52005DC0629




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 1.12.2005

COM(2005) 629 definitief

WITBOEK

Beleid op het gebied van financiële diensten 2005-2010 {SEC(2005) 1574}

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING: INLEIDING / DOELSTELLINGEN / LEIDMOTIEF 4

1. DYNAMISCHE CONSOLIDATIE VAN FINANCIËLE DIENSTEN 5

2. BETERE REGELGEVING 5

2.1. Open en transparant overleg 6

2.2. Effectbeoordelingen 6

2.3. Toepassing en handhaving 6

2.4. Evaluatie achteraf 7

2.5. Vereenvoudiging, codificatie en verduidelijking 8

2.6. Gebruikers van financiële diensten: inbreng, voorlichting en geschillenbeslechting 9

2.7. De wisselwerking met andere beleidsterreinen verder versterken 10

3. TOTSTANDBRENGING VAN DE JUISTE TOEZICHT- EN REGELGEVINGSSTRUCTUREN IN DE EG 10

3.1. Ervoor zorgen dat het Lamfalussy-proces werkt 10

3.2. Uitdagingen voor het toezicht 11

3.2.1. Meer duidelijkheid verschaffen over de rol en verantwoordelijkheden van respectievelijk de toezichthouder van de lidstaat van herkomst en de toezichthouder van de lidstaat van ontvangst 12

3.2.2. De delegatie van bepaalde taken en verantwoordelijkheden tussen toezichthouders onderzoeken 13

3.2.3. Praktische maatregelen ter bevordering van de efficiëntie van het toezicht 13

3.2.4. Totstandbrenging van een pan-Europese toezichtcultuur 14

4. LOPENDE EN TOEKOMSTIGE WETGEVINGSACTIVITEITEN (2005-2010) 14

4.1. Lopende projecten 14

4.1.1. Retailbankieren 14

4.1.2. Solvabiliteit II 14

4.1.3. Herziening van de wetgeving inzake gekwalificeerde deelnemingen 15

4.1.4. Clearing & afwikkeling 15

4.2. Lopende gedachtewisselingen 15

4.2.1. Opheffing van ongerechtvaardigde belemmeringen voor grensoverschrijdende consolidatie 15

4.2.2. Richtlijn betreffende elektronisch geld 16

4.2.3. Verzekeringsgarantieregelingen 16

4.2.4. Verdrag van Den Haag inzake effecten 16

4.2.5. Optionele instrumenten 16

4.3. Terreinen waarop in dit stadium geen nieuwe wetgeving is gepland 16

4.4. Toekomstige initiatieven 17

4.4.1. Beleggingsfondsen 17

4.4.2. Financiële diensten voor consumenten: bankrekeningen en kredietbemiddelaars 17

5. DE EXTERNE DIMENSIE 18

6. CONTROLEPROCES 19

Samenvatting

In dit witboek worden de beleidsprioriteiten van de Europese Commissie (hierna "de Commissie" genoemd) op het gebied van financiële diensten tot en met 2010 uiteengezet. Een overzicht van de concrete taken en activiteiten is bijgevoegd (bijlage I).

De raadpleging over het groenboek[1] heeft uitgewezen dat deze politieke prioriteiten op brede steun kunnen rekenen. In het witboek wordt ook rekening gehouden met de uitkomsten van de gedachtewisseling van 18 juli 2005[2] en parallelle initiatieven, zoals het verslag over de financiële integratie van het Comité financiële diensten[3], de conclusies van de Raad (Ecofin) van 11 oktober 2005 en het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken van het Europees Parlement over de stand van zaken bij de integratie van de financiële markten van de EU[4]. Dit witboek wordt vervolledigd door een effectbeoordeling (zie bijlage II).

De komende vijf jaar staat het beleid van de Commissie op het gebied van financiële diensten in het teken van de volgende doelstellingen: dynamische consolidatie van de gemaakte vorderingen in de richting van een geïntegreerde, open, inclusieve, concurrerende en in economisch opzicht efficiënte Europese financiële markt; wegwerken van de resterende economisch significante belemmeringen zodat overal in de EU een vrij verkeer van financiële diensten en kapitaal tegen de laagst mogelijke kosten mogelijk wordt – waarbij er sprake is van een afdoend toezicht en een effectief toegepaste gedragscode, hetgeen in een grote financiële stabiliteit, aanzienlijke voordelen voor consumenten en een hoog niveau van consumentenbescherming moet resulteren; ten uitvoer leggen, doen naleven en voortdurend evalueren van de bestaande wetgeving en tevens de agenda voor betere regelgeving nauwgezet toepassen bij het ontplooien van nieuwe initiatieven; bevorderen van de samenwerking en convergentie op toezichtgebied in de EU, verder uitbouwen van de relaties met andere mondiale financiële markten en vergroten van de Europese invloed in de wereld. |

- Dynamische consolidatie is het leidmotief van de door de Commissie gevolgde benadering – een benadering die kan worden omschreven als pragmatisch, ambitieus en aansluitend bij de opvattingen van de belanghebbenden.

WITBOEK OVER HET BELEID OP HET GEBIED VAN FINANCIËLE DIENSTEN 2005-2010

1. DYNAMISCHE CONSOLIDATIE VAN FINANCIËLE DIENSTEN

Financiële markten zijn van vitaal belang voor de goede werking van moderne economieën. Hoe sterker zij geïntegreerd zijn, hoe efficiënter de allocatie van economische middelen zal verlopen en hoe gunstiger de economische resultaten op lange termijn zullen uitvallen. De voltooiing van de interne markt voor financiële diensten is dan ook een cruciaal onderdeel van het economische hervormingsproces van Lissabon[5] en tevens van essentieel belang voor het concurrentievermogen van de EU in de wereld.

Het Actieplan voor financiële diensten 1999-2005 (APFD) heeft de integratie van de Europese financiële markten een krachtige impuls gegeven. De centrale gedachtegang achter het Actieplan is gegrond gebleken. De prestaties van de sector van de financiële diensten zijn immers verbeterd: er is sprake van een hogere liquiditeit, een toegenomen concurrentie, een degelijke winstgevendheid en een grotere financiële stabiliteit, ondanks veel externe onrust. Deze voordelen zullen de komende jaren alleen maar groter worden naarmate de APFD-maatregelen ten uitvoer worden gelegd.

De inspanningen moeten echter worden voortgezet. De sector van de financiële diensten in de EU wordt gekenmerkt door een enorm onontgonnen potentieel wat de economische en werkgelegenheidsgroei betreft. Er dient dringend een verdere impuls te worden gegeven aan de efficiëntie van de pan-Europese markten voor spaarproducten op lange termijn. De voornaamste structurele economische uitdaging van de EU – de financiering van het enorme pensioentekort – dient te worden aangepakt. De interne retailmarkt is nog lang niet voltooid. Een beter werkende risicokapitaalmarkt is onontbeerlijk om de oprichting van nieuwe en innovatieve ondernemingen in de hand te werken en de economische groei te verhogen[6].

De krachtlijnen van het beleid van de Commissie voor de komende vijf jaar kunnen derhalve worden omschreven als het consolideren van de gemaakte vorderingen, het afhandelen van nog hangende kwesties, het bevorderen van de samenwerking en convergentie op toezichtgebied en het wegwerken van de resterende economisch significante belemmeringen.

