VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de activiteiten van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering in 2011 /* COM/2012/0462 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD over de activiteiten van het Europees Fonds
voor aanpassing aan de globalisering in 2011 INHOUDSOPGAVE 1........... Inleiding.......................................................................................................................... 5 2........... Analyse van de activiteiten van het
EFG in 2011.............................................................. 5 3........... Follow-up van het jaarverslag 2010
over de activiteiten van het EFG............................... 6 4........... Analyse van de activiteiten van het
EFG in 2011.............................................................. 7 4.1........ Ontvangen aanvragen...................................................................................................... 7 Tabel 1 – In 2011 ontvangen aanvragen........................................................................................ 8 4.1.1..... Ontvangen aanvragen per lidstaat en
sector..................................................................... 8 4.1.2..... Ontvangen aanvragen naar aangevraagd
bedrag............................................................... 8 4.1.3..... Ontvangen aanvragen naar aantal
werknemers voor wie steun werd aangevraagd............. 9 4.1.4..... Ontvangen aanvragen naar per
werknemer aangevraagd bedrag....................................... 9 4.1.5..... Ontvangen aanvragen naar
steunverleningscriterium.......................................................... 9 4.2........ Toegekende bijdragen.................................................................................................. 10 Tabel 2 – Details van de in 2011 toegekende
bijdragen................................................................ 10 Tabel 3 – In 2011 toegekende EFG-bijdragen:
profiel van de werknemers................................... 11 4.2.1..... Met behulp van EFG-steun
gefinancierde acties............................................................. 12 4.2.2..... Complementariteit met door de
structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), gefinancierde
acties............................................................................................................................ 12 4.3........ Dossiers die niet aan de voorwaarden
voor een financiële bijdrage uit het EFG voldeden 13 4.4........ Door het EFG behaalde resultaten................................................................................. 13 4.4.1..... In 2011 ontvangen eindverslagen van
de lidstaten over de implementatie van financiële bijdragen 14 4.4.2..... Samenvatting van de in 2011 gemelde
resultaten en goede praktijken............................. 14 Tabel 4 — In 2011 ontvangen eindverslagen —
overzicht van de resultaten.................................. 16 4.4.3..... Details van de geïmplementeerde
maatregelen, zoals meegedeeld in de definitieve verslagen die de Commissie in
2011 heeft ontvangen.................................................................................................... 16 4.5........ Evaluatie na 2013......................................................................................................... 19 4.6........ Financieel verslag.......................................................................................................... 19 4.6.1..... Door het EFG bijgedragen fondsen............................................................................... 19 4.6.2..... Uitgaven voor technische bijstand.................................................................................. 20 Tabel 5 – Uitgaven voor technische bijstand in
2011.................................................................... 20 4.6.3..... Gemelde of afgesloten onregelmatigheden...................................................................... 21 4.6.4..... Afsluiting van de financiële
bijdragen van het EFG.......................................................... 21 Tabel 6 – In 2011 afgesloten dossiers.......................................................................................... 21 4.6.5..... Andere terugbetalingen................................................................................................. 23 4.7........ Technische bijstand van de Commissie.......................................................................... 23 4.7.1..... Voorlichting en publiciteit.............................................................................................. 23 4.7.2..... Vergaderingen met de nationale
autoriteiten en belanghebbenden van het EFG............... 24 4.7.3..... Ontwerp van een elektronisch
aanvraagformulier........................................................... 24 4.7.4..... Tweede Statistical Portrait of the EGF
2007-2011........................................................ 24 4.7.5..... Tussentijdse evaluatie van het EFG................................................................................ 24 5........... Trends.......................................................................................................................... 26 6........... Conclusie..................................................................................................................... 31 Bijlage 1 — EFG-aanvragen per economische
activiteit tot en met 31 december 2011 (97 aanvragen) 33 Bijlage 2 — Overzicht van de EFG-aanvragen tot
en met 31 december 2011 per lidstaat en soort aanvraag (criteria van artikel 1)....................................................................................................................... 41 1. Inleiding Het Europees Fonds voor aanpassing aan de
globalisering (EFG) is bij Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] opgericht om solidariteit te
betonen met en steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg
van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen. Het fonds is
bedoeld om de algemene voordelen op lange termijn van een open handel in termen
van groei en werkgelegenheid te verzoenen met de nadelige effecten op korte
termijn die de globalisering kan hebben, met name voor de werkgelegenheid van
de meest kwetsbare en laagst geschoolde werknemers. De regels zijn gewijzigd
bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van 18 juni 2009[2] teneinde doelmatiger te reageren
op de wereldwijde financiële en economische crisis. Artikel 16
van Verordening (EG) nr. 1927/2006 bepaalt dat de Commissie bij het Europees
Parlement en de Raad elk jaar een kwantitatief en kwalitatief verslag indient
over de activiteiten van het EFG in het voorgaande jaar. Het verslag heeft in
hoofdzaak betrekking op de door het EFG behaalde resultaten en bevat met name
informatie over de ingediende aanvragen, de goedgekeurde besluiten, de
gefinancierde acties, met inbegrip van de complementariteit met andere acties
die worden gefinancierd uit de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal
Fonds (ESF), en de afsluiting van de financiële bijdragen. Het verslag bevat
tevens een overzicht van de aanvragen die zijn afgewezen omdat er onvoldoende middelen
beschikbaar zijn of omdat zij niet aan de criteria voldoen. 2. Analyse van de
activiteiten van het EFG in 2011 In 2011 heeft de Commissie 26 aanvragen voor
bijdragen uit het EFG ontvangen. Dat was iets minder dan in 2010 (31
aanvragen). In punt 4.1 en tabel 1 zijn nadere bijzonderheden van de
aanvragen opgenomen. De begrotingsautoriteit heeft in 2011 22
besluiten genomen tot toekenning van steun uit het EFG, voor een totaal bedrag
van 128 167 758 EUR. In vergelijking met 2010 is dat een stijging van
de medefinanciering door het EFG met 54,1 %. In punt 4.2 en de
tabellen 2 en 3 worden details van de toegekende bijdragen uiteengezet. De Commissie heeft in 2011 vier eindverslagen
ontvangen over de implementatie van de EFG-bijdragen. In punt 4.4 en tabel 4
worden details van de resultaten uiteengezet. Er zijn vijf EFG-bijdragen
afgesloten die in eerdere jaren zijn toegekend (details in punt 4.6.4 en tabel
6). Details over de technische bijstand op initiatief van de Commissie (artikel
8, lid 1, van de EFG-verordening) vindt u in punt 4.6.2 en tabel 5. In 2011 heeft de Commissie bij het Europees
Parlement en de Raad een voorstel ingediend met het oog op de verlenging tot
eind 2013 van de tijdelijke "crisisafwijking" (die geldt voor
EFG-aanvragen die uiterlijk 30.12.2011 werden ingediend). In punt 3 worden
hierover details verstrekt. De Commissie heeft een voorstel voor een
verordening van het Europees Parlement en de Raad ingediend voor de periode
2014-2020. In punt 4.5 worden hierover nadere bijzonderheden verstrekt. 3. Follow-up van het
jaarverslag 2010 over de activiteiten van het EFG Verordening (EG) nr. 546/2009 tot wijziging
van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering De tijdelijke en permanente wijzigingen die in
2009 zijn aangebracht in Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de werking van
het EFG aanzienlijk verbeterd door de vaststelling van betere voorwaarden voor
de lidstaten om EFG-steun aan te vragen voor de medefinanciering van hun respons
op de negatieve gevolgen van de wereldwijde financiële en economische crisis
voor de werkgelegenheid. Het werd gemakkelijker om EFG-steun aan te
vragen dankzij de tijdelijke "crisisafwijking"[3], die de toekenning van
EFG-steun mogelijk maakt voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de
wereldwijde financiële en economische crisis en de EFG-bijdrage verhoogt van
50 % tot 65 % van de totale kosten. De permanente wijzigingen, met
name de verlaging van de drempel van 1 000 tot 500 gedwongen ontslagen en
de uitbreiding van de implementatieperiode van 12 tot 24 maanden na de datum
van de aanvraag, hadden eveneens een positief effect: daardoor konden de
lidstaten EFG-steun aanvragen voor ontslagen werknemers van kleinere
ondernemingen en konden zij een langere ondersteuning van de ontslagen
werknemers programmeren dan vroeger het geval was. Na voltooiing van de
projecten zal het effect van de langere EFG-steun blijken op de inzetbaarheid
en de herintreding van de ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt. Tijdens het eerste kwartaal van 2011 heeft de Commissie overleg
georganiseerd met vertegenwoordigers van de lidstaten, de implementatieorganen
en de sociale partners over de vraag of deze "crisisafwijking" tot na
2011 moest worden verlengd en over de toekomst van het EFG na 2013 (zie ook
punt 4.5). In juni 2011 heeft de Commissie een voorstel[4] aangenomen om de "crisisafwijking" tot eind 2013 te
verlengen. Op 21 september 2011 heeft het Europees Parlement zich volledig
achter dit voorstel geschaard. Ondanks uitgebreide debatten in de Raad en tal
van compromisoplossingen kon in de Raad evenwel geen gekwalificeerde
meerderheid voor het voorstel van de Commissie worden gevonden. Aangezien over
de verlenging van de "crisisafwijking" geen politiek akkoord is bereikt,
kunnen aanvragen van EFG-steun na 31 december 2011 uitsluitend worden
gebaseerd op structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en werd het
medefinancieringspercentage teruggebracht tot de oorspronkelijke 50 % van
de totale subsidiabele kosten. Bevordering van de besluitvorming inzake
EFG-aanvragen: procedure voor het indienen van voorstellen bij de Raad en het
Europees Parlement De in 2011
toegekende EFG-bijdragen zijn verwerkt volgens de nieuwe
besluitvormingsprocedures van het EFG die eind 2009 zijn vastgesteld. De in
2010 begonnen werkzaamheden om de besluitvorming in het kader van de huidige
verordening te versnellen, werden in 2011 voortgezet, met name in de context
van de raadplegingen over de toekomst van het EFG na 2011 en 2013. Er werden
voorbereidingen getroffen voor een specifiek seminar voor vertegenwoordigers
van de lidstaten (dat in maart 2012 plaatsvond), om verschillende kwesties te
behandelen die met de efficiënte implementatie van het fonds verband houden. 4. Analyse van de activiteiten
van het EFG in 2011 4.1. Ontvangen
aanvragen De Commissie heeft in 2011 26 aanvragen
ontvangen (zie tabel 1), vijf minder dan in 2010 (31 aanvragen[5]). Verordening (EG) nr. 546/2009
van 18 juni 2009 is van toepassing op al deze aanvragen (d.w.z. een
medefinancieringspercentage van 65 %, een implementatieperiode van 24
maanden vanaf de datum van de aanvraag, enz.). Eind 2011 was er sprake van een
sterke stijging van het aantal crisisgerelateerde aanvragen, waaruit blijkt dat
de lidstaten zoveel mogelijk hebben willen profiteren van de betere voorwaarden
van de "crisisafwijking" voordat die eind december 2011 afliep: 12
van de 18 aanvragen die de lidstaten in december 2011 hebben ingediend, waren
crisisgerelateerd. De 26 aanvragen werden ingediend door 10
lidstaten en betreffen 16 870 ontslagen werknemers. In totaal werd een bedrag
van 77 546 044 EUR uit het EFG aangevraagd. De nog niet goedgekeurde
bedragen zijn indicatief, aangezien deze tijdens de evaluatiefase nog kunnen
veranderen. Twee lidstaten hebben in 2011 voor het eerst een aanvraag
ingediend: Griekenland en Roemenië. Tabel 1 – In 2011 ontvangen aanvragen 4.1.1. Ontvangen
aanvragen per lidstaat en sector De 26 aanvragen hadden betrekking op 20
sectoren[6].
