Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 597 final

2016/0276(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub

{SWD(2016) 297 final}
{SWD(2016) 298 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 2014 is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een bbp-groei van 2 % in 2015, vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar liggen nog onder historische niveaus.

1 Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen". Daarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn. Daarbij wordt ook gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) zou bestaan, aan een opschaling van het loket ("venster") voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's/mkb) binnen het bestaande kader en aan een versterking van de EIAH. Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad dienaangaande het volgende geconcludeerd: "Het investeringsplan voor Europa, met name het EFSI, heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen. De Commissie is voornemens spoedig voorstellen betreffende de toekomst van het EFSI in te dienen, die door het Europees Parlement en de Raad met voortvarendheid moeten worden besproken."

Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Gezien het succes ervan wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging die vandaag wordt voorgesteld, valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot ten minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Het voorstel strookt met de herziening van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 inzake het Financieel Reglement die de Commissie tegelijkertijd voorstelt om een robuust kader voor het beheer van de financiële verplichtingen van de Unie op te zetten. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, roept de Commissie de lidstaten op ook een bijdrage te leveren en daar prioriteit aan te geven. In dit verband is de Commissie vandaag met een voorstel gekomen om de inbreng op het niveau van de risicodragende capaciteit van het EFSI te bevorderen door de lidstaten de mogelijkheid te bieden om de middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen die in het kader van het gedeeld beheer aan hen zijn toegewezen, over te hevelen om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten.

Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden.

Sinds de lancering ervan één jaar geleden ligt het EFSI, dat door de strategische investeringspartner van de Commissie, de EIB-groep (Europese Investeringsbank), wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren met een zo hoog mogelijke inbreng van de particuliere sector. Met name in het kmo-loket is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om ervoor te zorgen dat voldoende financiering beschikbaar zou blijven om de verstrekking van financiering aan kmo's met EFSI-steun te kunnen voortzetten, is het kmo-loket in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Verwacht wordt dat de projecten met EFSI-dekking die de EIB-groep tot en met juli 2016 heeft goedgekeurd, in totaal 115,7 miljard EUR aan investeringen in 26 lidstaten genereren en ondersteuning bieden voor ongeveer 200 000 kmo's, waarmee banen in Europa zullen worden gecreëerd, ook voor jongeren, en de groei en het concurrentievermogen in Europa worden bevorderd. De Europese investeringsadvieshub (EIAH) en het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP) hebben ook een goede start gemaakt. De EIAH heeft al ongeveer 230 verzoeken uit 27 lidstaten behandeld en het EIPP heeft sinds de lancering ervan op 1 juni 2016 al meer dan 100 investeringsprojecten gepubliceerd die investeerders onmiddellijk kansen over heel Europa bieden.

In het kader van het streven van de Commissie om het Europees investeringsklimaat te verbeteren, heeft zij een aantal initiatieven voorgesteld voor de ondersteuning van investeringen en het bevorderen van de financiering van de reële economie. Zo zijn de kapitaallasten verlaagd voor verzekeraars en herverzekeraars die in infrastructuur investeren, en zijn praktische richtsnoeren vastgesteld voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de publieke financiering van infrastructuur. Daarnaast bevatten de strategieën voor de energie-unie, de kapitaalmarktenunie, de eengemaakte markt en de digitale eengemaakte markt en het pakket circulaire economie allemaal specifieke maatregelen die concrete belemmeringen zullen wegnemen en het investeringsklimaat verder zullen verbeteren als ze onverkort worden uitgevoerd. Zo zal met de komende voorstellen voor de interne elektriciteitsmarkt, hernieuwbare energie en de governance van de energie-unie op regelgevingsgebied meer duidelijkheid en stabiliteit op lange termijn ontstaan zodat investeringen in de energiesector mogelijk worden. In dit verband merkt de Commissie op dat de EIB is uitgegroeid tot een wereldleider op het gebied van de uitgifte van groene obligaties voor de financiering van duurzame projecten. De kapitaalmarktenunie zal ertoe bijdragen dat financiële investeringsbelemmeringen worden weggenomen, de strategie voor de eengemaakte markt zal leiden tot efficiëntere markten voor de plaatsing van overheidsopdrachten, en de strategie voor de digitale eengemaakte markt zal zorgen voor meer zekerheid op regelgevingsgebied in de digitale sector.

EFSI-financiering houdt niet in dat de lidstaten niet de nodige hervormingen hoeven door te voeren om de in het kader van het Europees semester geconstateerde investeringsbelemmeringen weg te nemen op gebieden als insolventie, overheidsopdrachten, de efficiëntie van het gerechtelijk apparaat en het overheidsapparaat en sectorspecifieke regelgeving. De Commissie heeft al een aantal landspecifieke aanbevelingen gedaan voor hervormingen op investeringsgebied. Deze hervormingen zijn noodzakelijk om het investeringsniveau in de lidstaten te consolideren en te verhogen.

Dit positieve momentum dat door het investeringsplan is gecreëerd, moet worden vastgehouden, terwijl er verdere inspanningen nodig zijn om de investeringen terug te brengen op het niveau van de duurzame langetermijntrend. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en waarin nog sprake is van marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Het EFSI blijft bedoeld als instrument dat investeringen ondersteunt die binnen dezelfde periode of in dezelfde omvang niet van de grond hadden kunnen komen, niet via de EIB, noch via het EIF noch in het kader van bestaande financiële instrumenten van de Unie.

Evenals in de oorspronkelijke investeringsperiode moeten zoveel mogelijk particuliere investeringen worden aangetrokken en blijven kmo's een belangrijke begunstigde van de steun die in het kader van het voorliggende voorstel wordt verleend. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelen van de klimaatconferentie van Parijs (COP21). Met de verlenging van de looptijd van het EFSI wordt niet alleen een succesvolle regeling gecontinueerd, maar wordt ook een belangrijk signaal gegeven aan projectpromotors om projecten bij de EIB in te blijven dienen.

Een essentieel onderdeel van het voorstel is een aanscherping c.q. uitbreiding van het begrip "additionaliteit" van EFSI-projecten. De EFSI-projecten worden nog duidelijker gerelateerd aan suboptimale investeringssituaties en marktlacunes en aan de subsidiabiliteitscriteria. Gelet op het belang van grensoverschrijdende infrastructuurprojecten voor Europa, inclusief de bijbehorende dienstverlening, worden deze projecten specifiek aangemerkt als projecten die additionaliteit bieden.

Naast de verlenging van de looptijd van het EFSI bevat het voorstel een aantal technische versterkingen voor het EFSI en de EIAH die berusten op de ervaringen die in het eerste jaar van implementatie van het EFSI zijn opgedaan.

Een belangrijk doel van het voorstel is de versterking van de EFSI-absorptie in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's. Een hoofdelement in dit verband is de mogelijkheid om andere bronnen van Uniefinanciering, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)) gemakkelijker te combineren met EFSI-steun om nog meer investeringen uit de particuliere sector aan te trekken. Tegelijk heeft de Commissie vandaag een voorstel ingediend om de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen te vereenvoudigen en dergelijke combinaties te stimuleren. Om de procedures te stroomlijnen en efficiënter te werk te kunnen gaan, moet in dit verband worden toegestaan dat de controle- en borgingsmechanismen voor verrichtingen die voor EFSI-steun in aanmerking komen, kunnen worden gebruikt voor de naleving van de desbetreffende vereisten die in het kader van andere EU-financiering voor hetzelfde project gelden.

