52003DC0251

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) - Voorstel voor een EU-actieplan /* COM/2003/0251 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT - WETSHANDHAVING, GOVERNANCE EN HANDEL IN DE BOSBOUW (FLEGT) - VOORSTEL VOOR EEN EU-ACTIEPLAN

INHOUD

1. SAMENVATTING

2. INLEIDING

3. AANLEIDING TOT EN REIKWIJDTE VAN HET ACTIEPLAN

4. HET ACTIEPLAN VAN DE EU VOOR WETSHANDHAVING, GOVERNANCE EN HANDEL IN DE BOSBOUW (FLEGT)

4.1 Steun aan houtproducerende landen

4.2 Handel in hout

4.3 Overheidsopdrachten

4.4 Initiatieven van de particuliere sector

4.5 Financiering en investeringen

4.6 Ondersteuning van het Actieplan met de bestaande wetgevingsinstrumenten

4.7 Conflicthout

5. COÖRDINATIE EN PROGRAMMERING

6. VOLGENDE STAPPEN

BIJLAGEN

1. SAMENVATTING

Het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Forest Law Enforcement, Governance and Trade, FLEGT) behelst een proces en een pakket van maatregelen waarmee de Europese Commissie voorstelt het groeiende probleem van illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel aan te pakken. Dit vraagstuk is een van de prioriteiten van de Europese Commissie voor de follow-up van de wereldtop van 2002 over duurzame ontwikkeling.

Het actieplan is het begin van een proces dat bijzondere nadruk legt op hervorming van governance en capaciteitsopbouw, ondersteund door activiteiten ter bevordering van de multilaterale samenwerking en complementaire maatregelen om de vraag naar illegaal geoogst hout [1] terug te dringen in de EU en later de grote eindgebruikersmarkten elders ter wereld.

[1] Met ,hout" wordt in deze tekst rondhout en ruw gezaagd hout bedoeld. De term ,houtproducten" impliceert verdere verwerking.

Ontwikkelingssamenwerking: streven naar billijke en rechtvaardige oplossingen voor het probleem van illegaal kappen, die arme mensen niet benadelen. Partnerlanden helpen systemen op te zetten om te controleren of hout legaal is geoogst. Bevorderen van transparantie van informatie. Capaciteitsopbouw voor overheid en civiele samenleving in de partnerlanden. Bevorderen van beleidshervormingen.

Handel in hout: De EU zal voor de langere termijn een dialoog aangaan met de houtproducerende en houtverbruikende landen, gericht op intensievere internationale samenwerking bij de aanpak van illegaal kappen en op ontwikkeling van een multilateraal actiekader. Voor de onmiddellijke termijn wordt voorgesteld een vrijwillig vergunningenstelsel in te voeren, dat inhoudt dat de partnerlanden een attest afgegeven dat naar de EU uitgevoerd hout legaal is geoogst. Voor de uitvoering hiervan is een verordening van de Raad noodzakelijk. De Commissie onderzoekt de mogelijkheden voor en het effect van verdere maatregelen, waaronder, indien vorderingen op multilateraal vlak uitblijven, de haalbaarheid van wetgeving om de invoer van illegaal geproduceerd hout in de EU te beperken.

Overheidsopdrachten: praktische informatie zal worden verstrekt om aanbestedende instanties te leiden bij de aanpak van de legaliteitskwestie bij de specificaties van hout in het kader van aanbestedingen.

Initiatieven van de particuliere sector: maatregelen worden voorgesteld ter stimulering van initiatieven van de particuliere sector op bosbouwgebied, zoals vrijwillige gedragscodes om alleen legaal verkregen hout aan te kopen.

Bescherming van financiering en investeringen: banken en financiële instellingen die in de bosbouw investeren moeten worden aangemoedigd zorgvuldigheidsprocedures te ontwikkelen die rekening houden met de ecologische en sociale impact van leningen voor de bosbouwsector. Een en ander moet geschieden conform de bestaande wetgeving. Exportkredietinstellingen die bosbouwprojecten steunen, moeten worden aangemoedigd richtsnoeren op te stellen voor het verbeteren van de procedures voor screening van projecten en gedragscodes te ontwikkelen.

Tenuitvoerlegging: voor de tenuitvoerlegging van bovengenoemde activiteiten wordt een gecoördineerde EU-respons voorgesteld, die gebruik maakt van de uiteenlopende sterke punten en capaciteiten van de Commissie en de lidstaten van de EU. Samen met de lidstaten zal een gezamenlijk werkprogramma worden opgezet om dit te bevorderen.

2. INLEIDING

Illegaal kappen houdt in dat hout wordt geproduceerd in strijd met de nationale wetgeving. Gezien de clandestiene aard is de omvang en waarde ten opzichte van de wereldwijde handel in bosbouwproducten (volgens de OESO jaarlijks meer dan 150 miljard euro [2]) moeilijk te schatten. Er zijn echter sterke aanwijzingen dat het hier gaat om een aanzienlijk en groeiend probleem. In het rapport van de Wereldbank over haar wereldwijde bosbouwbeleid in 1999 wordt opgemerkt dat in veel landen de omvang van de illegale houtkap gelijk is aan die van de legale productie. In andere landen is de legale productie aanzienlijk kleiner [3].

[2] OECD Environmental Outlook (2001).

[3] Wereldbank, Forest Sector Review (1999).

Er zijn nauwe banden tussen de illegale exploitatie van natuurlijke rijkdommen, waaronder de bossen, en corruptie en georganiseerde criminaliteit. In sommige bosrijke landen is de corruptie die wordt gevoed met de winsten uit illegaal kappen zo toegenomen dat de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten worden ondermijnd.

In sommige gevallen is er ook een verband tussen de illegale exploitatie van bossen en gewelddadige conflicten. De winsten uit de illegale exploitatie van bossen (en andere natuurlijke hulpbronnen) worden vaak gebruikt om deze conflicten te financieren en langer te laten duren.

Illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel ondermijnen de concurrentiepositie van legitieme bosbouwactiviteiten in zowel exporterende als importerende landen. Dit beperkt de mogelijkheden van deze bedrijven om activiteiten uit te oefenen die duurzaam bosbeheer en duurzame ontwikkeling in het algemeen bevorderen.

Illegaal kappen kost de overheid handenvol geld. Volgens schattingen zouden de houtproducerende landen door illegaal kappen 10 tot 15 miljard euro per jaar aan inkomsten derven [4], geld dat had kunnen worden besteed aan verbetering van de gezondheidszorg, het onderwijs en andere publieke voorzieningen, en duurzaam bosbeheer.

[4] Wereldbank, Revised Forest Strategy (2002).

Illegaal kappen veroorzaakt ook enorme milieuschade en leidt tot een verlies van biologische diversiteit, bijvoorbeeld door het kappen in nationale parken. Bovendien kan het de illegale jacht op wild faciliteren. Het kan bijdragen tot ontbossing en de kwetsbaarheid voor bosbranden vergroten - verschijnselen die tot klimaatverandering kunnen leiden. Duurzaam bosbeheer wordt bemoeilijkt en de bestaanszekerheid van mensen die van de bosbouw afhankelijk zijn, waaronder vele van 's werelds armste en meest gemarginaliseerde mensen, wordt aangetast.

Illegaal kappen ondermijnt daarmee veel van de wezenlijke aspecten van de ontwikkelingsdoelstellingen van de EG: overheidsfinanciering voor ontwikkeling die ten goede komt aan de armen, vrede, veiligheid, goed bestuur, bestrijding van corruptie en duurzaam milieubeheer.

Hoewel de aanbodzijde van het probleem bij de houtproducerende landen ligt, kan de grote internationale vraag naar hout worden misbruikt door weinig scrupuleuze handelaars en ondernemers, met het aanmoedigen van illegaal kappen als gevolg. Aangezien deze vraag voor een belangrijk deel uit de EU komt, kunnen de EU en andere grote verbruikers van houtproducten belangrijke maatregelen nemen om de vraag te sturen in de richting van uitsluitend legaal geoogst hout.

3. AANLEIDING TOT EN REIKWIJDTE VAN HET ACTIEPLAN

In deze mededeling wordt een actieplan voorgesteld waarmee de Europese Unie de inspanningen wil steunen om illegaal kappen aan te pakken. De Commissie is met het werk hieraan begonnen na een ministeriële conferentie die in september 2001 in Indonesië is gehouden. In het kader van de ontwikkeling van het actieplan heeft zij in april 2002 in Brussel een internationale workshop georganiseerd, die is bijgewoond door deskundigen uit de belangrijkste houtproducerende en -importerende landen, de bosbouwindustrie, de civiele samenleving en andere belanghebbenden. Het plan bouwt ook voort op de toezeggingen die zijn gedaan in de mededeling Naar een wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling [5] en het zesde milieuactieplan van de Gemeenschap [6]. Het FLEGT-actieplan is een bijdrage aan de uitvoering van het Implementatieplan van de wereldtop over duurzame ontwikkeling, en wel aan punt 45c [7].

[5] COM(2002) 82 van 13.2.2002.

[6] Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002.

[7] Punt 45c luidt als volgt: Zo spoedig mogelijk actie ondernemen inzake binnenlandse wetshandhaving op het gebied van de bosbouw en ter bestrijding van de illegale internationale handel in bosbouwproducten, waaronder uit bossen afkomstige biologische rijkdommen, zulks met steun van de internationale gemeenschap. Zorgen voor opbouw van menselijke en institutionele capaciteit voor de handhaving van de nationale wetgeving op dit terrein.

Bijlage 1 geeft een beschrijving van de betrokkenheid van de EU bij de nationale en internationale inspanningen om wetshandhaving en governance in de bosbouw overal ter wereld te verbeteren. Noemenswaardig op internationaal vlak is bijvoorbeeld een reeks regionale initiatieven op dit gebied. Het eerste regionale initiatief van dit type was het Asia Forest Law Enforcement and Governance process, dat goed werk heeft gedaan om de politiek bewust te maken van het probleem van illegaal kappen en de overheden van de houtproducerende en houtverbruikende landen, de lokale en internationale civiele samenleving, de particuliere sector en de donoren samen te brengen voor een gecoördineerd werkprogramma. Er wordt nu gewerkt aan een vergelijkbaar proces in Afrika en er zijn plannen voor andere regio's. De Europese Commissie en enkele EU-lidstaten hebben de processen in Azië en Afrika intensief gesteund, zowel politiek als met financiële bijdragen.

Deze regionale initiatieven in Afrika en Azië richten zich uitsluitend op het vraagstuk van de legaliteit en niet op bredere, meer complexe vraagstukken met betrekking tot de duurzaamheid van de exploitatie van bossen. Er is een duidelijk verschil tussen deze twee zaken: hout kan legaal, maar op niet-duurzame wijze zijn geoogst, bijvoorbeeld door toegestane ontginning van land; maar ook kan illegaal hout uit duurzame bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld wanneer het geoogst is volgens inheemse beheersystemen die weliswaar duurzaam zijn, maar niet aan de formele wettelijke vereisten voldoen.

Dit actieplan gebruikt dezelfde aanpak als de regionale processen in Afrika en Azië en houdt zich uitsluitend bezig met de kwestie legaliteit. Het streven van de EU in bredere zin is overigens het bevorderen van duurzaam bosbeheer. Aangezien de boswetgeving in veel landen uitgaat van het principe van duurzaam bosbeheer, leidt betere handhaving van de wet over het algemeen tot duurzamer bosbeheer. Waar dit niet het geval is, moet de EU herziening van het juridische kader aanmoedigen. Betere governance is dan ook een belangrijke stap in de richting van duurzame ontwikkeling.

Het actieplan moet daarom worden bezien in de context van de algemene inspanningen van de Europese Gemeenschap om tot duurzaam bosbeheer in en buiten de EU te komen. De inspanningen van de Europese Gemeenschap in dit verband omvatten ook omvangrijke programma's voor ontwikkelingssamenwerking inzake tropische bossen in Brazilië, Midden-Afrika en Indonesië.