Voor acht van die sectoren (zie de lijst hieronder) is in 2011 voor het eerst
een aanvraag voor EFG-steun ingediend. Oostenrijk (drie aanvragen: wegvervoer,
tabaksproducten, maatschappelijke dienstverlening), Denemarken
(twee aanvragen: elektronische benodigdheden, scheepsbouw), Duitsland (één
aanvraag: automobielsector), Griekenland (één aanvraag: detailhandel), Italië
(zeven aanvragen: bouw van gebouwen, keramiek, huishoudapparaten, ICT-diensten,
opslag, elektronische benodigdheden, motorfietsen), Nederland
(drie aanvragen: bouw van gebouwen, gespecialiseerde bouwwerkzaamheden, metalen
in primaire vorm), Portugal (één aanvraag: automobielsector), Roemenië (één
aanvraag: mobiele telefoons), Spanje (zes aanvragen: bouw van gebouwen, metaalverwerkende
sector, vervaardiging van schoenen, schrijn- en timmerwerk), Zweden (één
aanvraag: farmaceutica). 4.1.2. Ontvangen
aanvragen naar aangevraagd bedrag Elke lidstaat die een aanvraag voor EFG-steun
indient, moet een gecoördineerd pakket maatregelen uitwerken dat het beste past
bij het profiel van de werknemers op wie zij zijn gericht en het bedrag van de
bijstand vaststellen dat hij van het EFG verlangt. De verordening bevat geen
aanbevelingen of beperkingen wat het totale gevraagde bedrag betreft, maar bij
de evaluatie van een aanvraag door de diensten van de Commissie kunnen vragen
rijzen die ertoe leiden dat de aanvragende lidstaat het voorgestelde pakket van
individuele dienstverlening moet herzien, waardoor ook het gevraagde bedrag
moet worden aangepast. De in 2011 gevraagde EFG-bijdragen liepen uiteen
van 1 125 605 EUR tot 6 838 650 EUR (en bedroegen
gemiddeld 2 982 540 EUR). 4.1.3. Ontvangen
aanvragen naar aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd De voor medefinanciering door het EFG
voorgestelde maatregelen waren bedoeld voor in totaal 16 870 werknemers.
Dat is ongeveer 72 % van het totale aantal ontslagen werknemers (in de 26
ingediende aanvragen hebben de 10 lidstaten melding gemaakt van ongeveer 23 500
ontslagen). Het aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd varieerde van
153 tot 1 517. In drie aanvragen werd steun aangevraagd voor meer dan 1 000
ontslagen werknemers en in zes aanvragen voor minder dan 500 ontslagen
werknemers. Het aantal ontslagen werknemers en het aantal werknemers voor wie
EFG-steun wordt aangevraagd kunnen verschillen doordat de aanvragende lidstaat
kan beslissen slechts steun aan te vragen voor specifieke groepen werknemers,
zoals werknemers die het buitengewoon moeilijk hebben om op de arbeidsmarkt te
blijven en/of werknemers die het hardst hulp nodig hebben. Sommige ontslagen
werknemers ontvangen eventueel andere dan EFG-steun en nog anderen vinden op
eigen kracht een nieuwe baan of kiezen voor vervroegde uittreding, wat betekent
dat voor hen geen EFG-maatregelen worden aangevraagd. 4.1.4. Ontvangen
aanvragen naar per werknemer aangevraagd bedrag De lidstaten kunnen het pakket van individuele
dienstverlening dat zij voor de betrokken ontslagen werknemers voorstellen
binnen de grenzen van de verordening naar eigen goeddunken vaststellen. Het
bedrag per getroffen werknemer kan daarom variëren afhankelijk van het aantal
ontslagen, de situatie op de getroffen arbeidsmarkt, de individuele
omstandigheden van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, de
maatregelen die reeds getroffen zijn door de desbetreffende lidstaten en de
kosten van het verstrekken van de diensten in de desbetreffende lidstaat of
regio. Dat verklaart waarom de bedragen die in 2011 per werknemer werden
voorgesteld varieerden van iets meer dan 1 200 EUR tot meer dan
19 000 EUR. 4.1.5. Ontvangen
aanvragen naar steunverleningscriterium Van de 26 ingediende aanvragen zijn er 20
(77 %) bedoeld als steun voor werknemers die zijn ontslagen als
rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis
(artikel 1, lid 1 bis, van de gewijzigde EFG-verordening), terwijl de
overige zes aanvragen (23 %) betrekking hadden op maatregelen in reactie
op door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de
wereldhandelspatronen. Acht aanvragen werden ingediend op grond van
artikel 2, onder a), van de EFG-verordening, 15 aanvragen op grond van
artikel 2, onder b), en twee aanvragen op grond van artikel 2, onder c),
onder verwijzing naar uitzonderlijke omstandigheden, en één aanvraag op grond
van artikel 2, onder c), onder verwijzing naar een kleine arbeidsmarkt. 4.2. Toegekende
bijdragen In 2011 heeft de
begrotingsautoriteit in 22 dossiers besloten middelen uit het EFG ter
beschikking te stellen voor medefinanciering van beleidsmaatregelen voor een
actieve arbeidsmarkt (zie de tabellen 2 en 3 voor een overzicht en een
uitsplitsing van de profielen van de werknemers). Vijf daarvan betroffen
aanvragen die in 2011 werden ingediend, terwijl 16 betrekking hadden op
aanvragen die de Commissie in 2010 had ontvangen, en één een aanvraag uit 2009
betrof. Verordening (EG) nr. 546/2009 van 18 juni 2009 is van toepassing op
alle toegekende bijdragen (d.w.z. een medefinancieringspercentage van
65 %, een implementatieperiode van 24 maanden vanaf de datum van de
aanvraag, enz.). De 22 toegekende
bijdragen hebben betrekking op 21 213 ontslagen werknemers in twaalf lidstaten,
waarbij een totaal bedrag van 128 167 758 EUR wordt betaald uit het EFG
(25,6 % van het jaarlijkse maximumbedrag dat beschikbaar is voor het EFG).
Dit komt neer op een stijging van de medefinanciering uit het EFG met
54,1 % in vergelijking met 2010 (83 171 941 EUR voor 30
toegekende bijdragen[7]). Tabel 2 – Details van de in 2011 toegekende
bijdragen Tabel 3 – In 2011 toegekende EFG-bijdragen:
profiel van de werknemers 4.2.1. Met behulp van EFG-steun gefinancierde acties Artikel 3 van Verordening (EG)
nr. 1927/2006 bepaalt dat het EFG alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen
kan medefinancieren om ontslagen werknemers weer aan het werk te helpen.
Daarnaast wordt bepaald dat het EFG activiteiten van de lidstaten kan
financieren ter implementatie van het fonds op het vlak van voorbereiding,
beheer, voorlichting, publiciteit en controle ("implementatie"
(vroeger "technische bijstand" genoemd). De maatregelen die werden goedgekeurd voor de
22 EFG-bijdragen die in 2011 werden toegekend hadden tot doel 21 213
ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt te re-integreren. Deze bestonden
hoofdzakelijk uit intensieve en individuele begeleiding bij het zoeken van een
baan en casemanagement, waaronder plaatsingsonderzoek bij mogelijke werkgevers,
diverse maatregelen op het gebied van beroepsopleiding, bijscholing en
herscholing, verschillende tijdelijke financiële stimulansen/toelagen voor de
duur van de actieve ondersteuningsmaatregel tot de periode van werkelijke
re-integratie op de arbeidsmarkt, mentoring tijdens de eerste fase in de nieuwe
baan en andere soorten activiteiten zoals het bevorderen van
ondernemerschap/het oprichten van een eigen onderneming, ondersteunde
werkgelegenheid en eenmalige werkgelegenheids-/aanwervingsprikkels. Bij het samenstellen van hun steunpakketten
hebben de lidstaten rekening gehouden met de achtergrond, de ervaring en het
opleidingsniveau van de werknemers, hun mobiliteit en de huidige of verwachte
kansen op een baan in de betrokken regio. 4.2.2. Complementariteit met door de structuurfondsen, met name het
Europees Sociaal Fonds (ESF), gefinancierde acties Het EFG is bedoeld om de inzetbaarheid te
vergroten en te zorgen voor een snelle re‑integratie van ontslagen werknemers
op de arbeidsmarkt door de toepassing van actieve arbeidsmarktmaatregelen. Als
zodanig vormt het een aanvulling op het ESF, dat het belangrijkste instrument
is voor de bevordering van de werkgelegenheid in de EU. Algemeen
genomen ligt de complementariteit van de twee fondsen in hun vermogen om de
voornoemde kwesties vanuit twee verschillende tijdsperspectieven aan te pakken:
terwijl het EFG op de behoeften toegesneden bijstand aan ontslagen werknemers
verleent in reactie op specifieke gebeurtenissen op Europese schaal die
aanleiding geven tot massale ontslagen, treedt het ESF op ter ondersteuning van
strategische doelen op lange termijn (bijv. vergroting van het menselijk
kapitaal en het in goede banen leiden van veranderingen) via vooraf vastgestelde
meerjarenprogramma’s, waarvan de middelen doorgaans niet meer kunnen worden
herbestemd voor maatregelen waarmee wordt gereageerd op crisissituaties als
gevolg van massaontslagen. EFG- en ESF-maatregelen worden nu en dan
gecombineerd om zowel op korte als op lange termijn oplossingen aan te reiken.
