52007DC0601




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 17.10.2007

COM(2007) 601 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

over een nieuwe strategie voor de Gemeenschap om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

over een nieuwe strategie voor de Gemeenschap om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

Illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserij vormt in de hele wereld een grote bedreiging voor het duurzame beheer van de mariene hulpbronnen.

De totale "omzet" van de IOO-visserij is onlangs geschat op meer dan 10 miljard euro. Dit betekent dat de IOO-visserij op basis van de waarde van de vangsten de tweede grootste visproducent ter wereld is, na China.

IOO-visserij is een mondiaal probleem. Het is ook een probleem waarbij de EU in een positie verkeert om een leidende rol te spelen in de oplossing ervan. De EU heeft een van de grootste vissersvloten en is de derde grootste visserijmogendheid in de wereld; daarbij is zij de grootste markt voor en de grootste importeur van visserijproducten. Volgens een voorzichtige schatting voert de EU jaarlijks illegale visserijproducten ter waarde van 1,1 miljard euro in.

Het verlies is verre van alleen maar economisch. Veel IOO-visserij veroorzaakt ook belangrijke ecologische kosten. De legale visserij leidt reeds tot een volledige exploitatie of een overexploitatie van 75% van de wereldvisbestanden. Dit is al verontrustend genoeg, maar door de in het verborgene ontplooide IOO-visserijactiviteiten dreigt de situatie verder uit de hand te lopen. Daardoor lopen kwetsbare mariene ecosystemen extra gevaar op een moment dat de internationale gemeenschap zich ertoe verbonden heeft die ecosystemen te beschermen tegen destructieve visserijpraktijken.

Er bestaat een brede internationale consensus over de noodzaak van een doortastend optreden tegen IOO-visserij, aan welke consensus vooral uitdrukking is gegeven door de FAO, de Algemene Vergadering van de VN en de OESO. De EU speelt reeds lang een actieve rol in de bestrijding van IOO-visserij, niet alleen in Europa zelf maar ook internationaal. De inzet van de EU op dit gebied is vastgelegd in haar eigen actieplan voor de uitroeiing van IOO-visserij uit 2002[1].

De Commissie is van mening dat het nu tijd is om de bestrijding van IOO-visserij op een nieuw niveau te brengen. De beste manier om een einde aan die lucratieve praktijken te maken is de stimulans voor crimineel gedrag weg te nemen door het uitermate moeilijk, zo niet onmogelijk te maken om IOO-producten met winst op de markt te brengen.

Onlangs heeft ook het Europees Parlement de nadruk gelegd op de noodzaak van een nieuw EU-initiatief ter bestrijding van IOO-visserij[2].

In deze mededeling worden de belangrijkste kenmerken van het IOO-fenomeen beschreven en worden de kernelementen geschetst van een nieuwe strategie om ervoor te zorgen dat criminele visserij in de toekomst niet meer zal lonen.

Die strategie steunt op een geïntegreerde aanpak om tot een duurzaam gebruik van de oceanen te komen die ook in de Europese mariene strategie een belangrijke rol speelt en die voorts moet worden gezien als een stap voorwaarts op de in de mededeling van de Commissie van 10 oktober 2007 (COM(2007) 575 – het "blauwboek") uitgestippelde weg naar een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie.

1. KENMERKEN EN OMVANG VAN DE IOO-VISSERIJ

1.1. Werkingssfeer van het beleid

De enige internationaal overeengekomen definitie van "IOO-visserij" staat in het IOO-actieplan van de FAO. Duidelijkheidshalve merkt de Commissie hier op dat naar haar oordeel de werkingssfeer van het EU-beleid om IOO-visserij tegen te gaan, te voorkomen en te beëindigen in overeenstemming met die definitie dient te omvatten:

- overtredingen van de regels die gelden in het kader van het beheer en de instandhouding van visserijhulpbronnen in nationale en internationale wateren;

- visserijactiviteiten in onder een regionale organisatie voor visserijbeheer vallende gebieden op volle zee die op een wijze die strijdig is met de regels van die organisatie, worden verricht door vaartuigen die staatloos zijn of zijn geregistreerd in een land dat niet bij die organisatie is aangesloten;

- visserijactiviteiten die in niet onder een regionale organisatie voor visserijbeheer vallende gebieden op volle zee worden verricht op een wijze die onverenigbaar is met de verantwoordelijkheid die staten krachtens internationaal recht dragen voor de instandhouding van de visserijhulpbronnen.