De steun aan de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's in Europa wordt uitgebreid door een expliciete verwijzing naar alle sectoren die niet onder de andere algemene doelstellingen vallen. Daarnaast worden investeringen met EFSI-steun in snelwegen, die doorgaans onwenselijk zijn, onder bepaalde voorwaarden wél toegestaan voor cohesielanden.

De Commissie stelt ook voor om het EFSI sterker te richten op politieke EU-prioriteiten voor het tegengaan van klimaatverandering. Zo wordt een minimumstreefcijfer voor klimaatvriendelijke projecten vastgesteld en wordt steun voor investeringen in snelwegen toegestaan mits die gekoppeld is aan particuliere investeringen in cohesielanden of aan grensoverschrijdende vervoersprojecten met ten minste één cohesieland. Bovendien acht de Commissie het van belang om een deel van het begrotingsmiddelen van de Unie, zoals de CEF-middelen, in de vorm van subsidies te blenden met het EFSI. Het gecombineerde gebruik van subsidies en het EFSI komt de economische en financiële haalbaarheid van projecten ten goede en verhoogt daarmee de meerwaarde van Unie-uitgaven doordat extra geld bij particuliere investeerders wordt losgeweekt. Voorts moet, gelet op de significante economische multiplicatoreffecten die investeringen in de defensiesector sorteren op andere sectoren in de vorm van nieuwe spin-offs en de overdracht van technologie, terwijl deze investeringen zelf ook nieuwe banen opleveren, worden overwogen om defensiegerelateerde investeringsprojecten onder het EFSI op te nemen en dus om de subsidiabiliteitscriteria in het EIB-kredietverleningsbeleid in die zin te wijzigen.

Voor de EIAH wordt voorgesteld om de technische ondersteuning sterker te richten op projecten waarbij meerdere lidstaten zijn betrokken, op projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen, en op het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de CEF, met het EFSI. Deze steun zal worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt.

Daarnaast wordt voorgesteld om de EIAH actief in de beoogde sectorale en geografische diversificatie van het EFSI te betrekken door de EIB waar nodig te ondersteunen bij het creëren van projecten.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Op 26 november 2014 heeft de Commissie haar investeringsplan voor Europa gepresenteerd, een brede strategie om iets te doen aan het gebrek aan investeringen dat het gevolg was van de economische en financiële crisis. Het voorliggende voorstel om het EFSI uit te breiden, strookt volledig met de bestaande beleidsbepalingen ter zake, en met name voor de Europese structuur- en investeringsfondsen en de andere bronnen van Uniefinanciering voor infrastructuurinvesteringen in de lidstaten. Het is mogelijk om dergelijke fondsen en middelen te combineren met het EFSI, en de Commissie stelt wijzigingen in de wetgeving voor om dergelijke combinaties nog meer te bevorderen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel strookt met en draagt bij aan de voornaamste EU-beleidsprioriteiten, zoals de klimaat- en energiekaders van 2020, 2030 en 2050, met inbegrip van de energie-unie en de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van COP21, het pakket circulaire economie, de Europa 2020-strategie, de digitale eengemaakte markt, de kapitaalmarktenunie, de strategie voor de eengemaakte markt, de interne Europese vervoersruimte, de agenda voor nieuwe vaardigheden voor Europa en andere strategische EU-prioriteiten voor de lange termijn.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgronden voor dit voorstel zijn artikel 172, artikel 173, artikel 175, derde alinea, en artikel 182, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit voorstel bevat het wetgevingskader dat nodig is voor een verlenging van het EFSI tot het eind van het huidige meerjarig financieel kader, en daarnaast technische wijzigingen in de EIAH.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De doelen van het voorgestelde optreden kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen daarom beter door de Unie worden verwezenlijkt. Vanwege de uiteenlopende budgettaire manoeuvreerruimte van de lidstaten kunnen de beoogde doelen beter door een optreden op Unieniveau worden verwezenlijkt in het licht van de omvang en gevolgen daarvan. Meer in het bijzonder zal een optreden op Unieniveau schaalvoordelen bieden bij het gebruik van budgettaire middelen van de Unie in combinatie met financiering van de EIB-groep doordat particuliere investeringen in de gehele Unie worden aangezwengeld en optimaal gebruik wordt gemaakt van de Europese instellingen en hun expertise en kennis op dat gebied. Het multiplicatoreffect en het effect op het terrein zullen daardoor veel groter zijn dan wat kan worden bereikt met een investeringsoffensief in één enkele lidstaat of in een groep lidstaten. De eengemaakte markt van de Unie, in combinatie met het feit dat er geen sprake zal zijn van een landspecifieke of sectorale projecttoewijzing, zal resulteren in een grotere aantrekkelijkheid voor investeerders en geringere geaggregeerde risico's.

Evenredigheid

Het voorstel moet zorgen voor een verdere versterking van de Europese groeivooruitzichten voor de lange termijn door particuliere middelen voor strategische investeringen los te weken nu de budgettaire middelen schaars zijn. Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om de beoogde doelen te verwezenlijken.

3.RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EVALUATIES

Nadat voorzitter Juncker het investeringsplan op 26 november 2014 aan het Europees Parlement had aangeboden, werden het plan en alle onderdelen ervan in december 2014 bekrachtigd door de Europese Raad, die tegelijk aandrong op snelle actie. De EIB-groep heeft aan de oproep van de Europese Raad gehoor gegeven en is met ingang van januari 2015 begonnen met investeringsactiviteiten in het kader van het plan. Het Europees Parlement en de Raad hebben vervolgens het nodige wetgevingskader (Verordening (EU) 2015/1017) uitzonderlijk snel, in juni 2015, goedgekeurd. Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen". Daarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn. Daarbij werd ook gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het EFSI zou bestaan, aan een opschaling van het kmo-loket binnen het bestaande kader en aan een versterking van de EIAH. Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) al concrete resultaten heeft opgeleverd, en heeft hij het Europees Parlement en de Raad opgeroepen om de voorstellen van de Commissie voor de toekomst van het EFSI "met voortvarendheid" te bespreken.

Bij de uitwerking van dit voorstel heeft de Commissie zich mede gebaseerd op de discussies die regelmatig zijn gevoerd in de Europese Raad, het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Het voorstel is ook besproken met de EIB-groep en met vertegenwoordigers uit de publieke en particuliere sector en niet-gouvernementele organisaties. Op 7 september 2016 heeft een vergadering van belanghebbenden plaatsgevonden.

De belanghebbenden hebben gewezen op het belang van robuuste kwaliteitscriteria en meer transparantie bij de selectie van de met de EU-garantie te ondersteunen projecten, met name wat de additionaliteit betreft. Voorts is gepleit voor een bredere geografische en sectorale dekking van het EFSI, waarbij bijzondere aandacht zou moeten uitgaan naar projecten die bijdragen aan de COP-21 doelen en naar projecten met infrastructuurinvesteringen verspreid over meerdere lidstaten. Ook is gevraagd om een actievere betrokkenheid van de EIAH op specifieke gebieden en om een algemenere capaciteit om waar nodig bij te dragen aan het genereren van projecten. Met de ontvangen feedback is rekening gehouden in dit voorstel.

Bovendien heeft de evaluatie die de Commissie in het kader van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 heeft moeten verrichten over het gebruik van de EU-garantie en de werking van het garantiefonds, belangrijke aanvullende inzichten opgeleverd met betrekking tot de verlenging van de looptijd van het EFSI.

