EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 14.9.2016
COM(2016) 589 final
2016/0287(COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Het nieuwe telecompakket dat de Commissie vandaag heeft goedgekeurd, omvat een mededeling met een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en bedrijven op de digitale eengemaakte markt, evenals een wetgevingsvoorstel voor een Europees wetboek voor elektronische communicatie ter herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie. De voorstellen van de Commissie bevatten de nodige hervormingen om ervoor te zorgen dat netwerken met zeer hoge capaciteit worden uitgerold en gebruikt, zodat overal op de digitale eengemaakte markt gebruik kan worden gemaakt van producten, diensten en toepassingen.
Door de grote veranderingen die het internet en digitale connectiviteit zowel op privé- als bedrijfsvlak in de Unie en daarbuiten teweegbrengen, moet ervoor worden gezorgd dat het grote publiek wordt aangemoedigd om de kansen die deze transformatie met zich meebrengt met beide handen te grijpen.
Een van de strategische doelstellingen van de Commissie voor de Unie is bijgevolg om tegen 2025 plaatsen waar openbare diensten worden verleend, zoals overheidsgebouwen, bibliotheken en ziekenhuizen, uit te rusten met gigabit-internetverbindingen. Door deze plekken en andere centra van het openbare leven, zoals openbare buitenruimten, uit te rusten met internetverbindingen met aanzienlijk hogere snelheden dan voor functionele internettoegang, zullen burgers van elke rang en stand de voordelen van connectiviteit van de volgende generatie kunnen ervaren, onderweg, op plaatsen dit van belang is.
Een van de maatregelen om deze doelstelling te verwezenlijken, zal er volgens het nieuwe pakket in bestaan de uitrol van plaatselijke draadloze toegangspunten te bevorderen door middel van vereenvoudigde vergunningsprocedures en minder strikte wettelijke verplichtingen, met name wanneer dergelijke toegang op niet-commerciële basis wordt verstrekt of een aanvulling vormt op andere publieke dienstverlening.
De hier voorgestelde maatregel completeert op dit streven door middel van wijzigingen van het rechtskader voor telecommunicatie in de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF), vervat in Verordening (EU) nr. 1316/2013 ("CEF-verordening") en Verordening (EU) nr. 283/2014 ("richtsnoerenverordening"). Deze wijzigingen sporen instanties met een openbare opdracht, zoals overheden en aanbieders van openbare diensten, aan om gratis lokale draadloze connectiviteit aan te bieden in de centra van het lokale openbare leven (bv. overheidsgebouwen, bibliotheken, gezondheidscentra en openbare buitenruimten). Daartoe voorziet de maatregel in financiële stimulansen voor instanties die gratis lokale draadloze connectiviteit met een hoge capaciteit willen aanbieden in de publieke ruimten waarvoor zij bevoegd zijn of in en rond hun gebouwen. In de eerste fase van de maatregel zal prioriteit worden gegeven aan de financiering van lokale overheden om toegangspunten te creëren in de centra van het lokale openbare leven, met inbegrip van de openbare buitenruimte.
Door de integratie met bestaande openbare dienstverlening te stimuleren, zal deze maatregel de interesse van burgers in internetdiensten met hoge capaciteit wekken en zo een belangrijke bijdrage leveren aan zowel het gebruik van breedbanddiensten als de ontwikkeling van openbare infrastructuur. Het aanbieden van gratis lokale draadloze connectiviteit op drukke plaatsen waar veel mensen samenkomen of passeren onderweg naar hun volgende activiteit, kan een significante toegevoegde waarde creëren door van verloren tijd of reistijd een productieve, ontspannende of interessante ervaring te maken. Bovendien kunnen dergelijke lokale draadloze toegangspunten voor een fijnmazigere dekking zorgen op moeilijk bereikbare plaatsen of op drukke plekken waar de ervaring van draadloze connectiviteit anders grotendeels teniet zou worden gedaan door het grote aantal gebruikers. Dankzij deze toegangspunten zouden gebruikers onderweg verbonden kunnen blijven en zouden zij mobieler en flexibeler worden, meer aandacht hebben voor de diensten van entiteiten met een openbare opdracht, en hun persoonlijke tijdsbesteding beter kunnen controleren. Tegelijkertijd zouden de toegangspunten door hun beperkte bereik niet in het vaarwater van commerciële aanbieders komen, maar zouden zij belangrijk kunnen zijn om het gebruik van breedband te stimuleren en digitale geletterdheid te bevorderen. Dit zal op zijn beurt de belangstelling van de gebruikers wekken om in te gaan op het aanbod aan commerciële residentiële of mobiele breedbanddiensten. De voorgestelde maatregelen zijn een aanvulling op het juridische concept van de universele dienstverlening in het voorstel voor een Europees wetboek voor elektronische communicatie, op grond waarvan iedere EU-burger het recht zal hebben verbonden te zijn: het recht op een betaalbare functionele internetverbinding, ten minste op een vaste locatie, die hem toestaat voluit te interageren met de digitale economie en maatschappij.
De voorgestelde maatregel voorziet in een eenvoudig financieringsmechanisme voor de installatie van lokale draadloze toegangspunten. De maatregel is ontworpen met het oog op maximale impact op korte termijn door de belangstelling van burgers voor internettoegangsdiensten aan te wakkeren en het gebruik van openbare digitale diensten, inclusief de toegang tot digitalediensteninfrastructuren, te vergemakkelijken. De verwachting dat door de gewekte belangstelling geen verdere financiële bijstand in het kader van de verordeningen nodig zal zijn voor de verdere exploitatie en eventuele vervanging van toegangspunten, is in overeenstemming met de doelstelling om dergelijke bijstand waar mogelijk uit te faseren en het gebruik van alternatieve financieringsmechanismen aan te moedigen.
Om te garanderen dat de maatregel gericht is en het openbare nut maximaal dient, zal de financiering worden beperkt tot situaties waarin geen vrij toegankelijke publieke of particuliere punten voor zeer snelle breedbandtoegang bestaan. Aangezien het bedrag van de financiële bijstand van de Unie voor de individuele acties onder de drempel van 60,000 EUR voor subsidies van kleine bedragen ligt, zoals bepaald in het Financieel Reglement, zal dit naar verwachting geen merkbare gevolgen hebben voor de mededinging. Bovendien zullen de middelen op een geografisch evenwichtige manier worden verdeeld, waarbij aan de economische, sociale en territoriale cohesie in de Unie wordt bijgedragen door met name rekening te houden met de behoeften van de lokale gemeenschappen. Door de toepassing van al deze criteria strookt de voorgestelde maatregel met het kader van open en concurrerende markten dat fundamenteel is voor de exploitatie van trans-Europese netwerken.
