52011DC0206




MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Akte voor de interne markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen "Samen werk maken van een nieuwe groei"

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 2

2. Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen 6

2.1. Toegang van het midden- en kleinbedrijf (mkb) tot financiering 6

2.2. Mobiliteit van de burgers 7

2.3. Intellectuele-eigendomsrechten 8

2.4. De consumenten, actieve deelnemers aan de eengemaakte markt 10

2.5. Diensten 11

2.6. Netwerken 12

2.7. Een eengemaakte digitale markt 13

2.8. Sociaal ondernemerschap 15

2.9. Belastingen 17

2.10. Sociale samenhang 18

2.11. Regelgevingskader voor bedrijven 20

2.12. Overheidsopdrachten 21

3. Voorwaarden voor succes, een versterkte governance van de interne markt 22

4. Volgende fase en conclusie 24

1. INLEIDING

Reeds van bij de start van het Europese project is aan de gemeenschappelijke markt een centrale plaats toebedeeld. Deze markt, die later tot de interne markt is uitgegroeid , bevordert al meer dan 50 jaar de solidariteit tussen Europese mannen en vrouwen en biedt tegelijkertijd nieuwe groeimogelijkheden voor ruim 21 miljoen Europese ondernemingen . Na eerst een ruimte voor vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal te zijn geweest, heeft de interne markt sinds 1993 aan diepgang gewonnen dankzij de consolidatie van de economische integratie, de invoering van een eenheidsmunt en de ontwikkeling van een solidariteits- en cohesiebeleid. De eengemaakte markt maakt vandaag meer dan ooit deel uit van de dagelijkse realiteit van de burgers , die er voordeel uit halen bij hun werkzaamheden, hun beroepsleven, hun privéleven en hun consumptiebehoeften. Hij vormt tevens de echte drijvende kracht achter de groei van de Europese economie en de ontwikkeling van het bedrijfsleven.

Dat neemt evenwel niet weg dat de interne markt een aantal tekortkomingen vertoont , die zijn belicht door Mario Monti in zijn verslag getiteld " Een nieuwe strategie voor de interne markt ", alsook door het Europees Parlement in het door Louis Grech opgestelde " Verslag over het verwezenlijken van een interne markt voor consumenten en burgers "[1].

Een actieplan voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertouwen

Door het verhelpen van deze tekortkomingen krijgt de eengemaakte markt de gelegenheid zijn volledige potentieel te ontwikkelen , zodat burgers hun gemeenschappelijke levensruimte hervinden en initiatieven van de openbare en particuliere sector meer kans op slagen hebben. Dat vereist een proactieve en transversale strategie . Het komt er in de eerste plaats op aan een einde te maken aan de marktversnippering en tevens de barrières en obstakels voor het vrije verkeer van diensten, de innovatie en de creativiteit uit de weg te ruimen . Het komt er ook op aan het vertrouwen van de burgers in hun interne markt te versterken en consumenten te laten profiteren van alle voordelen die hij te bieden heeft. Er is behoefte aan een beter geïntegreerde markt die ten volle zijn rol vervult van platform voor de collectieve concurrentiekracht van mannen en vrouwen, het bedrijfsleven en de Europese gebieden, met inbegrip van de verst afgelegen en minst ontwikkelde gebieden[2]. Er moet dringend worden gehandeld . Hoewel de Europese Unie snel op de crisis heeft gereageerd en het hervormingsproces reeds volop aan de gang is, met name wat de financiële markten en de economische governance betreft, kan van de crisis een duurzaam effect op de potentiële groei en de werkloosheid uitgaan, met alle gevolgen van dien voor de levensomstandigheden en de toekomst van de Europeanen[3]. Om dat probleem aan te pakken, heeft de Europese Unie een strategie – Europa 2020 – uitgestippeld met ambitieuze doelstellingen voor een nieuw pad dat door een slimme, duurzame en inclusieve groei wordt gekenmerkt[4]. Maar deze doelstellingen kunnen pas worden gerealiseerd als de Unie en de lidstaten dringende structurele hervormingen doorvoeren. Daarbij moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die de groei en de werkgelegenheid in de hand kunnen werken . In haar jaarlijkse groeianalyse[5] heeft de Commissie benadrukt dat met een alomvattend antwoord op de crisis moet worden gekomen en dat de eengemaakte markt in dit verband een doorslaggevende bijdrage kan leveren door zijn volledige potentieel ten dienste te stellen van de bevordering van de economische groei. De Europese Raad heeft deze rol in zijn conclusies van 24 en 25 maart 2011 onderstreept: "De eengemaakte markt heeft een sleutelrol te spelen bij het creëren van groei en werkgelegenheid en het bevorderen van het concurrentievermogen … Bijzondere nadruk moet worden gelegd op maatregelen die groei en banen creëren en concrete resultaten opleveren voor burgers en bedrijven"[6]. De eengemaakte markt zorgt voor de randvoorwaarden en hulpmiddelen om de vereiste hervormingen tot een goed einde te brengen.

Een rijk en stimulerend publiek debat

Om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden heeft de Commissie een debat geopend over vijftig voorstellen die zij in haar mededeling met als titel " Naar een Single Market Act "[7] heeft gepresenteerd.

Het publieke debat heeft plaatsgevonden op Europees, nationaal en lokaal niveau. In het kader van de openbare raadpleging over de "Single Market Act" (Akte voor de interne markt) zijn meer dan 800 bijdragen ontvangen met de standpunten van lidstaten, niet-gouvernementele organisaties, sociale partners (zowel op nationaal als op Europees niveau), lokale en regionale instanties, bedrijfsverenigingen en beroepsorganisaties, vakbondsorganisaties, ondernemingen, consumentenorganisaties, denktanks, universiteiten en talrijke burgers[8]. De raadpleging heeft uitgewezen dat de civiele samenleving hooggespannen verwachtingen heeft , zowel ten aanzien van de ontwikkeling van het potentieel van de eengemaakte markt voor het bevorderen van groei en werkgelegenheid , als ten aanzien van de sociale dimensie van de interne markt en de bescherming van de openbare dienstverlening. De prioriteiten die de economische actoren naar voren schuiven, bevestigen dat zij volledig achter de gemeenschappelijke doelstelling staan om tot een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen te komen.

In zijn conclusies van 10 december 2010[9] heeft de Raad de algemene oriëntatie van de Akte voor de interne markt onderschreven, volgens welke de eengemaakte markt moet steunen op een sterke economische en sociale basis, teneinde een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen tot stand te brengen. De Raad heeft zich ertoe verbonden de Akte voor de interne markt verder te bestuderen, teneinde in samenwerking met het Europees Parlement en de Commissie de prioritaire maatregelen te bepalen die voor eind 2012 van toepassing moeten zijn. In zijn resoluties van 6 april 2011 heeft het Europees Parlement op basis van de verslagen van de Parlementsleden Sandra Kalniete, Cristian Silviu Busoi en Antonio Fernando Correia de Campos[10] zijn prioriteiten vastgesteld voor het ontwikkelen van een interne markt voor Europeanen, ondernemingen en groei in een partnerschaps- en governancekader.

Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen van de burgers

Op basis van de in de loop van het publieke debat ontvangen bijdragen, de adviezen en conclusies van het Europees Parlement en de Raad, alsook de adviezen van het Comité van de Regio's[11] en van het Europees Economisch en Sociaal Comité[12] heeft de Commissie twaalf hefbomen geselecteerd. De Commissie stelt voor dat de EU voor elke hefboom vóór eind 2012 een kernactie goedkeurt om de groei te stimuleren en het vertrouwen van de burgers te versterken.

In 2011 zal de Commissie de voor de uitvoering van deze kernacties benodigde wetgevingsvoorstellen indienen opdat het Parlement en de Raad gevolg kunnen geven aan het verzoek van de Europese Raad om uiterlijk eind 2012 een eerste lijst van prioritaire maatregelen vast te stellen om de eengemaakte markt een nieuwe impuls te geven [13].

Het feit dat prioriteiten worden gesteld, betekent daarom nog niet dat de Commissie zal stoppen met haar werkzaamheden met betrekking tot andere in haar mededeling "Naar een Single Market Act" gesignaleerde maatregelen die van de interne markt een platform voor groei en banenschepping moeten maken. Het is weliswaar dringend noodzakelijk dat actie worden ondernomen ter bevordering van de groei en de werkgelegenheid, maar het gepresenteerde actieplan is niet meer dan een eerste stap in deze richting .

De werkzaamheden moeten immers onverdroten worden voortgezet en de volgende fase moet nu al worden voorbereid. De Commissie zal dan ook andere maatregelen voorstellen die dezelfde doelen dienen en een wezenlijke bijdrage zullen leveren tot het geven van een nieuwe impuls aan de interne markt. Eind 2012 zal zij de balans opmaken van de bij de verwezenlijking van dit actieplan geboekte vooruitgang en tevens haar programma voor de volgende fase voorstellen. Het geheel moet een samenhangend politiek antwoord bieden op de onvolkomenheden van de interne markt door in het kader van de Europa 2020-strategie een model voor een slimme, duurzame en inclusieve groei voor te stellen.

Een duurzame groei

Al deze hervormingen moeten bijdragen tot een duurzame ontwikkeling die stoelt op een sociale economie met een groot concurrentievermogen [14]. Zij moeten de sociale vooruitgang en de werkgelegenheid in de hand werken en tevens een bijdrage leveren op het gebied van de verbetering van het milieu en de strijd tegen de klimaatverandering . Zij moeten voorts de externe dimensie van de interne markt versterken . Ook moeten zij tastbare voordelen opleveren voor de burgers voor wie zij zijn bedoeld. Het komt er immers op aan zich van de steun van de burgers voor de Europese integratie te verzekeren en hun vertrouwen te winnen.

Een slimme groei

Deze hervormingen zullen de eengemaakte markt vervolmaken en aanpassen aan de uitdagingen van de 21 e eeuw , en met name de digitale economie , door onze industrie toe te rusten met de nodige middelen om beter op de internationale markten te kunnen concurreren en door Europa te voorzien van de infrastructuur die onontbeerlijk is voor het vrije verkeer van personen en goederen. Zij zullen tevens de innovatie en de creativiteit bevorderen, twee factoren die moeten bijdragen tot het herstellen van een solide industriële basis in Europa en tot de totstandkoming van een concurrerende diensteneconomie .

Een inclusieve groei

De hervormingen in kwestie zullen de oprichting en ontwikkeling faciliteren van kleine en zeer kleine ondernemingen , die de ruggengraat van de nationale en Europese economie vormen. Ook het voortzetten van de inspanningen om tot een slimmere regelgeving te komen en om de administratieve lasten te verminderen , zal een integrerend deel van deze hervormingen uitmaken. Deze zullen er tevens voor zorgen dat de concrete problemen van de Europeanen worden opgelost en dat de integratie niet ten koste gaat van de sociale rechten, maar daarentegen bijdraagt tot een door een grotere solidariteit gekenmerkte samenleving.

