17.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 369/15


Gezamenlijke politieke verklaring van 27 oktober 2011 van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over toelichtende stukken

2011/C 369/03

De Instellingen onderkennen dat de inlichtingen die de lidstaten aan de Commissie verstrekken met betrekking tot de omzetting van richtlijnen in nationaal recht „duidelijk en nauwkeurig dienen te zijn” (1), teneinde de vervulling door de Commissie van haar taak inzake toezicht op de toepassing van het recht van de Unie te vergemakkelijken.

Derhalve zijn het Europees Parlement en de Raad ingenomen met de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van 28 september 2011.

Bijgevolg komen de Instellingen overeen om, als de noodzaak en de evenredigheid van de toezending van dergelijke stukken verantwoord is overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van 28 september 2011, de volgende overweging in de betrokken richtlijn op te nemen:

„Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van 28 september 2011 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken verantwoord.”.

Uiterlijk 1 november 2013 zal de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de uitvoering van de twee gezamenlijke politieke verklaringen over toelichtende stukken.

De Instellingen verbinden zich ertoe deze beginselen met ingang van 1 november 2011 toe te passen op nieuwe en hangende richtlijnvoorstellen, met uitzondering van voorstellen waarover het Europees Parlement en de Raad reeds een akkoord hebben bereikt.


(1)  Zie het arrest van het Hof van Justitie van 16 juli 2009 in zaak C-427/07, punt 107 en de daarin aangehaalde jurisprudentie.