De maatregel zal de vraag naar snelle breedbandverbindingen stimuleren en het grootschalig gebruik ervan op Unieniveau bevorderen, maar zal daarnaast ook een reeks positieve kettingreacties teweegbrengen, gaande van betere toegang tot e-overheidsdiensten en deelname aan het democratische leven, bijvoorbeeld voor bevolkingsgroepen die anders moeilijk toegang tot internet zouden krijgen (zoals vluchtelingen en lage-inkomensgroepen), tot extra infrastructuur voor urgentie- en crisiscommunicatie en boodschappen van de overheid. Om ervoor te zorgen dat lokale gemeenschappen met beperkte middelen ook de voordelen van deelname aan de digitale interne markt kunnen ervaren, moet tot 100 % van de in aanmerking komende kosten worden gedekt door bijstand in het kader van deze maatregel, onverminderd het medefinancieringsbeginsel. Potentiële begunstigden zouden leden van de lokale gemeenschap kunnen betrekken bij de uitvoering van de door de voorgestelde maatregel gefinancierde acties om te bepalen in welke centra van het openbare leven de installatie van vrij toegankelijke draadloze toegangspunten de grootste toegevoegde waarde voor de gemeenschap zou kunnen bieden.
Gezien de flexibele en gerichte aard van de maatregel wat betreft de bijstand voor breedbandnetwerken met de financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van de CEF in de telecomsector, moet de maatregel worden erkend als een afzonderlijk project van gemeenschappelijk belang met aanverwante acties in het kader van de CEF-verordening en een specifieke budget, waarvan de details in de richtsnoerenverordening moeten worden opgenomen. Gezien de beperkte hoeveelheid financiële bijstand per begunstigde, maar het grote aantal begunstigden, is het belangrijk om te zorgen voor gestroomlijnde administratieve procedures met het oog op slanke en snelle besluitvorming. Daarom moeten de lidstaten op grond van de CEF-verordening de mogelijkheid krijgen in het kader van deze maatregel categorieën van voorstellen te ondersteunen, in plaats van hun goedkeuring te hechten aan lijsten van individuele begunstigden. Door deze wijziging horizontaal uit te voeren ten voordele van andere projecten van gemeenschappelijk belang, komt dit voorstel ook tegemoet aan het verzoek van de lidstaten om meer doeltreffende middelen voor de uitvoering van acties op het gebied van digitale-diensteninfrastructuren.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel in een grote verscheidenheid aan situaties kan worden gebruikt en zo snel mogelijk concrete resultaten oplevert, is het van essentieel belang om de beschikbare vormen van financiële bijstand niet onnodig te beperken. In dit verband kan een grote mate van flexibiliteit worden bewaard door ervoor te zorgen dat bij de tenuitvoerlegging gebruik kan worden gemaakt van een zo uitgebreid mogelijke reeks geschikte vormen van bijstand. Daartoe, en in het licht van de lopende onderhandelingen over een herziening van het Financieel Reglement, moet de tekst van de CEF-verordening worden gewijzigd om te verduidelijken dat alle acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang, waaronder de huidige maatregel, over het algemeen in aanmerking komen voor steun via de vormen van financiële bijstand die uit hoofde van het Financieel Reglement beschikbaar zijn of zullen worden.
Anderzijds wordt om dezelfde redenen voorgesteld om de vormen van financiële bijstand beschikbaar voor de maatregel op een onderling samenhangende wijze te specificeren in de CEF-verordening en de richtsnoerenverordening. Subsidies zullen waarschijnlijk de belangrijkste vorm van financiële bijstand zijn ter verwezenlijking van de doelstelling om gratis lokale draadloze connectiviteit in plaatselijke gemeenschappen te bevorderen, maar andere vormen van financiële bijstand, met uitzondering van financiële instrumenten, moeten niet van meet af aan worden uitgesloten. Financiële instrumenten worden uitgesloten vanwege hun relatief hoge administratieve lasten en de daarmee gepaard gaande vertragingen bij de tenuitvoerlegging, waardoor ze niet voldoende afgestemd zijn op de aard van de voorgenomen acties.
Om snel en efficiënt te zijn, zijn voor de uitvoering van deze maatregelen gestroomlijnde administratieve procedures nodig met gestandaardiseerde documenten (zoals vouchers) en online hulpmiddelen voor de behandeling van aanvragen en voor het daaropvolgende toezicht op en de controle van de geïnstalleerde lokale draadloze toegangspunten.
Verwacht wordt dat de voorgestelde maatregel, die door het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband zal worden gepromoot, de plaatselijke autoriteiten en burgers bewust zal maken van de nieuwe prioriteiten van de Commissie met betrekking tot de gigabitmaatschappij en dat de maatregel zal leiden tot een hoge mate van zichtbaarheid en vertrouwen in het vermogen van de EU om van connectiviteit en toegang tot digitale diensten op het gehele Europese continent een realiteit te maken. De door de voorgestelde maatregel gefinancierde acties zullen kunnen worden herkend aan de hand van een specifieke, door de Commissie ontwikkelde visuele identiteit die ter beschikking van de begunstigden zal worden gesteld om merkbekendheid te creëren.
•Samenhang met bestaande bepalingen op dit beleidsterrein
Het huidige rechtskader voor telecommunicatie in de CEF voorziet in financiële steun op het gebied van telecommunicatie voor digitale-diensteninfrastructuren (in de vorm van subsidies en/of aanbestedingen) en breedbandnetwerken (in de vorm van financiële instrumenten).
Gezien het grote belang van breedbandnetwerken voor groei en werkgelegenheid en gezien de moeilijkheden op financieel en technisch vlak waarmee publieke investeringen in deze sector gepaard gaan, voorziet de richtsnoerenverordening in beperkte maatregelen ter ondersteuning van breedband. De CEF levert een beperkte financiële bijdrage voor de oprichting van financiële instrumenten op Unieniveau, met name in samenwerking met de Europese Investeringsbank, om het efficiënte gebruik van andere publieke en particuliere middelen te bevorderen. De CEF is gericht op de uitrol van innovatieve, hoogtechnologische breedbandprojecten die potentieel reproduceerbaar zijn, waardoor de doelstellingen zowel rechtstreeks als via een demonstratie-effect worden verwezenlijkt.