Daartoe zal de Commissie in de effectbeoordelingen waarvan alle wetgevingsvoorstellen op het gebied van de interne markt vergezeld gaan, bijzondere aandacht aan het sociale aspect blijven besteden . Zij zal erop toezien dat, wanneer zulks in het licht van deze effectbeoordelingen gerechtvaardigd is, haar wetgevingsvoorstellen een verwijzing naar het sociale beleid en de sociale rechten bevatten. Zij zal naar behoren rekening houden met de artikelen 8 en 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Krachtens het Handvest hebben werkgevers en werknemers of hun respectieve organisaties met name het recht, overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken, in geval van belangenconflicten, collectieve actie te ondernemen ter verdediging van hun belangen, met inbegrip van staking[15].

Een inclusieve groei betekent ook dat bijzondere aandacht wordt besteed aan de behoeften van personen met een handicap, zodat zij in staat zijn van de interne markt te profiteren. Zo moeten passagiers met verminderde mobiliteit makkelijker kunnen reizen en moet slechtzienden een ruimere toegang tot lectuur worden geboden.

Een geïntegreerde strategie

Via de zeven vlaggenschipinitiatieven van de EU 2020-strategie is de Commissie al met meerdere belangrijke acties gestart. Met de genomen initiatieven, die betrekking hebben op alle terreinen die deel hebben aan het economische herstel, zoals het energie-efficiëntieplan 2011[16] of de evaluatie van de "Small Business Act" voor Europa[17], worden geleidelijk de grondslagen voor een nieuwe groei gelegd. In dit verband is een hoofdrol weggelegd voor de financiële markten: de hervormingen die in het kader van de regulering van de financiële diensten zijn aangevat om een duurzame groei te bevorderen[18], zullen worden voortgezet.

2. TWAALF HEFBOMEN VOOR HET STIMULEREN VAN DE GROEI EN HET VERSTERKEN VAN HET VERTROUWEN

2.1. Toegang van het midden- en kleinbedrijf (mkb) tot financiering

Kernactie: Wetgeving die het makkelijker maakt voor in een gegeven lidstaat gevestigde risicokapitaalfondsen om ongehinderd in om het even welke andere lidstaat te investeren zonder dat extra eisen worden gesteld. Het is de bedoeling dat mkb-bedrijven die een beroep willen doen op risicokapitaal, zich kunnen wenden tot fondsen die de voor hun specifieke sector vereiste ervaring bezitten en in staat zijn kapitaal beschikbaar te stellen tegen een aantrekkelijke prijs[19]. |

De 21 miljoen kleine en middelgrote ondernemingen die de Europese Unie rijk is, vormen een belangrijke troef voor het realiseren van een duurzame groei en het scheppen van banen. De moeilijke toegang tot financiering is een van de voornaamste belemmeringen die mkb-bedrijven beletten nieuwe producten op de markt te brengen, hun infrastructuurvoorzieningen te versterken en meer personeel in dienst te nemen[20]. Dat geldt niet alleen voor goed gevestigde mkb-bedrijven, maar ook voor innovatieve en in volle expansie zijnde bedrijven.

In Europa maakt het merendeel van de goed gevestigde mkb-bedrijven gebruik van bankkrediet, maar ten gevolge van de financiële crisis is dat sterk gekrompen. Daarom heeft de Commissie in het kader van de in februari goedgekeurde evaluatie van de Small Business Act toegezegd het effect op het mkb te zullen beoordelen van alle regelgeving op het gebied van financiële diensten (zoals de verhoging van de kapitaalvereisten voor banken) en deze regelgeving op passende wijze te zullen kalibreren.

Mkb-bedrijven in volle expansie betere toegang tot financiering bieden is van het allergrootste belang omdat dergelijke bedrijven, en in het bijzonder innovatieve mkb-bedrijven, een cruciale rol spelen bij de totstandkoming van een innovatieve en duurzame economie. Meestal streven ondernemingen ernaar om naast bankkrediet ook op de kapitaalmarkten een beroep te doen voor het aantrekken van de nodige middelen om innovaties commercialiseerbaar te maken. Risicokapitaalmarkten kunnen in dit verband een oplossing bieden, maar deze zijn in Europa nog onvoldoende ontwikkeld. Risicokapitaalfondsen ondervinden immers grote moeilijkheden om kapitaal in het buitenland aan te trekken en om grensoverschrijdende activiteiten te ontplooien, omdat zij op een veelheid van nationale regelgevingsstelsels en fiscale belemmeringen stuiten. Deze kernactie zal in nauwe samenwerking met het SME Finance Forum ten uitvoer worden gelegd.

Aan de financiering van het mkb zal een actieplan worden gewijd, dat niet alleen betrekking zal hebben op de toegang tot diverse financieringsbronnen, maar ook op de financieringsinstrumenten van het mkb en op de totstandbrenging van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen.

Ook de Transparantierichtlijn, de uitvoeringsverordening van de Prospectusrichtlijn en de Marktmisbruikrichtlijn moeten worden gewijzigd om de voor beursgenoteerde mkb-bedrijven geldende verplichtingen evenrediger te maken en tegelijkertijd eenzelfde niveau van beleggersbescherming te bieden. Bovendien moeten in het kader van de herziening van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (Markets in Financial Instruments Directive – MiFID) speciale en gekalibreerde voorwaarden voor voor mkb-bedrijven bedoelde handelsplatforms worden vastgesteld teneinde een kwaliteitslabel voor deze markten in te voeren en de opneming ervan in een netwerk te vergemakkelijken.

2.2. Mobiliteit van de burgers

Kernactie: Modernisering van de wetgeving betreffende de erkenning van beroepskwalificaties[21]. Doel is de procedures voor wederzijdse erkenning voor mobiele werknemers te vereenvoudigen, het wetgevingskader te moderniseren, het terrein van de gereglementeerde beroepen aan een nieuw onderzoek te onderwerpen, en het vertrouwen en de samenwerking tussen lidstaten te versterken. Dankzij de invoering van een Europese beroepskaart zou met name de mobiliteit van beroepsbeoefenaren worden gestimuleerd en tegelijkertijd het onderlinge vertrouwen tussen de autoriteiten van de betrokken lidstaten worden gegarandeerd, hetgeen uiteindelijk consumenten en werkgevers ten goede zou komen. |

Mobiele en gekwalificeerde werknemers zijn onontbeerlijk voor het groeiherstel in Europa. Een grotere mobiliteit van geschoolde arbeidskrachten zal immers het concurrentievermogen van de Europese economie ten goede komen. Nog al te veel regelgevingsbarrières beletten Europeanen te werken waar zij willen binnen de Europese Unie, terwijl tal van vacatures voor hooggekwalificeerde werknemers niet ingevuld geraken. De economie zou uit een tijdelijke mobiliteit van werknemers meer voordeel kunnen halen als deze meer naar waarde zou worden geschat en gemakkelijker zou worden gemaakt door een duidelijker kader vast te stellen. Voorts is het op het terrein van de niet-gereglementeerde beroepen van belang dat via het Europees kwalificatiekader de inspanningen worden voortgezet om de nationale kwalificatiesystemen op elkaar af te stemmen en op die manier de vergelijkbaarheid van kwalificaties in geval van mobiliteit te bevorderen.

De huidige arbeidsmarktsituatie, die in het teken staat van de economische crisis en de vergrijzing, wordt gekenmerkt door een tekort aan arbeidskrachten en door het feit dat werkgevers maar moeilijk werknemers met de vereiste competenties kunnen vinden. Tegen deze achtergrond moeten burgers in staat worden gesteld snel van baan te veranderen en eventueel in een andere lidstaat aan het werk te gaan. Daartoe is het noodzakelijk dat hun kwalificaties en hun beroepservaring in alle lidstaten worden erkend.

Om de mobiliteit te bevorderen, moeten burgers ook hun rechten op aanvullend pensioen (portabiliteit) kunnen doen gelden en behouden, zelfs als zij later in een andere lidstaat van baan veranderen. Het is van cruciaal belang dat het Parlement en de Raad zich ten volle inzetten om uiterlijk in 2012 aan de hooggespannen verwachtingen van de burgers op dit vlak tegemoet te komen.

De Commissie zal daartoe op basis van het Groenboek van 2010[22] een Witboek over pensioenen publiceren, waarin onder meer de kwestie van de bescherming van de pensioenrechten zal worden aangekaart en waarin de lidstaten ertoe zullen worden aangespoord pensioenopsporingsdiensten in het leven te roepen die burgers helpen hun pensioenaanspraken op te sporen. Vervolgens zullen in de loop van 2012 wetgevingsmaatregelen worden voorgesteld om tot een betere bescherming van pensioenrechten te komen. Tegelijkertijd zal de Commissie ook de richtlijn inzake instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening herzien om werknemers en hun werkgevers in staat te stellen beter van de interne markt te profiteren.

Voorts heeft de Commissie in het kader van haar vlaggenschipinitiatief "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen" een reeks mobiliteitsbevorderende maatregelen voorgesteld, zoals onder meer de invoering van een " Europees Vaardighedenpaspoort " met behulp waarvan individuele burgers de kennis en vaardigheden die zij in de loop van hun leven hebben verworven, kunnen vastleggen en attesteren[23].

De mobiliteit van jongeren, en met name van schoolverlaters zonder diploma, moet eveneens worden bevorderd. De Commissie zal daartoe een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over de bevordering en validatie van buitenschoolse opleiding indienen[24].

2.3. Intellectuele-eigendomsrechten

Kernactie: Wetgeving tot invoering van een eenheidsoctrooibescherming voor het overgrote deel van de lidstaten en van een uniform systeem voor de behandeling van octrooigeschillen, waarbij het de bedoeling is in 2013 de eerste octrooien met eenheidsoctrooibescherming te verlenen[25]. |

Intellectuele eigendom is een door het Handvest van de grondrechten erkend eigendomsrecht[26]. Intellectuele eigendom is even belangrijk als grondstoffen of de industriële basis: 45 à 75% van de middelen van grote ondernemingen zijn aan hun intellectuele-eigendomsrechten gerelateerd[27]. De industrietakken die intensief van intellectuele-eigendomsrechten gebruikmaken, spelen een strategische rol in de duurzame groei van onze economieën. Zij zorgen niet alleen voor innovatie, maar genereren ook een aanzienlijke economische meerwaarde en scheppen stabiele arbeidsplaatsen voor hooggekwalificeerde werknemers. De lonen liggen er gemiddeld 60% hoger dan in andere sectoren.