Het beslissende criterium is de mate waarin de beschikbare instrumenten de
betrokken werknemers echt kunnen helpen. De lidstaten bepalen welke
instrumenten en acties het meest kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de
nagestreefde doelstellingen en stellen er een planning voor vast. De inhoud van het "gecoördineerde pakket
van individuele dienstverlening" dat door het EFG wordt medegefinancierd
moet in evenwicht zijn met overige acties en moet deze aanvullen.
De door het EFG medegefinancierde maatregelen kunnen een stuk verder gaan dan
standaardvoorzieningen en -acties. De praktijk heeft geleerd dat de lidstaten
dankzij het EFG ontslagen werknemers beter op de behoeften toegesneden en
diepgaandere bijstand kunnen verlenen dan zonder het EFG mogelijk zou zijn
geweest, met inbegrip van maatregelen waartoe zij normaal gezien geen toegang
hebben (bijv. middelbaar of hoger onderwijs). Dankzij het EFG kunnen de
lidstaten zich beter concentreren op de meest kwetsbare werknemers, zoals
lagergeschoolden en werknemers met een migrantenachtergrond, en kunnen zij de
bijstand met een betere ratio adviseur/werknemer en/of gedurende een langere
periode verlenen dan mogelijk zou zijn zonder EFG-steun. Een en ander vergroot
de kans van de werknemers op een verbetering van hun situatie. Specifieke voorbeelden van goede
complementariteit tussen de structuurfondsen en het EFG zijn te vinden in een
aanvraag van Denemarken voor de scheepsbouw en in drie aanvragen van Ierland voor
de bouwsector. In de eerste aanvraag (EGF/2010/025 DK/Odense Steel Shipyard)
werden de EFG-maatregelen uitgewerkt om de acties aan te vullen die werden
ondernomen door het forum voor regionale groei om op lange termijn nieuwe
groeisectoren in de regio te bevorderen. Dat forum ontvangt financiering uit
het ESF en het EFRO. Deze EFG-bijdrage wordt door Denemarken bovendien gebruikt
om opleiding in nieuwe sectoren en nieuwe aanbiedingsvormen te testen, zodat
die mogelijk in mainstreamprogramma's worden opgenomen als de implementatie van
het EFG een succes blijkt te zijn. Sinds 2010 — met andere woorden voor de
recentste Ierse aanvragen (EGF/2010/019, EGF/2010/020, EGF/2010/021) en ook
voor toekomstige aanvragen — wordt het EFG betrokken bij het proces van het
monitoringcomité voor de coördinatie van EU-middelen in het raam van het
nationaal strategisch referentiekader, dat wordt voorgezeten door het
Ministerie van Financiën en is ingesteld om kwesties op te lossen die verband
houden met de implementatie van de structuurfondsen voor de periode 2007-2013. Dit comité bespreekt belangrijke kwesties,
zoals het afbakenen van fondsen in operationele programma's en plannen voor
nieuwe programma's om ervoor te zorgen dat de fondsen elkaar niet overlappen. Alle lidstaten moeten de nodige regelingen
treffen om elk risico van dubbele financiering uit financiële instrumenten van
de EU te voorkomen, zoals bepaald in artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr.
1927/2006. 4.3. Dossiers
die niet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG voldeden Noch de Commissie
noch de begrotingsautoriteit hebben een aanvraag van de lidstaten voor
EFG-financiering afgewezen. 4.4. Door
het EFG behaalde resultaten De voornaamste bron van informatie voor de
door het EFG behaalde resultaten zijn de eindverslagen die de lidstaten
overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 indienen. Die
verslagen worden aangevuld met informatie die de lidstaten meedelen in directe
contacten met de Commissie en tijdens coördinatievergaderingen en conferenties
van vertegenwoordigers van de lidstaten in de loop van het jaar. Een
samenvatting van de in 2011 door de lidstaten gemelde resultaten en gegevens is
te vinden in dit punt en in tabel 4. De Commissie heeft in totaal eindverslagen
ontvangen voor 20 EFG-bijdragen (sinds 2008, toen de resultaten van de eerste
EFG-aanvragen beschikbaar werden, tot en met december 2011). Dat is ongeveer
20 % van het totale aantal aanvragen (97) dat de Commissie tot december
2011 heeft ontvangen. 15 van die 20 aanvragen zijn ook geanalyseerd in het
kader van de tussentijdse evaluatie, die in 2011 is uitgevoerd (zie punt
4.7.5). Gezien de beperkte eindresultaten tot nu toe is het nog te vroeg om
definitieve conclusies te trekken over de toegevoegde waarde van de EFG-steun
en het effect op de ontslagen werknemers en de arbeidsmarkt. Naarmate meer en
definitievere resultaten van aanvragen met een verlengde implementatieperiode
van 24 maanden (na de verlenging van 12 tot 24 maanden vanaf de datum van de
aanvraag, ingevolge de wijziging van de EFG-verordening in 2009) beschikbaar
worden, zal het effect van het EFG gedetailleerder worden gemeten, onder meer
in de evaluatie achteraf, die per 31 december 2014 moet zijn verricht (artikel
17, lid 1, onder b), van de EFG-verordening). 4.4.1. In
2011 ontvangen eindverslagen van de lidstaten over de implementatie van
financiële bijdragen De Commissie heeft in 2011 vier eindverslagen
ontvangen over de volgende dossiers: EGF/2009/004 BE/Oost- en West-Vlaanderen,
EGF/2009/005 BE/Limburg, EGF/2009/007 SE/Volvo en EGF/2009/008 IE/Dell. Dit
waren de eerste EFG-aanvragen voor de drie lidstaten, én de eerste voltooide
aanvragen met een verlengde implementatieperiode van 24 maanden. Het waren
ook de eerste aanvragen waarvoor een medefinanciering uit het EFG van 65 %
gold, nadat het percentage, dat vroeger 50 % bedroeg,was verhoogd. 4.4.2. Samenvatting
van de in 2011 gemelde resultaten en goede praktijken Uit de vier eindverslagen die door drie
lidstaten zijn ingediend is gebleken dat 2 352 werknemers
(45,0 % van 5 228) aan het einde van de EFG-implementatieperiode een
nieuwe baan hadden gevonden of een eigen bedrijf hadden opgericht. De andere
werknemers studeerden of volgden een opleiding (ongeveer 10,9 %), waren
nog altijd werkloos of waren inactief om persoonlijke redenen (volgden geen
onderwijs of opleiding en hadden geen werk (NEET - not in education,
employment, or training)): ongeveer 44,1 %. Ongeveer als in 2010 werd de re-integratie in
het arbeidsproces beïnvloed door de verminderde absorptiecapaciteit van de
plaatselijke en regionale arbeidsmarkten als rechtstreeks gevolg van de
wereldwijde financiële en economische crisis. Er zij op gewezen dat het
re-integratiepercentage slechts een momentopname is van de werkgelegenheidssituatie
van de werknemers op het moment waarop de gegevens worden verzameld. Het zegt
niets over het soort werk en de kwaliteit van de baan die de betrokken
werknemers hebben gevonden en kan op korte tijd sterk veranderen. Volgens de
informatie die de Commissie in 2010 en 2011 van verschillende lidstaten heeft
ontvangen, gaat het re-integratiepercentage vaak reeds enkele maanden na de
indiening van de eindverslagen in stijgende lijn, en stijgt het verder op
middellange termijn, vooral wanneer de op de behoeften toegesneden bijstand ook
na de EFG-termijn wordt voortgezet, op kosten van de lidstaten zelf of met
steun van het ESF. De drie lidstaten hebben een aantal
interessante feiten en bemoedigende informatie gemeld waaruit blijkt dat de
persoonlijke situatie, het zelfvertrouwen en de inzetbaarheid van de betrokken
werknemers er duidelijk op vooruitgaat dankzij de door het EFG
medegefinancierde bijstand en diensten, ook indien zij niet allemaal meteen een
nieuwe baan vinden. Dankzij het EFG kunnen de lidstaten de door ontslagen
getroffen regio’s beter ondersteunen dan mogelijk zou zijn zonder EFG-steun,
zowel wat het aantal ondersteunde werknemers als wat de duur en de kwaliteit
van de verleende bijstand betreft. De EU-fondsen maakten het hen mogelijk flexibeler
te reageren en in hun pakketten zeer gepersonaliseerde en soms innovatieve
acties van hoge kwaliteit op te nemen en zodoende meer aandacht te besteden aan
lagergeschoolden en werkzoekenden die moeilijker aan een baan te helpen zijn. De door het EFG medegefinancierde bijstand
vormt bijgevolg een extra investering in vaardigheden die ook op middellange en
lange termijn een positief effect kan hebben wanneer de markten de crisis
geleidelijk achter zich laten. Het EFG wordt gezien als een nuttig instrument in
