12.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 195/22


Ontwerpadvies van het Europees Comité van de Regio's — Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa

(2015/C 195/04)

Rapporteur

:

Cristina Mazas Pérez-Oleaga (ES/EVP), minister van Economische Zaken, Belastingen en Werkgelegenheid van de autonome gemeenschap van Cantabrië

Referentiedocument

:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa

COM(2014) 477 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S,

De diversiteit en geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed

1.

is ingenomen met de mededeling „Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa”, die enerzijds bedoeld is om de economische en sociale impact van cultureel erfgoed in kaart te brengen en anderzijds om duidelijk te maken dat Europa op een keerpunt staat en de mogelijkheid heeft om de uitdagingen waarvoor de sector van het cultureel erfgoed zich gesteld ziet, op een strategische, globale en geïntegreerde wijze aan te gaan. Het is vooral een goede zaak dat de Commissie in haar mededeling benadrukt hoe belangrijk het is dat de kans om bij te dragen tot een intelligente, duurzame en inclusieve groei wordt aangegrepen, en dat zij hiervoor de Europese fondsen voor cultureel erfgoed volop wil aanspreken. De Commissie wijst er terecht op dat er voor de uitwisseling van goede praktijken en ideeën, van lokaal tot Europees niveau, nauwer en beter gecoördineerd moet worden samengewerkt. Het Europees Comité van de Regio's zou hier graag aan meewerken.

2.

De Raad van Europa maakt zich al sinds lang nuttig voor het cultureel erfgoed, reden waarom er zowel juridisch als praktisch nauw met deze organisatie samengewerkt zal moeten worden. Gezien het onderwerp van de mededeling vraagt het CvdR aandacht voor de Kaderconventie van Faro, die bescherming biedt voor alle soorten cultureel erfgoed die in Europa te vinden zijn en die samen de gemeenschappelijke grondslag vormen van ons geheugen, ons wederzijds begrip, onze identiteit, ons gemeenschapsgevoel en onze creativiteit (1). Tegelijkertijd volgt het CvdR aandachtig de activiteiten van het Wereldforum van de UNESCO voor cultuur en culturele bedrijfstakken. De doelstellingen van dit forum stemmen overeen met het standpunt van het Europees Comité van de Regio's volgens welke, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, voor cultuur en cultureel erfgoed een duidelijke plaats moet worden ingeruimd in het ontwikkelingsprogramma voor de periode na 2015 (2).

3.

Alle bestuurslagen hebben als belangrijke taak om belanghebbenden te betrekken bij de bescherming en ondersteuning van het Europees cultureel erfgoed en, gezien de uitdagingen van de 21e eeuw, bij maatregelen om de verscheidenheid van het cultureel erfgoed in te zetten ten dienste van het economisch herstel. Krachtens het Verdrag van Lissabon moet de EU haar eigen rijke verscheidenheid aan culturen en talen eerbiedigen en toezien op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed (3). De Unie draagt bij tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten onder eerbiediging van de nationale en regionale verscheidenheid van die culturen en van het subsidiariteitsbeginsel, maar tegelijk ook met aandacht voor het gemeenschappelijke culturele erfgoed (4). Culturele, historische en sociale verscheidenheid vormt de basis van toekomstige innovaties op het gebied van economie, wetenschap, kunsten en politiek, maar ook in het leven van alledag.

4.

Het cultureel erfgoed is een onlosmakelijk onderdeel van de culturele en creatieve sector, dat bestaat uit alle materiële en immateriële hulpbronnen, goederen en kennis uit het verleden, en dat over het potentieel beschikt om gemeenten, steden en regio's een eigen identiteit te geven en in aanzienlijke mate bij te dragen tot de verwezenlijking van de Europa 2000-doelstellingen en de versterking van de sociale cohesie. Het cultureel erfgoed is een gemeenschappelijke waarde, een algemeen goed dat, als het als zodanig erkend wordt, een toekomstvisie kan helpen ontwikkelen. Het behoud van het cultureel erfgoed, het nuttig gebruik ervan en de garantie dat dit niet zal verdwijnen, dienen onze gemeenschappelijke taak, verantwoordelijkheid en doelstelling te zijn. Wat de bescherming en instandhouding van het cultureel erfgoed van de EU-lidstaten betreft stemt het CvdR in met de mededeling waarin wordt gewezen op het belang van artikel 36 van het Verdrag (5), Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (6), alsmede Richtlijn 2014/60/EU betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht.

5.

De rol van cultureel erfgoed wordt nog altijd onderschat. Zo nemen overheidssubsidies voor doelstellingen op het gebied van cultureel erfgoed steeds verder af. Rekening houdend met het feit dat cultureel erfgoed meer is dan een economisch goed en gezien de mogelijke bezuinigingen in deze sector, moet ook naar nieuwe financieringsmogelijkheden worden gezocht om het omvangrijke culturele erfgoed waarover de Europese Unie beschikt in stand te houden. Het is dan ook een goede zaak dat de Commissie op wetgevingsgebied vooruitgang heeft geboekt en — in het kader van de modernisering van de staatssteunregels — de werking van de algemene groepsvrijstellingsverordening (7) heeft weten uit te breiden tot steunmaatregelen ter bevordering van de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed. Hiermee wordt onderkend dat het cultureel erfgoed enerzijds belangrijk kan zijn voor de werkgelegenheid en anderzijds vorm geeft aan de identiteit en waarden van een samenleving: twee zaken die bij de toekenning van staatssteun in aanmerking moeten worden genomen.

