52000PC0138

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili over een Aanvullend Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Chili anderzijds /* COM/2000/0138 def. - ACC 2000/0053 */


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili over een Aanvullend Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Chili anderzijds

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Eén van de doelstellingen van de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Gemeenschap en Chili van 21 juni 1996 [1], waarvoor de onderhandelingsrichtsnoeren door de Raad op 21 december 1995 werden goedgekeurd, is een intensivering en uitbreiding van de samenwerking met het oog op een vergroting en diversifiëring, alsook een geleidelijke en wederzijdse liberalisering van het handelsverkeer.

[1] PB L 209 van 19.8.1996.

2. In artikel 7 van genoemde overeenkomst, dat betrekking heeft op samenwerking op douanegebied om het juridisch kader van de handelsbetrekkingen van de partijen te verbeteren en te consolideren, wordt uitdrukkelijk vermeld dat de partijen zich bereid verklaren de sluiting van een protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied te overwegen.

3. Uitgaande daarvan hebben tussen de Gemeenschap en Chili onderhandelingen plaatsgehad met als resultaat het te Brussel op 13 juli 1999 geparafeerde protocol met overeenkomst in de vorm van een briefwisseling.

4. Doel van het protocol is het door middel van bijstand tussen de bevoegde instanties van de betrokken partijen voorkomen, naspeuren en beteugelen van verrichtingen die strijdig zijn met de douanewetgeving. Bedoelde bijstand omvat in hoofdzaak het toezenden van de resultaten, in de vorm van gegevens of documenten, van uitgevoerd onderzoek dan wel het uitoefenen van speciaal toezicht op personen, goederen, plaatsen of transportmiddelen.

5. De inhoud van het protocol komt nagenoeg overeen met die van het door de Groep Economische Vraagstukken van de Raad in 1997 uitgewerkte protocolmodel. Er wordt van dat model alleen afgeweken door de expliciete vermelding van het wettelijk en bestuursrechtelijk kader van de te verlenen bijstand, alsook van de voor de schriftelijke bevestiging van mondelinge verzoeken en het antwoord op verzoeken om bijstand vastgestelde termijnen.

6. Het protocol omvat, als bijlage, eveneens een verklaring betreffende de oprichting, door de bij artikel 35 van de kaderovereenkomst ingestelde gemengde commissie, van een werkgroep belast met het verlenen van bijstand met betrekking tot het beheer van het protocol.

7. De hierop betrekking hebbende oveenkomst dient derhalve te worden ondertekend en gesloten. De Raad wordt dienovereenkomstig verzocht :

-namens de Gemeenschap zijn goedkeuring te hechten aan de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Chili houdende toevoeging van een protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied;

-een persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili over een Aanvullend Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Chili anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133 juncto artikel 300, lid 2, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie [2],

[2] PB C ... van ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Om de wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de beide partijen mogelijk te maken, zoals bepaald in artikel 7, lid 3, van de kaderovereenkomst voor samenwerking, ter voorbereiding van een associatie van politieke en economische aard tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds, en de Republiek Chili anderzijds, als einddoel [3], moet aan deze overeenkomst een protocol worden toegevoegd.

[3] PB L 42 van 16.2.1999, blz. 46.

(2) Onderhandelingen met Chili zijn hierover gevoerd en hebben tot een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling geleid, die in het belang van de Gemeenschap moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili over een Aanvullend Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is bij het onderhavige besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de in artikel 1 genoemde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling [4] te ondertekenen.

[4] De datum van inwerkingtreding van het protocol wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad gaat namens de Gemeenschap over tot de in de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling bedoelde kennisgeving.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING

tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili over een Aanvullend Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de kaderovereenkomst voor samenwerking

A. Brief van de Europese Gemeenschap

Brussel,

Mijnheer,

Ik heb de eer te verwijzen naar de besprekingen tussen de vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili met het oog op de sluiting van een overeenkomst inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken die als Aanvullend Protocol bij de kaderovereenkomst voor samenwerking van 21 juni 1996 zal worden gevoegd, die op 1 februari 1999 in werking is getreden.