tijden van budgettaire beperkingen, die vaak bijzonder acuut zijn in de
lidstaten en regio's waar massaontslagen vallen. De drie lidstaten trokken
bovendien ook een aantal lessen en conclusies die van nut zullen zijn voor de
voorbereiding en implementatie van toekomstige EFG-aanvragen. Tabel 4 — In 2011 ontvangen eindverslagen —
overzicht van de resultaten[8] 4.4.3. Details
van de geïmplementeerde maatregelen, zoals meegedeeld in de definitieve
verslagen die de Commissie in 2011 heeft ontvangen EGF/2009/004
Oost- en West-Vlaanderen/België (textiel) De bij het
financieringsbesluit toegekende implementatieperiode liep op
4 mei 2011 af. Van de 508 werknemers die aan de door het EFG
medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen, waren er vóór het einde van
de implementatieperiode 335 (65,9 %) weer aan het werk (negen van hen
hadden zich als zelfstandige gevestigd). De overige 173 (34,1 %)
waren werkloos of om verschillende persoonlijke redenen inactief (NEET). EGF/2009/005
Limburg/België (textiel) De bij het
financieringsbesluit toegekende implementatieperiode liep op
4 mei 2011 af. Van de 356 werknemers die aan de door het EFG
medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen, waren er vóór het einde van
de implementatieperiode 259 (72,8 %) weer aan het werk (vijf van hen
hadden zich als zelfstandige gevestigd). De overige 97 (27,2 %) waren
werkloos of om verschillende persoonlijke redenen inactief (NEET). De Belgische
autoriteiten hebben gemeld dat de twee EFG-bijdragen het hen mogelijk hadden
gemaakt de ontslagen textielarbeiders op hun behoeften toegesneden bijstand en
opleiding aan te bieden, waardoor zij ofwel een nieuwe baan hebben kunnen
vinden, ofwel hun positie op de arbeidsmarkt hebben kunnen versterken. De door
het EFG medegefinancierde maatregelen werden aangeboden door de VDAB (Vlaamse
Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) en COBOT (sectoraal
vormingscentrum voor de arbeiders van de textielnijverheid). De maatregelen
omvatten individuele hulp bij het zoeken naar een baan, waaronder het valideren
van bestaande textielgerelateerde vaardigheden, outplacementdiensten uitgebreid
tot alle leeftijdsgroepen, diverse opleidingsmaatregelen om generische
competenties en interviewvaardigheden te verwerven, beroepsopleiding om
ontslagen werknemers in nieuwe sectoren en functies te re-integreren, op maat
gesneden opleiding voor 50-plussers en verdere opleiding/loopbaanbegeleiding
voor de ontslagen werknemers die een nieuwe baan hebben gevonden om hun
tevredenheid en hun kansen om de nieuwe baan te behouden te verbeteren. Een aantal van de
geïmplementeerde activiteiten zijn ingebed in reeds bestaande regelingen die
financiering van de federale en regionale overheid ontvangen. Daardoor werd het
onmogelijk de EFG-bijdrage te berekenen. Ingevolge deze specifieke
administratieve omstandigheden heeft België slechts voor respectievelijk
36 % (EGF/2009/004) en 44,6 % (EGF/2009/005) van de totale
werkelijke kosten een beroep gedaan op EFG-financiering, en niet voor het
toegestane maximum van 65 %. De beheersautoriteit heeft een aantal lessen
en conclusies getrokken die voor toekomstige EFG-aanvragen van nut kunnen zijn. EGF/2009/007
Volvo/Zweden (automobielsector) De bij het
financieringsbesluit toegekende implementatieperiode liep op 4 juni 2011 af.
Van de 1 775 werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen
hebben deelgenomen, waren er 1 201 vóór het einde van de implementatieperiode
(67,7 %) weer aan het werk (18 van hen hadden zich als zelfstandige
gevestigd) en volgden er 344 (19,4 %) onderwijs of opleiding. De overige
230 (12,9 %) worden als werkloos of inactief beschouwd (NEET) omdat
zij om verschillende redenen niet langer een beroep deden op de dienst voor de
arbeidsvoorziening. Volgens de Zweedse autoriteiten was het EFG-project in vergelijking
met andere projecten in Zweden een succes wat de re-integratie na de
implementatie van het project betreft. De maatregelen die door het EFG zijn
medegefinancierd waren van grote betekenis voor de voormalige werknemers bij
Volvo, aangezien deze hen de mogelijkheid boden zich bij te scholen voor een
bredere arbeidsmarkt en hen tegelijkertijd persoonlijke ontwikkeling en
financiële zekerheid boden. Dankzij de EFG-bijdrage konden de Zweedse
autoriteiten diverse kwalificatiemaatregelen aanbieden, waaronder
beroepsopleiding die gericht is op beroepen waarvoor is vastgesteld dat de
generatiewisseling zorgwekkend is. De opleiding in ondernemerschap ging veel
verder dan wat gewoonlijk door de publieke dienst voor arbeidsvoorziening wordt
aangeboden. Er werd bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van de door
het EFG medegefinancierde opleiding (er werden waarderingscijfers gegeven). Dat
kan een concurrentievoordeel inhouden voor de betrokken personen ten opzichte
van andere werkloze werknemers die de standaardopleidingsmogelijkheden
aangeboden krijgen. De Zweedse autoriteiten hebben ook
gerapporteerd dat het project tot een versterkte samenwerking tussen de
publieke dienst voor arbeidsvoorziening en de verstrekkers van nationaal,
regionaal en lokaal volwassenenonderwijs had geleid. De combinatie van
arbeidsmarktbeleid met middelen uit de onderwijswereld werd erkend als een
grote toegevoegde waarde met een positief multipliereffect. Met de bevindingen
van en de lessen uit het Volvo-project zal in de toekomstige ondersteunende
activiteiten voor werklozen in Zweden rekening worden gehouden. Algemeen genomen waren de door het EFG
medegefinancierde maatregelen volgens de Zweedse autoriteiten zowel voor de
voormalige werknemers bij Volvo als voor de betrokken plaatselijke
arbeidsmarkten positief. Hoewel hun effect in financiële termen nu nog niet kan
worden gemeten, moet het mogelijk zijn dat in de toekomst te doen, wanneer de
huidige evaluatie van het project door de Zweedse autoriteiten is voltooid. EGF/2009/008
Dell/Ierland (computers) De bij het
financieringsbesluit toegekende implementatieperiode liep op 28 juni 2011 af.
Van de 2 589 werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen
hebben deelgenomen, waren er vóór het einde van de implementatieperiode 557
(21,5 %) weer aan het werk (191 van hen hadden zich als zelfstandige
gevestigd) en volgden er 227 (8,8 %) nog onderwijs of opleiding. De
overige 1 805 (69,7 %) waren werkloos of om verschillende
persoonlijke redenen inactief (NEET). De Ierse autoriteiten vermeldden dat de
EFG-steun een uitbreiding vormde van de gebruikelijke ondersteuning van
werklozen en complementair was aan de maatregelen die werden gesteund door het
Europees Sociaal Fonds, het EFRO, enz. Met de hulp van het EFG genoten de voormalige
werknemers bij Dell een verhoogd niveau van gepersonaliseerde begeleiding op
een moment dat de werkloosheid zowel regionaal als nationaal sterk steeg.
Volgens de Ierse autoriteiten hadden enerzijds het aantal personen dat aan het
eind van de implementatieperiode een nieuwe baan had gevonden of een eigen
bedrijf had opgericht en anderzijds het meer benutten van onderwijs- en
opleidingsmogelijkheden lokaal en regionaal in economische termen een
aanzienlijk positief effect. De door het EFG medegefinancierde maatregelen
hadden ook een positief effect op individuele personen in termen van hernieuwd
zelfvertrouwen en herstelde waardigheid. De door het EFG
medegefinancierde maatregelen betroffen een grote verscheidenheid aan
ondersteunende activiteiten op het gebied van begeleiding, onderwijs, opleiding
en ondernemerschap en werden aangeboden in nauwe samenwerking met de
plaatselijke, regionale en nationale dienstverleners. Dankzij de EFG-steun kon
ook een aantal nieuwe, op maat gesneden maatregelen worden ontwikkeld,
waaronder cursussen in het hoger onderwijs die buiten het gewone leerplan
vallen en een nieuw stageprogramma om bestaande vaardigheden te behouden en
mensen de mogelijkheid te bieden hun pas verworven vaardigheden in de praktijk
te brengen. Er kon ook opleiding worden aangeboden om nieuwe vaardigheden te
verwerven in opkomende sectoren of in sectoren waar een tekort aan vaardigheden
is vastgesteld, zoals medische hulpmiddelen, financiële diensten en logistiek.