6.

Het CvdR merkt op dat natuurlijk erfgoed een intrinsiek onderdeel is van cultureel erfgoed en betreurt dat hierover niets wordt gezegd in de mededeling. Het constateert tot zijn genoegen dat zulks wel het geval is in Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie (8) waarin het volgende staat: „Omdat natuurerfgoed vaak een cruciale rol speelt bij het vormgeven van artistiek en cultureel erfgoed, dient instandhouding van het erfgoed in de zin van deze verordening te worden begrepen als mede omvattend natuurerfgoed met een rechtstreekse band met cultuurerfgoed of dat door de bevoegde overheidsinstanties van een lidstaat formeel is erkend”.

7.

Het is een stap vooruit dat nu krachtens de onlangs herziene Richtlijn 2014/52/EU inzake milieueffectbeoordelingen (9) ook rekening moet worden gehouden met het eventuele effect van publieke en particuliere projecten op het cultureel erfgoed. Deze Europese regelgeving kan een stimulerend effect hebben op het cultuurbeleid van decentrale overheden, alsmede op de mate waarin het cultureel erfgoed in hun stedenbouwkundige en regionale-ontwikkelingsplannen op een geïntegreerde wijze ontwikkeld kan worden en de bescherming en het behoud ervan in de praktijk gerealiseerd kunnen worden.

8.

Het CvdR wijst erop dat de vernietiging van cultureel bezit alsook de illegale opgraving van en de handel in kunstvoorwerpen de duurzaamheid en bescherming van het cultureel erfgoed bedreigen en een probleem blijven dat om Europese en internationale maatregelen vraagt. Dergelijke maatregelen vergen een open communicatie en nauwe samenwerking tussen EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten en derde landen. Het CvdR is verheugd over de invoering van het Informatiesysteem interne markt (IMI), dat is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1024/2012, en kijkt uit naar de inrichting van een module van het IMI-systeem die specifiek is toegesneden op cultuurgoederen en die de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2014/60/EU zou moeten vereenvoudigen.

9.

Het CvdR vindt dat de Commissie het gebrek aan EU-brede gegevens over de bijdrage van cultureel erfgoed aan economische groei en sociale cohesie effectief moet aanpakken en dat er één Europese database moet komen waaraan de diverse projecten die in dit verband zijn opgezet, een bijdrage zouden kunnen leveren (10). Daarnaast moedigt het de ontwikkeling van normen aan die als grondslag kunnen dienen voor de uitvoering van kosten-batenanalyses die de omvang van de economische en sociale bijdrage van cultureel erfgoed kunnen aantonen, door te wijzen op de effectieve voordelen van dit erfgoed als basis voor aanvullende instandhoudingsmaatregelen.

10.

Het CvdR is voor het gebruik van de open coördinatiemethode in het kader van de Europese agenda voor cultuur, aangezien culturele samenwerking op die manier door middel van strategische doelstellingen wordt gestructureerd, en ook omdat de methode de communicatie tussen de lidstaten, de verspreiding van goede praktijken en wederzijds leren ten goede komt. In samenwerking met de Commissie zou onderzocht moeten worden of ook het CvdR vanaf 2015 vertegenwoordigd kan worden in de werkgroepen waarvan sprake is in het nieuwe werkplan voor cultuur. Het CvdR wijst er verder eens te meer op dat de nationale vertegenwoordigers stelselmatig moeten overleggen met lokale en regionale partijen om zo betrouwbaar mogelijk te kunnen weergeven wat er speelt (11), en om ervoor te zorgen dat de op lokaal en regionaal niveau opgedane expertise, kennis en ervaring en de creatieve en vernieuwende voorstellen inzake de op cruciale gebieden behaalde resultaten via de verspreiding van goede praktijken meer effect kunnen sorteren.

Cultureel erfgoed en identiteit

11.

Cultureel erfgoed is een hoeksteen van de lokale, regionale, nationale en Europese identiteit. Instandhouding en bescherming van dit erfgoed alsmede versterking van de sociale identiteit op lokaal en regionaal niveau, zijn essentieel voor het behoud van gemeenschappelijke waarden voor komende generaties en voor het voortbestaan van specifieke tradities en kennis. Cultureel erfgoed is gericht op de samenleving en speelt een belangrijke rol bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting omdat het een bron van economische ontwikkeling en sociale cohesie is. Tegelijkertijd zou kennismaking met het lokaal en regionaal cultureel erfgoed een essentieel onderdeel moeten zijn van alle formele onderwijsprogramma's.

12.