Dit Aanvullend Protocol, waarvan de tekst bij deze brief is gevoegd, zal deel uitmaken van de overeenkomst van 21 juni 1996 en in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin kennisgeving is gedaan dat de daartoe benodigde procedures zijn voltooid.

Ik zou het op prijs stellen wanneer u mij zoudt willen bevestigen dat de Republiek Chili met het voorgaande instemt.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Europese Gemeenschap

B. Brief van de Republiek Chili

Santiago,

Mijnheer,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden met de volgende inhoud:

"Ik heb de eer te verwijzen naar de besprekingen tussen de vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili met het oog op de sluiting van een overeenkomst inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken die als Aanvullend Protocol bij de kaderovereenkomst voor samenwerking van 21 juni 1996 zal worden gevoegd, die op 1 februari 1999 in werking is getreden.

Dit Aanvullend Protocol, waarvan de tekst bij deze brief is gevoegd, zal deel uitmaken van de overeenkomst van 21 juni 1996 en in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin kennisgeving is gedaan dat de daartoe benodigde procedures zijn voltooid.

Ik zou het op prijs stellen wanneer u mij zoudt willen bevestigen dat de Republiek Chili met het voorgaande instemt".

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Republiek Chili.

Hecho en ...... ...... ........., el

Udfærdiget i ...... ...... ........, den

Geschehen zu ...... ...... .......... am

¸ãéíå, ............................

Done at ...... ...... ........on the

Fait à ...... ...... ........ le

Fatto a ...... ...... ........ il

Gedaan te ...... ...... ........

Feito no ...... ...... ........

Tehty ...... ...... ........

Utfärdat i ...... ...... ........ den

En nombre de la Comunidad Europea

På vegne af Det Europæiske Fællesskab

Im Namen der Europäische Gemeinschaft

Åî ïíüìáôïò ôçò ÅõñùðáúêÞò Êïéíüôçôáò

On behalf of the European Community

Au nom de la Communauté européenne

A nome della Comunità europea

Namens de Europese Gemeenschap

Em nome da Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

POR LA REPÚBLICA DE CHILE

POUR LA RÉPUBLIQUE DU CHILI

FOR THE REPUBLIC OF CHILE

FÜR DIE REPUBLIK CHILE

A REPÚBLICA DO CHILE

CHILEN TASAVALLALLE

TIL DEN CHILENSKE REPUBLIK

TILL DEN CHILENSKA REPUBLIKEN

PER LA REPUBBLICA DEL CILE

ÃÉÁ ÔÇ ÄÇÌÏÊÑÁÔÉÁ ÔÇÓ ×ÉËÇÓ

VOOR DE REPUBLIEK CHILI

PROTOCOL

BETREFFENDE

WEDERZIJDSE BIJSTAND IN DOUANEZAKEN TUSSEN DE ADMINISTRATIEVE AUTORITEITEN

Eerste ARTIKEL

Definities

Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder :

"douanewetgeving" de door de Gemeenschap of Chili aangenomen wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder een andere douaneregeling of -procedure, met inbegrip van verbodsmaatregelen, beperkende maatregelen en controlemaatregelen;

"verzoekende autoriteit" een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een Overeenkomstsluitende Partij aangewezen is en die op grond van dit protocol een verzoek om bijstand indient;

"aangezochte autoriteit" een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een Overeenkomstsluitende Partij aangewezen is en die op grond van dit protocol een verzoek om bijstand ontvangt;

"persoonsgegevens" alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

"met de douanewetgeving strijdige handeling" elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving;

"informatie", alle gegevens, documenten, gewaarmerkte rapporten of de daarop betrekking hebbende gewaarmerkte afschriften of andere mededelingen, ongeacht de informatiedrager.

