52000DC0153

Werkdocument van de Commissie Invoering van de Internet Top Level Domain Name .EU


WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE - Invoering van de Internet Top Level Domain Name .EU

WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE

Invoering van de Internet Top Level Domain Name .EU

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

In dit document wordt de invoering behandeld van een ccTLD Top Level Domain voor de Europese Unie: .EU

Hierbij wordt aangevoerd dat de invoering van dit domein het imago en de infrastructuur van het internet in Europa zal versterken, met gunstige gevolgen voor de Instellingen van de EU, voor particuliere gebruikers en voor commerciële doeleinden waaronder elektronische handel.

De uitbreiding van de Internet Domain Name Space, die in 1996 gepland was, heeft om verschillende redenen nog niet plaatsgevonden en de kwestie is nog steeds in behandeling bij de nieuwe organisatie ICANN.

Als gevolg van de beperkte mogelijkheden die in Europa beschikbaar zijn, hebben personen, bedrijven en organisaties hun World Wide Web-registraties uitgevoerd in bestaande, in Amerika gevestigde TLDs, (bv. .COM), en in andere TLDs elders [1] zoals .NU, .TO enz. In die gevallen is het moeilijk om de nodige naleving van de Europese wetgeving en beleidslijnen inzake bijvoorbeeld mededinging, gegevensbescherming, intellectuele eigendomsrechten en consumentenbescherming te waarborgen.

[1] Zoals Niue (.NU) en Tonga (.TO).

Ook de Instellingen van de Unie zelf hebben zich genoodzaakt gezien minder bevredigende oplossingen te kiezen zoals .EU.INT en .CEC.BE, enz.

Bovendien aanvaarden de nationale ccTLD Registries in Europa om historische redenen over het algemeen alleen registraties die binnen hun eigen nationale jurisdictie vallen en volgen zij, met enkele uitzonderingen, een tamelijk restrictief registratiebeleid. [2] Hoewel met deze benadering de kans op tegenstrijdige wetgeving wordt beperkt, wordt hiermee niet noodzakelijkerwijs tegemoet gekomen aan de behoeften van degenen die binnen de gehele interne markt of wereldwijd actief willen zijn.

[2] Of dit beleid al dan niet in overeenstemming is met de EU-wetgeving inzake mededinging en interne markt wordt momenteel door de Commissie onderzocht.

In dit document worden tevens zes belangrijke vragen gesteld:

Vraag 1: Zoudt U alstublieft commentaar kunnen geven op de delegatie van de .EU TLD aan een Registry Organisatie- Zijn er verschillende alternatieve modellen voor de Registry organisatie die overwogen dienen te worden-

Vraag 2: Welke zouden de belangrijkste criteria moeten zijn voor het registratie beleid van de .EU Registry organisatie-

Hoe zou het registratiebeleid ontwikkeld en uitgevoerd dienen te worden- Door de Registry organisatie, door een bepaald adviesorgaan or door de Europese Commissie zelf-

Vraag 3: Zou het geschikt zijn om de WIPO beleidslijnen Registry inzake geschillen en handelsmerken, zoals uiteengezet in haar rapport van mei 1999 met betrekking tot het .EU Domein, toe te passen, of zijn er andere oplossingen voor deze zaken binnen de Europese Unie-

Zou er een bepaalde rol kunnen zijn voor het Bureau voor de Harmonisatie van de Interne Markt in Alicante in dit verband-

Vraag 4: In hoeverre zou een meer restrictief instrument in de Europese Unie of in de WIPO de bescherming van namen en merken in het DNS versterken, naast alternatieve geschillen beslechting. Welke categorieën namen zouden in dat geval beschermd dienen te worden, en hoe zouden zij vastgesteld moeten worden-

Vraag 5: Hebben potentiële bedrijven-gebruikers, middelgrote en kleine bedrijven inbegrepen, suggesties omtrent hoe het .EU domein beheerd zou kunnen worden zodat haar bijdrage aan de ontwikkeling van de ellektronische handel geoptimaliseerd zou worden-

Vraag 6: Zijn er nog andere overwegingen die in aanmerking genomen dienen te worden omtrent de relatie tussen het voorgestelde .EU Registry en de nationale ccTLD Registries in de Lid Staten-

Zij die betrokken zijn bij het Internet zijn bekend met, en verwachten, een open raadgevende omgeving voor beleidsformulering en de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Dienovereenkomstig wil de Commissie een openbaar overleg beginnen omtrent deze vragen, zowel om de evaluatie van alternatieve mogelijkheden te vergemakkelijken, als om de beschikbare informatie over dit voorstel te vergroten.