4. HET ACTIEPLAN VAN DE EU VOOR WETSHANDHAVING, GOVERNANCE EN HANDEL IN DE BOSBOUW (FLEGT)

Het actieplan omvat steun voor de houtproducerende landen, activiteiten ter bevordering van de multilaterale samenwerking om de handel in illegaal geoogst hout te bestrijden, vrijwillige maatregelen ter ondersteuning van regeringen die ervoor willen zorgen dat illegaal geoogst hout uit hun land niet wordt toegelaten tot de EU-markt, beleid voor overheidsopdrachten, initiatieven van de particuliere sector, maatregelen voor het tegengaan van investeringen in activiteiten die illegaal kappen aanmoedigen, en maatregelen inzake conflicthout. Voorts wordt gekeken naar bestaande wetgeving van de Gemeenschap en de lidstaten die op dit terrein zou kunnen worden toegepast.

4.1 Steun aan houtproducerende landen

Illegaal kappen komt het meest voor in ontwikkelingslanden en landen met een opkomende markt. Ontwikkelingssamenwerking kan daarom een belangrijke rol spelen bij het opbouwen van de capaciteit om het probleem aan te pakken.

4.1.1 Billijke en rechtvaardige oplossingen

Illegaal kappen varieert wat de schaal ervan betreft van grote industriële ondernemingen die openlijk illegaal actief zijn in nationale parken, tot verarmde kleine boeren die zonder vergunning land ontginnen voor de landbouw of hout kappen om een woning te bouwen.

Het mag niet zo zijn dat maatregelen tegen illegaal kappen, met name intensivering van de wetshandhaving, kwetsbare groepen treffen, zoals de armen op het platteland, terwijl grote overtreders niet worden aangepakt. Dit vereist bijzondere zorgvuldigheid in landen waar corrupte elementen bij politie en justitie medeplichtig zijn aan grootschalige illegale ondernemingsactiviteiten.

De bestaande wetten en het beleid op het gebied van de bosbouw bevoordelen vaak grootschalige bosbouwactiviteiten, terwijl de plaatselijke bevolking wordt buitengesloten van de bosbestanden. Dergelijke ongelijkheid leidt tot haat en conflict en dwingt plaatselijke bewoners die van de bossen afhankelijk zijn, illegaal te werk te gaan, omdat zij voor hun levensonderhoud vaak geen andere keuze hebben. Wanneer de juiste stimuli aanwezig zijn, kunnen van de bossen afhankelijke gemeenschappen belangrijke medestanders worden in de strijd tegen illegaal kappen. Dit is op vele plaatsen gebeurd, al dan niet met donorhulp. In Indonesië, in West-Kalimantan, is een project voor bescherming van de bossen gestart in het dorp Pendaun en overgenomen door de naburige nederzettingen, waardoor illegale houtkappers vrijwel geen toegang meer hebben tot een groot, tot dusver onbeschermd bosgebied [8]. Het Mamiraua-reservaat voor duurzame ontwikkeling in Brazilië is een van een aantal voorbeelden van structuren voor de participatie van de civiele samenleving in beheer en bescherming van de bossen. Voor de rest van de wereld zijn vergelijkbare voorbeelden te noemen.

[8] Case-study gepresenteerd op de Aziatische ministeriële conferentie over rechtshandhaving en governance in de bosbouw (11-13 september 2001, Bali, Indonesië).

De donoren, waaronder de EU en de lidstaten, kunnen het effect van dergelijke initiatieven versterken door bosbeheer vanuit de gemeenschap te ondersteunen, door te bevorderen dat de nationale wetgeving en het beleid gebruikmaken van de ervaring die met dergelijke stelsels is opgedaan, en door samen met de overheid in de partnerlanden ernaar te streven dat basisfactoren als grondbezit en toegang tot wat het bos voortbrengt, de plaatselijke participatie in de strijd tegen illegaal kappen bevorderen.

4.1.2 Controlesystemen

In landen waar de bosbouwwetgeving slecht wordt gehandhaafd, zijn betrouwbare systemen die legale van illegale productie kunnen onderscheiden essentieel om de markt geloofwaardige garanties te bieden dat hout legaal is geproduceerd. Dergelijke systemen kunnen worden toegepast voor de identificatie van legaal geoogst hout voor export naar de EU in het kader van de voorgestelde partnerschapsovereenkomsten (zie punt 4.2). Het opzetten van deze systemen vereist waarschijnlijk technische ontwikkeling en aanvullende capaciteitsopbouw en institutionele versterking bij overheid, civiele samenleving en bedrijfsleven.

Er zijn technologieën die het mogelijk maken toezicht te houden op kapwerkzaamheden en het hout te volgen vanaf de oogst, via de verwerkingsbedrijven en de havens, tot aan de eindbestemming. De ontwikkeling van dergelijke toezicht- en volgsystemen zal door de ontwikkelingssamenwerking van de EU op bosbouwgebied worden ondersteund.

4.1.3 Transparantie

Donoren kunnen bijdragen tot het bevorderen van transparantie in de bosbouwsector. Dit houdt in dat precieze gegevens beschikbaar moeten zijn over de locatie van bosbouwconcessies en de houder ervan en over de toestand van de bossen. Informatie over wet- en regelgeving moet worden verstrekt in een taal die voor het algemene publiek begrijpelijk is.

Transparantie wordt ook bevorderd door onafhankelijk toezicht op en toetsing van de systemen waarmee in de producerende landen de legaliteit van hout wordt gecontroleerd. Onafhankelijk toezicht maakt de controlesystemen betrouwbaarder en minder vatbaar voor corruptie. Er zijn veel voorbeelden van onafhankelijk toezicht in de bosbouwsector dat op instigatie van de nationale autoriteiten is ingesteld en goed functioneert. Bij dergelijke baanbrekende maatregelen ter bevordering van de transparantie spelen accountants, auditors, consultants en niet-gouvernementele organisaties een belangrijke rol.

Ook technieken als teledetectie en luchtfotografie kunnen een belangrijke rol spelen om de transparantie te vergroten. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie heeft jarenlange ervaring met de toepassing van teledetectietechnologie voor het in kaart brengen van bossen, het toezicht op bossen en het beheer van informatie. Het Centrum kan deskundigheid bieden om het FLEGT-programma te ondersteunen naarmate het zich ontwikkelt.

4.1.4 Capaciteitsopbouw

De overheid in de partnerlanden heeft donorsteun nodig om ingrijpende hervormingen op het gebied van governance door te voeren, bijvoorbeeld bij justitie, politie en de krijgsmacht. Corruptie en een onvoldoende verantwoordingsplicht bij deze instellingen werkt in vele landen illegale en onduurzame exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, waaronder bossen, in de hand.

Er is ook rechtstreekse bijstand nodig voor het opbouwen van het vermogen om om te gaan met de nieuwe, complexe vraagstukken waarmee overheidsinstellingen in ontwikkelingslanden worden geconfronteerd: opsporing en bewijsvoering bij milieucriminaliteit; vervolging van overtreders; voorlichting over de milieuwetgeving aan de politie, juristen, openbare aanklagers en rechtbanken; opleiding van douanefunctionarissen; en voorlichting om bij publiek en politiek de nodige steun te verkrijgen voor het aanpakken van de diepgewortelde corruptie die vaak achter de illegale houtkap zit. Capaciteitsopbouw kan ook worden gericht op ondersteuning van het genereren van inkomsten in de bosbouwsector, omdat hogere inkomsten de partnerlanden in de strijd tegen illegaal kappen het beste helpen. Capaciteitsopbouw moet niet beperkt blijven tot de overheid, maar is ook nodig voor de civiele samenleving en het bedrijfsleven.

4.1.5 Beleidshervorming

Wetgeving en beleid op bosbouwgebied die in voorbije politieke tijdperken tot stand zijn gekomen (bijvoorbeeld in koloniale tijden of onder verdreven dictators) kunnen verouderd zijn en te veel nadruk leggen op een aanpak van bovenaf die niet rechtvaardig of effectief is, met name in afgelegen gebieden waar de overheid niet sterk aanwezig is. De wet kan ook zo complex zijn dat naleving van alle vereisten een onevenredige belasting vormt, waardoor illegale activiteiten onbedoeld worden bevorderd. Wetten kunnen zelfs met elkaar in strijd zijn, met name wanneer wetgeving in verschillende sectoren is ontstaan.

Het is vaak nodig het beleid te hervormen en de procedures te vereenvoudigen. Nationale bosbouwprogramma's bieden een kader voor het streven van alle belanghebbenden - overheid, industrie en civiele samenleving - naar dit type hervorming in de sector bosbouw. De EG steunt daarom dergelijke programma's in diverse landen.

Kader 1: Indonesië - een voorbeeld van een programma voor ondersteuning van bosbouw en governance

Indonesië is een goed voorbeeld van de wijze waarop de ondersteuning van het Actieplan met ontwikkelingsamenwerking in de praktijk werkt.

De Indonesische regering heeft het stoppen van illegaal kappen als topbeleidsprioriteit aangemerkt en enkele vergaande maatregelen hiervoor getroffen. De strijd tegen illegaal kappen en corruptie is een belangrijk aandachtspunt in de politieke dialoog tussen Indonesië en donoren uit de EU (en andere donorlanden), die bijeenkomen in het kader van de Consultative Group on Indonesia (CGI). Ook zijn Indonesische ministers en leden van de Europese Commissie enkele malen bijeengekomen om te praten over nauwere samenwerking bij het bestrijden van illegaal kappen.

Deze beleidsprioriteit wordt sterk weerspiegeld in de ontwikkelingssamenwerking van de EU met Indonesië en de nationale strategie van de EG voor het land, waarin het beheer van natuurlijke hulpbronnen en goed bestuur centraal staan.

Momenteel wordt gewerkt aan een programma voor bosbouw en governance. De ervaring die is opgedaan in de dialoog met de Indonesische regering en met de voorbereiding van het steunprogramma is van grote waarde voor andere landen die aan het FLEGT-programma deelnemen.

Een politieke dialoog tussen de donoren en de regeringen van de partnerlanden kan ook tot de noodzakelijke hervormingen bijdragen. Dit is een zeer belangrijk werkterrein, omdat blijkt dat initiatieven ter bevordering van goed bestuur voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen, mislukken in landen met een voor hervormingen en veranderingen ongunstig algemeen beleidsklimaat. Onder meer in Cambodja, Indonesië en Kameroen is enig succes behaald met politieke dialoog om hervorming van de bosbouw te bevorderen. In laatstgenoemd land is hervorming van de bosbouw als voorwaarde gesteld voor toekomstige financiële steun van het IMF, nadat uit onderzoek was gebleken dat illegaal kappen tot grote inkomstendervingen leidt.

Voor de uitvoering van ontwikkelingssamenwerkingsmaatregelen in de punten 4.1.1 t/m 4.1.5 doet de Commissie het volgende:

* de ondersteuning van FLEGT-vraagstukken zal verder worden geïntegreerd in de toekomstige programmering van de thematische, nationale en regionale ontwikkelingssamenwerking van de EG, in de nationale en regionale strategiedocumenten van de EG en in de strategieën voor armoedebestrijding voor die landen waar dat een nationale prioriteit is, met name de FLEGT-partnerlanden;

* gebruik zal worden gemaakt van de middelen van de begrotingslijn inzake tropische bossen (B7-6200). In de strategische richtsnoeren voor 2002/2003 voor de begrotingslijn inzake tropische bossen wordt de bestrijding van illegaal kappen genoemd als prioriteit [9];

[9] In deze tekst wordt met begrotingslijn inzake tropische bossen gedoeld op de middelen die ter beschikking staan in het kader van begrotingspost B7-6200 (thans 21 02 05), krachtens Verordening (EG) nr. 2494/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 7 november 2000 betreffende maatregelen ter bevordering van het behoud en het duurzaam beheer van tropische bossen en andere bossen in ontwikkelingslanden.

* gebruik zal worden gemaakt van de middelen die reeds voor FLEGT-activiteiten zijn gereserveerd in het kader van de bestaande regionale en nationale programma's (zie kader 1).

