben betrekking op certificeringsmechanismen die onder artikel 42 van de algemene verordening gegevensbescherming vallen.

Door specifieke bevoegdheden te geven aan onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten, erkent de EU de bijzondere kenmerken van de bescherming van persoonsgegevens als een grondrecht dat is verankerd in artikel 8 van het Handvest van de grondrechten, en derhalve de behoefte voor bijzondere evaluatie van en toezicht op de besluiten van certificeringsorganen.

De Commissie moedigt aan dat de EA en de toezichthoudende autoriteiten van de algemene verordening gegevensbescherming ervaringen uitwisselen. In dit opzicht kan de infrastructuur en expertise van de EA worden benut om te garanderen dat alle kanalen van accreditatie in het kader van de algemene verordening gegevensbescherming consistent zijn.

2.8.2 Levensmiddelen en diervoeders

In de nieuwe verordening inzake levensmiddelen en diervoeders 24 wordt accreditatie ingevoerd en wordt aangegeven dat "de accreditatie moet worden afgegeven door een nationale accreditatie-instantie die functioneert overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008". In dit opzicht zal de Commissie toezicht houden op het gebruik van de accreditatie-infrastructuur door de EA in de levensmiddelen- en diervoedersector.

2.8.3 Cyberbeveiliging

In het voorstel voor een verordening inzake cyberbeveiliging 25 wordt accreditatie ingevoerd en wordt bepaald dat "conformiteitsbeoordelingsinstanties alleen door de op grond van Verordening (EG) nr. 765/2008 aangewezen nationale accreditatie-instantie worden geaccrediteerd als zij voldoen aan de vereisten die zijn vastgesteld in de bijlage bij deze verordening". Bovendien wordt in het voorstel bepaald dat een Europees cyberbeveiligingscertificaat "in naar behoren gemotiveerde gevallen" alleen door een overheidsinstantie (voor conformiteitsbeoordeling) kan worden afgegeven. Deze instantie kan onder andere een nationale autoriteit voor certificeringstoezicht zijn.

Aangezien de nationale autoriteit voor certificeringstoezicht er ook op moet toezien of de certificaten die worden uitgegeven door andere conformiteitsbeoordelingsinstanties voldoen aan de wettelijke eisen, zal de Commissie samen met de lidstaten toezicht houden op de tenuitvoerlegging van de verordening inzake cyberbeveiliging (zodra deze is goedgekeurd) en garanderen dat er op onpartijdige en transparante wijze toezicht wordt gehouden op de conformiteit van de certificaten.

2.9.    Uitdagingen

De verordening heeft gezorgd voor een solide juridisch kader voor accreditatie. De grootste uitdaging is nu om het hele accreditatiesysteem constant af te stemmen op de laatste ontwikkelingen en te garanderen dat het systeem met dezelfde striktheid wordt toegepast.

Bovendien zullen sommige nationale accreditatie-instanties, doordat steeds meer gebruik wordt gemaakt van accreditatie, in de toekomst meer verzoeken om accreditatie ontvangen, hetgeen gevolgen zal hebben voor hun financiële en personele middelen.

Een andere uitdaging is de totstandbrenging van een gelijker speelveld wanneer accreditatie wordt gebruikt voor aanmelding. De EA heeft al veel werk verzet met het pakket "Accreditatie voor aanmelding". Er moet toezicht worden gehouden op de juiste uitvoering van dit project. In dit opzicht is een belangrijke rol weggelegd voor lidstaten in hun functie als aanmeldende autoriteiten.

Accreditatie wordt op steeds meer nieuwe beleidsterreinen gebruikt. Het stimuleren van een breder gebruik van accreditatie en het vergroten van het algemene vertrouwen in accreditatie zijn belangrijke verantwoordelijkheden van de EA en de nationale accreditatie-instanties. Daarom is het essentieel dat de EA steun van de EU blijft ontvangen voor de uitvoering van haar taken. Bovendien is het belangrijk om een hoog niveau van bewustzijn en inzicht omtrent het accreditatiesysteem onder de belanghebbenden te verzekeren, om te kunnen garanderen dat het systeem op juiste wijze wordt toegepast, met name op nieuwe beleidsterreinen. De Commissie zal het gebruik van accreditatie in alle nieuwe voorstellen waarvoor conformiteitsbeoordelingen zijn vereist, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 blijven bevorderen.

3.    CE-markering

In Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn de algemene eisen en beginselen van de CE-markering opgenomen. In de meest recente EU-wetgeving inzake niet-voedingsproducten die sinds 2010 is aangenomen, wordt vereist dat producten een CE-markering hebben en dat de CE-markering wordt onderworpen aan de algemene beginselen die zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 765/2008.