Beurzen om de deelname van aanvragers aan geaccrediteerde opleidingscursussen
te stimuleren en beurzen om de toegang tot programma's in het hoger onderwijs
in erkende privé-colleges te bevorderen, maakten ook deel uit van het pakket. Van de ervaringen
die met de Dell-aanvraag werden verworven, werd in latere EFG-aanvragen van
Ierland gebruik gemaakt. 4.5. Evaluatie
na 2013 Artikel 20 van de EFG-verordening voorziet in de evaluatie van de hele
verordening uiterlijk op 31 december 2013, dit is aan het eind van de
programmeringsperiode 2007-2013. In de mededeling van de Commissie "Een
begroting voor Europa 2020"[9] is de
nadruk gelegd op de noodzaak om dringende uitdagingen zoals tekorten aan
bepaalde kwalificaties, ondermaatse prestaties van actief arbeidsmarktbeleid en
onderwijssystemen, sociale uitsluiting en marginalisering, en een lage
arbeidsmobiliteit, aan te pakken. De Commissie wil het EFG in de volgende
programmeringsperiode (2014-2020) in stand houden en wil dat aan werknemers die
worden ontslagen ingevolge structurele veranderingen die worden veroorzaakt
door de toenemende globalisering van de productie- en handelspatronen tijdens
die periode specifieke, eenmalige steun wordt geboden. De EU moet ook steun
kunnen verlenen bij massaontslagen die het gevolg zijn van ernstige
verstoringen van lokale, regionale of nationale economieën door een onverwachte
crisis. Voorts moet de werkingssfeer van het EFG worden uitgebreid zodat het in
bepaalde gevallen compensatie kan bieden voor de gevolgen van
handelsovereenkomsten in bepaalde landbouwsectoren. Tijdens de eerste helft van 2011 heeft de
Commissie met vertegenwoordigers van de lidstaten, uitvoeringsorganen en
sociale partners overleg gepleegd over de toekomstige rol en de toekomstige
mogelijkheden van het EFG als solidariteitsinstrument. Er werden onder meer
twee stakeholderconferenties gehouden, namelijk op 25-26 januari 2011 en
op 8 maart 2011. In oktober 2011 heeft de Commissie een voorstel[10] voor een toekomstig EFG
goedgekeurd waarin rekening werd gehouden met de resultaten van de raadplegingen
en de beleidsaanbevelingen van de tussentijdse evaluatie van het EFG (zie punt
4.7.5). In november en
december 2011 is het voorstel van de Commissie ingediend op het niveau van de
werkgroepen in het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal
Comité en het Comité van de Regio's. De formele besprekingen in de bevoegde
comités van het Parlement en de Raad zijn gepland voor 2012 en 2013. Het is de
bedoeling dat de nieuwe verordening op 1 januari 2014 in werking kan
treden. 4.6. Financieel
verslag 4.6.1. Door
het EFG bijgedragen fondsen In 2011 heeft de begrotingsautoriteit 22
bijdragen uit het EFG toegekend voor in totaal 128 167 758 EUR,
wat neerkomt op 25,6 % van het beschikbare jaarlijkse maximumbedrag (tabel
2). Alle 22 betalingen zijn gedaan uit de begroting van 2011, hoewel vier
daarvan pas begin 2012 zijn uitgevoerd. Krachtens artikel 28 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006[11],
dat het begrotingskader van het EFG bepaalt, mag het fonds niet groter zijn dan
een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR, dat afkomstig kan zijn uit
marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit
geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met
uitzondering van de kredieten voor rubriek 1B van het financieel kader.
Bovendien moet krachtens artikel 12 van de EFG-verordening elk jaar op
1 september nog ten minste een kwart van het jaarlijkse maximumbedrag
beschikbaar zijn om tegemoet te komen aan aanvragen die tot het einde van het
jaar binnenkomen. De vastleggingskredieten voor de in
2011 toegekende middelen zijn overgeschreven van de EFG‑reserve naar het
EFG-begrotingsonderdeel. Om het gebruik van ESF-middelen zo veel mogelijk te
voorkomen, zijn de betalingskredieten in 2011anders betrokken dan in het
verleden. Het EFG-begrotingsonderdeel is bij het begin van het jaar
gecrediteerd voor een bedrag van 47 608 950 EUR (inclusief
610 000 EUR voor technische bijstand van het EFG). Door een gewijzigde
begroting is een extra bedrag van 50 000 000 EUR toegevoegd. In
het kader van de algemene overschrijving is een bedrag van 5 460 495
EUR vastgesteld en naar het EFG overgeschreven. Tot slot werd van een
ESF-begrotingsonderdeel 29 650 344 EUR overgeschreven. Voor 2011 lagen de betalingen 54,1 %
hoger dan voor 2010 (128 167 758 EUR tegenover
83 171 941 EUR voor 30 toegekende bijdragen7). 4.6.2. Uitgaven
voor technische bijstand Overeenkomstig artikel
8, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 kan op initiatief van de Commissie
tot 0,35 % van de voor het jaar beschikbare financiële middelen (met een
maximum van 1,75 miljoen EUR) gebruikt worden in de vorm van
technische bijstand voor activiteiten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging
van de EFG-verordening, zoals voorlichting, administratieve en technische
bijstand, toezicht, audit, en controle- en evaluatieactiviteiten. In 2011 is een
bedrag van 610 000 EUR ter beschikking gesteld voor technische
bijstand[12] in het kader van de in tabel 5 genoemde activiteiten. Het resterende
bedrag van 1 140 000 EUR, dat over het jaar in principe beschikbaar
was voor technische bijstand, is niet aangewend. Het grootste verschil tussen het begrote
bedrag en de werkelijke uitgaven deed zich voor in de categorie voorlichting,
waar de bijdrage van het EFG voor algemene publicaties over werkgelegenheid en
sociale zaken die relevant zijn voor het EFG aanzienlijk lager was dan
verwacht. Tabel 5 – Uitgaven voor technische bijstand
in 2011 Omschrijving || Begroot bedrag EUR || Besteed bedrag EUR Voorlichting (bijv. actualisering/uitbreiding van de EFG-website in alle EU-talen, publicaties en audiovisuele activiteiten) || 250 000 || 74 685,24 Administratieve en technische bijstand - vergaderingen van de Deskundigengroep van contactpersonen van het EFG - seminars over de implementatie van het EFG (2012 seminars om informatie en ervaringen uit te wisselen over de begroting van 2011) || 70 000 200 000 || 61 404,21 268 595,79 Monitoring (tweede Statistical Portrait of the EGF 2007-2011) || 20 000 || 19 883,00 Totstandbrenging van een kennisbasis (ontwerp van een elektronisch aanvraagformulier) || 70 000 || 59 300,00 Audit, controle, evaluatie: in 2011 is geen aanvraag voor deze categorieën gebruikt (de tussentijdse evaluatie van het EFG overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder a), van de EFG-verordening is reeds in 2010 uitbesteed; de audits die in 2011 zijn uitgevoerd zijn uit andere middelen van de Europese Commissie gefinancierd) Totaal || 610 000 || 483 868,24 4.6.3. Gemelde of afgesloten onregelmatigheden Er zijn in 2011
geen onregelmatigheden in het kader van de EFG-verordening gemeld aan de
Commissie. Er zijn in 2011
geen onregelmatigheden in het kader van de EFG-verordening afgesloten. 4.6.4. Afsluiting
van de financiële bijdragen van het EFG In artikel 15, lid 2, van de EFG-verordening
worden de procedures uiteengezet voor het afsluiten van financiële bijdragen op
grond van het EFG. In 2011 is de derde reeks EFG-bijdragen sinds de oprichting
van het fonds afgesloten. Hieronder zijn de vijf aanvragen opgesomd die in de
jaren tot 2010 zijn geïmplementeerd (implementatieperiode van 12 maanden na de
datum van de aanvraag en medefinanciering van 50 % uit het EFG). Tabel 6 – In 2011 afgesloten dossiers De uitvoering van de begroting varieerde van 4,7 %
tot 29,6 %. In het kader van deze
vijf dossiers moest in totaal 27 639 447 EUR aan niet-bestede
middelen aan de Commissie worden terugbetaald. Er zijn diverse redenen waarom de lidstaten de
toegekende EFG-bijdragen niet volledig hebben benut. Ook al worden de lidstaten
aangemoedigd realistische budgettaire schattingen te maken voor de
gecoördineerde pakketten van individuele dienstverlening, toch kan er een
gebrek zijn aan accurate en zaakkundige planning. Er kan in de oorspronkelijke
berekeningen een te grote veiligheidsmarge zijn ingebouwd, die uiteindelijk
onnodig bleek te zijn. Het aantal werknemers dat van de voorgestelde maatregel
wil profiteren kan in de planningsfase zijn overschat, bepaalde werknemers
kunnen hebben gekozen voor goedkopere in plaats van duurdere of voor kortere in
plaats van langdurige maatregelen, of zij kunnen sneller dan oorspronkelijk
verwacht een nieuwe baan hebben gevonden. Andere redenen voor de lage uitgaven
kunnen het laat opstarten van de maatregelen zijn of het niet flexibel
herschikken tussen verschillende begrotingsposten van financieringsmiddelen bij
de implementatie van het pakket van individuele dienstverlening. Uit een vergelijking van de veertig
eindverslagen die tot juli 2012 werden ingediend (afgesloten aanvragen en
aanvragen die nog worden afgesloten) blijkt dat de lidstaten toen het fonds pas
bestond (en de implementatieperiode slechts twaalf maanden bedroeg) problemen
ondervonden om de toegekende middelen binnen de toebedeelde termijn te
besteden. De eindverslagen die de Commissie vanaf eind 2011 heeft ontvangen
betreffen aanvragen met een langere implementatieperiode (24 maanden te rekenen
vanaf de datum van de aanvraag). Uit die verslagen blijkt dat de lidstaten hun
budgetten realistischer waren gaan plannen, de maatregelen eerder lieten ingaan
en de verdeling van de middelen over de verschillende maatregelen zo nodig
tijdens de implementatie aanpasten. Het totale terugvorderingspercentage is
bijgevolg gedaald en de EFG-middelen worden zoals gepland besteed. De Commissie
heeft de lidstaten daarbij geholpen door regelmatig informatie te verstrekken
en specifieke seminars te organiseren om een optimale aanwending van de