Naast deze interne evaluatie werken externe deskundigen momenteel aan een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van Verordening (EU) 2015/1017. Deze evaluatie wordt in november naar verwachting geleverd zodat de inhoud ervan kan worden meegenomen in het wetgevingsoverleg.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De EU-garantie voor het EFSI wordt verhoogd van 16 miljard EUR naar 26 miljard EUR. Van de 26 miljard EUR is ten hoogste 16 miljard EUR beschikbaar voor een beroep op de garantie dat vóór 6 juli 2018 wordt gedaan. In aansluiting op de bij dit voorstel gevoegde evaluatie die op grond van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 is verricht, wordt het EU-garantiefonds gevuld tot 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen in 2020. Tegelijk moet het garantiefonds, met het oog op de verlening van een garantie van 26 miljard EUR over de volledige investeringsperiode, worden verhoogd met 1,1 miljard EUR tot in totaal 9,1 miljard EUR.

De stortingen in het garantiefonds bedragen 500 miljoen EUR in 2016, 2,3 miljard EUR in 2017, 1,6 miljard EUR in 2018, 1,4 miljard EUR in 2019, 2,0 miljard EUR in 2020, 450 miljoen EUR in 2021 en 400 miljoen EUR in 2022. De vastleggingskredieten bedragen 1,35 miljard EUR in 2015, 2,104 miljard EUR in 2016, 2,641 miljard EUR in 2017, 2,010 miljard EUR in 2018, 167 miljoen EUR in 2019 en 378 miljoen EUR in 2020. Aangenomen mag worden dat de geleidelijke vulling van het garantiefonds tijdens de eerste jaren geen risico's voor de EU-begroting meebrengt, aangezien pas na verloop van enige tijd mogelijk een beroep op de garantie zal worden gedaan in verband met verliezen die zijn geleden. De mogelijkheid om buitengewone maatregelen voor te stellen, is uitgebreid.

Zoals ook bij de huidige EIB-activiteiten het geval is, komen de kosten van de EIB-verrichtingen in het kader van het EFSI voor rekening van de begunstigden. Die verrichtingen plus de belegging van de middelen van het EU-garantiefonds zouden positieve netto-inkomsten moeten opleveren die volgens de huidige ramingen 450 miljoen EUR bedragen en worden gebruikt voor de opbouw van het garantiefonds. De voor dit voorstel vereiste beleidskredieten worden volledig gefinancierd met middelen die in het meerjarig financieel kader 2014-2020 zijn uitgetrokken. Het is de bedoeling om een bedrag van 500 miljoen EUR binnen rubriek 1A dat was toegewezen aan financiële instrumenten van de CEF, te herbestemmen en om 150 miljoen EUR uit de niet-toegewezen marge te financieren.

Voor de herbestemming van CEF-middelen is een wijziging van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1316/2013 vereist. Deze wijziging is opgenomen in artikel 2 van dit voorstel.

Het in artikel 5 van die verordening vastgelegde financiële budget voor de vervoerssector en de energiesector moet met respectievelijk 155 miljoen EUR en 345 miljoen EUR worden verlaagd.

Omwille van de juridische consistentie met het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat betreft de bevordering van de internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen 2 wordt in artikel 2 ook het budget voor de telecommunicatiesector verhoogd met 50 miljoen EUR.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Implementatieplannen en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

Verordening (EU) 2015/1017 bevat adequate monitoring-, evaluatie- en rapportagevoorschriften. De evaluatie- en rapportagevoorschriften worden in dit voorstel evenwel aangepast in verband met de verlenging van de looptijd van de investeringsperiode.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Dit voorstel tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017 bevat de volgende hoofdelementen:

a) Financiering

Verlenging van de looptijd van het EFSI tot het eind van het huidige meerjarig financieel kader, d.w.z. tot en met 31 december 2020, om een streefcijfer voor de volledige investeringsperiode van ten minste 500 miljard EUR aan particuliere en publieke investeringen te halen.

Verhoging van de EU-garantie tot 26 miljard EUR, waarvan ten hoogste 16 miljard EUR beschikbaar is voor een beroep op de garantie dat vóór 6 juli 2018 wordt gedaan.

Aanpassing van het streefpercentage voor het EU-garantiefonds tot 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen.

Verhoging van de EIB-bijdrage van 5 miljard EUR naar 7,5 miljard EUR voor de volledige investeringsperiode. Voor zowel deze verhoging als de verdeling van de EIB-bijdrage over het infrastructuur- en innovatieloket en het kmo-loket is goedkeuring vereist van de desbetreffende EIB-besluitvormingsorganen.

Storting van een verdere bijdrage uit de algemene begroting van de Unie in het EU-garantiefonds voor de investeringen die over de volledige investeringsperiode worden gedaan, in de vorm van een overschrijving van 500 miljoen EUR uit het beschikbare CEF-budget voor financiële instrumenten en 150 miljoen EUR uit de niet-toegewezen marge.

Gebruik van een geraamde 450 miljoen EUR aan positieve netto-inkomsten uit de kosten die eindbegunstigden in rekening worden gebracht, voor de opbouw van het garantiefonds.

b) Governance en projectselectie

Aanscherping van het begrip additionaliteit: EFSI-verrichtingen moeten gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties en worden rechtstreeks gerelateerd aan de subsidiabiliteitscriteria. Ook wordt het begrip additionaliteit verbreed en worden projecten in het infrastructuur- en innovatieloket waarbij twee of meer lidstaten met elkaar worden verbonden, nu ook aangemerkt als projecten die aan het additionaliteitsvereiste voldoen, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben.

Een extra nadruk op projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de ambitieuze COP21-doelen van de Unie. Ook wordt het vizier sterker gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Ook worden landbouw, visserij en aquacultuur nu onder de algemene doelstellingen expliciet genoemd als sectoren die voor EFSI-steun in aanmerking komen. Voorts wordt een groter deel van de financiering toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's.

Meer transparantie: ten eerste moet het investeringscomité in zijn besluiten, die openbaar worden gemaakt en waarin inzage kan worden verkregen, uitleggen waarom een bepaalde verrichting naar zijn oordeel een EU-garantie moet krijgen, en ten tweede moet na ondertekening van een verrichting met EU-garantie het scorebord van indicatoren worden gepubliceerd. Het voorstel bevat ook de verplichting dat de EIB en het EIF de eindbegunstigden, met inbegrip van de kmo's, moeten informeren over het bestaan van de EFSI-steun.

Aanpassingen in en aanscherping van de bepalingen inzake de inachtneming van de Uniebeginselen inzake een goede fiscale governance, zulks in verband met recente beleidsontwikkelingen op dat gebied.

Een beperkte technische verduidelijking van: i) de inhoud van de overeenkomst tussen de EIB en de Commissie over het beheer van het EFSI en over de verlening van de EU-garantie en over de onder die garantie vallende instrumenten, en met name achtergestelde financiering, en ii) de dekking van verliezen die het gevolg zijn van wisselkoersschommelingen in bepaalde situaties.

c) Europese investeringsadvieshub

Gerichtere technische ondersteuning voor projecten waarbij meerdere lidstaten zijn betrokken, voor projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van COP21-doelen, voor digitale infrastructuur en voor het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. Deze steun zal worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. Daarnaast wordt voorgesteld om de EIAH actief te betrekken in de beoogde sectorale en geografische diversificatie van het EFSI.

2016/0276 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 172 en 173, artikel 175, derde alinea, en artikel 182, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 2014 3 is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een groei van het bruto binnenlands product met 2 % in 2015, al vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar liggen nog onder historische niveaus.

(2)Dit positieve momentum moet worden vastgehouden, terwijl er verdere inspanningen nodig zijn om de investeringen terug te brengen op het niveau van de duurzame langetermijntrend. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en waarin nog sprake is van marktfalen of suboptimale investeringssituaties.