ARTIKEL 2

Draagwijdte

1. De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar bijstand op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in dit protocol, teneinde de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, inzonderheid met het oog op het voorkomen, opsporen en bestrijden van met de douanewetgeving strijdige handelingen.

2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de Overeenkomstsluitende Partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken. Hij geldt ook niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke autoriteit worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteit instemt met de mededeling van dergelijke informatie.

3. Zonder afbreuk te doen aan artikel 10 dienen, bij de varienen van wederzijdse bijstand hulpverlening in het kader van dit protocol, de overeenkomstsluitend departijen zich aan hun respectieve wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften te houden.

4. De bijstand inzake het innen van heffingen, belastingen en boetes valt niet onder dit protocol.

ARTIKEL 3

Bijstand op verzoek

1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit haar alle ter zake dienende informatie die zij nodig kan hebben om te waarborgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende geconstateerde of voorgenomen daden die met de douanewetgeving strijdige handelingen vormen of zouden kunnen vormen.

2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mee of :

a) goederen die uit het grondgebied van een van de Overeenkomstsluitende Partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze op het grondgebied van de andere Partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;

b) goederen die op het grondgebied van een van de Overeenkomstsluitende Partijen zijn ingevoerd, op regelmatige wijze uit het grondgebied van de andere Partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de op deze goederen toegepaste douaneregeling.

3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit treft de aangezochte autoriteit in het kader van haar wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat toezicht wordt uitgeoefend op :

a) natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;

b) plaatsen waar voorraden goederen op zodanige wijze zijn gevormd of kunnen worden gevormd dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

c) goederen die op zodanige wijze worden vervoerd of kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

d) vervoermiddelen die op zodanige wijze worden gebruikt of kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen.

ARTIKEL 4

Bijstand op eigen initiatief

De Overeenkomstsluitende Partijen staan elkaar op eigen initiatief, overeenkomstig hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, bij indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder door het verschaffen van informatie die zij verkrijgen omtrent :

-daden die met de douanewetgeving strijdige handelingen zijn of hen hiermee strijdig lijken, en die van belang kunnen zijn voor de andere Overeenkomstsluitende Partij;

-nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

-goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van met de douanewetgeving strijdige handelingen;

-natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij betrokken zijn of zijn geweest bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

-vervoermiddelen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor het verrichten van met de douanewetgeving strijdige handelingen zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.

ARTIKEL 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig de voor haar geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, alle nodige maatregelen voor :

-de afgifte van alle documenten of

-de kennisgeving van alle besluiten,

die van de verzoekende autoriteit uitgaan en waarop het bepaalde in dit protocol van toepassing is, aan een geadresseerde die op het grondgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is.

De verzoeken om afgifte van documenten en om kennisgeving van besluiten moeten schriftelijk worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.

ARTIKEL 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1. Verzoeken in het kader van dit protocol worden schriftelijk gedaan. Zij gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan dienstig worden geacht. In spoedeisende gevallen kunnen mondelinge verzoeken worden aanvaard, mits zij binnen een termijn van ten hoogste 7 dagen schriftelijk worden bevestigd. Anders worden deze verzoeken afgewezen.

2. De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens :

a) de naam van de verzoekende autoriteit;

b) de gevraagde maatregel;

c) het voorwerp en de reden van het verzoek;

d) de relevante wettelijke of bestuurrechtelijke bepalingen en andere rechtsvoorschriften;

e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f) een overzicht van de relevante feiten en het reeds verrichte onderzoek.

3. De verzoeken worden gesteld in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Dit vereiste is niet van toepassing op documenten die het in lid 1 bedoelde verzoek vergezellen.

4. Indien een verzoek niet in de hierboven omschreven juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht; inmiddels kunnen reeds conservatoire maatregelen worden genomen.