Bovendien is ICANN zelve gebonden aan haar eigen Intern Reglement en haar procedures on beleid te ontwikkelen op grond van consensus in de Internet gemeenschap in ruime zin. Dienovereenkomstig is de identificatie van de potentiele consensus van gebruikers en anderen die betrokken zijn bij het Internet door deze openbare overleg een belangrijke stap in het besluitvormingsproces.

Na het openbare overleg, en afhankelijk van de uitkomst daarvan, zal de Commissie een Communicatie aan de Raad en Het Europees Parlement uitbrengen waarin de volgende stappen uitgemeten worden.

Alle belangstellenden wordt verzocht hun opmerkingen en suggesties naar aanleiding van deze vragen, en andere punten die zij naar voren willen brengen, mee te delen aan DG Informatiemaatschappij van de Europese Commissie:

Per E-Mail aan: Infso-Dot-EU-consult@cec.eu.int

Of per fax aan: +32 2 295 3998.

Alle bijdragen zullen worden gepubliceerd op een nader aan te kondigen web-site van de Commissie, tenzij de geïnteresseerde partijen uitdrukkelijk om een vertrouwelijke behandeling verzoeken.

1. Inleiding

Het gebruik van internet blijft over de gehele wereld en momenteel met name in Europa snel toenemen. Ook de kenmerken van het internetgebruik zijn onderhevig aan grote veranderingen aangezien er steeds meer nieuwe categorieën informatie en diensten beschikbaar komen en verschillende gebruikersgroepen deze nieuwe mogelijkheden gaan benutten.

Elektronische handel, zowel tussen bedrijven als met de consument is een belangrijk nieuw terrein. [3] Veel openbaar beschikbare informatie en de toegang tot openbare diensten worden ook steeds meer naar het internet verplaatst. [4]

[3] Zie richtlijn elektronische handel: http://www.ispo.cec.be/ecommerce/legal.htm.

[4] Zie Groenboek over overheidsinformatie in de informatiemaatschappij: http://www2.echo.lu/info2000/en/publicsector/gp-index.html.

Deze ontwikkelingen staan nog in hun kinderschoenen. Wij weten nog niet hoever zij de komende jaren zullen gaan. Het is echter al duidelijk dat het internet in Europa binnen vijf jaar, wat er ook gebeurt, er heel anders zal uitzien en zeer veel groter zal zijn dan hetgeen wij thans kennen.

Het internet Domain Name System (DNS) is een belangrijk onderdeel van de identificatie en lokalisatie van internetgebruikers. Ondanks de snelle groei van het internet en enkele jaren van politiek overleg hebben de groei en ontwikkeling van het DNS geen gelijke tred met de groei van het internet gehouden. In Europa hebben de internetgebruikers een reeks nationale Top Level Domains (ccTLD's) geërfd en hebben zij de mogelijkheid om zich te registreren in de weinige algemene Top Level Domains (gTLD's) die momenteel worden beheerd door de onderneming NSI die een contract heeft met de regering van Verenigde Staten. Er zijn geen besluiten genomen over het invoeren van nieuwe gTLD's, zoals oorspronkelijk voorgesteld in 1996/1997, hoewel een groot aantal Europese bedrijven met dat doel is toegetreden tot het CORE-consortium. [5]

[5] Voor CORE en gTLD-MOU: zie: http://www.gtld-mou.org/.

De onlang opgerichte organisatie ICANN [6] is verantwoordelijk voor de organisatie en het beheer van internetnamen en -adressen naast andere belangrijke taken waaronder de hervorming en toekomstige uitbreiding van het internet DNS.