(3)Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen", waarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn, waarbij ook wordt gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) zou bestaan, aan een opschaling van het venster voor kleine en middelgrote bedrijven (kmo's/mkb) binnen het bestaande kader en aan een versterking van de Europese investeringsadvieshub (EIAH).

(4)Het EFSI, dat door de EIB-groep wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, ligt goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Met name in het venster kmo's is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om die reden is het venster kmo's in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Een groter deel van de financiering moet worden toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's.

(5)Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd: "Het investeringsplan voor Europa, met name het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen. De Commissie is voornemens spoedig voorstellen betreffende de toekomst van het EFSI in te dienen, die door het Europees Parlement en de Raad met voortvarendheid moeten worden besproken."

(6)Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Gezien het succes ervan wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, moeten de lidstaten ook een bijdrage leveren en daar prioriteit aan geven.

(7)Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden.

(8)Het versterkte EFSI moet zich richten op nog bestaand(e) marktfalen en suboptimale investeringssituaties en moet doorgaan met het genereren van financiering uit de particuliere sector voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor het scheppen van banen - onder meer voor jongeren - voor de groei en voor het concurrentievermogen, zulks met aanscherping van de additionaliteit. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. Met name moet de bijdrage die de door het EFSI gesteunde verrichtingen leveren aan de verwezenlijking van de ambitieuze doelen die op de klimaatconferentie van Parijs (COP21) voor de Unie zijn vastgesteld, worden opgevoerd. Ook moet het vizier sterker worden gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Duidelijkheidshalve moeten projecten op het gebied van landbouw, visserij en aquacultuur, ook al zijn ze al subsidiabel, expliciet worden genoemd als projecten die onder de algemene doelstellingen vallen en voor EFSI-steun in aanmerking komen.

(9)Bij de selectie van projecten moet de additionaliteit, een wezenlijk kenmerk van de EFSI-garantie, worden aangescherpt. Met name mogen verrichtingen alleen in aanmerking komen voor EFSI-steun als ze gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Verrichtingen in infrastructuur die onder het venster infrastructuur en innovatie valt en twee of meer lidstaten met elkaar verbindt, met inbegrip van e-infrastructuur, moeten additioneel worden geacht, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben

(10)Blendingverrichtingen waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun en/of financiële instrumenten van de Uniebegroting, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)), worden gecombineerd met financiering van de EIB-groep, waaronder EIB-financiering in het kader van het EFSI, en met financiering van andere investeerders moeten worden aangemoedigd omdat ze de efficiëntie van de EFSI-interventie kunnen verhogen. Blending is bedoeld om de meerwaarde van de Unie-uitgaven te verhogen doordat extra middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken, en om ervoor te zorgen dat de gesteunde acties economisch en financieel levensvatbaar worden.

(11)Om de absorptie van het EFSI in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's te verhogen, moeten de algemene doelstellingen in het kader waarvan de EFSI-steun wordt verleend, voor die regio's worden verruimd.

(12)De Unie moet voor de EFSI-ondersteuning van investeringen een Uniegarantie (hierna de "EU-garantie" genoemd) van ten hoogste 26 miljard EUR over de volledige investeringsperiode verlenen, waarvan ten hoogste 16 miljard EUR beschikbaar moet zijn vóór 6 juli 2018.

(13)Aangenomen wordt dat als de EU-garantie wordt gecombineerd met een door de EIB te verstrekken bedrag van 7,5 miljard EUR, de EFSI-steun een bedrag van 100 miljard EUR aan extra investeringen door de EIB en het EIF zou moeten genereren. Het door het EFSI gesteunde bedrag van 100 miljard EUR genereert tot aan het eind van 2020 naar verwachting ten minste 500 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie.

(14)Om de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EU-garantiefonds voor de beoogde extra investeringen gedeeltelijk te financieren, moet een overschrijving worden gedaan uit het beschikbare CEF-budget waarin Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad 4 voorziet. Voorts moet 1 145 797 000 EUR aan kredieten worden overgeschreven van de financiële instrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF om deze middelen gemakkelijker te kunnen blenden met het EFSI, of naar andere relevante financiële instrumenten, en met name die voor energie-efficiëntie.

(15)Op basis van de ervaring die is opgedaan met de investeringen die door het EFSI zijn gesteund, moet het streefbedrag van het garantiefonds op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen worden gebracht, waarmee een adequaat beschermingsniveau gewaarborgd blijft.

(16)Gelet op de uitzonderlijke en naar verwachting aanhoudende marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI moet het venster kmo's van het EFSI worden uitgebreid. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar sociale bedrijven, onder meer via de ontwikkeling en inzet van nieuwe instrumenten.

(17)De EIB en het EIF moeten ervoor zorgen dat de eindbegunstigden, inclusief kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSI-steun om de zichtbaarheid van de EU-garantie die in het kader van Verordening (EU) 2015/107 wordt verleend, te verhogen.

(18)Ter verhoging van de transparantie van de EFSI-verrichtingen moet het investeringscomité in zijn besluiten, die openbaar worden gemaakt en waarin inzage kan worden verkregen, uitleggen waarom een verrichting naar zijn oordeel een EU-garantie moet krijgen, en moet het in dit verband met name ingaan op de inachtneming van het additionaliteitscriterium. Na de ondertekening van een verrichting met EU-garantie moet het scorebord van indicatoren openbaar worden gemaakt.

(19)Bij de door het EFSI gesteunde verrichtingen moeten de Uniebeginselen van een goede fiscale governance in acht worden genomen.

(20)Daarnaast zijn technische verduidelijkingen nodig voor de inhoud van de overeenkomst over het beheer van het EFSI en voor de verlening van de EU-garantie en voor de daaronder vallende instrumenten, waaronder de dekking van het risico van wisselkoersschommelingen in bepaalde situaties. De overeenkomst met de EIB betreffende het beheer van het EFSI en betreffende de verlening van de EU-garantie moet overeenkomstig deze verordening worden aangepast.

(21)De EIAH moet worden versterkt en de activiteiten ervan moeten worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. In dit verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van de voorbereiding van projecten waarbij twee of meer lidstaten zijn betrokken, en projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen. Onverminderd zijn doelstelling om voort te bouwen op bestaande adviesdiensten van de EIB en de Commissie en om op te treden als een centrale technische advieshub voor projectfinanciering in de Unie, moet de EIAH ook actief bijdragen aan de doelstelling om het EFSI sectoraal en geografisch te diversificeren, en de EIB waar nodig ondersteunen bij het creëren van projecten. Daarnaast moet hij actief bijdragen tot de oprichting van investeringsplatformen en advies verlenen over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI.

(22)Verordening (EU) nr. 1316/2013 en Verordening (EU) 2015/1017 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2015/1017 wordt als volgt gewijzigd:

(1)artikel 4, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

a)in punt a) wordt punt ii) vervangen door:

"ii)    het bedrag, dat niet lager mag zijn dan 7 500 000 000 EUR in garanties of contanten, en de voorwaarden van de financiële bijdrage die via het EFSI door de EIB moet worden verstrekt;";

b)in punt c) wordt punt i) vervangen door:

"i)    in overeenstemming met artikel 11, nadere regels betreffende de verlening van de EU-garantie, waaronder nadere regels betreffende de dekking ervan, betreffende de vastgestelde dekking van portefeuilles van specifieke soorten instrumenten en betreffende de respectieve gebeurtenissen die aanleiding geven tot een mogelijk beroep op de EU-garantie;";

(2)artikel 5, lid 1, derde alinea, wordt vervangen door:

"Om marktfalen en suboptimale investeringssituaties beter aan te pakken, hebben speciale activiteiten van de EIB die door het EFSI worden ondersteund, doorgaans kenmerken als achterstelling, deelneming in risicodelende instrumenten, grensoverschrijdende kenmerken, blootstelling aan specifieke risico's of andere onderscheidbare aspecten als verder beschreven in bijlage II.