ARTIKEL 7

Behandeling van verzoeken

1. De aangezochte autoriteit beantwoordt het verzoek om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en van haar middelen, als handelde zij voor eigen rekening of op verzoek van een andere autoriteit van dezelfde Overeenkomstsluitende Partij, door de informatie die haar reeds ter beschikking staat mee te delen en door het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is ook van toepassing op elke andere autoriteit tot welke de aangezochte autoriteit krachtens dit protocol het verzoek richt indien zij niet zelfstandig kan handelen.

2. Aan verzoeken om bijstand wordt voldaan overeenkomstig de wettelijke of bestuurs rechtelijke bepalingen van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij.

3. Naar behoren gemachtigde ambtenaren van een Overeenkomstsluitende Partij kunnen, met instemming van de andere Overeenkomstsluitende Partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een andere overeenkomstig lid 1 betrokken autoriteit aanwezig zijn en informatie verkrijgen die de verzoekende autoriteit ter uitvoering van het bepaalde in dit protocol nodig heeft met betrekking tot daden die met de douanewetgeving strijdige handelingen vormen dan wel kunnen vormen.

4. Naar behoren gemachtigde ambtenaren van een Overeenkomstsluitende Partij kunnen, met instemming van de andere Overeenkomstsluitende Partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

5. Het antwoord op het verzoek om bijstand is binnen twee maanden na ontvangst ervan gegeven. Indien de gevraagde autoriteit voorziet dat ze binnen deze periode niet op het verzoek kan antwoorden, dan dient zij de vragende autoriteit mee te delen wanneer zij op het verzoek zal kunnen antwoorden.

ARTIKEL 8

Vorm waarin de informatie dient te worden versterkt

1. De aangezochte autoriteit deelt de resultaten van het onderzoek schriftelijk mee aan de verzoekende autoriteit, samen met documenten, gewaarmerkte afschriften of andere ter zake dienende voorwerpen.

2. Deze informatie kan worden meegedeeld met gebruikmaking van systemen voor automatische gegevensverwerking.

3. De originelen van documenten worden slechts op verzoek toegezonden wanneer gewaarmerkte afschriften ontoereikend blijken. Deze originelen worden zo spoedig mogelijk geretourneerd.

ARTIKEL 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1. De originelen van documenten worden slechts op verzoek toegezonden wanneer gewaarmerkte afschriften ontoereikend blijken. Deze originelen worden zo spoedig mogelijk geretourneerd :

a) afbreuk kan doen aan de soevereiniteit van Chili of van een lidstaat die op grond van dit protocol om bijstand is verzocht; of

b) de openbare orde, de staatsveiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar kan brengen, met name in de gevallen bedoeld in artikel 10, lid 2; of

c) de schending inhoudt van een industrieel, een handels- of een beroepsgeheim.

2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen op grond van het feit dat deze een onderzoek, een gerechtelijke vervolging of een lopende procedure zou storen. In dat geval raadpleegt de aangezochte autoriteit de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend onder voorbehoud van regelingen of voorwaarden die de aangezochte autoriteit kan eisen.

3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. Het is dan aan de aangezochte autoriteit om te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek zal reageren.

4. In de in lid 1 en 2 bedoelde gevallen dienen het besluit van de aangezochte autoriteit en de redenen die het besluit ervoor verklaren, onverwijld aan de verzoekende autoriteit te worden meegedeeld.

ARTIKEL 10

Uitwisseling van informatie en vertrouwelijkheid

1. Alle informatie die in welke vorm dan ook op grond van dit protocol wordt verstrekt, is vertrouwelijk of bestemd voor beperkte verspreiding, overeenkomstig de regels die bij elk van de Overeenkomstsluitende Partijen gelden. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming waarin wordt voorzien door de wetgeving terzake van de Overeenkomstsluitende Partij die de informatie heeft ontvangen, alsmede door de overeenkomstige bepalingen die op de communautaire instanties van toepassing zijn.