middelen aan te moedigen. Dat had tot gevolg dat het hoge
terugvorderingspercentage van meer dan 60 % voor de aanvragen in 2007 werd
gehalveerd tot ongeveer 30 % voor 2008. Er zijn aanwijzingen dat dit
niveau in 2009 zal worden gehandhaafd. Volgens het eerste eindverslag voor een
in 2010 ingediende aanvraag bedraagt het terugvorderingspercentage minder dan
10 %. Naarmate de lidstaten meer ervaring opdoen,
zullen de begroting van de maatregelen en de prognoses voor werknemersdeelname
waarschijnlijk alsmaar beter worden. De lidstaten gaan al doeltreffender te
werk dan in de beginjaren bij het opstellen en indienen van EFG‑aanvragen. De
timing van het tijdstip waarop de EFG-financiering ter plaatse aankomt, de
capaciteiten van de verschillende coördinatie- en implementatiestructuren en de
kwaliteit van de communicatie tussen het nationale en het regionale/lokale
niveau worden eveneens verbeterd. De lidstaten maken ook beter gebruik van de
mogelijkheid om hun begrotingen te herzien en uitgaven te herschikken tussen de
verschillende maatregelen en / of uitgaven voor de implementatie. Op het niveau
van de instellingen werden en worden bovendien nog steeds aanzienlijke
inspanningen geleverd om de procedures voor de besluitvorming en de betaling
van de EFG-middelen te versnellen, zodat de beschikbare tijd en middelen
optimaal kunnen worden benut. In maart 2012 heeft de Commissie voor de vertegenwoordigers
van de lidstaten een specifiek seminar georganiseerd om verschillende aspecten
in verband met de timing en de doeltreffendheid van de implementatie van het
fonds te bespreken. 4.6.5. Andere
terugbetalingen Afgezien van de
terugbetaalde bedragen in tabel 6 werd één in 2010 toegekende EFG-bijdrage
volledig aan de Commissie terugbetaald: 382 200 EUR voor
aanvraag EGF/2010/023 (Lear), die de Spaanse autoriteiten in 2011 hebben
ingetrokken. 4.7. Technische
bijstand van de Commissie 4.7.1. Voorlichting en publiciteit Internetsite Overeenkomstig artikel 9 van Verordening
(EG) nr. 1927/2006 dient de Commissie in alle talen van de Gemeenschap een
internetsite op te zetten "die informatie verschaft over het EFG, een
leidraad geeft voor de indiening van aanvragen, actuele informatie biedt over
ingewilligde en afgewezen aanvragen en de rol daarbij van de
begrotingsautoriteit belicht". Overeenkomstig de vereisten van artikel 9 heeft de Commissie een
internetsite over het EFG opgezet (http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=326&langId=nl), die beschikbaar is in de 23 talen van de Unie, met inbegrip van het
Iers. In 2011 zijn op de EFG-website in totaal 284 181 pagina’s geraadpleegd
door 37 384 bezoekers. Promotieacties in 2011 De Commissie heeft met de hulp van
journalisten een publicatie samengesteld met de titel "EFG in actie —
Verhalen over kansen die het EFG heeft gecreëerd". Deze brochure staat
op de EFG-website, beschrijft het effect van concrete EFG-maatregelen in vijf
EU-lidstaten (Duitsland, Spanje, Finland, Litouwen en Portugal) en de
omstandigheden waarin de specifieke maatregelen werden geïmplementeerd. In elk
van de gevallen vertellen werknemers die hun baan waren kwijtgeraakt en
vervolgens EFG-steun genoten hun persoonlijke verhaal. Uit deze indrukwekkende
getuigenissen blijkt dat het EFG deze werknemers heeft geholpen hun
persoonlijke situatie op een moeilijk moment in hun leven te verbeteren. De
getuigenissen betroffen de volgende vijf aanvragen: EGF/2007/004 FI/Perlos,
EGF/2008/003 LT/Alytaus Tekstilė, EGF/2008/004 ES/ Castilla y León en Aragón,
EGF/2009/001 PT/Norte-Centro en EGF/2009/002 DE/Nokia. EuroBarometer De speciale editie
van de EuroBarometer "European employment and social policy" (EBS 377[13]) van september-oktober 2011
bevatte een vraag over het EFG, die ook reeds in eerdere EuroBarometerenquêtes
was gesteld (oktober 2008 en juni 2009) om veranderingen in de bekendheid van
het fonds te meten. Op de vraag "Heeft
u ooit iets gehoord of gelezen over het Europees Fonds voor aanpassing aan de
globalisering, een fonds dat slachtoffers van de globalisatie helpt?" kon
het volgende worden geantwoord: "Ja, en ik ben er zeer mee vertrouwd",
of "Ja, maar ik ben er niet zeer mee
vertrouwd", of "Nee, ik heb er nooit iets over gehoord of
gelezen". Uit de resultaten
van 2011 blijkt een lichte verbetering van de bekendheid van het fonds in
vergelijking met de resultaten van 2009: in de hele EU had 32 % van de
respondenten van het EFG gehoord, en onder hen verklaarde 6 % dat ze er
"zeer vertrouwd" mee waren. 68 % van de ondervraagden antwoordde
dat zij nooit van het EFG hadden gehoord — dat percentage blijft hoogt, hoewel
het in vergelijking met de vorige enquête met 2 % is gedaald. 4.7.2. Vergaderingen
met de nationale autoriteiten en belanghebbenden van het EFG De zevende en achtste vergadering van de
contactpersonen van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisatie (dit
zijn de EFG-vertegenwoordigers in de lidstaten) vonden plaats op 9 maart
2011 en 20 oktober 2011 in Brussel. Een deel van elke vergadering was
gewijd aan de bespreking van het voorstel van de Commissie om de
"crisisafwijking" tot na 30 december 2011 te verlengen4
en van de herziening van de huidige EFG-verordening, met het voorstel van de
Commissie om het fonds in stand te houden tijdens de periode 2014-20209. Op 25-26 januari 2011 en 8 maart
2011 vonden in Brussel twee stakeholderconferenties plaats die waren gewijd aan
de toekomst van het EFG (na 2011 en na 2013). Deze zijn gefinancierd uit het
budget voor technische bijstand voor 2010 (art. 8, lid 1, van de
EFG-verordening). Het seminar voor EFG-auditeurs (dat werd
gefinancierd uit het budget voor technische bijstand voor 2010) vond plaats in
Brussel op 7 april 2011. 4.7.3. Ontwerp
van een elektronisch aanvraagformulier Na een aanbesteding heeft de Commissie met een
extern bedrijf een contract gesloten voor het ontwerp van een elektronisch EFG-aanvraagformulier.
Het is de bedoeling dat er met het nieuwe formulier minder tijd verloopt tussen
het ogenblik waarop een lidstaat een aanvraag opstelt en het ogenblik waarop
het voorstel dat door de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad wordt ingediend,
wordt goedgekeurd. 4.7.4. Tweede
Statistical Portrait of the
EGF 2007-2011 Na een aanbesteding heeft de Commissie met een
extern bedrijf een contract gesloten voor het opstellen van het tweede Statistical
Portrait of the EGF 2007-2011. Dat moet in de eerste helft van 2012 worden
gepubliceerd. 4.7.5. Tussentijdse
evaluatie van het EFG Overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder a),
van de EFG-verordening heeft de Commissie een tussentijdse evaluatie uitgevoerd
van de doeltreffendheid en duurzaamheid van de door het EFG behaalde
resultaten. Zij heeft deze evaluatie aan externe deskundigen uitbesteed. Het
eindverslag van de evaluatie is eind 2011 gepresenteerd en staat op de
EFG-website (http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=326&langId=nl). De evaluatie is
uitgevoerd op het niveau van het eigenlijke instrument, en op het niveau van de
individuele EFG-aanvragen en -maatregelen. In de analyse van de effecten van
EFG-steun op langere termijn werden de gesteunde personen en de plaatselijke
werkgevers en gemeenschappen onder de loep genomen. Vijftien EFG-aanvragen van
acht lidstaten (Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Litouwen, Malta,
Portugal en Spanje) werden onderzocht. Deze aanvragen zijn geïmplementeerd
volgens de oorspronkelijke EFG-regels (die golden van 2007 tot eind april
2009), met name een drempel van 1 000 ontslagen, een implementatieperiode
van 12 maanden en een medefinanciering van 50 %. De 15 geëvalueerde
aanvragen zijn die waarvoor de lidstaten tussen 2008 en 2010 de eindverslagen
hebben ingediend, en die vervolgens zijn afgesloten[14]: || Jaar waarin de aanvraag is afgesloten Nr. || Lidstaat || Aanvraag || EGF/2007/001 || FR || Peugeot || 2009 EGF/2007/003 || DE || BenQ || 2009 EGF/2007/004 || FI || Perlos || 2009 EGF/2007/005 || IT || Sardinië || 2011 EGF/2007/006 || IT || Piemonte || 2010 EGF/2007/007 || IT || Lombardije || 2011 EGF/2007/008 || MT || Textiel || 2009 EGF/2007/010 || PT || Lissabon-Alentejo || 2010 EGF/2008/001 || IT || Toscane || 2011 EGF/2008/002 || ES || Delphi || 2010 EGF/2008/003 || LT || Alytaus tekstilė || 2010 EGF/2008/004 || ES || Castilla y León || 2010 EGF/2008/005 || ES || Catalonië || 2011 EGF/2009/001 || PT || Norte - Centro || 2011 EGF/2009/002 || DE || Nokia || 2010 De bevindingen van
de tussentijdse evaluatie zijn positief, aangezien uit het verzamelde bewijsmateriaal
blijkt dat het EFG een toegevoegde waarde is voor de maatregelen van de
lidstaten. Na twaalf maanden EFG-steun had 42 % van de werknemers voor wie
steun was aangevraagd een nieuwe baan gevonden, en op middellange termijn
blijven de re‑integratiepercentages verder stijgen. Dat is een bijzonder goed
resultaat gezien het feit dat veel van de gesteunde werknemers werkzoekenden
zijn die moeilijker aan een baan te helpen zijn. Het EFG heeft de
overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening in de lidstaten geholpen om
crisissituaties het hoofd te bieden die worden veroorzaakt door plotse
grootschalige ontslagen, door bestaande nationale inspanningen en steun van het
Europees Sociaal Fonds (ESF) aan te vullen. Dat was zelfs nog belangrijker
doordat de meeste EFG-aanvragen massaontslagen betroffen in regio's en
gemeenschappen die reeds waren achtergesteld — in vergelijking met het
respectieve nationale gemiddelde — wat werkgelegenheid, arbeidskansen en
economische dynamiek betrof. Dankzij het EFG kunnen lidstaten meer individuele