2. BETERE REGELGEVING

De Commissie zal een zo open, transparant en pragmatisch mogelijke beleidsvorming betrachten, die op een tweeledige grondslag van open overleg en effectbeoordelingen berust. Op deze wijze wil zij garanderen dat degelijke regelgeving wordt vastgesteld, die toegevoegde waarde heeft voor zowel de sector van de financiële diensten als de consumenten in de EU.

2.1. Open en transparant overleg

Open raadplegingen (van onder meer groepen van belanghebbenden) zullen een centrale rol blijven spelen en zullen verplicht moeten worden georganiseerd voordat enigerlei wetgeving als noodzakelijk kan worden aangemerkt. De Commissie zal de in het kader van haar raadplegingen ontvangen reacties, concrete samenvattingen en feedback blijven publiceren.

2.2. Effectbeoordelingen

Elk nieuw Commissievoorstel zal vergezeld gaan van effectbeoordelingen. In het kader daarvan zal de reikwijdte van elk onderwerp worden afgebakend en worden uitgemaakt welke de meest aangewezen handelwijze is. In de effectbeoordelingen zal de aandacht vooral uitgaan naar de kosten en baten op algemeen economisch, sociaal en ecologisch gebied en, in voorkomend geval, naar de gevolgen voor de financiële stabiliteit, de goede werking van de markten en de bescherming van de consument.

De bij de effectbeoordelingen gevolgde methoden zullen indien mogelijk aan de betrokken belanghebbenden worden meegedeeld voordat de effectbeoordelingen worden gepubliceerd. De Commissie zal tevens per geval onderzoeken of ook voor technische uitvoeringsmaatregelen (niveau 2) effectbeoordelingen moeten worden verricht.

De Commissie verwacht voorts van het Europees Parlement en de Raad dat zij hun toezegging gestand doen om de kwaliteit van de Gemeenschapswetgeving te verbeteren door effectbeoordelingen uit te voeren wanneer zij ingrijpende wijzigingen in Commissievoorstellen willen aanbrengen[7]. Tot dusver is dit nog niet in praktijk gebracht, hetgeen als een zwakke schakel in het streven naar betere regelgeving moet worden aangemerkt[8].

2.3. Toepassing en handhaving

Het percentage van het Gemeenschapsrecht dat binnen de overeengekomen termijnen door de lidstaten in nationaal recht wordt omgezet, is jammer genoeg teleurstellend[9]. De lidstaten dienen dan ook blijk te geven van echte betrokkenheid en de regelgeving tijdig en naar behoren ten uitvoer te leggen. De nationale handhavingsmechanismen moeten worden versterkt en aaneengekoppeld. Deze gedeelde verantwoordelijkheid vormt een belangrijke uitdaging voor de EU-25, zeker met de verdere uitbreidingen die in het verschiet liggen.

De Commissie zal intensief met de lidstaten samenwerken om toezicht te houden op de gemaakte vorderingen, een correcte toepassing te waarborgen en de toevoeging van overbodige voorschriften ("goldplating") te vermijden. De Commissie zal haar online beschikbare APFD-omzettingsmatrix regelmatig bijwerken en voorzien in hyperlinks naar de uitvoeringsbepalingen van de lidstaten. Tevens zal in het jaarlijks voortgangsverslag over financiële diensten[10] aandacht worden besteed aan de algemene stand van de omzetting.

Omzettingsworkshops waaraan lidstaten en Europese regelgevers deelnemen, zullen als forum blijven fungeren voor het bereiken van overeenstemming over de toepassing van specifieke bepalingen van de EG-wetgeving en voor het oplossen van potentiële problemen voordat deze zich voordoen. De Commissie zal samenvattingen van de omzettingsworkshops publiceren en indien nodig aanvullende interpretatieve richtsnoeren verstrekken.

Deze praktijkgerichte processen zullen een effectief toezicht in de hand werken. Bij een onjuiste toepassing van bepaalde wetgeving zal de Commissie zonder aarzelen inbreukprocedures inleiden. De belanghebbenden hebben benadrukt dat hun voldoende tijd moet worden gegund om tot omzetting over te gaan. De Commissie is het daarmee eens. Wanneer de maatregelen van niveau 2 worden aangepast, moeten de omzettingswerkzaamheden op wetgevings- en technisch niveau (de niveaus 1 en 2) echter zoveel mogelijk parallel plaatsvinden.

2.4. Evaluatie achteraf

Een fundamentele vraag is of de voorschriften hun doel wel degelijk bereiken. De Commissie zal jaarlijks de algemene stand van zaken bij de financiële integratie beoordelen in haar FIM-verslag (Financial Integration Monitor – FIM)[11]. Ook de Interinstitutionele Controlegroep[12] zal een bijdrage leveren door het Lamfalussy-proces in alle sectoren van de financiële diensten te evalueren[13].

De evaluatie achteraf van het APFD en van alle nieuwe wetgevingsmaatregelen is een topprioriteit voor de Commissie in de komende vijf jaar. De Commissie hoopt tegen 2009 klaar te zijn met de uitvoering van een volledige economische en juridische beoordeling van alle APFD-maatregelen[14]. In de loop van 2007-2008 zal opdracht worden gegeven tot het verrichten van een studie terzake[15]. Ongeveer 4 jaar na het verstrijken van de omzettingstermijn van elke belangrijke maatregel zal deze worden beoordeeld.

Indien na verloop van tijd uit een zorgvuldige beoordeling en analyse blijkt dat bepaalde wetteksten niet het beoogde resultaat hebben opgeleverd, zullen deze in het kader van de wetgevingsprocedure worden gewijzigd of ingetrokken[16].

2.5. Vereenvoudiging, codificatie en verduidelijking

De communautaire en nationale uitvoeringsmaatregelen van de wetgeving op het gebied van financiële diensten moeten één coherent juridisch corpus vormen. Hoewel de Commissie heeft getracht de APFD-wetgeving zo eenvoudig en zo samenhangend mogelijk te houden, is er toch nog ruimte voor verbetering. De Commissie zal daarom overgaan tot controles van de sectorale en intersectorale samenhang, waarbij de relevante wetgeving zal worden doorgenomen om de coherentie op het gebied van de daarin gehanteerde terminologie en van het daardoor teweeggebrachte effect te waarborgen. Teneinde de samenhang van de wetgeving te onderzoeken, zal het noodzakelijk zijn de door de lidstaten gevolgde benaderingen te bestuderen, een beter inzicht te verwerven in de wijze waarop het Gemeenschapsrecht in de praktijk wordt toegepast, en erop toe te zien dat de door de markten benodigde juridische coherentie ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Het logische uitgangspunt voor deze exercitie is het Gemeenschapsrecht, maar daarbij zal ook onmiddellijk op de omzetting en toepassing ervan op nationaal niveau worden gelet.