[6] Voor ICANN en DNSO: zie: .http://www.icann.org and http://www.dnso.org.

De ICANN heeft echter nog geen beleid vastgesteld voor de invoering van nieuwe algemene Top Level Domains en gezien recente ervaringen is het zeer wel mogelijk dat het aangekondigde gTLD-beleid niet op korte termijn wordt uitgewerkt. Ondertussen hebben de ICANN en daarvoor de IANA de ISO 3166-norm geaccepteerd als adequate en wettige basis voor de invoering van ccTLD's over de gehele wereld.

2. De ISO 3166-norm codes

Om historische redenen heeft de voorganger van de ICANN, de IANA, de ccTLD Registries aan organisaties in landen buiten de Verenigde Staten gedelegeerd op basis van een internationale standaardcode voor geografische eenheden, de ISO 3166-norm. [7] Het algemene beleid van de IANA wat betreft het delegeren en functioneren van Registries is beschreven in het document RFC 1591 [8] dat momenteel door de ICANN wordt geactualiseerd, [9] waarbij rekening wordt gehouden met het advies van het ICANN Governmental Advisory Committee (GAC). [10] Momenteel zijn de 243 beschikbare tweelettercodes bijna allemaal toegekend. [11]

[7] Voor ISO en de 3166-norm: zie: http://www.din.de/gremien/nas/nabd/iso3166ma/.

[8] Voor RFC 1591: zie: http://www.isi.edu/in-notes/rfc1591.txt.

[9] Zie: http://www.icann.org/tld-deleg-prac.html.

[10] Zie: ICANN-GAC: http://www.icann.org/gac-comm-25may99.html.

[11] Ongeveer 46 hiervan hebben betrekking op geografische gebieden (gewoonlijk kleine eilanden) die als zodanig geen staat zijn. Deze situatie heeft aanleiding gegeven tot probemen in verband met de jurisdictie die momenteel door de ICANN en het GAC worden bestudeerd.

Hoewel de territoriale code "EU" nog niet volledig genormaliseerd is en niet is opgenomen in de primaire lijst van tweelettercodes van ISO 3166, is de code "EUR" al wel genormaliseerd en toegekend als aanduiding voor de euro. [12] De code "EU" is eveneens voor dit doel gereserveerd en opgenomen op de lijst van gereserveerde ISO 3166-codes. Deze reservering is uitgebreid ten behoeve van de internationale effectenmarkt. Naar aanleiding van een verzoek van de Europese Commissie heeft de ISO 3166 Maintenance Agency: [13]

[12] Zie: ISO 4217-norm, drielettercode voor munteenheden.

[13] Voor DIN en ISO 3166 Maintenance Agency: zie: http://www.din.de/gremien/nas/nabd/iso3166ma/.Bri

"...besloten de reservering van het code-element EU uit te breiden tot elke toepassing van ISO 3166-1 die een gecodeerde weergave van de naam Europese Unie vereist.

Het ISO 3166 Maintenance Agency heeft geen bezwaren tegen het gebruik van het bij wijze van uitzondering gereserveerde alfa-2 code-element EU als een ccTLD. Een dergelijk gebruik van het code-element EU zou in overeenstemming zijn met de gangbare praktijk wat betreft het gebruik van gereserveerde code-elementen van ISO 3166-1 om deze reservering ook te gebruiken voor het internet DNS." [14]

[14] Brief van het ISO 3166 Maintenance Agency van 7.9.1999.

3. Delegatie van het TLD door ICANN/IANA

In het verleden heeft de IANA ccTLD Registries op basis van de ISO 3166-norm gedelegeerd. Naast vrijwel alle nationale entiteiten is een aantal afzonderlijke territoria (gewoonlijk eilanden) opgenomen in de 3166-norm en zijn de corresponderende ccTLD's gedelegeerd. De IANA heeft verklaard dat het niet haar taak was om te besluiten wat een land is [15] en heeft bijgevolg haar besluiten gebaseerd op de ISO 3166-norm.

