3.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 218/6


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2015/C 218/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

„ECHALOTE D’ANJOU”

EU-nr.: FR-PGI-0005-01253 — 25.8.2014

BOB ( ) BGA ( X )

1.   Naam/Namen

„Echalote d’Anjou”

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6 Groenten en fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Echalote d’Anjou” is een eenzaadlobbige die behoort tot de familie Liliaceae, het geslacht Allium en de soort Cepa. De sjalot valt uitsluitend onder de Aggregatum-groep.

Het betreft een „traditionele” (via vegetatieve vermeerdering verkregen), lichtroze, lange en vers verkochte sjalot van het ras Jersey.

„Echalote d’Anjou” wordt gekweekt uit rassen die de aanvragende groepering op de lijst met toegestane rassen heeft geplaatst. Deze lijst wordt door de groepering bijgewerkt. Een nieuwe variëteit wordt pas in de lijst opgenomen wanneer is voldaan aan, ten eerste, de technische criteria (vooral opbrengst, mate van splitsing van de bollen, houdbaarheid, teeltmethode, vermogen tot aanpassing aan de omgeving, bestendigheid tegen ziekten, voedingsbehoeften, hoeveelheid afval, mechaniseringsmogelijkheden, wijze van oprapen, gebruik van kettingen in het verwerkingsstation) en, ten tweede, de belangrijkste kenmerken van „Echalote d’Anjou” (grootte, vorm, uiterlijk, lengte, kleur van de rokken, drogestofgehalte).

De lijst met toegestane rassen wordt na elke aanpassing onder de producenten verspreid en tevens aan het controleorgaan en de voor de controle bevoegde autoriteiten overgelegd.

Fysieke kenmerken

a)

De bollen moeten stevig en vast zijn en mogen geen holle of harde stengel en vrijwel geen wortelresten hebben. Ze mogen echter de volgende lichte afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product niet schaden: een kleine afwijking qua vorm en oppervlakkige scheurtjes in de buitenste vliezen, mits het vruchtvlees beschermd blijft.

b)

Vorm: „Echalote d’Anjou” heeft een regelmatige en enigszins langwerpige en dunne vorm met een grootte tussen 20 en 55 mm en een verhouding hoogte-gemiddelde diameter (*) van meer dan 1,2.

(*) Gemiddelde diameter = (grootste dwarsdoorsnede + kleinste dwarsdoorsnede)/2.

c)

De rokken van de bollen zijn dun en glanzend en hebben een licht rood-gele of lichtgele kleur die steeds meer naar de kleur van koper neigt naarmate de sjalot rijper en droger is en gedurende langere tijd vóór verzending wordt bewaard.

Chemisch kenmerk

Het hoge drogestofgehalte bedraagt ten minste 16 %.

Organoleptische kenmerken

„Echalote d’Anjou” heeft de volgende organoleptische kenmerken: ze voelt stevig aan en heeft lichtroze vruchtvlees en een malse consistentie. Ze ontwikkelt een oorspronkelijke aromatische intensiteit die qua geur en smaak scherp is te noemen.

Presentatie van het product

„Echalote d’Anjou” kan twee vormen aannemen:

de vroege of halfdroge sjalot die in het begin van het seizoen wordt verzonden;

de bewaarsjalot of droge sjalot die de rest van het jaar wordt verzonden en wordt gekenmerkt door een goed droog uiterlijk van de kraag.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De bollen worden in het geografische gebied geplant, uitgetrokken en op de akker gedroogd.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product, waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De eerste opslag, het prepareren, het sorteren, de definitieve indeling op grootte en de goedkeuring van „Echalote d’Anjou” vinden plaats in het geografische gebied.

Door al deze handelingen kunnen de fysieke, chemische en presentatie-eigenschappen worden gecontroleerd en de specifieke kenmerken behouden blijven.

Door hun knowhow verrichten de marktdeelnemers deze handelingen volgens een vast procedé, waarbij de sjalot handmatig wordt geprepareerd, gesorteerd en definitief op grootte wordt ingedeeld alvorens ze wordt goedgekeurd. Dankzij deze kennis kunnen de sjalotten het hele jaar door optimaal worden geprepareerd met het oog op een betere organisatie van de droging van de producten die voor de verkoop of de export zijn bestemd. Deze kennis is een extra waarborg voor de kwaliteit en het behoud van de kenmerken van „Echalote d’Anjou”. Dat geldt in elk geval wanneer de werkzaamheden in het geografische productiegebied worden verricht.

