1.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 30/2 |
Conclusies van de Raad over doeltreffend leiderschap in het onderwijs (1)
2014/C 30/02
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
1. |
In de conclusies van de Raad van 26 november 2009 over de professionele ontwikkeling van leerkrachten en schoolleiders wordt geconstateerd dat effectief schoolleiderschap in belangrijke mate bijdraagt tot de totstandkoming van de algehele onderwijs- en leeromgeving door aspiraties te verhogen, leerlingen, ouders en personeel ondersteuning te bieden, en aldus de prestaties op een hoger peil te brengen, en dat het daarom van het grootste belang is te waarborgen dat schoolleiders de capaciteiten en eigenschappen hebben, of kunnen ontwikkelen, die nodig zijn ter vervulling van het toenemende aantal taken waarmee zij geconfronteerd worden. |
2. |
In de conclusies van de Europese Raad van 13-14 december 2012 worden de Raad, de lidstaten en de Commissie opgeroepen spoedig te zorgen voor een follow-up van het initiatief „Een andere kijk op onderwijs”, terwijl in de volgende Raadsconclusies, van 15 februari 2013, over „Investeren in onderwijs en opleiding” — een antwoord op „Een andere kijk op onderwijs” de lidstaten wordt verzocht het beroepsprofiel van leraren, met inbegrip van schoolleiders, te herzien en te versterken en het binnen de open coördinatiemethode beschikbare potentieel van samenwerking en collegiaal leren ten volle te benutten. |
3. |
In de Europa 2020-strategie, en in het bijzonder in de jaarlijkse groeianalyse 2013, worden de lidstaten opgeroepen toekomstig groeipotentieel in stand te houden door, waar mogelijk, prioriteit te geven aan het opvoeren van de onderwijs- en opleidingsinvesteringen en zorg te dragen voor de doelmatigheid daarvan. |
ALSMEDE IN HET LICHT VAN:
— |
de door het Litouwse voorzitterschap georganiseerde conferentie over Leiderschap in het onderwijs op 9 en 10 september 2013 in Vilnius, die vertegenwoordigers van de lidstaten van de EU, kandidaat-lidstaten en EVA-staten een platform heeft geboden om, samen met de Europese Commissie, bij te dragen aan het beleidsdebat over dit belangrijke onderwerp; |
— |
de op 11 en 12 oktober 2013 te Vilnius gehouden Comenius-conferentie Ontwikkel uw school met steun uit EU-programma's, een conferentie ten behoeve van schoolleiders. |
NEEMT MET BELANGSTELLING KENNIS VAN:
de mededeling van de Commissie „Naar een opener onderwijs” (2) waarin de lidstaten wordt verzocht innovatief onderwijzen en leren voor iedereen te bevorderen en te ontwikkelen door middel van een passend gebruik van nieuwe technologieën en open leermiddelen (OER's).
BEKLEMTOONT HET VOLGENDE:
1. |
De Europese onderwijs- en opleidingsstelsels zijn essentieel voor groei, concurrentievermogen en maatschappelijke samenhang in een kennismaatschappij, en vereisen daarom krachtig en doeltreffend leiderschap op alle niveaus. De huidige leidinggevenden in het onderwijs zien zich gesteld voor een veelheid aan uitdagende taken, waarbij zij niet alleen verantwoordelijk zijn voor de verbetering van de onderwijskwaliteit en voor hogere prestatieniveaus, maar ook voor het beheer van personele en materiële middelen. |
2. |
Leiderschap in het onderwijs vergt een veelheid aan sterk ontwikkelde, op kernwaarden stoelende vaardigheden. Het vraagt om professionele inzet, het vermogen tot motiveren en inspireren, goed beheer, pedagogische en communicatieve vaardigheden. Goede leiders in het onderwijs ontwikkelen een strategische visie ten behoeve van hun instellingen, zijn een voorbeeld voor lerenden en leerkrachten, en spelen een doorslaggevende rol bij de totstandbrenging van een werkzaam en aantrekkelijk klimaat dat bevorderlijk is voor het leren. Ook is voor hen een belangrijke taak weggelegd bij het creëren van daadwerkelijke banden tussen de verschillende onderwijs- en opleidingsniveaus, het gezin, de arbeidsmarkt en de plaatselijke gemeenschap, in een gemeenschappelijk streven de leerlingen tot betere prestaties te brengen. |
3. |
De selectie, de werving, de opleiding en het behoud van personeel dat het meest geschikt is voor leidinggevende posities in onderwijsinstellingen, alsmede het bieden van gunstige voorwaarden voor hun professionele ontwikkeling, zijn dan ook punten van doorslaggevend belang en vergen de zorgvuldige aandacht van de besluitvormers. |
4. |
Leiderschap in het onderwijs kan doeltreffend zijn indien:
