GROENBOEK Het opbouwen van een kapitaalmarktenunie /* COM/2015/063 final */
Voorwoord De prioriteit
van de Commissie – Europa's prioriteit – is banen en groei. Om Europa weer aan
het groeien te krijgen, is onze uitdaging investeringen in Europa's
ondernemingen en infrastructuur te ontsluiten. Het investeringspakket van 315
miljard EUR zal ertoe bijdragen dat proces een impuls te geven. Maar om de
investeringen voor de lange termijn te versterken, moeten we een echte
eengemaakte markt voor kapitaal – een kapitaalmarktenunie voor alle 28
lidstaten opbouwen. In vergelijking
met andere delen van de wereld blijft het Europese bedrijfsleven voor
financiering in hoge mate van de banken en relatief minder van de
kapitaalmarkten afhankelijk. Sterkere
kapitaalmarkten zouden de banken aanvullen als financieringsbron en zouden
ervoor zorgen: ·
dat
meer investeringen voor alle bedrijven, met name kleine en middelgrote
ondernemingen, en voor infrastructuurprojecten worden ontsloten; ·
dat
meer investeringen uit de rest van de wereld in de EU worden aangetrokken; en ·
dat
het financiële systeem stabieler wordt doordat een bredere reeks
financieringsbronnen toegankelijk wordt gemaakt. In essentie is
onze taak manieren te vinden om beleggers en spaarders aan groei te koppelen.
De kapitaalmarktenunie kan niet met één maatregel tot stand worden gebracht. In
plaats daarvan zullen er een reeks stappen zijn, sommige op zich bescheiden,
maar waarvan de impact cumulatief belangrijk zal zijn. Wij moeten de barrières
vaststellen en opheffen die tussen het geld van de beleggers en de
beleggingskansen staan, en de belemmeringen overwinnen waardoor de
ondernemingen de beleggers niet kunnen bereiken. Ook moeten wij ons systeem
voor het kanaliseren van die financiële middelen – de beleggingsketen – zowel
nationaal als grensoverschrijdend zo efficiënt mogelijk maken. Waarom is dit de
moeite waard? Enkele voorbeelden illustreren de potentiële voordelen. In de VS
ontvangen middelgrote ondernemingen, de motoren van groei in veel landen, vijf
keer meer financiering van de kapitaalmarkten dan in de EU. Als onze durfkapitaalmarkten
even diep waren, zou tussen 2008 en 2013 niet minder dan 90 miljard EUR aan
financiële middelen beschikbaar zijn geweest voor de financiering van
ondernemingen. Als de securitisaties van kleine en middelgrote ondernemingen -
op veilige wijze - nog maar weer half het niveau zouden kunnen bereiken waarop
zij vergeleken met vandaag in 2007 stonden, zou dit op ongeveer 20 miljard EUR
aan extra financiering kunnen neerkomen. Het is waar dat
veel van de kwesties waar het om gaat – insolventie- en effectenrecht, fiscale
behandelingen – al jarenlang besproken worden. De noodzaak om vooruitgang te
boeken is evenwel dringender dan ooit. Hoewel dit een langetermijnproject zal
zijn dat gedurende veel jaren een volgehouden inspanning vereist, mag dat er
ons niet van weerhouden om spoedig vorderingen te maken. Daarom zullen wij de
komende maanden: ·
voorstellen
ontwikkelen om securitisatie van hoge kwaliteit aan te moedigen en de balansen
van banken vrij te maken om krediet te verlenen; ·
de
Prospectusrichtlijn herzien om het voor ondernemingen, met name kleinere
ondernemingen gemakkelijker te maken financiering aan te trekken en beleggers
grensoverschrijdend te bereiken; ·
beginnen
werken aan het verbeteren van de beschikbaarheid van kredietinformatie over kleine
en middelgrote ondernemingen, zodat beleggers er gemakkelijker in kunnen
beleggen; ·
met
de sector samenwerken om een pan-Europese regeling voor onderhandse plaatsing
in te voeren om directe investeringen in kleinere ondernemingen aan te
moedigen; en ·
het
gebruik van nieuwe Europese langetermijninvesteringsfondsen ondersteunen om
investeringen in infrastructuur en andere langetermijnprojecten te kanaliseren. Dit groenboek
markeert het begin van een drie maanden durende raadpleging. Wij willen van de parlementsleden,
lidstaten, degenen die op de kapitaalmarkten werkzaam zijn en van alle
betrokken groepen horen wat zij denken over banen, groei en de belangen van de
Europese burgers. Die feedback zal ons helpen een actieplan te ontwikkelen om
tegen 2019 de bouwstenen te creëren voor een volledig functionerende
kapitaalmarktenunie. De richting die
wij uit moeten is duidelijk: de totstandbrenging van een eengemaakte markt voor
kapitaal van onder af aan, het aanwijzen van barrières en het een na een neerhalen
ervan, het creëren van een gevoel van dynamiek en het bijdragen aan het
ontstaan van een groeiend gevoel van vertrouwen in het investeren in de
toekomst van Europa. Het vrije verkeer van kapitaal is een van de
grondbeginselen waarop de EU is gebouwd. Laat ons meer dan vijftig jaar na het
Verdrag van Rome de kans grijpen om deze visie in realiteit om te zetten. Deel 1: Het
opbouwen van een kapitaalmarktenunie Het vrij verkeer
van kapitaal is meer dan vijftig jaar geleden verankerd in het Verdrag van
Rome. Het is een van de fundamentele vrijheden van de Europese Unie en moet de
kern vormen van de eengemaakte markt. Ondanks de vooruitgang die is geboekt,
blijven de kapitaalmarkten echter nog steeds gefragmenteerd en zijn zij meestal
op nationale leest geschoeid. Na een periode van verdieping is sinds de crisis
de integratiegraad van de financiële markten in de EU gedaald en trekken de
banken en beleggers zich op de thuismarkten terug. In vergelijking
met andere rechtsgebieden is kapitaalmarktfinanciering in Europa relatief
onderontwikkeld. Onze aandelen- obligatie-, en andere markten spelen een
kleinere rol in de financiering van groei en het Europese bedrijfsleven blijft
in hoge mate afhankelijk van banken, waardoor onze economieën kwetsbaar zijn voor
een verkrapping van de bancaire kredietverlening. Ook is er onvoldoende
beleggersvertrouwen en worden de Europese besparingen misschien niet altijd op
de productiefste wijze aangewend. De Europese beleggingsniveaus liggen ver
beneden hun historische norm en de Europese kapitaalmarkten zijn minder
competitief op globaal niveau. Om, naast andere
hervormingen van het bedrijfsklimaat, een duurzame terugkeer naar groei en
banencreatie te ondersteunen, moeten de kapitaalmarkten een grotere rol spelen
bij het kanaliseren van financiering naar de economie. In de praktijk betekent
dit dat ervoor wordt gezorgd dat obstakels voor het verkeer van kapitaal tussen
beleggers en degenen die financiering nodig hebben, zowel binnen een lidstaat
als grensoverschrijdend, worden vastgesteld en met de grond gelijk gemaakt. Het opbouwen van
een kapitaalmarktenunie is een essentiële initiatief in het werkprogramma van
de Commissie. Het zou zorgen voor grotere diversificatie in de financiering van
de economie en, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen, de kosten
voor het aantrekken van kapitaal doen dalen. Meer geïntegreerde
kapitaalmarkten, met name voor aandelen, zouden het schokabsorberend vermogen
van de Europese economie vergroten en meer investeringen mogelijk maken zonder
de schuldniveaus te verhogen. Een kapitaalmarktenunie moet - via efficiënte
marktinfrastructuur en bemiddelaars - de stroom van kapitaal van beleggers naar
Europese investeringsprojecten vergroten, de allocatie van risico en kapitaal
in de EU verbeteren en uiteindelijk Europa beter tegen toekomstige schokken
bestand maken. De Commissie
heeft er zich dan ook, met het oog op de maximalisering van de voordelen van de
kapitaalmarkten en niet-bancaire financiële instellingen voor de bredere
economie, toe verplicht tegen 2019 de bouwstenen van een alle lidstaten
omvattende goed gereguleerde en geïntegreerde kapitaalmarktenunie te creëren Een
kapitaalmarktenunie moet de EU dichter bij een situatie brengen waarin,
bijvoorbeeld, kleine en middelgrote ondernemingen even gemakkelijk als grote
bedrijven financiering kunnen aantrekken; de kosten van beleggingen en toegang
tot beleggingsproducten in de EU convergeren; het verkrijgen van financiering
via de kapitaalmarkten steeds eenvoudiger wordt; en het zoeken naar
financiering in een andere lidstaat niet wordt gehinderd door onnodige
juridische of toezichtsbarrières. Hoewel deze veranderingen ertoe zullen
bijdragen de afhankelijkheid van bankfinanciering te verminderen, zullen
banken, als kredietverleners aan een belangrijk deel van de economie en
bemiddelaars op de kapitaalmarkten, nog steeds een centrale rol in de
kapitaalmarktenunie spelen en van vitaal belang blijven in de Europese
economie. Niet al deze
uitdagingen zijn nieuw, maar door de behoefte aan groei van de EU moeten zij
dringend worden opgelost. Een en ander zal ook voor de dynamiek zorgen die
nodig is om vooruitgang te boeken. Het doel van dit groenboek is om op EU- en
nationaal niveau, met betrokkenheid van de medewetgevers, andere instellingen van
de EU, nationale parlementen en alle geïnteresseerden, het debat te beginnen
over de mogelijke maatregelen op korte en langere termijn om deze doelen te
bereiken. Een
kapitaalmarktenunie zal van een bankenunie verschillen: verdieping van de
kapitaalmarkten vereist stappen die van de essentiële elementen van de
bankenunie zullen verschillen. Doordat echter de focus van de bankenunie ligt
op het doorbreken van de link tussen bankfaillissementen en overheden in de
eurozone, zal zij zorgen voor een platform van stabiliteit om de ontwikkeling
van een kapitaalmarktenunie in alle lidstaten van de EU te schragen. Evenzo
zullen goed geïntegreerde kapitaalmarkten aan het weerstandsvermogen van de
Economische en Monetaire Unie bijdragen. Een
kapitaalmarktenunie moet op de volgende essentiële principes gebaseerd zijn: -
zij
moet de voordelen van de kapitaalmarkten voor de economie, banen en groei
maximaliseren; -
zij
moet een eengemaakte markt voor kapitaal voor alle 28 lidstaten creëren door
barrières voor grensoverschrijdende beleggingen binnen de EU op te heffen en
sterkere connecties met de globale kapitaalmarkten te bevorderen; -
zij
moet gebouwd zijn op solide grondslagen van financiële stabiliteit, met één
"rulebook" voor financiële diensten dat effectief en consistent wordt
gehandhaafd; -
zij
moet zorgen voor een effectief niveau van consumenten- en beleggersbescherming;
en -
zij
moet ertoe bijdragen beleggingen van over heel de wereld aan te trekken en de