Bescherming van intellectuele-eigendomsrechten moedigt investeringen in de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten aan doordat een billijk rendement op de gedane investeringen wordt gewaarborgd. Er zal een regelgevingskader worden ingevoerd dat deze rechten op doeltreffende wijze beschermt, met inachtneming van de grondrechten. De totstandbrenging van een dergelijk kader, dat tegelijkertijd zowel voor de verspreiding van informatie, producten en diensten als voor de naleving van het mededingingsrecht moet zorgen, dient als een van de hoofdprioriteiten van de EU te worden aangemerkt.

De huidige situatie, die door een veelheid van octrooien en nationale systemen voor de behandeling van octrooigeschillen wordt gekenmerkt, is niet alleen duur en weinig efficiënt, maar brengt ook rechtsonzekerheid met zich mee. In dit verband is de invoering van een eenheidsoctrooibescherming en van een uniform systeem voor de behandeling van octrooigeschillen dan ook een absolute prioriteit. Een eenheidsoctrooibescherming zou de kosten met 80% doen afnemen.

Ook de ontwikkeling van een instrument voor de exploitatie van intellectuele-eigendomsrechten zou het ontstaan van een echte Europese markt voor octrooien en licenties in de hand werken. Bovendien is het wenselijk dat een onderneming haar immateriële activa in de vorm van intellectuele-eigendomsrechten als volwaardige zekerheid voor een lening kan gebruiken.

Voorts moeten de bestaande systemen voor de licentiëring van auteursrechten voor legaal aanbod via internet eenvoudiger en transparanter worden gemaakt[28]. In het internettijdperk moet het collectieve beheer zich kunnen ontwikkelen in de richting van Europese modellen die de licentieverlening voor meerdere geografische gebieden en voor een veelheid van onlinediensten faciliteren en tegelijkertijd een hoog niveau van bescherming van de rechthebbenden garanderen. Dankzij de nieuwe flexibiliteit die door een gemoderniseerd wettelijk kader wordt geboden, kunnen nieuwe bedrijfsmodellen ontstaan die een ruime en doelgerichte verspreiding van creatieve inhoud onder mobielere consumenten mogelijk maken. Bovendien moet de digitalisering van de collecties van Europese culturele instellingen, met inbegrip van verweesde werken , worden vergemakkelijkt.

De bevordering van het legale aanbod moet vergezeld gaan van Europese wetgeving ter intensivering van de strijd tegen namaak en piraterij , en met name ter versterking van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij en ter bevordering van de samenwerking tussen de ter zake bevoegde instanties[29]. Intellectuele-eigendomsrechten moeten beter door de douanediensten worden beschermd, hetgeen een herziening van de wetgeving vereist. Namaak en piraterij kosten Europese ondernemingen jaarlijks naar schatting 250 miljard EUR[30].

Ook het merkenstelsel in Europa moet worden gemoderniseerd, zodat merken beter beschermd zijn en er van een grotere coherentie tussen het Europees stelsel en de nationale stelsels sprake is. Dat zou resulteren in eenvoudiger procedures en lagere kosten, en het stelsel tevens in staat stellen optimaal te profiteren van de nieuwe technologieën die opzoekingen vergemakkelijken.

Deze kwesties zullen worden behandeld in de Commissiemededeling over de strategie met betrekking tot intellectuele eigendom, die in de loop van 2011 zal worden aangenomen.

2.4. De consumenten, actieve deelnemers aan de eengemaakte markt

Kernactie: Wetgeving over alternatieve geschillenbeslechting. Het is de bedoeling in buitengerechtelijke verhaalsprocedures te voorzien die een gemakkelijke, snelle en goedkope uitkomst voor consumenten garanderen en een verstoring van de relaties tussen ondernemingen en hun klanten voorkomen. In het kader van deze actie zal ook aandacht worden besteed aan de onlinehandel. |

De interne markt maakt deel uit van het dagelijkse leven van de consumenten wanneer zij bijvoorbeeld op reis gaan, aankopen doen en betalingen verrichten. Zij stuiten echter nog al te vaak op diverse obstakels en zijn er bovendien niet helemaal zeker van dat het mogelijk is verhaal te halen ingeval er zich problemen voordoen. Om de eengemaakte markt, en met name de eengemaakte digitale markt, een nieuw elan te geven, komt het er derhalve in de eerste plaats op aan ervoor te zorgen dat consumenten er meer vertrouwen in hebben dat zij hun rechten kunnen doen gelden. Een betere toepassing van het recht zou consumenten grote verliezen besparen (naar schatting 0,16% van het bruto binnenlands product (bbp) van de Europese Unie). Een groter vertrouwen bij consumenten in grensoverschrijdende elektronische handel zou extra besparingen ter grootte van 2,50 miljard EUR of ongeveer 0,02% van het bbp van de Europese Unie opleveren[31].

Naast haar werkzaamheden op het gebied van alternatieve geschillenbeslechting zal de Commissie ook verder werk maken van een Europese aanpak van collectieve vorderingen. Zij zal zich daarbij laten leiden door de resultaten van een door haar gehouden raadpleging ter zake.

Om het vertrouwen van de consumenten in de eengemaakte markt te vergroten, moeten nog andere concrete acties worden ondernomen. Zo moeten consumenten er van op aan kunnen dat de producten die zij kopen betrouwbaar zijn, ongeacht waar ze zijn vervaardigd. Daartoe is het van essentieel belang dat de richtlijn inzake algemene productveiligheid wordt herzien. Ook ondernemingen verwachten dat overal in de EU uniforme veiligheidsvoorschriften gelden. Om al deze verwachtingen in te lossen, zal de Commissie samen met de douanediensten en de nationale markttoezichthouders een meerjarenactieplan voor het markttoezicht – ook aan de buitengrenzen – opstellen, dat door de lidstaten ten uitvoer zal worden gelegd. Opdat aan consumenten betrouwbare informatie over het milieueffect van producten wordt verschaft, zal de Commissie in het kader van het actieplan voor duurzame consumptie en productie een initiatief betreffende de ecologische voetafdruk van producten voorstellen.

Voorts moet worden gegarandeerd dat bij alle vervoerswijzen de rechten van de passagiers , met inbegrip van die van personen met verminderde mobiliteit, op correcte manier in acht worden genomen. Er zal een mededeling worden gepubliceerd waarin een overzicht zal worden gegeven van alle in de Europese Unie bestaande regels met betrekking tot de passagiersrechten bij alle vervoersmiddelen: vliegtuig, trein, schip en autobus/touringcar. Om consumenten een betere bescherming te bieden, zal de Commissie binnenkort een herziening van de richtlijn betreffende pakketreizen voorstellen, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan online gekochte pakketreizen.

Ten slotte zullen ook de werkzaamheden ter bescherming van afnemers van financiële retailproducten worden voortgezet, waarbij het accent zal worden gelegd op de transparantie van de bankkosten en een betere bescherming van kredietnemers op de hypotheekmarkt.

2.5. Diensten

Kernactie: Herziening van de wetgeving betreffende het Europees normalisatiestelsel om dit stelsel tot de diensten uit te breiden en te komen tot doeltreffender, efficiënter en inclusiever normalisatieprocedures[32]. |

Normalisatie is een eerste vereiste voor het vrije verkeer van goederen omdat daardoor de interoperabiliteit, veiligheid en kwaliteit van producten wordt gegarandeerd. Ook in de dienstensector wordt steeds meer van het normalisatie-instrument gebruikgemaakt, zij het vooral op nationaal niveau. Een dergelijke ontwikkeling kan de totstandbrenging van een eengemaakte dienstenmarkt bemoeilijken. Om te voorkomen dat nieuwe belemmeringen ontstaan en tevens het grensoverschrijdende dienstenverkeer, en met name de zakelijke dienstverlening (zoals logistiek of het beheer van bedrijfsondersteuningsdiensten ("facility management")) te bevorderen, is het van belang dat de normalisatie van diensten op Europees niveau wordt uitgebouwd, waarbij optimaal op de marktbehoeften wordt ingespeeld. Dat zal een belangrijke doelstelling zijn die met de herziening van het Europees normalisatiestelsel wordt nagestreefd. Een andere belangrijke doelstelling is de totstandbrenging van een doeltreffender, efficiënter en inclusiever stelsel. Het normalisatiestelsel moet het mogelijk maken snel normen vast te stellen en deze aan nieuwe technologieën (onder meer informatie- en communicatietechnologieën) aan te passen. Het stelsel moet ook een grotere betrokkenheid van het mkb en andere geïnteresseerden mogelijk maken en er tevens voor zorgen dat de normen voor alle belangstellende gebruikers toegankelijk blijven.

Meer in het algemeen is een goede werking van de interne dienstenmarkt een noodzakelijke voorwaarde voor groei en werkgelegenheid in Europa. Tussen 1998 en 2008 heeft de Europese economie een gemiddelde expansie van 2,1% per jaar te zien gegeven, terwijl de dienstensector in dezelfde periode met gemiddeld 2,8% per jaar is gegroeid. De werkgelegenheid in de sector is met 2% per jaar toegenomen, tegen een stijging met 1% voor de economie als geheel[33]. Om de beoogde goede werking van de eengemaakte dienstenmarkt te realiseren, is de eerste prioriteit de volledige en onverkorte tenuitvoerlegging van de Dienstenrichtlijn door alle lidstaten, met inbegrip van de oprichting van centrale aanspreekpunten. Daarnaast zal de Commissie in samenwerking met de lidstaten conform de conclusies van de Europese Raad van 24-25 maart 2011 " performancetests " uitvoeren. Daarbij zal van naderbij worden onderzocht hoe het EU-regelgevingskader voor bepaalde essentiële sectoren, zoals zakelijke dienstverlening , bouwnijverheid en toerismesector , in de praktijk functioneert. De Commissie zal een diepgaandere analyse verrichten van de activiteitsreserves, het aandeelhouderschap, de rechtsvorm en de verzekeringseisen, allemaal hardnekkige obstakels voor een sterkere integratie van de dienstenmarkt[34]. Op basis van de resultaten van deze diverse initiatieven zal de Commissie in 2012 een besluit nemen over de toekomstige stappen. Ook handel en distributie verdienen bijzondere aandacht omdat zij een grote bijdrage leveren tot de groei en de werkgelegenheid. Er zal een initiatief worden genomen met het oog op de bestrijding van oneerlijke handelspraktijken tussen ondernemingen : eerst zal worden nagegaan welke de aard en omvang is van de problemen die uit oneerlijke handelspraktijken tussen professionele partijen in de hele toeleveringsketen voortvloeien; vervolgens zal een inventaris worden opgesteld van de op het niveau van de lidstaten bestaande voorschriften, waarbij tevens een balans zal worden opgemaakt van de tenuitvoerlegging ervan; en ten slotte zullen de verschillende mogelijke opties worden geschetst. Het is de bedoeling, enerzijds, een einde te maken aan de oneerlijke handelspraktijken die de levensvatbaarheid van ondernemingen in gevaar brengen, en, anderzijds, de concurrentie te stimuleren tussen de verschillende partijen in de toeleveringsketens in de context van een efficiënter functionerende en billijker eengemaakte handels- en distributiemarkt, waarbij tegelijkertijd wordt tegemoetgekomen aan de verwachtingen die consumenten en producenten koesteren ten aanzien van concurrerende prijzen. Wat het belang van de zakelijke dienstverlening betreft, zal de Commissie een groep op hoog niveau in het leven roepen om na te gaan op welke punten er van marktfalen sprake is.