2. Persoonsgegevens kunnen slechts worden uitgewisseld indien de Overeenkomstsluitende Partij die ze zou ontvangen, zich ertoe verbindt aan die gegevens een ten minste gelijkwaardige bescherming te verlenen als die welke toepasselijk is in de Overeenkomstsluitende Partij die ze zou verstrekken. Met het oog daarop verstrekken de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar informatie over de door hen toegepaste normen, zo nodig met inbegrip van de rechtsnormen van de lidstaten van de Gemeenschap.

3. Het gebruik van op grond van dit protocol verkregen informatie bij gerechtelijke of administratieve procedures die worden ingesteld ingevolge de vaststelling van handelingen die in strijd zijn met de douanewetgeving, wordt geacht plaats te vinden ter uitvoering van dit protocol. De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen dan ook de overeenkomstig het bepaalde in dit protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun processen-verbaal, rapporten en getuigenverklaringen alsmede in gerechtelijke procedures en tenlasteleggingen. De bevoegde autoriteit die deze informatie heeft verstrekt of toegang tot de documenten heeft verschaft, wordt van dit gebruik in kennis gesteld.

4. De verkregen informatie wordt uitsluitend voor de in dit protocol omschreven doeleinden gebruikt. Wanneer een Overeenkomstsluitende Partij dergelijke gegevens voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij de voorafgaande schriftelijke instemming te krijgen van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Het gebruik van die informatie is dan onderworpen aan de door deze autoriteit opgelegde beperkingen.

ARTIKEL 11

Deskundigen en getuigen

Een ambtenaar van een aangezochte autoriteit kan worden gemachtigd, binnen de grenzen van de hem verleende machtiging, als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld voor welke gerechtelijke of administratieve instantie de betrokken ambtenaar moet verschijnen en over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de ambtenaar zal worden gehoord.

ARTIKEL 12

Kosten van de bijstand

De Overeenkomstsluitende Partijen eisen van elkaar geen terugbetaling voor uitgaven die bij de toepassing van het bepaalde in dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van uitgaven voor deskundigen en getuigen, en uitgaven voor tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

ARTIKEL 13

Uitvoering

1. De uitvoering van dit protocol wordt toevertrouwd aan enerzijds de douaneautoriteiten van Chili en anderzijds aan de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, zo nodig, aan de douaneautoriteiten van de lidstaten. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen vast voor de toepassing van dit protocol, met inachtneming van de vigerende voorschriften op met name het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen aan de bevoegde instanties wijzigingen voorstellen die volgens hen in dit protocol moeten worden aangebracht.

2. De Overeenkomstsluitende Partijen plegen onderling overleg en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig dit protocol worden vastgesteld. In het bijzonder wisselen zij ieder jaar onderling de lijst uit van de bevoegde autoriteiten die overeenkomstig dit protocol gemachtigd zijn te interveniëren.

ARTIKEL 14

Andere overeenkomsten

1. Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en van haar lidstaten, geldt voor de bepalingen van dit protocol dat zij :

-geen gevolgen hebben voor de verplichtingen van de Overeenkomstsluitende Partijen op grond van andere internationale overeenkomsten of verdragen;

-worden geacht een aanvulling te vormen op overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten in Chili;

-geen gevolgen hebben voor de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van eventueel voor de Gemeenschap van belang zijnde gegevens die verkregen zijn op de onder dit protocol vallende gebieden.

2. Niettegenstaande de bepalingen van lid 1 hebben de bepalingen van dit protocol voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Chili voorzover de bepalingen van laatstgenoemde overeenkomsten onverenigbaar zijn met die van dit protocol.

3. Ten aanzien van vraagstukken in verband met de toepassing van dit protocol plegen de Overeenkomstsluitende Partijen overleg met elkaar om deze op te lossen in het kader van het krachtens artikel bij artikel 35 van de kadersamenwerkingsovereenkomst ingestelde gemengde commissie.