[15] RFC 1591: http://www.isi.edu/in-notes/rfc1591.txt

Gezien de omvang en het economische belang van de Europese Unie, het feit dat de EU een juridische entiteit is en het uitgebreide gebruik dat van een .EU TLD zou kunnen worden gemaakt voor zowel de Europese instellingen als voor elektronische handel heeft de Europese Commissie de raad van bestuur van de ICANN verzocht het .EU TLD te delegeren op grond van een besluit van het ISO 3166 Maintenance Agency om de reservering van de bestaande EU code uit te breiden ten behoeve van het Internet.

De Commissie heeft ook aangekondigd dat het de totstandkoming van het .EU TLD zal nastreven in het initiatief eEurope. [16]

[16] Zie http://www.ispo.cec.be/eeurope-initative.htm

4. Verantwoordelijkheid in de Europese Unie

De ICANN Governmental Advisory Committee neemt het standpunt in dat de ccTLD Registries in laatste instantie onder de jurisdictie van de betrokken overheidsinstantie of regering vallen. [17]

[17] In verband met de respectieve verantwoordelijkheden van de ICANN en de betrokken overheidsinstantie of regering heeft het GAC onlangs bevestigd dat: "Wanneer de beheerder van een ccTLD niet de steun geniet van de betrokken gemeenschap in het kader van de ISO 3166-code en van de betrokken overheidsinstantie of regering, maakt de ICANN desgevraagd zo spoedig mogelijk gebruik van haar bevoegdheid om de taak aan een andere instantie te delegeren".

De Europese Unie [18] is de voor de hand liggende bevoegde "overheidsinstantie" wat het .EU TLD betreft en dient als zodanig door de ICANN te worden erkend.

[18] De term "Europese Unie" wordt hier gebruikt zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap, die in rechte de relevante rechtspersoon is onder het EG Verdrag.

Gezien de sterk gedecentraliseerde structuur van het internet en het feit dat vrijwel alle betrokken organisaties, met inbegrip van de ICANN zelf, tot de particuliere sector behoren, ligt voor de instellingen van de EU geen taak weggelegd om juridische besluiten te nemen, afgezien van de minimale taak om het domein aan te vragen en op te treden als de betrokken overheidsinstantie die, waar nodig, het uiteindelijke toezicht op het domein uitoefent.

De praktische uitoefening van zulke voorbehouden maakt het nodig dat de .EU TLD Registry haar taken uitvoert namens de EU en dat de eigendom van de TLD zelf in handen van de EU blijft.

5. Territoriale Reikwijdte

De meeste ccTLD internet Registries beperken de registratie tot entiteiten en personen met een duidelijke band met het desbetreffende territorium. Dit is in overeenstemming met het uitgangspunt dat de corresponderende code (bijvoorbeeld .FI, .CA, .CN, .MX, enz.) ondubbelzinnig verwijst naar de plaats van de activiteit. [19] Tevens beantwoordt dit aan het algemene principe dat de Registry wordt beheerd rekening houdend met de belangen van de internetgebruikers op het betrokken grondgebied. [20]

[19] Hoewel het technisch gezien mogelijk is dat activiteiten op het internet geografisch volledig gescheiden zijn van de toekenning van de domeinnaam, is het duidelijk dat de meeste DNS-gebruikers in de praktijk actief zijn vanaf het grondgebied waarop hun ccTLD-register betrekking heeft. Bovendien zal de ICANN in de toekomst eisen dat houders van internet web pages door middel van het DNS-registratiesysteem kunnen worden gelokaliseerd.

[20] In de praktijk zijn hierop enkele uitzonderingen (bijvoorbeeld .TO, .NU).