De werkzaamheden van de Commissie, die meerdere jaren in beslag zullen nemen, zullen een aanvang nemen met de volgende concrete stappen:

- gemakkelijke toegang tot het Gemeenschapsrecht ; dit zal worden bewerkstelligd door de relevante communautaire instrumenten op internet[17] samen te brengen in een zowel voor deskundigen als voor modale burgers passende vorm;

- de eerste sectorale coherentiecontrole zal betrekking hebben op de effectenwetgeving . Er zal een werkgroep van beroepsbeoefenaars en marktdeskundigen worden opgezet om de Commissie bij te staan bij het analyseren van de voornaamste problemen. Een dergelijke exercitie is reeds aan de gang: de Werkgroep Rechtszekerheid onderzoekt grensoverschrijdende rechten op en overdrachten van effecten;

- de huidige verscheidenheid en veelheid aan informatie die aan gebruikers moet worden verstrekt, kan voor verwarring zorgen onder zowel gebruikers als dienstenaanbieders. In 2008 zal een algemene studie worden uitgevoerd om mogelijke onsamenhangendheden in en de adequaatheid van de in de bestaande EG-voorschriften vervatte informatieverplichtingen te onderzoeken ;

- de onzekerheid is bijzonder acuut op het gebied van collectieve beleggingen . Hier zijn zowel sectorale als transversale voorschriften van toepassing, naast resterende lokale advertentievoorschriften. Uit feedback van de sector blijkt dat deze situatie de efficiënte grensoverschrijdende verkoop van beleggingsfondsen hindert en tevens tot onzekerheid leidt over de vraag of de promotor dan wel de distributeur van de fondsen verantwoordelijk is wanneer diensten aan beleggers worden verkocht of aangeboden. Om helderheid over een aantal van deze aangelegenheden te verschaffen, zal de Commissie in de loop van 2006 een mededeling of een aanbeveling publiceren. Deze werkzaamheden kunnen als uitgangspunt dienen voor vergelijkbare initiatieven op andere terreinen;

- in de context van het project Solvabiliteit II voor verzekeringen is thans een grootscheepse codificatie aan de gang. Zonder dat opnieuw over het bestaande acquis wordt onderhandeld, zullen zestien verzekeringsrichtlijnen tot één nieuwe EG-verzekeringsrichtlijn worden samengevoegd. Deze exercitie kan als voorbeeld dienen voor soortgelijke codificatie-initiatieven op andere terreinen van de financiële diensten;

- bovendien zal de Commissie telkens als een incorrecte toepassing van het Gemeenschapsrecht wordt geconstateerd, passende actie ondernemen (met inbegrip van de inleiding van inbreukprocedures ) teneinde in de gehele EU een samenhangend en effectief regelgevingskader tot stand te brengen.

2.6. Gebruikers van financiële diensten: inbreng, voorlichting en geschillenbeslechting

Het FIN-USE-forum van gebruikers van financiële diensten speelt een essentiële rol bij het overbrengen van het standpunt van de gebruikers ten aanzien van de ontwikkeling van het EG-beleid op het gebied van financiële diensten[18]. Daarnaast zal de Commissie erop toezien dat gebruikers in alle toekomstige adviesgroepen evenredig vertegenwoordigd zijn.

Naarmate de overheidssector geleidelijk terugtreedt bij de financiering van sommige aspecten van de sociale stelsels, moeten burgers meer bewust worden gemaakt van en direct worden betrokken bij financiële kwesties. Teneinde de vraagzijde te versterken en het maken van goede beleggingskeuzes (bijvoorbeeld voor pensioenen) te bevorderen, is het van essentieel belang dat de transparantie en vergelijkbaarheid van de financiële producten worden vergroot en dat consumenten over deze producten worden voorgelicht. Hoewel de hoofdverantwoordelijkheid voor de educatie van consumenten bij de lidstaten berust, kan de Commissie niet alleen een pan-Europese gedachtewisseling over financiële voorlichting, consumenteneducatie en optimale werkwijzen aanmoedigen, maar ook het opzetten van gemeenschappelijke projecten bevorderen. Zij is van plan begin 2007 een conferentie over dit onderwerp te organiseren.

Om consumenten meer en beter bewust te maken van de ontwikkelingen op het gebied van financiële diensten, is de Commissie bovendien voornemens een periodieke nieuwsbrief te publiceren waarin bijzondere aandacht wordt besteed aan de aspecten van haar lopende werkzaamheden met de grootste relevantie voor de gebruiker/consument. Tevens wordt de oprichting gepland van een permanente groep van vertegenwoordigers van consumenten uit heel Europa. In deze groep zullen aangelegenheden in verband met financiële diensten worden besproken welke voor consumenten van bijzonder belang zijn. De regelmatige contacten met UNI-EUROPA, de organisatie die de werknemers in de sector van de financiële diensten vertegenwoordigt, zullen worden voortgezet.

Tenslotte speelt FIN-NET[19] een belangrijke rol door gebruikers en consumenten een vlotte toegang te bieden tot buitengerechtelijke procedures voor de regeling van grensoverschrijdende geschillen[20]. De Commissie heeft de aanzet gegeven tot een evaluatie van de rol van FIN-NET met de bedoeling de efficiëntie ervan verder te verhogen. De Commissie zal ook de op het gebied van de financiële diensten bestaande nationale systemen voor geschillenbeslechting aan een onderzoek onderwerpen teneinde eventuele leemten op te sporen.

2.7. De wisselwerking met andere beleidsterreinen verder versterken

Het is van essentieel belang dat de beleidssynergieën tussen financiële diensten en andere beleidsterreinen optimaal worden benut. In de komende vijf jaar zal de reeds intense samenwerking met andere beleidsterreinen, zoals met name mededinging (sectorale onderzoeken[21]), consumentenbeleid (consumentenbescherming en verbintenissenrecht[22]) en belastingen, verder worden uitgebreid.

Een recent onderzoek van de Commissie naar de belemmeringen voor grensoverschrijdende consolidatie in Europa[23] heeft uitgewezen dat discriminatie en onzekerheid over de belastingvoorschriften (en met name de BTW-heffing bij herstructureringen[24]) de belangrijkste hinderpalen zijn die de integratie van de financiële diensten in de weg staan. De Commissie is voornemens om na uitgebreid overleg met alle belanghebbenden een wetgevingsvoorstel in te dienen teneinde de BTW-regels voor financiële diensten aan de ontwikkeling van de eengemaakte markt voor financiële diensten aan te passen[25]. Uit het onderzoek is ook gebleken dat er nog andere beleidsterreinen zijn waarop de Commissie eventueel kan overwegen actie te ondernemen[26].

3. TOTSTANDBRENGING VAN DE JUISTE TOEZICHT- EN REGELGEVINGSSTRUCTUREN IN DE EG

3.1. Ervoor zorgen dat het Lamfalussy-proces werkt

Er is sprake van een versnelling van de integratie van de financiële markten in de EU. Sommige retailactiviteiten zullen evenwel lokaal blijven. Het feit dat ondernemingen vaak fysiek lokaal aanwezig blijven, belet hen echter niet steeds meer EU-brede schaalvoordelen na te streven door een centralisatie van het risicobeheer en de administratieve verwerking van transacties, grensoverschrijdende fusies en het gebruik van internet. De toezicht- en regelgevingsstructuren in de EU dienen derhalve dienovereenkomstig te worden aangepast – en de regelgevingskosten moeten daarbij zo beperkt mogelijk blijven. In de EU wordt de hoeksteen van de toezicht- en regelgevingsbenadering in de sector van de financiële diensten thans gevormd door het op 4 niveaus berustende Lamfalussy-proces[27]. Dit proces kan op brede steun rekenen en is succesvol gebleken: de besluitvorming en de toezichtregelingen zijn thans veel efficiënter en flexibeler.