Ten slotte verdient het in het licht van het opkomende verschijnsel van franchise in het onderwijs aanbeveling na te gaan hoe de kwaliteit van het in de context van het vrije verkeer van diensten aangeboden onderwijs kan worden gewaarborgd, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de erkenning van diploma's.

2.6. Netwerken

Kernactie: Wetgeving inzake vervoers- en energie-infrastructuur teneinde strategische projecten van Europees belang aan te wijzen en op te zetten, en teneinde de interoperabiliteit en de intermodaliteit te garanderen. |

De energie-, vervoers- en elektronische communicatienetwerken vormen de ruggengraat van de eengemaakte markt. Degelijke infrastructuurvoorzieningen bevorderen immers een vlot verkeer van personen, goederen, verschillende energievormen en gegevens (met de toewijzing van een adequaat radiospectrum) tegen een redelijke prijs. Een efficiënte economische integratie stoelt op de integratie van degelijke netwerkinfrastructuren.

Een nieuw Europees energie-infrastructuurbeleid [35] is onontbeerlijk om een kentering teweeg te brengen in de wijze waarop in de EU netten worden gepland en ontwikkeld. Er moeten oplossingen worden gevonden voor belangrijke ontbrekende schakels en de netwerken moeten slimmer worden opgezet met het oog op een beter energietransport. Nieuwe wetgeving moet de totstandbrenging van een slim en geïntegreerd netwerk faciliteren . Een dergelijk netwerk zal niet alleen de energievoorzieningszekerheid en de integratie van de markten, maar ook de energie-efficiëntie en de afname van hernieuwbare energie ten goede komen. Snellere en transparante vergunningsprocedures zijn van essentieel belang om de bundeling van de nationale energienetwerken tot een enkel Europees netwerk tot een goed einde te brengen. Op dit terrein is dringend actie geboden, daar de goedkeuring van nieuwe projecten doorgaans veel tijd in beslag neemt (vaak meer dan 10 jaar).

Wat vervoer betreft, dient uitvoering te worden gegeven aan de in het Witboek over het vervoersbeleid tot het jaar 2050[36] bepleite maatregelen, die er in het bijzonder op gericht zijn de belemmeringen op te heffen zowel voor de verwezenlijking van een waarlijk eengemaakte markt die alle nationale vervoerswijzen en –systemen omvat (inclusief intelligente vervoerssystemen), als voor de ontwikkeling van een kustvaartnetwerk en een modern multimodaal vervoersnetwerk. De EU beschikt momenteel met name nog altijd niet over een voldoende efficiënte, interoperabele en geïnterconnecteerde grensoverschrijdende vervoersinfrastructuur. De herziening van de gemeenschappelijke richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnet (TEN-V) in 2011 moet het mogelijk maken de belangrijkste knelpunten weg te werken, de ontbrekende schakels in te vullen en de vervoerswijzen te interconnecteren dankzij een betere projectkeuze en follow-up van de genomen beslissingen. Zo zal in de nieuwe richtsnoeren een kernnetwerk van strategische Europese infrastructuur worden afgebakend om de oostelijke en westelijke delen van de Europese Unie te integreren, zodat een Europees mobiliteitsnetwerk en een interne Europese vervoersruimte tot stand worden gebracht.

Ten slotte is het radiospectrum van cruciaal belang voor de digitale samenleving, snelle draadloze diensten, economisch herstel, groei, hoogwaardige banen en het concurrentievermogen van de EU op lange termijn. Gezien het grote belang van de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het spectrum voor de totstandbrenging van een interne markt voor elektronische communicatie en voor de andere EU-beleidsterreinen, wordt het Parlement en de Raad verzocht snel hun goedkeuring te hechten aan het voorstel voor een besluit tot vaststelling van een programma voor de strategische planning en harmonisatie van het radiospectrumgebruik in Europa .

2.7. Een eengemaakte digitale markt

Kernactie: Wetgeving om de wederzijdse erkenning van elektronische identificatie en authenticatie in de EU te verzekeren en herziening van de richtlijn inzake de elektronische handtekening, teneinde beveiligde en ongehinderde elektronische interactie mogelijk te maken tussen ondernemingen, burgers en overheidsdiensten, hetgeen ten goede moet komen aan de doeltreffendheid van overheidsdiensten en -opdrachten, de dienstverlening en de elektronische handel, ook op grensoverschrijdende basis. |

Voor de ontwikkeling van een eengemaakte digitale markt waarvan burgers, bedrijven en overheden ten volle kunnen profiteren, is het absoluut noodzakelijk het vertrouwen in elektronische transacties te versterken. De daartoe onontbeerlijke instrumenten zijn elektronische vertrouwensdiensten die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer respecteren, rechtszekerheid garanderen, een veilige gegevensuitwisseling waarborgen, over de grenzen heen functioneren, door alle bedrijfstakken zijn erkend maar gebruiksvriendelijk en goedkoop zijn, en onder de stringente controle van de partijen bij een transactie staan.

Om dat doel te verwezenlijken, zal de Commissie een nieuw wettelijk kader voorstellen dat ervoor moet zorgen dat elektronische transacties in het volste vertrouwen kunnen worden gesloten. Het nieuwe kader behelst onder meer een herziening van de richtlijn inzake de elektronische handtekening om de concepten ervan te verduidelijken, het gebruik van de elektronische handtekening te vereenvoudigen en de barrières voor de interoperabiliteit te slechten. Het kader zal ook de wederzijdse erkenning van elektronische identificatie- en authenticatiediensten verzekeren . Het wettelijk kader zal eveneens betrekking hebben op de grensoverschrijdende werking van andere vertrouwensdiensten. De instrumenten waarin dit kader zal voorzien, zullen een algemeen karakter hebben en niet tot een specifieke bedrijfstak beperkt blijven. Dat geldt met name voor de elektronische identiteit . Het kader zal technologisch neutraal zijn en openstaan voor alle communicatiemedia, zoals internet of mobiele communicatiemiddelen.

De digitalisering is een van de voornaamste hefbomen voor het stimuleren van de groei en de werkgelegenheid in de EU, en dat in al haar verschillende facetten: de sector van de informatie en communicatietechnologie (die in 2007 goed was voor ongeveer 600 miljard EUR van de toegevoegde waarde van de Europese economie[37]), het toenemend aantal Europeanen dat regelmatig of zelfs dagelijks van internet gebruikmaakt (respectievelijk 65% en 53% van alle Europeanen in 2010[38]), een breedbandmarkt die in 2010 de grootste ter wereld was[39], en een op 27 miljard EUR geraamde markt voor overheidsinformatie[40], om er maar enkele te noemen. In het kader van het vlaggenschipinitiatief "Een digitale agenda voor Europa"[41] wordt een volledig maatregelenpakket gepresenteerd dat uiteindelijk tot de totstandkoming van een eengemaakte digitale markt moet leiden.

Spraak- en gegevensoverdracht wordt door alle Europeanen steeds meer als een essentiële dienst beschouwd. Wat de roamingtarieven betreft, hebben de sinds 2007 door de Unie getroffen regelgevende maatregelen onmiskenbaar bijgedragen tot lagere telefoonkosten en meer transparantie voor de consument. De detailhandelsprijzen van roamingdiensten voor gegevenstransmissie zijn echter nog altijd veel te hoog, wat een meerderheid van de particulieren en een groot deel van de ondernemingen ervan weerhoudt om over de grenzen heen van deze diensten gebruik te maken.

De ontwikkeling van de eengemaakte digitale markt stuit op een gebrek aan vertrouwen bij de consumenten. De voornaamste oorzaken daarvan zijn de bij grensoverschrijdende transacties aanwezige twijfels over de veiligheid van de betalingen en over de inachtneming van de rechten van de consument[42], met name wat productveiligheid en namaak betreft[43]. Dat gebrek aan vertrouwen en de moeilijkheden die bij onlineaankopen in andere lidstaten worden ondervonden, verklaren waarom de elektronische handel minder dan 5% van de detailhandelsverkopen uitmaakt en waarom nog maar 9% van de Europeanen via internet aankopen in een andere lidstaat heeft verricht[44]. Het komt er in de eerste plaats op aan een echte eengemaakte markt tot stand te brengen die binnen handbereik van alle burgers ligt, met inbegrip van de bevolkingsgroepen die het kwetsbaarst zijn of in geïsoleerde gebieden wonen. Daarom zal de Commissie een actieplan voor de ontwikkeling van de elektronische handel presenteren. In de desbetreffende mededeling zal de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel worden geëvalueerd en zullen de aan te gane uitdagingen worden geanalyseerd: microbetalingen, veiligheid van onlinebetalingen, bescherming van persoonsgegevens, strijd tegen namaak, levering van bestellingen, verantwoordelijkheid van onlinedienstverleners en coherentie van het Europees recht dat op de elektronische handel van invloed is[45]. De Commissie zal ook maatregelen voorstellen ter bevordering van de totstandkoming van een geïntegreerde ruimte voor betaalkaarten en andere innovatieve betalingsvormen.

De discriminatie op basis van de geografische lokalisatie, in het bijzonder bij de onlinehandel, moet worden afgeschaft. De Commissie zal dan ook richtsnoeren [46] presenteren om ongerechtvaardigde discriminatie op basis van nationaliteit of verblijfplaats uit te bannen, met name bij de elektronische handel.

Ten slotte zijn bij de richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie (Public Sector Information – PSI)[47] de basisvoorwaarden vastgesteld voor het hergebruik van de rijkdom aan overheidsgegevens die de inhoud- en dienstenmarkten kunnen stimuleren als zij onder transparante en niet-discriminerende voorwaarden beschikbaar worden gesteld[48]. De herziening van de richtlijn moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie andere innovatieve sectoren tal van nieuwe kansen en groeimogelijkheden biedt.