ondersteuning bieden aan een groter aantal werknemers en gedurende een langere
periode dan die waarin hun standaardregelingen voorzien, en kunnen zij
ondersteuning bieden die beter is afgestemd op het profiel en de behoeften van
elke individuele werknemer. Dankzij specifiek gerichte maatregelen kunnen voor
de vacatures op de plaatselijke arbeidsmarkt passende profielen van ontslagen
werknemers die EFG-steun ontvangen worden uitgezocht. EFG-implementatie
bevordert eveneens een goede communicatie tussen nationale, regionale en lokale
organen in de lidstaten. 5. Trends Nu het EFG steeds
meer aanvragen behandelt, zijn er ook meer gegevens beschikbaar om trends in de
aanvragen in kaart te brengen en inzicht te krijgen in de gevolgde koers bij de
activiteiten van het fonds. De in de onderstaande grafieken en de bijlage
opgenomen gegevens hebben betrekking op de 97 aanvragen in 32 economische
sectoren die de Commissie in de periode van januari 2007 tot en met december
2011 heeft ontvangen. Gedetailleerdere cijfers zullen worden gepresenteerd in
het tweede Statistical Portrait of the EGF 2007-2011, dat in de eerste
helft van 2012 zal worden gepubliceerd. Grafiek
1 - Aantal aanvragen ontvangen in de periode 2007-2011 || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || 2011 || Totaal Crisis-gerelateerd || ------- || ------ || 23 || 23 || 20 || 66 Handels-gerelateerd || 8 || 5 || 6 || 6 || 6 || 31 Totaal || 8 || 5 || 29 || 29 || 26 || 97 % van het totaal || 8,2 % || 5,2 % || 29,9 % || 29,9 % || 26,8 % || 100,0 % De in 2009
doorgevoerde wijziging van de EFG-verordening met zijn tijdelijke en permanente
wijzigingen had zichtbare gevolgen voor het aantal aanvragen dat de Europese
Commissie heeft ontvangen: dat aantal is sinds mei 2009 namelijk aanzienlijk
gestegen. Tijdens de hele periode 2007-2011 waren er 31 handelsgerelateerde en
66 crisisgerelateerde aanvragen. Ongeveer 80 % van de aanvragen die de
Commissie sinds mei 2009 (toen de gewijzigde EFG-verordening van kracht werd)
heeft ontvangen, betrof de wereldwijde financiële en economische crisis. Zoals blijkt in
bijlage 2 hebben Nederland en Spanje het meest aanvragen voor EFG-financiering
ingediend (elk 16 aanvragen), gevolgd door Italië (12 aanvragen) en Denemarken
(8 aanvragen). Op 31 december 2011 hadden zeven lidstaten nog geen EFG-steun
aangevraagd: Estland, Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Slowakije en het
Verenigd Koninkrijk. Grafiek
2 - Bedragen aan EFG-steun die per lidstaat werden aangevraagd, 2007-2011 miljoen EUR Tijdens de hele periode 2007-2011 hebben 20
lidstaten het EFG in totaal om een bedrag van 414,9 miljoen EUR verzocht. Italië
heeft het grootste bedrag aan medefinanciering door het EFG aangevraagd (66,2
miljoen EUR/12 aanvragen), gevolgd door Ierland (60,6 miljoen
EUR/6 aanvragen) en Denemarken (49,9 miljoen EUR/8 aanvragen). De nog niet
goedgekeurde bedragen zijn indicatief, aangezien deze tijdens de evaluatiefase
nog kunnen veranderen. Grafiek
3 - Aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd per lidstaat (2007-2011) Italië is de lidstaat die voor het grootste
aantal ontslagen werknemers steun van het EFG heeft aangevraagd (13 910
werknemers/12 aanvragen), gevolgd door Spanje (12 806 werknemers/16
aanvragen) en Ierland (9 835 werknemers/6 aanvragen). Voor de 11 andere
landen varieert het aantal van net iets meer dan 8 000 voor Duitsland tot
net iets meer dan 1 400 voor Roemenië. In elk van de zes resterende
lidstaten die aanvragen hebben ingediend, ging het om minder dan 1 000
werknemers. Grafiek
4 - Aantal aanvragen per sector (NACE Rev. 2), 2007-2011 In de periode 2007-2011 heeft het EFG
aanvragen ontvangen voor in totaal 32 activiteitssectoren (zie bijlage 1). De
meeste aanvragen betroffen de be- en verwerkende industrie, maar ook de bouw en
de dienstensector. De meeste aanvragen betroffen vier sectoren uit de be- en
verwerkende industrie: de automobielsector (14 aanvragen of 14,4 % van het
totaal), gevolgd door de textielsector (10 aanvragen of 10,3 % van het
totaal), drukkerijen en machines, apparaten en werktuigen (respectievelijk 9 en
8 aanvragen of elk 8 à 9 % van het totaal). Ongeveer 10 % (10
aanvragen) waren afkomstig van de bouwsector in brede zin, waaronder de bouw
van gebouwen, gespecialiseerde bouwwerkzaamheden en activiteiten van
architecten en ingenieurs (wanneer ook toeleverende sectoren zoals schrijn- en
timmerwerk en keramiek worden meegerekend, komt dit op 14 aanvragen of ongeveer
14 %). Voor bijna de helft van de sectoren ontving het EFG één enkele
aanvraag. Grafiek
5 - Aantal werknemers per sector (NACE Rev. 2) voor wie steun werd aangevraagd,
2007-2011 De betrokken sectoren zijn in de eerste plaats
de automobielsector, waar voor meer dan 19 000 werknemers steun werd
aangevraagd (21,7 % van het totaal in de ingediende aanvragen), gevolgd
door de textielsector, waar voor meer dan 11 000 werknemers steun werd
aangevraagd (12,6 % van het totaal in de ingediende aanvragen) en de
sector bouw van gebouwen, waar voor bijna 7 000 werknemers steun werd
aangevraagd (7,8 % van het totaal in de ingediende aanvragen). Grafiek
6 - Gemiddeld EFG-bedrag dat elke lidstaat per werknemer heeft aangevraagd,
2007‑2011 EUR || Gemiddelde Grafiek 6 geeft de gemiddelde EFG-steun per
werknemer weer. Het bedrag van de EFG-steun per werknemer was het hoogst in
Oostenrijk en Denemarken en bedroeg er respectievelijk ongeveer 15 000 EUR
en 10 000 EUR. In Litouwen, Slovenië en Tsjechië daarentegen werd per
werknemer minder dan 1 000 EUR steun per werknemer gevraagd. 6. Conclusie De tot nu toe duidelijke trends wijzen erop
dat EFG-aanvragen voor steeds meer sectoren en door steeds meer lidstaten
werden ingediend. De lidstaten hebben ook alsmaar meer ervaring verworven met
het selecteren van de meest geschikte maatregelen, het efficiënt programmeren
van hun bijstand voor ontslagen werknemers en het gebruik van het EFG om nieuwe
maatregelen te testen. Zij maken ook steeds vaker gebruik van de mogelijkheid
om de middelen tijdens de implementatie van het project te herschikken om de
beschikbare middelen optimaal te benutten. Het feit dat de tijdelijke
"crisisafwijking" van het EFG niet tot na eind 2011 werd verlengd (in
de Raad werd geen gekwalificeerde meerderheid gehaald omdat acht landen tegen
stemden), heeft de mogelijkheden voor EU-steun aan werknemers die nog steeds
ernstig te lijden hebben onder de economische en financiële crisis beperkt. Van 2012 tot het eind van de huidige programmeringsperiode
(eind 2013) blijven de permanente wijzigingen in de gewijzigde verordening
(drempel verlaagd tot 500 ontslagen, implementatieperiode verlengd tot 24
maanden vanaf de datum van de aanvraag) gelden. Dit maakt het de lidstaten
gemakkelijker aanvragen in te dienen voor ontslagen die het gevolg zijn van
grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen. Wanneer de
mogelijkheden van het EFG in aanvulling op de andere beschikbare instrumenten
en in overleg met de belangrijkste stakeholders volledig worden ontplooid, kan
aan werknemers die voor EFG-steun in aanmerking komen op maat gesneden en
gepersonaliseerde hulp worden aangeboden, zodat hun kansen op de arbeidsmarkt
op de middellange en langere termijn worden verbeterd naarmate de markten zich
geleidelijk van de crisis herstellen. Bijlage 1 — EFG-aanvragen per economische activiteit tot en met 31 december 2011 (97 aanvragen) Motorvoertuigen (NACE: vervaardiging van auto’s, aanhangwagens en opleggers, afdeling 29) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2007/001 || FR || Peugeot EGF/2007/010 || PT || Lisboa-Alentejo EGF/2008/002 || ES || Delphi EGF/2008/004 || ES || Castilla y León EGF/2009/007 || SE || Volvo EGF/2009/009 || AT || Stiermarken EGF/2009/013 || DE || Karmann EGF/2009/019 || FR || Renault EGF/2010/002 || ES || Catalonië EGF/2010/004 || PL || Wielkopolskie EGF/2010/015 || FR || Peugeot EGF/2010/031 || BE || General Motors Belgium EGF/2011/003 || DE || Arnsberg-Düsseldorf EGF/2011/005 || PT || Norte-Centro Textiel (NACE: vervaardiging van textiel, afdeling 13) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2007/005 || IT || Sardinië EGF/2007/006 || IT || Piemonte EGF/2007/007 || IT || Lombardije EGF/2008/001 || IT || Toscane EGF/2008/003 || LT || Alytaus tekstilė EGF/2008/005 || ES || Catalonië EGF/2009/001 || PT || Norte - Centro EGF/2009/004 || BE || Oost- en West-Vlaanderen EGF/2009/005 || BE || Limburg EGF/2010/009 || ES || Valencia Kleding (NACE: Vervaardiging van kleding, afdeling 14) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2007/008 || MT || Textiel EGF/2009/018 || LT || Kleding EGF/2010/003 || ES || Galicië EGF/2010/014 || SI || Mura Drukkerijen (NACE: Drukkerijen, reproductie van opgenomen media, afdeling 18) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/026 || NL || Noord-Holland en Utrecht EGF/2009/027 || NL || Noord-Brabant en Zuid-Holland EGF/2009/028 || NL || Limburg EGF/2009/029 || NL || Gelderland en Overijssel EGF/2009/030 || NL || Drenthe EGF/2010/027 || NL || Noord-Brabant, afdeling 18 EGF/2010/028 || NL || Overijssel, afdeling 18 EGF/2010/029 || NL || Zuid-Holland en Utrecht, afdeling 18 EGF/2010/030 || NL || Noord-Holland en Flevoland, afdeling 18 Machines, apparaten en werktuigen (NACE: Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g., afdeling 28) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/015 || DK || Danfoss Groep EGF/2009/031 || DK || Linak EGF/2010/001 || DK || Noord-Jutland EGF/2010/006 || PL || H.Cegielski-Poznań EGF/2010/013 || PL || Podkarpackie (Subkarpaten) EGF/2010/017 || DK || Machinebouw Midden-Jutland EGF/2010/018 || DE || Heidelberger