1.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/4


Resolutie van het Comité van de Regio's over een grotere betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de Europa 2020-strategie

(2010/C 267/02)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.   verwelkomt het voorstel van de Commissie voor een efficiëntere strategie voor groei en werkgelegenheid, die de nieuwe doelstellingen van slimme, duurzame en inclusieve groei mogelijk moet maken middels krachtig ownership en partnerschappen op verschillende bestuursniveaus;

2.   benadrukt dat het cohesiebeleid - met zijn decentrale benadering en stelsel van multilevel governance - het enige EU-beleid is dat de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en de nieuwe uitdagingen in verband brengt met de lokale en regionale overheden, waarvoor echter wel voldoende middelen moeten worden uitgetrokken. Het is derhalve van essentieel belang dat het cohesiebeleid zich blijft richten op de doelstellingen van duurzame economische groei, maatschappelijke integratie, werkgelegenheid, de bestrijding van klimaatverandering en de kwaliteit en doeltreffendheid van de openbare dienstverlening;

3.   stelt voor dat de via het cohesiebeleid beschikbare middelen voor het merendeel worden besteed in de lidstaten en regio's van de EU die daaraan de grootste behoefte hebben of die de meeste problemen kennen, teneinde de ontwikkelingskloof te helpen overbruggen en aldus een praktische bijdrage te leveren aan het streven naar gelijkheid van kansen voor alle regio's en aan de bevordering van de Europese solidariteit;

4.   betreurt dat er in de voorgestelde Europa 2020-strategie, net zo min als in de Lissabonstrategie, aandacht is voor de rol en bijdrage van regio's en steden in hun hoedanigheid van subnationale overheden van de 27 lidstaten die, vanwege hun respectieve nationale wetgevende bevoegdheden, een echte meerwaarde kunnen bieden aan de verwezenlijking van geplande doelstellingen als: sociaaleconomische ontwikkeling, onderwijs, klimaatverandering, onderzoek en innovatie, maatschappelijke integratie en armoedebestrijding;

5.   dringt er bij de Europese Commissie en de Europese Raad op aan om het subsidiariteitsbeginsel na te leven op beleidsterreinen die relevant zijn voor lokale en regionale overheden, die vaak aanzienlijke bevoegdheden hebben en belangrijke actoren zijn als het gaat om de verwezenlijking van zowel de huidige Lissabonstrategie als de toekomstige Europa 2020-strategie;

6.   verwelkomt in dit verband de recente benadrukking door het Europees Parlement van het belang van de betrokkenheid van de lokale en regionale overheden bij deze strategie, en pleit ervoor om gehoor te geven aan het voorstel van het Europees Parlement aan de Europese Commissie en de Europese Raad om „rekening (te) houden met het advies van het Comité van de Regio’s over de Europa 2020-strategie”;

VOORSTEL VOOR DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN TERRITORIAAL PACT VAN LOKALE EN REGIONALE OVERHEDEN MET BETREKKING TOT DE EUROPA 2020-STRATEGIE

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

7.   stelt voor om uitdrukkelijk steun te geven aan het voorstel van het Europees Parlement om een „Territoriaal Pact van lokale en regionale overheden met betrekking tot de Europa 2020-strategie” tot stand te brengen, zodat voor de toekomstige strategie, middels een daadwerkelijk partnerschap tussen overheden op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, ownership op meerdere bestuursniveaus kan worden gegarandeerd, met name waar het gaat om het ontwerp en de tenuitvoerlegging van de hoofddoelstellingen en kerninitiatieven van de Europa 2020-strategie; de totstandbrenging van een dergelijk Territoriaal Pact zou moeten worden vergemakkelijkt door het Comité van de Regio's, dat al een Europa 2020-monitoringplatform in het leven heeft geroepen waarbij circa 120 lokale en regionale overheden zijn aangesloten;

8.   pleit voor activiteiten op twee hoofdterreinen:

a)

Beleidsonderzoek en –implementatie:

voortdurend nagaan wat de mogelijkheden en behoeften van lokale en regionale overheden zijn bij de verwezenlijking van de hoofddoelstellingen van de Europa 2020-strategie;

zorgen voor een optimale betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen, in overeenstemming met de bevoegdheden van elke lidstaat;

b)

Governance en communicatie:

helpen bijdragen aan het interinstitutionele partnerschap in het kader van de Europa 2020-strategie middels gecoördineerd tripartiet overleg tussen het Comité van de Regio's - als EU-assemblee van regionale en lokale afgevaardigden – en enerzijds de Europese instellingen en anderzijds de lidstaten;

de doelstellingen van de Europa 2020-strategie onder de aandacht van regio's en steden helpen brengen en de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden tussen lokale en regionale beleidsmakers vergemakkelijken;

9.   dringt er sterk bij de lidstaten op aan om regio's en steden te ondersteunen bij de totstandbrenging van nationale territoriale pacten, zodat deze samen met de centrale overheden kunnen werken aan nationale doelstellingen en afspraken ter verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen, met volledige inachtneming van de nationale wetgeving;

is van mening dat lokale en regionale overheden op de volgende vlakken een meerwaarde kunnen bieden voor de zeven kerninitiatieven van de Europa 2020-strategie:

10.1   Kerninitiatief „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”: de doeltreffendheid van het burgemeestersconvenant vergroten, zodat lokale en regionale overheden volledig worden betrokken bij de uitstippeling, ontwikkeling, goedkeuring en tenuitvoerlegging van nationale strategieën en actieplannen rond klimaatverandering; een klimaatvriendelijke infrastructuur voor lokale en regionale overheidsdiensten ontwikkelen; groene openbare aanbestedingen stimuleren; groene productie en consumptie door lokale ondernemingen bevorderen; de governance op het vlak van klimaatverandering verbeteren en de bewustwording van het klimaatvraagstuk bevorderen;

10.2   Kerninitiatief „Industriebeleid in een tijd van mondialisering”: het wetgevingskader inzake publiek-private partnerschappen verbeteren en de wetgeving inzake openbare aanbestedingen vereenvoudigen, met inbegrip van het gebruik van e-aanbestedingen; de combinatie van werk en gezinsleven vergemakkelijken door de kwaliteit van de openbare dienstverlening te verbeteren; de administratieve rompslomp verminderen; het midden- en kleinbedrijf ondersteunen door voorlichting, verbeterde toegang tot kredietverlening en financiering, onderwijs en advisering; verdere uitbouw van het CvdR-initiatief „Ondernemende Regio van Europa” teneinde lokale en regionale overheden te stimuleren om naar nieuwe wegen te zoeken voor het genereren van economische groei voor de lange termijn middels ondernemerschap;

10.3   Kerninitiatief „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen”: aangezien lokale en regionale overheden grote werkgevers zijn in de EU-lidstaten en vaak een belangrijke rol spelen bij het aanbieden van onderwijs en opleiding en bij maatregelen ter ondersteuning van de arbeidsmarkt, zijn zij hoofdactoren als het gaat om het voeren van flexizekerheidsbeleid; voorbereiding van werknemers op integratie op de arbeidsmarkt; verbetering van de kwaliteit van onderwijs en opleiding, met inbegrip van levenslang leren, en ervoor zorgen dat vaardigheden beter aansluiten op de arbeidsmarktbehoeften; het „Erasmusprogramma voor lokale en regionale ambtenaren en voor verkozen vertegenwoordigers” ontwikkelen teneinde de kennis over het beheer van publieke aangelegenheden te verbeteren;

10.4   Kerninitiatief „Europees platform tegen armoede”: een streekgebonden agenda voor maaschappelijke integratie ontwikkelen teneinde lokale maatschappelijke diensten efficiënter en voor iedereen toegankelijk te maken en mensen te helpen integreren die uitgesloten zijn van de arbeidsmarkt; ervoor zorgen dat de EU-fondsen voor maatschappelijke integratie en armoedebestrijding elkaar beter aanvullen en daarbij wettelijke bevoegdheden benutten, evenals programma's die zijn afgestemd op de lokale behoeften; toevoeging van een nieuwe dimensie aan armoedebestrijding door de erkenning van de expliciete behoeften van vrouwen op de werkplek en in hun rol als ondernemers in een nieuw Europees kader voor economische ontwikkeling en ondernemerschap van vrouwen; erkenning van de noodzaak zich te richten op jongeren en kinderen; oprichting van regionale waarnemingsposten teneinde indicatoren en beleidsmaatregelen op het vlak van maatschappelijke integratie te volgen;

10.5   Kerninitiatief „Innovatie-Unie”: hervorming van de systemen voor O&O en innovatie; waarborging dat de regio's bijdragen tot de verwezenlijking van het streefcijfer van 3 %, van regionale grensoverschrijdende projecten en van de doelstelling van het gebruik van EGTS; bevordering van samenwerking tussen universiteiten, regionale onderzoekscentra en particuliere ondernemingen; bevordering van het gebruik van EU-programma's en de structuurfondsen; bijdrage aan de planning van de Europese onderzoeksruimte; deelname aan de „Europese partnerschappen voor innovatie”;

10.6   Kerninitiatief „Jeugd in beweging”: modernisering van de agenda voor hoger onderwijs, met name als het gaat om governance en financiering; uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden; bijdragen tot de regionale dimensie van de Nationale actieplannen; verdere ontwikkeling van het initiatief voor de „Europese Jongerenhoofdstad”; geïntegreerde maatregelen in de vorm van begeleiding, advisering en stageplaatsen; bevordering van de leermobiliteit via projecten die uit de Europese Structuurfondsen worden gefinancierd;

10.7   Kerninitiatief „Digitale Agenda voor Europa”: interoperabiliteit tussen Europese, nationale, regionale en lokale overheden; toepassing op grotere schaal van e-overheid ter verbetering van openbare diensten als onderwijs, gezondheidszorg, maatschappelijke integratie, territoriale ordening, enz.; kennis van ICT bevorderen; IT-gesteunde concepten ontwikkelen om O&O-resultaten te verspreiden en in procédés voor de praktijk van alle dag om te zetten; meer aandacht geven aan het belang van de verbetering van de infrastructuur;

11.   verzoekt zijn voorzitter om dit voorstel voor de totstandbrenging van een „Territoriaal pact van lokale en regionale overheden met betrekking tot de Europa 2020-strategie” te doen toekomen aan de Europese instellingen en de lidstaten, teneinde erop toe te zien dat de lokale en regionale overheden naar behoren bij de toekomstige Europa 2020-strategie worden betrokken.

Brussel, 10 juni 2010

De voorzitster van het Comité van de Regio's

Mercedes BRESSO