52014DC0572

VERSLAG VAN DE COMMISSIE OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2013 /* COM/2014/0572 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE

OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2013

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[1] (de "comitologieverordening"), presenteert de Commissie hierbij het jaarverslag over de werking van de comités in 2013.

Dit verslag bevat een overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2013 en een samenvatting van de activiteiten van de comités. Het gaat vergezeld van een begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie met gedetailleerde statistieken over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités.

1.            Overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2013

1.1         Algemene ontwikkeling

Zoals beschreven in het verslag over 2012[2], zijn alle in het “oude” comitologiebesluit[3] vastgelegde comitologieprocedures, met uitzondering van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT), automatisch aangepast aan de nieuwe comitologieprocedures waarin de comitologieverordening voorziet.

In 2013 hebben de comitologiecomités bijgevolg gewerkt volgens de in de comitologieverordening vastgelegde procedures, met name de raadplegingsprocedure (artikel 4) en de onderzoeksprocedure (artikel 5), alsook volgens de in artikel 5 bis van het comitologiebesluit vastgelegde regelgevingsprocedure met toetsing (RPT).

Overeenkomstig de verklaring[4] bij de vaststelling van de comitologieverordening dat alle bepalingen betreffende de regelgevingsprocedure met toetsing in bestaande basisbesluiten zouden worden aangepast aan de criteria van het Verdrag, heeft de Commissie in 2013, na een voorbereidende screening in 2012, drie besluiten[5] vastgesteld teneinde in totaal 200 basisbesluiten in overeenstemming te brengen met de artikelen 290 en 291 VWEU. De betrokken voorstellen worden momenteel behandeld volgens de gewone wetgevingsprocedure.

1.2         Herziening van het reglement van orde van het comité van beroep

Het reglement van orde van het comité van beroep, dat op 29 maart 2011 is goedgekeurd[6], omvat een herzieningsclausule (artikel 14) die bepaalt dat de Commissie tegen april 2014 moet beoordelen hoe dit reglement in de praktijk functioneert. De herziening heeft enkel betrekking op het reglement van orde en niet op de bepalingen van Verordening (EU) nr. 182/2011, die tegen 1 maart 2016 dienen te worden herzien.

In de periode vanaf de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 182/2011 op 1 maart 2011 tot eind 2013 is het comité van beroep voornamelijk bijeengekomen met betrekking tot één specifiek beleidsterrein, namelijk gezondheid en consumentenbescherming. Op de agenda stonden meer in het bijzonder genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders en gewasbeschermingsmiddelen. De Commissie heeft 23 ontwerpuitvoeringshandelingen voorgelegd aan het comité van beroep, dat tot op heden 15 keer heeft vergaderd. Twee ontwerpuitvoeringshandelingen (met betrekking tot douane en milieu) hielden geen verband met gezondheid en consumentenbescherming.

Het comité van beroep kwam in de meeste gevallen bijeen omdat het betrokken comité geen advies had uitgebracht en artikel 5, lid 4, tweede alinea, van Verordening nr. 182/2011 bepaalt dat indien geen advies is uitgebracht op het gebied van de gezondheid en veiligheid van mensen, dieren of planten, de uitvoeringshandeling niet kan worden aangenomen[7]. Als de uitvoeringshandeling noodzakelijk wordt geacht, kan een gewijzigde ontwerpuitvoeringshandeling worden ingediend bij het comité ter zake of kan de ontwerpuitvoeringshandeling binnen een maand aan het comité van beroep worden voorgelegd. Wanneer het de vergunning voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders of soortgelijke onderwerpen betreft, is er weinig ruimte voor wijzigingen en is het waarschijnlijk weinig zinvol de uitvoeringshandeling opnieuw aan het desbetreffende comité voor te leggen. De diensten van de Commissie kozen er derhalve voor de uitvoeringshandeling aan het comité van beroep voor te leggen. In de meeste gevallen bracht ook het comité van beroep geen advies uit en nam de Commissie de maatregelen aan overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening nr. 182/2011.