„Echalote d’Anjou” wordt het hele jaar door verkocht in netten van 250 g tot 20 kg waarbij het product door de mazen heen zichtbaar is, of, beschermd verpakt, in kistjes van 5 tot 15 kg.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Op elke verpakking, hetzij kistjes, hetzij verkoopeenheden voor de consument, staat de volgende informatie:

de naam van de BGA „Echalote d’Anjou”,

de handelscategorie,

het certificeringsorgaan,

de verpakkingsdatum, met als aanvullende vermelding:

„Bij voorkeur binnen een maand te gebruiken” (voor de vroege sjalot);

„Bij voorkeur binnen twee maanden te gebruiken” (voor de bewaarsjalot).

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied omvat het grondgebied van de volgende gemeenten in het departement Maine-et-Loire (49):

de gemeenten Dénezé-sous-Doué, Les Ulmes, Louresse-Rochemenier, Meigné, Blaison Gohier, La Daguenière, La Bohalle, Saint-Mathurin-sur-Loire, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saint-Sulpice-sur-Loire, Blou, Longué-jumelles, Saint-Philbert-du-Peuple, Vernantes, Brézé, Epied, Saint-Cyr-en-Bourg, Bauné, Chaumont d’Anjou, Cornillé-les-Caves, Fontaine-Milon, Jarzé, Lué-en-Baugeois, Sermaise, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Les Alleuds, Saulgé-l’Hôpital;

het kanton Allonnes, behalve de gemeente Breille-les-Pins, het kanton Angers-Trélazé, behalve de gemeenten Angers en Trélazé, en de kantons Beaufort-en-Vallée, Gennes, Saumur nord en Saumur sud in hun totaliteit.

5.   Verband met het geografische gebied

Specificiteit van het gebied

Het geografische gebied van „Echalote d’Anjou” ligt op de buitenste ring van het Bekken van Parijs en wordt van oost naar west doorkruist door het Loiredal, waar vooral alluviale gronden en sedimentformaties van klei en kalk te vinden zijn. De bodems zijn relatief licht en fijnkorrelig en onder de grond bevindt zich een grote watervoorraad.

De Anjou kent een oceaanklimaat. „Douceur angevine” is de bekende term die vaak wordt gebruikt om het milde karakter van dit klimaat aan te duiden. De streek wordt gekenmerkt door gematigde temperaturen, geringe temperatuurverschillen gedurende het jaar (ongeveer 15 °C), regelmatige en gematigde neerslag (ongeveer 650 mm) en een zwakke wind. In 1842 werd in de „Statistique horticole du Maine-et-Loire” in het commissierapport melding gemaakt van de aanwezigheid van sjalotten in het departement.

In 1962 bundelen de producenten uit de regio Mazé hun krachten en ontwikkelen zij geleidelijk de productie van sjalotten van het type Jersey.

Vanaf de jaren 1975-1980 krijgt de teelt van lange sjalotten een flinke impuls. Daarbij ontstaan langzamerhand de specifieke kenmerken van de sjalottenproductiebedrijven in Anjou; zij bezitten een redelijk groot stuk grond waarop gemiddeld 3 tot 4 ha sjalotten kunnen worden verbouwd, aangevuld met andere gespecialiseerde teelten.

De technieken die vandaag de dag worden gehanteerd, berusten op traditionele gebruiken en teeltmethoden waarvoor veel menskracht wordt ingezet, waaronder: selectie van de gebruikte rassen en vermeerdering van de jonge plantjes (systematische onderdompeling in warm water), wisselteelt, bodembedekking, handmatig planten en uittrekken, wijze van drogen op de akker of tijdens het opslaan, prepareren van de partijen sjalotten (ontstelen), sorteren (visuele controle) en indeling in grootte vóór de goedkeuring. Dit alles zorgt ervoor dat dit kwaliteitsproduct gedurende bijna een jaar tot de volgende oogst kan worden verkocht.

Specificiteit van het product

„Echalote d’Ajou” wordt in het bijzonder gekenmerkt door:

haar vorm, die langer en dunner is dan die van de halflange variant. Haar buitenkant is aantrekkelijker voor klanten en consumenten; wanneer zij volgroeid is, heeft zij een meer rood-gele of nog lichtere kleur, tot lichtgeel;

haar chemische profiel: het drogestofgehalte bedraagt ten minste 16 %;

haar organoleptische profiel: ze voelt stevig aan en heeft lichtroze vruchtvlees en een malse consistentie. Ze ontwikkelt een oorspronkelijke aromatische intensiteit die qua geur en smaak scherp is te noemen en die haar onderscheidt van sjalotten die in andere regio’s worden verbouwd. Ook wordt zij daardoor vaker in de keuken gebruikt;

haar houdbaarheid: ze wordt volledig rijp geoogst, waardoor zij maanden onder geschikte omstandigheden kan worden opgeslagen en de bollen zeer stevig blijven, met minimaal gewichtsverlies;

haar regelmatige samenstelling: alle via vegetatieve vermeerdering verkregen bollen die worden geoogst, zijn genetisch volkomen identiek, wat niet mogelijk is bij materiaal dat via geslachtelijke voortplanting is verkregen (banaansjalot en zaaisjalot).