De kern van het beleid van de Commissie bestaat erin op dit proces te blijven vertrouwen en het de komende vijf jaar verder uit te bouwen zodat het potentieel ervan optimaal wordt benut. De voornaamste vraagstukken op het gebied van het toezicht- en regelgevingsbeleid kunnen als volgt worden omschreven:

1. van bijzonder belang is de discussie over de hervorming van de comitologie;

2. versterken van de verantwoordingsplicht in het kader van het gehele proces, alsmede van de transparantie van dit proces, met name ten behoeve van het Europees Parlement en de Raad, rekening houdend met de bestaande institutionele grenzen en met het feit dat de comités van nationale toezichthouders adviesorganen zijn van de Commissie;

3. ontwikkelen van de grensoverschrijdende samenwerking tussen toezichthouders bij een toenemend aantal sectoroverschrijdende financiële kwesties;

4. garanderen dat in het kader van alle vier de niveaus van het Lamfalussy-proces de agenda voor betere regelgeving in acht wordt genomen en er zodoende voor zorgen dat regels van goede kwaliteit worden vastgesteld die consequent worden toegepast en gehandhaafd. Hoewel de comités van niveau 3 uitstekend werk hebben geleverd met de beperkte middelen waarover zij beschikken, is de Commissie van oordeel dat het hun adviezen - die soms aanzienlijke extra regelgevingskosten met zich kunnen brengen – alleen maar ten goede kan komen indien deze ook nog eens op hun gevolgen en evenredigheid worden getoetst door een groep van economische deskundigen;

5. samenwerken met de belangrijkste partners teneinde waar mogelijk een wereldwijde convergentie van de standaarden te bewerkstelligen.

3.2. Uitdagingen voor het toezicht

De verplichtingen op het gebied van de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen toezichthouders moeten worden versterkt. Tevens moet de samenwerking in crisissituaties worden gewaarborgd.

De komende vijf jaar staan de toezichthouders onder meer voor de volgende uitdagingen:

er moet duidelijkheid worden verschaft over de verantwoordelijkheden van respectievelijk de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst en deze verantwoordelijkheden moeten worden geoptimaliseerd nu de integratie zich in een alsmaar sneller tempo voltrekt; tevens moeten mogelijke besmettingsrisico's worden aangepakt (3.2.1); de delegatie van bepaalde taken en verantwoordelijkheden moet worden onderzocht, maar er moet tegelijkertijd worden gegarandeerd dat toezichthouders over de benodigde informatie beschikken en dat er sprake is van wederzijds vertrouwen (3.2.2); het toezicht moet efficiënter worden door het vermijden van overlappende rapportage- en informatieverplichtingen (3.2.3); er is behoefte aan een consequentere en vroegtijdiger samenwerking en er dient een echte EU-brede toezichtcultuur tot stand te worden gebracht (3.2.4). |

6. 3.2.1. Meer duidelijkheid verschaffen over de rol en verantwoordelijkheden van respectievelijk de toezichthouder van de lidstaat van herkomst en de toezichthouder van de lidstaat van ontvangst

Het beginsel van de verdeling van de bevoegdheden tussen de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst (dat berust op wederzijdse erkenning) en het toezicht op geconsolideerde basis vormen de kern van het toezichtsysteem van de EG. Eventuele besmettingsrisico's moeten effectief worden aangepakt – bijvoorbeeld in geval van het in gebreke blijven van een groep die in de gehele EU actief is of van een systeemrelevante instelling die in een bepaalde lidstaat actief is terwijl de verantwoordelijkheid voor het groepstoezicht bij een andere lidstaat berust[28].

Elke ontwikkeling waarbij de EU-structuren voor de uitoefening van het prudentiële toezicht gaan divergeren van de bestaande regelingen, leidt tot het ontstaan van moeilijk oplosbare problemen op het gebied van de politieke en financiële verantwoordelijkheid, vooral wanneer zulks eventueel ook nog een financiële inspanning van de overheid vereist. De Commissie pleit daarom voor een evolutionaire benadering, waarbij op concrete problemen wordt gereageerd, een juist evenwicht tussen efficiëntere en meer geconsolideerde toezichtregelingen wordt betracht, en de financiële stabiliteit in de gehele EU wordt gewaarborgd.

Ook depositogarantiestelsels spelen een belangrijke rol in het kader van de consumentenbescherming. De reeds aangevatte werkzaamheden op dit gebied moeten worden voortgezet om ervoor te zorgen dat de bestaande regelingen doeltreffend functioneren op grensoverschrijdende basis en verenigbaar zijn met andere regelingen, zoals de faciliteiten voor kredietverlening in laatste instantie en de verantwoordelijkheid voor de financiering bij financiële crisissen. De Commissie zal nagaan welke de voornaamste gelieerde kwesties zijn en in 2006 een mededeling betreffende deze problematiek publiceren.

3.2.2. De delegatie van bepaalde taken en verantwoordelijkheden tussen toezichthouders onderzoeken

De bankwetgeving biedt toezichthouders reeds de mogelijkheid de volledige verantwoordelijkheid voor het toezicht op een dochteronderneming te delegeren aan de toezichthouder van de moederonderneming. Van deze mogelijkheid is in de praktijk echter nog geen gebruik gemaakt. In dezelfde zin staat bepaalde effectenwetgeving (met name die met betrekking tot marktmisbruik en prospectussen) toe dat bepaalde taken tussen toezichthouders worden overgedragen. Er kan echter nog meer worden gedaan om informatie te delen en de toezichthoudende taken efficiënter uit te voeren[29].

Zo kan eventueel worden voorzien in bemiddelingsmechanismen voor een snelle en doeltreffende beslechting van eenvoudige dagdagelijkse grensoverschrijdende geschillen tussen toezichthouders. Dit zou de convergentie van de toezichtpraktijken in de hand werken[30].

3.2.3. Praktische maatregelen ter bevordering van de efficiëntie van het toezicht

Verschillende, naast elkaar bestaande rapportageverplichtingen brengen onnodige kosten met zich voor grensoverschrijdende groepen. Deze situatie moet worden verholpen door de invoering van een gestroomlijnd gemeenschappelijk rapportagesysteem, zonder dat lidstaten extra eisen gaan stellen. De International Financial Reporting Standards (IFRS), de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (Markets in Financial Instruments Directive – MiFID) en de uitwerking van nieuwe prudentiële voorschriften voor het bank- en verzekeringswezen bieden een unieke gelegenheid om de rapportagevormen te rationaliseren.

De Commissie acht de tijd gekomen om te werken in de richting van waarlijk gemeenschappelijke gegevens- en rapportagevereisten en – waar nodig – gemeenschappelijke databanken voor toezichtdoeleinden. De comités van niveau 3 dienen thans dringend werk te maken van het opstellen van vereenvoudigde gemeenschappelijke gegevens- en rapportagemodellen op basis van echte informatiedeling tussen nationale toezichthouders. De Commissie wil deze belangrijke efficiëntieverbeteringen tegen 2008 gerealiseerd zien. Vanaf 2009 zouden alle banken, verzekeringsondernemingen en grote beleggingsmaatschappijen uit de EU in staat moeten zijn aan hun rapportageverplichtingen te voldoen door slechts één volledig rapportagepakket aan de bevoegde toezichthouder op geconsolideerde basis toe te zenden.

3.2.4. Totstandbrenging van een pan-Europese toezichtcultuur

Om – met name voor groepen die in meerdere landen of sectoren actief zijn – tot gemeenschappelijke werkwijzen op het gebied van besluitvorming en handhaving te komen, dient in de komende vijf jaar werk te worden gemaakt van een ambitieus programma van gezamenlijke inspecties en wederzijdse beoordelingen[31], alsook van concrete maatregelen, zoals het uitwisselen van personeel, het organiseren van gezamenlijke opleidingen door toezichthouders en het uitwisselen van informatie en deskundigheid.