Uit de praktijk blijkt dat er in verband met het comité van beroep problemen zijn met het vaststellen van de datum van de vergaderingen, het niveau van de vertegenwoordigers, het vergemakkelijken van overeenstemming en het gebruik van de schriftelijke procedure.

1.2.1 Datum van de vergaderingen en vertegenwoordigingsniveau

Artikel 3, lid 7, van Verordening nr. 182/2011 bepaalt dat "de voorzitter [...] de datum van de vergadering van het comité van beroep in nauwe samenspraak met de leden van het comité [vaststelt], teneinde de lidstaten en de Commissie in staat te stellen vertegenwoordigers van het juiste niveau af te vaardigen". Evenzo is in artikel 1, lid 5, van het reglement van orde bepaald dat de "Commissie overleg pleegt met de lidstaten over de verschillende mogelijkheden voor de datum van de vergadering". De lidstaten kunnen daartoe voorstellen doen. Het doel is te garanderen dat het vertegenwoordigingsniveau voldoende hoog is, in ieder geval niet lager dan het niveau van de leden van het comité van permanente vertegenwoordigers, en dit om loutere herhaling van discussies in het comité te vermijden.

Aangezien de vergadering van het comité van beroep op grond van artikel 3, lid 7, van Verordening nr. 182/2011 binnen zes weken na de verwijzingsdatum moet plaatsvinden, kan het moeilijk zijn een geschikte datum te vinden. Desondanks is steeds een oplossing gevonden. Wat het vertegenwoordigingsniveau betreft, is gebleken dat het ministerieel niveau niet de norm is; meestal worden permanente vertegenwoordigers afgevaardigd. Het zijn de lidstaten die beslissen over hun vertegenwoordiger in het comité van beroep. De formulering van artikel 1, lid 5, van het reglement van orde biedt voldoende ruimte om het vertegenwoordigingsniveau aan te passen naargelang de situatie.

1.2.2 Overeenstemming vergemakkelijken

Verordening nr. 182/2011 bepaalt uitdrukkelijk dat de ontwerpuitvoeringshandeling aan het comité van beroep moet worden voorgelegd. Het is bijgevolg niet mogelijk een gewijzigde versie in te dienen. Artikel 6, lid 2, van Verordening nr. 182/2011 bepaalt evenwel dat zolang er geen advies is uitgebracht, elk lid van het comité van beroep wijzigingen in de ontwerpuitvoeringshandeling kan voorstellen en dat de voorzitter kan besluiten of de ontwerpuitvoeringshandeling al dan niet wordt gewijzigd. Dat is ook vastgesteld in artikel 4, lid 2, van het reglement van orde. De voorzitter kan derhalve het gemakkelijker maken tot een compromis te komen door bijvoorbeeld tijdens de vergadering wijzigingen voor te stellen of te aanvaarden.

1.2.3 Schriftelijke procedure

Op specifieke beleidsterreinen, zoals genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders en gewasbeschermingsmiddelen, heeft het comité van beroep door de aard van het onderwerp geen overeenstemming kunnen bereiken. Vaak zijn de vergaderingen van het comité van beroep vrij kort en wordt het resultaat van het betrokken comité herhaald, zonder dat een advies wordt uitgebracht. Daarom is in een aantal specifieke gevallen meteen een schriftelijke procedure voorgesteld. De schriftelijke procedure en de voorwaarden ervan worden beschreven in artikel 3, lid 5, van Verordening nr. 182/2011 en vermeld in artikel 7 van het reglement van orde. De voorzitter kan in het bijzonder een beroep doen op de schriftelijke procedure wanneer de ontwerpuitvoeringshandeling reeds door het comité van beroep is behandeld. De betrokken bepaling sluit niet uit dat de schriftelijke procedure van meet af aan wordt gebruikt, indien dat gerechtvaardigd is. Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening nr. 182/2011 moet evenwel een vergadering worden gehouden wanneer een lid van het comité daarom verzoekt, en tot op heden is er steeds een dergelijk verzoek gekomen.