4.2 Handel in hout

Illegaal kappen komt het meest voor in ontwikkelingslanden en landen met een opkomende markt, maar de internationale vraag naar hout is zo groot dat er ruimte is voor het aankopen en verhandelen van illegaal geoogst hout door minder scrupuleuze ondernemers. Volgens de OESO wordt er wereldwijd voor meer dan 150 miljard euro per jaar hout verhandeld [10]. Er zijn sterke aanwijzingen (zoals omschreven in de Forest Sector Review 1999 van de Wereldbank en gebleken uit een groeiend aantal onderzoeken over specifieke landen) dat waarschijnlijk een aanzienlijk deel van deze handel betrekking heeft op illegaal geoogst hout.

[10] OECD Environmental Outlook (Paris 2001, blz. 122).

Gezien de aard van de handel in houtproducten, zoals hieronder en in bijlage 2 aangegeven, en van het probleem van illegaal kappen, is een multilateraal kader waarbij de belangrijkste importeurs en exporteurs betrokken zijn, de beste methode om dit vraagstuk aan te pakken.

Omdat het opbouwen van een dergelijk multilateraal kader zeer complex is en er een dringende noodzaak is om de exporterende landen te helpen bij het controleren van de legale oorsprong van hun export, wil de EU, naast het streven naar multilaterale samenwerking, zo gauw mogelijk bilaterale of regionale FLEGT-partnerschapsovereenkomsten, als hierna omschreven, sluiten. Deze aanvullende maatregelen kunnen een belangrijke rol spelen bij de beperking van de toegang voor illegaal hout tot de EU.

4.2.1 EU-invoerstromen voor houtproducten

Dit gedeelte geeft een overzicht van de omvang en de aard van de stroom van bosbouwproducten naar de EU, als context voor de handelsgerelateerde onderdelen van het actieplan. De handel in hout en houtproducten vindt voor een groot deel plaats tussen ontwikkelde landen onderling en illegale kapactiviteiten hebben daarop geen grote invloed. De EU voert bijvoorbeeld veel handel in loofhoutstammen uit gematigde streken, fineerhout en gezaagd hout uit Noord-Amerika. Deze handel betreft kleinere hoeveelheden dan bijvoorbeeld de handel met Rusland, maar heeft een hogere waarde door de aard van het product.

De EU-interne handel is ook zeer omvangrijk: circa 80% van de totale EU-handel in hout. De EU is echter een belangrijke markt voor zowel legaal als illegaal hout in het internationale handelsverkeer. Andere belangrijke markten voor internationaal verhandeld hout zijn Japan, China en de Verenigde Staten.

Het actieplan heeft betrekking op vier belangrijke regio's/landen, waar zich bijna 60% van alle bossen ter wereld bevinden en die een groot gedeelte van het internationaal verhandelde hout leveren: Midden-Afrika, Rusland, tropisch Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Elke regio wordt gekenmerkt door specifieke handelspatronen. De hoeveelheid hout die de EU uit Afrika importeert, blijft beperkt (in waarde minder dan 4% van de wereldhandel in houtproducten), maar is voor de regio van belang. In sommige landen, met name in Midden-Afrika, is de houtexport naar de EU goed voor ruim 20% van de totale handel met de EU [11]. De EU is een belangrijke markt voor hout uit Rusland (met name het noordwesten van het land), dat de grootste leverancier van rondhout aan de EU is. De uitvoer van Rusland naar de EU is zowel absoluut als relatief omvangrijk.

[11] DG Handel: http://europa.eu.int/comm/trade/bilateral/ acp/acp.htm

De invoer van de EU uit Azië en Latijns-Amerika is kleiner. Azië is de grootste importeur en exporteur van tropisch hout, maar slechts een gering deel van de export gaat naar de EU. Een overzicht is te vinden in bijlage 2. Anders dan Rusland en Afrika, die met name rondhout en gezaagd hout exporteren, handelen Azië en Zuid-Amerika voornamelijk in be- en verwerkte houtproducten met een hogere toegevoegde waarde, zoals profielen, meubilair en papier. De langere en meer complexe toeleveringsketen voor dergelijke producten maakt het moeilijker de legaliteit van de grondstoffen te verifiëren. Ten eerste worden dergelijke producten vaak vervaardigd uit hout van allerlei herkomst. Ten tweede vindt de be- of verwerking vaak plaats in een ander land, voor het eindproduct naar de uiteindelijke markt wordt uitgevoerd. Met name geldt dit voor Azië - er zijn sterke aanwijzingen dat grote hoeveelheden hout illegaal worden geoogst in Indonesië, Birma en Cambodja en vervoerd naar grote fabriekscentra in andere landen in de regio. Deze producten worden dan verwerkt en verkocht naar grote consumentenmarkten, zoals Europa, vaak tegen zeer concurrerende prijzen en in veel gevallen tegen prijzen die legitiem geproduceerde goederen ondermijnen.

Het volgen van producten van hout dat in één land wordt geoogst en in een ander land wordt verwerkt, is moeilijker dan het volgen van basisproducten en ruwbewerkte producten die worden vervaardigd in het land waar de grondstof is geoogst. Volgens de niet-preferentiële oorsprongsregels die in de Gemeenschap op hout van toepassing zijn, zoals vervat in het douanewetboek van de EG [12], worden goederen geacht van oorsprong te zijn uit het land waar de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaatsgevonden.

[12] Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1-50, zoals laatstelijk gewijzigd).

Gezien de belangrijke, maar niet dominante positie van de EU in de wereldmarkt voor houtproducten, zullen maatregelen die gericht zijn op de handelsstromen meer effect hebben als wordt samengewerkt met andere importeurs (d.w.z. in een multilateraal kader). Bij de opzet van handelsmaatregelen moet ook gelet worden op de specifieke kenmerken van elke regio en de mogelijkheid van verlegging van de handelsstromen naar regio's waar de vraag groeit, zoals Azië.

4.2.2 Ontwikkeling van het multilaterale kader en de internationale samenwerking

Een belangrijk element van de handelsgerelateerde maatregelen in dit deel van het actieplan is het benaderen van andere grote houtconsumenten om samen te werken aan een breder kader om de hoeveelheid illegaal geoogst hout die hun markten bereikt, te beperken. Dit deel van het actieplan is mede gebaseerd op de samenwerking waarvan de noodzaak in G8-verband is benadrukt.

Enkele eerste uitwisselingen van ideeën door de grote consumentenblokken hebben al plaatsgevonden. Op de topontmoeting van de EU en Japan in Tokio, op 8 juli 2002, is overeengekomen dat de uitwisseling van informatie en de samenwerking ter bestrijding van illegaal kappen en het gebruik van illegaal geoogst hout en aanverwante producten zullen worden voortgezet en binnen het actieplan van de EU en Japan prioriteit zullen krijgen [13]. Tijdens een ontmoeting op hoog niveau van een taskforce van de EU en de VS, die op 15 juli 2002 plaatsvond in Kopenhagen, uitten de afgevaardigden van de VS en de EU grote belangstelling voor samenwerking op dit terrein.

[13] Zie http://europa.eu.int/comm/ external_relations/w28/1.htm, bijlage 2, doelstelling 3, laatste punt.

De EU, de Verenigde Staten en Japan waren alle vertegenwoordigd op een door de Europese Commissie georganiseerde ontmoeting over illegaal kappen in de marge van de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg in augustus 2002. Aan de ontmoeting werd ook deelgenomen door de regeringen van de producerende landen en vertegenwoordigers van de particuliere sector en niet-gouvernementele organisaties. Alle deelnemers waren het erover eens dat moet worden samengewerkt om illegaal kappen te bestrijden.

Als de EU, de VS en Japan op dit gebied samenwerken, is al een groot deel van de wereldmarkt voor hout en houtproducten vertegenwoordigd. Er moet naar worden gestreefd ook andere landen die grootverbruikers van hout zijn, met name China, bij het wereldwijde FLEGT-initiatief te betrekken.

Zodra een groep van belangrijke houtproducerende en houtverbruikende landen nauw samenwerkt bij het bestrijden van illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel, kan het nuttig zijn te onderzoeken hoe deze stapsgewijze aanpak kan worden uitgebouwd tot een wereldwijd proces, bijvoorbeeld door middel van een multilateraal overeenkomst of een reeks onderling gekoppelde regionale overeenkomsten.

Voor het ontwikkelen van een multilateraal kader en internationale samenwerking doet de Commissie het volgende:

* zij zal blijven werken aan de uitbouw van de contacten met Japan en de VS, deze dialoog uitbreiden tot andere belangrijke markten voor hout en belangrijke houtproducerende landen, en streven naar een consensus onder de importerende en exporterende landen over de beste aanpak van het probleem;

* zij zal zoeken naar mogelijkheden voor samenwerking op dit terrein met de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA);

* zij zal op basis van de ideeën in het actieplan met andere landen een dialoog aangaan via passende internationale bijeenkomsten zoals het VN-bossenforum, de Internationale Organisatie voor Tropisch Hout, de regionale FLEG-processen, het Asia Forest Partnership en het Congo Basin Forest Partnership;

* zij zal gebruik maken van de ervaring die is opgedaan met internationale inspanningen in andere sectoren, zoals het Kimberly-proces (een internationaal initiatief om de handel in conflictdiamanten in te perken), teneinde effectieve voorwaarden en een kader voor multilaterale maatregelen tot stand te brengen.

Deze maatregelen zullen worden genomen in nauwe samenwerking met andere importerende en exporterende landen die de bezorgdheid van de EU over illegaal kappen delen.

4.2.3 Vrijwillig vergunningenstelsel voor de export

Landen die illegaal kappen willen aanpakken, zien hun inspanningen soms gefrustreerd door het feit dat wanneer illegaal gekapt hout eenmaal in het buitenland is, niet eenvoudig kan worden verhinderd dat het in de toeleveringsketen terecht komt en voor de betrokkenen winst oplevert. Ook kunnen importeurs die hout kopen uit landen die vermoedelijk last hebben van illegaal kappen, zich niet ervan vergewissen dat zij alleen legaal geoogst hout krijgen, tenzij zij een controlesysteem hebben dat hout vanaf het bos kan volgen, of gecertificeerd hout aankopen. De Commissie stelt daarom voor een vrijwillig vergunningenstelsel op te zetten, dat ervoor moet zorgen dat alleen legaal hout wordt geïmporteerd uit landen die aan de regeling deelnemen.

Volgens deze regeling wordt voor de uitvoer van hout uit de deelnemende landen (FLEGT-partnerlanden) naar de EU een uitvoervergunning afgegeven, indien het hout is geoogst overeenkomstig de desbetreffende nationale wetgeving. Hout uit een FLEGT-partnerland dat in de EU arriveert, wordt dan zonder een dergelijke vergunning niet toegelaten tot het vrije verkeer in de EU.

Wil de regeling goed functioneren, dan moeten de FLEGT-partnerlanden betrouwbare en geloofwaardige systemen en structuren opzetten voor de identificatie en certificering van hout dat overeenkomstig de nationale wetgeving is geoogst en voor het toezicht op het vervoer ervan naar de EU en elders. Een aanloopperiode kan noodzakelijk zijn.

Omdat de oorsprong van be- of verwerkte houtproducten moeilijk is vast te stellen, betreffen de FLEGT-partnerschapsovereenkomsten in eerste instantie slechts een beperkt aantal massieve houtproducten (rondhout en ruwgezaagd hout). Waar dat haalbaar is, kan echter worden voorzien in uitbreiding van het stelsel tot andere productcategorieën. Dit kan inhouden dat een methode wordt ontwikkeld om te verifiëren dat hout uit derde landen dat verder is verwerkt en naar de EU is uitgevoerd, is geoogst overeenkomstig de nationale wetgeving van het land waar het is gekapt. Een dergelijke aanpak is gemakkelijker tot stand te brengen indien regionale in plaats van nationale FLEGT-partnerschappen worden gesloten.

De belangrijkste voordelen voor de deelnemende landen zijn:

* het marktvertrouwen in hout uit de deelnemende landen wordt versterkt;

* er komen meer opbrengsten uit rechten en heffingen - er zijn aanwijzingen dat dit meer dan opweegt tegen de kosten van een systeem om de legaliteit te verifiëren en het hout te volgen;

* extra wetshandhavingsinstrumenten ter bestrijding van illegale activiteiten op de markt van oorsprong van het hout;

* de mechanismen kunnen later worden aangepast voor het volgen en verifiëren van gecertificeerd hout uit duurzaam beheerde bossen;

* voorrang voor EG-ontwikkelingshulp ten behoeve van steunmaatregelen in verband met FLEGT. Hierover wordt beslist bij de programmering van de desbetreffende nationale strategieën.

