22.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 443/994


P7_TA(2014)0432

Stelsel van eigen middelen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van besluit van 16 april 2014 van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (05602/2014 — C7-0036/2014 — 2011/0183(CNS))

(Bijzondere Wetgevingsprocedure — Raadpleging)

(2017/C 443/101)

Het Europees Parlement,

gezien het ontwerp van de Raad (05602/2014),

gezien artikel 311, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0036/2014),

gezien zijn resolutie van 29 maart 2007 over de toekomst van de eigen middelen van de Europese Unie (1),

gezien zijn resolutie van 8 juni 2011 over investeren in de toekomst: een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor een concurrerend, duurzaam en integratiegericht Europa (2),

gezien zijn resolutie van 13 juni 2012 over het meerjarig financieel kader en eigen middelen (3),

gezien zijn resolutie van 23 oktober 2012 met het oog op het bereiken van een positief resultaat van de goedkeuringsprocedure van het meerjarig financieel kader (4),

gezien zijn resolutie van 13 maart 2013 over de conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 betreffende het meerjarig financieel kader (5),

gezien zijn resolutie van 3 juli 2013 over het politieke akkoord over het meerjarig financieel kader 2014-2020 (6),

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0271/2014),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het ontwerp van de Raad, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in zijn ontwerp;

4.

roept de Groep op hoog niveau Eigen Middelen op tegen het einde van 2014 een eerste beoordeling te geven van het stelsel van eigen middelen, zoals aangegeven in de als bijlage bij deze resolutie gevoegde gezamenlijke verklaring (7); verwacht dat deze groep voorstellen zal indienen voor het herstellen van de tekortkomingen van het huidige stelsel, om de weg vrij te maken voor een hervorming die in het volgende MFK operationeel moet worden, waarbij de algemene doelstellingen van eenvoud, transparantie, billijkheid en democratische verantwoording als leidraad moeten dienen;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement 1

Ontwerpbesluit

Overweging 8 bis (nieuw)

Ontwerp van de Raad

Amendement

 

(8 bis)

Het Europees Parlement heeft altijd aangedrongen op volledige financiering van de begroting van de Unie door middel van eigen middelen, zoals bepaald in het Verdrag, en heeft regelmatig gewezen op de tekortkomingen en beperkingen van het bestaande stelsel van eigen middelen, dat ondoorzichtig en onrechtvaardig is, niet onderhevig aan parlementaire controle, uiterst gecompliceerd en volledig onbegrijpelijk voor de Europese burgers, die uiteindelijk de gevolgen ervan dragen. Het Europees Parlement is van mening dat een dergelijk stelsel wezenlijk ingaat tegen de letter en de geest van het Verdrag.

Amendement 2

Ontwerpbesluit

Overweging 8 ter (nieuw)

Ontwerp van de Raad

Amendement

 

(8 ter)

Het Europees Parlement is van mening dat het huidige financieringssysteem van de Unie, waarbij circa 74 % van de inkomsten afkomstig is uit op het bni gebaseerde bijdragen en 11 % uit de bestaande, statistische op de btw gebaseerde bijdragen, alleen maar heeft geleid tot versterking van het idee van „billijke compensatie” dat bij elk debat van de Raad een hoofdrol heeft gespeeld, zowel met betrekking tot de ontvangsten- als de inkomstenzijde van de Uniebegroting, dat heeft geleid tot de invoering van gecompliceerde en ondoorzichtige kortingen en andere correctiemechanismen, en bijdraagt aan het steeds terugkerende probleem van betalingstekorten tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure. Het Europees Parlement is tevens van mening dat het huidige stelsel in de weg staat van het vinden van een voldoende meerderheid in de Raad om een afdoende niveau van betalingskredieten op de jaarlijkse begrotingen vast te stellen teneinde te kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen en politieke toezeggingen van de EU.

Amendement 3

Ontwerpbesluit

Overweging 8 quater (nieuw)

Ontwerp van de Raad

Amendement

 

(8 quater)

Het Europees Parlement heeft krachtig gepleit voor een grondige herziening van het stelsel van eigen middelen, en voor een terugkeer naar een stelsel van werkelijke, duidelijke, eenvoudige en eerlijke eigen middelen. Het Europees Parlement was van mening dat de wetgevingsvoorstellen van de Commissie over eigen middelen van juni 2011 een stap in de goede richting waren, om welke reden het Europees Parlement deze voorstellen van meet af aan met een overweldigende meerderheid heeft gesteund. Het Europees Parlement betreurt dat de Raad geen vooruitgang heeft weten te boeken bij de hervorming van het stelsel van eigen middelen op basis van die wetgevingsvoorstellen. Het Europees Parlement betreurt dat het definitieve politieke akkoord van de Raad van 8 februari 2013 zelfs nog nieuwe kortingen en uitzonderingen bevat.

Amendement 4

Ontwerpbesluit

Overweging 8 quinquies (nieuw)

Ontwerp van de Raad

Amendement

 

(8 quinquies)

Er wordt een Groep op hoog niveau Eigen Middelen opgericht in onderlinge overeenstemming tussen de drie instellingen van de Unie, zoals vastgelegd in de Gemeenschappelijke verklaring over de eigen middelen, die onderdeel vormt van het politieke akkoord over het MFK 2014-2020. Deze Groep op hoog niveau zal het stelsel van eigen middelen volledig tegen het licht houden, uitgaande van de algemene doelstellingen van eenvoudigheid, transparantie, billijkheid en de democratische verantwoordingsplicht. Alle aspecten van de hervorming van het stelsel van eigen middelen moeten worden onderzocht. Een eerste evaluatie zal eind 2014 beschikbaar zijn.

Amendement 5

Ontwerpbesluit

Overweging 8 sexies (nieuw)

Ontwerp van de Raad

Amendement

 

(8 sexies)

De resultaten van de werkzaamheden van de Groep op hoog niveau worden beoordeeld op een interinstitutionele conferentie in 2016, met deelname van de nationale parlementen. In het licht daarvan zal de Commissie beoordelen of nieuwe initiatieven voor eigen middelen wenselijk zijn. Deze beoordeling zal tegelijkertijd plaatsvinden met de evaluatie/herziening van het MFK 2014-2020 na de verkiezingen, waarmee de Commissie uiterlijk eind 2016 moet beginnen. Het Europees Parlement is van mening dat de werkzaamheden van de Groep op hoog niveau het mogelijk moeten maken dat eventuele hervormingen overeengekomen kunnen worden, om deze vervolgens door te voeren voor de periode van het volgende MFK.


(1)  PB C 27 E van 31.1.2008, blz. 214.

(2)  PB C 380 E van 11.12.2012, blz. 89.

(3)  PB C 332 E van 15.11.2013, blz. 42.

(4)  PB C 68 E van 7.3.2014, blz. 1.

(5)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0078.

(6)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0304.

(7)  Zie ook Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0455.


BIJLAGE

Gemeenschappelijke verklaring over de eigen middelen

1.

Overeenkomstig artikel 311 van het VWEU voorziet de Unie zich van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en uitvoering te geven aan haar beleid; tevens is in dat artikel bepaald dat de begroting, onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen wordt gefinancierd. Overeenkomstig artikel 311, derde alinea, stelt de Raad, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit betreffende het stelsel van eigen middelen vast, en kan de Raad in dat kader nieuwe categorieën van eigen middelen vaststellen, dan wel bestaande categorieën intrekken.

2.

Op die basis heeft de Commissie in juni 2011 een reeks voorstellen ter hervorming van het eigenmiddelenstelsel van de Unie ingediend. Tijdens zijn bijeenkomst van 7 en 8 februari 2013 is de Europese Raad overeengekomen dat de algemene doelstellingen van eenvoudigheid, transparantie en billijkheid als leidraad voor de eigenmiddelenregeling moeten dienen. Daarnaast richtte de Europese Raad een verzoek tot de Raad om te blijven werken aan het Commissievoorstel voor een nieuwe bron van eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde (btw). Tevens verzocht hij de lidstaten die deelnemen aan de nauwere samenwerking inzake de belasting op financiële transacties (bft), te onderzoeken of die belasting de grondslag kan worden voor een nieuwe bron van eigen middelen voor de EU-begroting.

3.

De kwestie van de eigen middelen vergt nader beraad. Daartoe zal een groep op hoog niveau bijeen worden geroepen, bestaande uit leden die door de drie instellingen worden aangewezen. Die zal haar gedachten laten gaan over alle bestaande en eventuele toekomstige bijdragen van de drie instellingen en de nationale parlementen. De groep moet putten uit passende expertise, onder meer van nationale begrotings- en belastingautoriteiten alsmede van onafhankelijke deskundigen.

4.

Deze groep zal het eigenmiddelenstelsel volledig tegen het licht houden, uitgaande van de algemene doelstellingen van eenvoudigheid, transparantie, billijkheid en democratische verantwoordingsplicht. Een eerste evaluatie zal eind 2014 beschikbaar zijn. De vooruitgang bij deze werkzaamheden zal regelmatig — minimaal één keer per half jaar — in vergaderingen op politiek niveau worden geëvalueerd.

5.

De nationale parlementen zullen worden uitgenodigd voor een interinstitutionele conferentie in 2016 die het resultaat van dit werk moet beoordelen.

6.

In het licht daarvan zal de Commissie beoordelen of nieuwe initiatieven voor eigen middelen wenselijk zijn. Deze beoordeling geschiedt parallel aan de in artikel 1 bis van de MFK-verordening vermelde evaluatie met het oog op mogelijke hervormingen voor de periode waarop het volgende meerjarig financieel kader betrekking heeft.