Het EU-beleid ter bestrijding van IOO-visserij geldt daarom voor visserijactiviteiten niet alleen binnen de EU-wateren maar ook daarbuiten. Dat beleid moet worden toegespitst op het tegengaan en bestraffen van de overtredingen die de meeste schade aanrichten.

1.2. Effecten van IOO-visserij

De noodzaak van een sterker EU-optreden houdt rechtstreeks verband met de vele nadelige effecten van IOO-visserij.

1.2.1. Milieuschade

Het duidelijkste effect van IOO-visserij is de vaak rampzalige schade die deze toebrengt aan de mariene biodiversiteit.

- IOO-visserij komt in elke oceaan voor en vormt een groot gevaar voor de duurzaamheid van de visserij . Zo dragen vangsten die niet of onjuist worden gemeld, bij tot de overbevissing. Ook worden visbestanden in hun voortbestaan bedreigd wanneer jonge ondermaatse vis wordt gevangen of wanneer gedurende gesloten perioden of in gesloten gebieden wordt gevist. Al die effecten zijn nog erger als de beviste bestanden reeds kleiner zijn dan de minimale omvang die nog biologisch veilig is.

- De milieugevolgen van IOO-visserij gaan veel verder dan de rechtstreekse schade die de visbestanden ondervinden. De betrokken praktijken betekenen ook een ernstige bedreiging voor de mariene habitats . Met name de toepassing van verboden vismethoden kan ertoe leiden dat grote hoeveelheden ongewenste soorten als bijvangst in de netten terechtkomen en dan worden teruggegooid. Het gaat bij die bijvangsten niet alleen om vissoorten, maar ook om andere soorten zoals zeevogels en schildpadden. Verreweg de meeste teruggegooide exemplaren gaan toch dood. Visserij in beschermde gebieden kan ook de rechtstreekse oorzaak zijn van onomkeerbare schade aan kwetsbare mariene habitats zoals koraalriffen.

1.2.2. Sociaal-economische gevolgen

De beschadiging van het mariene milieu is niet het enige nadeel van IOO-visserij. Dergelijke praktijken komen neer op diefstal van gemeenschappelijke visserijhulpbronnen en hebben aanzienlijke verliezen tot gevolg voor de vissers die zich wel aan de wet houden. Zoals bij alle illegale praktijken is het uiteraard ook hier moeilijk om de volledige omvang ervan nauwkeurig te schatten. Er is echter geraamd dat wereldwijd 10 miljard euro zou zijn gemoeid met IOO-visserij. Ter vergelijking: in 2004 was de aanvoer van de EU-vloot goed voor een besomming van 6,8 miljard euro.

- De visserijsector in de EU ondervindt scherpe concurrentie van IOO-vissers die zich niets aantrekken van al de verplichtingen waaraan legale vissers zich houden wanneer zij dezelfde visgronden bevissen of zich op dezelfde soorten en eindmarkten richten (bv. kabeljauw, roodbaars, zwaardvis, ijsvis, tonijn). EU-vissers die legaal te werk gaan, moeten dus opboksen tegen oneerlijke concurrentie van IOO-vissers, wat er vooral toe leidt dat de EU-visserijsector marktaandeel kwijtraakt. In de laatste jaren is dit probleem erger geworden door de mondialisering van de visserijsector, die heeft geresulteerd in grotere handelsstromen van visserijproducten waarvoor moeilijk is te achterhalen of zij wel legaal zijn.

- IOO-visserij heeft ook dramatische gevolgen voor kustgemeenschappen in ontwikkelingslanden , waarvoor visbestanden erg belangrijk kunnen zijn wat voedselzekerheid en armoedebestrijding betreft. Kuststaten die ontwikkelingsland zijn, hebben vaak niet de middelen en mogelijkheden om de zeewateren onder hun jurisdictie naar behoren te beheren en te controleren. Lieden zonder scrupules maken van die zwakke punten misbruik om zonder toestemming van de kuststaat te vissen en hulpbronnen te plunderen die voor de lokale vissers van levensbelang zijn. Dit is een groot probleem voor Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, waar als gevolg van IOO-visserij verliezen worden geleden die naar schatting maar liefst 800 miljoen euro per jaar bedragen.