EIB-projecten met een risico dat lager is dan het minimumrisico in het kader van speciale activiteiten van de EIB mogen eveneens door het EFSI worden ondersteund indien het gebruik van de EU-garantie noodzakelijk is om te zorgen voor additionaliteit als omschreven in de eerste alinea van dit lid.

De door het EFSI ondersteunde projecten waarbij twee of meer lidstaten door fysieke infrastructuur met elkaar worden verbonden of waarbij fysieke infrastructuur of diensten in verband met fysieke infrastructuur worden uitgebreid van één lidstaat naar één of meer andere lidstaten, worden ook geacht additionaliteit te bieden.";

(3)in artikel 6, lid 1, worden de inleidende woorden vervangen door:

"In de EFSI-overeenkomst wordt bepaald dat het EFSI projecten moet ondersteunen die gericht zijn op de aanpak van marktfalen of suboptimale investeringssituaties en die:";

(4)artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 8 wordt als volgt gewijzigd:

i)punt e) wordt vervangen door:

"e) klimaatactie, milieubescherming en milieubeheer;";

ii)het volgende punt l) wordt toegevoegd:

"l) landbouw, visserij en aquacultuur.";

(b)in lid 10 wordt de tweede zin vervangen door:

"Elk lid van het investeringscomité deelt het bestuur, de directeur en de adjunct-directeur onverwijld alle informatie mee die nodig is om op continue basis de afwezigheid van belangenconflicten na te gaan.";

(c)aan lid 11 wordt de volgende zin toegevoegd:

"De directeur is verantwoordelijk voor het inlichten van het bestuur over alle inbreuken die hem ter kennis komen, en stelt passende actie voor.";

(d)in lid 12, tweede alinea, wordt de tweede zin vervangen door:

"Besluiten waarmee het gebruik van de EU-garantie wordt goedgekeurd, worden openbaar en toegankelijk gemaakt en vermelden de redenen van het besluit, waarbij met name wordt ingegaan op de inachtneming van het additionaliteitscriterium. De publicatie bevat geen commercieel gevoelige informatie. De besluitvorming in het investeringscomité wordt geschraagd door de documentatie die door de EIB is verstrekt.";

(5)artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

(a)aan lid 2 worden de volgende punten h) en i) toegevoegd:

"h)    landbouw, visserij en aquacultuur;

i)    voor de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's als vermeld in respectievelijk bijlage I en bijlage II bij Uitvoeringsbesluit 2014/99/EU van de Commissie 5 , andere industrie en diensten die voor EIB-steun in aanmerking komen.";

(b)aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"De EIB hanteert ten minste 40 % van de EFSI-financiering in het venster infrastructuur en innovatie als streefcijfer voor de ondersteuning van projecten met componenten die bijdragen aan klimaatactie, zulks in aansluiting bij de COP21-verbintenissen. Het bestuur verstrekt daartoe nadere richtsnoeren.";

(c)lid 3 wordt vervangen door:

"3.    De investeringsperiode gedurende welke de EU-garantie kan worden verleend ter ondersteuning van financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, loopt tot:

a)    31 december 2020, voor verrichtingen van de EIB waarvoor uiterlijk op 31 december 2022 een overeenkomst tussen de EIB en de begunstigde of financieel intermediair is ondertekend;

b)    31 december 2020, voor verrichtingen van het EIF waarvoor uiterlijk op 31 december 2022 een overeenkomst tussen het EIF en de financieel intermediair is ondertekend.";

(d)lid 4 wordt geschrapt;

(6)in artikel 10, lid 2, wordt punt a) vervangen door:

"a)leningen, garanties, tegengaranties, kapitaalmarktinstrumenten, enigerlei andere vormen van financierings- of kredietverbeteringsinstrumenten van de EIB, zoals achtergestelde schuld, deelnemingen of quasi-deelnemingen, onder meer ten behoeve van nationale stimuleringsbanken of -instellingen, investeringsplatformen of -fondsen;";

(7)artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 1 wordt vervangen door:

"1.    Het bedrag van de EU-garantie mag op geen enkel moment meer belopen dan 26 000 000 000 EUR waarvan overeenkomstig lid 3 een deel kan worden toegewezen aan EIB-financiering of -garanties aan het EIF. De geaggregeerde nettobetalingen uit de algemene begroting van de Unie in het kader van de EU-garantie mag niet meer belopen dan 26 000 000 000 EUR en mag vóór 6 juli 2018 niet meer belopen dan 16 000 000 000 EUR.";

(b)lid 3 wordt vervangen door:

"3.    Ingeval de EIB financiering of garanties aan het EIF verstrekt met het oog op de uitvoering van financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB, biedt de EU-garantie een volledige dekking voor dergelijke financiering of garanties mits de EIB een bedrag van ten minste 4 000 000 000 EUR aan financiering of garanties zonder dekking door de EU-garantie verstrekt, tot een aanvankelijke limiet van 6 500 000 000 EUR. Onverminderd lid 1 kan het bestuur deze limiet in passende gevallen aanpassen.";

(c)in lid 6 worden de punten a) en b) vervangen door:

"a)met betrekking tot de in artikel 10, lid 2, onder a), bedoelde schuldinstrumenten: de hoofdsom en alle rente en overeenkomstig de voorwaarden van de financieringsverrichtingen aan de EIB verschuldigde, maar niet door haar ontvangen bedragen tot het moment van de wanbetaling; verliezen die voortvloeien uit schommelingen van andere valuta's dan de euro op markten waarop de mogelijkheden tot langetermijnhedging beperkt zijn; met betrekking tot achtergestelde schuld worden uitstel, verlaging of een vereiste exit als wanbetaling beschouwd;

b)met betrekking tot de in artikel 10, lid 2, onder a), bedoelde investeringen in de vorm van deelnemingen of quasi-deelnemingen: de geïnvesteerde bedragen en de eraan verbonden financieringskosten en verliezen die voortvloeien uit schommelingen van andere valuta's dan de euro;";

(8)artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 5 wordt vervangen door:

"5.De in lid 2 bedoelde middelen van het garantiefonds worden aangewend om een niveau (streefbedrag) te bereiken dat passend is voor de totale EU-garantieverplichtingen. Het streefbedrag wordt vastgesteld op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen.";

(b)lid 7 wordt vervangen door:

"7.Indien de omvang van het garantiefonds op of na 1 juli 2018 als gevolge van een beroep op de EU-garantie daalt tot onder 50 % van het streefbedrag of indien deze volgens een risicobeoordeling van de Commissie binnen een jaar tot onder dat niveau kan dalen, dient de Commissie een verslag in over de buitengewone maatregelen die dan vereist kunnen zijn.";

(c)de leden 8, 9 en 10 worden vervangen door:

"8.    Nadat een beroep op de EU-garantie is gedaan, worden de in lid 2, onder b) en d), bedoelde middelen van het garantiefonds waarmee het streefbedrag wordt overschreden, binnen de grenzen van de in artikel 9 vastgelegde investeringsperiode aangewend om de EU-garantie opnieuw op het volledige bedrag te brengen.

9.    De in lid 2, onder c), bedoelde middelen van het garantiefonds worden gebruikt om de EU-garantie tot het volledige bedrag terug te brengen.

