28.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/12


Initiatiefadvies van het Comité van de Regio's over het thema Lokale en regionale overheden nemen het voortouw in het integratiebeleid

2009/C 120/03

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

is van mening dat de integratiemaatregelen voor migranten nauw samenhangen met het Europees migratiebeleid dat, om doeltreffend te zijn, met name vergezeld moet gaan van passende ontwikkelingssteun voor de landen van oorsprong en doorreis van de migranten;

benadrukt dat integratiebeleid moet uitgaan van volledige acceptatie van de waarden die ten grondslag liggen aan de Europese cultuur, zoals eerbiediging van de mensenrechten en van diversiteit, bestrijding van discriminatie, en bevordering van gelijke kansen en verdraagzaamheid;

onderstreept de noodzaak van een alomvattende benadering waarbij rekening wordt gehouden met zowel economische en sociale aspecten van integratie als vraagstukken i.v.m. historische, culturele en religieuze diversiteit, de identiteit van de burger, burgerrechten en de deelname van legale migranten aan de samenleving. Om op dit gebied resultaat te boeken is een gemeenschappelijke aanpak nodig waaraan de relevante actoren op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau moeten meewerken;

pleit voor uitoefening van governance op meerdere niveaus, met het oog op een succesvolle integratie van migranten. Een dergelijke benadering moet stroken met het subsidiariteitsbeginsel dat gericht is op samenwerking tussen de EU, de lidstaten en de lokale en regionale overheden. Het Comité onderschrijft de standpunten van de derde ministerconferentie over integratie, die op 3 en 4 november 2008 te Vichy heeft plaatsgevonden. Daarbij werd gewezen op de noodzakelijke deelname van regionale en lokale overheden aan de uitstippeling, tenuitvoerlegging en evaluatie van integratiemaatregelen, alsook op de cruciale rol die zij spelen in de integratie van migranten in lokale gemeenschappen;

bevestigt dat lokale en regionale overheden, afhankelijk van hun — in bepaalde gevallen exclusieve — bevoegdheden een cruciale rol in de tenuitvoerlegging van integratiemaatregelen. Deze bevoegdheden brengen echter kosten mee, die een zware aanslag betekenen op de begroting van de betrokken regio's en steden. Het Comité dringt aan op een verruiming van de middelen van het Europees Integratiefonds en op ondersteuning van integratiemaatregelen van regionale en lokale overheden;

zou graag als volwaardige partner kunnen deelnemen aan het Europees Integratieforum dat voor 2009 is gepland alsook aan alle soortgelijke evenementen die in het kader van de Europese samenwerking worden gehouden, en stelt voor een „prijs voor integratie” van onderdanen van derde landen in het leven te roepen.

Rapporteur

:

D. Kalogeropoulos (EL/EVP), burgemeester van Egaleo (Athene)

Referentiedocument

Werkdocument van de diensten van de Europese Commissie over versterking van de acties en instrumenten voor de aanpak van de uitdagingen op integratiegebied — Verslag voor de ministerconferentie van 2008 over integratie

SEC(2008) 2626

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

is van mening dat het werkdocument van de Europese Commissie over versterking van de acties en instrumenten voor de aanpak van de uitdagingen op integratiegebied aansluit bij de conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken die zich in juni 2007 heeft gebogen over de versterking van de integratiemaatregelen van de Europese Unie.

2.

Gelet op de omvang die het migratiefenomeen het laatste decennium heeft aangenomen, is het dringend zaak doeltreffende maatregelen te nemen voor de sociale, economische en culturele integratie van legale migranten uit derde landen.

3.

Naast de stijging van het aantal migranten is er ook sprake van een verruiming en diversificatie van de typologie van de migranten, de structuur van de migratiestromen en de bij de relatie tussen gastland en land van herkomst betrokken landen.

4.

Integratie van migranten is hoofdzakelijk een bevoegdheid van de lidstaten, d.w.z. van de nationale én de regionale overheden, die maatregelen kunnen treffen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en de arbeidsmarkt. In het Verdrag van Lissabon is voorzien in versterking van de rol van de EU wat het migratie- en integratiebeleid voor onderdanen van derde landen betreft, maar wordt niet gestreefd naar harmonisatie van de wet- en regelgeving van de lidstaten.

5.

De laatste jaren hebben vele lidstaten grote inspanningen geleverd ter ontwikkeling van nationale integratiemaatregelen (voor zowel nieuwe immigranten als migranten van de eerste en tweede generatie). Het beleid dat zij tot dusver ten uitvoer hebben gelegd, heeft evenwel in tal van lidstaten niet de gewenste resultaten opgeleverd omdat onder meer werkloosheid, een laag onderwijs- en/of opleidingsniveau, onvoldoende bereidheid en onvoldoende samenwerking tussen de betrokken actoren obstakels blijven opwerpen voor de maatschappelijke integratie van migranten.