De voorgestelde maatregel is een aanvulling op de onderdelen van het voorstel voor een Europees wetboek voor elektronische communicatie die op de eindgebruiker zijn gericht. De steun voor de installatie van lokale draadloze toegangspunten in centra van het lokale openbare leven is een aanvulling op andere initiatieven van de CEF in de telecomsector en op andere vormen van financiële ondersteuning, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, die de uitrol van breedbandnetwerken ondersteunen. Aangezien dergelijke maatregelen momenteel noch onder de CEF-verordening, noch onder de richtsnoerenverordening vallen, wordt voorgesteld deze verordeningen in die zin te wijzigen.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 172 VWEU dat voorziet in een optreden van de EU tot ondersteuning van de totstandbrenging en ontwikkeling van trans-Europese netwerken op het gebied van vervoers-, telecommunicatie- en energie-infrastructuur. Overeenkomstig artikel 170, lid 1, VWEU wordt met het initiatief getracht lokale gemeenschappen in staat te stellen ten volle profijt te trekken van de digitale eengemaakte markt door met de uitrol van dergelijke netwerken een gebied zonder binnengrenzen te creëren.
•Subsidiariteit en evenredigheid
Het voorstel voldoet aan het evenredigheidsbeginsel en valt binnen de werkingssfeer van het optreden op het gebied van trans-Europese telecommunicatienetwerken, zoals omschreven in artikel 170 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Door in de bredere context van de strategie voor de digitale eengemaakte markt in het bijzonder rekening te houden met de behoeften van lokale gemeenschappen, draagt het voorstel bij tot de totstandbrenging van een interne markt voor elektronische communicatie en geeft het gemeenschappen de gelegenheid hieraan deel te nemen. Aangezien de lidstaten de totstandbrenging van kwalitatief hoogwaardige draadloze connectiviteit in een gebied dat de hele EU omvat, niet voldoende kunnen verwezenlijken, is het voorstel in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 VEU. Verwacht wordt dat de maatregel onder meer door het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband zal worden gepromoot, wat ervoor zou moeten zorgen dat doeltreffend wordt ingespeeld op de behoeften van de lokale gemeenschappen en dat de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt.
De bestaande initiatieven inzake gratis lokale draadloze connectiviteit zijn versnipperd, wat leidt tot inefficiëntie. Er is met name geen overkoepelende strategie ter bevordering van gratis toegang tot draadloze connectiviteit in de gehele Unie om lokale gemeenschappen te stimuleren aan de digitale eengemaakte markt deel te nemen. Aangezien de individuele installatie van lokale draadloze toegangspunten zelfs binnen lokale gemeenschappen op geografische grenzen botst, is het des te belangrijker dergelijke inspanningen te coördineren om te garanderen dat de uitrol op coherente wijze het gemeenschappelijke belang van EU-brede connectiviteit dient. Door gratis draadloze connectiviteitsoplossingen op een coherente manier op pan-Europees niveau uit te rollen, kunnen de kosten van de maatregel worden geoptimaliseerd (met name dankzij schaalvoordelen, wat leidt tot minder kosten voor het verlenen van kleine subsidies, en dankzij de prijsverlaging voor de apparatuur) en wordt gelijke toegang gegarandeerd, hetgeen de economische, sociale en territoriale cohesie binnen de Unie vergroot. De voorgestelde maatregel is ontworpen om extra Europese meerwaarde te creëren door ervoor te zorgen dat de uitgerolde infrastructuren het ook mogelijk maken om via infrastructuren voor digitale diensten toegang te krijgen tot trans-Europese interoperabele diensten van gemeenschappelijk belang, zoals Europeana, infrastructuren voor een veiliger internet, en interoperabele grensoverschrijdende e-gezondheidsdiensten.
Het toepassingsgebied van de voorgestelde maatregelen beperkt zich tot het verstrekken van connectiviteit in centra van het openbare leven en openbare buitenruimten via toegangspunten die door de aard van hun ontwerp een beperkte reikwijdte hebben; bovendien zullen de afzonderlijke projecten kleinschalig zijn. De maatregelen blijft dus evenredig ten opzichte van het beoogde doel om lokale gemeenschappen in staat te stellen deel te nemen aan de draadloze dimensie van de digitale eengemaakte markt, zonder afbreuk te doen aan het commerciële aanbod. Tegelijkertijd zal de maatregel naar verwachting positieve gevolgen hebben voor de algemene vraag naar connectiviteit via commerciële toegangsdiensten. Verwacht wordt dat de maatregelen nog doeltreffender zullen worden door hun eenvoudige reproduceerbaarheid en het potentiële demonstratie-effect van succesvolle use cases.
Door de voorgestelde maatregel online te beheren, in combinatie met onder meer steun van het netwerk van nationale adviesbureaus voor breedband, zullen de administratieve lasten die de deelname aan en tenuitvoerlegging van het initiatief met zich meebrengen, tot een minimum worden beperkt.
3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN
Aangezien dit initiatief een aanvulling is op het nieuwe telecompakket, waaronder de mededeling over een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen op de digitale eengemaakte markt en het wetgevingsvoorstel ter herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie, is het in grote mate gebaseerd op de inbreng van belanghebbenden en de uitvoerige analyse van de evaluatie en effectbeoordeling ter ondersteuning van deze voorstellen en de bij de mededeling horende werkdocumenten van de diensten van de Commissie. De voornaamste punten voor de voorgestelde maatregel worden hieronder samengevat. De algemene conclusie van de analyse is dat hoewel met wetgevende en regelgevende maatregelen obstakels kunnen worden weggeruimd, concurrentieprikkels worden versterkt, investeerders meer voorspelbaarheid krijgen en de kosten voor de aanleg van netwerken afnemen, er een belangrijke rol is weggelegd voor openbare financiering om de langetermijndoelstellingen met betrekking tot connectiviteit in Europa te verwezenlijken.
Uit het recente verslag betreffende de resultaten van de publieke raadpleging die de Commissie heeft uitgevoerd met het oog op de herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie, blijkt dat veel overheden en private respondenten de uitrol van wifinetwerken op openbare plaatsen steunen en tegelijk om een gepast regelgevingskader vragen voor vraagstukken m.b.t. de aansprakelijkheid van aanbieders van internettoegang en de blootstelling aan elektromagnetische velden. De exploitanten benadrukken dat eventuele overheidssteun technologieneutraal moet zijn en dat de uitrol ook kan worden vergemakkelijkt door middel van diverse vormen van publiek-private partnerschappen. Deze resultaten sluiten aan bij de ex-postevaluatie van de huidige regeling, die bij het voorstel ter herziening van het regelgevingskader is gevoegd.