4. LOPENDE EN TOEKOMSTIGE WETGEVINGSACTIVITEITEN (2005-2010)

4.1. Lopende projecten

4.1.1. Retailbankieren

Op retailgebied zijn reeds drie belangrijke initiatieven genomen:

- wat het hypothecair krediet betreft, zal in de loop van 2006 een witboek worden gepubliceerd waarin initiatieven zullen worden aangekondigd die noodzakelijk en economisch gerechtvaardigd worden geacht om een integratie van de EU-markt voor hypothecair krediet te bewerkstelligen;

- wat het consumentenkrediet betreft, is op 10 oktober 2005 een gewijzigd voorstel voor een richtlijn gepubliceerd waarmee wordt beoogd een echte interne markt voor consumentenkrediet tot stand te brengen en de consumenten een betere bescherming te bieden[32];

- het voorstel voor een richtlijn betreffende betalingsdiensten zal leiden tot intensievere concurrentie en tevens meer duidelijkheid verschaffen over de rechten en plichten van betalingsdienstgebruikers en –aanbieders. Dit initiatief zal de inspanningen van de sector om tegen 2010 een eengemaakte eurobetalingsruimte (Single European Payment Area – SEPA) te verwezenlijken vergemakkelijken en ondersteunen. Tegen 2007 zal de Commissie nagaan welke verdere maatregelen eventueel vereist zijn om ervoor te zorgen dat de SEPA tijdig wordt gerealiseerd.

4.1.2. Solvabiliteit II

Met het project Solvabiliteit II wordt beoogd de regelgeving voor en het toezicht op het verzekeringsbedrijf in de EU grondig te moderniseren. Het is de bedoeling dat de solvabiliteitsvereisten voor verzekeringsondernemingen worden berekend op basis van de gelopen risico's. Voorts zullen de verzekeringsverplichtingen (technische voorzieningen) op een meer geharmoniseerde wijze worden berekend en zal de convergentie van de toezichtpraktijken worden bevorderd.

Dit project, dat brede steun geniet, is geënt op de internationale ontwikkelingen op het gebied van de financiële verslaggeving, het toezicht en de actuariële wetenschap, en zal tevens rekening houden met de belangrijke ontwikkelingen op bankgebied in het kader van Bazel II.

De Commissie is voornemens haar in één enkele tekst gegoten voorstel medio 2007 in te dienen; de kaderwetgeving zal vervolgens worden vervolledigd met volgens de comitéprocedure aangenomen maatregelen van niveau 2.

4.1.3. Herziening van de wetgeving inzake gekwalificeerde deelnemingen

Toezichthouders beschikken over de bevoegdheid om potentiële investeringen, fusies en overnames in de financiële sectoren te blokkeren. Er wordt sterk aangedrongen op meer duidelijkheid, transparantie en openheid ten aanzien van de wijze waarop toezichthouders gekwalificeerde deelnemingen beoordelen. De Commissie en de comités van toezichthouders (CEBT en CETVB) zijn reeds begonnen met het herzien van artikel 16 van de Bankrichtlijn en artikel 15 van de Verzekeringsrichtlijn en met het vaststellen van gemeenschappelijke prudentiële criteria. Voor het bankwezen wordt medio 2006 een voorstel verwacht; voor het verzekeringsbedrijf zullen deze werkzaamheden vermoedelijk plaatsvinden in het kader van Solvabiliteit II.

4.1.4. Clearing & afwikkeling

Grensoverschrijdende clearing- en afwikkelingsinfrastructuren zijn veel duurder dan nationale, maar niet even veilig en efficiënt. De hoge kosten die aan grensoverschrijdende transacties verbonden zijn, zijn te wijten aan technische, juridische en fiscale belemmeringen[33]. Daarbij komt nog dat er op dit terrein geen regelgevingskader op EU-niveau bestaat.

In haar mededeling van 2004 heeft de Commissie te kennen gegeven dat het noodzakelijk kan blijken een kaderrichtlijn vast te stellen om een efficiënte, veilige en goedkope clearing- en afwikkelingssector tot stand te brengen. De Commissie is deze mogelijkheid momenteel aan het onderzoeken: zij heeft de aanzet gegeven tot een zeer uitgebreide raadpleging en effectbeoordeling. Zodra dit proces is voltooid, zal de Commissie in de loop van 2006, mede in het licht van eventuele nieuwe marktontwikkelingen, uitmaken hoe het verder moet en of zij met een formeel voorstel zal komen.

4.2. Lopende gedachtewisselingen

4.2.1. Opheffing van ongerechtvaardigde belemmeringen voor grensoverschrijdende consolidatie

De Commissie is nagegaan welke de potentiële belemmeringen voor grensoverschrijdende investeringen en de economische rationalisatie in Europa zijn en heeft deze onderzocht[34]. Zij heeft ook gecontroleerd in hoeverre de in het Verdrag verankerde rechten betreffende het vrij verkeer van kapitaal worden gerespecteerd[35]. Het wegwerken of althans reduceren van ongerechtvaardigde belemmeringen zal aan het concurrentievermogen van de financiële sectoren en van de economie als geheel ten goede komen en de groei en de werkgelegenheidsschepping bevorderen. Verwacht wordt dat in 2006 follow-upactie zal worden ondernomen (zie ook 4.1.3).

4.2.2. Richtlijn betreffende elektronisch geld

Momenteel is een evaluatie van de richtlijn betreffende elektronisch geld aan de gang. Er zijn immers diverse tekenen die erop duiden dat deze richtlijn niet voldoende rechtszekerheid heeft opgeleverd en de marktontwikkeling kan hebben tegengewerkt. In het voorjaar van 2006 zal een verslag worden gepubliceerd, dat vergezeld zal gaan van passende beleidsaanbevelingen.

4.2.3. Verzekeringsgarantieregelingen

In de loop van 2006 zal de Commissie beslissen of zij wetgeving op dit terrein zal voorstellen.

4.2.4. Verdrag van Den Haag inzake effecten

De door de Raad verlangde juridische beoordeling van een aantal aspecten van het Verdrag van Den Haag inzake effecten[36] zal de Raad helpen bij het nemen van een beslissing over het door de Commissie ingediende voorstel tot ondertekening.

4.2.5. Optionele instrumenten

Uit de raadpleging is gebleken dat er wijdverbreid scepticisme heerst ten aanzien van de haalbaarheid en het nut van optionele instrumenten (" 26 ste regelingen ") in de sector van de financiële diensten. De voorstanders van dergelijke optionele instrumenten dienen hun opvattingen toe te lichten en nadere uitleg te verstrekken over de juridische en praktische haalbaarheid en voordelen van deze instrumenten. De Commissie blijft voor het idee openstaan[37], maar moet nog worden overtuigd van het feit dat optionele instrumenten marktdeelnemers aanzienlijke voordelen te bieden hebben.

4.3. Terreinen waarop in dit stadium geen nieuwe wetgeving is gepland

Op de volgende belangrijke terreinen is geen nieuwe wetgeving gepland: ratingbureaus , financiële analisten , maatregelen van niveau 2 voor de Overnamerichtlijn met betrekking tot de voor het biedingsbericht geldende vereisten en kapitaalvereisten voor gereglementeerde markten . De Commissie is van oordeel dat de bestaande wettelijke voorschriften (of die welke thans in voorbereiding zijn, zoals de MiFID-maatregelen van niveau 2) momenteel volstaan, alsook dat de lidstaten in een betere positie verkeren en dat zelfregulering door de marktdeelnemers beter geschikt is om tot de meest aangewezen reactie op de marktontwikkelingen te komen.