1.2.4 Conclusie

De ervaring met het comité van beroep wijst uit dat het reglement van orde voldoende in overeenstemming is met de bepalingen van Verordening nr. 182/2011, dat deze bepalingen een goede basis vormen voor de werkzaamheden van het comité en dat wijziging van het reglement van orde bijgevolg op dit moment niet aan de orde is. Als er toch een wijziging nodig zou blijken, kan daar bij de geplande herziening van Verordening nr. 182/2011 in 2016 dieper op worden ingegaan.

1.3         Ontwikkeling van de rechtspraak

Het Hof van Justitie heeft zich in zijn arrest van 18 maart 2014 in zaak C-427/12, Commissie/Parlement en de Raad (de biocidenzaak) voor het eerst in een zaak uitgesproken over de afbakening van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. In de biocidenzaak verzocht de Europese Commissie om de nietigverklaring van een bepaling die erin voorziet dat de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen verschuldigde vergoedingen worden vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. De Commissie was van mening dat deze vergoedingen bij gedelegeerde handelingen moeten worden vastgesteld. Haar verzoek werd door het Hof van Justitie ongegrond verklaard. Hoewel het Hof kennelijk niet betwistte dat de artikelen 290 en 291 VWEU elk een eigen werkingssfeer hebben, erkende het dat de wetgever over een beoordelingsbevoegdheid beschikt wanneer hij beslist om de Commissie een gedelegeerde bevoegdheid op grond van artikel 290, lid 1, VWEU dan wel een uitvoeringsbevoegdheid op grond van artikel 291, lid 2, VWEU te verlenen. Het Hof oordeelde dan ook dat de rechterlijke toetsing zich moet beperken tot kennelijke fouten.

Twee arresten van het Hof van Justitie van 2013 hebben voor meer duidelijkheid gezorgd over bepaalde aspecten van de regelgevingsprocedure overeenkomstig Besluit 1999/468/EG[8]. Deze arresten hadden betrekking op situaties waarin het regelgevend comité had gestemd voordat Verordening nr. 182/2011 in werking was getreden en waarin de procedure bijgevolg als lopende moest worden beschouwd in de zin van artikel 14 van die verordening en volgens de regels van Besluit 1999/468/EG diende te worden afgesloten.

2.            Overzicht van activiteiten

2.1         Aantal comités en vergaderingen

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de comitologiecomités, enerzijds, en andere entiteiten, met name de door de Commissie zelf opgerichte “groepen deskundigen”, anderzijds. De groepen deskundigen bieden de Commissie hun deskundigheid[9] bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid en van gedelegeerde handelingen, terwijl de comitologiecomités de Commissie bijstaan bij de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden die haar bij wettelijke basisbesluiten zijn toegekend. In dit verslag worden alleen de comitologiecomités behandeld. Het aantal comitologiecomités is berekend per beleidsterrein (zie tabel I) (toestand op 31 december 2013). Ter vergelijking worden ook de gegevens van het vorige jaar (toestand op 31 december 2012) vermeld. Subcomités worden niet afzonderlijk geteld, aangezien die onder een bepaald comité vallen.

TABEL I — Totale aantal comités (2013)