Door de vorm, textuur en kleur onderscheidt zij zich van hetzelfde product dat in andere regio’s wordt verbouwd. „Echalote d’Anjou” geniet tevens een grote bekendheid die de grenzen van de productieregio en zelfs van Frankrijk ruimschoots overschrijdt.

Causaal verband

Het verband met de oorsprong van de „Echalote d’Anjou” berust op de bijzondere kwaliteit en de bekendheid van de sjalot.

De afbakening van het geografische gebied is gebaseerd op een wisselwerking tussen natuurlijke en menselijke factoren waardoor de specifieke kenmerken van „Echalote d’Anjou” (langwerpige vorm, hoog drogestofgehalte, organoleptisch profiel, houdbaarheid en regelmatigheid) worden bepaald en waardoor deze zich van de productie van andere sjalotten onderscheidt.

De bodems hebben een fijne en regelmatige korrel, zodat de sjalotten gemakkelijk en diep kunnen wortelen en er zich op termijn op harmonieuze wijze een bol met een karakteristieke regelmatigheid en vorm ontwikkelt.

De grote beschikbaarheid van water in het geografische gebied draagt bij tot een regelmatige watertoevoer naar de plant; dat er in mei iets meer regen valt, correspondeert exact met de behoeften van de „Echalote d’Anjou”, die dan in de fase van bolvorming verkeert.

De „douceur angevine” komt overeen met de temperatuur die de „Echalote d’Anjou” nodig heeft en zorgt ervoor dat de plant geen schroeiplekken oploopt die de organoleptische kwaliteit ervan zouden kunnen aantasten.

De specifieke kenmerken van de „Echalote d’Anjou” vloeien tevens voort uit de knowhow die de producenten op basis van oude lokale praktijken hebben verworven. Het betreft praktijken die teruggaan tot de negentiende eeuw en die vanaf 1960 geleidelijk zijn gebundeld en zich verder hebben ontwikkeld.

Binnen de gespecialiseerde bedrijven is er altijd veel aandacht besteed aan de selectie van de rassen en de jonge plantjes, die bovendien aan technisch toezicht worden onderworpen. Door onderdompeling in warm water vóór de aanplant worden de bollen beschermd tegen eventuele aanvallen van bodemparasieten.

Nadat de bodem zorgvuldig is geprepareerd, worden de plantjes met de hand gepoot. Op deze wijze kan de plantdiepte worden aangepast om een zo harmonieus mogelijke ontwikkeling van „Echalote d’Anjou” te verkrijgen. Bij het uittrekken met de hand wordt een beroep gedaan op de kennis van de producenten. Zij weten wanneer de sjalotten voldoende rijp zijn.

De sjalotten worden op natuurlijke wijze op de akker gedroogd, waardoor een hoog drogestofgehalte wordt verkregen en een concentratie van de aroma’s van „Echalote d’Anjou” optreedt. Dat verleent haar haar kenmerkende scherpe geur en smaak.

„Echalote d’Anjou” geniet nationale bekendheid en haar faam heeft zich inmiddels tot buiten de Franse grenzen verspreid. Momenteel wordt bijna 40 % van de productie van „Echalote d’Anjou” in enkele Noord-Europese landen verkocht en naar de Verenigde Staten, Canada en Zuidoost-Azië geëxporteerd.

„Echalote d’Anjou” is bestemd voor de verkoop in supermarkten en vindt aftrek bij een groot, gespecialiseerd publiek dat dit product al lange tijd vooral om zijn regelmatige kwaliteit en houdbaarheid bijzonder waardeert. Ook dankzij volksevenementen als de „Grande fête de l’Echalote” (het grote sjalotfeest), die de Confrérie des amis de l’Echalote d’Anjou (de vereniging van de vrienden van de sjalot van de Anjou) in Chemellier organiseert, wordt de bekendheid van dit product bij het grote publiek in stand gehouden en vergroot.

Verwijzing naar de bekendmaking in het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-61e29c33-f813-43ef-9624-835de5798a87


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.