4.4. Toekomstige initiatieven

Volgens de Commissie zijn er twee terreinen waarop doelgerichte, empirisch onderbouwde initiatieven aan de EU-economie ten goede kunnen komen, namelijk dat van de beleggingsfondsen en dat van de financiële diensten voor consumenten. De werkzaamheden op deze terreinen zullen door een bottom-upbenadering worden gekenmerkt, op uitgebreide raadplegingen zijn gebaseerd, bij de marktontwikkelingen aansluiten, en met de wisselwerking tussen bestaande wetgeving en nieuwe initiatieven rekening houden.

4.4.1. Beleggingsfondsen

Het EU-regelgevingskader moet de fondsensector, waaraan momenteel een vermogen van ruim 5 000 miljard EUR is toevertrouwd, in staat stellen, enerzijds, degelijk gestructureerde, goed beheerde collectieve beleggingsinstrumenten aan te bieden die de hoogst mogelijke opbrengsten genereren en die aansluiten bij de financiële draagkracht en de risicobereidheid van de individuele beleggers en, anderzijds, deze beleggers alle nodige informatie te verstrekken om de risico’s en kosten in te schatten.

De werkzaamheden om een consequente toepassing van de icbe-wetgeving te garanderen, zoals onder meer die welke tot een beter functionerend icbe-paspoort, een beter begrip van de beleggingsbeperkingen en een consistentere omzetting van de bestaande icbe-wetgeving moeten leiden, zijn reeds goed opgeschoten.

In het groenboek van de Commissie van juli 2005 over de verbetering van het EU-regelgevingskader voor beleggingsfondsen[38] wordt het bestaande icbe-kader geëvalueerd in het licht van de actuele ontwikkelingen in de fondsensector.

De op het groenboek ontvangen reacties[39] en de aan de gang zijnde werkzaamheden zullen de Commissie de elementen aanreiken die zij nodig heeft om zich een helder, empirisch onderbouwd beeld te vormen van de inhoud en vorm van eventuele toekomstige maatregelen. De standpunten van de Commissie zullen vervolgens worden uiteengezet in een witboek, dat in de tweede helft van 2006 zal worden gepubliceerd.

4.4.2. Financiële diensten voor consumenten: bankrekeningen en kredietbemiddelaars

Er dient verdere actie te worden ondernomen om de versnipperde retailmarkten voor financiële diensten open te stellen. De Commissie zal een doelgerichte en op overleg gebaseerde benadering volgen, waarbij alle marktdeelnemers bij elk stadium van de beleidsvorming zullen worden betrokken. Zij is van oordeel dat de onderstaande financiële diensten voor consumenten nadere aandacht verdienen.

Het hebben van een bankrekening fungeert voor de meeste consumenten als toegangspunt tot financiële diensten en markten, en wordt ook steeds belangrijker om als burger aan de markten en de samenleving te kunnen deelnemen. Dit is meer dan ooit het geval in de context van het gebruik van elektronische betalingen binnen de eengemaakte betalingsruimte. De ongerechtvaardigde belemmeringen die voor alle soorten bankrekeningen (rekeningen-courant, spaarrekeningen en effectenrekeningen) gelden, moeten worden opgeheven[40], de consumenten moeten over een ruimere keuze beschikken en de concurrentie tussen dienstenaanbieders moet worden bevorderd.

De Commissie zal een uit vertegenwoordigers van de sector en de gebruikers bestaande deskundigengroep in het leven roepen om de bestaande problemen in verband met gebruikersmobiliteit (bv. grensoverschrijdende opening van rekeningen (inclusief online), afsluitprovisies en overstappen van de ene bank naar de andere) op te sporen en het nut van een eventuele standaardbankrekening te onderzoeken. De resultaten van de werkzaamheden van de deskundigengroep moeten begin 2007 beschikbaar komen. De Commissie zal nagaan of er economische argumenten bestaan voor het nemen van initiatieven. Zij zal zich daartoe baseren op de aan de gang zijnde sectorale onderzoeken in het kader van het mededingingsbeleid[41]. Zonder vooruit te willen lopen op de uitkomst van het wetgevingsproces met betrekking tot de Richtlijn Consumentenkrediet, acht de Commissie het noodzakelijk dat verder onderzoek wordt verricht op het terrein van de kredietbemiddelaars . De Commissie zal opdracht geven tot het uitvoeren van een studie om informatie te verzamelen over de toepasselijke nationale regels en om eventuele problemen op te sporen die door uiteenlopende dan wel overlappende regels worden veroorzaakt. In het kader van deze studie, waarvan de resultaten in 2008 beschikbaar moeten komen, zal rekening worden gehouden met de ervaring die met de bestaande wetgeving op het gebied van verzekerings- en effectenbemiddeling is opgedaan.

5. DE EXTERNE DIMENSIE

Standaarden en optimale werkwijzen worden steeds vaker op wereldniveau vastgesteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor de financiële verslaggeving, de accountantscontrole en de kapitaalvereisten voor het bankwezen. Gezien de omvang van de EU-markt en de Europese ervaring met het vinden van pragmatische oplossingen die erop gericht zijn de gerechtvaardigde roep om geharmoniseerde regels en de uiteenlopende behoeften van verschillende markten/culturen/spelers met elkaar te verzoenen, dient de EU een vooraanstaande rol te spelen bij de vaststelling van standaarden op mondiaal niveau.

De EU bezit de meest open financiële markt ter wereld en heeft daarmee een alsmaar sterker wordende troef in handen. De invoering van de euro, die werd vergemakkelijkt door het vrij verkeer van kapitaal, stelt wereldwijd de norm wat openheid en transparantie betreft. Andere landen dienen dit voorbeeld te volgen. De EU zet zich volledig in voor een ambitieuze openstelling van de mondiale markten voor financiële diensten. Deze inzet komt tot uiting in de GATS-onderhandelingen in het kader van de Doha-ronde van de WTO en andere handelsbesprekingen.

De door de Commissie gevolgde benadering bij de dialogen op regelgevingsgebied - uitwisselen van informatie, opsporen van stroomopwaartse potentiële regelgevingsproblemen en zoeken naar voor alle partijen aanvaardbare oplossingen - kan op veel steun rekenen. De Commissie zal daarom de succesvolle, probleemoplossende dialoog tussen de EU en de VS over de financiële markten verder uitdiepen – en de lidstaten, het Europees Parlement, de particuliere sector en andere relevante belanghebbenden daarvan voortdurend op de hoogte houden.

Voorts is de Commissie voornemens de dialoog en de samenwerking op financieel gebied met andere landen, zoals Japan, China, Rusland en India, uit te bouwen, waarbij zoveel mogelijk met de prioriteiten van de sector rekening zal worden gehouden.

Ook dient de EG sterk vertegenwoordigd te zijn in internationale instanties, waar zij met één stem dient te spreken in aangelegenheden zoals de strijd tegen zakelijke en commerciële fraude, het witwassen van geld, terrorismefinanciering, belastingontwijking, corruptie en andere malafide praktijken. Er moet effectieve samenwerking en informatie-uitwisseling plaatsvinden, ook met financiële offshorecentra. Het Europese optreden in internationale fora, zoals het Bazelse Comité, IAIS, IOSCO en UNIDROIT, moet sterker worden gecoördineerd zodat de Europese onderhandelingsposities exact worden bepaald voordat de vergaderingen in deze fora plaatsvinden. Bovendien moet de Commissie ook worden toegelaten tot het Forum voor financiële stabiliteit (Financial Stability Forum), waaraan zij momenteel om onduidelijke redenen niet mag deelnemen.