10.Ingeval de EU-garantie volledig wordt hersteld tot een bedrag van 26 000 000 000 EUR, worden alle bedragen in het garantiefonds die het streefbedrag overschrijden overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 als interne bestemmingsontvangsten teruggeboekt naar de algemene begroting van de Unie, teneinde begrotingslijnen aan te vullen die wellicht zijn gebruikt als bron van herschikking naar het garantiefonds.";

(9)artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)in de eerste alinea wordt de tweede zin vervangen door:

"Dergelijke ondersteuning omvat de verlening van gerichte ondersteuning met betrekking tot het gebruik van technische bijstand voor het structureren van projecten, het gebruik van innovatieve financiële instrumenten en het gebruik van publiek-private partnerschappen, daarbij rekening houdend met de bijzonderheden en de behoeften van de lidstaten met minder ontwikkelde financiële markten.";

ii)aan de tweede alinea wordt de volgende zin toegevoegd:

"De EIAH ondersteunt ook de voorbereiding van projecten op het gebied van de circulaire economie of klimaatactie of componenten ervan, met name in het kader van COP21, de voorbereiding van projecten in de digitale sector en de voorbereiding van de in artikel 5, lid 1, vijfde alinea, bedoelde projecten.";

(b)lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)punt c) wordt vervangen door:

"c)het stimuleren van lokale kennis met het oog op een vlottere verstrekking van de EFSI-steun in de hele Unie en het bijdragen, waar mogelijk, aan het in punt 8 van bijlage II beschreven doel van sectorale en geografische diversificatie van het EFSI door de EIB te ondersteunen bij het creëren van verrichtingen;";

ii)punt e) wordt vervangen door:

"e)het verlenen van proactieve ondersteuning bij de oprichting van investeringsplatformen;";

iii)het volgende punt f) wordt toegevoegd:

"f)het verlenen van advies over het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering (zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility)), met het EFSI.";

(c)lid 5 wordt vervangen door:

"5.Om het in lid 1 genoemde doel te realiseren en op lokaal niveau zo goed mogelijke adviessteun te verlenen, streeft de EIAH ernaar gebruik te maken van de deskundigheid van de EIB, de Commissie, nationale stimuleringsbanken of -instellingen en de beheersautoriteiten van de Europese structuur- en investeringsfondsen.";

(d)in lid 6 wordt de tweede zin vervangen door:

"De samenwerking tussen enerzijds de EIAH en anderzijds een nationale stimuleringsbank of -instelling, een internationale financieringsinstelling of een instelling of beheersautoriteit, waaronder die welke als nationaal adviseur optreden, die een deskundigheid hebben die relevant is voor de doeleinden van het EIAH, kan de vorm van een contractueel partnerschap aannemen.";

(10)artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a)lid 6 wordt vervangen door:

"6.Uiterlijk op 30 juni 2018 en 30 juni 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van deze verordening.";

b)de leden 7 en 8 worden geschrapt;

(11)aan artikel 19 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"De EIB en het EIF informeren eindbegunstigden, met inbegrip van kmo's, over het bestaan van de EFSI-steun of verplichten financiële intermediairs daartoe.";

(12)artikel 22, lid 1, wordt vervangen door:

"1.    Bij hun financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, ondersteunen de EIB, het EIF en alle financiële intermediairs geen activiteiten met illegale doeleinden, waaronder witwassen van geld, financiering van terrorisme, georganiseerde criminaliteit, belastingfraude en belastingontduiking, dan wel fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.

Met name nemen de EIB en het EIF niet deel aan financierings- of investeringsverrichtingen via een vehikel dat gevestigd is in een rechtsgebied dat niet met de Unie samenwerkt bij de toepassing van de internationaal overeengekomen fiscale normen inzake transparantie en de uitwisseling van informatie.

In hun onder deze verordening vallende financierings- of investeringsverrichtingen maken de EIB en het EIF geen gebruik van en laten zij zich niet in met belastingontwijkingsconstructies, en met name agressieve fiscale planningsregelingen, of praktijken die niet voldoen aan de EU-beginselen inzake goede fiscale governance, zoals vastgelegd in Uniewetgeving, met inbegrip van aanbevelingen en mededelingen van de Commissie.

De Commissie verstrekt zo nodig nadere richtsnoeren.";

(13)in artikel 23, lid 2, eerste alinea, worden de eerste en de tweede zin vervangen door:

"De in artikel 7, leden 13 en 14, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf 4 juli 2015. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie.";

(14)bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)    in artikel 5 wordt lid 1 vervangen door:

"1.    De financiële middelen voor de uitvoering van de CEF voor de periode 2014-2020 zijn vastgesteld op 29 992 259 000 EUR in lopende prijzen. Dat bedrag wordt als volgt verdeeld:

a)    sector vervoer: 23 895 582 000 EUR, waarvan 11 305 500 000 EUR wordt overgedragen uit het Cohesiefonds en overeenkomstig deze verordening moet worden besteed, uitsluitend in de lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds;

b)    sector telecommunicatie: 1 091 602 000 EUR;

c)    sector energie: 5 005 075 000 EUR.

Deze bedragen gelden onverminderd de toepassing van het flexibiliteitsmechanisme in Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad(*).".

________________

(*)    Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-20 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake de monitoring en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden aan de financiering

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 6  

Beleidsterrein: Economische en financiële zaken

ABB-activiteit: Financiële verrichtingen en instrumenten

Voor een gedetailleerd overzicht van de ABB-activiteiten, zie afdeling 3.2.

Beleidsterrein: Mobiliteit en vervoer

Beleidsterrein: Communicatienetwerken, inhoud en technologie

Beleidsterrein: Energie

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 7  

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Ondersteunen van groeibevorderende investeringen in overeenstemming met de budgettaire prioriteiten van de Unie, met name op de volgende terreinen:

1)    Strategische infrastructuur (investeringen op digitaal en energiegebied in overeenstemming met het EU-beleid)

2)    Vervoersinfrastructuur in industriecentra, onderwijs, onderzoek en innovatie

3)    Investeringen ter bevordering van de werkgelegenheid, in het bijzonder via mkb/kmo-financiering en maatregelen rond jeugdwerkgelegenheid

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling nr. 1

Verhogen van het aantal en de omvang van de financierings- en investeringsverrichtingen van de Europese Investeringsbank (EIB) op prioriteitsgebieden

Specifieke doelstelling nr. 2

Vergroten van de omvang van de financiering van het Europees Investeringsfonds (EIF) ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

ECFIN: Financiële verrichtingen en instrumenten

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

Het initiatief moet de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds in staat stellen op de in punt 1.4.1 genoemde terreinen financierings- en investeringsverrichtingen uit te voeren met een groter financieringsbedrag en, in het geval van de EIB, met betrekking tot risicovollere maar nog economisch levensvatbare projecten.

Van de verlening van een EU-garantie aan de EIB zou een multiplicatoreffect moeten uitgaan waarbij een EU-garantie van 1 EUR in het kader van dit initiatief ongeveer 15 EUR aan investeringen in projecten zou kunnen opleveren.

Derhalve zou op basis van het initiatief tot het eind van het huidige meerjarig financieel kader ten minste 500 miljard EUR aan financiering voor projecten moeten vrijkomen. Dit zou tot een toename van de totale investeringen in de Unie en aldus tot een stijging van de potentiële en werkelijke groei en werkgelegenheid moeten leiden.

1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

De bedoeling is de investeringen op de in punt 1.4.1 vermelde strategische terreinen naar een hoger peil te tillen.

