52000PC0764

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de tenuitvoerlegging van artikel 73 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds /* COM/2000/0764 def. */


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de tenuitvoerlegging van artikel 73 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

(1) Artikel 73 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, voorziet in de oprichting door de Associatieraad van een werkgroep voor de evaluatie van de tenuitvoerlegging van de sociale bepalingen van deze overeenkomst vóór het einde van het eerste jaar na de datum waarop zij in werking is getreden.

(2) De tenuitvoerlegging van deze bepalingen is belangrijk, met name vanwege de omvang van de migratiestroom tussen Marokko en de Europese Gemeenschap en de diverse problemen die daaruit voortvloeien.

(3) De werkgroep zal de sociale bepalingen van de overeenkomst op permanente en regelmatige basis evalueren en met name letten op de eerbiediging van het principe van niet-discriminatie op basis van nationaliteit tussen Marokkaanse en EU-werknemers op de gebieden die in de overeenkomst zijn opgenomen, en op de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst op het gebied van de sociale zekerheid. De werkgroep zal voorts worden belast met de bevordering van de dialoog en de samenwerking op sociaal gebied.

(4) De door de Commissie ingediende ontwerptekst is in grote mate geïnspireerd op het in het kader van de Euro-mediterrane overeenkomst met Tunesië genomen besluit over hetzelfde onderwerp.

(5) Derhalve wordt de Raad verzocht zijn goedkeuring te hechten aan een ontwerpbesluit van de Associatieraad EG-Marokko tot oprichting van een werkgroep sociale zaken.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de tenuitvoerlegging van artikel 73 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 300, lid 2, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ... van ..., blz. ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, is op 24 januari 2000 gesloten.

(2) Artikel 73 van deze overeenkomst bepaalt dat de Associatieraad vóór het einde van het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst een werkgroep opricht, die belast is met de permanente en regelmatige evaluatie van de tenuitvoerlegging van de bepalingen in de hoofdstukken I, II en III van titel VI van de overeenkomst,

BESLUIT:

Enig artikel

Het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Marokko, anderzijds, met betrekking tot de tenuitvoerlegging van artikel 73 van deze overeenkomst stemt overeen met het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Associatieraad.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

Ontwerpbesluit nr.../ 2000 van de Associatieraad van de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, van ........2000

tot oprichting van een werkgroep sociale zaken

DE ASSOCIATIERAAD,

Gelet op de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds [2],

[2] PB L 70 van 18.3.2000.

Overwegende dat artikel 73 van deze overeenkomst voorziet in de oprichting van een werkgroep voor de evaluatie van de tenuitvoerlegging van de bepalingen in de hoofdstukken I, II en III van titel VI van de overeenkomst,

BESLUIT:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 73 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, wordt een werkgroep sociale zaken opgericht, die de tenuitvoerlegging van de bepalingen in de hoofdstukken I, II en III van titel VI van de overeenkomst op permanente en regelmatige basis zal evalueren.

Artikel 2

De bevoegdheid van de werkgroep strekt zich uit tot de volgende terreinen:

1) de eerbiediging van het principe van niet-discriminatie op grond van nationaliteit tussen werknemers van Marokkaanse nationaliteit en onderdanen van de lidstaten wat betreft de arbeidsvoorwaarden, de lonen en het ontslag alsook op het gebied van de sociale zekerheid (zoals bedoeld in de overeenkomst);

2) de toepassing van de bepalingen op het gebied van de sociale zekerheid zoals bedoeld in de artikelen 65 tot 68 van de overeenkomst;

3) de dialoog op sociaal gebied overeenkomstig artikel 69 van de overeenkomst;

4) de samenwerking op sociaal gebied zoals bedoeld in artikel 71 van de overeenkomst.

Artikel 3

De werkgroep wordt bijeengeroepen door de voorzitter op een in onderlinge overeenstemming vastgestelde datum. De vergaderingen vinden beurtelings in Brussel en op Marokkaans grondgebied plaats.

Artikel 4

Het voorzitterschap van de werkgroep wordt bij toerbeurt uitgeoefend door een vertegenwoordiger van de partij die het voorzitterschap van de Associatieraad waarneemt.

Artikel 5

1) De voorzitter stelt voor iedere vergadering de voorlopige agenda op. De uitnodiging voor de vergadering en de voorlopige agenda worden de leden van de werkgroep niet later dan twintig dagen voor het begin van de vergadering toegezonden.

2) De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de voorzitter van de leden van de werkgroep niet later dan vijfentwintig dagen voor het begin van de vergadering een verzoek tot agendering met de bijbehorende stukken heeft ontvangen.

3) De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering vastgesteld. De Gemeenschap en de lidstaten, enerzijds, en Marokko, anderzijds, kunnen overeenkomen om punten aan de agenda toe te voegen die niet op de voorlopige agenda staan.

Artikel 6

De werkgroep bestaat uit ambtenaren van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen, van Marokko en van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die worden bijgestaan door ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

De secretariaatswerkzaamheden worden gezamenlijk verricht door een ambtenaar van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en een ambtenaar van de Marokkaanse regering.

Indien beide partijen de aanwezigheid van deskundigen op of hun deelname aan vergaderingen nuttig achten om gespecialiseerde informatie te verstrekken, kan de werkgroep dergelijke deskundigen naar eigen inzicht uitnodigen.

Artikel 7

De werkgroep dient na iedere vergadering een verslag in bij de Associatieraad en kan deze ontwerpen van en voorstellen voor besluiten en/of aanbevelingen voorleggen.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op de datum van zijn goedkeuring.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Associatieraad

De voorzitter