6. CONTROLEPROCES

Elk jaar zal de Commissie een gedetailleerd verslag publiceren over de vorderingen en ontwikkelingen die zijn geconstateerd op de terreinen die in dit witboek aan de orde zijn gekomen.

-o-

Annex I: Concrete tasks or activities contained in White Paper Financial Services |

What | Who | When |

BETTER REGULATION – CONSULTATION AND IMPACT ASSESSMENTS (2.1 / 2.2) |

Transparent consultation procedures | European Commission | ongoing |

Ex ante evaluations (impact assessments) in preparation of all new proposals | European Commission | ongoing |

Ex ante evaluations (impact assessments) in preparation of significant level-2 measures | European Commission | ongoing |

Ex ante evaluations (impact assessments) in preparation of substantive amendments to European Commission proposals | European Parliament and Council | ongoing |

IMPLEMENTATION AND ENFORCEMENT (2.3) |

Improve timely and accurate transposition and enforcement of EC Directives | Member States | ongoing |

Update transposition matrix of FSAP measures (web-site) | European Commission | ongoing |

Complete transposition matrix with hyper-links to national transposing legislation | European Commission | 10/2005 until 02/2006 |

Convene and run transposition workshops | European Commission | ongoing |

Publication summary notes of transposition workshops and interpretative guidance for transposition | European Commission | ongoing |

Launch infringement procedures in case of faulty transposition and incorrect enforcement | European Commission | ongoing |

Set adequate (aligned) transposition time for level-1 and level-2 measures | European Commission, European Parliament and Council | ongoing |

EX-POST EVALUATION (2.4) |

Publication of Financial Integration Monitor Report | European Commission | annually |

Assistance to the Inter-Institutional Monitoring Group | European Commission | 2005-2007 |

External study on impact of FSAP (measuring empirical and economic effects) | European Commission | 2007-2008 |

Workshop with economic experts (as input for full evaluation of FSAP measures) | European Commission | autumn 2006 |

Ex-post evaluations of all new legislative measures | European Commission | 4 years after transposition |

SIMPLIFICATION, CODIFICATION AND CLARIFICATION (2.5) |

Setting up and running an Advisory Committee to assist the European Commission in the Economic and legal evaluation of securities legislation | European Commission | 2005 and beyond |

Running of Legal Certainty Group in the area of Clearing and Settlement, consisting of practitioners and market experts: support work of the network and ensure secretariat | European Commission | 2005 and beyond |

Consistency check on information requirements and marketing and distribution requirements in financial services legislation: launch of external study | European Commission | 2008 |

Communication/Recommendation on marketing of investment funds | European Commission | 2006 |

Solvency II – codification of Insurance Directives + technical work on modernising solvency requirements | European Commission | ongoing; proposal 2007 |

USERS OF FINANCIAL SERVICES: INPUT, EDUCATIONS AND REDRESS (2.6) |

FIN-USE: support work of the group and ensure secretariat | European Commission | Ongoing 6/7 meetings per year |

Conference to discuss financial education and consumer literacy | European Commission | Early 2007 |

Periodic newsletter pointing to ongoing work/initiatives of relevance for consumers/users/SME’s | European Commission | 2006 and beyond; twice a year |

Establishment and running of Financial Services Consumer Group (representatives from all MS) | European Commission | 2006; 2/3 meetings per year |

Continuation of regular contacts with UNI-EUROPA (Trade Unions – financial services employees) | European Commission | Ongoing; twice a year |

FIN-NET: support work of the network and ensure secretariat | European Commission | Ongoing; 2 meetings per year |

FIN-NET: Task Force with a view to maximise FIN-NET’s efficiency | European Commission | Ongoing; 2-3 meetings |

Dolceta project: web-based tool for educational institutions, governments to use for financial training | European Commission | Ongoing |

Investigation of redress systems in the area of financial service in place in Member States | European Commission | 2006 |

FURTHER REINFORCING THE INTERACTION WITH OTHER POLICY AREAS (2.7) |

Reinforcing interaction with other policy areas, e.g. competition, consumer policy and taxation. | European Commission | ongoing |

Fiscal Compliance Experts’ group in area of Clearing and Settlement: support work of the group and ensure secretariat | European Commission | ongoing |

ENSURING THE RIGHT EC REGULATORY AND SUPERVISORY STRUCTURES – MAKING THE LAMFALUSSY PROCESS WORK (3.1) |

Aim at permanent inter-institutional stability to maintain the Lamfalussy arrangements | Council, European Parliament and European Commission | Ongoing |

Improve the accountability and transparency applied in the Lamfalussy process | Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR, while informing the European Commission | Ongoing |

Develop cross-sectoral regulatory cooperation | Regulatory Committees: EBC, EIOPS, ESC | Ongoing |

Consultation + ex ante evaluations (impact assessments) in preparation of draft advice to the European Commission | Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR | 2006 and beyond |

SUPERVISORY CHALLENGES (3.2) |

Assessment of roles and responsibilities of home/host supervisors | European Commission in co-op with respective Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR | Ongoing |

Study on liquidity management in banks and Member States’ prudential requirements | European Commission | 2006 |

Communication on Deposit Guarantee Schemes (including impact assessment) | European Commission | mid-2006 |

Explore delegation of tasks and responsibilities between supervisors | Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR | Ongoing |

Conference on Supervisory Convergence in the banking sector | European Commission in co-op with CEBS and banking industry | 2007 |

Mediation mechanisms at supervisory level | Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR; in co-op with the European Commission | Ongoing |

Improving efficiency of supervision by common data and reporting templates | Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR | By 2008 |

Deliver common decision-making and enforcement practices (joint inspections, peer reviews, staff exchanges, joint training, exchange of information/expertise) | Supervisory Committees: CEBS, CEIOPS, CESR | By 2010 |

FUTURE INITIATIVES – ONGOING PROJECTS (4.1) |

White Paper on mortgage credit | European Commission | End 2006 |

Concrete actions in mortgage credit (follow-up White Paper) | European Commission | 2007and beyond |

Modified proposal for a Consumer Credit Directive | European Commission | 2005 |

Proposal for a Payments Directive | European Commission | End 2005 |

Examination if further measures are necessary to ensure a Single European Payments Area | European Commission | By 2007 |

Proposal for a Solvency II Directive | European Commission | Mid-2007 |

Revision of Art. 16 Banking Directive | European Commission | proposal by mid-2006 |

Revision of Art. 15 Insurance Directive | European Commission | In parallel to revision Art. 16 BD; in context of Solvency II work |

(possible) initiatives on Clearing and Settlement | European Commission | 2006 |

REFLECTIONS UNDERWAY (4.2) |

(possible) follow up actions after ECOFIN discussions on x-border consolidation | European Commission | 2006 and beyond |

Report on the functioning of the E-money Directive | European Commission | spring 2006 |

(possibly) Insurance Guarantee schemes | European Commission | A decision will be taken 1st half 2006 |

Legal assessment on the Hague Securities Convention | European Commission | Ongoing |

Optional instruments ("26th regime"): ongoing work on CFR and impact assessment on optional instruments | European Commission | 2005 and beyond |

Optional instruments ("26th regime"): possible forum group, once more groundwork has been done, based on a specific product | European Commission | Possibly in 2006 |