Ook de Commissie staat achter het principe dat er een concrete relatie moet zijn tussen de voornaamste plaats waar de betrokken entiteit actief is en de territoriale reikwijdte van het ccTLD Registry. Dit principe is in de praktijk terug te vinden in alle nationale ccTLD Registries in de EU. Wat betreft de vraag welke entiteiten in aanmerking komen voor registratie in het EU TLD Registry, is de Commissie van mening dat de grondbeginselen van de interne marktwetgeving van de EU moeten worden toegepast. Zo is in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap de volgende bepaling opgenomen:

"Artikel 48: De vennootschappen welke in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat zijn opgericht en welke hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Gemeenschap hebben, worden voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk gelijkgesteld met de natuurlijke personen die onderdaan zijn van de lidstaten . . . "

Ondanks de institutionele en geografische band tussen het EU-domein en de Europese Unie betekent dit dat er in de praktijk zeer veel entiteiten zijn die zich kunnen registreren in het .EU TLD. Dit doet niets af aan de mogelijkheid om de internationale activiteiten van in Europa gebaseerde entiteiten in het EU-domein te registreren. [21]

[21] Zo kunnen wat de instellingen van de EU betreft, de externe delegaties in .EU worden geregistreerd. De registratie van internationale activiteiten van andere in de EU gevestigde entiteiten is uiteraard een zaak van de betrokken organisaties, rekening houdend met het registratiebeleid van de registratie-organisatie.

Zoals in het onderstaande uiteengezet zou de organisatie van het .EU Registry in handen moeten zijn van een particuliere non-profit-organisatie die over een grote mate van autonomiteit beschikt en de instemming heeft van een groot aantal verschillende internetbelangen binnen de Unie. In laatste instantie zou de Registry, in overeenstemming met het internationale beleid van de ICANN en het GAC, onder de bevoegdheid van de Europese Unie moeten ressorteren.

6. Oprichting van de Registry-organisatie

Er zijn verschillende modellen voor de selectie en machtiging van een geschikte organisatie voor het beheer van het .EU TLD Registry. In het verleden werd de aanwijzing van nationale Registries vaak bepaald door toevallige omstandigheden, waarbij de aanwezigheid van de kern van de nationale O&O-netwerken, vaak in het nationale ministerie van technologie of een afdeling van een universiteit die zich met O&O op IT-gebied bezighield, een rol speelde. Hoewel dat model vandaag de dag enigszins is achterhaald gezien de expansie en diversificatie van het internet, verklaart dit enigszins de wijze waarop het ccTLD Registry in het verleden in sommige lidstaten is toegekend.

Tegenwoordig zijn de meeste internetgebruikers geen onderzoek- of IT-organisaties en heeft een veel groter deel van de economie en de samenleving rechtstreeks te maken met het DNS. Bijgevolg worden in de lidstaten en internationaal verschillende samenwerkingsvormen opgezet waaraan alle bij het internet betrokken partijen kunnen deelnemen.

Deze ontwikkeling beperkt zich niet tot Europa. Zo hebben Canada en Australië onlangs een uitgebreide herziening van het beleid inzake hun nationale ccTLD Registry voltooid, terwijl in de Verenigde Staten momenteel overleg plaatsvindt over de toekomstige organisatie en het beheer van het bestaande .US.

Wat de Europese Unie betreft zijn er verschillende mogelijkheden die overwogen zouden kunne worden:

Een mogelijkheid is de oprichting van een vereniging zonder winstoogmerk die gevestigd zou zijn in de Unie [22] en die de .EU Registry zo zou kunnen beheren dat al de voornaamste belangengroepen zouden kunnen deelnemen aan het uitstippelen van het beleid van de Registry.

[22] In dit stadium hoeft nog geen besluit te worden genomen over de bedrijfsvorm, maar gedacht kan worden aan een Europees Economische Samenwerkingsverband (EESV).

Na dit openbaar overleg, zou de Commissie verzoeken om inschrijvingen van consortia die naar behoren opgericht zijn, en samenwerken met betrekking tot de ontwikkeling van een consensus voorstel, of deelnemen aan de selectie van het uiteindelijke voorstel. De Commissie zou namens de Instellingen van de EU en andere geïnteresseerde organisaties in de EU rechtstreeks moeten deelnemen aan het uitstippelen van het beleid van de Registry. De Registry-organisatie zou de mogelijkheid moeten hebben om haar technische werkzaamheden, met inbegrip van databasebeheer en het beheer van algemene second level domains, uit te besteden aan derden.

Elke commerciële of juridische aansprakelijkheid die voortvloeit uit het beheer van het .EU TLD zou liggen bij de Registry-organisatie en niet bij de Europese Unie.

De Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, zou alle eigendomsrechten op het .EU TLD moeten behouden. [23] Voor intellectuele eigendomsrechten in de software en databases die voortvloeien uit de exploitatie van de Registry dienen passende licentievoorwaarden te gelden. Deze rechten dienen te worden beschermd door passende vormen van zekerheidstelling. De Registry-organisatie zou in eerste instantie een licentie moeten krijgen voor de exploitatie van de Registry gedurende vijf jaar die vervolgens telkens met drie jaar kan worden verlengd..

[23] Het ICANN-GAC heeft het volgende verklaard: "1. Het GAC heeft in zijn resolutie van mei opnieuw bevestigd dat het naamgevingssysteem voor internet een openbare hulpbron is en dat het beheer van een TLD-register in het openbaar belang moet zijn. 2. Bijgevolg is het GAC van mening dat aan het TLD als zodanig geen particuliere intellectuele of andere eigendomsrechten verbonden zijn en dat deze rechten evenmin toekomen aan de gedelegeerd beheerder van het TLD als gevolg van dit delegeren." ICANN/GAC, Santiago 24.8.99.

Een andere mogelijkheid is dat de EU voor de oprichting van de Registry een volledig particuliere, commerciële oplossing zoekt.

Deze oplossing heeft het voordeel dat de EU Registry-organisatie geheel losgekoppeld zou zijn van de publieke autoriteiten in de Unie en zou een commerciële oriëntatie van het beheer van de Registry-organisatie gemakkelijker maken.

Hieraan zijn echter twee grote nadelen verbonden:

- aangezien .EU een unieke domeinnaam is (er kan altijd maar één zo'n Registry zijn), kan commerciële exploitatie door particulieren aanleiding geven tot problemen in verband met het mededingingsbeleid;

- aangezien verschillende takken van de Europese internetgemeenschap al vol ongeduld wachten op de invoering van de .EU Registry, kan het zowel juridisch als politiek een onmogelijke opgave blijken om te beslissen wie de Registry krijgt toegewezen.

Een derde alternatief zou zijn de taak toe te vertrouwen aan een bestaande particuliere of openbare organisatie op nationaal of Europees niveau.

Het is echter onwaarschijnlijk dat de Instellingen van de EU of de Europese internetgemeenschap één enkele bestaande entiteit zouden kunnen aanwijzen die in staat zou zijn de taak uit te voeren en die tegelijkertijd de instemming van alle betrokken partijen zou hebben.

De vierde mogelijkheid zou zijn dat de betrokken diensten van een bestaande openbare instelling, zoals de Commissie zelf, met het beheer van het nieuwe Registry zouden worden belast.

In veel lidstaten werd de nationale Registry in het verleden door een regeringsinstantie of een openbare universiteit beheerd en in sommige gevallen gebeurt dit nog steeds. Alle lidstaten die hun ccTLD Registry hebben gereorganiseerd, zijn hier echter van afgestapt en hebben structuren ingevoerd gebaseerd op particuliere non-profit-samenwerking.

Bijgevolg stelt de Commissie niet voor zich zelf bezig te houden met de administratieve en operationele aspecten van de voorgestelde Registry, behalve inzoverre als het het eigen gebruik betreft van de Commissie van het geëigende Second Level Domain.

Het verzamelen en beheren van persoonsgegevens in de TLD Registry-databases blijft, ongeacht welke oplossing er wordt gekozen, uiteraard onderworpen aan de Europese wetgeving inzake gegevens- en consumentenbescherming.

De mening van de Commissie is in dit stadium (eventueel te herzien na dit openbaar overleg), dat wat nodig is voor consensus in de industrie, een neutrale opstelling van de overheid, bescherming tegen gedrag dat in strijd is met de mededinging, en respect voor de rechtsregels die van toepassing zijn in de praktijk belangrijke beperkende voorwaarden stelt met betrekking tot het acceptabele model voor de oprichting en werking van de .EU Registry.

Derhalve zijn alle recentelijk voorbeelden van hervormde DNS TLD Registries gebaseerd op coöperatieve organisaties zonder winstoogmerk.