De Commissie zal voor de implementatie van de regeling een verordening voorstellen. De verordening bepaalt voor welke producten de regeling geldt, omschrijft de vergunning waarmee moet worden aangetoond dat het hout legaal is geoogst, stelt de aard en de taak vast van advies- of beheersinstanties die de Commissie moeten bijstaan en geeft aan op welke landen het systeem overeenkomstig de vrijwillige partnerschapsovereenkomsten van toepassing is. Verder zal worden bepaald dat de deelnemende landen de autoriteiten aanwijzen die de vergunningen moeten afgeven en controleren, en zal worden voorzien in administratieve samenwerking tussen de EU en de autoriteiten van de FLEGT-partnerlanden.

De omstandigheden in de bosbouw en het algemene governanceklimaat variëren sterk van land tot land. De details van het systeem en de structuren voor de verificatie zullen daarom aan de omstandigheden worden aangepast, in overleg met de potentiële partnerlanden. De details van de voorstellen hangen ook af van de resultaten van lopend onderzoek. De vergunningregelingen en dergelijke moeten bruikbaar zijn voor het bedrijfsleven en controleerbaar voor de overheid en andere betrokken instanties; de verlening van vergunningen moet geschieden op effectieve, betaalbare, betrouwbare en algemeen verifieerbare wijze en mag het legitieme bedrijfsleven geen te zware lasten opleggen.

Sommige zaken zullen in alle overeenkomsten terugkomen: met name dat de partnerlanden moeten beschikken over geloofwaardige juridische en bestuurlijke structuren en systemen voor de verificatie van de legaliteit van de houtproductie, overeenkomstig de nationale wetgeving, of zich ertoe verbinden dergelijke structuren en systemen te ontwikkelen. Dit houdt in:

* zij moeten zich ertoe verbinden te waarborgen dat de toepasselijke bosbouwwetgeving consistent, begrijpelijk en afdwingbaar is en duurzaam bosbeheer mogelijk maakt;

* technische en bestuurlijke systemen moeten worden ontwikkeld om kapwerkzaamheden te controleren en hout te identificeren en te volgen van de plaats van de oogst tot de markt of de plaats van uitvoer;

* in het volgsysteem en het vergunningenstelsel moeten waarborgen zijn ingebouwd, zoals het aanwijzen van onafhankelijke toezichthouders, indien dat voor het effectieve functioneren van het stelsel noodzakelijk wordt geacht;

* procedures moeten worden ontwikkeld voor de afgifte van vergunningen voor de uitvoer van legaal geoogst hout.

Kader 2 geeft een overzicht van stappen die kunnen worden overwogen voor een mogelijke partnerschapsovereenkomst in een land dat een stelsel wil invoeren dat toezicht door derden omvat.

Kader 2: Voorbeeld van procedures in het kader van een mogelijke partnerschapsovereenkomst inzake bosbouw

Stap 1: Het FLEGT-partnerland wijst een geaccrediteerde instantie aan die bevoegd is instanties aan te wijzen die de legaliteit van houtproducten mogen certificeren.

Stap 2: Het FLEGT-partnerland wijst een onafhankelijke toezichthoudende instantie aan en stelt een transparant mechanisme voor geschillenbeslechting in.

Stap 3: De EG bevestigt dat met het voorgestelde systeem op geloofwaardige wijze kan worden gecontroleerd of hout legaal is geoogst.

Stap 4: Voor legaal geoogst hout wordt een certificaat afgegeven, aan de hand waarvan legale zendingen door de douaneautoriteiten voor uitvoer kunnen worden vrijgegeven. Gegevens uit de vergunningen kunnen aan het publiek ter inzage worden gegeven, bijvoorbeeld via een elektronisch systeem.

Stap 5: De uitvoervergunning, waaruit blijkt dat het hout legaal is geoogst, wordt overgelegd in de haven in de Gemeenschap waar het hout voor het vrije verkeer in de EU wordt aangegeven. De vergunning wordt gecontroleerd door de douane van de lidstaat en vergeleken met de omschrijving van de zending in de pre-shipmentkennisgeving.

Stap 6: De douane aanvaardt alleen aangiften voor het vrije verkeer in de EU voor hout dat vergezeld gaat van de vereiste uitvoervergunning.

De EU zal ook streven naar het ontwikkelen van een regionale aanpak voor FLEGT-partnerschappen, om zo in interregionaal verband coherente en efficiënte handelsmaatregelen te implementeren.

Voor de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (Asean), een belangrijke houtproducerende regio waarvan vele leden met illegaal kappen te maken hebben, is de bosbouwsector een potentiële prioriteit voor toekomstige intensievere samenwerking met de EU. Als onderdeel van de strategie voor het opbouwen van de betrekkingen met Zuidoost-Azië zal de Commissie een actieplan voor de handel met de regio opzetten - het transregionale handelsinitiatief EU-Asean - dat een dialoog en gezamenlijke activiteiten ter facilitering van handel en investeringen omvat. Deze activiteiten worden gebaseerd op bilaterale overeenkomsten en zullen hopelijk kunnen resulteren in een regionale FLEGT-partnerschapsovereenkomst met de Asean.

Waar passend stimuleert de EU in het kader van de lopende regionale handelsbesprekingen met andere regio's, zoals Midden-Afrika, de groep van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en Mercosur, de totstandkoming van interregionale FLEGT-partnerschapsovereenkomsten als bijdrage tot duurzame ontwikkeling. Dit is in overeenstemming met het algemene doel om duurzame ontwikkeling te bevorderen, zoals de EU en haar partners in het kader van de wereldtop over duurzame ontwikkeling zijn overeengekomen.

Voor de tenuitvoerlegging van het vrijwillige uitvoervergunningenstelsel doet de Commissie het volgende:

* besprekingen worden gevoerd met geïnteresseerde landen en regionale organisaties over de punten die in voorgestelde FLEGT-partnerschapsovereenkomsten aan de orde moeten komen, en er wordt gezorgd voor de medewerking van zo veel mogelijk van de betrokkenen. Dit houdt ook in dat in het kader van de lopende handelsbesprekingen een dialoog wordt ingesteld om interregionale FLEGT-partnerschappen te bevorderen;

* tegelijkertijd wordt de Raad verzocht de Commissie te machtigen op grond van artikel 133 van het EG-verdrag om met houtproducerende landen onderhandelingen te openen over FLEGT-partnerschapsovereenkomsten, en wordt een verordening tot instelling van het vrijwillige vergunningenstelsel opgesteld en aan de Raad en het Europees Parlement voorgelegd;

* met belanghebbenden en regionale organisaties wordt onderhandeld over de punten die in voorgestelde FLEGT-partnerschapsovereenkomsten aan de orde moeten komen;

* met geïnteresseerde landen worden memoranda van overeenstemming [14] ondertekend ter voorbereiding van een FLEGT-partnerschapsovereenkomst;

[14] Deze memoranda van overeenstemming zijn korte politieke intentieverklaringen over de samenwerking ter bestrijding van illegaal kappen, te ondertekenen door de EG en het potentiële partnerland. De memoranda zijn bedoeld voor het kanaliseren van de bestaande politieke wil om illegaal kappen aan te pakken in afwachting van de totstandkoming van de vrijwillige overeenkomsten.

* met geïnteresseerde landen wordt een FLEGT-partnerschapsovereenkomst gesloten.

De Europese Commissie zal gebruikmaken van de bestaande structuren voor de dialoog met potentiële partnerlanden, en in het kader van internationale bijeenkomsten en processen op bosbouwgebied besprekingen aangaan met deze landen. Dit betreft met name de regionale FLEG-processen die door de Wereldbank worden gecoördineerd. Wanneer er belangstelling is voor verdere besprekingen, kan in het kader van bestaande samenwerkingsinstrumenten financiering worden geboden voor ondersteunende activiteiten zoals workshops en studies. Om het proces te versterken zal worden gestreefd naar samenwerking met relevante ontwikkelingssamenwerkingsprogramma's van de lidstaten van de EU.

4.2.4 Andere mogelijkheden op het gebied van wetgeving

Er is momenteel in de EU geen communautaire wetgeving die de invoer en verkoop verbiedt van hout dat of houtproducten die in strijd met de wet van het land van oorsprong is/zijn geproduceerd. Om allerlei redenen kunnen sommige belangrijke houtproducerende landen, ondanks de voordelen die in punt 4.2.3 zijn omschreven, ervoor kiezen met de EU geen FLEGT-partnerschapsovereenkomst te sluiten. De Commissie zal daarom kijken naar de mogelijkheden voor en de impact van verdergaande maatregelen, waaronder, indien vorderingen op multilateraal vlak uitblijven, de haalbaarheid van wetgeving om de invoer van illegaal geoogst hout in de EU te beperken, en daarover in de loop van 2004 aan de Raad verslag uitbrengen. De lidstaten moeten ook onderzoeken hoe de handel in illegaal geoogst hout door de nationale wetgeving wordt aangepakt.

Er zijn wetgevingsinstrumenten en internationale processen die kunnen bijdragen tot de vorming van het standpunt van de Commissie, zoals de Lacey Act van de Verenigde Staten, die betrekking heeft op visserijproducten en wilde dieren en planten, en het Kimberly-proces, een internationaal initiatief om de handel in conflictdiamanten in te perken. Het VN-verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad kan voor dit aspect van het Actieplan ook een nuttig instrument zijn.

Met betrekking tot het wetgevingskader doet de Commissie het volgende:

* zij zal onderzoek verrichten naar de mogelijkheden voor en de impact van verdergaande maatregelen, waaronder, indien vorderingen op multilateraal vlak uitblijven, de haalbaarheid van wetgeving om de invoer van illegaal geoogst hout in de EU te beperken, en daarover in de loop van 2004 aan de Raad verslag uitbrengen. Specifiek wordt in dit verband gekeken naar de waarschijnlijke gevolgen voor de douanediensten die moeten toezien op de naleving van de regels en procedures voor het onderscheiden van legaal en illegaal hout uit landen die niet aan het vrijwillige vergunningenstelsel deelnemen, en naar de behandeling van houtzendingen uit niet-partnerlanden, indien wordt vermoedt dat het hout van illegale oorsprong is;

* zij zal overleggen met belanghebbenden in de bosbouwsector over de mogelijkheden voor en het effect van verdere regelgeving om de invoer van illegaal geproduceerd hout te beperken.

4.3 Overheidsopdrachten

De wetgeving van de Europese Gemeenschap inzake overheidsopdrachten omvat voor de klassieke sectoren de Richtlijnen 92/50/EEG (diensten), 93/36/EEG (leveringen) en 93/37/EEG (werken) en voor de nutssectoren Richtlijn 93/38/EEG. De richtlijnen voor de klassieke sectoren zijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG en de richtlijn voor de nutssectoren bij Richtlijn 98/4/EG.

Deze richtlijnen worden momenteel volledig herzien. De Commissie heeft voor de klassieke sectoren een voorstel voor een nieuwe, gecombineerde richtlijn ingediend die de afzonderlijke richtlijnen voor diensten, leveringen en werken moet vervangen, evenals een herziene richtlijn voor de nutssectoren. Deze voorstellen doorlopen momenteel de medebeslissingsprocedure in de Raad en het Europees Parlement.

De huidige wetgeving inzake overheidsopdrachten biedt net als de voorgestelde nieuwe wetgeving een aantal mogelijkheden om milieuoverwegingen bij de opdrachtprocedures te betrekken. De Commissie heeft niet lang geleden een mededeling gepubliceerd waarin een overzicht wordt gegeven van de mogelijkheden binnen de huidige wetgeving [15].

[15] Interpretatieve Mededeling van de Commissie betreffende het gemeenschapsrecht van toepassing op overheidsopdrachten en de mogelijkheden om milieuoverwegingen hierin te integreren (COM(2001) 274 def., zie http://simap.eu.int/NL/pub/src/ welcome.htm, onder Regels en Procedures).