6.

Gelet op de economische en demografische ontwikkelingen dient een gemeenschappelijke Europese strategie te worden uitgestippeld voor een evenwichtig beheer van de migratiestromen, de bevordering van integratie en de bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel.

7.

Er moet een samenhangend Europees migratiebeleid worden ontwikkeld en het Comité is dan ook ingenomen met de goedkeuring op 15 oktober 2008 van het Europees pact inzake immigratie en asiel.

8.

De integratiemaatregelen voor migranten hangen nauw samen met het Europees migratiebeleid dat, om doeltreffend te zijn, met name vergezeld moet gaan van passende ontwikkelingssteun voor de landen van oorsprong en doorreis van de migranten. Die steun moet vooral zijn gericht op basisonderwijs, gezondheidszorg en economische infrastructuur.

Basisbeginselen

9.

Integratie moet worden beschouwd als het resultaat van een proces dat onderdanen van derde landen, die legaal in een lidstaat verblijven, in staat moet stellen los van enige bijstand van buitenaf te functioneren en een maatschappelijke positie te verwerven die vergelijkbaar is met die van autochtonen en Europese burgers.

10.

Integratie is een proces in twee richtingen dat wederzijdse inzet vraagt en rechten en plichten omvat voor zowel de samenleving in het gastland als de migranten. Niet alleen de migranten moeten bereid zijn hun verantwoordelijkheid op te nemen en zich in de samenleving van het gastland te integreren (door de landstaal te leren en de rechtsorde en het waardestelsel van de samenleving van het gastland te aanvaarden) maar ook de samenlevingen van de gastlanden moeten hen willen aanvaarden en integreren.

11.

Uitgangspunt van integratiebeleid moet zijn: volledige acceptatie van de waarden die ten grondslag liggen aan de Europese cultuur, zoals eerbiediging van de mensenrechten en van diversiteit, bestrijding van discriminatie, en bevordering van gelijke kansen en verdraagzaamheid. Bovendien moet dit beleid in overeenstemming zijn met de fundamentele beleidslijnen van de Europese Unie inzake samenhang, ontwikkeling, buitenlandse betrekkingen, alsook vrijheid, veiligheid en recht.

12.

Toepassing van het beginsel van gelijke behandeling is van wezenlijk belang om de kwaliteit van democratische regimes te bepalen. De idee dat alle mensen gelijkwaardig zijn en daarom gelijk behandeld moeten worden, maakt integrerend deel uit van de cultuur van de EU.

Instrumenten en methoden

13.

Integratie van migranten moet een basisprioriteit van de Europese Unie zijn.

14.

Het Comité onderstreept de noodzaak van een alomvattende benadering waarbij rekening wordt gehouden met zowel economische en sociale aspecten van integratie als vraagstukken i.v.m. historische, culturele en religieuze diversiteit, de identiteit van de burger, burgerrechten en de deelname van legale migranten aan de samenleving.

15.

Uitoefening van governance op meerdere niveaus, met het oog op een succesvolle integratie van migranten, zou een goede zaak zijn. Een dergelijke benadering moet stroken met het subsidiariteitsbeginsel dat gericht is op samenwerking tussen de EU, de lidstaten en de lokale en regionale overheden.

16.

Om op dit gebied resultaat te boeken is een gemeenschappelijke aanpak nodig waaraan de relevante actoren op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau moeten meewerken. De bevoegde EU-instanties, nationale, regionale en lokale overheden, ngo's, de sociale partners en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de migranten zelf, nieuwe en reeds gevestigde immigranten van de eerste en de tweede generatie, alsook alle relevante actoren die actief zijn op het gebied van sport, cultuur en sociale samenhang moeten hierbij betrokken worden.

17.

Het Comité moedigt maatregelen aan die het voor migranten makkelijker maken toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt en professionele vaardigheden te verwerven. Voor migranten is het vinden van werk een basisvoorwaarde om volledig in de samenleving van het gastland te kunnen integreren.

18.

Onderwijs en met name kennis van de officiële taal of talen van het gastland spelen een belangrijke rol in de integratie.

19.

Het Comité ondersteunt onderwijs van de moedertaal omdat dit zowel het leren van de officiële taal of talen van het gastland als het verwerven van kennis op andere onderwijsterreinen vergemakkelijkt.

20.