In dat verband zullen de volgende indicatoren worden gehanteerd:

- het aantal projecten/kleine en middelgrote ondernemingen dat EIB/EIF-financiering in het kader van het initiatief heeft ontvangen;

- het gerealiseerde gemiddelde multiplicatoreffect. Het geraamde multiplicatoreffect bedraagt ongeveer 15 in termen van het gebruik van de EU-garantie in vergelijking met de totale investeringen die worden aangetrokken voor de projecten die in het kader van het initiatief worden ondersteund, en de voorwaarden van de transacties;

- de gecumuleerde omvang van de financiering die voor de ondersteunde projecten is aangetrokken.

De monitoring van de resultaten wordt gebaseerd op de verslaglegging door de EIB en door marktonderzoek.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

[…]

[…]

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 2014 8 is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een bbp-groei van 2 % in 2015, vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar liggen nog onder historisch houdbare niveaus.

Dit positieve momentum moet worden vastgehouden, terwijl er verdere inspanningen nodig zijn om de investeringen terug te brengen op het niveau van de duurzame langetermijntrend. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en waarin nog sprake is van marktfalen of suboptimale investeringssituaties.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

In het eerste jaar van implementatie van het EFSI is de soliditeit van het initiële plan gebleken. Het EFSI, dat door de EIB-groep wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, ligt goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Met name in het loket ("venster") voor kmo's is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om die reden is het kmo-loket in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR.

Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd: "Het investeringsplan voor Europa, met name het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen."

1.5.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Het initiatief sluit volledig aan bij de bestaande programma's die onder rubriek 1a vallen, namelijk de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility), Horizon 2020 en Cosme. Ook bestaan er duidelijk synergieën met de Europese structuur- en investeringsfondsen. In dit verband is op 26 februari 2016 een brochure uitgebracht over de complementariteit tussen deze fondsen en het EFSI. Daarnaast is tegelijk met dit voorstel een voorstel tot wijziging van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen van de structuurfondsen uitgewerkt om deze fondsen gemakkelijker te kunnen combineren met het EFSI.

Synergieën zullen worden benut door gebruik te maken van de expertise van de Commissie op het gebied van het beheer van financiële middelen en van de ervaring die in het kader van bestaande EU-EIB-financieringsinstrumenten is opgedaan.

1.6.Duur en financiële gevolgen

◻Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

◻ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

◻ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

X Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 9  

X Direct beheer door de Commissie

X via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties van de Unie;

◻ door de uitvoerende agentschappen

Gedeeld beheer met lidstaten

Indirect beheer door het toevertrouwen van begrotingsuitvoeringstaken aan:

◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

◻internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

◻de EIB en het Europees Investeringsfonds;

◻ in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement genoemde organen;

◻ publiekrechtelijke organen;

◻ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

Het garantiefonds zal onder direct beheer van de Commissie staan.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake de monitoring en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) 2015/1017 brengt de EIB, in voorkomend geval in samenwerking met het EIF, halfjaarlijks aan de Commissie verslag uit over de financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB. Daarnaast brengt de EIB, in voorkomend geval in samenwerking met het EIF, jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB. De Commissie moet het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer uiterlijk op 31 maart van elk jaar een jaarverslag toezenden over de stand van het garantiefonds en het beheer ervan tijdens het voorgaande jaar.

Op grond van artikel 12 van de verordening moet de EIB de werking van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) evalueren en haar evaluatie bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie indienen. Bovendien moet de Commissie het gebruik van de EU-garantie en de werking van het garantiefonds evalueren en deze evaluatie bij het Europees Parlement en de Raad indienen. Uiterlijk op 30 juni 2018 en vervolgens om de drie jaar moet een uitgebreid verslag over de werking van het EFSI worden verstrekt, alsook een uitgebreid verslag over het gebruik van de EU-garantie en de werking van het garantiefonds.

2.2.Uiterlijk op 30 juni 2018 en 30 juni 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van deze verordening. Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico's

Aan de door de EU-garantie gedekte financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB zijn niet-verwaarloosbare financiële risico's verbonden. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat een beroep op de garantie wordt gedaan. Aangenomen wordt evenwel dat het garantiefonds de begroting van de Unie de vereiste bescherming biedt. De projecten zelf kunnen kampen met vertragingen bij de uitvoering en met kostenoverschrijdingen.

De kostenefficiëntie van het initiatief is weliswaar op conservatieve aannamen gebaseerd, maar kan te lijden hebben onder onvoldoende aanvaarding van de instrumenten door de markt en mettertijd veranderende marktomstandigheden, met alle negatieve gevolgen van dien voor het verwachte multiplicatoreffect.

Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2015/1017 moeten de middelen van het garantiefonds worden belegd. Aan deze beleggingen is een beleggingsrisico (bv. markt- en kredietrisico) en enig operationeel risico verbonden.

2.2.2.Informatie over het opgezette interne controlesysteem

Het EFSI wordt beheerd door een bestuur dat de strategische oriëntatie van het EFSI, de operationele beleidslijnen en procedures, de regels voor de verrichtingen met de investeringsplatformen en nationale stimuleringsbanken en het risicoprofiel van het EFSI vaststelt.

De besluiten inzake de steun van het EFSI voor infrastructuur- en grotere midcap-projecten moeten door een investeringscomité worden genomen. Het investeringscomité is samengesteld uit onafhankelijke deskundigen die over een uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van investeringsprojecten beschikken en die verantwoording verschuldigd zijn aan het bestuur, dat toezicht houdt op de verwezenlijking van de doelstellingen van het EFSI.

Er is een directeur die verantwoordelijk is voor het dagelijkse bestuur van het EFSI en de voorbereiding van vergaderingen van het investeringscomité. De directeur legt rechtstreeks verantwoording af aan het bestuur en brengt elk kwartaal aan het bestuur verslag uit over de activiteiten van het EFSI. De directeur wordt benoemd door de voorzitter van de EIB nadat het Europees Parlement de door het bestuur geselecteerde kandidaat heeft goedgekeurd.

De Commissie beheert de activa van het garantiefonds in overeenstemming met de verordening en met inachtneming van haar van kracht zijnde interne regels en procedures.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden die de financiële belangen van de Unie schaden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Artikel 21 van Verordening (EU) 2015/1017 verduidelijkt in hoeverre het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) bevoegd is onderzoeken uit te voeren met betrekking tot de verrichtingen die in het kader van dit initiatief worden ondersteund. Overeenkomstig het besluit van de Raad van Gouverneurs van de EIB van 27 juli 2004 betreffende de samenwerking van de EIB met OLAF heeft de Bank specifieke regels vastgesteld voor de samenwerking met OLAF in mogelijke gevallen van fraude, corruptie of elke andere onwettige activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt.

Afgezien daarvan zijn de EIB-regels en -procedures van toepassing. Deze omvatten met name de in maart 2013 door de EIB-directie vastgestelde EIB-procedures voor interne onderzoeken. Bovendien heeft de EIB in september 2013 haar goedkeuring gehecht aan haar beleid inzake de preventie en ontmoediging van verboden gedrag bij de activiteiten van de Europese Investeringsbank (EIB-antifraudebeleid).

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Bestaande begrotingsonderdelen

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

Het voorstel leidt niet tot een stijging van de uitgaven die onder rubriek 1a van het meerjarig financieel kader 2014-2020 zijn geprogrammeerd, omdat het budget van de Connecting Europe Facility wordt verlaagd om de bijdrage uit de EU-begroting aan het EFSI te kunnen financieren.

