8.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 184/331


Donderdag, 23 april 2009
Beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten ***I

P6_TA(2009)0282

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 april 2009 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (COM(2008)0464 – C6-0281/2008 – 2008/0157(COD))

2010/C 184 E/69

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0464),

gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 47, lid 2, 55 en 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0281/2008),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie, de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de Commissie cultuur en onderwijs (A6-0070/2009),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


Donderdag, 23 april 2009
P6_TC1-COD(2008)0157

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 23 april 2009 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2009/…/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG ║ betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95,

Gezien het voorstel van de Commissie║,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (3) is de beschermingstermijn voor uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen vastgesteld op 50 jaar.

(2)

Voor uitvoerende kunstenaars vangt deze periode aan met de uitvoering of, indien de vastlegging van de uitvoering binnen een termijn van 50 jaar na de uitvoering is gepubliceerd of medegedeeld aan het publiek, met die eerste publicatie of die eerste mededeling aan het publiek, afhankelijk van wat het eerst gebeurt.

(3)

Voor producenten van fonogrammen vangt de periode aan met de vastlegging van het fonogram of de publicatie ervan indien deze binnen een termijn van 50 jaar na de vastlegging plaatsvindt of, bij gebreke van publicatie, met de mededeling van het fonogram aan het publiek mits deze binnen een termijn van 50 jaar na de vastlegging plaatsvindt.

(4)

De maatschappelijke erkenning van het belang van de creatieve bijdrage van uitvoerende kunstenaars dient tot uiting te komen in een beschermingsniveau dat recht doet aan hun creatieve en artistieke bijdragen.

(5)

Uitvoerende kunstenaars beginnen hun carrière gewoonlijk op jonge leeftijd, zodat de huidige beschermingstermijn van 50 jaar voor de vastlegging van uitvoeringen veelal niet volstaat om hun uitvoeringen gedurende hun gehele leven te beschermen . Daarom worden sommige uitvoerende kunstenaars aan het eind van hun leven geconfronteerd met een inkomensgat. Bovendien kunnen zij vaak geen beroep doen op hun rechten om eventueel ongewenst gebruik van hun uitvoeringen tijdens hun leven te voorkomen of te beperken.

(6)

Uitvoerende kunstenaars moeten minstens tot aan het einde van hun leven kunnen beschikken over de inkomsten uit de uitsluitende rechten op reproductie en beschikbaarstelling, als bedoeld in Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (4), ║ de billijke compensatie voor reproductie voor privégebruik in de zin van diezelfde richtlijn en de inkomsten uit de uitsluitende rechten op verspreiding en verhuur in de zin van Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (5).

(7)

Daarom moet de beschermingstermijn voor vastleggingen van uitvoeringen en voor fonogrammen verlengd worden tot 70 jaar na het desbetreffende feit .

(8)

▐De rechten op de vastlegging van de uitvoering dienen terug te keren naar de uitvoerende kunstenaar indien de producent van fonogrammen ervan afziet om voldoende (in de zin van het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties) exemplaren voor verkoop aan te bieden van een fonogram dat zonder de termijnverlenging in het publiek domein zou vallen, of ervan afziet om dat fonogram toegankelijk te maken voor het publiek. Van deze mogelijkheid moet gebruik kunnen worden gemaakt nadat de producent van fonogrammen een redelijke tijd is gelaten voor deze twee exploitatiemogelijkheden. De rechten van de producent op het fonogram moeten bijgevolg vervallen om te voorkomen dat deze rechten co-existeren met de rechten van de uitvoerende kunstenaar op de vastlegging van de uitvoering, wanneer deze laatste rechten niet langer zijn overgedragen of afgestaan aan de producent van het fonogram.

