52014DC0413

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2014 van Italië /* COM/2014/0413 final */


 

 

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2014 van Italië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden[2], en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie[3],

Gezien de resoluties van het Europees Parlement[4],

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en spitst zich toe op de sleutelgebieden waar Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

(2) Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld, die samen de "geïntegreerde richtsnoeren" vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

(3) Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de doelstellingen van de Europa 2020‑strategie te verwezenlijken en de landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren.

(4) Op 9 juli 2013 heeft de Raad een aanbeveling vastgesteld over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Italië, en een advies uitgebracht over het stabiliteitsprogramma van Italië voor de periode 2012-2017. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 473/2013[5] heeft de Commissie op 15 november 2013 haar advies over het ontwerpbegrotingsplan van Italië voor 2014 gepresenteerd[6].

(5) Op 13 november 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse[7] en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2014 voor coördinatie van het economisch beleid. Op dezelfde dag heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het waarschuwingsmechanismeverslag[8] aangenomen. Daarin werd Italië genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

(6) Op 20 december 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat moet worden gestreefd naar gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

(7) Op 5 maart 2014 heeft de Commissie de uitkomsten gepubliceerd van de diepgaande evaluatie voor Italië[9] die zij op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft uitgevoerd. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Italië wordt geconfronteerd met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden, die een specifieke monitoring en vastberaden beleidsoptreden vereisen. Met name het aanhoudend hoge niveau van de overheidsschuld in combinatie met een zwak extern concurrentievermogen als gevolg van achterblijvende productiviteitsgroei - die bovendien door blijvend lage groei worden verscherpt - vereisen doortastend beleidsoptreden en aandacht.

(8) Op 22 april 2014 heeft Italië zijn nationale hervormingsprogramma 2014 en zijn stabiliteitsprogramma 2014 ingediend. Om met de onderlinge verbanden rekening te houden, zijn beide programma’s terzelfder tijd geëvalueerd.

(9) Doelstelling van de in het stabiliteitsprogramma uitgestippelde begrotingsstrategie is om tegen 2016 de middellangetermijndoelstelling te bereiken van een begrotingssituatie die structureel in evenwicht is, en tegelijk in de overgangsperiode 2013-2015 de schuldregel in acht te nemen. Het programma bevestigt de middellangetermijndoelstelling van een begrotingssituatie die structureel in evenwicht is, hetgeen een adequate weerspiegeling is van de in het stabiliteits- en groeipact gestelde eisen. De (herberekende) structurele aanpassing die voor de programmaperiode is voorgenomen, bedraagt 0,2 procentpunt van het bbp in 2014 en 0,4 procentpunt in 2015. Volgens het programma is deze beperkte aanpassing in de richting van de middellangetermijndoelstelling verantwoord door het sterk verslechterde economische klimaat en door de inspanningen die nodig zijn om een ambitieus programma van structurele hervormingen door te voeren. Met name staan diverse structurele hervormingen gepland die positief zouden moeten uitwerken op de potentiële economische groei en die uiteindelijk de schuldquote de komende jaren zouden moeten verlagen. De structurele aanpassing waarmee in het programma wordt gerekend, zou Italië in staat moeten stellen om de schuldreductiebenchmark voor de overgangsperiode 2013-2015 te bereiken, deels dankzij een ambitieus privatiseringsprogramma dat in de periode 2014-2017 moet worden doorgevoerd (goed voor 0,7 procentpunt van het bbp per jaar). Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses van het (nog niet door een onafhankelijke instantie bekrachtigde) programma ten grondslag ligt, is enigszins optimistisch, zeker voor de latere jaren in het programma. In 2014 wordt een afwijking van het aanpassingstraject ter verwezenlijking van de middellangetermijndoelstelling verwacht; mocht deze zich het jaar nadien herhalen, zou deze als significant kunnen worden beoordeeld, mede op basis van de uitgavenbenchmark. Bovendien wordt het bereiken van de begrotingsdoelstellingen niet volledig onderbouwd door voldoende uitgewerkte maatregelen, zeker voor de periode vanaf 2015. In de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie wordt erop gewezen dat de schuldreductiebenchmark in 2014 niet wordt gehaald, omdat de verwachte structurele aanpassing (slechts 0,1 procentpunt van het bbp) achterblijft bij de vereiste structurele aanpassing van 0,7 procentpunt van het bbp. Op basis van de beoordeling van het programma en de prognoses van de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad is de Raad van mening dat bijkomende inspanningen - ook in 2014 - nodig zijn om te voldoen aan de voorwaarden van het stabiliteits- en groeipact

(10) Recente inspanningen om de belastingdruk op productiefactoren te verlichten, zijn vrij beperkt gebleven. Daarom is er dus ruimte om de belastingdruk verder te verschuiven naar consumptie, vastgoed en het milieu, en toch de begrotingsdoelstellingen strikt in acht te nemen. Wat consumptie betreft, is het voor een verbetering van de structuur van het belastingstelsel ook van cruciaal belang dat er een herziening komt van de verlaagde btw-tarieven en van directe belastinguitgaven, waarbij de noodzaak om eventuele negatieve herverdelingseffecten te beperken een aandachtspunt is. Wat onroerende zaken betreft, biedt een aanpassing van de woz-waarde aan de huidige marktwaarde mogelijkheden voor een eerlijkere recurrente onroerendzaakbelasting. Een recent goedgekeurde machtigingswet voor de belastinghervorming (delega fiscale) biedt een kans om deze noodzakelijke hervormingen door te voeren. Gezien de omvang van de uitdaging, dienen maatregelen op het gebied van de samenstelling van de belastingstructuur te worden aangevuld met bijkomende maatregelen om de belastingdienst te versterken en de naleving van de fiscale regels (tax compliance) te verbeteren, alsmede met doortastende maatregelen ter bestrijding van belastingontwijking, de schaduweconomie en het zwartwerk, die blijven wegen op de overheidsfinanciën en de belastingdruk voor belastingbetalers die zich wel aan de regels houden. In dat verband bevat de machtigingswet voor het doorvoeren van een belastinghervorming een reeks maatregelen om de belastingdienst te versterken: een uitgebreid systeem voor een raming en monitoring van de tax gap, vereenvoudigingsmaatregelen, initiatieven om de relaties met belastingplichtigen te verbeteren, maatregelen om de invordering van lokale belastingschulden te verbeteren en de versterking van de fiscale controles. Het besluit om vanaf 2015 vooraf ingevulde belastingaangiften in te voeren, is een verdere positieve stap om naleving van de fiscale regels te verbeteren.

(11) De goedgekeurde maatregelen grondig en snel doorvoeren blijft een cruciale uitdaging voor Italië, zowel waar het gaat om het aanpakken van bestaande lacunes in de uitvoering als bij het voorkomen dat verdere vertragingen zich opstapelen. Een van de belangrijkste hefbomen om de prestaties van het land op het gebied van uitvoering te verbeteren, en meer algemeen te zorgen voor soepeler uitgevoerde beleidsmaatregelen, is het versterken van de coördinatie tussen en een doelmatigere verdeling van bevoegdheden over de verschillende overheidsniveaus. Dit kan dan weer gunstig uitwerken voor het beheer van Uniemiddelen, waar tot dusver slechts gedeeltelijk en fragmentair maatregelen zijn genomen, met name in de Mezzogiorno. Het beheer van Uniemiddelen blijft ook nog steeds kampen met tekortschietende administratieve capaciteit en een gebrek aan transparantie, doorlichting en kwaliteitscontrole. De kwaliteit van de openbare diensten zou ook baat hebben bij meer doelmatigheid en servicegerichtheid en, daarbij aansluitend, verschuivingen in het personeelsbeheer. Corruptie blijft zwaar drukken op het Italiaanse productiesysteem en op het vertrouwen in het politieke en institutionele landschap. Een herziening van de verjaringstermijnen is noodzakelijk. Om de strijd tegen corruptie echt te kunnen voeren, dient ook de nationale dienst voor de strijd tegen ambtelijke corruptie A.N.AC. voldoende bevoegdheden te krijgen. Ondoelmatigheden in de civiele rechtspraak blijven bestaan en de impact van de goedgekeurde maatregelen dient zorgvuldig te worden bewaakt.

(12) De gerichte doorlichting van de kwaliteit van activa die vorig jaar onder toezicht van de Banca d'Italia is uitgevoerd, laat zien dat het belangrijk blijft om probleemactiva beter te beheren en de afwikkeling ervan te stimuleren, zodat voor banken opnieuw de mogelijkheden worden aangezwengeld om hun kredietverschaffing aan de reële economie uit te breiden. Wat de toegang tot financiering betreft, lag in het uitvoeringsbeleid tot dusver de klemtoon vooral op het bedrijven gemakkelijker toegang tot krediet geven, maar is de ontwikkeling van andere financieringsinstrumenten dan bankkredieten beperkt gebleven, vooral wat het midden- en kleinbedrijf betreft. De initiatieven die zijn genomen op het gebied van de corporate governance van banken, met name de nieuwe beginselen die de Banca d'Italia recentelijk heeft gepubliceerd, kunnen daarbij helpen. Tegelijk zullen de effecten daarvan afhangen van de correcte uitvoering door de banken en van het handhavingsbeleid. Met name dient een aantal van de grootste coöperatieve banken (banche popolari) van dichtbij te worden gevolgd.

(13) De situatie op de arbeidsmarkt is in 2013 verder verslechterd, met een werkloosheid die in Italië oploopt tot 12,2 % en voor jongeren zelfs tot 40%. Erop toezien dat de goedgekeurde hervormingen van de arbeidsmarkt en de loonvorming correct worden uitgevoerd en de effecten ervan van nabij worden gemonitord, is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de verwachte voordelen in termen van versoepeling van de ontslagregeling, betere regulering van de flexibiliteit bij aanwervingen, een werkloosheidstelsel met bredere dekking, en een betere afstemming van lonen op productiviteit, zich ook daadwerkelijk voordoen. Plannen om de arbeidsbemiddelingsdiensten slagkrachtiger te maken door het versterken van de publieke arbeidsvoorziening hebben vertraging opgelopen en dienen te worden versneld. Maatregelen gericht op het scheppen van banen op korte termijn dienen te worden aangevuld met maatregelen om segmentering tegen te gaan. Alles samengenomen blijft de Italiaanse arbeidsmarkt gekenmerkt door segmentering en lage arbeidsmarktparticipatie, waarvan vooral vrouwen en jongeren nadeel ondervinden. Daarom dienen de beperkte stappen die tot dusver zijn genomen, te worden uitgebreid, onder meer aansluitend bij de doelstellingen van een jeugdwerkgarantie. Italië heeft te maken met een daling van de beschikbare inkomens van huishoudens die gepaard gaat met toenemende armoede en sociale uitsluiting, waardoor vooral gezinnen met kinderen worden getroffen. Sociale uitgaven in Italië blijven sterk gericht op de ouderen, met geringe aandacht voor activering, hetgeen de mogelijkheden beperkt om maatregelen te nemen tegen het risico op sociale uitsluiting en armoede. Het proefproject voor een socialebijstandsregeling dat recentelijk werd ingevoerd, wil een sociaal vangnet bieden. Om deze regeling zoals gepland naar het hele land uit te breiden, zullen sociale uitgaven doelmatiger moeten worden en zal de dienstverlening over het hele grondgebied moeten worden verbeterd.

(14) Inspanningen dienen te worden geleverd om het onderwijs performanter te maken en het menselijke kapitaal te versterken op alle onderwijsniveaus, d.w.z. basisschool, secundair en hoger onderwijs. Het beroep van leraar wordt gekenmerkt door een gebrek aan groeimoeilijkheden en beperkte vooruitzichten inzake professionele ontwikkeling. De diversificatie van de loopbanen van leraren en het beter koppelen van hun loopbanen aan merites en prestaties, gecombineerd met de veralgemening van scholentoezicht, zou betere schoolresultaten kunnen opleveren. Om de overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt soepel te laten verlopen, lijkt het van cruciaal belang dat in het hoger secundaire en het tertiaire onderwijs de praktijkopleiding wordt verdiept en verbreed, door meer in te zetten op werkplekleren en beroepsonderwijs en -opleiding. Nu in 2013 een besluit in die zin is goedgekeurd, is een landelijk register met kwalificaties van essentieel belang om een landelijke erkenning van kwalificaties te verzekeren. Voortbouwend op de eerste initiatieven in die richting, zou de versnelde invoering van een systeem waarbij overheidsmiddelen aan universiteiten worden toegekend op basis van prestaties inzake onderzoek en onderwijs het voordeel bieden dat niet alleen de kwaliteit van universiteiten wordt verhoogd, maar ook dat de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in het land wordt versterkt, een terrein waar nu nog achterstand is.

(15) Stappen zijn gezet om een ondernemings- en burgervriendelijker klimaat te creëren, maar de effecten daarvan worden afgeremd door vertragingen bij de definitieve goedkeuring ervan en achterstand bij de omzetting. Er blijven nog steeds een reeks bottlenecks (voorbehouden activiteiten, concessies/vergunningsregelingen enz.) voor concurrentie op het gebied van vrije beroepen, verzekeringen, brandstoffendistributie, detailhandel en postdiensten. Ook dient een aantal zwakke punten op het gebied van overheidsopdrachten te worden aangepakt. Het versterken van de concurrentie in de sector van lokale publieke dienstverlening is een andere prioriteit. Met name dient de bestaande wetgeving ten uitvoer te worden gelegd die bepaalt dat bestaande contracten die niet voldoen aan het EU-recht inzake de criteria voor inbesteding, tegen 31 december 2014 dienen te worden gerectificeerd.

(16) Infrastructuurknelpunten beletten dat de energiemarkt goed functioneert. In het vervoer zijn het ontbreken van multimodale infrastructuur en het gebrek aan synergieën en verbindingen met het hinterland voor Italiaanse havens punten die bijzondere aandacht en maatregelen vergen. Wat breedbanddekking betreft, heeft Italië gebieden buiten de steden die onvoldoende dekking hebben.

(17) In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Italië verricht. Zij heeft zowel het stabiliteitsprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Italië, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 8 weergegeven.

(18) In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma van Italië onderzocht. Zijn advies[10] daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

(19) In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het stabiliteitsprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 8 weergegeven.

(20) In de context van het Europees semester heeft de Commissie tevens een analyse van het economische beleid van de eurozone als geheel verricht. Op basis hiervan heeft de Raad specifieke aanbevelingen gericht tot de lidstaten die de euro als munt hebben. Italië dient er ook op toe te zien dat aan deze aanbevelingen volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven,

BEVEELT AAN dat Italië in de periode 2014-2015 actie zou moeten ondernemen om:

1.           De begrotingsmaatregelen voor 2014 te versterken in het licht van de kloof ten opzichte van de eisen van het stabiliteits- en groeipact, met name de schuldreductieregel, welke zich volgens de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie aan het aftekenen is. In 2015 de begrotingsstructuur aanzienlijk te versterken, zodat verzekerd is dat de schuldreductiebenchmark wordt nageleefd. Nadien erover te waken dat de overheidsschuld voldoende afneemt; het ambitieuze privatiseringsplan uit te voeren; een groeivriendelijke begrotingsaanpassing ten uitvoer te leggen die is gebaseerd op de aangekondigde aanzienlijke bezuinigingen afkomstig van een duurzame verbetering van de doelmatigheid en kwaliteit van overheidsuitgaven op alle overheidsniveaus, zonder dat dit ten koste gaat van groeibevorderende uitgaven zoals O&O, innovatie, onderwijs en essentiële infrastructuurprojecten. De onafhankelijkheid en volledige operationalisering te garanderen van de begrotingsinstantie, het Ufficio parlamentare di bilancio, zo snel mogelijk en uiterlijk tegen september 2014, tijdig voor de evaluatie van het ontwerpbegrotingsplan 2015.

2.           De belastingdruk verder te verschuiven van productiefactoren naar consumptie, vastgoed en milieu, met inachtneming van de begrotingsdoelstellingen. Met het oog daarop de recente vermindering van de loonwig op haar doeltreffendheid te onderzoeken en de financiering ervan voor 2015 te verzekeren, de omvang van directe belastinguitgaven te herzien en de belastinggrondslag te verbreden, met name wat consumptie betreft. De afstemming van de accijnzen op diesel op die op benzine en de koppeling ervan aan de inflatie te onderzoeken, en milieuschadelijke subsidies af te bouwen. De machtigingswet voor de fiscale hervorming tegen maart 2015 ten uitvoer te leggen, onder meer door de decreten goed te keuren voor de hervorming van het kadastrale systeem, zodat de daadwerkelijke hervorming van de onroerendzaakbelasting verzekerd is. De inachtneming van de belastingregels verder te verbeteren door het belastingstelsel beter voorspelbaar te maken, de procedures te vereenvoudigen, de invordering van belastingschulden te verbeteren en de belastingdienst te moderniseren. De strijd tegen belastingontduiking vol te houden en verdere stappen te zetten in de strijd tegen de schaduweconomie en het zwartwerk.

3.           In het kader van ruimere inspanningen om de overheidsdiensten doelmatiger te maken, de bevoegdheidsverdeling over de verschillende overheidsniveaus overzichtelijker te maken. Voor een beter beheer van Uniemiddelen te zorgen door doortastende maatregelen te nemen om de administratieve capaciteit, transparantie, doorlichting en kwaliteitscontrole op regionaal niveau te verbeteren, met name in de Mezzogiorno. Voorts de anticorruptiemaatregelen doeltreffender te maken, onder meer door de verjaringstermijnen tegen eind 2014 te herzien en door de bevoegdheden van de nationale dienst voor corruptiebestrijding te versterken. Tijdig de effecten te monitoren van de hervormingen die zijn goedgekeurd om de civiele rechtspraak doelmatiger te maken, om zo de doeltreffendheid van die maatregelen te borgen en, zo nodig, aanvullende maatregelen te nemen.

4.           De weerbaarheid van het bankwezen te verhogen en zijn mogelijkheden versterken om probleemactiva te beheren en af te wikkelen, zodat de kredietverschaffing aan de reële economie opnieuw wordt aangezwengeld. Niet-bancaire toegang van bedrijven tot financiering te bevorderen, met name voor het midden- en kleinbedrijf. Doelmatige corporate governance-praktijken in de hele banksector te blijven bevorderen en te monitoren, met bijzondere aandacht voor grote coöperatieve banken (banche popolari) en stichtingen, om zodoende financiële intermediatie beter zijn rol te laten spelen.

5.           Tegen eind 2014 een evaluatie te maken van de effecten van de hervormingen van de arbeidsmarkt en loonvorming op banencreatie, ontslagprocedures, tweedeling op de arbeidsmarkt en kostenconcurrentievermogen, en te onderzoeken of verdere maatregelen nodig zijn. Werk te maken van een brede sociale bescherming voor werklozen, terwijl het gebruik van loonsuppletieregelingen wordt beperkt om de verschuiving van arbeid te bevorderen. De band tussen het actieve en het passieve arbeidsmarktbeleid te versterken, beginnend bij een tegen september 2014 op te stellen gedetailleerde routekaart, en de coördinatie tussen en de prestaties van de publieke arbeidsvoorzieningsdiensten in het hele land te versterken. Daadwerkelijke maatregelen te nemen om de werkgelegenheidsgraad bij vrouwen te verhogen, door maatregelen te nemen om de negatieve fiscale prikkels voor tweede verdieners om uit werken te gaan, tegen maart 2015 af te bouwen en door voldoende zorgdiensten aan te bieden. Over het hele land diensten aan te bieden aan niet-ingeschreven jongeren en te zorgen voor een grotere inzet van de particuliere sector bij het aanbieden van kwalitatieve plaatsen in het leerlingwezen of stageplaatsen tegen eind 2014, aansluitend bij de doelstellingen van een jeugdwerkgarantie. De blootstelling aan armoede en sociale uitsluiting aan te pakken, het proefproject voor sociale bijstand op een begrotingsneutrale wijze op te schalen, met de nodige garanties inzake afstemming op doelgroepen, strikte voorwaarden en eenvormige toepassing in het hele land, en de band ervan met activeringsmaatregelen te versterken. De regelingen voor gezinsbijslag doeltreffender te maken en de kwaliteit te verbeteren van diensten bestemd voor huishoudens op een laag inkomen met kinderen.

6.           Het nationale systeem voor de evaluatie van scholen uit te rollen, om zo de schoolresultaten te verbeteren en het percentage schooluitval te doen dalen. Meer gebruik te maken van werkplekleren in het hoger secundair beroepsonderwijs en in beroepsopleidingen, en het beroepsgerichte tertiaire onderwijs te versterken. Een nationaal register van kwalificaties aan te leggen om een brede erkenning van vaardigheden te garanderen. Ervoor te zorgen dat overheidsfinanciering de kwaliteit van hoger onderwijs en onderzoek beter beloont.

7.           De in behandeling zijnde wetgeving goed te keuren die de regels voor bedrijven en burgers moet vereenvoudigen, en bestaande lacunes in de uitvoering van bestaande wetgeving aan te pakken. De openstelling van de markt te bevorderen en de resterende barrières voor en beperkingen van concurrentie op te ruimen op het gebied van vrije beroepen, lokale openbare diensten, verzekeringen, brandstoffendistributie, detailhandel en postdiensten. De overheidsopdrachten doelmatiger te laten verlopen, met name door het stroomlijnen van de procedures, onder meer door gebruik te maken van elektronische aanbestedingen, het rationaliseren van centrale inkoopdiensten en toe te zien op de correcte toepassing van de regels vóór en na toewijzing van de opdracht. Bij de lokale publieke dienstverlening strikt de wetgeving toe te passen die voorziet in de rectificatie tegen 31 december 2014 van gegunde opdrachten die niet voldoen aan de eisen voor inbesteding.

8.           Ervoor te zorgen dat de toezichthouder voor de vervoerssector, de Autorità di Regolazione dei Trasporti, tegen september 2014 snel en volledig operationeel is. De lijst van strategische infrastructuur in de energiesector goed te keuren en het havenbeheer en de verbindingen met het hinterland te versterken.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

[2]               PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

[3]               COM(2014) 413 final.

[4]               P7_TA(2014)0128 en P7_TA(2014)0129.

[5]               PB L 140 van 27.5.2013, blz. 11.

[6]               C(2013) 8005 final.

[7]               COM(2013) 800 final.

[8]               COM(2013) 790 final.

[9]               SWD(2014) 83 final.

[10]             Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.