3.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 353/196


Dinsdag 11 september 2012
Gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's *

P7_TA(2012)0318

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 september 2012 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (herschikking) (COM(2011)0714 – C7-0516/2011 – 2011/0314(CNS))

2013/C 353 E/36

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging – herschikking)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0714),

gezien artikel 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0516/2011),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten (1),

gezien de brief d.d. 6 maart 2012 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie economische en monetaire zaken overeenkomstig artikel 87, lid 3, van zijn Reglement,

gezien de artikelen 87 en 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0227/2012),

A.

overwegende dat het betreffende voorstel volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals dit is aangepast aan de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en zoals hieronder gewijzigd;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENT

Amendement 1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

(1)

Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten is herhaaldelijk gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

(1)

Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten is herhaaldelijk gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan. Op 19 april 2012 heeft het Europees Parlement gevraagd om concrete manieren om belastingfraude en -ontduiking tegen te gaan, waarbij zij de aandacht heeft gevestigd op belastingontduiking door middel van hybride financiële instrumenten en zij de lidstaten heeft opgeroepen om te zorgen voor probleemloze samenwerking en coördinatie tussen hun belastingsystemen met als doel onbedoelde niet-belasting en belastingontduiking te verhinderen.

Amendement 2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

 

(1 bis)

De aanhoudende en aanzienlijke overheidstekorten hangen nauw samen met de huidige sociale, economische en financiële crisis.

Amendement 3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

(4)

De afschaffing van de belasting op uitkeringen van interest en royalty's in de lidstaat waar zij ontstaan, ongeacht of deze door inhouding aan de bron of door aanslag wordt geïnd, is het geschiktste middel om deze formaliteiten en problemen uit te bannen en een gelijke fiscale behandeling van nationale en transnationale transacties te waarborgen. Deze belasting moet met name worden afgeschaft voor uitkeringen tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten en tussen vaste inrichtingen van deze ondernemingen.

(4)

De afschaffing van de belasting op uitkeringen van interest en royalty's in de lidstaat waar zij ontstaan, ongeacht of deze door inhouding aan de bron of door aanslag wordt geïnd, is het geschiktste middel om deze formaliteiten en problemen uit te bannen en een gelijke fiscale behandeling van nationale en transnationale transacties te waarborgen. Deze belasting moet met het oog op een eenvoudiger en transparanter belastingsysteem met name worden afgeschaft voor uitkeringen tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten en tussen vaste inrichtingen van deze ondernemingen.

Amendement 4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

(5)

Er moet worden gewaarborgd dat uitkeringen van interest en royalty's eenmaal in een lidstaat worden belast en dat de richtlijnvoordelen alleen gelden wanneer de uit de uitkering verkregen inkomsten daadwerkelijk onderworpen zijn aan belasting in de lidstaat van de ontvangende onderneming of in de lidstaat waar de ontvangende vaste inrichting is gelegen.

(5)

Er moet worden gewaarborgd dat uitkeringen van interest en royalty's eenmaal in een lidstaat worden belast en dat de richtlijnvoordelen alleen gelden wanneer de uit de uitkering verkregen inkomsten daadwerkelijk onderworpen zijn aan belasting in de lidstaat van de ontvangende onderneming of in de lidstaat waar de ontvangende vaste inrichting is gelegen , waarbij vrijstelling of vervanging, eventueel door betaling van een andere belasting, niet mogelijk is .

Amendement 5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

(12)

Het mag de lidstaten bovendien niet worden belet passende maatregelen ter bestrijding van fraude of misbruik te nemen .

(12)

Het is bovendien noodzakelijk gepaste maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het de lidstaten niet wordt belet belastingfraude, belastingontduiking en misbruik te bestrijden .

Amendement 6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20 bis (nieuw)

 

(20 bis)

Om te zorgen voor een soepele en kostenefficiënte omzetting van de bepalingen van deze richtlijn moeten de ondernemingen hun jaarrekeningen evenals alle relevante fiscale gegevens opstellen in eXtensible Business Reporting Language (XBRL).

Amendement 7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1

1.   Uitkeringen van interest of royalty's die ontstaan in een lidstaat, worden vrijgesteld van alle belastingen in die bronstaat (door inhouding dan wel door aanslag), op voorwaarde dat een onderneming van een andere lidstaat, of een in een andere lidstaat gelegen vaste inrichting van een onderneming van een lidstaat, de uiteindelijk gerechtigde tot de interest of de royalty's is en in die andere lidstaat daadwerkelijk is onderworpen aan belasting over de uit die uitkeringen verkregen inkomsten.