In de effectbeoordeling die werd uitgevoerd met het oog op de herziening van het regelgevingskader, wordt voortgebouwd op de opmerkingen van de belanghebbenden en wordt voorgesteld om bepalingen inzake de uitrol van kleine cellen vast te stellen. Deze bepalingen hebben als doel de kosten voor de uitrol van zeer dichte netwerken te verminderen en de toegang tot lokale draadloze connectiviteit te verbeteren om tegemoet te komen aan de exponentiële toename van de vraag naar universele connectiviteit. De voorgestelde maatregel, die een aanvulling is op de voorkeursoptie voor de ontwikkeling van het regelgevend kader op het gebied van spectrumbeheer, zal bijdragen tot de verstrekking van kosteloze lokale draadloze connectiviteit en op die manier helpen om de Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen op de digitale eengemaakte markt werkelijkheid te laten worden.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De voor dit voorstel vereiste kredieten zullen volledig worden gefinancierd met middelen die in het meerjarig financieel kader 2014-2020 zijn uitgetrokken. Een bedrag van 70 miljoen EUR zal worden herschikt binnen de geprogrammeerde bedragen van de CEF voor de telecomsector 2017-2019 en 50 miljoen EUR zal via een wijziging van artikel 5, lid 1, van de CEF-verordening worden overgeheveld naar de financiële middelen voor de telecommunicatiesector. Omwille van de consistentie komt deze stijging ook tot uiting in het voorstel voor een wijziging van het rechtskader voor het Europees Fonds voor strategische investeringen, zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2015/1017.
2016/0287 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 172,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)In de mededeling van de Commissie over een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen op de digitale eengemaakte markt wordt een aantal mogelijke maatregelen beschreven waarmee de connectiviteit in de Europese Unie kan worden verbeterd.
(2)Tot de maatregelen ter ondersteuning van de visie op Europese connectiviteit behoort de bevordering van de uitrol van lokale draadloze toegangspunten door middel van vereenvoudigde vergunningsprocedures en minder administratieve belemmeringen. Dergelijke toegangspunten, met inbegrip van deze voor aanvullende openbare dienstverlening of voor niet-commerciële activiteiten, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de huidige en toekomstige generaties draadloze communicatienetwerken door voor een fijnmazigere dekking te zorgen die tegemoet komt aan de evoluerende behoeften.
(3)In aansluiting op de mededeling over een Europese visie op internetconnectiviteit voor de digitale eengemaakte markt en met het oog op de bevordering van digitale inclusie, moet de Unie het aanbod van gratis lokale draadloze connectiviteit in centra van het lokale openbare leven, met inbegrip van de openbare buitenruimten, doelgericht ondersteunen. Dergelijke steun valt tot dusver niet onder de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014.
(4)Dit soort steun moet entiteiten met een openbare opdracht, zoals overheden en aanbieders van openbare diensten, aanmoedigen om naast hun openbare opdracht gratis lokale draadloze connectiviteit aan te bieden, zodat lokale gemeenschappen de voordelen van supersnelle breedband kunnen ervaren in centra van het openbare leven. Voorbeelden van dergelijke entiteiten zijn gemeenten, andere lokale overheden, bibliotheken en ziekenhuizen.
(5)Lokale draadloze connectiviteit mag slechts als gratis worden aangemerkt als deze wordt aangeboden zonder tegenprestatie, hetzij in de vorm van een directe betaling, hetzij in de vorm van andere soorten van vergoeding, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, reclame en het verstrekken van persoonsgegevens.
(6)Aangezien de maatregelen een specifiek doel dienen en gericht zijn op lokale behoeften, moeten zij worden aangemerkt als een afzonderlijk project van gemeenschappelijk belang in de telecomsector in de zin van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014.
(7)Om deze maatregelen passend te financieren, moeten de financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) in de telecomsector met 50 000 000 EUR worden verhoogd.
(8)Gezien het niet-commerciële karakter van deze maatregel en de beperkte omvang van de geplande afzonderlijke projecten moet de administratieve druk tot een minimum worden beperkt. De maatregelen moeten daarom worden uitgevoerd met de meest geschikte vormen van financiële bijstand, met name subsidies, die nu of in de toekomst beschikbaar zijn overeenkomstig het Financieel Reglement. De maatregelen mogen niet met financiële instrumenten worden ondersteund.
(9)Vanwege het beperkte bereik van lokale draadloze toegangspunten en de geringe waarde van de afzonderlijke projecten wordt niet verwacht dat toegangspunten die financiële bijstand genieten uit hoofde van deze verordening, in het vaarwater van het commerciële aanbod zullen komen. Om er verder voor te zorgen dat dergelijke financiële bijstand de mededinging niet onnodig verstoort, particuliere investeringen niet verdringt of particuliere exploitanten niet ontmoedigt om te investeren, moeten de maatregelen worden beperkt tot projecten die niet overlappen met soortgelijk, reeds bestaand particulier of openbaar aanbod in hetzelfde gebied. Dit sluit niet uit dat in het kader van dit initiatief aanvullende steun wordt verleend uit publieke of private financieringsbronnen.
(10)Om ervoor te zorgen dat de connectiviteit overeenkomstig deze verordening snel wordt verstrekt, moet bij het verlenen van de financiële bijstand zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van online instrumenten waarmee aanvragen snel kunnen worden ingediend en behandeld en die de tenuitvoerlegging, monitoring en controle van de geïnstalleerde lokale draadloze toegangspunten ondersteunen.
(11)Gezien de internetconnectiviteitsbehoeften binnen de Unie en het feit dat de uitrol van toegangsnetwerken die in de hele EU een kwalitatief hoogwaardige internetervaring op basis van zeer snelle breedbanddiensten kunnen bieden, dringend moet worden bevorderd, zou in het kader van de financiële bijstand een geografisch evenwichtige verdeling moeten worden nagestreefd.