- Bovendien maken sommige ondernemingen die illegale visserij bedrijven, waaronder ondernemingen uit de EU, gebruik van minderwaardige vaartuigen die de vlag voeren van staten die geen of zeer lage normen hanteren wat sociale bescherming betreft. Als gevolg daarvan hebben hun bemanningen te lijden onder onaanvaardbare leef- en werkomstandigheden . Dit ondergraaft dan weer de inspanningen om internationale vooruitgang op het gebied van sociale normen voor vissers te boeken, welke inspanningen ertoe hebben geleid dat de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in juni 2007 het geconsolideerde verdrag inzake arbeid in de visserijsector heeft aangenomen.

1.2.3. IOO-visserij ondergraaft de inspanningen om tot een betere "governance" van de oceanen te komen

Door de voortzetting van illegale praktijken worden de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVE) minder geloofwaardig in de ogen van EU-vissers.

Van IOO-visserij gaat dus een grote bedreiging uit niet alleen voor de toekomst van de gemeenschappelijke hulpbronnen in onze oceanen, maar ook voor de pogingen om het "governance"-systeem voor de oceanen te verbeteren. Op die manier brengt IOO-visserij het fundament zelf van het beleid van de Gemeenschap in gevaar. Dat beleid heeft immers een duurzaam beheer van de oceanen, niet alleen binnen de EU-wateren maar ook daarbuiten, tot doel.

1.3. Factoren die tot IOO-visserij leiden

Hierna wordt kort ingegaan op de belangrijkste factoren die ertoe bijdragen dat nog steeds IOO-visserij wordt bedreven.

1.3.1. IOO-visserij blijft een rendabele activiteit

Zolang IOO-visserij een rendabele activiteit blijft voor de betrokkenen, zijn er prikkels om ermee door te gaan.

- IOO-vissers kunnen hun exploitatiekosten laag houden en maken grote winsten . De exploitatiekosten van ondernemingen die illegale visserij bedrijven, zijn doorgaans lager dan die van de gemiddelde visserijonderneming die legaal te werk gaat. Sociale bijdragen en belastingen kunnen tot een minimum worden beperkt of zelfs geheel worden vermeden voor vloten die IOO-activiteiten verrichten met gebruikmaking van een offshore-bedrijf of van de vlag van een land dat zijn verplichtingen niet nakomt. Als de visserijregels niet worden nageleefd en de vangsten buiten de officiële kanalen om worden verhandeld, leidt dat eveneens tot lagere kosten. Tegelijk zijn de bij IOO-activiteiten te verwachten winsten doorgaans hoog, vooral omdat illegale vissers meestal vissen op waardevolle soorten die hogere marktprijzen opleveren (bv. ijsvis, blauwvintonijn of kabeljauw).

- Bij sommige visserijtakken leidt ook de overcapaciteit van de vissersvloten ten opzichte van de vangstmogelijkheden tot illegale visserijactiviteiten, aangezien sommige vaartuigen om winstgevend te kunnen blijven meer vissen dan de vangstbeperkingen hun toestaan.

Bij een voortdurend stijgend wereldverbruik van visserijproducten zal de verleiding om illegale visserijproducten te leveren aan de eindmarkten groot blijven zolang op illegale visserijactiviteiten winst kan worden gemaakt.

1.3.2. IOO-ondernemers kunnen hun activiteiten verrichten zonder daarbij op grote hindernissen te stuiten

Dat de IOO-praktijken maar blijven doorgaan, is in belangrijke mate een gevolg van het gemak waarmee illegaal handelende ondernemers hun activiteiten in de hele aanbodketen kunnen voortzetten, daarbij niet gehinderd door welke verplichting of beperking dan ook die hun praktijken aan banden zou kunnen leggen.

- IOO-ondernemers maken in de eerste plaats gebruik van de voordelen die bepaalde nationale regelingen voor registratie onder de betrokken vlag bieden.