competitiviteit van de EU te vergroten. 1.1 Totstandbrenging
van een kapitaalmarktenunie Het opbouwen van
een kapitaalmarktenunie is een project op lange termijn. Er wordt momenteel
reeds gewerkt aan één "rulebook", waarbij een groot aantal essentiële
hervormingen[1]
worden doorgevoerd. De aanpak van de Commissie zal gebaseerd zijn op een
beoordeling van de onafgedane prioriteiten, zowel in termen van waarschijnlijke
impact als van haalbaarheid, geschraagd door gedegen economische analyse,
effectbeoordeling en raadpleging, Op basis van de
uitkomst van deze raadpleging zal de Commissie trachten vast te stellen welke
maatregelen nodig zijn om de volgende doelstellingen te verwezenlijken: -
verbeteren
van de toegang tot financiering voor alle ondernemingen in Europa (met
name kleine en middelgrote ondernemingen) en investeringsprojecten zoals
infrastructuur; -
vergroting
en diversifiëring van de bronnen van financiering door beleggers
in de EU en over heel de wereld; en -
de
werking van de markten effectiever en efficiënter maken en
beleggers in contact brengen met degenen die financiering tegen lagere kosten
nodig hebben, zowel binnen lidstaten als grensoverschrijdend. De Commissie
voert breed overleg over de aard van de problemen, mogelijke maatregelen en de
toekenning van prioriteiten. Wetgeving is misschien niet altijd de passende
beleidsrespons op deze uitdagingen, en veelal zal de markt met oplossingen
moeten komen. Op andere gebieden zou het kunnen dat niet-wetgevende stappen en
de effectieve handhaving van de wetgeving inzake concurrentie en eengemaakte
markt voor de meeste vooruitgang zorgen. De Commissie zal marktgedreven
oplossingen ondersteunen wanneer het waarschijnlijk is dat deze effectief zijn,
en wijzigingen van de regelgeving alleen ondersteunen indien zij noodzakelijk
zijn. Voorliggend
document is als volgt gestructureerd. In deel 2 wordt beschreven op
welke wijze de Europese kapitaalmarkten momenteel gestructureerd zijn en wordt
een voorlopige analyse gegeven van enkele van de belemmeringen voor diepere en
meer geïntegreerde kapitaalmarkten. Verdere analyse wordt verstrekt in het
begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie. In deel 3
wordt naar ideeën gevraagd over de vroege beleidsprioriteiten die wij,
voortbouwend op de mededeling van de Commissie "Een investeringsplan
voor Europa[2],
willen bevorderen en worden onder meer kwesties behandeld zoals de
tenuitvoerlegging van de verordening inzake het Europees
langetermijninvesteringsfonds (Eltif), securitisatie van hoge kwaliteit,
kredietinformatie over kleine en middelgrote ondernemingen, onderhandse
plaatsing en de herziening van de Prospectusrichtlijn. In deel 4 wordt
naar ideeën gevraagd over de belemmeringen voor toegang tot financiering,
uitbreiding van de financieringsbronnen en het effectiever maken van de werking
van de markten, en de terreinen waar op basis van de ontvangen feedback
werkzaamheden zouden kunnen worden bevorderd. Belemmeringen voor
grensoverschrijdende kapitaalstromen houden ook verband met kwesties op het
gebied van insolventie-, ondernemings-, belasting- en effectenrecht, waar
verdere analyse en feedback nodig is om de omvang van de uitdaging op elk
gebied en passende oplossingen en prioriteiten vast te stellen. Door een verdere
openstelling van de nationale markten voor beleggers, emittenten en
bemiddelaars, de bevordering van de vrije stroom van kapitaal en het delen van
beste praktijken, moet de kapitaalmarktenunie ook gezien worden als een manier
om ertoe bij te dragen de markten op nationaal niveau te ontwikkelen. Gezien de
uiteenlopende niveaus van ontwikkeling van de kapitaalmarkten in de EU en het
bestaan van specifieke uitdagingen in verschillende lidstaten, kan de
beleidsrespons passende maatwerkmaatregelen op nationaal niveau vereisen, onder
meer op basis van de landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie in de
context van het Europees semester. De Commissie verzoekt de lidstaten over
specifieke uitdagingen voor de ontwikkeling van hun eigen markten overleg te
plegen en hun conclusies in het debat in te brengen. Deel 2:
Uitdagingen op de Europese kapitaalmarkten vandaag 2.1 Huidige
toestand van de kapitaalmarkten in Europa Afgezien van
directe bancaire kredietverlening zijn de kapitaalmarkten het belangrijkste
mechanisme via hetwelk potentiële beleggers degenen die op zoek zijn naar
financiering kunnen ontmoeten en voor een reeks gediversifieerde
financieringsbronnen voor de economie kunnen zorgen. Grafiek 1 geeft een
vereenvoudigd beeld van de stroom van financiële middelen in een economie.
Hoewel de kapitaalmarkten overwegend bij rechtstreekse financiering betrokken
zijn, hebben zij ook nauwe banden met de financiële bemiddelaars, die vaak
financiële middelen van de spaarders naar de beleggers kanaliseren. Grafiek
1. Gestileerd beeld van de kapitaalmarkten in het bredere financiële systeem De kapitaalmarkten
zijn in de jongste decennia in de EU gegroeid. De totale waarde van de
EU-aandelenmarkten bijvoorbeeld bedroeg eind 2013 8,4 biljoen EUR (ongeveer 65%
van het bbp), tegenover 1,3 biljoen in 1992 (22% van het bbp). De totale waarde
van de uitstaande obligaties bedroeg meer dan 22,3 biljoen EUR (171 % van
het bbp) in 2013, tegenover 4,7 biljoen EUR (74 % van het bbp) in 1992[3].
Niettemin
blijven de markten in vergelijking met andere rechtsgebieden onderontwikkeld.
De markten voor beursgenoteerde aandelen in de VS zijn (als percentage van het
bbp) bijna dubbel zo groot als die in de EU en zijn drie en een half keer
groter dan in Zwitserland (grafiek 2). Grafiek 2: De waarde van de aandelenmarkten en obligatiemarkten (% van het bbp) || || || || || De markten voor onderhands verhandelde aandelen in de VS zijn eveneens ongeveer tweemaal zo groot als in de EU, terwijl de markten voor onderhandse plaatsing van obligaties in de VS tot drie keer groter zijn. Tegelijkertijd zijn er grote verschillen in kapitaalmarktontwikkeling tussen de lidstaten in de EU. De waarde van de binnenlandse aandelenmarkt bijvoorbeeld bedroeg meer dan 121 % van het bbp in het VK, tegenover minder dan 10 % in Letland, Cyprus en Litouwen. || || || Bron: ECMI statistical package. || || || || Grafiek 3: Financieringspatronen bedrijven (in % van de totale passiva) || Europa is traditioneel meer afhankelijk van bancaire financiering, met bancaire kredietverlening die in de financiering van de marktsector een significant grotere rol speelt dan de uitgifte van obligaties op de markt (grafiek 3). In totaal maakt deze grotere afhankelijkheid van de bancaire kredietverlening de Europese economie, vooral de kleine en middelgrote ondernemingen, kwetsbaarder wanneer de bancaire kredietverlening verkrapt, zoals bij de financiële crisis gebeurde. || || || Bron: Eurostat, OESO. Noot: Leningen omvatten bankleningen en leningen tussen ondernemingen. || || || || Er zijn tussen
de ondernemingen en de lidstaten van de EU grote verschillen wat betreft de
toegang tot de kapitaalmarkten. De uitgifte van bedrijfsobligaties door
niet-financiële ondernemingen in de EU is opmerkelijk gestegen, hetgeen deels
te verklaren is uit een gunstig marktklimaat voor obligatie-emittenten vanwege
lage rentetarieven. Obligaties werden echter voornamelijk door grote
ondernemingen in tegenstelling tot kleine en middelgrote ondernemingen
uitgegeven. Ook concentreerde de obligatie-emissie zich op grotere markten, in
plaats van markten waar de financiering van bedrijven het meest problematisch
was. Hoewel de
kapitaalmarkten in de EU in termen van grensoverschrijdend bezit van financiële
instrumenten vóór de crisis meer geïntegreerd geraakten, is door de crisis aan
het licht gekomen dat een deel van die integratie gedreven werd door
wholesalebankingobligatiestromen, die bij schokken vatbaar zijn voor
plotselinge terugval. De aandelenmarkten in de EU blijven gekenmerkt door een
voorkeur voor de thuismarkt, hetgeen betekent dat potentiële risico’s en
beloningen niet over de grenzen heen gedeeld worden. Ook het grensoverschrijdend
bezit van obligaties blijft lager dan op een volledig geïntegreerde markt te
verwachten zou zijn. Zelfs de best presterende nationale markten in de EU
hebben onvoldoende kritieke omvang, hetgeen leidt tot een kleinere
beleggersbasis en minder financiële instrumenten om uit te kiezen. 2.2 Uitdagingen
en kansen van het opbouwen van een kapitaalmarktenunie Er zijn een
reeks andere obstakels voor de integratie en ontwikkeling van de
kapitaalmarkten van de EU, die hun oorsprong vinden in historische, culturele,
economische en juridische factoren, waarvan sommige diepgeworteld en moeilijk
te overwinnen zijn. Het gaat bijvoorbeeld om de historische voorkeur van het
bedrijfsleven voor bepaalde financieringsmethoden, de kenmerken van de pensioenvoorziening,
de toepassing van prudentiële voorschriften en administratieve hindernissen,
aspecten van corporate governance en vennootschapsrecht, lacunes in de gegevens
en kenmerken van veel belastingsystemen, alsook inefficiënte marktstructuren.
Zelfs op goed geïntegreerde kapitaalmarkten zullen sommige van deze verschillen
blijven bestaan. Om de voordelen van een volledig geïntegreerde eengemaakte
markt voor kapitaal te verkrijgen, is het noodzakelijk met name op de volgende
drie essentiële gebieden uitdagingen te overwinnen. Allereerst is,
aan de vraagzijde, het verbeteren van de toegang tot financiering, inclusief
tot risicokapitaal, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen
(bijvoorbeeld innovatieve en snelgroeiende starters) een belangrijke prioriteit.
Na verloop van tijd zal succes afhangen van het overwinnen van
informatieproblemen en de fragmentatie van essentiële marktsegmenten en het
verlagen van de kosten van toegang tot de kapitaalmarkten. Daarnaast zijn er
specifieke belemmeringen voor de financiering van langetermijnprojecten,
inclusief infrastructuurinvesteringen. In de tweede
plaats zal, aan de aanbodzijde, de ontwikkeling van de kapitaalmarkten in de EU
van de stroom van financiële middelen in kapitaalmarktinstrumenten afhangen. Het
stimuleren van de stroom van institutionele en retailbeleggingen in de
kapitaalmarkten zou de diversificatie van de financieringsbronnen bevorderen.