Maatregelen en acties die erop gericht zijn via het onderwijsproces een culturele brug te slaan tussen samenleving en onderdanen van derde landen moeten worden aangemoedigd.

21.

Onderwijs van migrantenkinderen moet een prioriteit zijn en diversiteit in de nationale onderwijsstelsels moet worden bevorderd.

22.

Bijzondere aandacht moet gaan naar vrouwelijke migranten, niet alleen omdat zij een doorslaggevende rol spelen in het onderwijs van de kinderen en het overnemen van culturele modellen maar ook omdat zij het meeste blootstaan aan praktijken van uitsluiting, geweldpleging en discriminatie.

23.

De interculturele dialoog is van cruciaal belang voor succesvolle integratie; lokale en regionale overheden spelen een fundamentele rol in de bevordering van die dialoog en bijgevolg ook in de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat.

24.

De media spelen een doorslaggevende rol in de bewustwording van de publieke opinie wat de rol van migratie en het bestrijden van fenomenen als marginalisering, racisme en vreemdelingenhaat betreft.

25.

Bevordering van gelijke kansen voor migranten op het gebied van onderwijs, opleiding en werkgelegenheid is de juiste aanpak om maatschappelijke uitsluiting van deze groep te voorkomen. De beste manier om het risico van geweld bij marginale groepen tegen te gaan is migranten positieve vooruitzichten te bieden op het verwerven van een gelijkwaardige plaats in het gastland.

26.

Integratiemaatregelen moeten worden geëvalueerd en er moet daarom worden voorzien in gemeenschappelijke Europese indicatoren en modellen met betrekking tot integratie.

27.

Van bijzonder belang is de oprichting van het Europees Integratiefonds voor onderdanen van derde landen, dat volgens het Comité een beslissende bijdrage zal leveren aan de uitstippeling van de integratiemaatregelen.

Bijdrage van lokale en regionale overheden

28.

Lokale en regionale overheden spelen, afhankelijk van hun — in bepaalde gevallen exclusieve — bevoegdheden een cruciale rol in de tenuitvoerlegging van integratiemaatregelen. Zij fungeren vaak als dienstenverstrekkers en werken als partners samen met andere bestuursniveaus en met name belangengroepen. Deze bevoegdheden brengen echter kosten mee, die een zware aanslag betekenen op de begroting van de betrokken regio's en steden.

29.

Sommige Europese regio's spelen een cruciale rol in de integratie van minderjarige immigranten zonder begeleider. Deze minderjarigen vallen onder de voogdij van de bevoegde regionale overheden, wat vaak extra kosten meebrengt: zij dragen immers tot deze immigranten meerderjarig worden de verantwoordelijkheid voor hun integratie, levensonderhoud, scholing en algemeen welzijn. Het Comité verzoekt daarom de regionale, nationale en Europese overheden hun verantwoordelijkheid ter zake op te nemen en de desbetreffende financiële lasten te delen.

30.

Lokale en regionale autoriteiten moet daarom de mogelijkheid worden geboden om vanaf een zeer vroeg stadium actieve partners te zijn bij de ontwikkeling van integratiestrategieën, alsook tijdens de gehele duur van de tenuitvoerlegging ervan.

31.

Het Comité onderschrijft de standpunten van de derde ministerconferentie over integratie, die op 3 en 4 november 2008 te Vichy heeft plaatsgevonden. Daarbij werd gewezen op de noodzakelijke deelname van regionale en lokale overheden aan de uitstippeling, tenuitvoerlegging en evaluatie van integratiemaatregelen, alsook op de cruciale rol die zij spelen in de integratie van migranten in de samenleving van het gastland.

32.

Regionale en lokale overheden dragen er in belangrijke mate toe bij dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de Europese ervaring via uitwisseling van goede praktijken en het doorgeven van resultaten die met name zijn verkregen door hun deelname aan de tenuitvoerlegging van communautaire programma's (als CLIP, ERLAIM, ROUTES, City2City, INTI-EUROCITIES) en de werking van transnationale regionale netwerken.

33.

Zij dragen er wezenlijk toe bij dat passende voorwaarden worden geschapen die ervoor zorgen dat onderdanen van derde landen toegang hebben tot informatie en werkgelegenheids-, onderwijs-, gezondheids-, huisvestings- en culturele diensten alsook tot andere openbare voorzieningen die hen in staat stellen een vaste band met de samenleving van het gastland te ontwikkelen.

34.