In 2014 onderzocht de Commissie of de huidige regeling van de CE-markering naar tevredenheid werkt. De resultaten van de beoordeling laten zien dat men in het algemeen tevreden is met de CE-markering en van mening is dat deze passend en doeltreffend is. Uit de beoordeling werd ook duidelijk dat het niet noodzakelijk is de CE-markering ingrijpend te veranderen, maar dat de consistentie wel kan worden verbeterd, dat moet worden voorkomen dat er verschillende eisen gelden voor verschillende wetten en dat aandacht moet worden besteed aan producten die uit meerdere onderdelen bestaan 26 .

De website van de Commissie over de CE-markering fungeert als centraal toegangspunt voor informatie over de CE-markering in alle EU-/EVA-talen 27 en wordt regelmatig bijgewerkt. Het aantal bezoeken aan de website over de CE-markering 28 laat zien hoe belangrijk het is dat de informatie beschikbaar wordt gesteld aan belanghebbenden.

Tegelijkertijd is het aantal schriftelijke vragen aan de Europese Commissie over de CE-markering in de afgelopen ver jaar aanzienlijk gedaald (minder dan 100 vragen per jaar ten opzichte van 400 vier jaar geleden).

De uitgebreide informatie op de gespecialiseerde website heeft ertoe geleid dat belanghebbenden beter bekend zijn met de CE-markering en dat zij zich bewuster zijn van hun rechten en plichten uit hoofde van de geharmoniseerde EU-wetgeving. Bovendien zijn de vragen momenteel complexer, gedetailleerder en verfijnder, hetgeen laat zien dat men goed op de hoogte is van de eisen met betrekking tot de CE-markering.

(1)

      https://ec.europa.eu/commission/priorities_nl  

(2)

     COM(2015) 550 final, "De eengemaakte markt verbeteren: meer mogelijkheden voor mensen en ondernemingen".

(3)

     Verslag van de multilaterale overeenkomst inzake Europese samenwerking voor accreditatie 2016, http://www.european-accreditation.org/information/ea-multilateral-agreement-report-2016-is-now-released

(4)

     Kalibratie betreft met name de technische configuratie van meetapparatuur.

(5)

     Testen is het bepalen van technische kenmerken van een product zonder de conformiteit ervan te onderzoeken.

(6)

     Certificering is het aantonen, naar aanleiding van meerdere controles, dat wordt voldaan aan specifieke (al dan niet wettelijke) eisen. Mogelijk moeten voor certificering meerdere inspecties worden uitgevoerd (zie voetnoot 8 voor "inspectie") en ook permanente monitoring maakt deel uit van certificering.

(7)

     Inspectie is het onderzoek naar de conformiteit met specifieke (al dan niet wettelijke) eisen in de vorm van een eenmalige controle.

(8)

     Eisen voor organen die de uitstoot van broeikasgas meten/verifiëren.

(9)

   Zie artikelen 4, 6 en 8 van de verordening.

(10)

   Hun contactgegevens kunnen worden geraadpleegd op de website van de Commissie, via de volgende link: http://ec.europa.eu/growth/tools-databases/nando/  

(11)

   Zie artikel 14 van de verordening.

(12)

     Zie artikelen 10, 11 en 13 van de verordening.

(13)

     De multilaterale overeenkomst inzake Europese samenwerking voor accreditatie (EA MLA) is een ondertekende overeenkomst waarbij de partijen de gelijkwaardigheid van de door de ondertekenende leden beheerde accreditatiesystemen erkennen en aanvaarden, evenals de betrouwbaarheid van de resultaten van de conformiteitsbeoordelingen die worden verstrekt door de conformiteitsbeoordelingsinstanties van de ondertekenende leden.

(14)

   International Laboratory Accreditation Cooperation/International Accreditation Forum.

(15)

   Zie artikel 32 van de verordening.

(16)

     Verslag van de multilaterale overeenkomst inzake Europese samenwerking voor accreditatie 2016, http://www.european-accreditation.org/information/ea-multilateral-agreement-report-2016-is-now-released

(17)

     Evaluaties, aanvankelijke evaluaties, herevaluaties met of zonder uitbreiding van het toepassingsgebied en buitengewone evaluaties.

(18)

     Verordening (EU) nr. 600/2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG.

(19)

     Artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 765/2008.

(20)

     Stand van zaken op 3 november 2017.

(21)

     PB L 11 van 14.1.2017.

(22)

     Kennisgeving betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, PB L 238 van 16.9.2017.

(23)

     Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

(24)

     Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen.

(25)

     Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Enisa, het agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging, tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013, en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie ("de cyberbeveiligingsverordening"), COM(2017) 477 final.

(26)

     Werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2014) 23 over de evaluatie van de wetgeving inzake de interne markt voor industriële producten, bij mededeling COM(2014) 25 inzake een visie voor de interne markt voor industriële producten.

(27)

      https://ec.europa.eu/growth/single-market/ce-marking_nl

(28)

     616 489 bezoeken in de periode van 11 juli 2016 tot en met 27 september 2017.