Beleidsterrein || 2012 || 2013

Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI) || 15 || 20

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) || 1 || 1

Begroting (BUDG) || 2 || 2

Klimaat (CLIMA) || 4 || 4

Communicatie (COMM) || 1 || 1

Communicatienetwerken, inhoud en technologie (CNECT) || 6 || 6

Ontwikkeling en samenwerking – EuropeAid (DEVCO) || 6 || 6

Economische en financiële zaken (ECFIN) || 1 || 2

Onderwijs en cultuur (EAC) || 7 || 8

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie (EMPL) || 3 || 4

Energie (ENER) || 16 || 18

Uitbreiding (ELARG) || 4 || 4

Ondernemingen en industrie (ENTR) || 30 || 33

Milieu (ENV) || 31 || 33

Gezondheid en consumenten (SANCO) || 24 || 26

Binnenlandse zaken (HOME) || 11 || 13

Humanitaire hulp en civiele bescherming (ECHO) || 2 || 3

Informatica (DIGIT) || 1 || 1

Interne markt (MARKT) || 15 || 15

Justitie (JUST) || 14 || 17

Maritieme zaken en visserij (MARE) || 4 || 4

Mobiliteit en vervoer (MOVE) || 31 || 32

Regionaal beleid (REGIO) || 1 || 2

Onderzoek (RTD) || 6 || 8

Secretariaat-generaal (SG) || 2* || 2*

Dienst instrumenten buitenlands beleid (FPI) || 4 || 4

Statistieken (ESTAT) || 7 || 7

Belastingen en douane-unie (TAXUD) || 11 || 13

Handel (TRADE) || 11 || 13

TOTAAL: || 271 || 302

* Met inbegrip van het comité van beroep (in het comitologieregister wordt het comité van beroep aangemerkt als comité onder de verantwoordelijkheid van SG; in de praktijk wordt het door alle betrokken diensten beheerd).

In 2013 konden de comitologiecomités worden uitgesplitst volgens het soort procedure (raadplegingsprocedure, onderzoeksprocedure, regelgevingsprocedure met toetsing — zie tabel II). Een aantal comités heeft meerdere procedures toegepast. Deze comités worden apart vermeld naast de comités die slechts één procedure hebben toegepast.

TABEL II - Aantal comités per procedure (2013)

|| Soort procedure ||

Raadplegings-procedure || Onderzoeks-procedure || Regelgevings-procedure met toetsing || Verscheidene procedures || TOTAAL:

AGRI || 0 || 15 || 0 || 5 || 20

BUDG || 1 || 1 || 0 || 0 || 2

CLIMA || 0 || 0 || 0 || 4 || 4

CNECT || 0 || 2 || 0 || 4 || 6

COMM || 0 || 1 || 0 || 0 || 1

DEVCO || 0 || 5 || 0 || 1 || 6

DIGIT || 0 || 1 || 0 || 0 || 1

EAC || 1 || 2 || 0 || 5 || 8

ECFIN || 1 || 0 || 0 || 1 || 2

ECHO || 0 || 2 || 0 || 1 || 3

ELARG || 1 || 3 || 0 || 0 || 4

EMPL || 0 || 0 || 2 || 2 || 4

ENER || 3 || 8 || 1 || 6 || 18

ENTR || 6 || 6 || 4 || 17 || 33

ENV || 0 || 6 || 5 || 22 || 33

ESTAT || 0 || 3 || 0 || 4 || 7

FPI || 0 || 4 || 0 || 0 || 4

HOME || 1 || 6 || 0 || 6 || 13

JUST || 3 || 4 || 4 || 6 || 17

MARE || 0 || 4 || 0 || 0 || 4

MARKT || 0 || 2 || 4 || 9 || 15

MOVE || 3 || 7 || 4 || 18 || 32

OLAF || 0 || 0 || 0 || 1 || 1

REGIO || 0 || 0 || 0 || 2 || 2

RTD || 0 || 6 || 0 || 2 || 8

SANCO || 1 || 9 || 1 || 15 || 26

SG || 0 || 2 || 0 || 0 || 2

TAXUD || 1 || 11 || 0 || 1 || 13

TRADE || 3 || 6 || 0 || 4 || 13

TOTAAL: || 25 || 116 || 25 || 136 || 302

* Met inbegrip van het comité van beroep.

Het aantal comités is niet de enige indicator voor het beoordelen van de comitologische activiteit. Uit het aantal vergaderingen en het aantal schriftelijke procedures[10] in 2013 blijkt eveneens hoe bedrijvig de verschillende comités op de verschillende terreinen zijn geweest (zie tabel III).