Veel vissersvaartuigen, en vooral vaartuigen die buiten de EU-wateren vissen, staan geregistreerd in staten die werken met open registers, en/of in staten die geen behoorlijke controle op hun vissersvloot om de instandhoudings- en beheersmaatregelen te doen naleven willen of kunnen uitoefenen. Registratie in dergelijke staten is meestal erg eenvoudig en ook niet duur. Dit draagt ertoe bij dat vaartuigen nogal eens van vlag veranderen om te profiteren van de minst strenge regelingen en om het voor de inspectie- en controlediensten moeilijker te maken hen te volgen. Volgens het zeerecht moet de controle op een vaartuig primair door de vlaggenstaat worden uitgeoefend. Illegaal handelende ondernemers gebruiken welbewust de vlag van een staat die een dergelijke controle niet kan of wil uitoefenen. Havenstaten en marktstaten beschikken over instrumenten die het veel minder aantrekkelijk kunnen maken om de vlag te gebruiken van een staat die zijn verplichtingen niet nakomt, maar tot nog toe worden die instrumenten onvoldoende benut. Het gevolg is dat het merendeel van de vaartuigen die zijn geïdentificeerd als vaartuigen die in verschillende delen van de wereld IOO-overtredingen begaan, geregistreerd blijft in staten die erom bekend zijn dat zij hun vissersvloot niet aan een adequate controle onderwerpen.

- Deze problemen worden verergerd door onvoldoende samenwerking op internationaal en EU-niveau tussen staten en internationale instanties die met toezicht op en controle en bewaking van visserij- en aanverwante activiteiten zijn belast.

- IOO-ondernemers gaan gewoonlijk vissen op visgronden waar controle moeilijk is (bijvoorbeeld in afgelegen gebieden op volle zee) of waar de bevoegde overheden onvoldoende controlecapaciteit hebben om hen te kunnen afschrikken (vooral in zeewateren van ontwikkelingslanden).

- IOO-visserij is in wezen een internationale activiteit. Als onderdeel van de economische mondialisering is de internationale handel in visserijproducten sterk toegenomen en dit heeft de illegaal handelende ondernemers tal van lucratieve nieuwe kansen geboden. Om de illegale herkomst van vangsten te verhullen, worden deze vaak langs ingewikkelde routes vervoerd voordat zij hun eindmarkt bereiken. Het kan daarbij gaan om overladingen op zee, aanlanding in havens waar niet moeilijk wordt gedaan, en be- of verwerking in een ander land dan de vlaggenstaat en de marktstaat. In sommige gevallen zijn die activiteiten zo complex en omvangrijk en worden er zodanige methoden bij gebruikt dat terecht kan worden gesproken van een vorm van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit.

- Bovendien betekenen de kleine pakkans voor illegaal handelende ondernemers en de economisch onbeduidende sancties die kunnen worden opgelegd, dat er nog steeds geen doeltreffende afschrikking bestaat tegen IOO-visserij. Uiteindelijk worden die sancties als te verwaarlozen exploitatiekosten beschouwd.

- Samenwerking op alle niveaus (internationaal, regionaal, in de EU en nationaal) is van het allergrootste belang om IOO-activiteiten naar behoren te kunnen opsporen en onderzoeken. Hoewel enige vooruitgang is geboekt, blijven de met de verschillende aspecten van bewaking op zee en grenscontrole belaste diensten versnipperd en heeft het gebrek aan voldoende middelen om bewijsmateriaal te verzamelen en informatie tussen die diensten uit te wisselen de totstandbrenging bemoeilijkt van doeltreffende mechanismen om IOO-ondernemers ervan te weerhouden hun activiteiten voort te zetten.

- Ondernemers die illegaal handelen binnen de EU-wateren, maken ook misbruik van de zwakke controle-, inspectie- en handhavingssystemen van de lidstaten om hun activiteiten te ontwikkelen.

De hoeveelheid vis die in strijd met de communautaire regels wordt gevangen en vervolgens buiten de officiële kanalen om op de EU-markt wordt verkocht (zogenoemde "zwarte vis"), kan bij sommige visserijtakken een zeer hoog percentage van de totale vangsten uitmaken (zo wordt bijvoorbeeld geschat dat 35-45% van de in de Oostzee gevangen kabeljauw wordt aangeland zonder te worden gemeld).

