9.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 378/269


P7_TA(2014)0180

Statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren (gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden) ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 maart 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1365/2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren wat betreft het verlenen van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor de vaststelling van bepaalde maatregelen (COM(2013)0484 — C7-0205/2013 — 2013/0226(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2017/C 378/34)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0484),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 338, lid 1, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0205/2013),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0003/2014),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


P7_TC1-COD(2013)0226

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 maart 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1365/2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren wat betreft het verlenen van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor de vaststelling van bepaalde maatregelen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („het Verdrag”) moeten de aan de Commissie verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag.

(2)

In verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2), heeft de Commissie zich ertoe verbonden (3) om in het licht van de criteria die in het Verdrag zijn vastgesteld, wetgevingshandelingen te herzien die niet vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon werden aangepast aan de regelgevingsprocedure met toetsing.

(3)

Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) verleent bevoegdheden aan de Commissie om sommige bepalingen van die verordening uit te voeren.

(4)

In de context van de aanpassing van Verordening (EG) nr. 1365/2006 aan de nieuwe voorschriften van het VWEU moeten de uitvoeringsbevoegdheden waarover de Commissie momenteel beschikt, worden verleend door middel van de verlening van bevoegdheden om gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen.

(5)

Wat Verordening (EG) nr. 1365/2006 betreft, moet, om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen, de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gedelegeerd aan de Commissie voor ten aanzien van de aanpassing van de drempel voor de statistische verwerking van de binnenvaart, de bijstelling van de definities en de goedkeuring van aanvullende definities. Voorts moet de Commissie worden gemachtigd om gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de wijziging van de reikwijdte van de te verzamelen gegevens en, alsook aanpassing van de inhoud van de bijlagen. [Am. 1]

(6)

De Commissie dient ervoor te zorgen dat deze gedelegeerde handelingen voor de lidstaten en de respondenten geen aanzienlijke extra administratieve lasten met zich meebrengen. [Am. 2. Niet van toepassing op de Nederlandse versie]

(7)

Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(8)

Om eenvormige voorwaarden te garanderen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1365/2006 moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend om regels vast te stellen voor toezending van gegevens, met inbegrip van de gegevensuitwisselingnormen, voor de verspreiding van de resultaten door de Commissie (Eurostat) en ook om methodologische eisen en criteria te ontwikkelen en te publiceren die garanderen dat gegevens van goede kwaliteit worden geproduceerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011. Aangezien die handelingen van algemene strekking zijn, moet voor de vaststelling ervan de onderzoeksprocedure worden toegepast. [Am. 3]

(9)

In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is het voor de verwezenlijking van de basisdoelstelling, namelijk de aanpassing van de bevoegdheden van de Commissie aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie , noodzakelijk en passend gemeenschappelijke voorschriften vast te stellen voor een dergelijke aanpassing op het gebied van vervoersstatistieken. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. [Am. 4]

(10)

Ter waarborging van de rechtszekerheid moet deze verordening de procedures voor de vaststelling van maatregelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening geïnitieerd maar niet afgerond zijn, onverlet laten.

(11)

Verordening (EG) nr. 1365/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1365/2006 wordt als volgt gewijzigd:

(-1 bis)

In artikel 2, lid 4, wordt punt b) geschrapt. [Am. 5]

(-1 ter)

In artikel 2, lid 4, wordt punt c) geschrapt. [Am. 6]

(1)

Aan artikel 2 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

„5.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 zo nodig gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de aanpassing van de drempel voor de statistische verwerking van de binnenvaart, rekening houdend met economische en technische ontwikkelingen.”. [Am. 7]

(2)

Aan artikel 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 zo nodig gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijstelling van de definities en de goedkeuring van aanvullende definities, rekening houdend met economische en technische ontwikkelingen.”. [Am. 8]

(3)

Aan artikel 4 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 zo nodig gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de reikwijdte van de te verzamelen gegevens en de inhoud van de bijlagen, rekening houdend met economische en technische ontwikkelingen.”. [Am. 9]

(4)

Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Regels voor toezending van gegevens aan de Commissie (Eurostat), met inbegrip van de gegevensuitwisselingnormen, worden overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 10, lid 2, door de Commissie goedgekeurd.”.

(5)

Aan artikel 6 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Commissie keurt overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 10, lid 2, de regels voor de verspreiding van de resultaten goed.”.

(6)

Artikel 7, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De Commissie keurt overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 10, lid 2, de methodologische eisen en criteria goed die garanderen dat gegevens van goede kwaliteit worden geproduceerd.”

(6 bis)

Aan artikel 7 worden de volgende leden toegevoegd:

„3 bis.     Voor de toepassing van deze verordening zijn op de te verstrekken gegevens de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad  (*1) van toepassing.

3 ter.     De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen de modaliteiten, de structuur, de periodiciteit en de vergelijkbaarheidselementen voor de kwaliteitsverslagen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*1)   Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).” [Am. 10]"

(6 ter)

De inleidende zin van artikel 8, lid 1, wordt vervangen door:

„De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op …  (*2) en vervolgens om de drie jaar, na raadpleging van het Comité statistisch programma, een verslag voor over de uitvoering van de verordening. Dit verslag bevat met name:” [Am. 11]

(*2)  Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening."

(7)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Uitoefening van gedelegeerde bevoegdheden de bevoegdheidsdelegatie [Am. 12]

1.   Aan de Commissie wordt onder de in dit artikel vastgestelde voorwaarden de bevoegdheid verleend toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen. [Am. 13]

2.   Bij de uitoefening van de op grond van artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, gedelegeerde bevoegdheden ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen voor de lidstaten en de respondenten geen aanzienlijke extra administratieve lasten met zich meebrengen.

3.   De in artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van … (*3). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. [Am. 14]

4.   De in artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, genoemde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een overeenkomstig artikel 2, lid 5, artikel 3 of artikel 4, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden aan de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”

(*3)  De exacte datum van de inwerkingtreding van de wijzigingsverordening. "

(8)

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (*4) opgericht Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*5).

2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

2 bis.     Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, stelt de Commissie de uitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. [Am. 15]

(*4)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164)"

(*5)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”"

(8 bis)

In Bijlage B wordt Tabel B1 vervangen door:

„Tabel B1. Personen- en goederenvervoer naar scheepsvlag en soort schip (jaargegevens)

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

2 alfanumerieke tekens

„B1”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„yyyy”

 

Land/regio van lading

4 alfanumerieke tekens

NUTS2  (*6)

 

Land/regio van lossing

4 alfanumerieke tekens

NUTS2  (*6)

 

Soort vervoer

1 cijfer

1 = nationaal

 

 

 

2 = internationaal (m.u.v. doorvaart)

 

 

 

3 = doorvaart

 

Soort schip

1 cijfer

1 = motorschip

 

 

 

2 = schip zonder eigen aandrijving

 

 

 

3 = motortankschip

 

 

 

4 = tankschip zonder eigen aandrijving

 

 

 

5 = ander soort vrachtschip

 

 

 

6 = zeeschip

 

 

 

7 = cruiseschip met meer dan 100 passagiers

 

 

 

8 = personenveerboot met een lengte van meer dan 300 meter

 

Nationaliteit van het schip

2 letters

NUTS0 (landencode)  (*7)

 

Vervoerd gewicht

 

 

ton

Tonkilometers

 

 

tonkilometer

Vervoerde personen

12 cijfers

 

persoon

Reizigerskilometers

12 cijfers

 

persoon

Beschikbare zitplaatsen

12 cijfers

 

zitplaats

[Am. 16]

(9)

Bijlage G wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening laat de procedures voor de vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 1365/2006 bedoelde maatregelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening geïnitieerd maar niet afgerond zijn onverlet.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)   Standpunt van het Europees Parlement van 11 maart 2014.

(2)   Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(3)   PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19.

(4)   Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren en houdende intrekking van Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 1).

(*6)   Als de regiocode onbekend of niet beschikbaar is, moet de volgende codering worden gebruikt:

„NUTS0 + ZZ” als het partnerland een NUTS-code heeft;

„ISO-code + ZZ” als het partnerland geen NUTS-code heeft;

„ZZZZ” als het partnerland volledig onbekend is.

(*7)   Als het land van registratie van het schip geen NUTS-code heeft, moet de ISO-landencode worden vermeld. Als de nationaliteit van het schip onbekend is, moet de code „ZZ” worden gebruikt.”