1.   Uitkeringen van interest of royalty's die ontstaan in een lidstaat, worden vrijgesteld van alle belastingen in die bronstaat (door inhouding dan wel door aanslag), op voorwaarde dat een onderneming van een andere lidstaat, of een in een andere lidstaat gelegen vaste inrichting van een onderneming van een lidstaat, de uiteindelijk gerechtigde tot de interest of de royalty's is en in die andere lidstaat daadwerkelijk is onderworpen aan belasting over de uit die uitkeringen verkregen inkomsten tegen een tarief niet lager dan 70 % van het gemiddelde vennootschapsbelastingtarief dat van toepassing is in de lidstaten, waarbij vrijstelling of vervanging, eventueel door betaling van een andere belasting, niet mogelijk is. Uitkeringen van interest of royalty's zijn niet vrijgesteld in de lidstaten waarin zij ontstaan indien de uitkering niet belastbaar is volgens de nationale belastingwetgeving waaraan de uiteindelijk gerechtigde onderworpen is vanwege een verschillende kwalificatie van de uitkering (hybride instrumenten) of een verschillende kwalificatie van de uitkeerder en de ontvanger (hybride entiteiten).

Amendement 8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 3

3.   Een vaste inrichting wordt alleen als uitbetaler van interest of royalty's behandeld voor zover de betrokken uitkeringen een uitgave vormen die is verricht ten behoeve van de werkzaamheden van de vaste inrichting.

3.   Een vaste inrichting wordt alleen als uitbetaler van interest of royalty's behandeld voor zover de betrokken uitkeringen een uitgave vormen die is verricht ten behoeve van de werkzaamheden van de vaste inrichting. Alleen een vaste inrichting die aan zijn belastingplicht heeft voldaan, kan de begunstigde zijn van een belastingvrijstelling of belastingvoordeel.

Amendement 10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – onder d) – punt ii)

ii)

de tweede onderneming een deelneming van ten minste 10 % in het kapitaal van de eerste onderneming heeft, dan wel

ii)

de tweede onderneming een deelneming van ten minste 25 % in het kapitaal van de eerste onderneming heeft, dan wel

Amendement 11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – onder d) – punt iii)

iii)

een derde onderneming een deelneming van ten minste 10 % in het kapitaal van zowel de eerste onderneming als de tweede onderneming heeft.

iii)

een derde onderneming een deelneming van ten minste 25 % in het kapitaal van zowel de eerste onderneming als de tweede onderneming heeft.

Amendement 12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – titel

Amendement 13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 2

2.   Een lidstaat kan het genot van deze richtlijn ontzeggen of weigeren de richtlijn toe te passen in het geval van transacties met als voornaamste beweegreden of een van de voornaamste beweegredenen belastingfraude, belastingontwijking of misbruik .

2.   Een lidstaat kan het genot van deze richtlijn ontzeggen of weigeren de richtlijn toe te passen in het geval van transacties met als voornaamste beweegreden of een van de voornaamste beweegredenen belastingfraude, belastingontduiking, belastingmisbruik of belastingontwijking.

Amendement 14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 1 – eerste alinea

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2012 aan artikel 1, leden 1 en 3, artikel 2, onder c) en d), en bijlage I, deel A, te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2013 aan artikel 1, leden 1 en 3, artikel 2, onder c) en d), en bijlage I, deel A, te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Amendement 15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis.     De ondernemingen stellen hun jaarrekeningen samen met alle relevante fiscale gegevens op in eXtensible Business Reporting Language (XBRL).

Amendement 16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7

Uiterlijk op 31 december 2016 brengt de Commissie aan de Raad verslag uit over het economische effect van de richtlijn.

Uiterlijk op 31 december 2015 brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over het economische effect van de richtlijn.

Amendement 17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8

Deze richtlijn laat de toepassing onverlet van nationale of verdragsbepalingen die verder reiken dan de bepalingen van deze richtlijn en gericht zijn op de afschaffing of matiging van dubbele belasting van interest en royalty's.

Deze richtlijn laat de toepassing onverlet van nationale of verdragsbepalingen die verder reiken dan de bepalingen van deze richtlijn en gericht zijn op de afschaffing of matiging van dubbele belasting en dubbele niet-belasting van interest en royalty's.


(1)  PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.