2. VOORSTEL VOOR EEN NIEUWE EU-STRATEGIE OM IOO-VISSERIJ TEGEN TE GAAN, TE VOORKOMEN EN TE BEËINDIGEN

De EU heeft in overeenstemming met de verbintenissen die zij in internationaal verband is aangegaan, en met haar algemene doelstelling het beheer van de natuurlijke hulpbronnen te verbeteren en overexploitatie ervan te voorkomen (zoals omschreven in de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling die de Europese Raad in juni 2006 is overeengekomen) een specifieke verantwoordelijkheid om leiding te geven aan de internationale inspanningen ter bestrijding van IOO-visserij.

In de afgelopen jaren is de EU zeer actief geweest, waarbij zij op EU-, regionaal en internationaal niveau de uitvoering van een ambitieus beleid om IOO-visserij tegen te gaan, te voorkomen en te beëindigen heeft bevorderd.

Hoewel belangrijke vooruitgang is geboekt, vooral in het kader van de regionale organisaties voor visserijbeheer, lijdt het geen twijfel dat de IOO-visserij verre van uitgeroeid is. De Commissie is van mening dat in het licht van het feit dat dergelijke praktijken ondanks EU- en internationaal optreden voortduren, en gezien de dramatische milieu- en sociaal-economische gevolgen ervan, de EU dringend met een krachtig antwoord moet komen.

In het verleden is de drijfveer achter het EU-beleid tegen IOO-visserij de absolute noodzaak geweest om internationale regels op te stellen en om regionale instanties op te richten en te versterken die tot taak hebben die regels uit te vaardigen. Het accent lag in belangrijke mate op toezicht, controle en bewaking ten aanzien van de op zee verrichte activiteiten en op de identificatie van de IOO-vissers. De Commissie is van mening dat het nu tijd is om dit kader tot de rest van de aanbodketen uit te breiden en om het doeltreffender te maken door het accent te leggen op de noodzaak van een betere handhaving en van werkelijk afschrikkende sancties.

De belangrijkste uitdagingen die de EU bij haar beleid tegen IOO-visserij moet aangaan, zijn: Hoe de invoer van IOO-producten uit derde landen in de EU-markt te identificeren, te voorkomen en te bestraffen? Hoe doeltreffender maatregelen uit te vaardigen om de vaartuigen en staten te identificeren en te straffen die zich inlaten met of steun verlenen aan IOO-activiteiten op volle zee of in wateren van ontwikkelingslanden? Hoe de mate van naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid binnen de EU-wateren en/of door EU-ondernemers te verbeteren? Deze drie uitdagingen kunnen worden beschouwd als de grootste problemen waarvoor de IOO-visserij de EU plaatst, en er moet een adequate strategie worden uitgestippeld om ze aan te pakken. |

- De Commissie stelt voor om een alomvattende benadering toe te passen ten aanzien van alle op IOO-praktijken gebaseerde visserij- en aanverwante activiteiten (vangst, overlading, be- of verwerking, aanlanding, handel, enz.) en om de door die activiteiten veroorzaakte problemen aan te pakken op EU-, regionaal en internationaal niveau. Die benadering bestaat erin dat wordt voortgebouwd op, en wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van, de meest geavanceerde maatregelen die op internationaal en regionaal niveau zijn uitgevaardigd, terwijl voorts in alle gevallen waarin multilaterale initiatieven nog geen bevredigend resultaat kunnen opleveren, de EU ook unilateraal moet kunnen optreden.

De belangrijkste kenmerken van de door de Commissie bepleite nieuwe strategie ter bestrijding van IOO-visserij worden hierna beschreven[3]. Sommige van de door de Commissie voorgestane maatregelen vergen een regelgevend instrument en zijn daarom opgenomen in het voorstel voor een verordening van de Raad[4] dat de Commissie tegelijk met deze mededeling heeft aangenomen. Andere maatregelen zijn gericht op sturing van het toekomstige beleid van de EU in de internationale arena of bij haar samenwerking met haar partners en zijn daarom niet regelgevend van aard.