Overeenkomstig deze mededeling over overheidsopdrachten en milieu wordt een ,handboek inzake groene overheidsopdrachten" opgesteld. Dat handboek moet duidelijke richtsnoeren en praktijkvoorbeelden geven voor het integreren van milieuoverwegingen in de procedures voor overheidsopdrachten in het kader van het streven naar duurzame ontwikkeling.

Met betrekking tot overheidsopdrachten doet de Commissie het volgende:

* zij zal door middel van het handboek inzake groene overheidsopdrachten laten zien dat de richtlijnen voor overheidsopdrachten de mogelijkheid bieden legaal geoogst hout en daaruit vervaardigde producten in overweging te nemen. De milieuaspecten van duurzaam bosbeheer kunnen bij overheidsopdrachten een rol spelen. Regelingen voor het certificeren van duurzaam bosbeheer omvatten ook milieuoverwegingen en andere zaken, zoals gewoonlijk de legaliteit van geoogst hout. De certificering dat bossen duurzaam worden beheerd, kan daarmee dienen als bewijs dat aan de milieu-eisen is voldaan, wat het waarschijnlijker maakt dat de overheidsinstantie legaal geoogst hout geleverd krijgt. Er moet dan ook een bepaling dat alleen legaal geoogst hout in aanmerking komt, worden opgenomen in de omschrijving van het onderwerp van de opdracht en de technische specificatie van de aanbesteding. Deze mogelijkheid geldt ook wat de voorgestelde nieuwe richtlijnen inzake overheidsopdrachten betreft.

* zij zal de regeringen van de lidstaten erop wijzen dat illegaal kappen kan worden aangepakt met behulp van een beleid voor overheidsopdrachten als hierboven omschreven.

De lidstaten moeten gebruik maken van hun bevoegdheden op dit terrein. Zowel de huidige als de voorgestelde nieuwe richtlijnen voor overheidsopdrachten bieden de mogelijkheid een inschrijver uit te sluiten die ,in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan". De definiëring van een dergelijke ernstige fout in de uitoefening van een beroep valt onder de bevoegdheden van de lidstaten. Voor de toepassing van dit uitsluitingscriterium zullen de lidstaten moeten beoordelen of het bewust aanbieden van illegaal geoogst hout volgens hun nationale wetgeving een ernstige fout is.

4.4 Initiatieven van de particuliere sector

Een vierde onderwerp waaraan de Commissie in het Actieplan aandacht wil besteden zijn initiatieven van de particuliere sector, gebaseerd op maatschappelijk verantwoord ondernemen. De particuliere sector heeft bij de bestrijding van illegaal kappen een belangrijke rol te spelen en kan een rechtstreekse positieve invloed uitoefenen via een netwerk van zakelijke banden, dat zich uitstrekt van het bos waar het hout wordt gekapt tot de markt waar het wordt verhandeld. Een recente mededeling over maatschappelijk verantwoord ondernemen [16] definieert dit begrip als een concept ,waarbij bedrijven in het kader van hun bedrijfsactiviteiten en in hun relaties met andere partijen vrijwillig aandacht aan sociale kwesties en het milieu schenken".

[16] COM(2002) 347 def., 2 juli 2002.

Bij dit onderwerp spelen prescriptieve beleidsmaatregelen een minder belangrijke rol. Het gaat er hier veeleer om, het bedrijfsleven in de EU aan te moedigen in de samenwerking met bedrijven in de houtproducerende landen vrijwillige gedragscodes voor de productie en aankoop van hout toe te passen, aangevuld met grondige vrijwillige audits van de toeleveringsketen. Een dergelijke aanpak kan bijzonder effectief zijn in gevallen dat de handel wordt gedomineerd door een relatief klein aantal leveranciers en importeurs in de EU. Het in punt 4.2 omschreven vrijwillige vergunningenstelsel bevordert dit type initiatieven eveneens sterk.

Europese bedrijven die in de bosbouwsector actief zijn, werken aan een aantal initiatieven om in hun bedrijfsmethoden een sociaal en ecologisch meer responsieve aanpak toe te passen. Een dergelijke regeling wordt bijvoorbeeld ontwikkeld door de Tropical Forest Trust [17] (zie kader 3).

[17] De Tropical Forest Trust is een organisatie die is opgericht om kopers van tropisch hout te helpen bij de aanschaf van hout uit duurzaam beheerde bossen en om de capaciteit op het gebied van certificering te helpen opbouwen.

Er zijn momenteel interessante initiatieven buiten de bosbouwsector aan de gang die de grenzen van maatschappelijk verantwoord ondernemen oprekken. Een daarvan is het transparantie-initiatief voor de grondstofwinningsindustrie, dat op de wereldtop over duurzame ontwikkeling van start is gegaan en nu verder wordt ontwikkeld door de G8. Dit initiatief wil een oplossing bieden voor het belangrijke vraagstuk van het goede beheer van natuurlijke rijkdommen en de opbrengsten die uit de winning daarvan voortvloeien. Hoewel dit initiatief gericht is op olie, gas en delfstoffen en geen betrekking heeft op hout, biedt het interessante beginselen voor de samenwerking tussen de particuliere sector en de producerende en consumerende landen, die in de context van het FLEGT-programma van nut kunnen zijn.

Kader 3: Tropical Forest Trust

TFT zorgt voor de integratie van de gehele toeleveringsketen voor hout, van de producenten via de leveranciers tot de kopers die duurzaam en legaal verkregen houtproducten willen aanschaffen.

De leden doen mee, omdat zij binnen hun organisaties niet beschikken over voldoende tijd of mankracht voor het beheersen van het zeer complexe proces van certificering van bosbouwproducten en het waarborgen van het toekomstige aanbod van legaal en duurzaam verkregen hout. TFT doet dat in hun plaats.

De leden van de TFT trekken een vast percentage van de brutomarge van hun producten uit voor de financiering van TFT-activiteiten. Het voordeel dat de leden met hun investering behalen, is een aanbod van hout dat ethisch meer verantwoord is. De leden van TFT krijgen toegang tot houtproducten die verkregen zijn in het kader van specifieke projecten waaraan zij steun verlenen - al vóór het project is gecertificeerd, zijn de leden ervan verzekerd dat hun toeleveringsketen gebaseerd is op een project dat dankzij TFT-steun en -toezicht aantoonbaar tot certificering leidt. Door hun nauwe band met deze projecten kunnen de leden van TFT, zodra de certificering een feit is, zeker zijn van een langdurig aanbod van gecertificeerde houtproducten.

De activiteiten in het kader van TFT omvatten:

1. Hulp bij de ontwikkeling van gedragscodes en beleid voor de aanschaf van hout.

2. Hulp om een overzicht te krijgen van de huidige stand van het bosbouwbeleid, de standpunten van belanghebbenden en problemen in het producerende land.

3. Hulp bij het identificeren van legale winplaatsen die duurzaam kunnen worden geëxploiteerd en in aanmerking komen voor certificering.

4. Initiële en evolutieve evaluatie van het bosbeheer.

5. Technische bijstand ter verbetering van het bosbeheer.

6. Audit van de prestaties van de leden.

Met betrekking tot initiatieven van de particuliere sector doet de Commissie het volgende:

* zij zal lering trekken uit nieuwe initiatieven inzake de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven en onderzoeken hoe deze ervaringen in de bosbouwsector kunnen worden toegepast;

* zij zal initiatieven van de particuliere sector bevorderen en steun bieden voor de oprichting van coördinerende instanties, de toepassing van strenge normen in gedragscodes, transparantie bij de activiteiten van de particuliere sector en onafhankelijk toezicht;

* zij zal steun bieden voor de opbouw van het vermogen van ontwikkelingslanden om initiatieven van de particuliere sector tot stand te laten komen, bijvoorbeeld voor toezicht op de bosbouw;

* zij zal actieve participatie van de particuliere sector aanmoedigen. Dit houdt onder meer in: het bieden van technische en financiële steun om de legaliteit van de activiteiten in de gehele toeleveringsketen te waarborgen; het ontwikkelen en toepassen van gedragscodes en systemen voor het beheer van de toeleveringsketen; het toepassen van interne en externe audits om de naleving van de gedragscode door de leverancier te verifiëren; het bieden van steun voor controle van de toeleveringsketen, van bron tot eindgebruiker, door een onafhankelijke derde; openbare verslaglegging, in een overeen te komen vorm, van de voortgang van het streven naar legaliteit van de betrokken producten.

4.5 Financiering en investeringen

Het vijfde onderdeel van het Actieplan betreft de kwestie van financiële instellingen en investeringen in projecten die illegaal kappen zouden kunnen bevorderen.

4.5.1 Aanscherping van de zorgvuldigheidseis

Grootschalige investeringen in de bosbouwsector, bijvoorbeeld in pulp- en papierfabrieken, kunnen grote risico's met zich meebrengen wanneer niet voor de lange termijn op een duidelijk afgebakend, legaal en duurzaam houtaanbod kan worden gerekend. Dergelijke ondernemingen kunnen in problemen raken door de ecologische en sociale schade die zij veroorzaken, maar banken en financiële instellingen houden met dit feit onvoldoende rekening bij de screening en risicobeoordeling van investeringen in de bosbouwsector.

Banken en andere financiële instellingen die investeren in bosbouwactiviteiten moeten worden aangemoedigd zich een oordeel te vormen over de sociale factoren en milieufactoren die voor hun investeringen een risico kunnen vormen. Van belang voor investeringen in de bosbouw zijn bijvoorbeeld sociale factoren als conflicten over landeigendom en toegang tot wat de bossen voortbrengen (bijvoorbeeld betwist grondbezit of een tegenstelling tussen officiële en traditionele eigendomsrechten). Een milieufactor is bijvoorbeeld het ontbreken van een langdurig aanbod van legaal en duurzaam geoogst hout (de implicatie is dat een bedrijf in dat geval zijn toevlucht zou moeten zoeken in illegaal geoogst hout).

Met betrekking tot de aanscherping van de zorgvuldigheidseis doet de Commissie het volgende:

* banken en andere financiële instellingen zullen worden aangemoedigd rekening te houden met milieufactoren en sociale factoren bij de uitvoering van zorgvuldigheidseis en de beoordeling van de levensvatbaarheid van investeringen in de bosbouwsector. In het bijzonder moet het aanbod en de herkomst van beschikbaar hout op de langere termijn worden onderzocht;

* zij zal de ontwikkeling bevorderen van specifieke procedures voor zorgvuldigheid op milieu- en sociaal gebied voor exportkredietinstellingen, de EIB en de investeringsfaciliteit van Cotonou, aangezien deze met openbare middelen werken. De procedures voor het screenen van projecten moeten ervoor zorgen dat er geen aanwijzingen of risico's zijn voor illegale bosbouwactiviteiten;

* zij zal bekijken hoe exportkredietinstellingen en andere openbare kredietinstellingen kunnen worden geholpen bij het verkrijgen van informatie over investeringen in de bosbouwsector en de daarmee verbonden risico's.

4.6 Ondersteuning van het Actieplan met de bestaande wetgevingsinstrumenten

4.6.1 Witwassen van geld

Bij Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 [18] zijn de lidstaten van de EU overeengekomen het witwassen van de opbrengsten van ,ernstige strafbare feiten" strafbaar te stellen. Tot dergelijke feiten worden in elk geval gerekend feiten die strafbaar zijn gesteld met een maximale vrijheidsstraf of detentiemaatregel van meer dan een jaar of, voor staten die in hun rechtsstelsel een strafminimum voor strafbare feiten kennen, feiten die strafbaar zijn gesteld met een minimale vrijheidsstraf of detentiemaatregel van meer dan zes maanden. De strafbaarstelling van het witwassen van de opbrengsten van illegaal kappen of daarmee samenhangende strafbare feiten is dus afhankelijk van de vraag of dergelijke activiteiten in een lidstaat volgens deze definitie als een ernstig strafbaar feit gelden.

[18] PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1.