(9)

Bij het aangaan van een contractuele relatie met een producent van fonogrammen moeten uitvoerende kunstenaars hun uitsluitende rechten op de verspreiding, verhuur, reproductie en beschikbaarstelling van vastleggingen van hun uitvoeringen gewoonlijk overdragen aan de producent. In ruil daarvoor wordt aan sommige uitvoerende kunstenaars een voorschot op de royalty's betaald. Zij ontvangen slechts royalty's wanneer de producent van fonogrammen het oorspronkelijke voorschot heeft terugverdiend en na aftrek van de bij contract vastgestelde bedragen. Andere uitvoerende kunstenaars dragen hun uitsluitende rechten over of staan deze af tegen een eenmalige vergoeding (niet-periodieke betaling) . Dit geldt met name voor uitvoerende kunstenaars die achtergrondmuziek verzorgen en niet in de aftiteling vermeld worden („niet met naam vermelde uitvoerende kunstenaars”), maar soms ook voor uitvoerende kunstenaars die wel in de aftiteling vermeld worden („met naam vermelde uitvoerende kunstenaars”). ▐

(10)

Teneinde te waarborgen dat uitvoerende kunstenaars die hun uitsluitende rechten hebben overgedragen aan producenten van fonogrammen ▐daadwerkelijk baat vinden bij de termijnverlenging, dient een reeks begeleidende maatregelen te worden ingevoerd. ▐

(11)

De eerste begeleidende maatregel moet producenten van fonogrammen ertoe verplichten om minstens eenmaal per jaar een ▐som opzij te leggen die overeenkomt met 20 % van de inkomsten uit de uitsluitende rechten op de verspreiding, reproductie en beschikbaarstelling van fonogrammen . Met „inkomsten” worden bedoeld de inkomsten van de producent van fonogrammen vóór aftrek van de kosten .

(12)

Deze vergoedingen mogen uitsluitend ten goede komen van uitvoerende kunstenaars van wie de uitvoeringen zijn vastgelegd op een fonogram en die hun rechten hebben overgedragen of afgestaan aan de producent in ruil voor een eenmalige vergoeding. De op deze manier verkregen vergoedingen moeten minstens eenmaal per jaar op individuele basis worden verdeeld onder de niet met naam vermelde uitvoerende kunstenaars. Deze verdeling moet worden toevertrouwd aan maatschappijen voor collectieve belangenbehartiging en nationale voorschriften inzake niet-verdeelbare gelden mogen worden toegepast. Om te voorkomen dat de inzameling en administratie van deze inkomsten een buitensporige belasting vormen, kunnen de lidstaten de mate reguleren waarin kleine ondernemingen verplicht zijn bij te dragen, indien deze betalingen onredelijk zijn in verhouding tot de daarmee samenhangende kosten van inzameling en administratie.

(13)

Artikel 5 van Richtlijn 2006/115/EG ║ kent echter aan uitvoerende kunstenaars reeds een niet voor afstand vatbaar recht op een billijke vergoeding voor de verhuur van onder andere fonogrammen toe. Evenzo is het niet gebruikelijk dat uitvoerende kunstenaars bij contract hun rechten op een enkele billijke vergoeding voor uitzending en mededeling aan het publiek overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2006/115/EG en hun rechten op een billijke compensatie voor reproductie voor privégebruik overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder b), van Richtlijn 2001/29/EG overdragen aan producenten van fonogrammen. Daarom hoeft bij de berekening van het totaalbedrag dat de producent van fonogrammen opzij moet leggen voor het bekostigen van de aanvullende vergoeding, geen rekening te worden gehouden met inkomsten die de producent van fonogrammen heeft verkregen uit de verhuur van fonogrammen en met de enkele billijke vergoeding voor uitzending en mededeling aan het publiek of met de billijke compensatie die is ontvangen voor het kopiëren voor privégebruik.