Lokale culturele waarden — zoals scheppend werk op artistiek, literair, audiovisueel en bouwkundig gebied, creatieve arbeid, eigentijdse cultuur, ambachten, folklore, architectonisch, historisch, religieus en etnografisch erfgoed, dialecten, muziek, etenswaren en gastronomie, landschap en natuur, traditionele expertise en kennis, knowhow en levende tradities — hangen nauw samen met de identiteit, die geworteld is in het materiële, immateriële en natuurlijke erfgoed van gemeenschappen. De ontwikkeling van cultuur op lokaal niveau versterkt de lokale identiteit en geeft een eigen karakter aan een stad of streek; de combinatie van verschillende identiteiten en het wederzijds respect voor elkaars identiteit dragen bij tot het creëren van een gemeenschappelijk cultureel patrimonium. Culturele producten kunnen zorgen voor een unieke lokale uitstraling. Deze culturele factoren zijn ook op Europees niveau van belang (12).

13.

Cultureel erfgoed is bepalend voor de identiteit van een regio, en het gebruik ervan komt de regionale ontwikkeling ten goede. Als het op grensoverschrijdende en transnationale samenwerking aankomt, zijn er tal van goede praktijken voor de ontwikkeling van strategieën op basis van immaterieel cultureel erfgoed. Deze praktijken, die vooral oog hebben voor het bijzondere en het unieke, vestigen de aandacht op datgene waarop we trots kunnen zijn. Wat het concurrentievermogen van de ondernemingen betreft, wordt hierdoor tegelijkertijd de lokale en regionale aantrekkelijkheid vergroot (13) en bijgedragen tot het scheppen van banen.

14.

Bescherming van het cultureel erfgoed draagt bij tot de ontwikkeling van een identiteitsbesef, doordat mensen zich bewust worden van erfgoedwaarden en deze gaan appreciëren, het gemeenschapsgevoel wordt bevorderd en er een verband wordt gelegd met concepten op het gebied van 'placemaking'. Dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van sociaal partnerschap en publiek-private partnerschappen, terwijl blijvende instandhouding van het cultureel erfgoed nieuwe banen kan opleveren en de sociale economie kan stimuleren. Het is dan ook van belang dat de lidstaten informatie uitwisselen over hun ervaringen met de inventarisatie en de algemene bescherming van het lokale erfgoed.

Het cultureel erfgoed als economische „hulpbron”

15.

Het is belangrijk dat het beleid inzake de duurzame ontwikkeling van het cultureel erfgoed op korte, middellange en lange termijn een gunstig effect heeft op de verbetering van de economische situatie en de levenskwaliteit in de betrokken regio. Het cultureel erfgoed kan een impuls geven aan de lokale en regionale inclusieve ontwikkeling en aan de ontwikkeling van de creatieve sector. Door culturele goederen toegankelijker te maken wordt bovendien de economische groei gestimuleerd. Openstaan voor innovatieve oplossingen voor de instandhouding van het cultureel erfgoed, ook via publiek-private partnerschappen, is een belangrijk onderdeel van het concurrentievermogen.

16.

Het CvdR vindt het absoluut noodzakelijk dat het cultureel erfgoed en de culturele en creatieve sector een prominentere plaats krijgen in de herziene Europa 2020-strategie en de bijbehorende vlaggenschipinitiatieven. Tevens dient erop te worden gelet dat de strategie aandacht besteedt aan elementen die blijk geven van de bijdrage van het cultureel erfgoed aan de economie.

17.

Het CvdR acht het noodzakelijk dat er in de nieuwe begroting van de EU-fondsen (bijv. EFRO, ESF, Elfpo en EVF) en EU-programma's (bijv. „Creatief Europa” en KP7) meer middelen worden uitgetrokken voor de culturele en creatieve sectoren die verband houden met het cultureel erfgoed en dat er in de nieuwe financieringsperiode van de EU (2014-2020) meer aandacht wordt besteed aan het cultureel erfgoed. Het is ook een goede zaak dat activiteiten op het gebied van het cultureel erfgoed een plaats hebben gekregen in het beleid en de programma's van de EU (14). Het CvdR raadt aan om de middelen van de EU volledig te benutten voor het uitwerken en uitvoeren van lokale en regionale strategieën ter verwezenlijking van creatieve en innovatieve doelstellingen. Om ervoor te zorgen dat dit doeltreffend en doelmatig verloopt, blijft het overigens essentieel dat de Europese fondsen en programma's optimaal op elkaar worden afgestemd. De Europese Commissie levert hieraan een bijdrage door richtsnoeren op te stellen voor coördinatie, synergie en complementariteit tussen de structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en andere rechtstreeks door de Commissie beheerde EU-programma's op het gebied van onderzoek, innovatie en concurrentievermogen (15).

18.

Het CvdR wijst erop dat het, in het kader van de ontwikkeling van de regionale economie en van de strategieën en programma's voor regionale, territoriale en stedelijke ontwikkeling, sterk aanbevolen wordt om aandacht te besteden aan het behoud van culturen en culturele hulpbronnen die bepaalde waarden vertegenwoordigen, aan de last die het milieu en de regio's kunnen dragen en aan milieuoverwegingen. Energie-efficiënte milieu- en natuurvriendelijke maatregelen en instrumenten — die de gevolgen van natuurrampen (zoals overstromingen) of van menselijk handelen zouden kunnen voorkomen — spelen een belangrijke rol in het verzachten van de gevolgen van de klimaatverandering en op het vlak van een efficiënte ontwikkeling, gebaseerd op de lokale en regionale troeven.