TABEL III — Aantal vergaderingen en schriftelijke procedures (2013)

|| Aantal comités || Vergaderingen || Schriftelijke procedures

2012 || 2013 || 2012 || 2013

AGRI || 20 || 134 || 132 || 3 || 3

BUDG || 2 || 5 || 6 || 0 || 1

CLIMA || 4 || 16 || 13 || 0 || 3

CNECT || 6 || 26 || 16 || 7 || 12

COMM || 1 || 1 || 2 || 2 || 4

DEVCO || 6 || 24 || 20 || 28 || 48

DIGIT || 1 || 2 || 2 || 0 || 0

EAC || 9 || 14 || 9 || 53 || 59

ECFIN || 2 || 1 || 0 || 0 || 0

ECHO || 3 || 4 || 5 || 6 || 5

ELARG || 4 || 5 || 4 || 22 || 10

EMPL || 4 || 2 || 2 || 6 || 15

ENER || 18 || 27 || 33 || 9 || 2

ENTR || 33 || 51 || 56 || 25 || 29

ENV || 33 || 46 || 42 || 14 || 18

ESTAT || 7 || 12 || 12 || 6 || 4

FPI || 4 || 7 || 4 || 7 || 7

HOME || 13 || 31 || 21 || 40 || 15

JUST || 17 || 7 || 4 || 18 || 11

MARE || 4 || 11 || 8 || 8 || 15

MARKT || 15 || 11 || 9 || 7 || 6

MOVE || 32 || 50 || 52 || 22 || 16

OLAF || 1 || 4 || 2 || 0 || 0

REGIO || 2 || 7 || 7 || 6 || 3

RTD || 8 || 56 || 23 || 227 || 240

SANCO || 26 || 144 || 127 || 354 || 403

SG || 2 || 3* || 7* || 0 || 0

TAXUD || 13 || 81 || 81 || 14 || 32

TRADE || 13 || 15 || 19 || 5 || 9

TOTAAL: || 302 || 797 || 718 || 889 || 970

* Met inbegrip van zeven vergaderingen van het comité van beroep.

2.2         Aantal adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen

Zoals gewoonlijk wordt in dit verslag het totale aantal formele adviezen van de comités vermeld, alsook de later door de Commissie goedgekeurde uitvoeringshandelingen/-maatregelen[11]. Deze gegevens geven de concrete output van de comités weer (zie tabel IV).

TABEL IV – Aantal goedgekeurde adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen (2013)

|| Adviezen || Goedgekeurde handelingen || Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen

AGRI || 189 || 202 || 1

BUDG || 9 || 9 || 0

CLIMA || 11 || 5 || 8

CNECT || 45 || 45 || 1

COMM || 4 || 4 || 0

DEVCO || 127 || 127 || 0

DIGIT || 1 || 1 || 0

EAC || 75 || 55 || 0

ECFIN || 0 || 1 || 0

ECHO || 6 || 7 || 0

ELARG || 35 || 39 || 0

EMPL || 14 || 14 || 0

ENER || 17 || 3 || 7

ENTR || 49 || 29 || 21

ENV || 60 || 36 || 25

ESTAT || 13 || 4 || 13

FPI || 6 || 6 || 0

HOME || 21 || 19 || 0

JUST || 11 || 12 || 0

MARE || 29 || 29 || 0

MARKT || 7 || 4 || 8

MOVE || 56 || 39 || 7

OLAF || 0 || 0 || 0

REGIO || 4 || 5 || 0

RTD || 250 || 250 || 0

SANCO || 709 || 605 || 80

SG || 9* || 8 || 0

TAXUD || 105 || 106 || 0

TRADE || 54 || 52 || 0

TOTAAL: || 1 916 || 1 716 || 171

* Met inbegrip van negen adviezen van het comité van beroep.