2.8. Sociaal ondernemerschap

Kernactie: Wetgeving tot instelling van een Europees kader dat de ontwikkeling van ethische beleggingsfondsen bevordert. Een dergelijk kader zou het effect van nationale initiatieven vergroten door die fondsen in staat te stellen te profiteren van de mogelijkheden die de eengemaakte markt te bieden heeft (toegang tot beleggingsmogelijkheden en beleggers in alle lidstaten). |

De interne markt berust op een "sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen", hetgeen de ontwikkeling in de richting van een inclusieve, sociaal rechtvaardiger en milieuvriendelijke groei impliceert. Thans maken nieuwe economische modellen opgang waarin maatschappelijke overwegingen voorrang krijgen op louter winstdenken. Deze tendens zou ook in de eengemaakte markt tot uiting moeten kunnen komen. Het is dan ook zaak gelijke concurrentievoorwaarden te garanderen, experimenten te steunen die tot een rechtvaardiger economie leiden, en bij te dragen aan de strijd tegen de uitsluiting. De enorme financiële hefboom van de Europese sector van het vermogensbeheer (7 000 miljard EUR in 2009) moet worden aangewend om de ontwikkeling te bevorderen van ondernemingen die ervoor hebben gekozen om naast het legitieme winststreven ook doelstellingen van algemeen belang en op het gebied van een sociale, ethische en milieuvriendelijke ontwikkeling te beogen. Om ervoor te zorgen dat voor iedereen gelijke regels gelden, zal de Commissie een wetgevingsvoorstel presenteren dat betrekking heeft op de transparantie van de sociale en milieu-informatie die door ondernemingen uit alle sectoren wordt verstrekt.

Teneinde zich verder te kunnen ontwikkelen en zijn doelstellingen te kunnen waarmaken, moet de sector van de sociale economie op de interne markt van organisatievormen met een bijzondere juridische status kunnen gebruikmaken. De coöperatieve sector is bijvoorbeeld levendiger dan ooit[49], maar er moet worden nagegaan hoe het komt dat het statuut van de Europese coöperatieve vennootschap op zo weinig belangstelling kan rekenen. Onderlinge waarborgmaatschappijen zijn werkzaam in sleutelsectoren voor de burgers (gezondheidszorg, bankwezen, verzekeringsbedrijf enz.), maar bieden slechts zelden hun diensten in meer dan een lidstaat aan. Dergelijke maatschappijen zijn echter goed voor 25% van de verzekeringsmarkt en 70% van het totale aantal in die sector actieve ondernemingen en kunnen dus door de eengemaakte markt niet worden genegeerd. Stichtingen leveren een grote bijdrage tot de financiering van innovatieve benaderingen en projecten van algemeen belang. Zij ondervinden echter moeilijkheden om zich in andere lidstaten te vestigen of hun krachten over de grenzen heen te bundelen. Om deze problemen op te lossen, zal de Commissie komen met een voorstel voor een verordening tot vaststelling van het statuut van de Europese stichting.

Daarnaast hebben sommige ondernemingen zich ten doel gesteld uitsluiting te bestrijden, zonder daarom van het winststreven af te zien. Vaak gaat het om zeer kleine ondernemingen die lokaal actief zijn, maar sommige daarvan hebben een groot groei- en werkgelegenheidspotentieel[50]. Passende juridische instrumenten[51] moeten ervoor zorgen dat deze ondernemingen niet louter op het nationale grondgebied actief kunnen zijn, maar dat de eengemaakte markt hun werkterrein wordt en hun groeihorizon gaat bepalen.

In het kader van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting[52] zal de Commissie de ontwikkeling van de sociale economie als instrument ter bevordering van actieve inclusie ondersteunen door in 2011 een "initiatief voor sociaal ondernemerschap" voor te stellen en door de toegang tot relevante financiële programma's van de EU te vergemakkelijken.

In de loop van 2011 zal de Commissie ook een mededeling over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) aannemen. MVO is een ruimer concept dan sociaal ondernemerschap, in die zin dat het alle ondernemingen ertoe aanmoedigt om in het kader van hun dagelijkse bedrijfsactiviteiten acties ter bevordering van sociale of milieudoeleinden te ondernemen.

2.9. Belastingen

Kernactie: Herziening van de richtlijn inzake de belastingheffing op energie om op die manier een coherente aanpak van de verschillende energiebronnen te verzekeren, zodat beter rekening wordt gehouden met de energie-inhoud en het CO2-uitstootgehalte van producten. |

De fiscale regelgeving van de EU is niet meer berekend op de eengemaakte markt van de 21ste eeuw en evenmin op de uitdagingen die het streven naar duurzame ontwikkeling met zich meebrengt. Zij is niet in staat een gelijke behandeling van eindverbruikers op de interne markt te waarborgen en stimuleert onvoldoende de energiezuinigste en milieuvriendelijkste praktijken. Vandaag is het van belang dat belastingen de consumptie kunnen sturen in de richting van een beter gebruik van energiebronnen door het beroep op schone energie te bevorderen.

Daarnaast zien ondernemingen met meerdere vestigingen in de Unie zich verplicht meerdere winstbelastingaangiften in te vullen en zich tot diverse belastingdiensten te wenden. Het project van de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (common consolidated corporate tax base – CCCTB) is een maatregel waarmee de Commissie de berekeningswijze van de belastbare winst wil harmoniseren, zodat voor alle betrokken ondernemingen dezelfde regels gelden, ongeacht de lidstaat van heffing[53]. De invoering van een centraal fiscaal aanspreekpunt zou zowel de betrekkingen tussen ondernemingen en belastingdiensten als de administratieve samenwerking tussen belastingdiensten onderling ten goede komen. Dankzij de CCCTB zou het bedrijfsleven in de EU elk jaar 700 miljoen EUR minder nalevingskosten moeten betalen en 1,3 miljard EUR kunnen besparen door consolidatie. Bovendien zouden bedrijven die activiteiten in het buitenland willen ontplooien, tot 1 miljard EUR kunnen besparen. In het kader van de jaarlijkse groeistrategie is de CCCTB aangemerkt als een van de groeibevorderende maatregelen waaraan prioriteit moet worden verleend zodat deze vóór eind 2012 kan worden ingevoerd. In dat verband is het van cruciaal belang dat het Parlement en de Raad zich ten volle inzetten opdat aan de hooggespannen verwachtingen van het bedrijfsleven ten aanzien van de vereenvoudiging van het regelgevingskader wordt tegemoetgekomen.

Ook het btw -stelsel moet worden herzien om de definitieve regeling vast te stellen die geldt voor grensoverschrijdende transacties, en meer bepaald voor de wijze van belastingheffing op dergelijke transacties. Het is de bedoeling de met deze transacties verband houdende specifieke administratieve lasten te verminderen en de gehele handelsketen te beveiligen, met name ten behoeve van het mkb. De Commissie is voornemens vóór eind 2011 de onderdelen van een btw-strategie te schetsen die in wetgevingsinitiatieven moeten uitmonden. Deze initiatieven zullen worden bestudeerd in het kader van de volgende fase van de versterking van de eengemaakte markt na 2012.

Grensoverschrijdende fiscale problemen vormen een belangrijk obstakel voor de burgers . Deze problemen moeten worden opgelost. In een Commissiemededeling over het wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor burgers[54] worden de dringendste problemen op een rij gezet. Het betreft in het bijzonder dubbele belasting, fiscale discriminatie en moeilijke toegang tot fiscale informatie en belastingdiensten in andere lidstaten. In de mededeling worden maatregelen aangekondigd om concrete problemen te verhelpen. Aandachtspunten zijn onder meer een bindend mechanisme voor de beslechting van geschillen met betrekking tot dubbele belasting, het opzetten van centrale aanspreekpunten bij de belastingdiensten en de fiscale behandeling van grensoverschrijdende nalatenschappen.

2.10. Sociale samenhang

Kernactie: Wetgeving tot verbetering en versterking van de omzetting, de toepassing en de naleving in de praktijk van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers[55]. Deze wetgeving zal ook maatregelen omvatten om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen, en tevens vergezeld gaan van wetgeving ter verduidelijking van de verhouding tussen, enerzijds, de uitoefening van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, en, anderzijds, de sociale grondrechten. |

In een sociale markteconomie houdt een sterker geïntegreerde Europese dienstenmarkt in dat ondernemingen hun diensten makkelijker overal in de Europese Unie moeten kunnen aanbieden, zonder dat er daarom van een neerwaartse nivellering sprake is. Dat betekent dat ondernemingen hun werknemers moeten kunnen detacheren, maar dat er tegelijkertijd voor moet worden gezorgd dat meer arbeidsplaatsen van betere kwaliteit worden aangeboden en dat een hoog niveau van bescherming van de werknemers en van hun sociale rechten wordt gegarandeerd.

In dat verband verdient het aanbeveling dat het juridische kader voor de terbeschikkingstelling van werknemers beter wordt toegepast teneinde de uitwisseling van informatie tussen ondernemingen en nationale instanties te vergemakkelijken, de controles te intensiveren en misbruiken tegen te gaan, met name wat werknemersrechten betreft.

In de wetgeving met betrekking tot de interne markt dient naar behoren rekening te worden gehouden met de artikelen 8 en 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat thans dezelfde juridische waarde heeft als het Verdrag. De Commissie zal daarom transversale wetgeving voorstellen ter verduidelijking van de verhouding tussen, enerzijds, de uitoefening van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, en, anderzijds, de sociale grondrechten, zoals onder meer het recht op collectieve actie overeenkomstig de nationale wetgevingen en praktijken en het recht van de Unie[56].

Daarnaast ruimt het Europese project ook op algemeen niveau een centrale plaats in voor de sociale en territoriale samenhang van de Unie. Op die manier wordt erkend dat marktwerking alleen geen adequaat antwoord biedt op alle bestaande collectieve behoeften. De diensten van algemeen economisch belang (DAEB) vormen een essentieel onderdeel van het Europese sociale model, dat door een sociaal inclusieve economie met een groot concurrentievermogen wordt gekenmerkt.

In artikel 14 VWEU en in het aan de verdragen gehechte Protocol nr. 26 erkent de Europese Unie de rol die DAEB vervullen bij het bevorderen van de sociale en territoriale samenhang van de Unie en de lidstaten, alsook de essentiële rol en de ruime discretionaire bevoegdheid van de nationale, regionale en lokale autoriteiten om diensten van algemeen economisch belang te verrichten, te doen verrichten en te organiseren op een manier die zoveel mogelijk in overeenstemming is met de behoeften van de gebruikers, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel.

Wat overheidsopdrachten betreft, heeft de Commissie onlangs de aanzet gegeven tot een gedachtewisseling die duidelijkheid moet scheppen omtrent de verhouding tussen, enerzijds, de staatssteunregels en, anderzijds, de regels voor overheidsopdrachten en de regeling die op via interne aanbesteding verrichte diensten van toepassing is.

Daarnaast is het overeenkomstig artikel 106 VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Commissie om erop toe te zien dat de uitvoering en financiering van de DAEB conform de verdragsbeginselen en -bepalingen op mededingingsgebied plaatsvinden. Tevens is een debat op gang gebracht over de komende herziening van het staatssteunpakket inzake DAEB (ook "post-Altmark-pakket" genoemd)[57]. Met de toekomstige hervorming wordt een tweeledige doelstelling nagestreefd: meer duidelijkheid scheppen en een gediversifieerde en evenredige benadering garanderen. Enerzijds is de Commissie voornemens om, indien nodig, een aantal basisbegrippen te verduidelijken. Anderzijds wil zij de diepgang van de toetsing aan de staatssteunregels afhankelijk maken van de aard en de omvang van de verrichte diensten.