De EU-richtlijn tegen witwassen, vastgesteld in 1991 [19] en gewijzigd in 2001 [20], verplicht de lidstaten ertoe tegen witwassen op te treden, onder meer door financiële instellingen te verplichten elk vermoeden van witwassen te melden. De richtlijn heeft betrekking op het witwassen van de opbrengsten van een groot aantal ernstige strafbare feiten, maar definieert deze feiten niet op dezelfde wijze als genoemd kaderbesluit. Volgens artikel 1, onder E, van de gewijzigde richtlijn moet echter de definitie van ernstige strafbare feiten vóór 15 december 2004 op voorstel van de Commissie worden aangepast aan de definitie in het kaderbesluit. In de gewijzigde richtlijn van 2001 worden sommige strafbare feiten opgesomd, terwijl andere vallen onder een algemene verwijzing naar strafbare feiten die hoge opbrengsten kunnen opleveren of waarvoor een zware gevangenisstraf geldt. De lidstaten kunnen dus, indien zij dat wensen, strafbare feiten in verband met illegaal kappen voor de toepassing van de richtlijn als ernstige strafbare feiten behandelen. Momenteel vallen strafbare feiten in verband met illegaal kappen slechts in een klein aantal lidstaten onder de wetgeving inzake witwassen. De richtlijn stelt overigens dat er ook sprake is van witwassen van geld indien de activiteiten die ten grondslag liggen aan de wit te wassen voorwerpen gelokaliseerd zijn op het grondgebied van een andere lidstaat of op dat van een derde staat.

[19] Richtlijn 91/308/EEG, PB L 166 van 28.6.1991, blz. 77.

[20] Richtlijn 2001/97/EG, PB L 344 van 28.12.2001, blz. 76.

Met betrekking tot het witwassen van geld doet de Commissie het volgende:

* onderzocht zal worden in hoeverre de bestaande wetgeving van de lidstaten inzake het witwassen van het geld toepasselijk is op strafbare feiten in de bosbouwsector. Deze informatie zal worden doorgegeven aan banken, financiële instellingen, opsporingseenheden voor financiële criminaliteit en niet-gouvernementele organisaties in de Europese Unie;

* er zal bij de lidstaten op worden aangedrongen illegaal kappen als strafbaar feit te behandelen in het kader van EG-richtlijn 97/2001 inzake witwassen;

* in het kader van de ontwikkelingssamenwerking zullen ontwikkelingslanden waar nodig worden geholpen hun vermogen tot het aanpakken van witwasactiviteiten in verband met de bosbouw te ontwikkelen;

* het uitwisselen van informatie over bosbouwcriminaliteit tussen de financiële recherche-eenheden van de EU-lidstaten zal worden aangemoedigd.

4.6.2 Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten

De Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten (CITES) kan een belangrijke rol spelen bij het terugdringen van de handel in bedreigde boomsoorten. Alle lidstaten van de EG zijn partij bij de CITES-overeenkomst, evenals alle kandidaat-lidstaten. De CITES-overeenkomst is in het EG-recht omgezet bij Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 en Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001. In het kader van de CITES-overeenkomst zijn mechanismen ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat de handel in onder de overeenkomst vallende soorten op legale en duurzame wijze plaatsvindt.

In de bijlagen I en II bij de CITES-overeenkomst worden momenteel 19 boomsoorten vermeld. Vermelding houdt in dat uit bomen van deze soorten vervaardigde houtproducten alleen in de EU mogen worden ingevoerd indien een uitvoervergunning uit het land van herkomst en een invoervergunning van de EU worden overgelegd. Uitvoervergunningen zijn alleen geldig wanneer het hout in het land van herkomst legaal is geoogst. Een EU-invoervergunning wordt alleen verleend als is vastgesteld dat verlening van een vergunning het voortbestaan van de soort niet bedreigt en de omvang van het gebied waar de soort voorkomt niet aantast. Voorts worden een genus en drie boomsoorten vermeld in bijlage III, waarin soorten zijn opgenomen waarvan de uitvoer door landen eenzijdig is beperkt. Ook in dit geval zijn uitvoervergunningen voor dergelijke soorten alleen geldig wanneer het hout legaal is geoogst.

In 2002 is op de twaalfde CITES-conferentie overeengekomen beperkingen in te stellen op de handel in Amerikaanse mahonie (door opname in bijlage II) in verband met overexploitatie, en in soorten van het genus Guaiacum. Op basis van wetenschappelijk bewijs kan worden besloten in de toekomst nog andere boomsoorten op te nemen - een aantal soorten komt daarvoor in aanmerking.

Met betrekking tot de overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten doet de Commissie het volgende:

* wetenschappelijk onderzoek inzake bedreigde boomsoorten zal worden bevorderd met het oog op de opneming in de bijlagen I en II bij de CITES-overeenkomst. Houtproducerende landen zullen worden aangemoedigd gebruik te maken van de vrijwillige opneming van boomsoorten in bijlage III;

* zwakke punten in het vergunningenstelsel dat de handel reguleert in soorten die in de bijlagen bij de CITES-overeenkomst zijn opgenomen, zullen worden aangepakt;

* bevorderd zal worden dat derde landen de in de CITES-overeenkomst opgenomen soorten op duurzame wijze beheren, teneinde mogelijke invoerbeperkingen op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 338/97 te vermijden.

4.6.3 Andere wetgevingsinstrumenten

De wetgeving van de lidstaten inzake gestolen goederen, en andere wetgeving, kan in sommige gevallen op illegaal kappen van toepassing zijn. Met dergelijke wetgeving kan illegaal geoogst hout worden aangepakt in de verbruikende landen, zodat dergelijk hout niet in de haven van binnenkomst behoeft te worden tegengehouden. Dergelijke wetgeving valt onder de bevoegdheden van de lidstaten.

Het OESO-verdrag ter bestrijding van omkoping en corruptie is ook relevant, omdat illegale kapactiviteiten vrijwel altijd met omkoping en corruptie gepaard gaan.

Met betrekking tot andere wetgevingsinstrumenten doet de Commissie het volgende:

* zij zal bevorderen en aanmoedigen dat de lidstaten de huidige strafwet en andere wetgevingsinstrumenten toepassen, indien van toepassing met inbegrip van de wetgeving inzake gestolen goederen. Relevante informatie zal worden verzameld en uitgewisseld;

* de lidstaten zullen worden aangemoedigd de maatregelen toe te passen die zijn opgenomen in de actieverklaring van de OESO inzake de bestrijding van omkoping, en krediet, dekking of andere steun te weigeren indien is aangetoond dat er bij de gunning van een exportcontract sprake is geweest van omkoping.

4.7 Conflicthout

Conflicthout kan los worden gedefinieerd als hout dat wordt verhandeld door gewapende groepen en met de opbrengst waarvan gewapende conflicten worden gefinancierd. Dit gebeurt doorgaans zonder toestemming van de overheid en is dus illegaal. Soms geeft de overheid echter wel toestemming voor ,legale" handel, wanneer die plaatsvindt in gebieden die onder haar gezag staan. In het eindrapport van een VN-panel van deskundigen over de illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en andere rijkdommen in de Democratische Republiek Congo [21] wordt aanbevolen een internationale definitie van conflicthout op te stellen.

[21] Document S/2002/1146 van de VN-Veiligheidsraad, 16 oktober 2002.

Met betrekking tot conflicthout doet de Commissie het volgende:

* steun zal worden geboden voor het opstellen van een definitie van conflicthout - een noodzakelijk startpunt voor verdere internationale maatregelen;

* in relevante internationale fora zullen eventuele aanbevelingen van de VN-Veiligheidsraad op dit terrein worden gesteund;

* er zal naar worden gestreefd in programma's voor ontwikkelingssamenwerking de rol van de houthandel in gewapende conflicten te erkennen en aan te pakken, en rekening te houden met vraagstukken als de rechten van plaatselijke en inheemse bevolkingsgroepen op toegang tot de bossen waarvan zij voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn, en goed bosbeheer in afgelegen, dunbevolkte bosgebieden;

* met de lidstaten, andere donoren en bosrijke landen worden besprekingen aangegaan over de rol van de houthandel in gewapende conflicten en in pre- en post-conflictsituaties en over de beste wijze waarop met deze aspecten rekening kan worden gehouden bij de formulering van boswetgeving en bosbeleid.

5. COÖRDINATIE EN PROGRAMMERING

Maatregelen inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw vereisen als horizontaal vraagstuk een hoge mate van coördinatie van verschillende sectoren en actoren. Binnen de Commissie zal een coördinatiemechanisme worden ingesteld dat:

* als centrale instantie voor het FLEGT-initiatief fungeert en de uitvoering van het FLEGT-actieplan faciliteert, onder meer door middel van bestaande instrumenten;

* technische input verstrekt voor de ontwikkeling van partnerschapsovereenkomsten met grote houtproducerende landen;

* samen met de EU-lidstaten een gedetailleerd en gecoördineerd werkprogramma voor het FLEGT-actieplan ontwikkelt;

* in de EU en potentiële partnerlanden breed overleg steunt over het FLEGT-initiatief met belangrijke belanghebbenden in de bosbouw;

* zorgt voor coördinatie van de steun van de Commissie voor lopende internationale initiatieven voor het opbouwen van de politieke wil om illegaal kappen aan te pakken, met name de initiatieven in Afrika en Azië en het voorgestelde initiatief in Latijns-Amerika inzake rechtshandhaving en governance op bosbouwgebied, en voor coördinatie van de standpunten van de Commissie in de dialoog met de G8-landen en China;

* zorgt voor de beschikbaarheid van de technische input en expertise die voor de uitvoering van het FLEGT-programma vereist zijn. Op de korte termijn is aan technische input onder meer nodig:

- onderzoek naar het voorkomen van illegaal kappen in de internationale handel en naar de mogelijke indirecte of secundaire effecten van maatregelen van de EU;

- een economische analyse van de impact van illegaal kappen op de betrokken landen (als zo'n analyse nog niet bestaat) en de wereldeconomie;

- technische vervolgontwikkeling en -bijstand ten behoeve van de invoering van systemen voor het volgen van hout en de verificatie van legaliteit, zowel in de EU als in de partnerlanden (de Commissie financiert momenteel een onderzoek naar de omvang van het probleem);

* de ontwikkeling bevordert van een strategie om het initiatief uit te breiden tot andere grote houtverbruikende markten;

* de ontwikkeling volgt van de impact van het programma op belanghebbenden in de bosbouwsector, zoals industrieën die op de bosbouw zijn gebaseerd in de EU en de houtproducerende landen, en op overheden en plaatselijke gemeenschappen in de houtproducerende landen.

In eerste instantie wordt de interdepartementale coördinatiegroep die voor de ontwikkeling van het actieplan is opgezet, gehandhaafd als mechanisme voor de coördinatie van de activiteiten. Via de begrotingslijn inzake tropische bossen en andere financiële instrumenten voor de ontwikkelingssamenwerking wordt aan de tenuitvoerlegging van het actieplan bijgedragen.

De Commissie zal samen met de lidstaten en de partnerlanden werken aan de tenuitvoerlegging van het actieplan. Zij streeft naar een gezamenlijke aanpak met de lidstaten, onder meer door coördinatie via de European Tropical Forest Advisers Group (ETFAG) [22] en vergelijkbare nationale coördinatiegroepen. In eerste instantie worden de beleidskredieten voor het opstarten van het FLEGT-actieplan voornamelijk verstrekt via de begrotingslijn inzake tropische bossen (B7-6200). Deze kredieten worden aangewend voor werkzaamheden die voor het opstarten van het FLEGT-programma prioritair zijn, indien die overeenkomstig de verordening voor de begrotingslijn voor financiering in aanmerking komen, een en ander overeenkomstig de tweejaarlijkse programmering van de begrotingslijn. De begrotingslijn inzake tropische bossen mag overigens alleen worden gebruikt voor de financiering van activiteiten die ten goede komen aan ontwikkelingslanden. De verordening die de begrotingslijn inzake tropische bossen regelt, loopt eind 2006 af. Een belangrijke factor waar de Commissie rekening moet houden wanneer zij beslist of zij een nieuwe verordening zal voorstellen, is de noodzaak middelen beschikbaar te maken voor FLEGT-gerelateerde activiteiten.

[22] De European Tropical Forest Advisers Group (ETFAG) is een organisatie die coördinatie tussen de Commissie en in de bosbouw actieve lidstaten bevordert.