FUTURE INITIATIVES (4.4) |

White Paper on investment funds | European Commission | autumn 2006 |

Regulation to clarify the definitions of eligible assets for UCITS | European Commission | 2006and beyond |

Communication on marketing of UCITS | European Commission | 2006 and beyond |

Other concrete actions in investment funds (follow-up White Paper) | European Commission | 2007 and beyond |

Expert group on Bank Accounts | European Commission | early 2007 |

External study, assessing whether EU-level action on bank accounts is advisable | European Commission | end 2007 |

Studying access to banking services throughout the EU | European Commission | 2006 and beyond |

Work on Credit Intermediaries, building on evaluations of insurance and securities intermediation: study | European Commission | 2008 |

THE EXTERNAL DIMENSION (V) |

Strive for an ambitious opening of global financial services markets in the WTO | European Commission | ongoing |

Further deepening the Financial Markets Regulatory Dialogue with the US | European Commission | ongoing |

Widen dialogues and cooperation with other countries, including Japan, China, Russia and India | European Commission | ongoing |

Improve representation and manage co-ordination of EU-positions in international bodies | European Commission | ongoing |

MONITORING PROGRESS (VI) |

Publication of annual Progress Report to monitor progress and main developments in financial services | European Commission | December 2005 + every year |

-o-

[1] Groenboek over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010), gepubliceerd op 3 mei 2005. Dit groenboek is nog steeds actueel als achtergrond voor de gemaakte beleidskeuzes. Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/docs/actionplan/index/green_nl.pdf. In het kader van de openbare raadpleging, die liep tot 1 augustus 2005, zijn 150 bijdragen ontvangen. Tegelijk met dit witboek is een feedbackdocument gepubliceerd.

[2] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/docs/actionplan/infosession/results_en.pdf.

[3] Verslag ter behandeling door de EU–ministers van Financiën op 2 juni 2004, slechts beperkt verspreid.

[4] Zie: http://www.europarl.eu.int/meetdocs/2004_2009/documents/PR/553/553131/55311nl.pdf.

[5] "Gemeenschappelijke acties voor groei en werkgelegenheid: het communautair Lissabon-programma", COM(2005) 330 definitief, zie: http://europa.eu.int/growthandjobs/pdf/COM2005_330_nl.pdf, en "Working together for growth and jobs: Next steps in implementing the revised Lisbon strategy", SEC(2005) 622/2 van 29.4.2005, zie: http://europa.eu.int/growthandjobs/pdf/SEC2005_622_en.pdf.

[6] Hoewel zulks niet binnen het bestek van dit witboek valt, is het van primordiaal belang dat op het gebied van durfkapitaal prioriteiten voor verdere initiatieven worden vastgesteld. De Commissie dient daar in de komende vijf jaar dan ook bijzondere voorrang aan te verlenen.

[7] Zie het interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven (PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1) en de conclusies van de Raad (Concurrentievermogen) inzake betere regelgeving (9501/05).

[8] Tot dusver heeft de Commissie bijna 80 effectbeoordelingen verricht, tegen het Parlement en de Raad slechts 1. Met betrekking tot de eigen wetgevingsinitiatieven van de lidstaten op het gebied van justitie en binnenlandse zaken is nog geen enkele effectbeoordeling uitgevoerd.

[9] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/actionplan.

[10] Het volgende voortgangsverslag is voor januari 2006 gepland.

[11] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/cross-sector/index_en.htm#monitor.

[12] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/cross-sector/index_en.htm#interinstitutional.

[13] Het Lamfalussy-proces wordt toegepast in de volgende sectoren: banken, verzekeringen, bedrijfspensioenen, effecten en icbe's; horizontale aangelegenheden, zoals corporate governance, accountantscontrole en financiële verslaggeving, vallen in beginsel niet onder het Lamfalussy-proces, tenzij de initiatieven die op deze terreinen worden ontplooid, specifiek op financiële diensten betrekking hebben.

[14] Afgezien van de maatregelen waarvan de omzettingstermijn na 2005 afloopt.

[15] De Commissie is voornemens in het najaar van 2006 een workshop met economische deskundigen te organiseren ter voorbereiding van deze werkzaamheden.

[16] In het kader van de raadpleging over het groenboek zijn geen wetteksten gesignaleerd die voor onmiddellijke intrekking in aanmerking komen.

[17] Met hyperlinks naar de nationale omzettingswetgeving. Zie afdeling 2.3.

[18] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finservices-retail/finuse_en.htm.

[19] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finservices-retail/finuse_en.htm.

[20] Hetgeen tot een toenemend aantal zaken leidt (in 2001: 335; in 2002: 601; en in 2003: 796).

[21] Op 13 juni 2005 heeft de Commissie besloten onderzoeken uit te voeren in twee sectoren van de financiële diensten, namelijk retailbankieren en zakelijke verzekeringen. In het kader van deze onderzoeken zal worden nagegaan of de concurrentie (en met name de grensoverschrijdende concurrentie) in beide sectoren ten volle functioneert.

[22] De Commissie is momenteel een gemeenschappelijk referentiekader aan het uitwerken dat de samenhang van het Europese verbintenissenrecht moet helpen bevorderen.

[23] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/docs/cross-sector/mergers/cross-border-consolidation_en.pdf.

[24] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/docs/cross-sector/mergers/survey-results_en.pdf: B.1.2 Tax Barriers.

[25] Mededeling met als titel "Bijdrage van het belasting- en douanebeleid tot de Lissabon-strategie".

[26] Wat beleggingsfondsen betreft, is de behandeling van fusies van fondsen als belastbare gebeurtenis het grootste struikelblok voor de rationalisering van de overbevolkte fondsensector.

[27] Zie: http://europa.eu.int/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/02/195&format=HTML&aged=1&language=EN&guiLanguage=en.

[28] De Commissie zal opdracht geven tot het uitvoeren van een studie naar het liquiditeitsbeheer bij banken en de nationale prudentiële vereisten.

[29] In 2007 zal een conferentie over de convergentie van het toezicht in de banksector worden georganiseerd.

[30] De deelname aan deze mechanismen moet op vrijwillige basis geschieden op grond van een gedeelde plicht tot medewerking. Tevens moeten de geheimhoudingsplicht en de grenzen van het Europese institutionele kader worden gerespecteerd.

[31] Deze beoordelingen kunnen eventueel openbaar worden gemaakt.

[32] Zie: http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/fina_serv/cons_directive/2ndproposal_nl.pdf.

[33] De zogeheten Giovannini-belemmeringen. De Commissie zal zich samen met diverse groepen (CESAME, FISCO) blijven inzetten om deze belemmeringen voor grensoverschrijdende clearing en afwikkeling weg te werken.

[34] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/finances/cross-sector/index_en.htm#obstacles, alsook afdeling 2.7.

[35] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/capital/docs/communication_en.pdf.

[36] Een multilateraal verdrag inzake rechtsconflicten ten aanzien van effecten die bij een intermediair worden aangehouden.

[37] In de mededeling van oktober 2004 over het Europees verbintenissenrecht en de herziening van het acquis heeft de Commissie aangekondigd dat zij optionele instrumenten aan een effectbeoordeling zal onderwerpen.

[38] Zie: http://europa.eu.int/comm/internal_market/securities/docs/ucits/greenpaper_nl.pdf.

[39] De reacties zullen in het najaar van 2006 worden gepubliceerd.

[40] Afgezien van de aspecten die reeds in het kader van het initiatief met betrekking tot de betalingen zijn aangepakt.

[41] Zie afdeling 2.7.