(12)De Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013
Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1. in artikel 5, lid 1, eerste alinea, wordt het bepaalde onder b) vervangen door:
"b) sector telecommunicatie: 1 091 602 000 EUR;";
2. artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
a)lid 1 wordt vervangen door:
"1. Alleen acties die bijdragen aan projecten van gemeenschappelijk belang overeenkomstig de Verordeningen (EU) nr. 1315/2013, (EU) nr. 347/2013 en een verordening betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur, alsook programmaondersteunende acties, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Unie, met name in de vorm van subsidies, aanbestedingen en financiële instrumenten.";
b)lid 4 wordt vervangen door:
"4. In de sector telecommunicatie komen alle acties voor de uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang en programmaondersteunende acties, die zijn aangeduid in de toepasselijke verordening betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en die voldoen aan de overeenkomstig die verordening vastgestelde criteria en/of voorwaarden, in aanmerking voor financiële bijstand van de Unie in het kader van de onderhavige verordening, als volgt:
a) algemene diensten, platforms van kerndiensten en programmaondersteunende acties worden gefinancierd door middel van subsidies en/of aanbestedingen;
b) acties op het gebied van breedbandnetwerken worden gefinancierd door middel van financiële instrumenten;
c) acties op het gebied van de kosteloze verstrekking van lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen worden gefinancierd door middel van subsidies of andere vormen van financiële bijstand dan financiële instrumenten.";
3. in artikel 9 wordt het volgende lid toegevoegd:
"1 bis. Waar dat gerechtvaardigd is om onnodige administratieve druk te voorkomen, met name in het geval van subsidies van kleine bedragen in de zin van artikel 185 van Verordening (EU) nr. 1268/2012, kunnen de lidstaten toestemming geven voor een bepaalde categorie van voorstellen in het kader van de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 17, zonder de individuele aanvragers te vermelden.";
4. in artikel 10, lid 4, wordt de volgende derde alinea toegevoegd:
"Acties op het gebied van de verstrekking van kosteloze lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen worden gefinancierd met financiële bijstand van de Unie die tot 100 % van de in aanmerking komende kosten dekt, onverminderd het medefinancieringsbeginsel.".
Artikel 2
Wijziging van Verordening (EU) nr. 283/2014
Verordening (EU) nr. 283/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1. in artikel 2, lid 2, wordt het volgende punt h) toegevoegd:
"h) "lokaal draadloos toegangspunt": kleine uitrusting met laag vermogen en beperkt bereik, die op niet-exclusieve basis radiospectrum gebruikt waarvan de voorwaarden voor de beschikbaarheid en het efficiënt gebruik ervan op Unieniveau zijn geharmoniseerd, en die gebruikers draadloze toegang geeft tot een elektronischecommunicatienetwerk.";
2. in artikel 4, lid 1, wordt het volgende punt c) toegevoegd:
"c) zij ondersteunen de verstrekking kosteloze lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen.";
3. artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a)lid 7 wordt vervangen door:
"7. Het totale bedrag van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan financiële instrumenten voor breedbandnetwerken, is niet hoger dan het minimumbedrag dat nodig is met het oog op kostenefficiënte interventies, op basis van de in artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 bedoelde voorafgaande beoordelingen.
Dat bedrag vertegenwoordigt tot 15 % van de financiële middelen voor de telecommunicatiesector, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.";
b)het volgende lid wordt toegevoegd:
"5 bis. Acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van de kosteloze verstrekking van lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen worden ondersteund met:
a) subsidies; en/of
b) andere vormen van financiële bijstand dan financiële instrumenten.";
4. in artikel 6 wordt het volgende lid 8 bis toegevoegd:
"8 bis. Acties die bijdragen tot de verwezenlijking van projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van de kosteloze verstrekking van lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen voldoen aan de voorwaarden die in afdeling 4 van de bijlage zijn opgenomen.";
5. in artikel 8, lid 9, wordt het volgende punt d) toegevoegd:
"d) het aantal aansluitingen op lokale draadloze toegangspunten tot stand gebracht in het kader van acties ter uitvoering van afdeling 4 van de bijlage.";
6. in de bijlage wordt de volgende afdeling ingevoegd:
"AFDELING 4. DRAADLOZE CONNECTIVITEIT IN LOKALE GEMEENSCHAPPEN
Acties die gericht zijn op de verstrekking van kosteloze lokale draadloze connectiviteit in de centra van het lokale openbare leven, met inbegrip van openbare buitenruimten die een belangrijke rol spelen in het openbare leven van lokale gemeenschappen, komen in aanmerking voor financiële bijstand.
Financiële bijstand is beschikbaar voor entiteiten met een openbare opdracht, zoals lokale overheden en aanbieders van openbare diensten, die zich ertoe verbinden kosteloze lokale draadloze connectiviteit te verstrekken door middel van de installatie van lokale draadloze toegangspunten.
Projecten voor de verstrekking van draadloze connectiviteit via vrij toegankelijke lokale draadloze toegangspunten kunnen financiering ontvangen indien deze:
1)worden uitgevoerd door een entiteit met een openbare opdracht die de installatie van lokale draadloze toegangspunten in openbare binnen- of buitenruimten kan plannen en controleren;
2)gebruikmaken van zeer snelle breedbandconnectiviteit die de gebruikers een kwalitatief hoogwaardige internetervaring biedt die
a.kosteloos en gemakkelijk toegankelijk is en gebruikmaakt van hoogtechnologische uitrusting, en
b.de toegang tot innovatieve digitale diensten ondersteunt, zoals die welke worden aangeboden via infrastructuren voor digitale diensten;
3)gebruikmaken van de door de Commissie te verstrekken gemeenschappelijke visuele identiteit en verwijzen naar de bijbehorende online instrumenten.
Projecten die overlappen met een reeds bestaand particulier of publiek aanbod met soortgelijke kenmerken, met inbegrip van kwaliteitskenmerken, in hetzelfde gebied, komen niet in aanmerking.
Het beschikbare budget wordt op een geografisch evenwichtige wijze toegewezen aan projecten die aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen, op basis van de ontvangen voorstellen en, in beginsel, volgens het principe "wie het eerst komt, het eerst maalt".".
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter
BIJLAGE
Financieel memorandum
Voorstel voor een verordening tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en
(EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
1.4.Doelstelling(en)
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.6.Duur en financiële gevolgen
1.7.Beheersvorm(en)
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
3.2.5.Bijdragen van derden
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een verordening tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en
(EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
09. Communicatienetwerken, inhoud en technologie
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
x Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
◻Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4.Doelstelling(en)
1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
Het nieuwe telecompakket, dat de Commissie op 13 september 2016 zal goedkeuren, omvat een mededeling over een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen, alsmede een wetgevingsvoorstel ter herziening van het regelgevingskader voor telecommunicatie. In de voorstellen van de Commissie worden de hervormingen omschreven die nodig zijn om meer stimulansen te creëren voor de uitrol van de netwerken van de toekomst en om ervoor zorgen dat geen enkele persoon of regio buiten de boot valt.
Dit voorstel zal entiteiten met een openbare opdracht, zoals plaatselijke overheden, aanmoedigen en ondersteunen om kosteloze wifiverbindingen aan te bieden in de centra van het openbare leven (bv. in en rond openbare gebouwen, gezondheidscentra, parken en pleinen).
1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
Het nieuwe pakket voorziet in financiële stimulansen voor projecten die worden voorgesteld door entiteiten met een openbare opdracht, zoals overheidsinstanties en aanbieders van openbare diensten, waarbij draadloze toegangspunten worden geïnstalleerd en kosteloos connectiviteit wordt aangeboden in de centra van het openbare leven binnen hun rechtsgebied of in en rond hun gebouwen (bv. overheidsgebouwen, bibliotheken, gezondheidscentra en openbare buitenruimten).
Naast het stimuleren van de vraag naar snelle breedbandverbindingen en het aanmoedigen van het grootschalige gebruik ervan op Unieniveau, zal het initiatief ook een reeks positieve kettingreacties teweegbrengen, gaande van een betere toegang tot innovatieve digitale diensten tot de vroege voordelen van de gigabitmaatschappij die met de nieuwe strategie van de Commissie worden beoogd.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen – telecommunicatienetwerken
1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.
Het initiatief zal naar verwachting de volgende gevolgen hebben:
Het systeem kan potentieel leiden tot connectiviteit in duizenden openbare ruimten, wat zou kunnen resulteren in 40 à 50 miljoen wifiverbindingen per dag. Dergelijke plaatselijke verbindingen zullen overheidsinstanties en lokale ondernemingen helpen om een ruimere waaier van lokale digitale diensten, toepassingen en producten aan te bieden aan zowel hun eigen bevolking als hun bezoekers, en zich op die manier beter te integreren in de digitale eengemaakte markt.
1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
De voornaamste indicatoren voor het toezicht zijn: a) het aantal geïnstalleerde toegangspunten; en b) het aantal verbindingen die deze genereren.
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
Het initiatief valt binnen het actiekader op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, als bepaald in artikel 170 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Tegelijkertijd zal een voorstel voor een nieuw wetboek voor elektronische communicatie, ter modernisering van het huidige regelgevingskader voor elektronischecommunicatiediensten, met name juridische belemmeringen wegnemen voor het installeren en openstellen van wifitoegangspunten in Europa, wanneer bepaalde lokale gemeenschappen of particuliere entiteiten hun ingezetenen wifitoegang willen aanbieden.
Een van de strategische doelstellingen van de Unie voor 2025 (zie mededeling over connectiviteit voor een Europese gigabitmaatschappij) is om de voornaamste sociaaleconomische actoren, zoals scholen, de voornaamste vervoersknooppunten, de voornaamste aanbieders van openbare diensten en ondernemingen die in sterke mate digitaal werken, uit te rusten met gigabitverbindingen. Het initiatief ter bevordering van gratis wifitoegang in de belangrijkste centra van het openbare leven, inclusief openbare buitenruimten, is dan ook een concreet voorbeeld van een regeling ter bevordering van dergelijke connectiviteit door middel van de modernste digitale infrastructuren.
1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
Door gebruik te maken van vouchers zal het initiatief op een zeer efficiënte manier worden uitgevoerd en zal de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen nieuwe soorten projectontwikkelaars aantrekken – in het bijzonder lokale autoriteiten. Door het in het nieuwe telecompakket vast te stellen EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband zal de navolging onder lokale autoriteiten of andere aanbieders van openbare diensten worden bevorderd. Globaal gezien zal het initiatief ertoe bijdragen dat alle overheidsniveaus zich sneller bewust worden van de nieuwe prioriteiten van de Commissie m.b.t. de gigabitmaatschappij, en zal het zorgen voor een grote mate van merkbekendheid, zichtbaarheid en vertrouwen in het vermogen van de EU om digitale diensten voor burgers op het hele Europese continent mogelijk te maken. De toegangspunten zullen op een uniforme manier worden uitgerold en zullen beste praktijken opleveren voor entiteiten die wifi willen aanbieden; hierdoor worden deze punten een innovatief model dat reproduceerbaar is in de hele EU.
1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
In de afgelopen jaren zijn op veel plaatsen in Europa dergelijke projecten opgedoken, waarbij gemeentelijke overheden gratis wifitoegang bevorderen. Deze regeling zal dus voortbouwen op deze ervaring en de reproduceerbaarheid van dit model versterken door het naar alle EU-lidstaten tegelijk uit te breiden.
1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten
Het initiatief zal een aanvulling zijn op de uitrol van digitale netwerken gefinancierd door de Europese structuur- en investeringsfondsen (voornamelijk EFRO en Elfpo) waardoor ook gebieden waar telecomexploitanten niet in willen investeren over backhaul- en toegangsbreedbandnetwerken kunnen beschikken. Daarom zal dit lokale overheden verder aanmoedigen om hun hele grondgebied uit te rusten met en aan te sluiten op netwerken met zeer hoge backhaulcapaciteit.
Het initiatief zal tevens de ontwikkeling van innovatieve digitale diensten en toepassingen aanmoedigen die lokaal – vaak door het plaatselijke midden- en kleinbedrijf – worden ontwikkeld. Door gebruik te maken van gedigitaliseerde lokale content of andere historische bronnen, kan een museum of erfgoedsite bijvoorbeeld apps met enhanced reality ontwikkelen om de bezoekerservaring te verrijken. Hetzelfde geldt voor apps voor e-toerisme, die de lokale handel en gemeentelijke activiteiten ten goede kunnen komen. Dit initiatief zal daarom ten grondslag liggen aan het beleid inzake digitaal ondernemerschap van de Europese Commissie.
1.6.Duur en financiële gevolgen
x Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
–x
Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 2017 tot en met 2020
–x
Financiële gevolgen vanaf 2017 tot en met 2020
◻ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
–Uitvoering met een opstartperiode vanaf XXX tot en met XXX,
–gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7.Beheersvorm(en)
◻ Direct beheer door de Commissie
–◻ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
–x
door de uitvoerende agentschappen
◻ Gedeeld beheer met de lidstaten
◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
–◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;
–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
–◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;
–◻ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
–◻ publiekrechtelijke organen;
–◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
Er zal een controlesysteem worden opgezet om ervoor te zorgen dat dit initiatief snel wordt uitgevoerd en onmiddellijke resultaten oplevert. Voor dit systeem zal voornamelijk worden gebruikgemaakt van online instrumenten en steekproefsgewijze controles van installaties op het niveau van de lokale draadloze toegangspunten.
