15.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/1


Conclusies van de Raad over de bijdrage van cultuur aan de uitvoering van de Europa 2020-strategie

2011/C 175/01

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

GEZIEN:

de aanneming op 17 juni 2010 door de Europese Raad van „Europa 2020”, een strategie voor banen en slimme, duurzame en inclusieve groei (1);

de politieke achtergrond, waarnaar in de bijlage bij deze conclusies wordt verwezen;

HERINNEREND AAN:

de aanbeveling van de Raad van 13 juli 2010 betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Unie (2), waarin in richtsnoer 4 de nadruk wordt gelegd op het grote economische potentieel van de culturele en de creatieve sector en op de rol ervan voor de bevordering van innovatie;

de conclusies van de Raad over kruisbestuiving tussen de vlaggenschipinitiatieven „Een digitale agenda voor Europa” en „Innovatie-Unie” van de Europa 2020-strategie (3), waarin het belang van culturele en creatieve inhoud online wordt onderstreept en erop wordt gewezen dat „de digitalisering en verspreiding van Europees cultureel erfgoed moeten worden versterkt, onder meer via het digitale bibliotheekproject „Europeana””;

de conclusies van de Raad over het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie: in een snel veranderende wereld Europa door innoveren slagvaardiger transformeren” (4), waarin wordt onderkend dat de culturele en de creatieve sector een belangrijke bron van al dan niet technologische innovatie kunnen zijn, waarvan het potentieel volledig dient te worden ontsloten;

het werkdocument van de diensten van de Commissie „Analyse van de raadpleging naar aanleiding van het Groenboek — Het potentieel van culturele en creatieve industrieën vrijmaken” (5), waarin wordt benadrukt dat een overgrote meerderheid van respondenten een belangrijke rol weggelegd ziet voor de culturele en de creatieve sector in de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de vlaggenschipinitiatieven daarvan;

INGENOMEN MET:

de geïntegreerde richtsnoeren voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de vlaggenschipinitiatieven daarvan;

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

cultuur kan een belangrijke en multidimensionale bijdrage leveren tot de maatregelen die in de geïntegreerde richtsnoeren en vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie worden voorgesteld en ten doel hebben in de EU een slimme, duurzame en inclusieve economie te scheppen;

om die bijdrage concreet in te vullen, zijn er in het werkplan van de Raad voor cultuur 2011-2014 (6) zes prioriteiten voor versterkte samenwerking geformuleerd;

samenwerking tussen alle betrokken sectoren en een doelgerichte benadering op alle beleidsniveaus zijn dringend en essentieel om deze bijdrage te laten renderen;

het is belangrijk dat in de beheersstructuren van de Europa 2020-strategie rekening kan worden gehouden met de inbreng van de culturele en de creatieve sector;

BENADRUKKEND HETGEEN VOLGT:

1.   De bijdrage van cultuur aan slimme groei

De culturele en de creatieve sector kunnen veel werkgelegenheid creëren. In het afgelopen decennium is de totale werkgelegenheid in de culturele en de creatieve sector driemaal zo snel gegroeid als in de algehele EU-economie (7). Deze sectoren zijn tevens aanjagers van creativiteit en niet-technologische innovatie in de gehele economie, die hoogwaardige en concurrerende diensten en goederen produceren. Ten slotte kan cultuur, via passende koppelingen met het onderwijs, daadwerkelijk bijdragen tot de opleiding van een geschoolde en flexibele beroepsbevolking, in aanvulling op de economische prestaties.

2.   De bijdrage van cultuur aan duurzame groei

Cultuur kan bijdragen tot duurzame groei via het bevorderen van groenere mobiliteit en het gebruik van nieuwe duurzame technologieën, onder meer digitalisering, die culturele inhoud online beschikbaar maakt. Kunstenaars en de culturele sector als geheel kunnen een cruciale rol spelen in de wijziging van de houding van de mens ten opzichte van het milieu.

3.   De bijdrage van cultuur aan inclusieve groei

Cultuur kan bijdragen aan inclusieve groei via het bevorderen van interculturele dialoog, met volledige eerbiediging van de culturele diversiteit. Culturele activiteiten en programma's kunnen de sociale cohesie en de gemeenschapsontwikkeling versterken en ervoor zorgen dat een persoon of een gemeenschap volledig kan deelnemen aan het sociale, het culturele en het economische leven;

VERZOEKT DE LIDSTATEN:

rekening te houden met het sectoroverschrijdende karakter van cultuur bij het formuleren van relevante beleidsmaatregelen en van nationale hervormingsprogramma's met het oog op het halen van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, en goede praktijken te delen wat betreft de instrumenten en methoden om de bijdrage van cultuur tot deze doelstellingen te meten;

synergieën te versterken en partnerschappen te stimuleren tussen het onderwijs, de culturele sector, onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven op nationaal, regionaal en lokaal niveau, met bijzondere aandacht voor het tot ontwikkeling laten komen van talent en de vaardigheden en competenties die nodig zijn voor creatieve activiteiten;

gebruik te maken van financiële instrumenten van de EU, meer bepaald van de structuurfondsen, om het potentieel van cultuur en van de culturele en de creatieve sector als aanjagers van ontwikkeling in regio's en steden te erkennen, en deze, waar passend, te integreren in slimme specialisatiestrategieën (8);

ter bevordering van duurzame ontwikkeling, duurzame en groene technologie bij de productie en distributie van culturele goederen en diensten aan te moedigen, en kunstenaars en de culturele sector te helpen bij de bewustmaking omtrent duurzame ontwikkeling via non-formele en informele onderwijsactiviteiten;

de rol van materieel en immaterieel cultureel erfgoed bij gemeenschapsontwikkeling en het bevorderen van actief burgerschap te onderzoeken en in aanmerking te nemen bij het opstellen van relevante lokale en regionale ontwikkelingsstrategieën;

tegemoet te komen aan de opleidingsbehoeften en prioriteiten inzake capaciteitsopbouw van de gespecialiseerde instellingen en professionals die daadwerkelijk sociaal-cultureel werk verrichten;

de behoeften inzake capaciteitsontwikkeling in openbare culturele organisaties in overweging te nemen, zodat zij geschikte diensten kunnen leveren, met bijzondere aandacht voor hun sociaal-culturele functies;

VERZOEKT DE COMMISSIE:

na te gaan, zonder vooruit te lopen op de komende onderhandelingen over het nieuwe meerjarige financiële kader, hoe de bijdrage van cultuur aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie ten volle kan worden meegewogen in de voorstellen die zij doet voor toekomstige beleids- en financiële instrumenten van de EU;

de samenwerking tussen alle betrokken Commissiediensten voort te zetten om de rol van cultuur bij de uitvoering van de Europa 2020-strategie te benadrukken en ervoor te zorgen dat dit tot uiting komt in het beleid, de richtsnoeren en de beheersafspraken ter zake;

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

het door ESSnet-culture ontwikkelde statistische kader te gebruiken, teneinde betrouwbare, vergelijkbare en actuele informatie over de sociale en economische impact van cultuur te produceren, en werk te maken van toekomstige prioriteiten die gebaseerd zijn op aanbevelingen van ESSnet-culture;

voort te bouwen op de resultaten in bovengenoemd document van de diensten van de Commissie, en de Europese Alliantie voor creatieve industrieën te baat te nemen om de culturele en de creatieve sector, en met name de kmo's en de micro-ondernemingen, te versterken en nieuwe manieren te zoeken om de innovatiecapaciteit binnen de sector zelf, alsook hun capaciteit om innovatie in andere sectoren te bevorderen, verder te vergroten;

de digitalisering van en de toegang tot cultureel erfgoed en hedendaagse culturele inhoud, waaronder audiovisuele werken, te stimuleren, met name via Europeana, en aldus de culturele diversiteit en de meertaligheid te bevorderen en te behouden, met volledige eerbiediging van het auteursrecht en de naburige rechten;

duurzaam cultuurtoerisme te bevorderen als aanjager van samenhang en economische ontwikkeling;

na te gaan hoe de culturele component in een leven lang leren kan worden versterkt om bij te dragen tot de ontwikkeling van sleutelcompetenties (9), teneinde dit in te brengen in de beleidsvorming op dit gebied.


(1)  EUCO 13/1/10 REV 1.

(2)  PB L 191 van 23.7.2010, blz. 28.

(3)  Doc. 16834/10.

(4)  Doc. 17165/10.

(5)  Doc. 8224/11 — SEC(2011) 399 definitief.

(6)  PB C 325 van 2.12.2010, blz. 1.

(7)  Verslag over het Europees concurrentievermogen 2010, SEC(2010) 1276 definitief.

(8)  Mededeling van de Commissie van 6 oktober 2010 over „Bijdrage van het regionaal beleid aan de slimme groei in het kader van de Europa 2020-strategie” — COM(2010) 553 definitief.

(9)  Sleutelcompetenties worden omschreven in de Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10).


BIJLAGE

Bij het aannemen van deze conclusies verwijst de Raad met name naar de volgende achtergronddocumenten:

Resolutie van de Raad van 16 november 2007 over een Europese agenda voor cultuur (1);

Rapport van het „Comité des Sages”: „The New Renaissance” (2);

Conclusies van de Raad over cultuur als katalysator voor creativiteit en innovatie (12 mei 2009) (3);

Conclusies van de Raad van 27 november 2009 over het stimuleren van een creatieve generatie: de creativiteit en het innoverend vermogen van kinderen en jongeren ontwikkelen door middel van culturele expressie en toegang tot cultuur (4);

Conclusies van de Raad van 10 mei 2010 over de bijdrage van cultuur aan regionale en lokale ontwikkeling (5);

Conclusies van de Raad van 18 november 2010 over de rol van cultuur bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (6);

Conclusies van het voorzitterschap aan het eind van de informele bijeenkomst van de ministers van Cultuur (Barcelona, 31 maart 2010) (7);

Verklaring van het voorzitterschap naar aanleiding van de informele bijeenkomst van de ministers van Cultuur (Brussel, 7 oktober 2010) (8);

Verklaring van het voorzitterschap naar aanleiding van de informele bijeenkomst van de ministers van Cultuur (Gödöllő, Hongarije, 28 maart 2011).


(1)  PB C 287 van 29.11.2007, blz. 1.

(2)  http://ec.europa.eu/information_society/activities/digital_libraries/doc/reflection_group/final-report-cdS3.pdf en bijlagen http://ec.europa.eu/information_society/activities/digital_libraries/index_en.htm

(3)  8175/1/2009 REV 1.

(4)  PB C 301 van 11.12.2009, blz. 9.

(5)  PB C 135 van 26.5.2010, blz. 15.

(6)  PB C 324 van 1.12.2010, blz. 16.

(7)  http://www.eu2010.es/export/sites/presidencia/comun/descargas/Ministerios/en/conclusiones_rim_cultura.pdf

(8)  http://www.culture.be/fileadmin/sites/culture/upload/culture_super_editor/culture_editor/documents/Relations_IntNat/7_octobre_2010_Reunion_informelle_des_Ministres_de_la_Culture_Declaration_de_la_Presidence_EN_final_2_.pdf