Het kan zijn dat de uit hoofde van de begrotingslijn beschikbare middelen niet voldoende zijn voor de benodigde programma's voor technische bijstand en capaciteitsopbouw in de houtproducerende FLEGT-partnerlanden. Waar mogelijk zal de Commissie streven naar integratie van het FLEGT-programma in de normale nationale en regionale programma's voor ontwikkelingssamenwerking van de EG. Er zal bovendien bij de belanghebbende lidstaten worden aangedrongen op een bijdrage aan het gemeenschappelijke werkplan in de vorm van middelen of activiteiten.

6. VOLGENDE STAPPEN

De Raad en het Europees Parlement wordt verzocht steun te verlenen aan de voorstellen van de Commissie om:

* met houtproducerende landen onderhandelingen te openen over FLEGT-partnerschapsovereenkomsten;

* een verordening tot stand te brengen tot instelling van het vrijwillige vergunningenstelsel en breed overleg met alle belanghebbenden te voeren;

* te kijken naar de mogelijkheden voor en de impact van verdergaande maatregelen ter ondersteuning van het actieplan, waaronder, indien vorderingen op multilateraal vlak uitblijven, de haalbaarheid van wetgeving om de invoer van illegaal geoogst hout in de EU te beperken, en daarover in de loop van 2004 aan de Raad verslag uit te brengen;

De lidstaten worden ook uitgenodigd te bekijken of relevante nationale wetgeving voor het aanpakken van illegaal kappen kan worden toegepast en de Commissie in te lichten over hun bevindingen.

BIJLAGEN

Bijlage 1: Initiatieven voor betere rechtshandhaving in de bosbouw

Nationaal, regionaal en internationaal is veel werk verricht voor initiatieven om het probleem van illegaal kappen onder de aandacht te brengen en werkprogramma's te initiëren om het aan te pakken. Bij veel van die initiatieven zijn de Europese Commissie en de EU-lidstaten betrokken via hun vertegenwoordiging in multilaterale processen, rechtstreekse beleidsinitiatieven en programma's voor ontwikkelingssamenwerking. Deze initiatieven worden hierna omschreven.

Internationale initiatieven

Op internationaal niveau is aan het probleem voor het eerst aandacht besteed op de G8-top in Birmingham, in 1998. Na die top is een werkgroep ingesteld, die verslag heeft uitgebracht aan de G8-top in Canada in 2002. Het verslag bevat voorstellen voor de identificatie en verificatie van legale productie, het volgen van hout, etikettering en certificering, gekoppeld aan maatregelen om illegale producten van de markt te weren, het beleid voor overheidsopdrachten en bijstand voor capaciteitsopbouw en bosbeheer. De G8 heeft tevens verklaard dat maatregelen in producerende en verbruikende landen moeten worden genomen.

Ook in andere multilaterale fora zijn uitspraken gedaan. In november 2001 is op de 31ste vergadering van de Internationale Raad voor Tropisch Hout (ITTC) een besluit genomen inzake rechtshandhaving in de bosbouwsector in de context van duurzame productie van en handel in hout. In mei 2002 is op de 32ste ITTC-vergadering een besluit genomen inzake rechtshandhaving op bosbouwgebied in Afrika. Het is de bedoeling dat gegevens worden verzameld over de bossen in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo en de Republiek Congo, met het doel het beheer van bosbouwconcessies te verbeteren en beschermde gebieden in stand te houden.

In maart 2002 is op de tweede vergadering van het VN-bossenforum een ministeriële boodschap voor de wereldtop over duurzame ontwikkeling opgesteld. De boodschap roept onder meer op tot onmiddellijke maatregelen inzake binnenlandse rechtshandhaving op bosbouwgebied en de internationale handel in bosbouwproducten. Op het bossenforum is ook aandacht besteed aan de voortgang van de strijd tegen ontbossing en aantasting van de bossen, en de cruciale rol belicht van initiatieven ter versterking van de rechtshandhaving. Het forum heeft de overheden ertoe opgeroepen maatregelen te nemen om de rechtshandhaving te verbeteren en illegaal kappen te bestrijden.

In het kader van het verdrag inzake biologische diversiteit is in 2002 een versterkt werkprogramma over biologische diversiteit in bosgebieden aangenomen. Het programma stelt maatregelen voor om de rechtshandhaving op bosbouwgebied te verbeteren en de met illegaal kappen samenhangende handel aan te pakken.

Regionale initiatieven

De Wereldbank coördineert regionale initiatieven voor rechtshandhaving en governance op bosbouwgebied in Azië en Afrika [23]. Na een aantal regionale planningbijeenkomsten in Azië is in september 2001 een ministeriële conferentie gehouden in Bali (Indonesië). Op die conferentie is een ministeriële verklaring aangenomen waarin wordt erkend dat alle landen, zowel exporterende als importerende, een taak en een verantwoordelijkheid hebben bij de bestrijding van criminaliteit op het gebied van de bosbouw, met name het bestrijden van illegaal kappen en de daarmee samenhangende illegale handel (zie bijlage 3). Er is een Aziatische FLEGT-taskforce opgezet, waaraan adviesinstanties zijn verbonden die bestaan uit vertegenwoordigers van de industrie en van niet-gouvernementele organisaties. Er wordt momenteel een omvangrijk werkprogramma uitgevoerd. De ministers zullen later in 2003 opnieuw bijeenkomen om de voortgang te bespreken.

[23] Meer over deze initiatieven op het adres: http://lnweb18.worldbank.org/ESSD/ essdext.nsf/14ByDocName/ForestGovernanceProgramMinisterialProcesses

In Afrika wordt in 2003 een ministeriële conferentie gehouden. Het is de bedoeling te werken aan de bereidheid op hoog politiek niveau om de capaciteit op het gebied van governance in de bosbouw te versterken, met name wat illegaal kappen betreft. Verwacht kan worden dat de conferentie een ministeriële verklaring zal vaststellen en dat er een werkprogramma zal worden gestart voor het vervolg van de werkzaamheden.

De Europese Commissie en enkele EU-lidstaten hebben deze processen in Azië en Afrika intensief gesteund, zowel politiek als met financiële bijdragen.

Illegaal kappen en governance zijn ook de hoofdthema's van twee belangrijke partnerschappen van type II, die van start zijn gegaan op de wereldtop over duurzame ontwikkeling: het Asia Forest Partnership (Japan en Indonesië) en het Congo Basin Forest Partnership (Verenigde Staten en Zuid-Afrika).

Initiatieven van de Europese Commissie

De Europese Commissie heeft haar intentie om illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel te bestrijden verklaard in haar mededeling aan de Raad en het Europees Parlement Naar een wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling [24] en in het zesde milieuactieplan van de Gemeenschap [25].

[24] COM(2002) 82 van 13.2.2002.

[25] Besluit nr. 16000/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002.

Als bijdrage aan de voorbereiding van dat actieplan heeft de Commissie een internationale workshop georganiseerd, die op 22-24 april 2002 in Brussel is gehouden. Er werd aan deelgenomen door vertegenwoordigers van de lidstaten van de EU, de regeringen van een aantal houtproducerende en houtimporterende landen buiten de EU, de bosbouwindustrie en niet-gouvernementele organisaties.

Tijdens de workshop werd een aantal onderwerpen behandeld: methoden om de toegang voor illegaal geoogste tot de EU te beperken, onder meer door middel van wetgeving en een vergunningenstelsel, uitwisseling van gegevens en samenwerking tussen douaneautoriteiten, zorgvuldigheid bij leningverstrekking door financiële instellingen, en de rol van het beleid voor overheidsopdrachten. Details over deze workshop zijn te vinden op de volgende website:

http://europa.eu.int:8082/comm/ external_relations/flegt/intro/index.htm

De Europese Commissie heeft daarna in de marge van de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg in augustus 2002 een bijeenkomst over illegaal kappen georganiseerd. De EU, de Verenigde Staten en Japan waren daar alle vertegenwoordigd. Aan de ontmoeting werd ook deelgenomen door de regeringen van de producerende landen en vertegenwoordigers van de particuliere sector en niet-gouvernementele organisaties. Alle deelnemers waren het erover eens dat moet worden samengewerkt om illegaal kappen te bestrijden.

Initiatieven van de lidstaten van de EU

De lidstaten van de EU ondernemen allerlei activiteiten om illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel te bestrijden. In de volgende alinea's worden enkele voorbeelden gegeven. De verenigbaarheid met de EU-wetgeving komt niet aan de orde.

Denemarken heeft, als fungerend voorzitter van de EU, met de Europese Commissie in de marge van de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg in augustus 2002 een bijeenkomst over illegaal kappen georganiseerd. De Deense regering kent een hoge prioriteit toe aan het bestrijden van illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel. Denemarken is onder andere ver gevorderd met het opstellen van richtsnoeren voor overheidsopdrachten voor tropisch hout die ertoe moeten leiden dat door overheidsinstellingen alleen legaal en duurzaam geproduceerd hout wordt aangekocht.

Finland werkt aan een strategie voor ontwikkelingssamenwerking op bosbouwgebied. Illegaal kappen kan een van de aandachtspunten zijn. Ook de Finse Federatie van Bosbouwondernemingen (Metsäteollisuus ry) heeft haar steun uitgesproken voor het bestrijden van illegaal kappen. De Engelse tekst van de verklaring is te vinden op:

http://english.forestindustries.fi/press/ 2002/081102.html.

Frankrijk steunt samen met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en de Commissie het Africa Forest Law Enforcement and Governance (AFLEG)-proces. Aan illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel wordt ook aandacht besteed in het kader van regionale en nationale samenwerkingsprojecten door activiteiten voor het opbouwen van capaciteit, het verzamelen van gegevens en het verlenen van steun voor de controle op bosbouwactiviteiten. Frankrijk wil ook de rol van de particuliere sector aanmoedigen. Franse bedrijven worden bijvoorbeeld gestimuleerd de gedragscode voor bosbeheer toe te passen.

Een dialoog in de Nationale werkgroep voor het tropische regenwoud moet ertoe leiden dat illegaal kappen op nationaal niveau wordt aangepakt, door voorlichting en toepassing van specifieke beleidsinstrumenten, zoals voor overheidsopdrachten. De voor bosbouw en milieu verantwoordelijke ministeries zijn een studie gestart naar de impact van maatregelen op het gebied van overheidsopdrachten. Het Agence française de développment (AFD) werkt aan mogelijkheden voor het versterken van de controle in het kader van de programma's voor bosbeheer die door de Franse ontwikkelingssamenwerking worden ondersteund.

Duitsland heeft in 2002 een nieuwe strategie vastgesteld voor ontwikkelingssamenwerking in de bosbouwsector. De bestrijding van illegaal kappen is een van de prioriteiten. De strategie omvat maatregelen voor het bestrijden van illegaal kappen en de handel in hout en andere illegaal geoogste bosproducten (zoals wild en bushmeat): ontwikkelen van transparante procedures voor de afgifte van concessies en gebruiksvergunningen, instellen van effectieve controle- en sanctiemechanismen (wetshandhaving), betrekken van de civiele samenleving bij deze processen, stimuleren van aanschaf door de overheid en de particuliere sector in de invoerlanden van onafhankelijk gecertificeerd hout en houtproducten uit duurzaam beheerde bossen, en hulp aan partnerlanden bij de uitvoering en verdere ontwikkeling van de CITES-overeenkomst inzake bedreigde dier- en plantensoorten (met name bescherming van bedreigde soorten die zijn opgenomen in bijlage 3 en opneming van meer soorten in die bijlage). De maatregelen op deze terreinen zullen worden uitgevoerd in het kader van programma's voor ontwikkelingssamenwerking, wanneer en waar nodig.

Het volledige strategiedocument is in het Engels verkrijgbaar op:

http://www.gtz.de/forest-policy/download/ Documents/German%20Government/BMZ_Forest_Sector_Concept_2002.pdf

Nederland heeft geen specifiek beleid inzake illegaal kappen, maar onderneemt in het kader van de ontwikkelingssamenwerking wel relevante actie, zowel in Nederland als in het buitenland. Het onderwerp krijgt steeds meer belangstelling.