(14)

Een tweede begeleidende maatregel om overeenkomsten in het kader waarvan artiesten hun uitsluitende rechten op royaltybasis overdragen aan een producent van fonogrammen beter in evenwicht te brengen, dient te bestaan uit de „schone lei” voor kunstenaars die hun bovengenoemde uitsluitende rechten hebben overgedragen aan producenten van fonogrammen in ruil voor royalty's of een vergoeding. Om ervoor te zorgen dat uitvoerende kunstenaars ten volle kunnen profiteren van de verlenging van de beschermingstermijn dienen de lidstaten erop toe te zien dat, in het kader van de overeenkomsten tussen producenten van fonogrammen en uitvoerende kunstenaars, een percentage royalty's of vergoedingen, vrij van voorschotten of contractueel bepaalde kortingen aan de uitvoerende kunstenaars wordt uitbetaald gedurende de verlengde termijn.

(15)

Ter wille van de rechtszekerheid moet worden bepaald dat contractuele overdrachten of toekenningen van rechten op vastleggingen van uitvoeringen voorafgaande aan de datum waarop de lidstaten geacht worden de nodige maatregelen te nemen om deze richtlijn ten uitvoer te leggen, tenzij in de overeenkomst uitdrukkelijk anders is bepaald, van kracht blijven gedurende de verlengingsperiode. ▐

(16)

De lidstaten moeten kunnen bepalen dat over bepaalde voorwaarden van die overeenkomsten die voorzien in periodieke betaling, opnieuw kan worden onderhandeld ten gunste van uitvoerende kunstenaars. De lidstaten moeten procedures ter beschikking hebben voor het geval de heronderhandeling mislukt.

(17)

Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde begeleidende maatregelen niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, gelet op het feit dat nationale maatregelen op dit gebied zouden leiden tot een verstoring van de mededingingsvoorwaarden of negatieve gevolgen zouden hebben voor de reikwijdte van de uitsluitende rechten van producenten van fonogrammen zoals bepaald in de Gemeenschapswetgeving, en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te bereiken.

(18)

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan nationale regels en overeenkomsten die in overeenstemming zijn met haar bepalingen, bijvoorbeeld collectieve overeenkomsten die in de lidstaten zijn gesloten tussen organisaties die uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen en organisaties die producenten vertegenwoordigen.

(19)

In sommige lidstaten geldt voor muziekwerken met tekst één beschermingstermijn, die wordt berekend vanaf de dag van overlijden van de langstlevende auteur, terwijl in andere lidstaten de muziek en de tekst een verschillende beschermingstermijn hebben. Muziekwerken met tekst worden vrijwel altijd door meerdere auteurs tot stand gebracht. Zo zijn opera's vaak het werk van een librettist en een componist . En in genres als jazz, rock en popmuziek komen de werken vaak in samenwerking tot stand.

(20)

De beschermingstermijn van muziekwerken met tekst , waarvan tekst en muziek zijn geschreven om samen te worden gebruikt, is derhalve onvoldoende geharmoniseerd, wat leidt tot belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen en diensten, zoals grensoverschrijdende diensten voor collectief beheer. Om de opheffing van dergelijke belemmeringen te waarborgen, moet voor al deze werken die op de datum waarop de lidstaten deze richtlijn moeten hebben omgezet, bescherming genieten, dezelfde geharmoniseerde beschermingstermijn gelden in alle lidstaten.

(21)

Richtlijn 2006/116/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(22)

Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel akkoord „Beter wetgeven” worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap eigen tabellen op te stellen die het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2006/116/EG

Richtlijn 2006/116/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)

In artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:

7.   De beschermingstermijn van een muziekwerk met tekst bedraagt 70 jaar na de dood van de langstlevende van de volgende personen, ongeacht of zij al dan niet als coauteur zijn aangewezen: de tekstschrijver en de componist van het muziekwerk, mits hun beider bijdragen specifiek zijn gecreëerd voor het respectieve muziekwerk met tekst .”.