De groeiende bedrijfs- en private pensioenvoorziening in Europa zou tot een
verhoogde stroom van middelen naar een meer gevarieerde reeks van
beleggingsbehoeften via kapitaalmarktinstrumenten kunnen leiden en een
verschuiving naar marktfinanciering kunnen vergemakkelijken. Het verbeteren van
het vertrouwen van de retailbeleggers in de kapitaalmarkten en financiële
bemiddelaars zou de stroom van de, nu grotendeels in huizenvermogen en
bankdeposito's aangehouden, besparingen van huishoudens naar
kapitaalmarktinstrumenten vergroten. Het vergroten van het globale
concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de Europese kapitaalmarkten op
deze manier zou ook de stroom van investeringen kunnen stimuleren. In de derde
plaats zal het tot stand brengen van grotere, meer geïntegreerde en diepere
kapitaalmarkten afhangen van het overwinnen van de barrières die voor
fragmentatie van de markten zorgen en de ontwikkeling van specifieke
marktsegmenten tegenhouden. Het verbeteren van de effectiviteit van de
markten zou de EU in staat stellen de voordelen van grotere marktomvang en
-diepte te verkrijgen. Daartoe behoren meer concurrentie, grotere keuze en
lagere kosten voor de beleggers alsook een efficiëntere spreiding van risico en
betere risicodeling. Meer geïntegreerde kapitaalmarkten, met name voor
aandelen, zouden het schokabsorberend vermogen van de Europese economie
vergroten en meer investeringen mogelijk maken zonder de schuldniveaus te
verhogen. Goed functionerende kapitaalmarkten zullen de allocatie van kapitaal
in de economie verbeteren, ondernemers-, risicoactiviteiten en investeringen in
infrastructuur en nieuwe technologieën vergemakkelijken. Deel 3:
Prioriteiten voor vroege maatregelen De
Commissie heeft een aantal gebieden aangewezen waar de behoefte aan vooruitgang
op grote schaal wordt erkend en die potentieel hebben om vroege voordelen op te
leveren. In dit deel worden deze mogelijkheden geschetst en wordt
belanghebbenden naar hun mening gevraagd over specifieke elementen van elk
gebied. 3.1 Het
verlagen van de barrières voor de toegang tot kapitaalmarkten Het prospectus
is een gedetailleerd document met ondernemingsinformatie en de voorwaarden en
risico's van een belegging. Het is de poort tot de kapitaalmarkten voor
ondernemingen die op zoek zijn naar financiering, en de meeste bedrijven die
obligaties of aandelen willen uitgeven moeten er een samenstellen. Het is van
cruciaal belang dat het niet als een onnodige belemmering voor de
kapitaalmarkten werkt. De Commissie zal de huidige prospectusregeling
herzien via een specifieke openbare raadpleging die parallel aan dit
groenboek wordt gestart, om het voor ondernemingen (inclusief kleine en
middelgrote ondernemingen) gemakkelijker te maken in heel de EU kapitaal aan te
trekken[4]
en de invoering van groeimarkten voor kleine en middelgrote ondernemingen te
stimuleren. Bij de herziening zal worden gekeken wanneer een prospectus vereist
is, zal het goedkeuringsproces worden gestroomlijnd en zal de informatie in
prospectussen worden vereenvoudigd. 3.2 Het
verbreden van de beleggersbasis voor kleine en middelgrote ondernemingen De toegang tot
financiering van kleine en middelgrote ondernemingen heeft in de crisis meer te
lijden gehad dan die van grotere ondernemingen. De informatie over kleine en
middelgrote ondernemingen is doorgaans beperkt en gewoonlijk in het bezit van
banken, en sommige kleine en middelgrote ondernemingen hebben moeite om de
bredere beleggersbasis van niet-bancaire beleggers te bereiken die bij hun
financieringsbehoeften zouden kunnen passen. Het verbeteren van de
kredietinformatie zou bijdragen tot de opbouw van een efficiënte en duurzame
kapitaalmarkt voor kleine en middelgrote ondernemingen. De ontwikkeling van
een gemeenschappelijk minimumpakket van vergelijkbare informatie voor
kredietrapportage en -beoordeling zou kunnen bijdragen tot het aantrekken van
financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. Bovendien zou
gestandaardiseerde kredietwaardigheidsinformatie kunnen bijdragen tot de
ontwikkeling van financiële instrumenten voor de herfinanciering van leningen
aan kleine en middelgrote ondernemingen, zoals securitisatie ervan. Er zijn
werkzaamheden met betrekking tot credit scoring gestart waarvoor een breed
draagvlak bestaat bij de lidstaten. Met credit scoring wordt aan beleggers en
kredietverleners informatie verschaft over de kredietwaardigheid van kleine en
middelgrote ondernemingen. Toch beschikt in Europa ongeveer 25 % van alle
ondernemingen en ongeveer 75 % van de door directeur-eigenaar geleide
ondernemingen niet over een kredietscore. Mogelijke maatregelen op dit gebied
zouden aan de diversificatie van de financiering van innovatieve en
snelgroeiende starters kunnen bijdragen. Als eerste stap is de Commissie
voornemens in 2015 workshops rond kredietinformatie over kleine en middelgrote
ondernemingen te houden om deze werkzaamheden te bevorderen. 3.3 Totstandbrenging
van duurzame securitisatie Securitisatie,
het proces waarbij activa zoals hypotheken gepoold worden om beleggers erin te
laten investeren, kan een krachtig instrument zijn om risico over te dragen en
de kredietverleningscapaciteit van banken te vergroten. Sinds de crisis zijn
de securitisatie-activiteiten gedrukt gebleven, ondanks lage verliezen op
Europese securitisaties. De securitisatie-uitgifte in Europa bedroeg in 2014
ongeveer 216 miljard EUR, tegen 594 miljard EUR in 2007[5].
Een duurzame securitisatiemarkt van hoge kwaliteit in de EU die op
eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie-instrumenten
steunt, zou een brug kunnen slaan tussen banken en kapitaalmarkten. Met de
recentelijk gepubliceerde gedelegeerde handelingen inzake Solvency II en de
liquiditeitsdekkingsratio zijn de werkzaamheden om voor een integrale en
consistente prudentiële aanpak voor eenvoudige, transparante en
gestandaardiseerde securitisatie te zorgen reeds gestart. Naast deze
initiatieven hebben centrale banken, regelgevers, nationale autoriteiten en
vertegenwoordigers van de private sector voor een meer integrale aanpak van het
herstel van de securitisatie in de EU gepleit. Voor beleggers
zou een EU-wijd initiatief voor strenge eisen, rechtszekerheid en vergelijkbaarheid
tussen securitisatie-instrumenten moeten zorgen. Dit kader moet de
transparantie, consistentie en beschikbaarheid van essentiële informatie, met
name op het gebied van leningen voor kleine en middelgrote ondernemingen,
verhogen en de groei van secundaire markten om zowel uitgifte als beleggingen
te vergemakkelijken, bevorderen. De Commissie zal een raadpleging houden
over specifieke maatregelen om parallel aan dit groenboek aan deze
doelstellingen te voldoen. 3.4 Het
stimuleren van langetermijninvesteringen De investeringen
in de EU zijn van hun piek van 2007 significant gedaald en blijven beneden hun
historische norm. De Europese Commissie heeft reeds een investeringsplan
aangekondigd dat met de oprichting van het nieuwe Europees Fonds voor strategische
investeringen (EFSI)[6]
gedurende de komende drie jaar publieke en private investeringen in de economie
van ten minste 315 miljard EUR zal ontsluiten en heeft een mededeling
gepubliceerd over de langetermijnfinanciering van de Europese economie waarin
een reeks maatregelen om investeringen te stimuleren wordt uiteengezet. Het
onlangs afgeronde regelgevingskader voor het Europees
langetermijninvesteringsfonds (Eltif) zal beleggers in staat stellen voor de
lange termijn geld te steken in bedrijven en infrastructuurprojecten. Eltif’s
zouden vooral in de smaak moeten vallen bij beleggers zoals
verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen, die behoefte hebben aan vaste
inkomstenstromen of langetermijnkapitaalgroei. Ideeën
over de vraag welke verdere rol de Commissie en de lidstaten zouden kunnen
spelen in het ondersteunen van het gebruik van Eltif’s,
inclusief
de mogelijke uitbreiding tot Eltif’s van voordelen die momenteel voor nationale
regelingen beschikbaar zijn, zijn welkom. 3.5 De
ontwikkeling van Europese markten voor onderhandse plaatsing Een
van de manieren waarop bedrijven financiële middelen kunnen aantrekken, is via
onderhandse plaatsingen, waarbij een onderneming op niet-publieke markten aan
één persoon of aan een kleine groep beleggers een aanbod van effecten doet. Dit
kan voor bedrijven een meer kosteneffectieve manier zijn om financiële middelen
aan te trekken, en voor middelgrote tot grote ondernemingen en mogelijk ook
infrastructuurprojecten financiering beschikbaarder maken. Middelgrote
Europese bedrijven doen al jaren een beroep op de Amerikaanse markt voor
onderhandse plaatsing, en hebben in 2013 15,3 miljard dollar EUR aangetrokken.[7]
Sinds het begin van de financiële crisis is de populariteit van
onderhandse plaatsingen in Europa versneld toegenomen en hebben sommige
lidstaten markten voor onderhandse plaatsing ontwikkeld. Met name de Duitse en
de Franse binnenlandse markten voor onderhandse plaatsing hebben in 2013 voor
ongeveer 15 miljard EUR aan obligaties gezorgd. Belemmeringen voor
de ontwikkeling van pan-Europese markten zijn onder meer verschillen tussen
nationale insolventiewetten, gebrek aan gestandaardiseerde processen,
documentatie en informatie over de kredietwaardigheid van emittenten. Als eerste stap
in de richting van de ontwikkeling van Europese markten voor onderhandse
plaatsing heeft een consortium van sectororganisaties een markleidraad inzake
gemeenschappelijke marktpraktijken, beginselen en gestandaardiseerde
documentatie voor onderhandse plaatsingen opgesteld die verenigbaar is met een
verscheidenheid van rechtskaders. De leidraad is onlangs gepubliceerd en de
eerste uitgiften zouden er snel moeten komen. De Commissie verwelkomt deze
marktgestuurde aanpak, die ertoe zou kunnen bijdragen op korte termijn de
creatie van een Europese markt voor onderhandse plaatsing te vergemakkelijken. Vragen 1)
Welke gebieden moeten naast de voor maatregelen op korte termijn aangewezen
vijf prioriteitsgebieden prioriteit krijgen? 2)
Welke verdere stappen rond de beschikbaarheid en standaardisatie van
kredietinformatie in verband met kleine en middelgrote ondernemingen zouden een
diepere markt voor financiering van kleine en middelgrote ondernemingen en
starters en een bredere beleggersbasis kunnen ondersteunen? 3)
Welke ondersteuning kan aan Eltif’s worden geboden om gebruik ervan te
stimuleren? 4)
Moet, naast de ondersteuning van marktgestuurde inspanningen om
gemeenschappelijke standaarden af te spreken, door de EU actie worden
ondernomen om de ontwikkeling van markten voor onderhandse plaatsing te
ondersteunen? Deel 4:
Maatregelen om de kapitaalmarkten te ontwikkelen en te integreren Om de voordelen