In het kader van een vóór eind 2011 aan te nemen mededeling zal de Commissie maatregelen presenteren die beter moeten garanderen dat de DAEB, met inbegrip van de sociale diensten van algemeen belang (SDAB), functioneren op basis van een kader dat hen in staat stelt hun taken te vervullen.

Daarbij zal de Commissie nagaan welke maatregelen noodzakelijk zijn om, in combinatie met artikel 14 en Protocol nr. 26, een betaalbare toegang voor alle burgers te garanderen tot diensten die voor hun dagelijkse leven van cruciaal belang zijn, en om dergelijke diensten in het economische en sociale leven in te passen, met inachtneming van de essentiële rol van de lidstaten om deze diensten te verrichten, te doen verrichten en te organiseren. In dat verband zal ook met de veranderende behoeften van de Europeanen rekening moeten worden gehouden.

De Commissie merkt op dat niet alle burgers actief aan de eengemaakte markt kunnen deelnemen. Zo is de toegang tot basisbankdiensten, een conditio sine qua non om aan het economische en sociale leven te kunnen deelnemen, niet volledig gegarandeerd. De Commissie zal derhalve een initiatief voorstellen om elke burger, om het even waar hij in de EU verblijft, tegen redelijke kosten toegang te bieden tot een basisbetaalrekening.

2.11. Regelgevingskader voor bedrijven

Kernactie: Vereenvoudiging van de Jaarrekeningenrichtlijnen wat de voorschriften voor financiële verslaglegging betreft, en verlichting van de regeldruk, met name voor het mkb. |

In zijn conclusies van 24-25 maart 2011 heeft de Europese Raad benadrukt dat de regeldruk, met name voor het mkb, zowel op Europees als op nationaal niveau moet worden verlicht, een dossier waarover de Commissie aan de Europese Raad verslag zal uitbrengen[58]. Hoe groot de voordelen zijn die de eengemaakte markt te bieden heeft, hangt af van het gemak waarmee personen, producten goederen, diensten en kapitalen zich vrij van de ene lidstaat naar de andere kunnen bewegen. Het internemarktbeleid is erop gericht dat vrije verkeer te vergemakkelijken, niet alleen door belemmeringen op te heffen, maar ook door een regelgevingskader tot stand te brengen dat de administratieve lasten tot een minimum beperkt.

Met het voorstel tot herziening van de Jaarrekeningenrichtlijnen wordt in de eerste plaats beoogd de administratieve lasten te verlichten die voortvloeien uit de boekhoudkundige verplichtingen die gelden voor kleine en micro-ondernemingen die de rechtsvorm van een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid hebben. Dat voorstel kan besparingen opleveren ter waarde van 1,5 miljard EUR per jaar voor 1,1 miljoen kleine ondernemingen en ten belope van 5,2 miljard EUR per jaar voor 5,9 miljoen micro-ondernemingen[59]. De besparingen zouden hoofdzakelijk het gevolg zijn van een vermindering van de financiële rapportageverplichtingen voor deze kleine en micro-ondernemingen. Afgezien van de bovenbeschreven vereenvoudiging, zou de herziening van de richtlijnen ook ten doel hebben een grotere duidelijkheid en vergelijkbaarheid op EU-niveau van de financiële overzichten van kleine en grote ondernemingen te bewerkstelligen. Daarnaast dient het Commissievoorstel tot vrijstelling van micro-ondernemingen van het bepaalde in de Jaarrekeningenrichtlijnen door de Raad en het Parlement te worden aangenomen.

De geharmoniseerde Europese regels komen in de plaats van 27 nationale regelgevingskaders, hetgeen op zich al neerkomt op een verlichting van de regeldruk. Bovendien zijn inspanningen geleverd om de uit Europese voorschriften voortvloeiende administratieve lasten verder te verminderen[60]. In dat verband zij erop gewezen dat de Commissie een voorstel betreffende het statuut van de Europese besloten vennootschap heeft ingediend, dat nog altijd in behandeling is bij de Raad van de EU. De Raad dient dit voorstel te deblokkeren.

Om de activiteiten van het mkb te faciliteren, heeft de Commissie de "Small Business Act" [61] aangenomen. Daarbij wordt het beginsel "Think Small First" in alle Europese beleidslijnen ingevoerd en wordt tevens een breed scala aan concrete maatregelen voorgesteld om het concurrentievermogen van het mkb op de interne markt te bevorderen.

Voorts dient een facultatief instrument inzake Europees contractenrecht te worden ingevoerd om grensoverschrijdende transacties op de eengemaakte markt te faciliteren. Ook moet werk worden gemaakt van de vaststelling van een verordening om de grensoverschrijdende invordering van schuldvorderingen te vergemakkelijken. Deze maatregelen zouden de bestaande regels nog verder vereenvoudigen, met alle voordelen van dien voor burgers en bedrijven, die meer rechtszekerheid ter zake wensen.

2.12. Overheidsopdrachten

Kernactie: Een herzien en gemoderniseerd wettelijk kader voor overheidsopdrachten om te komen tot een evenwichtig beleid dat de vraag naar milieuvriendelijke, maatschappelijk verantwoorde en innoverende goederen, diensten en werken ondersteunt. Daarnaast moet een dergelijke herziening de aanbestedende diensten eenvoudiger en flexibeler procedures ter hand stellen en de toegang van ondernemingen, en met name van het mkb, tot overheidsopdrachten vergemakkelijken[62]. |

Overheidsdiensten besteden ongeveer 18% van het bbp van de Unie aan goederen, diensten en werken. De wetgeving van de EU en de lidstaten heeft de markt voor overheidsopdrachten opengesteld voor loyale concurrentie, met als gevolg dat de burger betere kwaliteit aangeboden krijgt tegen een scherpere prijs.

Gezien de grote hoeveelheid goederen, diensten en werken waarvoor overheidsopdrachten worden geplaatst, bieden overheidsbestellingen mogelijkheden om de vraag naar milieuvriendelijke, maatschappelijk verantwoorde en innoverende goederen, diensten en werken naar een hoger peil te tillen . Overheidsopdrachten kunnen met andere woorden dienst doen als hulpmiddel om de ontwikkeling van een milieuvriendelijker, socialer en innovatiever interne markt te bevorderen. Ook moet worden nagegaan hoe procedures eenvoudiger en flexibeler kunnen worden gemaakt teneinde de doeltreffendheid van de overheidsopdrachten te verhogen. Tegelijkertijd mag een dergelijke vereenvoudiging niet resulteren in een beperking van de toegang tot overheidsopdrachten op Europees niveau. Integendeel, de toegang tot dergelijke opdrachten, met inbegrip van gemeenschappelijke aankopen van verschillende aanbestedende diensten, moet nog worden vergemakkelijkt, met name voor het mkb en voor grensoverschrijdende leveranciers. Het percentage overheidsopdrachten dat aan ondernemingen uit een andere lidstaat wordt gegund, is immers nog altijd betrekkelijk laag, vooral als dit wordt vergeleken met de penetratiegraad op de particuliere markten.

Concessieovereenkomsten voor diensten vertegenwoordigen een groot economisch gewicht[63] en zijn goed voor het merendeel van de contracten voor publiek-private partnerschappen. Een rechtskader ter zake moet meer rechtszekerheid bieden voor het aangaan van dergelijke partnerschappen.

De openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging levert zowel op mondiaal als op Europees niveau voordelen op. Om te garanderen dat de openstelling in een geest van wederkerigheid en met oog voor wederzijds voordeel plaatsvindt, zodat Europese en buitenlandse ondernemingen gelijke kansen hebben en een loyale concurrentie wordt gewaarborgd, moet ook Europese wetgeving betreffende de toegang van ondernemingen van derde landen tot Europese overheidsopdrachten worden aangenomen die het mogelijk maakt op internationaal niveau gedane toezeggingen naar de Europese context te vertalen.

3. VOORWAARDEN VOOR SUCCES, EEN VERSTERKTE GOVERNANCE VAN DE INTERNE MARKT

De voorgestelde maatregelen zullen pas de verwachte groei- en werkgelegenheidseffecten sorteren als de voorwaarden voor zowel de ontwikkeling als de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze maatregelen aanwezig zijn. Het gaat meer in het bijzonder om de volgende vier voorwaarden: 1) een betere dialoog met de gehele civiele samenleving; 2) een hecht partnerschap met de verschillende actoren; 3) een efficiënte voorlichting van burgers en bedrijven; en 4) een energiekere controle van de toepassing van de internemarktvoorschriften.

De betrokkenheid van de civiele samenleving versterken en een evaluatiecultuur bevorderen

Uit de openbare raadpleging is duidelijk gebleken dat de civiele samenleving sterker dan in het verleden bij de ontwikkeling van de eengemaakte markt wenst te worden betrokken [64]. Om te laten zien dat zij vastbesloten is daarvan werk te maken, zal de Commissie regelmatig een lijst publiceren met de 20 belangrijkste verwachtingen die burgers en bedrijven op basis van hun praktijkervaring ten aanzien van de eengemaakte markt koesteren. Deze lijst, die als een echte barometer voor de werking van de eengemaakte markt zal fungeren, zal aan een Internemarktforum worden voorgelegd. Dat forum zal periodiek de volgende internemarktdeelnemers bijeenbrengen: ondernemingen, sociale partners, niet-gouvernementele organisaties en vertegenwoordigers van burgers, overheidsinstanties van verschillende regeringsniveaus en parlementen. Het forum zal zich buigen over de stand van zaken op de eengemaakte markt (en met name over de omzetting en toepassing van richtlijnen), en tevens goede praktijken uitwisselen. Het zal eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van een cultuur van beleidsevaluatie. In dat verband zal het ten volle aan de follow-up van de Akte voor de interne markt deelnemen door te helpen bij de meting van de effecten ervan op het terrein. Ook de werkzaamheden van de Ombudsman zullen een bijdrage aan deze evaluatie leveren. Om dat laatste aspect te versterken, zal de Commissie een beperkte reeks indicatoren hanteren. Deze indicatoren zijn opgenomen in bijlage 2.

Ook de rol van de sociale partners moet worden versterkt door hun de gelegenheid te bieden hun standpunten over met de economische en sociale samenhang verband houdende kwesties uiteen te zetten.