Gemeenschappelijke verklaring

"De partijen besluiten dat het gemengd comité een werkgroep moet oprichten die het bij het beheer van het protocol betreffende de wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken zal bijstaan.

Financieel Memorandum

betreffende een Protocol voor wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken met Chili

1. BENAMING VAN DE MAATREGEL

Ondertekening en sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Chili die als Aanvullend Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de Kaderovereenkomst voor Samenwerking zal worden gevoegd.

2. BETROKKEN BEGROTINGSLIJNEN

A-7010

A-7031

3. RECHTSGROND

Over het Protocol in kwestie is onderhandeld op basis van de op 21 december 1995 door de Raad goedgekeurde richtlijnen, waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over een Kaderovereenkomst voor Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Chili. Deze kaderovereenkomst is op 21 juni 1996 ondertekend.

Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van de kaderovereenkomst hebben beide partijen een Protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tot stand gebracht, dat door middel van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling aan de genoemde kaderovereenkomst moet worden toegevoegd.

4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

Het doel van het Protocol is om via de wederzijdse bijstand tussen de bevoegde autoriteiten van de betrokken partijen handelingen te voorkomen, op te sporen en te vervolgen die indruisen tegen de douanewetgeving. Deze bijstand behelst hoofdzakelijk het toezenden van inlichtingen of documenten als resultaat van verrichte verificaties of het instellen van een speciaal toezicht op personen, goederen, plaatsen of vervoermiddelen. De maatregel is voor een onbepaalde periode vastgesteld en behoeft niet te worden verlengd.

Het beheer van het Protocol berust bij een werkgroep, die door de in artikel 35 van de kaderovereenkomst bedoelde Gemengde Commissie opgericht moet worden.

5. INDELING UITGAVEN/ONTVANGSTEN

NVU

6. AARD VAN DE UITGAVEN/ONTVANGSTEN

-Uitgaven ter dekking van de werkbezoeken van de Gemeenschap aan Chili (om de twee jaar).

-In voorkomend geval uitgaven in verband met vergaderingen voor zover die niet door de bestaande infrastructuur gedekt worden.

7. FINANCIELE GEVOLGEN

7.1 Berekeningswijze van de totale kosten van de maatregel (verhouding individuele/totale kosten)

7.2 Verdeling naar onderdeel van de maatregel

VK in mln euro (courante prijzen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.3 Operationele uitgaven voor studies, deskundigen, enz. opgenomen in deel B van de begroting

VK in mln euro (courante prijzen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.4 Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten

VK in mln euro

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. OVERWOGEN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Toepassing van de communautaire voorschriften

9. ELEMENTEN VAN EEN KOSTEN/BATENANALYSE

Motivatie van de maatregel : met name om de correcte inning van de traditionele eigen middelen te verdedigen, waarbij hiervoor een systeem wordt opgezet voor de toezending van inlichtingen, tussen de bevoegde autoriteiten, over handelingen die een inbreuk vormen of die een inbreuk lijken te vormen op de douanewetgeving van de Gemeenschap.

10. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (DEEL A VAN SECTIE III VAN DE ALGEMENE BEGROTING)

De eigenlijke terbeschikkingstelling van de nodige administratieve middelen is afhankelijk van het jaarlijks besluit van de Commissie inzake de toewijzing van middelen, waarbij met name rekening wordt gehouden met de door de Begrotingsautoriteit toegestane extra personeelsleden en bedragen.

10.1 Gevolgen voor het aantal posten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.2 Globale financiële gevolgen van het extra personeel

(euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.3 Stijging van andere huishoudelijke uitgaven in verband met deze maatregel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De vermelde bedragen komen overeen met de uitgaven over 12 maanden, omdat de maatregel voor een onbepaalde periode geldt.

N.B. : de voor de dienstreizen van de ambtenaren van de Commissie benodigde middelen worden verkregen door de herindeling van de bestaande middelen.