                                               miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Financieringsbronnen van het Europees Fonds voor strategische investeringen

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

CONNECTING EUROPE FACILITY, waarvan

73,908

31,277

106,879

287,936

500,000

06.020105 – Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

155,000

155,000

32.020104 – Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

73,908

31,277

106,879

132,936

345,000

niet-toegewezen marge

60,000

90,000

150,000

Totaal financieringsbronnen voor de voorziening van het EFSI-garantiefonds

73,908

31,277

166,879

377,936

650,000

Om de mismatch in elk afzonderlijk begrotingsjaar tussen de financieringsbronnen en het geplande vastleggingsschema op te heffen, moet het vastleggingsschema in het financieel memorandum bij Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad als volgt worden gewijzigd:

                                               miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Wijziging van het EFSI-vastleggingsschema

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

Bestaand vastleggingsschema – 01.0405

1 350,000

2030,000

2641,000

1979,000

8 000,000

Wijziging

73,908

-

-73,908

000,000

Herzien vastleggingsschema – 01.0405

1 350,000

2 103,908

2 641,000

1 905,092

8 000,000

 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële

kader

1A

Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid

DG: ECFIN

2017

2018

2019

2020

2021

TOTAAL

Beleidskredieten

01.0405

Vastleggingen

(1)

105,185

166,879

377,936

650,000

Betalingen

(2)

150,000

250,000

250,000

650,000

01.0407

Vastleggingen

(1)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Betalingen

(2)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 10  

Nummer begrotingsonderdeel

3)

TOTAAL kredieten
voor DG ECFIN

Vastleggingen

=1

105,185

166,879

377,936

650,000

Betalingen

=2

150,000

250,000

250,000

650,000



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

105,185

166,879

377,936

650,000

Betalingen

(5)

150,000

250,000

250,000

650,000

TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
onder Rubriek 1A
van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

105,185

166,879

377,936

650,000

Betalingen

=5+ 6

150,000

250,000

250,000

650,000






Rubriek van het meerjarige financiële
kader

5

"Administratieve uitgaven"

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2019

2020

TOTAAL

DG: ECFIN

• Personele middelen

• Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG ECFIN

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2017

2018

2019

2020

2021

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het
meerjarige financiële kader 

Vastleggingen

105,185

166,879

377,936

650,000

Betalingen

150,000

250,000

250,000

650,000

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

2018

2019

2020

TOTAAL

Soort 11

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

Specifieke doelstelling

nr. 1: Verhogen van het aantal en de omvang van de financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB op prioriteitsgebieden

nr. 2: Vergroten van de omvang van de EIF-financiering ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen

105,185

166,879

377,936

650,000

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.Samenvatting

X    Voor het voorstel/initiatief zijn niet meer administratieve kredieten nodig dan die welke al in het financieel memorandum bij Verordening 2015/1017 zijn vermeld.

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften

X    Voor het voorstel/initiatief zijn niet meer personele middelen nodig dan die welke al in het financieel memorandum bij Verordening 2015/1017 zijn vermeld.

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

X    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader

◻ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

◻ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden aan de financiering

X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

◻ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

 voor de eigen middelen

X voor de diverse ontvangsten

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 12

2019

2020

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel 660 – Overige bijdragen en terugbetalingen

200,000

250,000

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

01 04 05 Voorziening van het EFSI-garantiefonds. Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

Vergoeding van de EU-garantie uit hoofde van de EFSI-overeenkomst met de EIB

(1) COM(2016)359 final.
(2) COM(2016)589 final.
(3) COM(2014)903 final.
(4) Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).
(5) Uitvoeringsbesluit nr. 2014/99/EU van de Commissie van 18 februari 2014 tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2014-2020, PB L 50 van 20.2.2014, blz. 22.
(6) ABM: activity-based management; ABB: activity-based budgeting.
(7) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(8) COM(2014)903 final.
(9) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(10) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(11) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).
(12) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.

Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 597 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub

{SWD(2016) 297 final}
{SWD(2016) 298 final}


BIJLAGE

bij

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub

Bijlage

(1)punt 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)aan punt b) wordt een tweede alinea toegevoegd:

"Uit het EFSI wordt geen steun verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken.";

b)in punt c) wordt de tweede zin vervangen door:

"In deze context zal de EIB naar verwachting de financiering uit hoofde van het EFSI verstrekken teneinde een totaal streefbedrag van ten minste 500 000 000 000 EUR aan publieke of private investeringen te halen, met inbegrip van financiering die beschikbaar wordt gesteld door het EIF in het kader van EFSI-verrichtingen met betrekking tot de instrumenten als bedoeld in artikel 10, lid 2, onder b), door nationale stimuleringsbanken of -instellingen en teneinde de toegang tot financiering voor entiteiten met ten hoogste 3 000 werknemers te verbeteren.";

(2)in punt 3 wordt een punt d) toegevoegd:

"d) een verrichting wordt doorgaans onder speciale activiteiten ingedeeld als een of meer van de volgende kenmerken aanwezig is:

achterstelling bij andere kredietverleners, met inbegrip van nationale stimuleringsbanken en particuliere kredietverleners;

deelneming in risicodelingsinstrumenten waarbij de ingenomen positie de EIB blootstelt aan een hoog risiconiveau;

blootstelling aan specifieke risico's, zoals onbewezen technologie, afhankelijkheid van nieuwe, onervaren of risicovolle tegenpartijen, ongewone financiële constructies of risico's voor de EIB, de sector of geografie in kwestie;

kenmerken van het type eigen vermogen, zoals resultaatafhankelijke uitkeringen; of

andere onderscheidbare aspecten die volgens de EIB-richtsnoeren voor het kredietrisicobeleid leiden tot een hogere risicoblootstelling.";

(3)aan punt 5 wordt de volgende zin toegevoegd:

"Zodra de EU-garantie is ondertekend, wordt het scorebord openbaar gemaakt, met uitzondering van de commercieel gevoelige informatie.";

(4)punt 6 wordt als volgt gewijzigd:

(a)punt b) wordt als volgt gewijzigd:

i)de eerste en de tweede zin achter het eerste streepje worden vervangen door:

"Voor verrichtingen van het type vreemd vermogen voert de EIB of het EIF haar of zijn standaard risicobeoordeling uit, waarvan de berekening van de verwachte wanbetalings- en invorderingspercentages een onderdeel vormt. Op basis van deze parameters bepaalt de EIB of het EIF het risico voor elke verrichting.";

ii)de eerste zin achter het tweede streepje wordt vervangen door:

"Aan elke verrichting van het type vreemd vermogen wordt een risicoclassificatie verbonden (de rangschikking van leentransacties) aan de hand van het systeem van de EIB of het EIF voor het rangschikken van leningen.";

iii)de eerste zin achter het derde streepje wordt vervangen door:

"Projecten zijn economisch en technisch haalbaar en de financiering van de EIB wordt samengesteld in overeenstemming met beginselen van gezond bankbeleid en voldoet aan de beginselen voor risicobeheersing op hoog niveau die de EIB of het EIF in interne richtsnoeren heeft vastgesteld.";

(b)punt c) wordt als volgt gewijzigd:

i)de tweede zin achter het eerste streepje wordt vervangen door:

"De vaststelling of een verrichting al dan niet risico's van het type eigen vermogen meebrengt, ongeacht de juridische vorm en nomenclatuur ervan, wordt gebaseerd op de standaardbeoordeling van de EIB of het EIF.";

ii)de eerste zin achter het tweede streepje wordt vervangen door:

"De EIB-verrichtingen van het type eigen vermogen worden uitgevoerd in overeenstemming met de interne voorschriften en procedures van de EIB of het EIF.";

(5)in punt 7, onder c), wordt het woord "eerste" geschrapt;

(6)punt 8 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in de tweede zin van de eerste alinea wordt het woord "eerste" geschrapt;

(b)in de eerste zin van de eerste alinea van punt a) wordt het woord "eerste" geschrapt;

(c)in de eerste zin van punt b) wordt het woord "eerste" geschrapt.