2.1. Het EU-systeem om op te treden tegen IOO-visserij voltooien door de handelsdimensie erin te integreren

De transnationale en complexe kenmerken van het IOO-fenomeen maken het noodzakelijk een geïntegreerde benadering in te voeren om de betrokken activiteiten aan te pakken in de hele aanbodketen (van net tot bord). De belangrijkste tekortkoming van de huidige EU-regeling is nu juist dat deze niet omvattend genoeg is. De marktdimensie van het IOO-probleem is grotendeels buiten beschouwing gebleven hoewel de EU de grootste markt voor en de belangrijkste importeur van visserijproducten is: in 2005 heeft de EU visserijproducten ingevoerd ter waarde van bijna 14 miljard euro. Het EU-kader is bijzonder zwak als het erom gaat te garanderen dat uit derde landen in de EU ingevoerde visserijproducten zijn gevangen in overeenstemming met de relevante beheers- en instandhoudingsregels. Geraamd is dan ook dat de hoeveelheid illegale visserijproducten die de EU jaarlijks invoert, ongeveer 500 000 ton bedraagt en een waarde van 1,1 miljard euro heeft. Daarbij valt niet uit te sluiten dat het in feite om nog hogere cijfers gaat.

De EU moet dringend iets doen aan die leemten. Daartoe moet de huidige regeling worden hervormd door ingrijpende wijzigingen aan te brengen in de EU-aanpak met betrekking tot het toezicht op het legale karakter van de in haar grondgebied in te voeren visserijproducten en met betrekking tot de toegang tot de EU-vissershavens voor vaartuigen van derde landen. Het is de bedoeling dat de voorgestelde maatregelen de deur van de EU feitelijk sluiten voor illegale visserijproducten en vaartuigen en dat zij het zo economisch minder aantrekkelijk maken voor IOO-ondernemers om illegale visserijproducten te vangen en te verhandelen.

Door de Commissie voorgestelde actie: Instelling van een nieuwe regeling betreffende de toegang tot het communautaire grondgebied voor vissersvaartuigen van derde landen en voor ingevoerde visserijproducten. Die regeling moet zijn gebaseerd op het beginsel dat alleen die visserijproducten die door de betrokken vlaggenstaat als legaal zijn gecertificeerd, de Gemeenschap mogen binnenkomen. |

- 2.2. Doeltreffender manieren vinden om vlaggenstaten die niet bereid of in staat zijn een adequate controle op hun vissersvaartuigen uit te oefenen, ertoe over te halen de regels te doen naleven

Om het probleem aan te pakken van de vissersvaartuigen die de vlag voeren van een staat die zijn verplichtingen niet nakomt, heeft de EU een aantal initiatieven op multilateraal niveau genomen of ondersteund. De Commissie erkent het belang daarvan, maar is van mening dat die initiatieven onvoldoende zijn om het probleem doeltreffend aan te pakken.

Voor de Commissie is de huidige situatie onaanvaardbaar. Regionale en internationale instanties zijn nu namelijk niet in staat doeltreffende maatregelen uit te vaardigen tegen staten die zich niet kwijten van hun plicht krachtens internationaal recht om passende actie ter bestrijding van IOO-visserij te ondernemen, en met name tegen die staten die hun vlag laten gebruiken zonder de bijbehorende verplichtingen na te komen. Dat een multilateraal optreden achterwege blijft, mag de EU er niet van weerhouden om zelf uitvoering te geven aan de verbintenissen die zij ter bestrijding van IOO-visserij is aangegaan, en om alle initiatieven te nemen die zij nodig acht. De EU dient voor zichzelf een doorzichtig en eerlijk mechanisme op te zetten om die staten te identificeren die zich buiten de internationale rechtsorde plaatsen en daardoor IOO-praktijken vergemakkelijken. Ook dient zij passende maatregelen toe te passen om dergelijke staten te bewegen tot actie om ervoor te zorgen dat hun vaartuigen zich wel aan de beheers- en instandhoudingsregels gaan houden.

Door de Commissie voorgestelde actie: De Gemeenschap het recht geven om unilateraal op te treden ter identificatie en opneming in een zwarte lijst van staten die hun vlag laten gebruiken zonder de bijbehorende verplichtingen na te komen, en van vaartuigen die IOO-visserij bedrijven, en handelsmaatregelen uitvaardigen tegen dergelijke staten en vaartuigen. |

- 2.3. Komen tot een hogere mate van naleving van de internationale en de EU-normen in de EU-wateren, en meer in het algemeen door de EU-vaartuigen en -ondernemers

De EU kan in de internationale arena slechts dan als een geloofwaardige bestrijder van IOO-visserij worden gezien, als zij kan aantonen dat illegale visserij in de EU-wateren, en meer in het algemeen door de EU-vaartuigen en -ondernemers, op adequate wijze wordt aangepakt. Uit tal van onderzoeken is gebleken dat de handhaving van de huidige bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) verre van bevredigend is. Aangenomen wordt ook dat EU-vissers een belangrijk deel uitmaken van diegenen die hun vissersvaartuig laten registreren in een staat die zijn vlag laat gebruiken zonder de bijbehorende verplichtingen na te komen. Dit zwakke punt moet dringend worden aangepakt.