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.2.1.Mogelijke risico's
Uitvoeringsrisico: met het niet-bureaucratische karakter van de voucherregeling wordt voortgebouwd op ervaringen met soortgelijke initiatieven (bv. ICT-innovatie voor het midden- en kleinbedrijf, satellietconnectiviteit, enz.) die op regionaal en nationaal en regionaal niveau zijn opgedaan, maar die op Unieniveau zullen worden toegepast.
Gebruiksrisico: aangezien wordt gebruikgemaakt van het principe "wie het eerst komt, het eerst maalt", bestaat het risico dat het gebruik geografisch onevenwichtig zal zijn verdeeld. De Commissie is echter vastbesloten te zorgen voor een geografisch evenwichtig effect en rekening te houden met de specifieke behoeften van kleinere lidstaten en regio's met een economische achterstand.
Beveiligings- en gegevensbeschermingsrisico: de regeling zal volledige persoonsgegevensbescherming en een voldoende hoog authenticatieniveau garanderen met het oog op gebruiksvriendelijke verbindingen aan de toegangspunten.
Risico op reputatieschade: de kwaliteit van de dienstverlening wordt gewaarborgd doordat de begunstigden zich ertoe verbinden gebruik te maken van zeer snelle breedbandverbindingen om de gebruiker een hoogwaardige internetervaring te bieden. De kwaliteit zal ook op regelmatige basis worden gecontroleerd.
2.2.2.#Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle
De overeenkomsten en de besluiten ter uitvoering van de acties in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zullen voorzien in toezicht en financiële controle door de Commissie of door een andere door de Commissie gemachtigde vertegenwoordiger, en in audits door de Rekenkamer en controles ter plaatse door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), in overeenstemming met de procedures van Verordening van de Raad (Euratom, EG) nr. 2185/96 van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en van de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).
2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en evaluatie van het verwachte foutenrisico
Overzicht van controles
|
Bedrag in MEUR
|
Aantal begunstigden: transacties (% van het totaal)
|
Grondigheid van controle * (beoordeling 1-4)
|
Dekking (% van de waarde)
|
Beheer van acties van beoordelingen tot ex-postbeoordelingen
|
0,060
|
1) algemene monitoring van alle projecten: 100 %
|
1
|
100 %
|
|
|
2) audit van geselecteerde projecten: 5 %
|
4
|
10 %
|
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
De Commissie draagt er bij de uitvoering van uit hoofde van deze verordening gefinancierde activiteiten zorg voor dat de financiële belangen van de Unie beschermd worden door de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere illegale activiteiten, door daadwerkelijke controles en door de terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen, en, indien er onregelmatigheden aan het licht komen, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad.
Contracten worden gebaseerd op standaardmodellen waarin de algemeen geldende fraudebestrijdingsmaatregelen zijn vervat.
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarig financieel kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
uitgave
|
Bijdrage
|
|
1a Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid
|
GK/NGK
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement
|
|
09 03 04 Wireless for EU (W4EU)
|
GK
|
JA
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
[Dit deel moet worden ingevuld op de
spreadsheet met administratieve begrotingsgegevens
(tweede document in de bijlage bij dit financieel memorandum), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.]
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel
kader
|
1a
|
Concurrentievermogen ter bevordering van groei en werkgelegenheid
|
De voor dit voorstel vereiste kredieten zullen volledig worden gefinancierd met middelen die in het meerjarig financieel kader 2014-2020 zijn uitgetrokken. Zoals hieronder aangegeven, zal 70 miljoen EUR worden herschikt binnen de geprogrammeerde bedragen voor het onderdeel telecommunicatie van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen voor de periode 2017-2020 en zal 50 miljoen EUR worden gefinancierd met behulp van de niet-toegewezen marge.
Financieringsbronnen voor het initiatief
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
Totaal
|
09 03 02 Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband
|
19,422
|
19,967
|
|
|
39,389
|
09 03 03 Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen
|
0,578
|
|
|
0,350
|
0,928
|
09 04 02 01 Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie
|
|
30,033
|
|
|
30,033
|
Niet-toegewezen marge rubriek 1a
|
|
|
49,650
|
|
49,650
|
Totaal
|
20,000
|
50,000
|
49,650
|
0,350
|
120,000
|
DG: CNECT / MOVE
|
|
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
Beleidskredieten in miljoen EUR
|
09 03 04 Wireless for EU (W4EU)
|
Vastleggingen
|
1)
|
19,330
|
49,610
|
49,260
|
|
118,200
|
|
Betalingen
|
2)
|
0
|
44,135
|
49,435
|
24,630
|
118,200
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
06 01 06 01 Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken – bijdrage van de CEF
|
Vastleggingen
|
|
0,580
|
0,365
|
0,365
|
0,290
|
1,600
|
|
Betalingen
|
|
0,580
|
0,365
|
0,365
|
0,290
|
1,600
|
09 01 04 01 Uitgaven ter ondersteuning van de CEF
|
Vastleggingen
|
|
0,090
|
0,025
|
0,025
|
0,060
|
0,200
|
|
Betalingen
|
|
0,090
|
0,025
|
0,025
|
0,060
|
0,200
|
TOTAAL kredieten
voor DG CNECT/MOVE
|
Vastleggingen
|
=1+1a +3
|
20,000
|
50,000
|
49,650
|
0,350
|
120,000
|
|
Betalingen
|
=2+2a
+3
|
0,670
|
44,525
|
49,825
|
24,980
|
120,000
|
Rubriek van het meerjarig financieel
kader
|
5
|
"Administratieve uitgaven"
|
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
DG: <CNECT …….>
|
• Personele middelen
|
0,204
|
0,204
|
0,204
|
0,204
|
0,816
|
• Andere administratieve uitgaven
|
0,020
|
0,020
|
0,010
|
0,010
|
0,060
|
TOTAAL DG CNECT
|
Kredieten
|
0,224
|
0,224
|
0,214
|
0,214
|
0,876
|
X
TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
(totaal vastleggingen = totaal betalingen)
|
0,224
|
0,224
|
0,214
|
0,214
|
0,876
|
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
|
|
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
20,224
|
50,224
|
49,864
|
0,564
|
120,876
|
|
Betalingen
|
0,894
|
44,749
|
50,039
|
25,194
|
120,876
|
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
–◻
◻Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
–x
Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs
⇩
|
|
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
|
OUTPUTS
|
|
Soort
|
Gem. kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Totaal aantal
|
Totale kosten
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toegangen
|
967
|
0,02
|
2480
|
0,02
|
2463
|
0,02
|
|
|
5910
|
118,200
|
TOTALE KOSTEN
|
967
|
19,330
|
2480
|
49,610
|
2463
|
49,260
|
|
|
5910
|
118,200
|
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.3.1.Samenvatting
–◻
◻Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–x
Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
0,204
|
0,204
|
0,204
|
0,204
|
0,816
|
Andere administratieve uitgaven
|
0,020
|
0,020
|
0,010
|
0,010
|
0,060
|
Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
0,224
|
0,224
|
0,214
|
0,214
|
0,876
|
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
Andere
administratieve uitgaven
|
0,090
|
0,025
|
0,025
|
0,060
|
0,200
|
Subtotaal
buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
0,090
|
0,025
|
0,025
|
0,060
|
0,200
|
TOTAAL
|
0,314
|
0,249
|
0,239
|
0,274
|
1,076
|
De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften
–◻
◻Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.