Regionale en lokale overheden hechten bijzonder belang aan samenwerking, communicatie en uitwisseling van informatie met burgers, migrantenorganisaties en ngo's. Zij leveren aldus een doorslaggevende bijdrage aan de totstandbrenging van een klimaat van vertrouwen alsook aan het behoud van de samenhang in de samenleving van het gastland en helpen bijgevolg aantonen dat migratie een factor van ontwikkeling en vooruitgang is.

Verwezenlijking van de doelstellingen

35.

Het Comité onderschrijft de initiatieven die de Europese Unie sinds 1999 heeft genomen om gevolg te geven aan de besluiten van de Europese Raad van Tampere inzake de formulering van voorstellen en de tenuitvoerlegging van doeltreffende maatregelen voor de integratie van migranten uit derde landen.

36.

Het is een goede zaak dat de Europese Commissie een website voor integratie in het leven heeft geroepen, die de toegang tot en uitwisseling van informatie immers zal vergemakkelijken.

37.

De lidstaten en de Europese Unie moeten initiatieven ontplooien waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die door nieuwe technologieën worden geboden (e-democratie, e-overheid, e-diensten, enz.) zodat burgers en migranten gemakkelijker hun standpunt bekend kunnen maken en suggesties kunnen formuleren m.b.t. het beleid en de maatregelen die op integratiegebied worden genomen.

38.

Het is zaak collectief op te treden en de samenwerking en dialoog tussen de actoren die bij integratie op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau betrokken zijn, te bevorderen.

39.

Vergelijkende evaluatie van de resultaten van integratiestrategieën op regionaal en lokaal niveau moet worden aangemoedigd, evenals succesvolle ervaringen en projecten van de steden en regio's op immigratiegebied, die andere regio's tot voorbeeld kunnen strekken.

40.

Acties en maatregelen die gericht zijn op de totstandbrenging van een stabiel klimaat van vertrouwen tussen de betrokken migranten en de samenleving van het gastland moeten worden aangemoedigd.

41.

Het is van cruciaal belang rekening te houden met onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg bij de uitstippeling en tenuitvoerlegging van doeltreffend en passend integratiebeleid.

42.

De Europese Unie moet in de relaties die zij aanknoopt met de landen van herkomst van de migranten gedegen ondersteuning bieden die naar gelang van de behoefte gedifferentieerd wordt aangeboden.

43.

Zaak is de bestaande programma's voor onderwijs en beroepsopleiding, scholing en voortgezet onderwijs voor onderdanen van derde landen, met name voor praktijkgerichte beroepen, te evalueren en eventueel te herdefiniëren.

44.

De in de EU-lidstaten bestaande structuren moeten geholpen worden om vaardigheden en knowhow van migranten in kaart te brengen.

45.

De lidstaten moeten in staat worden gesteld om de in het land van herkomst gevolgde opleiding en de knowhow van migranten te erkennen, te certificeren alsook optimaal te benutten. Op die manier krijgen migranten meer mogelijkheden op het vlak van werk of studie, zodat zij beter in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en bovendien ook het menselijk kapitaal van het gastland verrijken.

46.

De Europese Commissie zou de uitwisseling van goede praktijken tussen regionale en lokale overheden, die immers een doorslaggevende bijdrage leveren aan succesvolle integratie, moeten ondersteunen.

47.

De middelen van het Europees Integratiefonds moeten worden verruimd en integratiemaatregelen van regionale en lokale overheden moeten worden ondersteund.

48.

De Commissie moet twinning tussen Europese regionale en lokale overheden en hun tegenhangers in de landen van herkomst van de migranten aanmoedigen.

49.

De Commissie zou de mogelijkheid moeten nagaan om de nationale contactpunten voor integratie te vervangen of naast deze contactpunten te voorzien in overeenkomstige regionale en lokale instanties.

50.

Het zou een goede zaak zijn als het Comité van de Regio's door informatie-uitwisseling over goede praktijken van lokale en regionale overheden zou kunnen bijdragen aan een bijgewerkte versie van de integratierichtsnoeren van de Commissie.

51.

Het CvdR moet als volwaardige partner kunnen deelnemen aan het Europees Integratieforum dat voor 2009 is gepland alsook aan alle soortgelijke evenementen die in het kader van de Europese samenwerking worden gehouden.

52.

Het Comité stelt voor, eventueel binnen de door het CvdR ingestelde regionale onderscheidingen, een categorie „prijs voor integratie” van onderdanen van derde landen in het leven te roepen die dan zou worden uitgereikt aan migranten en/of bij het integratieproces betrokken actoren (lokale en regionale overheden, ondernemingen, organisaties, verenigingen, instellingen, particulieren, ambtenaren, enz.).

Brussel, 12 februari 2009.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Luc VAN DEN BRANDE