19.

Het CvdR vindt het belangrijk dat gebruik wordt gemaakt van de ontwikkeling van het bouwkundig erfgoed; zo kunnen locaties die tot het erfgoed behoren, nieuwe functies krijgen in het kader van 'stadsvernieuwing' en kan er, met name in het midden- en kleinbedrijf, nieuwe werkgelegenheid ontstaan. De professionele geloofwaardigheid van de renovatie van gebouwen neemt toe wanneer de maatregel niet alleen met traditionele materialen, maar ook met traditionele en hedendaagse technieken wordt uitgevoerd. Deze kennis moet, evenals het monument zelf, in stand worden gehouden en worden doorgegeven in het kader van de beroepsopleiding. Er is altijd vraag naar geschoolde en gespecialiseerde arbeidskrachten. Er zijn tal van lokale en regionale voorbeelden van steun aan en stimulering van een creatieve omgeving, van de benutting van de mogelijkheden die culturele verscheidenheid biedt, en van de integratie van culturele strategieën in de lokale en regionale ontwikkeling met het oog op de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen, en het Europees Comité van de Regio's helpt mee om de kennis en ervaring op dit vlak te verspreiden. Deze praktische benaderingen en modellen bevorderen de totstandbrenging van een duurzaam cultureel ecosysteem door creatief ondernemerschap te stimuleren.

20.

Het CvdR is ingenomen met het feit dat de Commissie, in het kader van de economische waarde van het cultureel erfgoed, de aandacht vestigt op de Europese bouwsector en de investeringen in het historisch milieu, waaruit werkgelegenheid voortvloeit en nieuwe economische activiteiten ontstaan. Het moedigt de lokale en regionale overheden aan om deel te nemen aan het beheer van het architectonisch erfgoed en van historische gebouwen — die in veel gevallen eigendom van de staat zijn — en deze op allerlei manieren te exploiteren, zodat zij inkomsten opleveren en het onderhoud en voortbestaan ervan worden gewaarborgd. Ook de 'culturele hoofdsteden van Europa' leveren een belangrijke bijdrage aan de instandhouding van het architectonisch erfgoed en geven hieraan een nieuwe dimensie; zo zouden een aantal historische locaties en stadsdelen kunnen worden gerenoveerd, en zouden ook het industrieel erfgoed en verlaten industrieterreinen een nieuwe bestemming en nieuwe aandacht kunnen krijgen.

21.

De lokale en regionale overheden moeten, als het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat, het voortouw nemen en een verantwoordelijkheidsgevoel creëren voor de bescherming van het bouwkundig en natuurlijk milieu, alsook de aanzet geven tot een mentaliteitsverandering en meer betrokkenheid van de bevolking op dit vlak. Regelmatig toezicht op de staat van het materiële erfgoed dient een gangbare praktijk te worden en de autoriteiten dienen de verspreiding van de onderhoudspraktijken alsook de scholing van ambtenaren en de eigenaren van monumenten aan te moedigen.

22.

Het CvdR bevestigt nogmaals dat het beleid ten aanzien van kleine en middelgrote ondernemingen op alle niveaus rekening moet houden met verschillende bedrijfsmodellen (bijv. die van de culturele en creatieve sector) teneinde zoveel mogelijk werkgelegenheid te scheppen en duurzame economische groei tot stand te brengen (16).

23.

Daarnaast is het aanbevelenswaardig om op alle onderdelen van het cultureel erfgoed de inzet van particulier kapitaal te promoten. Daarvoor zijn zowel belastingprikkels als een publiek verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van het behoud van het materieel en immaterieel erfgoed nodig. In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen speelt het bedrijfsleven vaak, via giften of andere vormen van ondersteuning, een belangrijke rol bij de bevordering van cultuur. De lokale en regionale overheden op hun beurt kunnen helpen omstandigheden te creëren die het mogelijk maken dit soort ondersteuning optimaal te benutten (17).

Cultuurtoerisme

24.

Het CvdR is ervan overtuigd dat het cultureel erfgoed een krachtige aanjager is van de lokale en regionale ontwikkeling van de hele bevolking en dat het belangrijke materiële goederen creëert door een duurzaam, verantwoord en kwalitatief hoogstaand cultuurtoerisme te bevorderen, waarvan de ontwikkeling gebaseerd is op het materiële en immateriële erfgoed van lokale en regionale gemeenschappen. Het Europees Comité van de Regio's vindt dat het van cruciaal belang is dat de strategieën voor duurzaam toerisme in samenspraak met de lokale en regionale culturele en creatieve sector tot stand komen, teneinde de groei van de economie en de werkgelegenheid op peil te houden en cultuur toegankelijker te maken.

25.

Het is echter van belang dat er een goede balans wordt gevonden tussen de uitbreiding van de cultuurtoeristische sector en de bescherming van het cultureel erfgoed.

26.