–X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
|
09 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)
|
1,0
|
1,0
|
1,0
|
1,0
|
XX 01 01 02 (delegaties)
|
|
|
|
|
XX 01 05 01 (onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
•Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)
|
09 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")
|
1,0
|
1,0
|
1,0
|
1,0
|
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)
|
|
|
|
|
XX 01 04 jj
|
- zetel
|
|
|
|
|
|
- delegaties
|
|
|
|
|
XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk)
|
|
|
|
|
TOTAAL
|
2,0
|
2,0
|
2,0
|
2,0
|
09 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel
|
|
Extern personeel
|
|
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
–X
Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.
–◻
◻Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
–◻
◻Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader.
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5.Bijdragen van derden
–Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
–X
Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.
BIJLAGE
bij het FINANCIEEL MEMORANDUM
Benaming van het voorstel/initiatief:
Voorstel voor een verordening tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft
1.NODIG GEACHTE PERSONELE MIDDELEN en KOSTEN DAARVAN
2.ANDERE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN
3.VOOR KOSTENRAMINGEN GEBRUIKTE BEREKENINGSMETHODEN
3.1.Personele middelen
3.2.Andere administratieve uitgaven
Deze bijlage moet het financieel memorandum vergezellen wanneer met de dienstenoverkoepelende raadpleging wordt begonnen.
De gegevens in tabelvorm worden gebruikt als bron voor de in het financieel memorandum opgenomen tabellen. Zij zijn voor strikt intern gebruik binnen de Commissie.
1.Kosten van nodig geachte aantal personele middelen
Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
... vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
|
09 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)
|
AD
|
1
|
0,134
|
1
|
0,134
|
1
|
0,134
|
1
|
0,134
|
|
|
1
|
0,536
|
|
AST
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 01 02 (EU-delegaties)
|
AD
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AST
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• Extern personeel
|
09 01 02 01 (totale financiële middelen)
|
AC
|
1
|
0,070
|
1
|
0,070
|
1
|
0,070
|
1
|
0,070
|
|
|
1
|
0,280
|
|
END
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 02 02 (EU-delegaties)
|
AC
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AL
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
END
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
JED
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal – RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
2
|
0,204
|
2
|
0,204
|
2
|
0,204
|
2
|
0,204
|
|
|
2
|
0,816
|
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
... vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
VTE
|
Kredieten
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
|
10 01 05 02 (eigen onderzoek)
|
AD
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AST
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 01 (onderzoek door derden)
|
AD
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AST
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• Extern personeel
|
09 01 04 01
Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
|
- zetel
|
AC
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
END
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- delegaties van de Unie
|
AC
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AL
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
END
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
JED
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 02 (onderzoek door derden)
|
AC
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
END
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 02 (eigen onderzoek)
|
AC
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
END
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal – buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.TOTAAL
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
2.Andere administratieve uitgaven
Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
x
Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
... vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven
(zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Zetel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09 01 02 11 01 - Dienstreizen en representatie
|
0,020
|
0,020
|
0,010
|
0,010
|
|
|
|
0,060
|
09 01 02 11 02 - Conferenties en vergaderingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09 01 02 11 03 - Comités
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09 01 02 11 04 - Studies en adviezen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09 01 02 11 05 – Informatie- en beheerssystemen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 03 01 – ICT-apparatuur en -diensten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige begrotingsonderdelen (specificeer waar nodig)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In delegaties van de Unie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 02 12 01 – Dienstreizen, conferenties en representatie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 02 12 02 – Bijscholing van personeel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 03 02 01 – Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 03 02 02 – Uitrusting, meubilair, leveringen en diensten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
0,020
|
0,020
|
0,010
|
0,010
|
|
|
|
0,060
|
09 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
... vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven
(zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09 01 04 01 – Uitgaven voor technische en administratieve bijstand (exclusief extern personeel) uit beleidskredieten (vroegere BA-onderdelen)
|
0,090
|
0,025
|
0,025
|
0,060
|
|
|
|
0,200
|
- zetel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- delegaties van de Unie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 03 – Overige beheersuitgaven voor onderzoek door derden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 03 - Overige beheersuitgaven voor eigen onderzoek
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal – buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
0,090
|
0,025
|
0,025
|
0,060
|
|
|
|
0,200
|
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
TOTAAL
RUBRIEK 5 en buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
0,314
|
0,249
|
0,239
|
0,274
|
|
|
|
1,076
|
In de benodigde administratieve kredieten zal worden voorzien door de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.Voor kostenramingen gebruikte berekeningsmethoden
3.1. Personele middelen
In dit deel wordt de berekeningsmethode toegelicht die is gebruikt om de benodigde personele middelen te ramen (veronderstelde werklast, bijzondere taken (Sysper 2 taakprofielen, personeelscategorieën en overeenkomstige gemiddelde kosten)
Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader
|
•Alleen uit de begroting voor onderzoek gefinancierde posten
|
• Extern personeel
|
3.2.Andere administratieve uitgaven
Verstrek gegevens over de voor elk begrotingsonderdeel gebruikte berekeningsmethode,
en meer in het bijzonder over de achterliggende aannamen (bv. aantal vergaderingen per jaar, gemiddelde kosten, enz.)
HEADING 5 van het meerjarig financieel kader
|
Eén jaarlijks bezoek per lidstaat tijdens de eerste twee jaar (gemiddelde kostprijs ± 715 EUR)
Minder intensieve follow-up tijdens de laatste 2 jaar.
|
Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader
|
IT-ontwikkeling in 2017 en vervolgens onderhoud
Kosten van de evaluatie aan het einde van de uitvoering
|