(2)

║ Artikel 3, ║ wordt als volgt gewijzigd:

a)

In lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Indien echter

binnen deze termijn een vastlegging van de uitvoering anders dan op een fonogram op geoorloofde wijze gepubliceerd of op geoorloofde wijze aan het publiek medegedeeld is, vervallen de rechten 50 jaar na de datum van die eerste publicatie of, ingeval deze eerder valt, die eerste mededeling aan het publiek;

binnen deze termijn een vastlegging van de uitvoering op een fonogram op geoorloofde wijze gepubliceerd of op geoorloofde wijze aan het publiek medegedeeld is, vervallen de rechten 70 jaar na de datum van die eerste publicatie of, ingeval deze eerder valt, die eerste mededeling aan het publiek.”.

b)

In de tweede en derde zin van ║ lid 2, wordt het getal „50” vervangen door „70” .

c)

de volgende leden worden ingevoegd:

„2 bis.     Indien de producent van fonogrammen 50 jaar nadat het fonogram op geoorloofde wijze is gepubliceerd of, indien het fonogram niet op geoorloofde wijze is gepubliceerd, 50 jaar nadat het op geoorloofde wijze aan het publiek is medegedeeld, verzuimt voldoende kopieën van het fonogram ten verkoop aan te bieden of voor het publiek beschikbaar te stellen, per draad of draadloos, op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, kan de uitvoerende kunstenaar het contract houdende overdracht of toekenning van zijn rechten op de vastlegging van zijn uitvoering aan een producent van fonogrammen (hierna „contract houdende overdracht of afstand”) beëindigen. Het recht om het contract te beëindigen mag worden uitgeoefend indien de producent, binnen een jaar na de kennisgeving door de uitvoerende kunstenaar van zijn voornemen om het contract te beëindigen als bedoeld in de voorgaande volzin, geen uitvoering geeft aan de beide exploitatiehandelingen als vermeld in die volzin. De uitvoerende kunstenaar kan geen afstand doen van zijn recht op beëindiging. Wanneer een fonogram de vastlegging van uitvoeringen van meerdere uitvoerende kunstenaars bevat, kunnen de uitvoerende kunstenaars hun contracten houdende overdracht of afstand overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving beëindigen. Indien het contract houdende overdracht of afstand overeenkomstig dit lid beëindigd wordt, vervallen de rechten van de producent van fonogrammen op het fonogram.

2 ter.     Wanneer in een contract houdende overdracht of afstand aan de uitvoerende kunstenaar het recht op een niet-periodieke vergoeding wordt toegekend, heeft de uitvoerende kunstenaar recht op een jaarlijkse aanvullende vergoeding van de producent van fonogrammen voor ieder volledig jaar direct volgend op het 50ste jaar nadat het fonogram op geoorloofde wijze is gepubliceerd of, indien het fonogram niet op geoorloofde wijze is gepubliceerd, het 50ste jaar nadat het op geoorloofde wijze aan het publiek is medegedeeld. De uitvoerende kunstenaar kan geen afstand doen van dit recht op een jaarlijkse aanvullende vergoeding.

2 quater.     Het totaalbedrag dat de producent van fonogrammen opzij moet leggen voor het bekostigen van de in lid 2 ter bedoelde aanvullende vergoeding komt overeen met 20 % van de inkomsten die hij tijdens het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor voornoemde vergoeding wordt betaald, heeft verkregen uit de reproductie, verspreiding en toegankelijkmaking van het betrokken fonogram, volgend op het 50ste jaar nadat het op geoorloofde wijze is gepubliceerd of, indien het fonogram niet op geoorloofde wijze is gepubliceerd, het 50ste jaar nadat het op geoorloofde wijze aan het publiek is medegedeeld.

De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten van fonogrammen verplicht worden uitvoerende kunstenaars die recht hebben op de jaarlijkse aanvullende vergoeding als bedoeld in lid 2 ter, op verzoek alle informatie te verstrekken die nodig kan zijn om betaling van die vergoeding te verkrijgen.