Het huidige EU-kader voorziet reeds in een veelomvattend systeem voor controle, inspectie en handhaving van de visserijregels. Voor de toepassing daarvan zijn de lidstaten bevoegd. Daarom moet de eerste stap naar een betere naleving van de betrokken communautaire regelgeving een verbetering zijn van de acties die de lidstaten ondernemen tegen de illegale visserij die wordt bedreven in hun wateren of door hun vaartuigen of onderdanen buiten de EU-wateren.

Voorts moet het huidige kader ook zelf worden verbeterd om de resterende mazen in de regelgeving waarvan illegaal handelende ondernemers kunnen profiteren, te dichten. De Commissie is van plan om daartoe in 2008 een vereenvoudiging en actualisering voor te stellen van het EU-kader voor controle, inspectie en handhaving.

De Commissie is echter ook van mening dat de te lage sancties bij ernstige overtredingen van de visserijregelgeving en de grote mate van straffeloosheid voor EU-onderdanen die buiten de EU illegale visserij bedrijven of ondersteunen, flagrante tekortkomingen zijn die aansporen tot voortzetting van IOO-visserij. Die tekortkomingen vereisen een urgente reactie van de EU.

Door de Commissie voorgestelde actie: Alle beschikbare middelen gebruiken om te bewerkstelligen dat de lidstaten en de onderdanen van de Gemeenschap zich inspannen voor een correcte toepassing van het huidige GVB-kader. De maximumsancties bij ernstige overtredingen van de regels van het GVB op EU-niveau harmoniseren. Strengere controle- en handhavingsmaatregelen nemen ten aanzien van onderdanen van de Gemeenschap die verantwoordelijk zijn voor IOO-visserij buiten de communautaire wateren. |

- 2.4. Beter samenwerken bij het onderzoek naar IOO-activiteiten

Zoals gezegd in punt 1.3, zijn voor een doeltreffend onderzoek naar IOO-activiteiten een nauwe coördinatie en een regelmatige uitwisseling van informatie tussen de verschillende met bewaking op zee en grenscontrole belaste diensten noodzakelijk, terwijl ook nieuwe middelen moeten worden ontwikkeld om dergelijke activiteiten tegen te gaan. De Commissie wenst het beleid en de werkwijzen van de EU in dit opzicht te verbeteren.

Het Communautair Bureau voor visserijcontrole[5] (CBVC) zal op dit gebied een spilfunctie moeten vervullen:

- binnen de EU zal het die functie moeten vervullen door informatie te verzamelen en te verspreiden en door de activiteiten van de nationale controleautoriteiten, de Commissie en andere bureaus en agentschappen te coördineren;

- wat de betrekkingen tussen de EU en derde landen betreft, zal het die functie moeten vervullen door een betere samenwerking op internationaal niveau te bevorderen om zo de operationele capaciteit van de controleautoriteiten op het gebied van toezicht, inspectie en bewaking te verbeteren ten behoeve van de opsporing door die autoriteiten van grensoverschrijdende IOO-activiteiten.

Door de Commissie voorgestelde actie: Wat het internationale niveau betreft, stelt de Commissie voor dat de EU een belangrijke bijdrage levert aan de multilaterale inspanningen die met name binnen de FAO worden geleverd om een mondiaal register van vissersvaartuigen en een internationaal netwerk voor activiteiten op het gebied van toezicht, inspectie en bewaking op te zetten en om wederzijdse bijstandsverlening ter bestrijding van IOO-visserij in internationaal verband, dus samen met derde landen, te bevorderen. Wat het communautaire niveau betreft, vindt de Commissie dat het CBVC de nodige activiteiten moet ontplooien om de coördinatie tussen en binnen de controleautoriteiten van de lidstaten te verbeteren. |

- 2.5. Het EU-beleid ter bestrijding van IOO-visserij op volle zee en in de wateren van ontwikkelingslanden intensiveren

De Commissie is van mening dat het regionale niveau het meest relevante is voor de operationele aanpak van IOO-visserij op volle zee. Daarom is de Commissie van plan voor te stellen dat de EU binnen de regionale organisaties voor visserijbeheer een intensiever beleid voert om IOO-visserij tegen te gaan, te voorkomen en te beëindigen.