Partnerschappen vormen en samenwerking aanmoedigen

De noodzaak om het partnerschap tussen alle deelnemers aan de interne markt, en dan vooral tussen de lidstaten en de Commissie, te versterken en te verdiepen, is benadrukt door alle territoriale autoriteiten, die tevens nadrukkelijk de wens hebben uitgesproken om ten volle bij de ontwikkeling van het internemarktbeleid te worden betrokken. Dat zal gebeuren door hen sterker bij de raadplegingen over concrete Commissievoorstellen te betrekken en door meer middelen beschikbaar te stellen voor het faciliteren en aanmoedigen van de samenwerking tussen nationale instanties op het niveau waarop individuele beslissingen meestal worden genomen, namelijk op territoriaal niveau. Daartoe zal de rechtszekerheid van het elektronisch informatie-uitwisselingssysteem (IMI) – waarbij al 6 000 overheidsdiensten zijn aangesloten – worden versterkt . In het kader van toekomstige Commissievoorstellen dient bij voorkeur op dat systeem een beroep te worden gedaan als partnerschapsinstrument voor de tenuitvoerlegging van internemarktvoorschriften. Tevens verdient het aanbeveling de technologische mogelijkheden voor automatische vertaling verder te ontwikkelen teneinde de informatie-uitwisseling tussen overheidsdiensten te vergemakkelijken.

Betere voorlichting voor een betere tenuitvoerlegging van internemarktvoorschriften

Bovendien zou de eengemaakte markt een nog grotere groeibijdrage kunnen leveren indien het gehele acquis (d.w.z. de geldende Europese regelgeving) door alle lidstaten ten uitvoer zou worden gelegd en ten volle aan bedrijven en burgers ten goede zou komen . Zij zijn immers de eersten die ervoor kunnen zorgen dat hun rechten worden gerespecteerd. Om dit te kunnen doen, moeten zij wel hun rechten kennen, in staat zijn deze uit te oefenen en hulp kunnen vinden ingeval deze rechten niet worden gerespecteerd. Daarom gaat de Commissie, in partnerschap met de lidstaten, haar portaalsite ( "Uw Europa" ) omvormen tot een Europees en nationaal centraal informatie- en hulppunt. Het is ook absoluut noodzakelijk dat de voorwaarden worden verbeterd waaronder snel en kosteloos concrete oplossingen kunnen worden aangereikt aan burgers en bedrijven wier rechten niet volledig zijn gerespecteerd. Het gaat hier immers om het vertrouwen in de eengemaakte markt, en dus om de wil van eenieder om zijn plaats op deze markt op te eisen. Met dat doel voor ogen zullen de Commissie en de lidstaten het SOLVIT-netwerk tussen de nationale overheidsdiensten versterken .

Gelijke spelregels die op homogene wijze worden toegepast

Er dient weliswaar systematisch een beroep te worden gedaan op alternatieve manieren om geschillen op te lossen[65], maar als er moeilijkheden blijven bestaan die met name resulteren in problemen van meer structurele aard welke hun oorsprong vinden in de nationale wetgeving, is het aan de Commissie om ten volle gebruik te maken van de procedures van artikel 258 VWEU. Tijdens de raadpleging hebben de belanghebbenden benadrukt dat het belangrijk is te garanderen dat op de eengemaakte markt voor iedereen dezelfde regels gelden . Zij hebben tevens diverse patstellingen aangeklaagd. De Commissie zal ter zake dan ook een krachtdadiger beleid voeren en de lidstaten er met behulp van te realiseren kwantitatieve doelstellingen toe aansporen de situatie op het gebied van de omzetting van Europees recht en de aanpassing van hun intern recht te verbeteren. Dankzij deze benadering is de omzettingsachterstand reeds tot 1% teruggebracht, maar nu moeten nog meer inspanningen worden geleverd. Voor een goede en volledige toepassing van de internemarktvoorschriften door alle lidstaten is het noodzakelijk dat vóór 2012 de volgende maatregelen worden getroffen, zoals het Europees Parlement heeft gevraagd: i) indiening door de lidstaten van concordantietabellen die bestemd zijn om openbaar te worden gemaakt; ii) vaststelling van kwantitatieve doelstellingen met het oog op de beperking van de omzettingsachterstand tot 0,5%[66] en van de onverenigbaarheid van het nationale recht tot eveneens 0,5%[67]; iii) een doeltreffender toepassing van de inbreukprocedures via de vaststelling van kwantitatieve doelstellingen voor de verschillende procedurefases.

Ten slotte kan de Commissie ook voorstellen van het instrument van de intercollegiale toetsing gebruik te maken wanneer de om te zetten richtlijn betrekking heeft op een belangrijke sector waarvoor er bijzonder veel nationale wetgeving bestaat.

Mondiale spelregels

Opdat de interne markt een succes wordt en Europese ondernemingen met goed gevolg op de wereldmarkt kunnen concurreren, is het noodzakelijk dat de Europese Unie de samenhang en complementariteit tussen haar intern en extern beleid weet te waarborgen. Daarom zal de Commissie haar beleid ter bevordering van de convergentie van de regelgeving voortzetten en ijveren voor de invoering van meer internationale normen. Zij zal onderhandelen over handelsovereenkomsten waarin niet alleen sterk het accent wordt gelegd op de markttoegang, maar ook op de convergentie van de regelgeving. Daarbij dient de aandacht in het bijzonder uit te gaan naar de toetredingslanden (waarvan wordt verwacht dat zij het acquis in zijn geheel overnemen), maar ook naar de nabuurschapslanden en de strategische partners van de Unie, teneinde de economische integratie te bevorderen en de wederzijdse markttoegang en de onderlinge aanpassing van de regelgeving te verbeteren, met name aan de hand van verstrekkende vrijhandelsovereenkomsten.

4. VOLGENDE FASE EN CONCLUSIE

Het feit dat wij de prioriteiten vaststellen waarop wij ons de eerstvolgende 18 maanden zullen concentreren, belet ons niet om nu al stil te staan bij de fase die na 2012 komt. De eengemaakte markt moet immers worden bijgestuurd en gestimuleerd om de doelen te dienen van de Europa 2020-strategie, die de komende tien jaar als tijdshorizon heeft. De eengemaakte markt moet derhalve bijdragen tot een duurzaam en efficiënter gebruik van de hulpbronnen, tot de innovatie, tot de sociale insluiting en de territoriale samenhang, alsook tot de werkgelegenheidsstrategie.

Eind 2012 moet de aanzet worden gegeven tot een nieuwe fase in de ontwikkeling van de eengemaakte markt. Bij de desbetreffende gedachtewisselingen zal worden uitgegaan van een uitvoerige economische studie, die het mogelijk moet maken nog onbenutte groeibronnen op te sporen en eventuele nieuwe groeihefbomen te onderkennen. De Commissie zal er tevens zorg voor dragen om via haar nieuwe governance-instrumenten met de civiele samenleving en alle deelnemers aan de eengemaakte markt te overleggen.

Burgers en bedrijven kunnen pas ten volle van de eengemaakte markt profiteren als de Akte voor de interne markt en de prioritaire maatregelen ervan op snelle en ambitieuze wijze ten uitvoer worden gelegd . Dit actieprogramma levert een essentiële bijdrage aan de inspanningen om het concurrentievermogen van de Europese economie te versterken en dient dan ook de hoogste prioriteit te genieten. Dat vereist de inzet van alle Europese instellingen, de lidstaten en de betrokken partijen.

De Commissie

- verzoekt het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's hun volledige steun uit te spreken voor de Akte voor de interne markt;

- verzoekt de Europese Raad zijn steun te betuigen voor de in de Akte voor de interne markt vastgestelde twaalf prioriteiten en voor de prioritaire tenuitvoerlegging daarvan;

- verzoekt het Europees Parlement en de Raad om in het kader van het wetgevingsproces de hoogste prioriteit te verlenen aan de in de Akte voor de interne markt opgenomen kernacties door overeenstemming te bereiken over een snelle aanneming ervan, die uiterlijk eind 2012 moet zijn afgerond;

- zal in het kader van het Europees semester verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over de bij de tenuitvoerlegging van de Akte voor de interne markt en van de kernacties daarvan gemaakte vorderingen met het oog op een toetsing ervan tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad;

- zal samenwerken met de lidstaten om de snelle tenuitvoerlegging van de Akte voor de interne markt en van de kernacties ervan te faciliteren;

- verzoekt de nationale, regionale en lokale autoriteiten van de lidstaten om toe te zien op de tenuitvoerlegging en inachtneming van de internemarktvoorschriften;

- verzoekt alle betrokken partijen, de leden van het Europees Parlement en de nationale parlementen, de vertegenwoordigers van de nationale, regionale en lokale autoriteiten, alsook alle andere belanghebbenden om actief deel te nemen aan een "dag van de interne markt", waarop de gemaakte vorderingen en de nog resterende uitdagingen zullen worden besproken op nationaal en Europees niveau, met name in het kader van het Internemarktforum.

Bijlage 1: Kernacties

Kernactie | Hefboom | Voorstel van de Commissie |

1 | Wetgeving die het makkelijker maakt voor in een gegeven lidstaat gevestigde risicokapitaalfondsen om ongehinderd in om het even welke andere lidstaat te investeren zonder dat extra eisen worden gesteld | Toegang van het midden- en kleinbedrijf (mkb) tot financiering | 4e kwartaal 2011 |

2 | Modernisering van de wetgeving betreffende de erkenning van beroepskwalificaties | Mobiliteit van de burgers | 4e kwartaal 2011 |

3 | Wetgeving tot invoering van een eenheidsoctrooibescherming voor het overgrote deel van de lidstaten en van een uniform systeem voor de behandeling van octrooigeschillen, waarbij het de bedoeling is in 2013 de eerste octrooien met eenheidsoctrooibescherming te verlenen | Intellectuele-eigendomsrechten | 2e kwartaal 2011 |

4 | Wetgeving over alternatieve geschillenbeslechting. In het kader van deze actie zal ook aandacht worden besteed aan de onlinehandel | De consumenten, actieve deelnemers aan de eengemaakte markt | 4e kwartaal 2011 |

5 | Herziening van de wetgeving betreffende het Europees normalisatiestelsel om dit stelsel tot de diensten uit te breiden en te komen tot doeltreffender, efficiënter en inclusiever normalisatieprocedures | Diensten | 2e kwartaal 2011 |

6 | Wetgeving inzake vervoers- en energie-infrastructuur teneinde strategische projecten van Europees belang aan te wijzen en op te zetten, en teneinde de interoperabiliteit en de intermodaliteit te garanderen | Netwerken | 4e kwartaal 2011 3e kwartaal 2011 |

7 | Wetgeving om de wederzijdse erkenning van elektronische identificatie en authenticatie in de EU te verzekeren en herziening van de richtlijn inzake de elektronische handtekening | Een eengemaakte digitale markt | 1e kwartaal 2012 |

8 | Wetgeving tot instelling van een Europees kader dat de ontwikkeling van ethische beleggingsfondsen bevordert | Sociaal ondernemerschap | 4e kwartaal 2011 |

9 | Herziening van de richtlijn inzake de belastingheffing op energie om op die manier een coherente aanpak van de verschillende energiebronnen te verzekeren, zodat beter rekening wordt gehouden met de energie-inhoud en het CO2-uitstootgehalte van producten | Belastingen | 2e kwartaal 2011 |

10 | Wetgeving tot verbetering en versterking van de omzetting, de toepassing en de naleving in de praktijk van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers[68]. Deze wetgeving zal vergezeld gaan van wetgeving ter verduidelijking van de verhouding tussen, enerzijds, de uitoefening van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, en, anderzijds, de sociale grondrechten | Sociale samenhang | 4e kwartaal 2011 |

11 | Vereenvoudiging van de Jaarrekeningenrichtlijnen | Regelgevingskader voor bedrijven | 2e kwartaal 2011 |

12 | Een herzien en gemoderniseerd wettelijk kader voor overheidsopdrachten | Overheidsopdrachten | 4e kwartaal 2011 |

Bijlage 2: Indicatoren voor de eengemaakte markt

- Goederen- en dienstenhandel binnen de EU: in 2009 was de goederenhandel binnen de EU goed voor 37% van het bbp (4 320 miljard EUR), terwijl de dienstenhandel binnen de EU 10,5% van het bbp vertegenwoordigde (1 233 miljard EUR)[69].