|
IS HET DERHALVE OVER HET VOLGENDE EENS:
1. |
Innovatieve benaderingen van leiderschap kunnen behulpzaam zijn bij het aantrekken en behouden van kandidaten van het hoogste kaliber, en er mede toe bijdragen dat leeromgevingen berekend zijn op de innovaties die zich voortdurend in hoog tempo aandienen binnen het onderwijs, en dat zij daar maximaal profijt van kunnen trekken. |
2. |
Ook moet de rol van leidinggevenden in het onderwijs worden geprofessionaliseerd, versterkt en ondersteund, doordat allereerst wordt onderzocht welke vaardigheden deze rol vereist, gestructureerdere beroepsloopbanen worden ontwikkeld en wordt beoordeeld welke de specifieke behoeften op het gebied van professionele ontwikkeling zijn van degenen die leidinggevende posities op zich nemen; voorts dienen de betrokkenen over goede opleidingsmogelijkheden te kunnen beschikken. |
3. |
Er moet sprake zijn van voldoende autonomie, flexibiliteit en verantwoordingsplicht zodat leidinggevenden in het onderwijs tot innovatieve vormen van leiderschap kunnen ontwikkelen en de omstandigheden kunnen creëren waarin andere personeelsleden worden aangemoedigd leiderschapsverantwoordelijkheden op zich te nemen. |
4. |
Personeel in leidinggevende posities dient de nodige competenties voor de betrokken posities te bezitten of te verwerven, en regelmatig te actualiseren, onder meer om doeltreffend gebruik te kunnen maken van nieuwe technologieën en managementtechnieken ter bevordering van innovatief leren en een efficiënt beheer van hun instelling. |
BEVESTIGT DAT:
Hoewel de verantwoordelijkheid voor de organisatie en de inhoud van de onderscheiden onderwijs- en opleidingsstelsels een uitsluitende bevoegdheid blijft van de afzonderlijke lidstaten kan, door samenwerking en uitwisseling van beste praktijken op het gebied van leiderschap in het onderwijs, op Europees niveau een bijdrage worden geleverd door het steunen en aanvullen van maatregelen op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau met behulp van de open coördinatiemethode, steunend op een doelmatig gebruik van EU-programma's, met name Erasmus+.
VERZOEKT DE LIDSTATEN:
A. om, in overeenstemming met de nationale omstandigheden, en met inachtneming van het beginsel van kansengelijkheid, steun te bieden voor nieuwe manieren om de daadwerkelijke en verantwoordingsplichtige autonomie van onderwijsinstellingen en hun leidinggevenden te versterken, met name door:
1. |
de autonomie van onderwijsinstellingen en leidinggevenden in het onderwijs met betrekking tot pedagogische aangelegenheden en de interne toewijzing van middelen te bevorderen, waarbij er zorg voor dient te worden gedragen dat de nodige fondsen en steun voorhanden zijn voor een doeltreffende aanpassing aan en reactie op specifieke en veranderende plaatselijke omstandigheden; |
2. |
de taken en verantwoordelijkheden duidelijk te omschrijven, en erin te voorzien dat de voor leidinggevenden in het onderwijs vereiste competenties worden ondersteund en versterkt door middel van verschillende vormen van professionele ontwikkeling, met inbegrip van netwerkvorming tussen deze leidinggevenden; |
3. |
ervoor te zorgen dat er sprake is van weloverwogen besluitvorming en een ruimere verantwoordingsplicht, bijvoorbeeld door het gebruik van slimme gegevens, te zorgen voor kwaliteitsborgingsmechanismen en specifieke maatregelen uit te werken voor onderwijsinstellingen in achterstandsgebieden; |
4. |
empirische gegevens te verzamelen voor doelmatige en succesvolle vormen van leiderschap op onderwijsgebied in uiteenlopende nationale contexten, met name om te komen tot een optimaal evenwicht tussen autonomie, flexibiliteit en verantwoordingsplicht, en het inschatten van het effect van innovatieve benaderingen op de kwaliteit van het onderwijs en op de leerresultaten. |
B. om leidende posities in het onderwijs aantrekkelijker te maken, met name door:
1. |
zorg te dragen voor een grotere professionalisering, teneinde de meest geschikte kandidaten aan te trekken; |
2. |
leidinggevenden in het onderwijs in de gelegenheid te stellen zich te concentreren op verbetering van het onderwijs en van het leren in hun instellingen, onder meer door te streven naar een beter evenwicht tussen louter administratieve taken en de kerntaken op het gebied van onderwijs en leren; |
3. |