van een volledig geïntegreerde eengemaakte markt voor kapitaal te verkrijgen,
is het noodzakelijk met name op de volgende drie essentiële gebieden
uitdagingen te overwinnen: -
verbeteren
van de toegang tot financiering voor alle ondernemingen (met name kleine
en middelgrote ondernemingen) in Europa en investeringsprojecten zoals
infrastructuur; -
uitbreiding
en diversifiëring van de bronnen van financiering door beleggers
in de EU en over heel de wereld; en -
de
werking van de markten effectiever maken, beleggers
efficiënter en goedkoper in contact brengen met degenen die financiering nodig
hebben, zowel binnen lidstaten als grensoverschrijdend. 4.1 Het
verbeteren van de toegang tot financiering Uiteindelijk
zullen, gezien de omvang en het belang ervan, goed functionerende aandelen- en
obligatiemarkten van cruciaal belang zijn om voor een effectieve
kapitaalmarktenunie en een zo breed mogelijke toegang tot financiering te
zorgen. Er zijn echter belangrijke wrijvingen in de financieringsstroom, met
name voor kleine of middelgrote ondernemingen, en voor projecten voor de
langere termijn, zoals infrastructuur, die beide van cruciaal belang zijn voor
de verhoging van de productiecapaciteit en de economische groei. Deze
financieringsproblemen zijn bijzonder uitgesproken in de lidstaten die door de
crisis het meest zijn getroffen. Kleine
en middelgrote ondernemingen zijn tot nu toe
altijd primair van bancaire financiering afhankelijk geweest. In de crisis zijn
de kredietverleningsbeslissingen van banken vanwege zowel de eigen
balansbeperkingen van banken als de stijgende kans op wanbetaling van
kredietnemers onvermijdelijk selectiever geworden. Hoewel de kapitaalmarkten de
rol van de bancaire kredietverlening aan kleine en middelgrote ondernemingen
kunnen aanvullen, zijn zij vanwege hun diversiteit en de schaarste aan
kredietinformatie vaak beter geschikt voor relationele kredietverlening. Alternatieve
financieringsbronnen kunnen echter, met name voor starters en kleine maar
snel groeiende ondernemingen in innovatieve sectoren een belangrijke rol
spelen. Deze ondernemingen vertonen doorgaans initieel lage niveaus van
kasstromen en zijn van externe financiering afhankelijk om te groeien. Bancaire
financiering alsook andere financieringsinstrumenten zoals leasing en factoring
zijn vaak moeilijk toegankelijk of ontoereikend voor bedrijven met significante
immateriële activa die niet gemakkelijk als zekerheid voor het verkrijgen van
bankleningen kunnen worden gebruikt. De toegang tot
de publieke kapitaalmarkten is duur, niet alleen voor kleine ondernemingen,
maar ook voor middelgrote ondernemingen die wellicht vaker dan kleine
ondernemingen op de publieke markten een beroep zullen doen om financiering aan
te trekken. De overname van emissies van aandelen en obligaties wordt
gekenmerkt door de substantiële vaste kosten als gevolg van due diligence en
regelgevingsvereisten. Daartoe behoren de kosten van de informatieverlening die
door beleggers of regelgevers wordt vereist, het voldoen aan andere vereisten
inzake corporate governance en het aanvragen van externe ratings. Bovendien
kunnen bedrijven in een vroeg stadium van ontwikkeling er commercieel belang bij
hebben geen gedetailleerde informatie over hun ondernemingsplan openbaar te
maken. Zij geven misschien niet graag de controle op of vermijden liever
verdere kritische blikken van de buitenwereld. Daardoor krijgen kleine en
middelgrote ondernemingen vaak geen toegang tot de publieke aandelen- en
obligatiemarkten, waardoor zij voornamelijk op de private aandelen- en
obligatiemarkten zijn aangewezen, die over het algemeen minder
gestandaardiseerd, complexer en vaak duurder zijn. Grote
bedrijven
hebben over het algemeen voldoende omvang om de vaste kosten van gebruik van de
kapitaalmarkten te rechtvaardigen en zijn groot genoeg dan dat elke
afzonderlijke uitgifte voldoende omvangrijk is om de aandacht van overnemers
van effectenemissies, beleggers en analisten te trekken. Hoewel de uitgifte van
bedrijfsobligaties in de jongste jaren significant is toegenomen, hetgeen deels
het teruglopen van de bancaire kredietverlening compenseert, is de emissie van
beursgenoteerde aandelen in Europa echter getemperd gebleven. Effectievere en
efficiëntere markten kunnen ertoe bijdragen de kosten voor de toegang tot die
markten te verlagen en zouden nuttig zijn voor alle ondernemingen. Ten slotte
moeten in de EU significant meer nieuwe investeringen in infrastructuur
gedaan worden om het concurrentievermogen van de EU op peil te houden. De
stroom van financiële middelen voor dergelijke projecten wordt echter ingeperkt
door kortetermijndenken, belemmeringen op het gebied van regelgeving en andere
factoren. Ook vertoont een groot aantal infrastructuurprojecten kenmerken van
collectieve goederen, hetgeen inhoudt dat private financiering alleen misschien
niet geschikt is om voor het optimale niveau van investeringen te zorgen.
Hoewel het Efsi een belangrijke bijdrage zal leveren aan het stimuleren van
investeringen in infrastructuurprojecten[8],
verwelkomt de Commissie ideeën over andere middelen om dit doel te bereiken. Informatieproblemen
aanpakken In Europa
benaderen de meeste kleine en middelgrote ondernemingen banken slechts wanneer
zij op zoek zijn naar financiering. Bijna 13 % van deze aanvragen wordt
afgewezen, hetgeen vaak toe te schrijven is aan het feit dat deze, ook al zijn
zij levensvatbaar, niet aan de gewenste risicoprofielen van banken
beantwoorden. Hoewel banken kleine en middelgrote ondernemingen soms naar
alternatieve verstrekkers van financiering verwijzen, werkt dit niet altijd:
soms zijn noch banken noch kleine en middelgrote ondernemingen voldoende op de
hoogte van het bestaan van alternatieven. Banken zouden kunnen worden
aangemoedigd om betere feedback aan kleine en middelgrote ondernemingen te
verstrekken waarvan de kredietaanvraag wordt geweigerd en grotere bekendheid te
geven aan alternatieve financieringskansen voor kleine en middelgrote
ondernemingen waaraan krediet werd geweigerd. De
internationale standaarden voor financiële verslaggeving (IFRS) hebben een
essentiële rol gespeeld in het bevorderen van één taal voor jaarrekeningen in
de EU, waardoor het voor grote beursgenoteerde bedrijven in de EU eenvoudiger
is geworden om toegang te verkrijgen tot de globale kapitaalmarkten. Het
opleggen van volledige toepassing van IFRS aan kleinere bedrijven, met name die
welke toegang wensen tot specifieke handelsplatformen, zou echter een bron van
extra kosten zijn. De ontwikkeling van een vereenvoudigde, gemeenschappelijk en
kwalitatief hoogstaande standaard voor jaarrekeningen die is toegesneden op de
ondernemingen die aan bepaalde handelsplatformen genoteerd worden[9], zou
een stap voorwaarts kunnen zijn in termen van transparantie en
vergelijkbaarheid, en, indien evenredig toegepast, ertoe kunnen bijdragen dat
bedrijven die grensoverschrijdende beleggers zoeken aantrekkelijker zijn voor
hen. De standaard zou een onderdeel van de groeimarkten voor kleine en
middelgrote ondernemingen kunnen worden en voor breder gebruik beschikbaar
zijn. De
transparantie van infrastructuurprojecten of -pijplijnen zou de
attractiviteit ervan voor private investeringen kunnen verhogen en de
regelgever helpen een meer op maat gemaakte prudentiële regeling voor
infrastructuurinvesteringen aan te nemen. In het verslag van de
investeringentaskforce van december 2014 is voorgesteld een centrale website op
EU-niveau op te zetten om links naar projecten/pijplijnen van de lidstaten te
verstrekken en informatie over EU-projecten op te nemen (bijvoorbeeld in het
kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en de Europese
structuur- en investeringsfondsen). Voortbouwend op het verslag van de
investeringentaskforce heeft de Commissie de oprichting voorgesteld van een
Europese investeringsprojectenpijplijn om de toegang tot informatie over
investeringskansen voor beleggers in de EU te vergemakkelijken en de deelname
van beleggers aan financiering te maximaliseren[10].
Daartoe behoren het opzetten van een speciale website en gemeenschappelijke
standaarden voor de presentatie van de informatie. Bij het opzetten van een
dergelijke pijplijn van projecten zal voortgebouwd worden op de werkzaamheden
die in sommige lidstaten reeds begonnen zijn. Standaardisatie
als een mechanisme om een impuls te geven aan markten Hoewel
standaardisatie niet zonder nadelen is, kan aan sommige markten een impuls
worden gegeven met een gemeenschappelijk reeks marktregelen, transparantie over
productkenmerken en consistent toezicht en consistente handhaving. Een zekere
mate van standaardisatie kan meer beleggers aantrekken en de liquiditeit en
diepte van de markt vergroten. Dit is met name het geval in kleinere lidstaten,
waar de markten geen minimale efficiënte omvang kunnen bereiken als zij zich
tot de binnenlandse pools van kapitaal moeten beperken. Indien
gemeenschappelijke standaarden niet noodzakelijk zijn of moeilijk te
verwezenlijken zijn, kunnen de beleidsinspanningen in plaats daarvan worden
gericht op de instelling van beste praktijken in heel de EU om de ontwikkeling
van bepaalde financiële instrumenten te bevorderen. De ontwikkeling
van een meer geïntegreerde Europese markt voor gedekte obligaties zou
tot de kosteneffectieve financiering van banken kunnen bijdragen en voor een
bredere reeks beleggingskansen voor beleggers kunnen zorgen. Het succes van
gedekte obligaties als financieringsinstrument hangt nauw samen met de
ontwikkeling van specifieke nationale wettelijke kaders. De Commissie zal in
2015 een raadpleging houden over de voordelen en de mogelijke vorm van een
EU-kader voor gedekte obligaties en op basis van de ervaring die met goed
functionerende nationale kaders is opgedaan beleidsopties presenteren om tot
grotere integratie van de markten voor gedekte obligaties te komen. De
Commissie zal ook bekijken of aan beleggers, naar het voorbeeld van de
vereisten inzake informatieverlening of kredietgegevens, meer informatie moet
worden verstrekt over de onderliggende zekerheid van gedekte obligaties en
andere gestructureerde obligaties. Ondanks de
recente groei van de emissie van bedrijfsobligaties, wordt deze sector
gekenmerkt door lage niveaus van standaardisatie en prijstransparantie. Hoewel
in de jongste jaren in sommige lidstaten nieuwe op retailbeleggers gerichte
elektronische handelsplatformen voor obligaties zijn ontstaan, kan een gebrek
aan standaardisatie een rem zetten op de ontwikkeling van de
obligatiehandelsplatformen en van een liquide secundaire markt. Grotere
standaardisatie van de emissies van bedrijfsobligaties zou de ontwikkeling van
een liquidere secundaire markt voor bedrijfsobligaties mogelijk kunnen maken.