- Elektronische handel binnen de EU: in 2010 heeft 9% van de Europese burgers aankopen bij in andere lidstaten gevestigde leveranciers verricht[70].

- Aantal ingediende octrooiaanvragen en verleende Europese octrooien: in 2010 (voorlopige gegevens) zijn er bij het Europees Octrooibureau 235 029 octrooiaanvragen ingediend en zijn er 58 108 Europese octrooien verleend[71].

- Grensoverschrijdende samenwerking tussen EU-overheidsdiensten (IMI): eind 2010 waren er 5 737 bevoegde autoriteiten bij het IMI geregistreerd[72].

- Achterstand bij de omzetting van Europese internemarktwetgeving: eind 2010 bedroeg de omzettingsachterstand voor de gehele EU 0,9%[73].

- Aantal EU-burgers dat in een andere lidstaat werkzaam is: 5,8 miljoen burgers in 2009, wat neerkomt op 2,5% van de beroepsbevolking van de EU[74].

[1] A7-0132/2010.

[2] De Commissie heeft Pedro Solbes belast met het opstellen van een verslag over de toestand van deze regio's.

[3] De potentiële groei op middellange termijn zou tot 2020 1,5% bedragen. 9,6% van de beroepsbevolking is werkloos. Commissiemededeling getiteld "Jaarlijkse groeianalyse: naar een krachtiger alomvattend antwoord van de EU op de crisis", blz. 2 en 3.

[4] COM(2010) 2020.

[5] Mededeling getiteld "Jaarlijkse groeianalyse" – COM(2011) 11.

[6] Conclusies van de Europese Raad van 24-25 maart 2011, EUCO 10/11, punt 7.

[7] COM(2010) 608.

[8] Zie bijgaand verslag over de openbare raadpleging over de Akte voor de interne markt.

[9] Conclusies van de Raad over de Single Market Act (17799/10).

[10] Respectievelijk "Governance en partnerschap op de interne markt" P7TA-PROV(2011)0144, "Een interne markt voor Europeanen" P7TA-PROV(2011)0145 en "Een interne markt voor ondernemingen en groei" P7TA-PROV(2011)0146.

[11] CdR 330/2010 - ECOS-V-009.

[12] CESE 525/2011 (INT/548).

[13] Conclusies van de Europese Raad van 24-25 maart 2011, EUCO 10/11 van 25 maart 2011, punt 7.

[14] Artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

[15] Artikel 28 van het Handvest.

[16] COM(2011) 109.

[17] COM(2011) 78.

[18] Zie de Commissiemededeling van 2 oktober 2010 "Reguleren van financiële diensten ter bevordering van duurzame groei" – COM(2010) 301 – en het in februari 2011 gepubliceerde voortgangsverslag (http://ec.europa.eu/internal_market/finances/docs/110209_progress_report_financial_issues_en.pdf).

[19] Zie ook het vlaggenschipinitiatief "Innovatie-Unie" – COM(2010) 546.

[20] Volgens een Eurobarometerenquête van 2009 is de moeilijke toegang tot financiering de op een na grootste belemmering voor de groei van ondernemingen( http://ec.europa/eu/publicopinion/flash/fl 271 en.pdf ).

[21] Zie ook het vlaggenschipinitiatief "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen" – COM(2010) 682.

[22] "Naar adequate, houdbare en zekere Europese pensioenstelsels" – COM(2010) 365.

[23] Zie COM(2010) 682.

[24] Zie ook het vlaggenschipinitiatief "Jeugd in beweging" – COM(2010) 477.

[25] Zie ook de vlaggenschipinitiatieven "Innovatie-Unie" – COM(2010) 546 – en "Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering" – COM(2010) 614.

[26] Artikel 17 van het Handvest van de grondrechten.

[27] Bron: http://www.wipo.int/sme/en/documents/valuing patents.htm.

[28] Zie ook het vlaggenschipinitiatief "Een digitale agenda voor Europa" – COM(2010) 245.

[29] Zie ook het vlaggenschipinitiatief "Een geïntegreerd industriebeleid" – COM(2010) 614.

[30] OESO: "Magnitude of counterfeiting and piracy of tangible products - November 2009 update"; http://www.oecd.org.

[31] Werkdocument "Consumer Empowerment in the EU", goedgekeurd op 7 april 2011 (SEC(2011) 469) en gebaseerd op Eurobarometer 342; raming van de diensten van de Commissie op basis van gegevens afkomstig van de studie van YouGovPsychonomics (2009) "Mystery Shopping Evaluation of Cross-Border E-Commerce in the EU".

[32] Zie ook de vlaggenschipinitiatieven "Innovatie-Unie" – COM(2010) 546 – en "Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering" – COM(2010) 614 – en "Een digitale agenda voor Europa" – COM(2010) 245.

[33] Eurostat.

[34] Commissiemededeling COM(2011) 20 – "Op weg naar een betere werking van de eengemaakte dienstenmarkt".

[35] Zie ook de Commissiemededeling "Prioriteiten voor energie-infrastructuurprojecten voor 2020 en verder - Een blauwdruk voor een Europees geïntegreerd energienetwerk" – COM(2010) 677, de conclusies van de Europese top van 4 februari 2001, het vlaggenschipinitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen" – COM(2011) 21 – en het Energie-efficiëntieplan 2011 – COM(2011) 109.

[36] Zie ook het vlaggenschipinitiatief "Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering" – COM(2010) 614.

[37] "Europe's Digital Competitiveness Report" – SEC(2010) 627.

[38] Eurostat.

[39] Communications Committee Working Document – "Broadband Access in the EU: situation at 1 July 2010".

[40] In opdracht van de Europese Commissie uitgevoerde studie getiteld "MEPSIR – Measuring European Public Sector Information Resources" (2006), HELM Group of Companies with Zenc.

[41] COM(2010) 245.

[42] Flash Eurobarometer nr. 299 – "Cross-border trade and consumer protection", september 2010, analytisch verslag, blz. 30.

[43] Zie ook de conclusies van de Commissiemededeling over de grensoverschrijdende elektronische handel tussen ondernemingen en consumenten in de EU – COM(2009) 557, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0557:FIN:NL:PDF .

[44] 5th Consumer Scoreboard - http://ec.europa.eu/consumers/strategy/docs/5th_edition_scoreboard_en.pdf .

[45] Een van de geplande maatregelen om de belemmeringen van regelgevende aard voor de elektronische handel te reduceren is het Europees initiatief inzake het contractenrecht.

[46] Voor de toepassing van artikel 20 van de Dienstenrichtlijn.

[47] Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003.

[48] Zo zouden de online of via GPS beschikbare kaarten en reisroutes niet zo uitgebreid zijn als de PSI-richtlijn niet de voorwaarden voor de beschikbaarstelling van overheidsinformatie had vastgesteld.

[49] Coöperatieve vennootschappen zijn goed voor ruim 4,8 miljoen banen.

[50] In sociale ondernemingen en de zachte sector zijn naar schatting 7 miljoen personen werkzaam, wat neerkomt op 4% van de totale arbeid in loondienst in Europa.

[51] Regelgeving inzake overheidsopdrachten, onderlinge betrekkingen tussen ondernemingen, met name in de handel en de distributie ( B to B ), toegang tot financiering (bankkrediet, specifieke beleggingsfondsen, aantrekken van particuliere spaargelden via initiatieven zoals de Big Society Bank (Verenigd Koninkrijk)).

[52] COM(210) 758.

[53] De invoering van een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting zou resulteren in een daling met naar schatting 67% van de administratieve kosten van fiscale aard waarmee het mkb wordt geconfronteerd.

[54] COM(2010) 769.

[55] Zie het vlaggenschipinitiatief "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen" – COM(2010) 682.

[56] Bij dat initiatief kan worden uitgegaan van de oplossingen waarvoor is gekozen in Verordening (EG) nr. 2679/98 van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft.

[57] Commissiemededeling van 23 maart 2011 getiteld "Hervorming van de EU-staatssteunregels voor diensten van algemeen economisch belang" – COM(2011) 146.

[58] Conclusies van de Europese Raad van 24-25 maart 2011, EUCO 10/11 van 25 maart 2011, punt 7.

[59] Deze cijfers zijn berekend op basis van een studie van het Center of Strategy & Evaluation Services (CSES), oktober 2010, en een verslag van Capgemini, Deloitte en Ramboll over het initiatief van de Europese Unie met betrekking tot het meten van de administratieve kosten en het verminderen van de administratieve lasten, februari 2009.

[60] Zie ook de Europese strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving – COM(2005) 535.

[61] Zie ook "Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering" – COM(2010) 614.

[62] Zie ook de vlaggenschipinitiatieven "Innovatie-Unie" – COM(2010) 546 – en "Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering" – COM(2010) 614.

[63] Ten minste 138 miljard EUR tussen 2000 en 2006 volgens een voorzichtige raming.

[64] In 312 van de 740 onlineantwoorden wordt "Overleg en dialoog met de civiele samenleving" als de belangrijkste van de 50 maatregelen van de Akte voor de interne markt aangemerkt.

[65] Het "EU Pilot"-netwerk tussen de Commissie en sommige lidstaten is een doeltreffend instrument om geschillen te beslechten zonder dat het tot een inbreukprocedure komt. Het wordt systematisch gebruikt door de Commissie, die het tot alle lidstaten wil uitbreiden.

[66] In 2010 bedroeg de gemiddelde achterstand 0,9% en had een kwart van de lidstaten reeds het streefcijfer van 0,5% gehaald.

[67] In 2010 bedroeg het gemiddelde 0,7%.

[68] Zie het vlaggenschipinitiatief "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen" – COM(2010) 682.

[69] Eurostat.

[70] Eurostat.

[71] Europees Octrooibureau.

[72] Europese Commissie.

[73] Europese Commissie.

[74] Eurostat.