2 quinquies.     De lidstaten zorgen ervoor dat het recht op ontvangst van de in lid 2 ter bedoelde jaarlijkse aanvullende vergoeding wordt beheerd door maatschappijen voor collectieve belangenbehartiging.

2 sexies.     Indien een uitvoerende kunstenaar recht heeft op periodieke betalingen, worden er geen voorschotten of contractueel bepaalde kortingen ingehouden op de betalingen aan de kunstenaar volgend op het 50ste jaar nadat het fonogram op geoorloofde wijze is gepubliceerd of, indien het fonogram niet op geoorloofde wijze is gepubliceerd, volgend op het 50ste jaar nadat het op geoorloofde wijze aan het publiek is meegedeeld.”.

(3)

In artikel 10 worden de volgende leden ingevoegd:

„5.   Artikel 3, lid 1, en lid 2 sexies, zoals gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG  (6) is van toepassing op vastleggingen van uitvoeringen en fonogrammen waarvoor de uitvoerende kunstenaar en de producent van fonogrammen, krachtens die bepalingen, nog beschermd zijn op  (7) en op vastleggingen van uitvoeringen en fonogrammen die na die datum ontstaan.

6.     Artikel 1, lid 7, geldt zoals ingevoegd bij Richtlijn …/…/EG  (6) , geldt voor muziekwerken met tekst waarvan ten minste het muziekwerk of de tekst vóór …  (7) in ten minste een lidstaat beschermd is, en voor muziekwerken met tekst die na die datum ontstaan.

De eerste alinea laat exploitatiehandelingen die vóór …  (7) zijn verricht, onverlet. De lidstaten stellen de nodige bepalingen vast om met name de verworven rechten van derden te beschermen.

(4)

Het volgende artikel ║ wordt ingevoegd:

Artikel 10 bis

Overgangsmaatregelen betreffende de omzetting van Richtlijn …/…/EG  (8):

1.   Tenzij contractueel uitdrukkelijk anders is bepaald, wordt een contract houdende overdracht of afstand dat is gesloten vóór  (9) ▐geacht van kracht te blijven na het tijdstip waarop de uitvoerende kunstenaar ▐, krachtens artikel 3, lid 1 , in de versie vóór wijziging bij Richtlijn …/…/EG (8), niet langer beschermd is .

2.     De lidstaten kunnen bepalen dat contracten houdende overdracht of afstand op grond waarvan een uitvoerende kunstenaar recht heeft op periodieke betalingen en die gesloten zijn vóór …  (9) , na een termijn van 50 jaar nadat het fonogram op geoorloofde wijze is gepubliceerd of, bij ontstentenis van een dergelijke publicatie, op geoorloofde wijze aan het publiek is medegedeeld, kunnen worden gewijzigd.

Artikel 2

Verslag

De Commissie dient uiterlijk …  (10) bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze richtlijn in het licht van de ontwikkeling van de digitale markt en, zo nodig, een voorstel tot nadere wijziging van Richtlijn 2006/116/EG.

Artikel 3

Evaluatie

De Commissie evalueert de eventuele behoefte aan een verlenging van de beschermingstermijn voor de rechten van uitvoerende kunstenaars en producenten in de audiovisuele sector en brengt uiterlijk op 1 januari 2010 aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de uitkomst van deze evaluatie. Zo nodig dient de Commissie een voorstel tot nadere wijziging van Richtlijn 2006/116/EG in.

Artikel 4

Omzetting

1.   De lidstaten doen uiterlijk  (11) de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van deze bepalingen mee. ▐

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ║

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Advies van 14 januari 2009 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 23 april 2009.

(3)  PB L 372 van 27.12.2006, blz. 12.

(4)  PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10.

(5)  PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28.

(6)  PB L ….

(7)   2 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingrichtlijn. ”.

(8)   2 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingrichtlijn.

(9)   5 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingrichtlijn.

(10)   5 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingrichtlijn.

(11)   2 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.