2.3         Vergaderingen van het comité van beroep

Het comité van beroep heeft in de loop van 2013 zeven keer vergaderd en in totaal negen ontwerpuitvoeringshandelingen behandeld (op het gebied van gezondheids- en consumentenbeleid, douane en milieu) die door de Commissie werden voorgelegd. In geen van de negen gevallen heeft het comité van beroep een advies uitgebracht; in acht gevallen heeft de Commissie besloten de uitvoeringshandeling vast te stellen.

2.4         Gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT)

Zoals in punt 1 al werd vermeld, heeft de comitologiehervorming van 2011 geen gevolgen gehad voor de regelgevingsprocedure met toetsing. Deze procedure kan in de nieuwe wetgeving niet meer worden gebruikt, maar komt nog steeds voor in een groot aantal bestaande basishandelingen. Zolang die niet zijn aangepast, zal de procedure dienovereenkomstig verder worden toegepast. In 2013 zijn 171 maatregelen vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (zie tabel IV). Het vetorecht werd één keer gebruikt (DG ENV). Ter vergelijking: in 2012 werd het vetorecht geen enkele keer gebruikt.

TABEL V — Aantal overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT) goedgekeurde maatregelen (2013)

|| Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen || Verzet van het EP tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT || Verzet van de Raad tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT

AGRI || 1 || 0 || 1

BUDG || 0 || 0 || 0

CLIMA || 8 || 0 || 0

CNECT || 1 || 0 || 0

COMM || 0 || 0 || 0

DEVCO || 0 || 0 || 0

DIGIT || 0 || 0 || 0

EAC || 0 || 0 || 0

ECFIN || 0 || 0 || 0

ECHO || 0 || 0 || 0

ELARG || 0 || 0 || 0

EMPL || 0 || 0 || 0

ENER || 7 || 0 || 0

ENTR || 21 || 0 || 0

ENV || 25 || 1 || 0

ESTAT || 13 || 0 || 0

FPI || 0 || 0 || 0

HOME || 0 || 0 || 0

JUST || 0 || 0 || 0

MARE || 0 || 0 || 0

MARKT || 8 || 0 || 0

MOVE || 7 || 0 || 0

OLAF || 0 || 0 || 0

REGIO || 0 || 0 || 0

RTD || 0 || 0 || 0

SANCO || 80 || 0 || 0

SG || 0 || 0 || 0

TAXUD || 0 || 0 || 0

TRADE || 0 || 0 || 0

TOTAAL: || 171 || 1 || 1

3.            Gedetailleerde informatie over de activiteiten van de comités

Het bij dit verslag gevoegde werkdocument bevat gedetailleerde informatie over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités in 2013, uitgesplitst naar de verschillende diensten van de Commissie.

[1]               PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

[2]               Verslag van de Commissie over de werking van de comités in 2012, COM(2013) 701 final.

[3]               Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23), zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad (PB C 255 van 21.10.2006, blz. 4).

[4]               Deze verklaring werd samen met Verordening (EU) nr. 182/2011 gepubliceerd (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19).

[5]               COM(2013) 451, 452 en 751.

[6]               PB C 183 van 24.6.2011, blz. 13.

[7]               Zonder afbreuk te doen aan de vaststelling van uitvoeringshandelingen in uitzonderlijke gevallen overeenkomstig artikel 7.

[8]               Arrest van 26 september 2013 in zaak T-164/10, Pioneer Hi-Bred International/ Europese Commissie, en arrest van 13 december 2013 in zaak T-240/10, Hongarije/Europese Commissie.

[9]               Nadere informatie is te vinden op: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm

[10]             De stemming in een comité kan tijdens een gewone vergadering plaatsvinden of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, via een schriftelijke procedure, overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de comitologieverordening.

[11]             Er kan een verschil bestaan tussen het aantal adviezen en het aantal uitvoeringshandelingen/-maatregelen in een bepaald jaar. De redenen hiervoor worden in de inleiding bij het werkdocument van de diensten van de Commissie uiteengezet.