aantrekkelijke vormen van initieel onderwijs, ondersteuning aan het begin van de loopbaan en bij- en nascholing van leidinggevenden in het onderwijs te zoeken en uit te werken, onder meer door sectordoorsnijdende samenwerking met andere belanghebbenden zoals het bedrijfsleven en de sociale partners; |
4. |
het bevorderen van teamwork en een klimaat van flexibel leiderschap, bijvoorbeeld door binnen de school ad-hocteams in te stellen die zich over specifieke uitdagingen moeten buigen, en door buiten de school netwerken te vormen voor samenwerking en de uitwisseling van ervaring; |
5. |
specifieke maatregelen, wederzijds leren en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om te komen tot een evenwicht tussen mannen en vrouwen onder leidinggevenden in het onderwijs. |
C. om, waar dat passend is, innovatieve benaderingen met betrekking tot effectief leiderschap in het onderwijs te bevorderen, met name door:
1. |
rekening te houden met de specifieke behoeften van onderwijsinstellingen en door goede criteria voor kwaliteitswaarborging toe te passen bij het selecteren van toekomstige leidinggevenden; |
2. |
het leiderschapspotentieel van het personeel van onderwijsinstellingen te erkennen en te bevorderen, met name door „gespreid leiderschap”, waarbij de betrokkenen de gelegenheid krijgen tot samenwerking met collega's in andere instellingen en zij gestimuleerd worden en mogelijkheden krijgen om hun potentieel te dezen te ontwikkelen; |
3. |
het stimuleren van de totstandbrenging van innoverende onderwijs- en leeromgevingen, onder meer door een passend gebruik van ICT en open leermiddelen, zowel ten behoeve van didactische ondersteuning als ten behoeve van het management; |
4. |
het tot stand brengen en in stand houden van netwerken voor het initiëren en ontwikkelen van doeltreffende vormen van leiderschap in het onderwijs alsmede het stimuleren en bevorderen van intercollegiaal leren onder mensen met een leidende positie in het onderwijs. |
VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:
1. |
Optimaal gebruik te maken van de open coördinatiemethode om beste praktijken te bevorderen en de ontwikkeling van professioneel leidinggeven op het gebied van onderwijs op school, volwasseneneducatie en beroepsonderwijs en -opleiding te stimuleren, alsmede waar nodig op politiek niveau zorg te dragen voor regelmatige feedback. |
2. |
Samenwerking en partnerschappen voor een daadwerkelijke innovatie op het gebied van leidinggeven en ten behoeve van de professionele ontwikkeling van leidinggevenden in het onderwijs te bevorderen — onder meer door sectordoorsnijdende samenwerking tussen scholen, hoger onderwijs- en beroepsopleidingsinstellingen en het bedrijfsleven — met steun van Europese financiering, onder meer via het Erasmus+-programma en de Europese Structuurfondsen, waaronder met name het Europees Sociaal Fonds. |
3. |
De uitwisseling van goede praktijken en de ontwikkeling van innovatieve vormen van doeltreffende leiderschap in het onderwijs te bevorderen bijvoorbeeld door middel van acties in het kader van het strategisch partnerschap van het Erasmus+-programma, onder meer door leidinggevenden in het onderwijs te stimuleren tot samenwerking met verschillende belanghebbenden zoals ondernemingen, verenigingen uit het maatschappelijk middenveld en onderwijsinstellingen van verschillende niveaus, zowel internationaal als binnen de plaatselijke gemeenschap. |
4. |
Verder onderzoek te doen naar de mogelijkheden van platforms zoals eTwinning ter ondersteuning van sectordoorsnijdende uitwisselingen met betrekking tot innovatief leidinggeven, door het aanbieden van virtuele ruimten waarin leidinggevenden uit het onderwijs kunnen samenwerken en doeltreffende en innoverende praktijken kunnen verspreiden. |
5. |
Verder onderzoek naar effectief leiderschap in het onderwijs te propageren er ervoor te zorgen dat de resultaten ervan worden verspreid. |
6. |
Meer steun te bieden ten behoeve van nationale en regionale netwerken van belanghebbenden op het gebied van leidinggeven in het onderwijs, en mede zorg te dragen voor passende verspreiding en follow-up van hun werk op Europees niveau, onder meer via het Europees Beleidsnetwerk voor leidinggevenden op school, en door optimaal gebruik te maken van via internationale samenwerking verworven inzichten. |
(1) In het kader van deze tekst wordt de term „leiderschap” enkel gebruikt binnen de context van scholen, beroepsonderwijs en -opleiding en instellingen voor onderwijs aan volwassenen.
(2) 14116/13.