Het cultureel erfgoed kan op verschillende manieren worden geëxploiteerd; met het oog hierop wijst het CvdR op de cultuurhistorische routes, die, zowel binnen als buiten de grenzen van een land en met medewerking van de bevolking en alle betrokken partijen, een aanzienlijk bijdrage leveren aan de verspreiding van lokale en regionale culturele waarden. Daarnaast stimuleren zij op allerlei manieren de werkgelegenheid, scheppen zij nieuwe banen en oefenen zij een positieve invloed uit op het bedrijfsleven (denk bijv. aan vervaardiging en vervoer van lokale producten, hotels, restaurants). De routes die aan de hand van een bepaald thema (18) zijn samengesteld, voeren vaak langs minder bekende bestemmingen, gemeenten en dorpen; zo wordt voor een veelzijdig toeristisch aanbod gezorgd en wordt ook het cultureel (architectonisch, landschappelijk, culinair en immaterieel) erfgoed van plattelandsgebieden onder de aandacht gebracht. Cultuurhistorische routes (wandelpaden, fietspaden, enz.) kunnen ook een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de volksgezondheid.

27.

Met betrekking tot cultuurtoerisme dat verband houdt met gastronomie, wijst het CvdR erop dat lokale specialiteiten worden beschouwd als een belangrijk onderdeel van cultuur, waardoor toeristen worden aangetrokken. Lokale en traditionele voedingsmiddelen en landbouwproducten spelen hierbij een grote rol. Duurzame voedselproductie en maatregelen ter bescherming van de diversiteit van het lokaal en regionaal culinair erfgoed kunnen duurzame nieuwe banen creëren, die een cruciale rol kunnen spelen in de lokale en regionale groei en cohesie.

28.

De Europese programma's voor territoriale samenwerking hebben een grote toegevoegde waarde voor het behoud en de ondersteuning van het cultureel erfgoed in de hele Unie: door hun grensoverschrijdende dimensie geven zij, via lokale en regionale samenwerking, meer zichtbaarheid aan Europa en zijn regio's, steden en gemeenten; op het vlak van cultuurtoerisme bevorderen zij de handel in streekproducten en in het geval van de creatieve sector zorgen zij voor de uitwisseling van kennis en vaardigheden, de versterking van de regionale economie en de opening van nieuwe markten. Zij helpen voorkomen dat er, als gevolg van de demografische ontwikkelingen, traditionele vaardigheden en beroepen verdwijnen (19). Het CvdR vindt het belangrijk dat de macroregionale ontwikkelingsstrategieën, in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking, ook kunnen bijdragen tot de sociale, economische en territoriale cohesie door de waarden van het Europees cultureel erfgoed te vertalen in een toeristisch product en innovatieve en creatieve oplossingen te hanteren.

Het cultureel erfgoed in de informatiemaatschappij

29.

Het CvdR erkent dat de digitalisering van het Europees cultureel erfgoed en de Europese historische monumenten een van de uitdagingen van de digitale agenda voor Europa is. Zij moeten online kunnen worden bekeken en voor de volgende generaties in stand worden gehouden, een terrein waarop al veel vooruitgang is geboekt (20). Bij de heroverweging van de algemene aanpak en de rol van het culturele erfgoed dient ervoor te worden gezorgd dat er een groot en nieuw publiek wordt bereikt door de voordelen van de technologie te benutten en gebruik te maken van nieuwe communicatiemiddelen, zodat er gemeenschappen ontstaan, kennis wordt uitgewisseld en vergaard, culturele activiteiten worden ontplooid en in onderwijs en onderzoek wordt geïnvesteerd. Digitalisering en nieuwe technologie scheppen tegelijkertijd kansen voor innovatie en effenen aldus het pad voor de verbetering van het concurrentievermogen. Er kan kruisbestuiving optreden tussen creatieve en innovatieve bedrijven en het digitale culturele materiaal dat hun ter beschikking is gesteld.

30.

Het CvdR wil erop wijzen dat musea, bibliotheken en archieven waarin het cultureel erfgoed is ondergebracht, een belangrijke rol spelen bij de versterking van de cohesie binnen de Unie. In de informatiemaatschappij van de 21e eeuw moet worden nagedacht over de rol en de toekomst van plaatselijke bibliotheken — die in veel lidstaten door de lokale overheid worden gefinancierd en beheerd — met het oog op de toegankelijkheid en verspreiding van kennis over het cultureel erfgoed. Wanneer nieuwe diensten en nieuwe digitale media worden bedacht, moet niet alleen worden gekeken naar economische parameters, maar ook naar sociale en culturele behoeften (21). De conferenties, opleidingen en studiebezoeken die in het kader van jumelages van steden worden georganiseerd, zouden kunnen bijdragen tot de uitwisseling van ervaringen over het onderzoek naar moderne oplossingen en over goede praktijken.

31.

Het CvdR is van mening dat EU-projecten een essentiële rol spelen in de bevordering van digitalisering en wijst op het belang van het cultureel Europeana-portaal, dat de onlinecontent van Europese bibliotheken, musea en archieven bijeenbrengt en erop toeziet dat het cultureel en wetenschappelijk erfgoed van Europa voor iedereen toegankelijk is via het internet. Zaken als auteursrecht en onduidelijkheid omtrent onlinerechten zijn nog altijd een probleem en het CvdR is dan ook voorstander van het opstellen van een regelgevingskader voor digitalisering.

32.

Het CvdR erkent dat het cinematografisch erfgoed — film als bron van informatie over de geschiedenis van de Europese samenleving — onlosmakelijk deel uitmaakt van het Europees cultureel erfgoed, en zou daarom graag zien dat de industriële en culturele mogelijkheden ervan beter worden benut. Er zijn nog altijd obstakels die de digitalisering en onlinebeschikbaarheid van films (22) in de weg staan. Verder spelen bioscopen een belangrijke rol in de weergave van de cultuur en de beschaving van een volk. Aangezien de digitale revolutie en de financiële lasten daarvan permanente veranderingen voor de lokale en regionale industrie met zich zouden kunnen brengen, wijst het CvdR nogmaals op de behoefte aan gezamenlijke inspanningen en samenwerking om te voorkomen dat kleine bioscoopzalen verdwijnen (23), en spoort het de lokale en regionale overheden aan gebruik te maken van de EU-middelen die bestemd zijn voor de modernisering van buurtbioscopen.

33.

Het CvdR onderstreept dat al van jongs af aan digitale vaardigheden moeten worden verworven. Dan kunnen jongeren volop profiteren van de nieuwe vormen van toegang tot cultuur en zijn zij beter voorbereid op toekomstige banen, vooral omdat zij — en de samenleving in het algemeen — op die manier worden geholpen om beter met de gevolgen van de digitale veranderingen om te gaan (24).

Maatschappelijke integratie van het cultureel erfgoed

34.

Het is verheugend dat in de mededeling rekening wordt gehouden met de resultaten van de EU-programma's en -initiatieven die bedoeld zijn om de publieke opinie te doordringen van het maatschappelijke belang van cultureel erfgoed en om de interculturele dialoog te bevorderen. Het Europees erfgoedlabel en de „Culturele Hoofdstad van Europa” zijn initiatieven die recht doen aan de rijkdom, diversiteit en gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen (25). Steden die in aanmerking willen komen voor het label, dienen op basis van de beschikbare lokale en regionale hulpbronnen een eigen cultureel programma uit te werken en hieraan een sterke Europese dimensie te koppelen, dat op de lange termijn positief zal uitwerken op de culturele sector en de organiserende stad zelf (26). De sociale perceptie van de waarde van het Europees erfgoed als factor die kan bijdragen tot ontwikkeling kan helpen om in Europees verband standaardindicatoren vast te stellen om de impact van deze sector op de lokale economie en op het scheppen en in stand houden van werkgelegenheid te kunnen meten.

35.

Het CvdR is van mening dat het instellen van een „Europees Jaar van het cultureel erfgoed”, zoals voorgesteld door de Raad van de Europese Unie (27), de kennis omtrent het cultureel erfgoed onder een breder publiek kan helpen verspreiden.

36.

Het CvdR onderkent het belang van de EU-prijs voor cultureel erfgoed resp. de Europa Nostra-prijzen, ingesteld ter honorering van uitmuntend werk op het gebied van de bescherming van erfgoed en de verspreiding van kwalitatief hoogstaande technische verworvenheden, zulks als stimulans voor geëngageerde burgers, het maatschappelijk middenveld, de lokale en regionale overheden, particuliere stichtingen en ondernemingen om monumenten en historische locaties in hun oude glorie te herstellen. Hiertoe wordt ook bijgedragen door het nieuwe programma „Creatief Europa”, waarin het zwaartepunt ligt op grensoverschrijdende activiteiten op het gebied van cultuur en scheppend werk (28).

37.

Het CvdR is van oordeel dat de straffen op vandalisme tegen monumenten, de leefomgeving en bijbehorende artistieke elementen alsook archeologische vindplaatsen dienen te worden aangescherpt.

38.

Het CvdR is het eens met de opvatting dat onderzoek op het gebied van cultureel erfgoed een bijdrage levert aan het behoud, de ontwikkeling en de bevordering hiervan. Het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling (7e KP), de initiatieven voor gezamenlijke programmering en het programma Horizon 2020 kunnen de dynamische ontwikkeling en de duurzaamheid van het Europese cultureel erfgoed waarborgen door activiteiten op het gebied van onderzoek en innovatie, gericht op de bestrijding van de klimaatverandering en natuurrampen, te bevorderen. Het stemt tot tevredenheid dat er binnenkort een programma en actiekader voor onderzoek en innovatie op het gebied van cultureel erfgoed gelanceerd zullen worden, en het zou goed zijn als er in dit verband een mechanisme voor samenwerking en partnerschap met de lokale en regionale overheden zou worden opgezet.

39.

Culturele goederen en diensten zouden voor iedereen toegankelijk moeten zijn: voor rijk en arm, voor stadsbewoner en plattelander, voor jong en oud en voor personen met of zonder handicap. De maatregelen om de ongelijkheden op dit gebied te verkleinen, kunnen alleen effect sorteren als de stakeholders hieraan zelf kunnen meewerken en erbij worden betrokken en als hun mogelijkheden voor het verkrijgen van toegang tot vaardigheden worden uitgebreid. Zorgen voor gelijke kansen is een absolute voorwaarde voor culturele democratie.

40.

Het is belangrijk dat jongeren hun eigen materiële en immateriële erfgoed leren kennen, het belang van de bescherming ervan gaan inzien en meewerken aan de promotie van culturele goederen (bijv. in het kader van de Europese erfgoeddagen). Alleen als er voldoende kennis op dit gebied voorhanden is, kunnen er partnerschappen worden opgezet die zorgen voor een duurzaam gebruik van cultureel erfgoed en een bewuste omgang met het milieu. De themaweek in het kader van de Europese Erfgoeddagen zal inhoudelijk zo moeten worden opgezet dat er een netwerk wordt gevormd tussen de culturele activiteiten van de lokale overheden.

41.

Vrijwilligerswerk biedt perspectief om de plaatselijke bevolking bij een en ander te betrekken en pr-activiteiten te ontwikkelen. Vrijwilligersactiviteiten spelen een belangrijke rol als het erop aankomt kennis te verwerven en belangstelling voor cultuur te wekken, terwijl het ook voorkómt dat kwetsbare groepen in de samenleving gemarginaliseerd raken.

Samenwerking en participatieve aanpak

42.

Ter consolidering van de duurzaamheid, de ontwikkeling en de zichtbaarheid van cultureel erfgoed is het van belang dat de intrinsieke waarden ervan permanent worden beschermd en benut en dat de lokale en regionale organen en instellingen die belast zijn met onderwijs, cultuur en erfgoed, met elkaar samenwerken en verder worden ontwikkeld, liefst op een systematische wijze, wat ertoe zou kunnen bijdragen dat de bevolking op een voor iedereen begrijpelijke manier wordt voorgelicht. Samenwerking is synoniem met het herstellen van vertrouwen, het leggen van contacten tussen volkeren en het vinden van gezamenlijke oplossingen voor gezamenlijke uitdagingen.

43.

Grensoverschrijdende stedenbanden spelen een belangrijke rol bij het op een interactieve en ervaringsgerichte wijze leren kennen van elkaars lokale en regionale culturele erfgoed, zulks dankzij de actieve participatie van de burgers. In dit verband zij gewezen op de toegevoegde waarde die het programma „Europa voor de burger” op Europees niveau heeft voor de uitvoering van twinning- en stedenbandenprogramma's. D.m.v. projecten op het gebied van herdenken die een Europese dimensie hebben, zet het aan tot meer tolerantie, een beter historisch inzicht en meer begrip voor de verscheidenheid binnen de Europese Unie en creëert het een band tussen Europa en zijn burgers. Het CvdR is ook ingenomen met de voortzetting van dit programma in het nieuwe financiële kader van de EU (29).

44.

De beste praktijken op het gebied van de bescherming van cultureel erfgoed op basis van partnerschappen en samenwerking tussen lokale overheden zouden bekroond moeten worden, wat ook de Europese Unie meer zou profileren.

45.

Op het niveau van gemeenten en steden zou een thematische samenwerking op het terrein van cultureel erfgoed op touw moeten worden gezet en gestimuleerd moeten worden, waarbij de actieve deelname van alle betrokken partijen moet worden aangemoedigd, zodat er een effectieve participatieve governance kan ontstaan. Van groot belang is hier de rol van multilevel governance (30), waardoor het bijv. gemakkelijker wordt om beste praktijken te verspreiden als het gaat om cultureel-erfgoedbeleid, ontwikkeling van participatiedemocratie, wederzijds leren, ontwikkeling van nieuwe vormen van partnerschap en dialoog en een doeltreffend en samenhangend sectoraal beleid m.b.t. cultureel erfgoed.

46.

De herwaardering van cultuur en cultureel erfgoed is een proces van de lange adem dat zich uitstrekt tot alle maatschappelijke actoren. Het CvdR is van mening dat een dergelijke mentaliteitsverandering alleen gerealiseerd kan worden als men erin slaagt, ervoor te zorgen dat een nog groter deel van de bevolking zich hierbij betrokken voelt, bijv. doordat hierdoor de sociale ongelijkheid wordt teruggedrongen, lokale gemeenschappen tot ontwikkeling komen, de mogelijkheden voor maatschappelijke participatie worden vergroot, openingen voor vernieuwing worden geboden en vermogens worden ontwikkeld waarmee de mensen begrip krijgen voor innovatieve vaardigheden en culturele waarden en ze deze beter leren kennen en meer gaan appreciëren. Het is ons aller verantwoordelijkheid om, met deelneming van alle betrokken partijen, te zorgen voor de concurrentiële kennis en cultuur die nodig zijn om de uitdagingen aan te gaan waarvoor de EU zich gesteld ziet. In verband hiermee waardeert en steunt het CvdR paragraaf 28 van de conclusies van de Raad van ministers van Cultuur van 25 november 2014, waarin wordt geopperd eventueel een Europees Jaar van het cultureel erfgoed in te stellen. Dit zou de verwezenlijking van het gemeenschappelijke doel in de gehele pan-Europese regio ten goede komen.

47.

Cultuur kan een belangrijke rol spelen in buitenlandse betrekkingen: zij kan verschillen helpen overbruggen en mensen bewust maken van hun gemeenschappelijke en door verschillende volkeren gedeelde waarden. Het CvdR zou dan ook graag zien dat er op hoog niveau meer aandacht wordt besteed aan de culturele betrekkingen en neemt in verband hiermee kennis van de recente inspanningen om culturele diplomatie een plaats te geven in de externe betrekkingen van de Europese Unie, met name via de voorbereidende actie op het gebied van „Cultuur in de externe betrekkingen”.

48.

Het CvdR benadrukt dat ook de samenwerking in de strijd tegen de illegale handel in cultuurgoederen en cultuurvoorwerpen moet worden versterkt en roept de lidstaten derhalve op om het Unesco-Verdrag van 1972 en het Verdrag van Unidroit van 1995 te ratificeren en de doeltreffende tenuitvoerlegging daarvan te waarborgen door de bepalingen op gepaste wijze om te zetten in nationale wetgeving en de politie- en douanecontroles aan de EU-grenzen aan te scherpen.

Brussel, 16 april 2015.

De voorzittervan het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA


(1)  Kaderconventie van de Raad van Europa over de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving, Faro, 27 oktober 2005.

(2)  Verklaring van Florence „Cultuur, creativiteit en duurzame ontwikkeling. Onderzoek, innovatie, kansen” — Derde wereldforum van de UNESCO inzake cultuur en culturele bedrijfstakken (FOCUS), 4 oktober 2014.

(3)  Artikel 3, lid 3, VEU.

(4)  Artikel 167 VWEU.

(5)  Krachtens artikel 36 van het Verdrag zijn verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer toegestaan ter bescherming van nationaal artistiek, historisch of archeologisch bezit.

(6)  In Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen worden bepalingen vastgesteld om aan de buitengrenzen van de Gemeenschap een eenvormige controle op de uitvoer van cultuurgoederen te waarborgen. Tot cultuurgoederen behoren, onder andere, voorwerpen die rechtstreeks afkomstig zijn van opgravingen, vondsten of archeologische locaties in een lidstaat.

(7)  Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag verenigbaar met de interne markt worden verklaard. (De investeringssteun voor cultuur en behoud van erfgoed bedraagt 100 miljoen euro per project en de bedrijfssteun voor cultuur en behoud van erfgoed 50 miljoen euro per bedrijf.)

(8)  Overweging 72.

(9)  Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten.

(10)  Het project dat in de mededeling van de Commissie wordt genoemd, getiteld „Cultureel Erfgoed telt voor Europa: naar een Europese index voor het waarderen van cultureel erfgoed”, kan een nuttige bijdrage leveren aan het verzamelen van gegevens uit de gehele EU over de thema's in kwestie, door de resultaten van het onderzoek dat op nationaal, regionaal, lokaal en/of sectoraal niveau is uitgevoerd in kaart te brengen.

(11)  CdR 2391/2012 fin.

(12)  CdR 2391/2012 fin.

(13)  Op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking worden in het project „Cultural Capital Counts” (2011-2014) tien gebieden van zes Midden-Europese landen bijeengebracht teneinde, met inachtneming van tradities, kennis en knowhow, gezamenlijk de regionale ontwikkeling te bevorderen en in het kader van deze samenwerking het cultureel erfgoed op te waarderen. Het via het EFRO gecofinancierde project wordt ten uitvoer gelegd in het kader van het programma „Midden-Europa”.

(14)  Europese CommissieMapping of Cultural Heritage actions in European Union policies, programmes and activities, http://ec.europa.eu/culture/library/reports/2014-heritage-mapping_en.pdf

(15)  Enabling synergies between European Structural and Investment Funds, Horizon 2020 and other research, innovation and competitiveness-related Union programmes — Guidance for policy-makers and implementing bodies, http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/guides/synergy/synergies_en.pdf

(16)  CdR 151/2011 fin.

(17)  CdR 401/2011 fin.

(18)  Bijv. de „Sissi-route”, die langs kastelen, landhuizen, parken en cafés (in Oostenrijk, Duitsland, Hongarije en Italië) voert die iets te maken hebben met koningin Elisabeth van Hongarije.

(19)  Bijv. de „Academie voor ambachten” (Hongarije, Slovenië), een project dat is ontstaan om iets te doen aan de zorgelijke situatie van ambachtelijke beroepen. Dit soort opleidingen trok nl. steeds minder leerlingen, als gevolg waarvan sommige ambachtsscholen werden gesloten. Door het project is deze tendens gekeerd, zijn er nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor jongeren en wordt, met medewerking van een duizendtal ondernemers, bijgedragen tot het behoud van het cultureel erfgoed.

(20)  Survey Report on Digitisation in European Cultural Heritage Institutions 2014 — Thematisch netwerk ENUMERATE (januari 2014).

(21)  CdR 104/2010 fin.

(22)  Vierde verslag over de uitvoering van de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad over cinematografisch erfgoed en het concurrentievermogen van verwante industriële activiteiten (Commissie, voortgangsverslag 2012-2013), 1 oktober 2014.

(23)  CdR 293/2010 fin.

(24)  CdR 2391/2012 fin.

(25)  CdR 191/2011 fin.

(26)  CDR 2077/2012 fin.

(27)  Conclusies van de Raad over participatief beheer van cultureel erfgoed (2014/C 463/01) http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:C:2014:463:TOC

(28)  CdR 401/2011 fin.

(29)  Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020.

(30)  Handvest voor multilevel governance in Europa.