Kuststaten die ontwikkelingsland zijn, behoren tot de grootste slachtoffers van IOO-visserij. Het EU-beleid stelt de bestrijding van IOO-visserij centraal in de betrekkingen van de EU met die landen. Met name draagt de EU bij tot de versterking van hun capaciteit om voor een beter beheer van en een beter toezicht op de visserijactiviteiten te zorgen. Dit beleid moet worden bevestigd en versterkt via de bilaterale betrekkingen tussen de EU en die landen, zulks in het kader niet alleen van de partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied, maar ook van de door de EU gevoerde dialoog inzake het ontwikkelingsbeleid. De invoering van het communautaire systeem om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen zal gepaard gaan met acties en initiatieven ter verruiming van de capaciteit en de middelen waarover de ontwikkelingslanden beschikken om het voorgestelde certificeringssysteem op te zetten en om het beheer van en het toezicht op de visserijactiviteiten te verbeteren. Het beoogde doel moet ook op regionaal niveau worden nagestreefd, en wel via ad-hocregelingen met kuststaten en regionale organisaties, zulks volgens het model van het in januari 2007 overeengekomen regionale plan voor visserijbewaking in het zuidwestelijke deel van de Indische Oceaan. Met name kuststaten die ontwikkelingsland zijn, zullen door een financiële bijdrage worden geholpen om te voldoen aan de eisen van de door de Commissie voorgestelde communautaire certificeringsregeling voor importen van visserijproducten in de EU. De Commissie zal de gevolgen van de IOO-verordening voor de ontwikkelingslanden en de noodzaak van begeleidende maatregelen nader beoordelen. Vooral door opleidingsprogramma's in ontwikkelingslanden uit te voeren zal de EU zich inspannen om voor een soepele toepassing van de certificeringsregeling te zorgen en om te voorkomen dat die regeling de handel in legaal gevangen visserijproducten bemoeilijkt.

Door de Commissie voorgestelde actie: De maatregelen ter bestrijding van IOO-visserij van de 13 regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap is aangesloten, consolideren, operationeler maken en uitbreiden en coördinatie tussen die organisaties bevorderen. De financiële steun die door de Gemeenschap aan kuststaten die ontwikkelingsland zijn, wordt verleend om het beheer van en het toezicht op de visserijactiviteiten in hun wateren en door hun vaartuigen te verbeteren, bevestigen en intensiveren; de gevolgen van de IOO-verordening voor de ontwikkelingslanden en de noodzaak en de kosten van begeleidende maatregelen nader beoordelen. Een snelle en brede bekrachtiging van het geconsolideerde ILO-verdrag inzake arbeid in de visserijsector en van internationale verdragen betreffende de veiligheid van vissersvaartuigen bevorderen, mede door te onderzoeken of die verdragen kunnen worden opgenomen in het Gemeenschapsrecht. |

- De Commissie is voornemens de in deze mededeling bepleite nieuwe EU-strategie ter bestrijding van IOO-visserij aan het Europees Parlement en de lidstaten voor te leggen en zal hen uitnodigen die strategie te onderschrijven.

[1] Mededeling van de Europese Commissie: Actieplan van de Gemeenschap ter bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij - COM(2002) 180 van 28.5.2002 en conclusies van de Raad van 7.6.2002.

[2] Resolutie van het Europees Parlement over de uitvoering van het EU-actieplan ter bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij, aangenomen op 15 februari 2007 (2006/2225(INI)).

[3] Een uitvoeriger presentatie van de voorstellen ter uitvoering van die strategie en een evaluatie van het communautaire actieplan uit 2002 zijn opgenomen in een werkdocument van de diensten van de Commissie dat tegelijk met deze mededeling is aangenomen.

[4] Voorstel voor een verordening van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen – COM(2007) 602, 17.10.2007.

[5] Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid.