12.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/90


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen

COM(2013) 106 final — 2013/0063 (COD)

2013/C 327/15

Rapporteur: de heer MACIULEVIČIUS

Het Europees Parlement en de Europese Commissie hebben op resp. 12 en 15 maart 2013 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de artikelen 43, lid 2, 207, lid 2, en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te raadplegen over het

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen

COM(2013) 106 final — 2013/0063 (COD).

De afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 12 juni 2013 goedgekeurd.

Het Comité heeft tijdens zijn op 10 en 11 juli 2013 gehouden 491e zitting (vergadering van 10 juli) het volgende advies uitgebracht, dat met 149 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) schaart zich achter dit voorstel om wetgeving aan te passen aan het Verdrag van Lissabon, zoals het dat ook al deed in zijn advies 357/2011 (1) en zoals het dat consequent in daaropvolgende adviezen is blijven doen.

1.2

De handelsregels zouden in het algemeen samen met alle belanghebbenden gemoderniseerd en transparanter gemaakt moeten worden en tegelijkertijd moeten worden afgestemd op de doelstellingen van het gemeenschappelijke landbouwbeleid, teneinde de Europese waarden in de hele wereld te promoten.

1.3

Er moet worden voorzien in adequate beschermingsmechanismen om te voorkomen dat vrijhandelsovereenkomsten kunnen worden misbruikt om levensmiddelen van lagere kwaliteit op de Europese markt te brengen die goedkoper en gemakkelijker zijn te produceren.

1.4

Het EESC beveelt met klem aan om toekomstige handelsregelingen zodanig vorm te geven dat de concurrentie op de EU-markt niet kan worden verstoord doordat derde landen minder strenge normen op het gebied van milieu, voedselveiligheid, dierenwelzijn en sociale bescherming hanteren. Dat kan door extra, compenserende elementen in invoerrechten op te nemen.

1.5

Het systeem voor de afgifte van invoer- en restitutiecertificaten en certificaten voor actieve veredeling en met name voor de toewijzing van contingenten zou moeten worden herzien om kleine en middelgrote producenten voldoende kansen te bieden.

1.6

Er zouden e-aanbestedingsinstrumenten moeten worden geïntegreerd in het douanesysteem voor het beheer van certificaten en contingenten. Dit zou het mogelijk moeten maken de situatie op de markt in detail op de voet te volgen en onmiddellijk actie te ondernemen als reactievolumes of reactieprijzen worden bereikt.

1.7

Het systeem van uitvoerrestituties zou achter de hand moeten worden gehouden, omdat niet kan worden voorspeld wanneer een dergelijk vangnet weer nodig is.

1.8

De Commissie zou de rol van de adviesgroep voor de internationale aspecten van landbouw moeten versterken om rechtstreeks informatie te kunnen inwinnen bij landbouwers, verwerkende industrie, consumenten, handel enz. (2).

2.   Achtergrond

2.1

De voorgestelde verordening is bedoeld om de bestaande handelsregeling voor verwerkte landbouwproducten / niet in bijlage I genoemde goederen (die momenteel is vastgelegd in Verordening 1216/2009) en de gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (die momenteel is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 614/2009) aan te passen aan het Verdrag van Lissabon en samen te voegen met het oog op rationalisering, harmonisatie en vereenvoudiging, teneinde:

de gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie in kaart brengen en de overeenkomstige procedures voor het vaststellen van deze handelingen vast te leggen;

deze regelingen aan te passen aan de nieuwe integrale-GMO-verordening (COM(2011) 626 final) in het kader van de aanpassing van de GMO aan het Verdrag van Lissabon en aan het GLB na 2013, waarover momenteel in de Raad en het Europees Parlement lange en moeizame besprekingen worden gevoerd;

voornoemde verordeningen bij te werken en een helderder en steviger rechtsgrondslag voor de uitvoeringsbepalingen te creëren;

een solide rechtskader te scheppen voor het beheer van de verlaagde invoerrechten en invoercontingenten die bij vrijhandelsovereenkomsten zijn ingesteld, en voor het beheer van het systeem van uitvoerrestituties, alsmede de bestaande Verordening aan te passen aan de huidige praktijken in vrijhandelsovereenkomsten en bij uitvoerrestituties.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Het EESC kan zich vinden in het voorstel van de Commissie om de wetgeving voor de handel in verwerkte landbouwproducten te vereenvoudigen, rationaliseren en harmoniseren. Het is er met name mee ingenomen dat de Verordening inzake de handelsregeling voor verwerkte landbouwproducten en de Verordening betreffende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tegelijkertijd aan het Verdrag van Lissabon worden aangepast, aangezien ze allebei soortgelijke bepalingen bevatten over invoer- en uitvoerregelingen voor landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten (zoals bijvoorbeeld verlaagde invoerrechten, aanvullende invoerrechten, invoercontingenten, uitvoerrestituties, uitvoer- en restitutiecertificaten).

3.2

Het EESC vindt deze vereenvoudiging, rationalisering en harmonisering van de wetgeving een uitgelezen kans om de handelsregels in het algemeen samen met alle belanghebbenden te moderniseren en transparanter te maken, teneinde de Europese waarden in de hele wereld te promoten.

3.3

Het EESC waardeert dat de voorgestelde verordening een 'Lissabonisering' van de huidige bepalingen vormt, waarbij deze niet substantieel worden gewijzigd, maar pleit niettemin voor een grondige herziening van het handelsbeleid, teneinde dat af te stemmen op de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die zijn vastgelegd in artikel 39 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

3.4

Al ettelijke keren heeft het EESC zich uitgesproken vóór vrijhandelsovereenkomsten en preferentiële handelsregelingen en gewezen op het belang van het WTO-overleg. Het is echter essentieel dat de EU - als 's werelds grootste levensmiddelenimporteur - haar eigen strenge normen op het gebied van voedselveiligheid en -kwaliteit, dierenwelzijn en sociale en milieubescherming promoot.

3.5

Invoerrechten, en met name het agrarische deel daarvan, zouden moeten worden aangevuld met extra elementen voor milieu, voedselveiligheid, dierenwelzijn en sociale bescherming. Die zouden dan kunnen worden gebruikt als instrument om de Europese normen voor voedselproductie in derde landen uit te dragen. Ze zouden alleen mogen worden verlaagd als de producent die naar de EU exporteert, deze normen in acht neemt. Door de Europese maatschappelijke waarden op deze manier te verspreiden, zal de wereldvoedselproductie op lange termijn veerkrachtiger en duurzamer worden.

3.6

Er moet worden voorzien in adequate beschermingsmechanismen om te voorkomen dat vrijhandelsovereenkomsten kunnen worden misbruikt om levensmiddelen van lagere kwaliteit op de Europese markt te brengen die goedkoper en gemakkelijker zijn te produceren.

3.7

Het EESC roept de Commissie op het systeem voor de afgifte van invoer- en restitutiecertificaten en certificaten voor actieve veredeling en met name voor de toewijzing van contingenten te herzien, teneinde kleine en middelgrote producenten voldoende kansen te bieden en te voorkomen dat een handjevol bedrijven de markt gaat domineren.

3.8

Verder dringt het EESC er bij de Commissie op aan om e-aanbestedingsinstrumenten te integreren in het douanesysteem voor het beheer van certificaten en contingenten, teneinde de transactiekosten aanzienlijk te verminderen en de risico's te verkleinen die verbonden zijn aan de fysieke omgang met documenten door marktpartijen.

3.9

Dit zou het mogelijk moeten maken de situatie op de markt in detail op de voet te volgen en onmiddellijk actie te ondernemen als reactievolumes of reactieprijzen worden bereikt.

3.10

Hoewel momenteel geen gebruik wordt gemaakt van uitvoerrestituties, vindt het EESC dat die een belangrijke rol spelen als vangnet in geval van onevenwichtigheden op de markt. Daarom is het van groot belang ze achter de hand te houden, omdat niet kan worden voorspeld wanneer een dergelijk vangnet weer nodig is.

3.11

Het is essentieel dat de Commissie de rol van de adviesgroep voor de internationale aspecten van landbouw gaat versterken, teneinde rechtstreeks informatie te kunnen inwinnen bij landbouwers, verwerkende industrie, consumenten, handel enz. en aldus een waardevol forum voor informatie en adviesverlening te creëren (3).

Brussel, 10 juli 2013

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Henri MALOSSE


(1)  PB C 107 van 6.4.2011, blz. 33-36.

(2)  PB C 304 van 10.11.1993, blz. 8-10.

(3)  PB C 304 van 10.11.1993, blz. 8-10.