De Commissie zou ideeën verwelkomen over de vraag of de mogelijkheid van de
ontwikkeling van een meer gestandaardiseerde obligatiemarkt verder moet worden
onderzocht, en of dit het best door een marktgestuurd initiatief dan wel door
regelgevend optreden kan worden gerealiseerd. Een andere
opkomende categorie van beleggingen met potentieel om voor verdere toegang tot
financiering te zorgen zijn milieu-, sociale en corporate
governance-beleggingen, zoals groene obligaties. De opbrengsten van groene
obligaties worden naar projecten en activiteiten doorgeleid die
klimaatdoeleinden of andere doeleinden in verband met milieuduurzaamheid
bevorderen. De snelle groei op deze markt wordt ondersteund door een
marktgestuurd standaardisatieproces, waarbij rekening wordt gehouden met
criteria voor selectie van groene obligaties die, onder meer, door de
Wereldbank, de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw
en Ontwikkeling zijn ontwikkeld. De marktdeelnemers ontwikkelen momenteel
vrijwillige richtsnoeren, bekend als 'beginselen inzake groene obligaties',
waarin transparantie wordt aangemoedigd en integriteit bij de ontwikkeling van
de markt voor groene obligaties wordt bevorderd door de aanpak voor de uitgifte
van groene obligaties te verduidelijken. De
ontwikkeling van alternatieve financieringsmiddelen mogelijk maken Hoewel men zou
kunnen denken dat mechanismen zoals peer-to-peer-lending en crowdfunding gezien
het online karakter ervan groot potentieel hebben om aan de financiering van de
economie over de nationale grenzen heen bij te dragen, is er beperkt bewijs van
grensoverschrijdende of pan-Europese activiteit. Als vervolg op de mededeling
over crowdfunding[11]
verzamelt de Commissie informatie over sectoraanpakken van informatieverlening
en aanpakken door de lidstaten van regelgeving. Volgens de voorlopige
resultaten zouden de verschillende nationale aanpakken op deze gebieden
crowdfundingactiviteiten lokaal kunnen aanmoedigen, maar niet noodzakelijk met
elkaar verenigbaar zijn in een grensoverschrijdende context. Vragen 5)
Welke verdere maatregelen zouden kunnen bijdragen aan het vergroten van de
toegang tot financiering en het kanaliseren van financiële middelen naar
degenen die ze nodig hebben? 6)
Moeten er maatregelen worden genomen om grotere liquiditeit op de markten voor
bedrijfsobligaties te bevorderen, zoals standaardisatie? Zo ja, welke
maatregelen zijn nodig en kunnen deze worden gerealiseerd door de markt, of
zijn regelgevingsmaatregelen vereist? 7)
Zijn andere maatregelen door de EU om de ontwikkeling van gestandaardiseerde,
transparante en verantwoorde milieu-, sociale en governance-beleggingen te
vergemakkelijken nodig dan ondersteuning van de ontwikkeling van richtsnoeren
door de markt? 8)
Schuilt er waarde in het ontwikkelen van een gemeenschappelijke standaard voor
jaarrekeningen op EU-niveau voor aan MTF’s genoteerde kleine en middelgrote
ondernemingen ? Moet een dergelijke standaard een onderdeel worden van
groeimarkten voor kleine en middelgrote ondernemingen? Zo ja, onder welke
voorwaarden? 9) Zijn er barrières voor de
ontwikkeling van passend gereguleerde crowdfunding- of peer-to-peer-platformen,
inclusief grensoverschrijdende? Zo ja, op welke wijze moeten die worden
aangepakt? 4.2
Ontwikkelen en diversifiëren van het aanbod van financiering De omvang van de
kapitaalmarkten hangt uiteindelijk af van de stroom van de besparingen naar de
kapitaalmarktinstrumenten. Om te gedijen, moeten de kapitaalmarkten aldus institutionele,
retail- en internationale beleggers aantrekken. Stimuleren
van institutionele beleggingen De
rol van institutionele beleggers op lange termijn op de kapitaalmarkten is
significant gegroeid. Regelgevingsbarrières en andere factoren kunnen evenwel
de stroom van institutionele beleggingen op lange termijn naar
langetermijnprojecten, inclusief beleggingen in infrastructuur, beperken. Met een beheerd
vermogen van meer dan 17 biljoen EUR speelt de Europese
vermogensbeheersector een centrale rol bij het kanaliseren van geld van
beleggers naar de economie. Dit succes is grotendeels het directe gevolg van
Europa's kaders voor beleggingsfondsen. Het icbe (instellingen voor collectieve
belegging in effecten)[12]-kader
voor beleggingsfondsen is een erkende internationale standaard, terwijl de
richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (AIFM)[13] een
kader gecreëerd heeft waarbinnen Europese beheerders van alternatieve
beleggingsfondsen kunnen opereren. De
regelgevingskosten om een fonds op te richten, een beheerder met een vergunning
te worden en fondsen over de grenzen heen te verkopen, verschillen in de
lidstaten. Vermindering van de kosten voor het opzetten van fondsen en
grensoverschrijdende verkoop meer in het algemeen zou de barrières voor
toetreding verlagen en meer concurrentie creëren. Naast nieuwe toetreders is
het ook belangrijk dat fondsen kunnen groeien en van schaalvoordelen
profiteren. De Commissie zou ideeën verwelkomen over
de vraag welke verdere beleidsmaatregelen institutionele beleggers zouden
kunnen aansporen grotere bedragen aan te trekken en te beleggen en in een
bredere reeks activa, zoals langetermijnprojecten, starters en kleine en
middelgrote ondernemingen te beleggen. De pensioen- en
verzekeringssectoren bezitten eveneens significante activa voor een bedrag van
ongeveer 12 biljoen EUR die kunnen bijdragen tot het financieren van
investeringen. De nieuwe prudentiële regeling
die vanaf 1 januari 2016 op verzekeraars van toepassing zal zijn,
Solvency II[14],
zal bedrijven in staat stellen meer in langtermijnactiva te investeren door
nationale beperkingen op de samenstelling van hun activaportefeuille op te
heffen[15].
Voorts heeft de Commissie ervoor gezorgd dat de standaardformule om de
kapitaalvereisten van verzekeraars te berekenen geen obstakels inhoudt voor
langetermijninvesteringen en het afstemmen van lange passiva en lange activa[16].
Hoewel deze inspanning is verwelkomd, hebben sommigen met betrekking tot de
kalibratie van de kapitaalvereisten van verzekeraars en banken een
maatwerkbehandeling van infrastructuurinvesteringen gevraagd. Verdere
werkzaamheden zijn nodig om met het oog op een mogelijke herziening van de
prudentiële regels en de creatie van infrastructuursubklassen obligatie- en/of
aandelenbeleggingen in infrastructuur met een lager risico aan te wijzen. Kapitalisatiestelsels
voor pensioenvoorziening spelen in sommige lidstaten een steeds grotere
rol. Dergelijke regelingen kunnen, wanneer zij voorzichtig en op een wijze die
hun maatschappelijke functie tot uiting brengt, worden beheerd, bijdragen aan
de houdbaarheid en toereikendheid van de pensioensystemen en zijn in toenemende
mate belangrijke investeerders in de Europese economie. De nieuwe regels inzake
bedrijfspensioenen die momenteel worden besproken zouden de barrières ervoor
kunnen opheffen dat pensioenregelingen meer in lange activa investeren.
Bovendien zou de uitwisseling van beste praktijken eveneens de verenigbaarheid
van nationale systemen kunnen vergroten. Wat individuele
pensioenen betreft zijn de aanbieders aan een aantal verschillende
EU-wetgevingsonderdelen onderworpen. Dit doet de vraag rijzen of de invoering
van een gestandaardiseerd product, bijvoorbeeld via een pan-Europese of '29e'
regeling, waardoor obstakels voor grensoverschrijdende toegang worden
opgeheven, de eengemaakte markt voor individuele pensioenvoorziening zou kunnen
versterken. Bij alle wijzigingen zou voor een effectieve mate van
consumentenbescherming, terwijl tegelijk ook de dekking en het gebruik worden
verbeterd, en passende beveiliging van de besparingen moeten worden gezorgd. Als
financieringsalternatief voor traditionele bankleningen of de uitgifte van
obligaties of aandelen spelen private equity en durfkapitaal een
belangrijke rol in de Europese economie. Maar de risicokapitaalmarkten
ontbreekt het vaak aan omvang; dit is niet alleen het geval voor de
effectenbeurzen die gespecialiseerd zijn in het financieren van snelgroeiende
bedrijven, maar ook voor investeringen in risicokapitaal in de opstart- of de
ontwikkelingsfase van nieuwe ondernemingen of in hightechbedrijven. De
risicokapitaalmarkten in de lidstaten verschillen ook sterk in ontwikkeling:
ongeveer 90% van alle beheerders van durfkapitaalfondsen is in acht lidstaten
geconcentreerd[17]. In sommige
lidstaten worden durfkapitaalfondsen met problemen geconfronteerd om de schaal
te bereiken die zij nodig hebben om hun portefeuillerisico te spreiden. Het
ontbreken van een aandelenbeleggingscultuur, gebrek aan informatie, een
gefragmenteerde markt en hoge kosten lijken hiervan de belangrijkste oorzaken
te zijn. In een poging om
de verstrekking van risicokapitaal in de vorm van aandelenparticipatie of
leningen op bepaalde voorwaarden aan startende ondernemingen en sociaal
ondernemerschap te bevorderen, heeft de EU in 2013 de EuVECA (Europees
durfkapitaalfonds)[18]-
en EuSE (Europees sociaalondernemerschapsfonds)[19]-verordeningen
ingesteld. Het gebruik ervan tot dusver is bemoedigend, maar er is ruimte voor
verdere groei. Waarschijnlijk zijn er een reeks barrières voor gebruik ervan op
grotere schaal. Een bijzonder punt van zorg dat is aangevoerd is dat
beheerders met een portefeuille van meer dan 500 miljoen EUR een dergelijk
fonds niet mogen oprichten of beheren noch deze aanduidingen mogen gebruiken om
de fondsen in de EU te verkopen. Het verbreden van de kring van
marktdeelnemers zou ervoor kunnen zorgen dat meer EuVECA's en EuSEF's
beschikbaar komen. Publieke
financiering kan eveneens een rol spelen: regionale autoriteiten zijn in
verschillende lidstaten belangrijke financiers van durfkapitaal. Via de
financiële instrumenten van de EU, zoals het Kaderprogramma voor
concurrentievermogen en innovatie (CIP), de Europese structuur- en
investeringsfondsen (ESIF)[20]
en door de structuurfondsprogramma’s ondersteunde aandelenfinanciering is met
succes durfkapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen gemobiliseerd. Met
het EU-programma voor het concurrentievermogen van kleine en middelgrote
ondernemingen (COSME)[21]
en de Horizon 2020-programma’s zal hierop worden gebouwd. Voorts zijn in
juli 2014 de staatssteunregels gewijzigd om in voorkomend geval meer ruimte te
bieden voor overheidsoptreden bij de ontwikkeling van de
risicofinancieringsmarkt en de verbetering van de toegang van kleine en
middelgrote ondernemingen en kleine of innovatieve midcapondernemingen.[22] De
uitdaging is op welke wijze de omvang van de durfkapitaalfondsen kan worden
uitgebreid en publieke en private financiering samen hieraan kunnen bijdragen. Het ontbreken
van uittredingsmogelijkheden voor beleggers kan eveneens een belemmering vormen
voor de ontwikkeling van durfkapitaalfinanciering. De Commissie wil graag weten
of maatregelen kunnen worden genomen om een beter klimaat voor business angels[23],
durfkapitaal en beursintroducties te creëren om voor betere
uittredingsstrategieën voor beleggers te zorgen en het aanbod van durfkapitaal
aan starters te stimuleren. Banken zullen
waarschijnlijk essentiële actoren en deelnemers aan de kapitaalmarkten blijven
als emittenten, beleggers en intermediairs, en zullen een belangrijke rol in de
kredietbemiddeling blijven spelen via hun rol in de financiering en
informatievoorziening. Tegelijkertijd zijn nieuwe technologieën en
bedrijfsmodellen in ontwikkeling, zoals peer-to-peer- lending of andere vormen
van niet-bancaire directe kredietverlening, waarbij getracht wordt financiering
aan kleine en middelgrote ondernemingen en starters aan te bieden. De Commissie
verwelkomt ideeën over de vraag of er belangrijke barrières bestaan om deze
diensten naast bancaire kredietverlening te gaan aanbieden en ontwikkelen. Vragen 10) Welke beleidsmaatregelen
zouden institutionele beleggers ertoe kunnen aanzetten om grotere bedragen aan
te trekken en in een bredere reeks van activa te investeren, vooral projecten
op lange termijn, kleine en middelgrote ondernemingen en snelgroeiende
innovatieve starters? 11) Welke stappen kunnen worden gezet om
de kosten voor fondsbeheerders te verminderen om fondsen op te zetten en in de
hele EU te verkopen? Welke barrières zorgen ervoor dat fondsen niet van
schaalvoordelen profiteren? 12) Moeten de werkzaamheden voor de
maatwerkbehandeling van investeringen in infrastructuur op bepaalde duidelijk
aanwijsbare subklassen van activa gericht zijn ? Zo ja, aan welke hiervan moet
de Commissie bij toekomstige herzieningen van de prudentiële regels zoals
CRDIV/CRR en Solvency II prioriteit verlenen? 13) Zou de invoering van een
gestandaardiseerd product, of de opheffing van de bestaande belemmeringen voor
grensoverschrijdende toegang, de eengemaakte markt voor pensioenvoorziening
versterken? 14) Zouden wijzigingen van de EuVECA- en
de EuSEF-verordeningen het voor beheerders van grotere EU-fondsen gemakkelijker
maken dit soort fondsen te beheren? Welke eventuele andere wijzigingen moeten
worden doorgevoerd om het aantal dergelijke fondsen uit te breiden? 15) Op welke wijze kan de EU private
equity en durfkapitaal verder ontwikkelen als een alternatieve
financieringsbron voor de economie? Welke maatregelen met name zouden de omvang
van durfkapitaalfondsen kunnen uitbreiden en de uittredingsmogelijkheden voor
durfkapitaalbeleggers vergroten? 16)
Zijn er belemmeringen voor de veilige uitbreiding van zowel de bancaire als de
niet-bancaire directe kredietverlening aan ondernemingen die financiering nodig
hebben? Stimuleren
van retailbeleggingen Retailbeleggers
in de EU hebben over het algemeen niet veel zin om rechtstreeks in de
kapitaalmarkten in de EU te beleggen en nemen overwegend aan collectieve
institutionele beleggingen deel. Europese huishoudens houden echter belangrijke
besparingen op bankrekeningen aan die in sommige gevallen productiever zouden
kunnen worden gebruikt. Dalende rente op deposito’s kan huishoudens enigszins
stimuleren om meer van hun financieel vermogen van banken naar op de markt
verhandelde effecten te verschuiven. Beleggingsfondsproducten
zoals icbe’s zijn bij retailbeleggers populair om in de kapitaalmarkten te
beleggen. Desondanks blijft het percentage van rechtstreekse deelname door
retailbeleggers aan icbe’s relatief laag: de private huishoudens waren in 2013
slechts voor 26 % eigenaar van beleggingsfondsen in de eurozone[24]. Om
voor een ruimer assortiment beleggingsfondsproducten en verhoogde concurrentie
te zorgen, is de Commissie geïnteresseerd in ideeën over hoe de
grensoverschrijdende deelname van retailbeleggers aan icbe’s zou kunnen worden
verhoogd. Retailbeleggers
zullen alleen op de kapitaalmarkten willen investeren als zij de markten en de
financiële bemiddelaars die daar werkzaam zijn vertrouwen en geloven dat deze
op veilige wijze een beter rendement op hun besparingen kunnen garanderen. Het
herstel van het vertrouwen van de beleggers is een essentiële
verantwoordelijkheid en uitdaging voor de financiële sector. Ook versterking van
de financiële geletterdheid zou consumenten in staat stellen financiële
producten effectiever en gemakkelijker te kiezen en te vergelijken. Er lopen
een aantal nationale programma's om de financiële geletterdheid en het
financiële onderwijs te verbeteren en er is het EU-project Consumer Classroom.
In sommige gevallen kunnen ook meer gestandaardiseerde of eenvoudige financiële
producten die in sommige lidstaten beschikbaar zijn nut hebben. Regelgeving en
toezicht kunnen ertoe bijdragen beleggersvertrouwen op te bouwen. De Europese
Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de Europese Autoriteit voor
verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) hebben via MiFID II[25] en
andere regelgeving meer bevoegdheden gekregen op het gebied van bescherming van
de belegger. Zoals in de recente evaluatie door de Commissie van de Europese
toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) vermeld[26],
zouden hun mandaten op het gebied van bescherming van consumenten/beleggers
kunnen worden verduidelijkt en uitgebreid indien dat noodzakelijk is. Het
vergroten van grensoverschrijdende concurrentie in de financiële retaildiensten zou
een grotere keuze, lagere prijzen en betere diensten kunnen brengen. Door
elektronische en mobiele instrumenten geleverde financiële diensten kunnen in
dit verband een bijdrage leveren, op voorwaarde dat aandachtsvelden in verband
met bescherming tegen fraude, hacking en witwassen van geld kunnen worden
aangepakt onder behoud van het gebruiksgemak voor de consumenten. De Commissie
zal beginnen met de voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot de wijze
waarop de eengemaakte markt voor financiële retaildiensten voor de consumenten
meer voordelen kan opleveren. Vragen 17)
Op welke wijze kan grensoverschrijdende deelname door retailbeleggers aan
icbe’s worden verbeterd? 18)
Op welke wijze kunnen de ETA’s er verder aan bijdragen dat voor consumenten- en
beleggersbescherming wordt gezorgd? 19) Met behulp van welke
beleidsmaatregelen zouden de retailbeleggingen kunnen toenemen? Wat zou er nog
meer kunnen worden gedaan om EU-burgers die toegang hebben tot de
kapitaalmarkten van de EU mondiger te maken en te beschermen? 20) Zijn er nationale beste praktijken
bij de ontwikkeling van eenvoudige en transparante beleggingsproducten voor
consumenten die kunnen worden gedeeld? Het
aantrekken van internationale beleggingen De Europese
kapitaalmarkten moeten open en wereldwijd competitief zijn, goed gereguleerd en
geïntegreerd om buitenlandse beleggingen aan te trekken, hetgeen betekent dat
strenge EU-eisen worden gehandhaafd om te zorgen voor marktintegriteit,
financiële stabiliteit en beleggersbescherming. Gezien het globale karakter van
de kapitaalmarkten is het belangrijk dat de kapitaalmarktenunie wordt
ontwikkeld rekening houdend met de bredere globale context. Hoewel de reductie
van de bruto kapitaalstromen na de crisis alle regio's heeft getroffen, hebben
de EU (en vooral de eurozone) de meest forse daling van de omvang van de bruto
kapitaalinstromen en -uitstromen als percentage van het bbp ondergaan. Alle
componenten van de bruto kapitaalinstromen (effectenverkeer, buitenlandse
directe investeringen en vorderingen waarvoor banken intermediëren) waren in
2013 lager dan in 2007. Volgens de
gegevens van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bedroeg eind 2013 de
globale totale stand van het grensoverschrijdende effectenverkeer 25 biljoen
EUR. De totale stand van het grensoverschrijdend effectenverkeer tussen de
lidstaten van de EU bedroeg 9,6 biljoen EUR, terwijl het effectenverkeer
afkomstig van buiten de EU 5 biljoen EUR bedroeg. Er is dan ook nog steeds veel
ruimte voor het aantrekken van extra aandelen- en obligatiebeleggingen uit
derde landen. Het beleid
inzake internationale handel en investeringen van de EU[27] heeft
een belangrijke rol te spelen in het ondersteunen van internationale
investeringen. De akkoorden inzake internationale handel en investeringen
liberaliseren het verkeer van kapitaal, reguleren de markttoegang en
investeringen, inclusief voor de levering van financiële diensten, en kunnen
ertoe bijdragen zowel een passend niveau van bescherming voor beleggers in
Europa als een gelijk speelveld in heel de EU tot stand te brengen[28].
Bovendien draagt de Commissie momenteel bij aan internationale werkzaamheden
met betrekking tot het vrij verkeer van kapitaal, inclusief bijvoorbeeld met
betrekking tot de Codes voor de liberalisatie van het kapitaalverkeer van de
OESO. De directe
verkoop van EU-beleggingsfondsen en andere beleggingsinstrumenten in derde
landen moet worden vergemakkelijkt. Dit zou kunnen worden gerealiseerd door de
barrières voor financiële instellingen en diensten van de EU om toegang te
hebben tot markten van derde landen te verminderen, inclusief, in voorkomend
geval, door de markten voor grensoverschrijdend vermogensbeheer in toekomstige
handelsakkoorden open te stellen. In het licht van
deze trends is de Commissie geïnteresseerd in ideeën over maatregelen die
zouden kunnen worden genomen om de attractiviteit van de EU-markten voor
internationale beleggers te vergroten. Vragen 21) Kunnen er extra maatregelen op het gebied van regulering van financiële diensten worden genomen om ervoor te zorgen dat de EU internationaal competitief is en een attractieve plaats is om in te investeren? 22) Welke maatregelen kunnen worden genomen om de toegang van EU-bedrijven tot beleggers en kapitaalmarkten in derde landen te vergemakkelijken? 4.3 Het
verbeteren van markteffectiviteit – bemiddelaars, infrastructuren en het
bredere rechtskader Eén
"rulebook" , handhaving en concurrentie De ontwikkeling
van één "rulebook" in de jongste jaren was een belangrijke stap naar
een meer geharmoniseerd regelgevingskader voor kapitaalmarkten waarin bedrijven
op een gelijk speelveld grensoverschrijdend kunnen concurreren. Het succes van
het ene "rulebook" hangt ook af van de effectieve tenuitvoerlegging
en consistente handhaving van de regels. Er zijn nog steeds enkele essentiële
onderdelen van de EU-wetgeving die ruimte laten voor de toevoeging van
vereisten, de zogenaamde 'gold-plating' door de lidstaten, en er zijn ook problemen
van verschillende interpretaties van regels ontstaan. De Commissie werkt er,
samen met de lidstaten en de ETA's, aan ervoor te zorgen dat de financiële
wetgeving van de EU correct ten uitvoer wordt gelegd en gehandhaafd op het
terrein. Concurrentie speelt een essentiële rol om ervoor
zorgen dat de consumenten de beste producten en diensten tegen toereikende
prijzen krijgen, en dat beleggingsstromen naar de meest productieve
toepassingen worden gekanaliseerd. De toetredingsbarrières voor concurrenten moeten
waar mogelijk worden opgeheven en de toegang tot de financiële
marktinfrastructuur moet worden verzekerd. Om meer efficiënte en goed
functionerende kapitaalmarkten te ondersteunen, heeft de Commissie zich in de
jongste jaren met gebruikmaking van haar concurrentiebevoegdheden met
verschillende zaken beziggehouden. De Commissie zal er blijven voor zorgen dat
het concurrentierecht rigoureus wordt toegepast om concurrentiebeperkingen of
-vervalsingen te vermijden van die erop van invloed zijn dat zich geïntegreerde
en goed functionerende markten ontwikkelen. Het beginsel van
het vrij verkeer van kapitaal moet eveneens worden gehandhaafd om
ongerechtvaardigde barrières voor beleggingsstromen binnen de EU aan te pakken.
Zo zouden vereisten die door lidstaten van ontvangst worden opgelegd aan
marktdeelnemers met een Europees handelspaspoort dat door hun lidstaat van
herkomst is verleend in sommige gevallen een ongerechtvaardigde barrière voor
het vrij verkeer van kapitaal kunnen vormen. Een meer stabiel, transparant en
voorspelbaar kader voor beleggers zou ertoe kunnen bijdragen dat vertrouwen
wordt opgebouwd en de attractiviteit van de eengemaakte markt als een plaats om
voor de lange termijn te investeren, wordt vergroot. Toezichtsconvergentie Hoewel de regelgevingskaders
voor de kapitaalmarkten grotendeels zijn geharmoniseerd, hangt het succes van
de hervormingen ook af van de tenuitvoerlegging en consistente handhaving van
de regels. De ETA's spelen een essentiële rol in het bevorderen van
convergentie. De Commissie heeft onlangs een rapport over de activiteiten van
de ETA's en het Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFS)[29]
gepubliceerd waarin een aantal gebieden werden aangewezen waar op korte en
middellange termijn verbeteringen zouden kunnen worden aangebracht. De
Commissie zal de werking en activiteiten van de ETA's alsook hun governance en
financiering blijven toetsen. De ETA's hebben
een belangrijke rol erin te spelen grotere toezichtsconvergentie te blijven
bevorderen en de focus op en het gebruik van peerreview en passende follow-up
uit te breiden. Voorts zou het gebruik van geschillenbeslechting waar deze
nodig is en onderzoeksbevoegdheden met betrekking tot vermeende inbreuken op
het EU-recht consistente tenuitvoerlegging en toepassing van het EU-recht op
heel de eengemaakte markt kunnen vergemakkelijken. Er zou verdere
aandacht kunnen worden geschonken aan de rol die in deze context door de ETA's
wordt gespeeld. Voor zover nationale toezichtsregelingen ertoe kunnen leiden
dat er verschillende niveaus van beleggersbescherming bestaan, er barrières
voor grensoverschrijdende activiteiten bestaan en bedrijven die op zoek zijn
naar financiering in andere lidstaten worden ontmoedigd, kan er voor de ETA's
een verdere rol weggelegd zijn in het vergroten van convergentie. Gegevens
en rapportage De ontwikkeling
van gemeenschappelijke gegevens en rapportage in heel de EU zou ertoe kunnen
bijdragen nauwere integratie van de kapitaalmarkten te ondersteunen. Zo is
voor de aandelenmarkten een "geconsolideerde
transactiemeldingsregeling" essentieel om voor de kwaliteit,
beschikbaarheid en tijdigheid van posttransactionele informatie te zorgen.
Mochten marktgestuurde inspanningen onvoldoende blijken om een geconsolideerde
transactiemeldingsregeling te realiseren die op redelijke commerciële grondslag
voor de marktdeelnemers gemakkelijk toegankelijk en bruikbaar is, dan kan
aandacht moeten worden geschonken aan andere oplossingen, inclusief het
toevertrouwen van het beheer van een geconsolideerde transactiemeldingsregeling
aan een commerciële entiteit. De Commissie zal er ook voor trachten te zorgen
dat de verspreiding van geconsolideerde informatie op commercieel redelijke
voorwaarden ongehinderd plaatsvindt. Meer efficiënte
aanpakken met betrekking tot toezichts- en marktrapportage waarbij de nationale
autoriteiten of ESMA betrokken zijn, bijvoorbeeld in verband met
gemeenschappelijke IT-aanpakken voor bepaalde rapportagevereisten, zou eveneens
nuttig kunnen zijn voor de marktdeelnemers. Ideeën over de vraag of en welke
verdere werkzaamheden nodig zijn om de gegevens en rapportage in de EU te
verbeteren zouden welkom zijn. Marktinfrastructuur-
en effectenrecht Marktinfrastructuur- en
effectenrecht – het 'buizennet' waarlangs beleggingen gekanaliseerd worden en
de wetten die ervoor gelden – zijn essentiële determinanten voor de efficiëntie
en het gemak waarmee beleggingen kunnen worden gedaan. Het regelgevingskader
dat voor de marktinfrastructuren geldt, wordt momenteel ingevoerd en omvat
wetgeving om voor de robuustheid van centrale tegenpartijen (CTP's) en centrale
effectenbewaarinstellingen (CSD's) te zorgen en het door het Eurosysteem
beheerde Target2Securities (T2S)-project. Zoals in het werkprogramma van de
Commissie aangekondigd, is de Commissie voornemens een wetgevingsvoorstel in te
dienen om een Europees kader te creëren voor het herstel en de afwikkeling van
systeemrelevante financiële instellingen zoals centrale tegenpartijen. Er zijn
echter bepaalde aspecten in verband met de handel ondersteunende marktinfrastructuren
waar verdere verbeteringen mogelijk zijn. Zekerheid is
een vitaal onderdeel van het financiële systeem omdat zij een groot aantal
transacties op de markt ondersteunt en
voor een veiligheidsnet zorgt bij problemen. De fluïditeit van zekerheid in
heel de EU is momenteel beperkt waardoor de markten niet efficiënt kunnen
werken. Sinds de financiële crisis is de vraag naar zekerheid gestegen,
gedreven door de vraag van de markt naar meer gedekte financiering alsook
nieuwe regelgevingsvereisten, als vastgesteld in de verordening Europese
marktinfrastructuur (EMIR)[30]
en de verordening kapitaalvereisten (CRR)[31].
Met de stijgende vraag naar zekerheid zijn er risico's dat dezelfde effecten
worden hergebruikt om meerdere transacties te ondersteunen, zoals het geval was
vóór de crisis, en internationaal zijn werkzaamheden aan de gang om naar deze
kwesties te kijken. Ideeën over de vraag of werkzaamheden moeten worden
ondernomen om een passend gereguleerde stroom van zekerheid in heel de EU te
vergemakkelijken, zijn welkom. Hoewel er
aanzienlijke vooruitgang geboekt is bij de harmonisering van de regels die
nodig zijn voor de transparantie en integriteit van de effectenmarkten,
verschilt ook de wetgeving betreffende rechten ten aanzien van effecten van beleggers
in de lidstaten. Beleggers kunnen dan ook moeilijk het risico van
kapitaalbeleggingen in de verschillende lidstaten beoordelen. De discussies
over deze kwestie zijn al meer dan een decennium oud en zijn gestart met het
tweede Giovaninni-rapport in 2003. Deze kwestie is echter complex, omdat
daarbij eigendoms-, contract- ondernemings- en insolventierecht alsook de
wetten met betrekking tot het bezit van effecten en collisie worden aangeroerd.
Volgens tegenstanders zouden harmonisatie op EU-niveau en één EU-definitie van
effecten niet noodzakelijk zijn. Voorts wordt geargumenteerd dan met de start
van Target 2 Securities half 2015 de juridische en operationele risico's in
verband met de overdracht en het bezit van effecten in alle rechtsgebieden zullen
verdwijnen, de kosten zullen verminderen en de grensoverschrijdende beleggingen
zouden kunnen toenemen. In het licht van deze beperkingen zouden ideeën welkom
zijn over de vraag of enige doelgerichte wijziging van wetgeving inzake
effecteneigendomsregels die materieel tot meer geïntegreerde kapitaalmarkten
binnen de EU zouden kunnen bijdragen haalbaar en wenselijk zijn. Een ander
belangrijk aspect bij de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor
securitisatie en financiëlezekerheidsovereenkomsten en ook van andere
activiteiten zoals factoring is het tot stand brengen van grotere
rechtszekerheid in gevallen van grensoverschrijdende overdracht van vorderingen
en de rangorde van dergelijke overdrachten, vooral in gevallen zoals
insolventie. De Commissie zal in 2015 een rapport publiceren waarin de
problemen en mogelijke oplossingen worden aangewezen. Banken spelen
een essentiële rol, niet alleen in de kredietverlening, maar ook in de
bemiddeling op de kapitaalmarkten, met name door het leveren van liquiditeit
via marketmaking. Volgens sommig onderzoek zijn er aanwijzingen dat de
liquiditeit in sommige marktsegmenten daalt, maar ook dat in de aanloop naar de
crisis liquiditeit te laag geprijsd was. De daling van de liquiditeit wordt
door sommigen aan een noodzakelijke marktcorrectie alsook een daling van het
marktvertrouwen in de nasleep van de crisis, door anderen aan globale
regelgevingsmaatregelen na de crisis toegeschreven. De Commissie is
geïnteresseerd in ideeën over de wijze waarop beter geprijsde en robuuste
liquiditeitsvoorwaarden tot stand kunnen komen, met name of maatregelen zouden
kunnen worden genomen om de liquiditeit in kwetsbare segmenten te ondersteunen
en of er barrières zijn voor de toetreding van nieuwe marktdeelnemers die een
rol kunnen spelen in het bij elkaar brengen van kopers en verkopers. Vennootschapsrecht,
corporate governance, insolventie en belastingheffing Er bestaat
EU-wetgeving op het gebied van corporate governance (bv. over
verklaringen inzake corporate governance[32],
over de grensoverschrijdende uitoefening van aandeelhoudersrechten[33]),
maar corporate governance blijft vaak het domein van het nationale recht en de
nationale standaarden. Na de financiële crisis is via twee raadplegingen een
herziening van het corporate governancekader van de EU ondernomen[34].
De aan de gang zijnde herziening van de richtlijn aandeelhoudersrechten is erop
gericht institutionele beleggers en vermogensbeheerders ertoe aan te moedigen
meer lang kapitaal aan bedrijven te verlenen. De bescherming
van de rechten van minderheidsaandeelhouders verbetert de corporate
governance en de attractiviteit van bedrijven voor buitenlandse beleggers,
omdat dit vaak minderheidsbeleggers zijn. Een ander aspect van gezonde
corporate governance is de efficiëntie van de raden van bestuur van
ondernemingen in termen van controle van de ondernemingsmanagers. Omdat de
raden van bestuur van ondernemingen de belangen van de beleggers beschermen,
zijn efficiënte en goed functionerende raden van bestuur van ondernemingen
eveneens zeer belangrijk om beleggingen aan te trekken. Ondanks
verschillende richtlijnen over vennootschapsrecht[35]
worden ondernemingen nog steeds met belangrijke obstakels voor hun grensoverschrijdende
mobiliteit en herstructureringen geconfronteerd. Verdere hervormingen van
het vennootschapsrecht kunnen nuttig zijn om barrières voor de
grensoverschrijdende vestiging en activiteiten van ondernemingen te overwinnen.
Verschillende
nationale conflictregels betreffende de interne werking van een
onderneming kunnen rechtsonzekerheid veroorzaken, aangezien deze tot een
situatie kunnen leiden waarin een onderneming tegelijkertijd onder de wetten
van verschillende lidstaten valt, bij voorbeeld in gevallen waarin een
onderneming als rechtspersoon wordt opgericht in één lidstaat, maar vooral
vanuit een andere lidstaat opereert. Hoewel de
bespreking rond de harmonisering van de materiële insolventiewetgeving
in de afgelopen 30 jaar traag gevorderd is vanwege de complexiteit ervan, is er
aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van conflictregels voor
grensoverschrijdende insolventieprocedures.[36]
De onderliggende nationale insolventiekaders zijn echter qua basiskenmerken en
effectiviteit nog steeds verschillend.[37] Het
verminderen van deze verschillen zou tot het ontstaan van pan-Europese
aandelen- en obligatiemarkten kunnen bijdragen door de onzekerheid te
verminderen voor beleggers die de risico's in verschillende lidstaten moeten
beoordelen. Voorts kunnen de ontoereikendheid in veel lidstaten van de regels
die vroege schuldherstructurering mogelijk maken, het ontbreken van
"tweedekansbepalingen", en de buitensporige duur en kosten van
formele insolventieprocedures tot lage inningspercentages van vorderingen voor
crediteuren leiden en beleggers ontmoedigen. Om vooruitgang met betrekking tot
insolventie te realiseren, heeft de Commissie een Aanbeveling inzake een nieuwe
aanpak van faillissement en insolventie[38] aangenomen
waarin zij de lidstaten dringend verzoekt vroegeherstructureringsprocedures en
'tweedekansbepalingen' in te voeren. In de aanbeveling worden de lidstaten
eveneens verzocht te overwegen de beginselen op consumenten met een te hoge
schuldenlast en consumentenfaillissement toe te passen. Een evaluatie van de
aanbeveling is gepland voor 2015. Verschillende belastingstelsels
in de lidstaten kunnen de ontwikkeling van een eengemaakte markt voor kapitaal
belemmeren. Zo kunnen zij obstakels voor grensoverschrijdende beleggingen zoals
pensioenen en levensverzekeringen creëren. Als vervolg op het witboek inzake
pensioenen[39]
heeft de Commissie een studie verricht over discriminerende regels betreffende
pensioen- en levensverzekeringskapitaal, -bijdragen en uitkeringen. De
Commissie zal in een later stadium de noodzakelijke maatregelen nemen als
discriminerende regels en discriminerende belastingregels met betrekking tot
grensoverschrijdende beleggingen door levensverzerkeringsmaatschappijen en door
pensioenfondsen in vastgoed worden vastgesteld. Ook de werkzaamheden met
betrekking tot het vereenvoudigen van de procedures voor posttransactionele
bronbelastingvermindering gaan voort. Naast de
verschillen in fiscale behandeling van marktdeelnemers in de lidstaten zijn er
ook verschillen in fiscale behandeling van verschillende vormen van
financiering die distorsies kunnen creëren. Zo zouden verschillen in de fiscale
behandeling van obligatie- en aandelenfinanciering de afhankelijkheid van
ondernemingen van obligatie- en bankfinanciering kunnen vergroten. Voorts
zouden verschillen in de lidstaten in de definitie van obligatie en aandeel en
de fiscale behandeling ervan, inclusief met betrekking tot
eigenvermogensinstrumenten, een gelijk speelveld kunnen hinderen, de markten
kunnen fragmenteren en mogelijkheden voor winstverschuiving kunnen creëren. Ten slotte is
het verkrijgen van financiering speciaal voor starters moeilijk omdat zij niet
over de zekerheid en de bewezen staat van dienst beschikken die aanbieders van
financiering kunnen geruststellen. Het is echter waarschijnlijker dat startende
ondernemingen innovaties brengen waarmee zij grote bestaande bedrijven van hun
marktpositie trachten te verdringen. De conclusie van een recente door de
Europese Commissie bestelde studie[40]
is dat het fiscaal stimuleren van O&O-uitgaven van jonge innovatieve
ondernemingen een effectieve praktijk is. Technologie Een belangrijke
aanjager van de integratie van de kapitaalmarkten is de snelle ontwikkeling van
nieuwe technologieën, die bijvoorbeeld tot de ontwikkeling van elektronische
handelsplatformen, flitshandel en zogenaamde "FinTech"-bedrijven
hebben bijgedragen. "Fintech" kan worden gedefinieerd als de
combinatie van innovatieve financiële diensten en de beschikbaarheid van
kapitaal via het gebruik van nieuwe (digitale) technologieën, zoals
crowdfunding. Volgens een recent rapport zijn sinds 2008 de globale
investeringen in FinTech-ondernemingen verdrievoudigd tot ongeveer 3 miljard
EUR in 2013; deze trend zal zich doorzetten nu het zich laat aanzien dat de
globale investeringen tegen 2018 tot 8 miljard EUR zullen groeien[41].
Het Europese en
nationale vennootschapsrecht heeft geen gelijke tred gehouden met de
technologische ontwikkeling, bijvoorbeeld door onvoldoende de voordelen van
digitalisering te integreren. De uitwisselingen van informatie tussen
ondernemingen, aandeelhouders en overheden vinden vaak nog steeds op papier
plaats. Zo kunnen bij veel ondernemingen aandeelhouders nog steeds niet
elektronisch stemmen en kunnen ondernemingen zich niet Europawijd online
registreren. Het gebruik van moderne technologieën op deze gebieden zou tot het
verminderen van de kosten en lasten kunnen bijdragen maar ook voor meer
efficiënte communicatie, vooral in een grensoverschrijdende context, kunnen
zorgen. Vragen:
23)
Zijn er mechanismen om de werking en efficiëntie van niet in dit groenboek behandelde
markten met name op het gebied van de werking van de aandelen- en
obligatiemarkten en liquiditeit te verbeteren? 24)
Zijn er naar uw mening gebieden waarop het ene "rulebook" onvoldoende
ontwikkeld is? 25)
Denkt u dat de bevoegdheden van de ETA's om voor consistent toezicht te zorgen
volstaan? Welke extra maatregelen betreffende toezicht op EU-niveau zouden
materieel bijdragen aan het ontwikkelen van een kapitaalmarktenunie? 26)
Zijn er, rekening houdend met vroegere ervaringen, doelgerichte wijzigingen van
de regels inzake effecteneigendom die tot meer geïntegreerde kapitaalmarkten
binnen de EU zouden kunnen bijdragen? 27)
Welke maatregelen zouden kunnen worden genomen om de grensoverschrijdende
stroom van zekerheid te verbeteren? Moet er worden gewerkt aan het verbeteren
van de juridische afdwingbaarheid over de grenzen heen van overeenkomsten
inzake zekerheid en saldering bij vroegtijdige beëindiging? 28)
Wat zijn de voornaamste obstakels voor geïntegreerde kapitaalmarkten als gevolg
van het vennootschapsrecht, inclusief corporate governance? Zijn er
doelgerichte maatregelen die tot het overwinnen ervan zouden kunnen bijdragen? 29)
Welke specifieke aspecten van de insolventiewetten zouden moeten worden
geharmoniseerd om het ontstaan van een pan-Europese kapitaalmarkt te
ondersteunen? 30)
Welke barrières rond belastingheffing zouden prioritair moeten worden bekeken
om tot meer geïntegreerde kapitaalmarkten binnen de EU en een robuustere
financieringsstructuur op ondernemingsniveau bij te dragen en via welke
instrumenten zou dit moeten gebeuren? 31)
Hoe kan de EU, ten voordele van geïntegreerde en efficiënte kapitaalmarkten,
het best de ontwikkeling door de markt van nieuwe technologieën en
bedrijfsmodellen ondersteunen? 32) Zijn er andere, niet in dit
groenboek vermelde kwesties, die naar uw mening maatregelen vereisen om een
kapitaalmarktenunie tot stand te brengen? Zo ja, om welke kwesties gaat het en
welke vorm zouden dergelijke maatregelen kunnen aannemen? Deel 5: Volgende stappen Op
basis van het resultaat van deze raadpleging zal de Commissie nadenken over de
prioritaire maatregelen die nodig zijn om tegen 2019 de bouwstenen te creëren
voor een geïntegreerde, goed gereguleerde, transparante en liquide
kapitaalmarktenunie voor alle 28 lidstaten. Naast het ondersteunen van
marktgestuurde initiatieven, waar mogelijk, zou een EU-optreden de vorm kunnen
aannemen van niet-wetgevende maatregelen, wetgeving,
concurrentiehandhavingsmaatregelen en optreden tegen inbreuken, alsook
landspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten in de context van het Europees
semester. De lidstaten worden aangemoedigd om na te gaan of barrières en
obstakels als gevolg van nationale wetgeving en praktijken bestaan en hoe deze
het best kunnen worden overwonnen. Belanghebbende
partijen wordt verzocht hun antwoorden op de vragen in dit groenboek tegen 13
mei 2015 via de online vragenlijst te verzenden: http://ec.europa.eu/finance/consultations/2015/capital-markets-union/index_en.htm. Tijdens
het raadplegingsproces:
zal
de Europese Commissie contact opnemen met het Europees Parlement om
directe feedback van haar leden in te winnen;
nodigt
de Europese Commissie de lidstaten uit om raadplegingen en evenementen met
het publiek en de nationale parlementsleden te organiseren om discussie
over de kapitaalmarktenunie op nationaal niveau te bevorderen; en
zal
de Europese Commissie op transparante en evenwichtige wijze workshops
organiseren om degenen die over specifieke technische expertise beschikken
(zoals academici, marktdeelnemers) te raadplegen om over specifieke
kwesties tot een weloverwogen oordeel te komen.
De Commissie zal in de
zomer van 2015 een conferentie organiseren om de raadpleging af te sluiten.
Later in 2015 zal een actieplan inzake de kapitaalmarktenunie worden
gepubliceerd. [1] Zoals
de wetgeving betreffende de markten voor financiële instrumenten (MiFID II),
marktmisbruik (MAR/MAD), beheerders van alternatieve beleggingsstellingen
(AIFMD), Europese marktinfrastructuur (EMIR) en centrale
effectenbewaarinstellingen (CSDR). [2] COM(2014) 903 def. van
26.11.2014. [3] ECMI Statistical package
2014. [4] Onderdeel
van het Refit-programma (programma voor gezonde en resultaatgerichte
regelgeving). [5] SIFMA/AFME
European Structured Finance Data Tables (4de kwartaal 2014). [6] Voorstel voor
een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees
Fonds voor strategische investeringen en tot wijziging van de Verordeningen
(EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013, COM(2015)10. [7] Zie ICMA-rapport over
het 3e kwartaal van 2014. [8] In
de context van infrastructuurinvesteringen kunnen de Europese structuur- en
investeringsfondsen (ESIF) ook een belangrijke rol spelen, op voorwaarde dat
aan de betrokken gerechtigdheidscriteria is voldaan. [9] Zoals multilaterale
handelsfaciliteiten (MTF’s). [10] Zie COM(2015)10 final,
artikel 9. [11] COM
(2014) 172. [12] Richtlijn
2014/91/EU. [13] Richtlijn 2011/61/EU en
tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de
Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010. [14] Richtlijn 2009/138/EG. [15] Afzonderlijk zorgt op
het gebied van bancaire prudentiële regelgeving de gedelegeerde handeling van
de Commissie inzake het liquiditeitsdekkingsvereiste (LRC) voor verhoogde
stimulansen voor investeringen in infrastructuur en kleine en middelgrote
ondernemingen die investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen zouden
vergemakkelijken. [16]
http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-14-578_en.htm [17] Het Verenigd Koninkrijk,
Duitsland, Zweden, Denemarken, Finland, Nederland, Frankrijk en Spanje. [18] Verordening
(EU) nr. 345/2013. [19]
Verordening (EU) nr. 346/2013. [20] Verordening (EU) nr.
1303/2013. [21] Verordening (EU) nr. 1287/2013. [22] 2014/C
19/04. [23] Business
angels zijn individuele investeerders, meestal met ondernemingservaring, die
kapitaal voor starters verstrekken. [24] Fact Book 2014,
European Fund and Asset Management Association. [25] Richtlijn
2014/65/EU en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU. [26] COM(2014) 509. [27] COM (2010) 343. [28] De EU streeft er ook naar in haar handels- en
investeringsakkoorden voor passende garanties te zorgen om passende bescherming
te waarborgen op gebieden zoals veiligheid, gezondheid, milieubescherming of
culturele diversiteit. [29] COM(2014) 509. [30] Verordening (EU) nr.
648/2012. [31] Verordening (EU) Nr.
575/2013 en
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 Voor de EER relevante
tekst. [32] Richtlijn 2006/46/EG. [33] Richtlijn 2007/36/EG. [34]
COM(2010) 284 en COM(2011) 164. [35] Bijvoorbeeld Verordening
2157/2001 van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG. [36] Verordening 1346/2000
betreffende insolventieprocedures zal in 2015 door een verbeterd
rechtsinstrument worden vervangen. [37]
Werkdocument van de diensten van de Commissie (2014) 61 final. [38]
Aanbeveling van de Commissie C(2014) 1500. [39] Voortbouwend
op de groenboekraadpleging van 2010 is op 16 februari 2012 het witboek
"Een agenda voor adequate, veilige en duurzame pensioenen"
aangenomen. In het witboek wordt de stand van zaken opgemaakt inzake de
uitdagingen met betrekking tot de toereikendheid en houdbaarheid van de
pensioensystemen en worden een reeks beleidsmaatregelen op EU-niveau
voorgesteld. [40] CPB (2014),
"Study on R&D tax incentives", Taxation papers No 52. [41] http://www.accenture.com/SiteCollectionDocuments/PDF/Accenture-Rise-of-Fintech-New-York.pdf