Binnen Nederland worden op basis van de vermelding in de bijlagen bij de overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten (CITES) maatregelen genomen om de illegale handel in bedreigde boomsoorten te bestrijden. Nederland verleent daarnaast steun aan een specifiek programma voor de evaluatie van boomsoorten op basis van de opnamecriteria van de CITES-overeenkomst, waarmee het nut van de overeenkomst voor de bescherming van bedreigde boomsoorten nog wordt vergroot. Nederland verleent ook actieve steun aan processen voor de certificering van hout, waarbij de legaliteit van het hout in het land van herkomst een belangrijk aspect is.

Nederland steunt door middel van projecten en een sectorale aanpak in zijn ontwikkelingssamenwerking initiatieven voor de promotie van goed bestuur in de bosbouwsector in een aantal ontwikkelingslanden, waaronder Peru, Guatemala, Ecuador en Suriname. Verder financiert Nederland in enkele landen een aantal kleinere projecten van IUCN-Nederland.

Het Verenigd Koninkrijk steunt zowel het Aziatische als het Afrikaanse ministeriële proces voor rechtshandhaving en governance in de bosbouw. Daarvoor zijn beleidsmaatregelen en nationale programma's uitgevoerd in onder meer Indonesië, Kameroen en delen van Midden-Amerika. Het Verenigd Koninkrijk heeft in april 2002 met de Indonesische regering een memorandum van overeenstemming ondertekend over het bestrijden van illegaal kappen en de daarmee samenhangende internationale handel in illegaal gekapt hout en houtproducten. In het memorandum is afgesproken dat samen zal worden gewerkt aan juridische en bestuurlijke hervormingen en systemen voor de verificatie van legaliteit en dat financiële en technische bijstand zal worden verleend. Het proces dat tot de ondertekening van het memorandum van overeenstemming heeft geleid, en de problemen die daarna in verband met de uitvoering ervan zijn gerezen, kunnen leerzaam zijn voor bepaalde aspecten van het Actieplan waaraan nu door de Europese Commissie wordt gewerkt. Het Verenigd Koninkrijk is ook ver gevorderd met het aanpassen van het beleid voor overheidsopdrachten om ervoor te zorgen dat overheidsinstellingen alleen legaal en duurzaam geproduceerd hout aankopen.

Bijlage 2: Overzicht van de internationale handel in hout

De wereldmarkt voor de productie, verwerking en verhandeling van hout wordt in hoge mate gedomineerd door de gematigde zones en de ontwikkelde landen (VS, EU, Canada, Japan). Tropische producten hebben slechts een klein aandeel in de totale wereldexport van hout, namelijk 16% voor industrieel rondhout, 13% voor gezaagd hout, pulp en papier en 39% voor panelen. Alleen houtplaat uit tropisch hardhout heeft een dominant aandeel in de internationale markt (71%).

Een andere bijzonderheid van de wereldhandel in houtproducten is dat veel van de handel in bosbouwproducten intraregionaal is. Volgens de Wereldbank vindt 80% van de Europese handel plaats tussen Europese landen onderling, gaat 85% van de export van Aziatische landen naar landen in dezelfde regio en is 80% van de Noord-Amerikaanse import afkomstig uit de regio. De enige grote interregionale handelsstromen (meer dan 5 miljard USD) zijn die van Noord-Amerika naar Europa en van Noord-Amerika en Europa naar Azië en Oceanië [26].

[26] Wereldbank: Future Developments in Forest Products Markets (1999).

Uit de cijfers hieronder blijkt echter dat handelsgerelateerde maatregelen van de EU invloed kunnen uitoefenen op de wereldwijde handel in hout en dat het op de langere termijn van belang is te streven naar bredere samenwerking met de andere grote houtverbruikende landen.

Rondhout

Belangrijke punten:

* De vraag naar rondhout uit Aziatische productielanden wordt gedomineerd door China en Japan.

* De EU is de grootste importeur van Afrikaans rondhout in waarde gerekend.

* De handel in rondhout uit Zuid-Amerika is verwaarloosbaar.

* Uit Rusland wordt door China, Japan en de EU voor ongeveer gelijke waarde rondhout geïmporteerd (maar de EU is de grootste importeur wat de hoeveelheid betreft).

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Bron: FAO FAOSTAT online database

Gezaagd hout

Belangrijke punten:

* De EU is de tweede markt voor gezaagd hout uit Azië: in waarde gerekend gaat 21% van de Aziatische handel naar de EU.

* De EU is de grootste importeur van gezaagd hout uit Afrika: in waarde gerekend gaat 91% van de Afrikaanse handel met de vier grote markten naar de EU.

* In waarde gerekend gaat 38% van de Zuid-Amerikaanse export van gezaagd hout naar de EU.

* Bijna de helft van de Russische export van gezaagd hout gaat naar de EU.

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Bron: FAO FAOSTAT online database

Plaathout

Belangrijke punten:

* De EU is de tweede markt voor plaathout uit Azië: in waarde gerekend gaat 9% van de Aziatische handel naar de EU.

* De EU is de grootste importeur van plaathout uit Afrika: in waarde gerekend gaat 43% van de (zeer bescheiden) Afrikaanse handel naar de EU.

* In waarde gerekend gaat 51% van de Zuid-Amerikaanse export van plaathout naar de EU.

* Bijna de helft van de Russische export van plaathout gaat naar de EU.

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Bron: FAO FAOSTAT online database

Bijlage 3: Verklaring van Bali

WETSHANDHAVING, GOVERNANCE EN HANDEL IN DE BOSBOUW

OOST-AZIATISCHE MINISTERIËLE CONFERENTIE

Bali, Indonesië

11-13 september 2001

MINISTERIËLE VERKLARING

De aan deze Ministeriële Conferentie deelnemende landen in Oost-Azië en andere gebieden:

Overwegende dat de bosecosystemen het menselijk, dierlijk en plantaardig leven ondersteunen en voor de mensheid een rijke bron zijn van natuurlijke, duurzame rijkdommen;

Diep verontrust over de ernstige wereldwijde bedreiging van deze bron door de negatieve gevolgen voor de rechtsstaat van schendingen van de boswetgeving en criminaliteit op bosbouwgebied, met name illegaal kappen en de daarmee samenhangende illegale handel;

Erkennende dat illegaal kappen en de daarmee samenhangende illegale handel een rechtstreekse bedreiging vormen voor de ecosystemen en de biologische diversiteit in geheel Azië en de rest van de wereld;

Tevens erkennende dat daaruit ernstige economische en maatschappelijke schade voortvloeit voor onze volkeren, met name de plaatselijke gemeenschappen, de armen en de minder bevoorrechten;

Erkennende bovendien dat het probleem vele complexe sociale, economische, culturele en politieke oorzaken heeft;

Overtuigd van de dringende noodzaak en het belang van goed bestuur voor de totstandkoming van een duurzame oplossing voor het probleem van criminaliteit op bosbouwgebied;

Erkennende dat alle landen, zowel exporterende als importerende, een taak en een verantwoordelijkheid hebben bij de bestrijding van criminaliteit op het gebied van de bosbouw, met name het bestrijden van illegaal kappen en de daarmee samenhangende illegale handel;

Benadrukkende dat het dringend noodzakelijk is effectief samen te werken om deze problemen tegelijkertijd op nationaal en subnationaal, regionaal en internationaal niveau aan te pakken,

Verklaren het volgende:

Wij zullen onmiddellijk actie ondernemen om de nationale inspanningen te intensiveren en de bilaterale, regionale en multilaterale samenwerking te versterken, teneinde schendingen van de boswetgeving en criminaliteit op bosbouwgebied, met name illegaal kappen en de daarmee samenhangende illegale handel en corruptie, en hun negatieve gevolgen voor de rechtsstaat aan te pakken;

Wij zullen mechanismen ontwikkelen voor de effectieve uitwisseling van ervaringen en informatie;

Wij zullen actie ondernemen om het verkeer in illegaal hout te verhinderen, waaronder nationale en internationale samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties;

Wij zullen onderzoek verrichten naar methoden om de uitvoer en de invoer van illegaal geoogst hout te bestrijden, waaronder de mogelijkheden voor een systeem voor voorafgaande kennisgeving met betrekking tot de commerciële handel in hout;

Wij zullen ertoe bijdragen, onder meer via de media, dat het publiek zich bewust wordt van de criminaliteit op bosbouwgebied en de bedreiging die de vernietiging van de bossen inhoudt voor het toekomstige milieu en ons toekomstige economische en sociale leven;

Wij zullen de governance op bosbouwgebied in onze landen verbeteren teneinde de bosbouwwetgeving te handhaven, onder meer met het oog op betere handhaving van eigendomsrechten en versterking van de onafhankelijkheid van het gerechtelijke stelsel;

Wij zullen alle betrokkenen, waaronder de plaatselijke gemeenschappen, betrekken bij de besluitvorming op bosbouwgebied en zo de transparantie bevorderen, waardoor het risico van corruptie wordt beperkt, de rechtvaardigheid wordt bevorderd en de onterechte invloed van bevoorrechte groepen wordt teruggedrongen;

Wij zullen de economische mogelijkheden voor personen die van de bossen afhankelijk zijn verbeteren, teneinde illegaal kappen en ongeremde bosontginning minder aantrekkelijk te maken en zo bij te dragen tot duurzaam bosbeheer;

Wij zullen het bestaande binnenlandse beleidskader voor de bosbouw opnieuw bekijken en passende beleidshervormingen doorvoeren, onder meer wat betreft de verlening van en het toezicht op concessies en subsidies, en overcapaciteit op verwerkingsgebied, zulks teneinde illegale praktijken te voorkomen;

Wij zullen prioriteit toekennen aan de meest kwetsbare grensoverschrijdende gebieden, waarvoor gecoördineerd en verantwoordelijk optreden vereist is;

Wij zullen op alle passende niveaus de werkzaamheden voor monitoring en beoordeling van bosbestanden ontwikkelen en uitbreiden;

Wij zullen de bosgebieden afbakenen, tijdig en nauwkeurig in kaart brengen en hun verdeling nauwkeurig vastleggen, en deze gegevens ter beschikking stellen van het publiek;

Wij zullen het vermogen versterken van de overheid, de particuliere sector en de civiele samenleving om criminaliteit op bosbouwgebied te voorkomen, op te sporen en te bestrijden.

Teneinde de in deze verklaring geuite doelstellingen zo volledig mogelijk te verwezenlijken en zo snel mogelijk over te gaan tot de uitvoering van de belangrijke indicatieve maatregelen die door de technische deskundigen tijdens deze ontmoeting zijn uitgewerkt, doen wij bovendien het volgende:

Wij zullen een regionale taskforce voor wetshandhaving en governance op bosbouwgebied opzetten, teneinde de doelstellingen van deze verklaring te bevorderen;

Wij verzoeken de vertegenwoordigers van NGO's, de industrie, de civiele samenleving en andere betrokkenen die deze conferentie bijwonen om de oprichting van een adviesgroep voor de regionale taskforce in overweging te nemen;

Wij besluiten in 2003 opnieuw op ministerieel niveau bijeen te komen, teneinde in samenwerking met de betrokken internationale partners de voortgang te bespreken van de eerste maatregelen die zijn genomen om onze verbintenissen ten uitvoer te leggen;

Wij verzoeken de aan deze conferentie deelnemende Asean- en Apec-landen de eerstvolgende bijeenkomsten van de Asean en de Apec in te lichten over de resultaten van deze ministeriële conferentie en hen uit te nodigen hun steun te verlenen;

Wij verbinden ons ertoe ervoor te ijveren dat criminaliteit op bosbouwgebied uitgebreide aandacht krijgt in toekomstige internationale fora, zoals de wereldtop over duurzame ontwikkeling en het bossenforum van de Verenigde Naties, en bij de organisaties die lid zijn van het Samenwerkingspartnerschap op bosbouwgebied.

Wij verzoeken de landen van de G-8 en andere donoren verdere aandacht te schenken aan de vraag hoe zij kunnen bijdragen tot de strijd tegen criminaliteit op bosbouwgebied, bijvoorbeeld door middel van capaciteitsopbouw;

Wij moedigen andere regio's aan soortgelijke regionale initiatieven voor de bestrijding van bosbouwcriminaliteit op te zetten.

Bali, Indonesië

13 september 2001