Druckmaschinen EGF/2010/022 || DK || LM Glasfiber Bouw van gebouwen (NACE: Bouw van gebouwen, afdeling 41) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/011 || NL || Heijmans EGF/2009/017 || LT || Oprichting van gebouwen EGF/2010/019 || IE || Bouwnijverheid, afdeling 41 EGF/2011/002 || IT || Trentino - Zuid-Tirol EGF/2011/006 || ES || Valencia EGF/2011/009 || NL || Gelderland EGF/2011/017 || ES || Aragón Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden (NACE: Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden, afdeling 43) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/020 || IE || Bouwnijverheid, afdeling 43 EGF/2011/012 || NL || Noord-Brabant en Zuid-Holland Activiteiten van architecten en ingenieurs (NACE: Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen, afdeling 71) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/021 || IE || Bouwnijverheid, afdeling 71 Elektronische benodigdheden (NACE: Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, afdeling 26) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/023 || PT || Qimonda EGF/2010/008 || AT || AT&S EGF/2010/011 || NL || NXP Semiconductors EGF/2011/013 || DK || Flextronics EGF/2011/025 || IT || Lombardije Mobiele telefoons (NACE: Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, afdeling 26) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2007/003 || DE || BenQ EGF/2007/004 || FI || Perlos EGF/2009/002 || DE || Nokia EGF/2011/014 || RO || Nokia Computers (NACE: Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, afdeling 26) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/008 || IE || Dell Metalen in primaire vorm (NACE: Vervaardiging van metalen in primaire vorm, afdeling 24) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/022 || BG || Kremikovtsi AD (kwam niet in aanmerking voor steun) EGF/2010/007 || AT || Stiermarken - Neder-Oostenrijk EGF/2011/021 || NL || Zalco Huishoudapparaten (NACE: Vervaardiging van elektrische apparatuur, afdeling 27) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/006 || IT || Gruppo Merloni EGF/2009/010 || LT || AB Snaigë EGF/2011/023 || IT || Antonio Merloni Detailhandel (NACE: Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen, afdeling 47) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/010 || CZ || Unilever EGF/2010/016 || ES || Aragón EGF/2011/004 || EL || Aldi Hellas Schrijn- en timmerwerk (NACE: Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen, afdeling 16) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/020 || ES || Castilla-La Mancha EGF/2011/022 || ES || Castilla y León-Castilla-La Mancha Scheepsbouw (NACE: Vervaardiging van andere transportmiddelen, afdeling 30) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/025 || DK || Odense Steel Shipyard EGF/2011/008 || DK || Odense Steel Shipyard Motorfietsen (NACE: Vervaardiging van andere transportmiddelen, afdeling 30) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/026 || IT || Emilia Romagna Metaalverwerkende sector (NACE: Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten, afdeling 25) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/018 || ES || Baskenland EGF/2011/019 || ES || Galicië Vervaardiging van schoenen (NACE: Vervaardiging van leer en van producten van leer, afdeling 15) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/026 || PT || Rohde EGF/2011/020 || ES || Valencia Groothandel (NACE: Groothandel, afdeling 46) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/012 || NL || Noord-Holland ICT Vliegtuigonderhoud (NACE: Reparatie en installatie van machines en apparaten, afdeling 33) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/021 || IE || SR Technics Uitgeverijen (NACE: Uitgeverijen, afdeling 58) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/024 || NL || Noord-Holland en Zuid-Holland Meubelen (NACE: Vervaardiging van meubelen, afdeling 31) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/016 || LT || Meubelen Keramiek (NACE: Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, afdeling 23) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/014 || ES || Valencia EGF/2011/007 || IT || Lazio Kristal (NACE: Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, afdeling 23) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2009/012 || IE || Waterford Crystal Steen/marmer (NACE: Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, afdeling 23) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2010/005 || ES || Valencia Wegvervoer (NACE: Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen, afdeling 49) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/001 || AT || Niederösterreich-Oberösterreich Tabaksproducten (NACE: Vervaardiging van tabaksproducten, afdeling 12) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/010 || AT || Austria Tabak Maatschappelijke dienstverlening (NACE: Maatschappelijke dienstverlening waarbij geen onderdak wordt verschaft, afdeling 88) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/011 || AT || Maatschappelijke dienstverlening Farmaceutica (NACE: Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten, afdeling 21) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/015 || SE || AstraZeneca ICT-diensten (NACE: Computerprogrammering, consultancy en aanverwante activiteiten, afdeling 62) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/016 || ES || Agile Opslag (NACE: Opslag en vervoerondersteunende activiteiten, afdeling 52) Nr. || Lid-staat || Aanvraag EGF/2011/24 || IT || Medcenter || || totaal aantal aanvragen: 97; totaal aantal sectoren: 32 in de bovenstaande lijst worden de volgende acht NACE-onderafdelingen als afzonderlijke sectoren gerekend: computers, mobiele telefoons, elektronische benodigdheden (Nace 26) scheepsbouw, motorfietsen (Nace 30) keramiek, kristal, steen/marmer (Nace 23) *) De volgende zes aanvragen werden door de lidstaten ingetrokken (per 31.12.2011) en zijn derhalve niet in de lijst opgenomen: EGF/2007/002 FR Renault (ingetrokken in juli 2009) EGF/2007/009 ES Delphi (ingetrokken in 2007) EGF/2009/003 AT Magna Steyr (ingetrokken in 2009) EGF/2009/025 NL Noord-Brabant (ingetrokken in april 2010) EGF/2010/023 ES Lear (ingetrokken in juli 2011) EGF/2010/024 NL ABN Amrobank (ingetrokken in maart 2011) Bijlage 2 — Overzicht van de EFG-aanvragen tot en met 31 december 2011 per lidstaat en soort aanvraag (criteria van artikel 1) 1) In
de tabel zijn de wijzigingen per 31.12.2011 opgenomen. 2) Voor
alle aanvragen die in de periode 1 mei 2009 tot en met 30 december 2011 werden
ingediend geldt een tijdelijke afwijking waarbij de reikwijdte van het EFG
wordt vergroot tot de wereldwijde financiële en economische crisis en de
medefinanciering door het EFG wordt verhoogd tot 65 % van de totale kosten
(Verordening (EG) nr. 546/2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006
(PB L 167 van 29.6.2009). 3) Eén
van de ingediende aanvragen (EGF/2009/022 BG/Kremikovtsi) kwam niet voor steun
in aanmerking (SEC(2010) 993 definitief van 30.8.2010). 4) Zes
aanvragen die werden ingetrokken door de lidstaten die ze hadden ingediend,
zijn niet in de statistieken opgenomen. 5) Zeven
lidstaten hadden per 31.12.2011 nog geen EFG-steun aangevraagd: Estland,
Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. [1] Verordening (EG) nr. 1927/2006 van
20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing
aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1), zoals
gerectificeerd in PB L 48 van 22.2.2008, blz. 82, voor alle
talen en PB L 202 van 31.7.2008, blz. 74, voor de Engelse taal. [2] Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement
en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006
tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
(PB L 167 van 29.6.2009). [3] Voor EFG-aanvragen die werden ingediend tussen 1.5.2009
en 30.12.2011, overeenkomstig artikel 1, lid 1 bis, van de gewijzigde
EFG-verordening. [4] Voorstel van de Commissie van 10 juni 2011 - COM(2011)
336 definitief. [5] Inclusief twee aanvragen die in 2011 zijn ingetrokken
(EGF/2010/023 ES/Lear en EGF/2010/024 NL/ABN Amrobank). [6] Bouw van gebouwen (4), automobielsector (2),
elektronische benodigdheden (2), metaalverwerkende sector (2), scheepsbouw (1),
vervaardiging van schoenen (1), metalen in primaire vorm (1), detailhandel (1),
keramiek (1), gespecialiseerde bouwwerkzaamheden (1), mobiele telefoons (1),
schrijn- en timmerwerk (1), huishoudapparaten (1), wegvervoer (1),
tabaksproducten (1), maatschappelijke dienstverlening (1), farmaceutica (1),
ICT-diensten (1), opslag (1), motorfietsen (1). [7] Daarin zijn de 382 200 EUR niet meegerekend die
Spanje heeft terugbetaald voor een aanvraag die in 2011 is ingetrokken (EGF
2010/023 ES/Lear). [8] De Commissie heeft deze tabel samengesteld op basis van
de maatregelen die de lidstaten in hun eindverslagen hebben opgenomen. De
categorieën maatregelen zijn vergelijkbaar met maar niet identiek aan de door
Eurostat gebruikte methodologie als beschreven in "Labour market policy
database – Methodology – Revision of June 2006". Sommige van de
medegefinancierde maatregelen, zoals sollicitatietoelagen, opleidingstoelagen
en vergoeding van verblijfskosten tijdens de deelname aan actieve arbeidsmarktmaatregelen,
vallen namelijk onder geen van de door Eurostat gehanteerde categorieën. [9] COM(2011) 500 definitief van
29.6.2011. [10] COM(2011) 608 definitief van
6.10.2011. [11] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [12] PB L 154 van 19.6.2010, blz. 27. [13] http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_377_en.pdf [14] Behalve aanvraag EGF/2007/002 FR/Renault, die in 2009 is
ingetrokken.