Vraag 1: Geeft u alstublieft commentaar op de bovenstaande beschrijving van de delegatie van het .EU TLD aan een registrerende organisatie : de Registry. Zijn er alternatieve modellen voor de Registry-organisatie die in overweging zouden moeten worden genomen-

7. Registratiebeleid

Over het algemeen dient wat het registratiebeleid van het .EU TLD betreft rekening te worden gehouden met ervaring die al is opgedaan met vergelijkbare Registries overal ter wereld. Verschillende Registries hebben hun registratiebeleid onlangs aangepast en gemoderniseerd of zijn hiermee bezig. Dit werk is uitgebreid beschreven en behoort tot het publiek domein. DNS TLD Registries zien zich geplaatst voor een aantal problemen die gelijktijdig optreden, zoals:

- het aanpassen van het proces aan de huidige snelle groei van SLD-registraties,

- het omgaan met het toenemende commerciële gebruik van het internet en

- het creëren van een duidelijk onderscheid tussen officieel gebruik van het domein door de overheid en commercieel en ander particulier gebruik.

Afgezien van de Verenigde Staten die het alleenrecht heeft op het .GOV TLD, moeten alle andere regeringen en openbare instanties hun activiteiten in hetzelfde domein moeten plaatsen als de bevolking en het bedrijfsleven. Hoewel dit lastig is, is het probleem in bijna alle landen tot ieders tevredenheid en op efficiënte wijze opgelost.

Het ontwikkelen van een gedetailleerd registratiebeleid voor de nieuwe .EU Registry zou deel kunnen uitmaken van een uitnodiging om zich in te schrijven als geïnteresseerde. Dit beleid zal uiteraard in de loop van de tijd moeten worden aangepast op grond van de ervaring. Er kunnen echter al bepaalde minimumvereisten worden aangegeven, waarop commentaar en advies geleverd kan worden:

*Opschaalbaarheid: de nieuwe Registry moet plaats bieden aan een groot aantal unieke nieuwe registraties (second en/of third level domains) gedurende een langere tijd. Hoewel het niet mogelijk is de uiteindelijke omvang van de DNS-markt in Europa te voorspellen, valt te verwachten dat binnen bijvoorbeeld de eerste vijf jaar enkele miljoenen registraties nodig zullen zijn, en op langere termijn nog veel meer. [24]

[24] Het totale aantal registraties van NSI in .COM is toegenomen van 200.000 in het eerste kwartaal van 1996 tot 4,2 miljoen in het eerste kwartaal van1999. (http://www.netsol.com/nsi/facts.html).

*Uitsluitingen: De Registry zou moeten definiëren, in overeenstemming met de internet gebruikersgemeenschap en de relevante overheidsinstellingen of bepaalde categorieën woorden, namen of nummers, inclusief die welke rechtsbescherming genieten, uitgesloten zouden moeten worden van de registratie, of voorbehouden aan bepaalde gebruikers. [25]

[25] Bepaalde categorieën van uitsluitingen zijn reeds vereist om technische redenen in de relevante ICANN/IANA RFCs. Bijvoorbeeld RFC 1035 (gepubliceerd in 1987) en RFC 1123 (gepubliceerd in 1989).

*In het licht van problemen in bestaande Registries die geëxperimenteerd hebben met misbruikende registratie van namen, zouden geïnteresseerde partijen ook commentaar moeten leveren op de aspecten cybersquatting, warehousing en speculatie in DNS namen.

*Belangstellende partijen zouden uitgenodigd worden dieper in te gaan op kwesties als:

-Het gebruik van algemene second level domains. [26]

[26] Zie: http://194.119.255.333/eif/dns/gsld/ [Deze experimentele classificatie zal te zijner tijd tot meerdere talen worden uitgebreid].

-Het registratiebeleid dat zou gelden voor bedrijven, particulieren en andere categorieën particuliere entiteiten en andere organisaties.

-De vraag of naast de passende bescherming van intellectuele eigendomsrechten (zie hieronder) handelsmerken in het .EU TLD Registry een speciale behandeling zouden moeten krijgen.

-Het aantal verschillende talen en karaktersets waarmee het .EU DNS in het begin en op langere termijn zou kunnen werken.

-De vraag of er om de opschaalbaarheid en gebruikersvriendelijkheid van het .EU DNS te bevorderen algemene second level domains moeten worden ingevoerd om bepaalde sectoren van de economie en/of categorieën van organisaties te karakteriseren en te identificeren. [27]

[27] B.v.: NGO, VZW, EESV,...., en aanduidingen voor andere associaties en organisaties.

Hoewel dit op het eerste gezicht wellicht een enigszins ontmoedigende lijst lijkt, zijn vrijwel dezelfde kwesties de laatste tijd behandeld in verschillende andere TLD Registries, zowel in als buiten Europa, en zijn in veel gevallen bevredigende oplossingen gevonden.

Het wordt verwacht dat de reacties op het openbaar overleg op dit gebied nuttig zullen zijn als een indicatie van de richting die de internet gebruikersgemeenschap in Europa zou verwachten van het registratiebeleid van de .EU Registry.

Meer in het algemeen moet registratie in het .EU TLD commercieel aantrekkelijk zijn met het oog op grensoverschrijdende elektronische handel. Bijgevolg lijkt het wenselijk dat het registratiebeleid de ontwikkeling van een internetidentiteit (een merk) vergemakkelijkt voor de producten en diensten van in Europa gevestigde ondernemingen.

De leden of agentschappen van de Registry ("Registars") dienen in staat te zijn ondernemingen en particulieren, en vooral kleine en middelgrote ondernemingen, een snelle, goedkope en eenvoudige internetregistratiedienst te bieden. Registars zouden in staat moeten zijn op concurrerende, marktgeoriënteerde grondslag registratiediensten aan te bieden samen met andere internetdiensten (one-stop-shop).

De bevolking en het gehele bedrijfsleven zouden zodoende toegang hebben tot het nieuwe TLD via een groot aantal concurrerende Registars die in ieder geval in alle lidstaten actief zijn, waarbij wordt uitgegaan van het algemene registratiebeleid van de Registry dat wordt gepubliceerd en van tijd tot tijd wordt bijgewerkt.

Het registratiebeleid van de Instellingen van de EU zelf zou in principe de exclusieve verantwoordelijkheid moeten zijn van daarvoor aangewezen en gemachtigde Registars, normaliter de bevoegde diensten van de Instellingen zelf, die zelf gaandeweg hun DNS-beleid zouden moeten ontwikkelen en uitvoeren, zoals dat momenteel gebeurt, met inbegrip van de migratie naar het nieuwe TLD. Men zou zich bijvoorbeeld voor kunnen stellen dat het huidige Commissie e-mail adres zou wijzigen van xxx.yyy@cec.eu.int naar xxx.yyy@Commission.EU.

Binnen het .EU-domein zal duidelijk onderscheid moeten worden gemaakt tussen officieel gebruik door overheidsdiensten en commercieel en ander particulier gebruik door entiteiten en personen. Dit is absoluut nodig om er voor te zorgen dat voor de gebruiker en het publiek het gebruik van het .EU domein niet een bekrachtiging of aanname van verantwoordelijkheid door de Europese instellingen inhoud voor andere Websites dan de eigen Websites van de EU.

In een tweede fase kan worden onderzocht of andere categorieën van officiële organisaties in aanmerking komen voor exclusieve second level domains.

Vraag 2: Wat zouden de voornaamste criteria moeten zijn voor het registratiebeleid van de .EU Registry-

Hoe zou het registratiebeleid moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd- Door de Registry-organisatie, door een adviesorgaan of door de Europese Commissie zelf-

8. Beslechting van geschillen en beleid betreffende handelsmerken

De afgelopen jaren is uitgebreid overlegd over het opstellen van een beleid om geschillen in verband met het DNS te voorkomen en op te lossen. Veel van dergelijke geschillen hebben in de praktijk betrekking op handelsmerken.

In maart 1998 hebben de Europese Unie en haar lidstaten in antwoord op het Groenboek van de Amerikaanse regering [28] onder meer gevraagd deze kwesties voor te leggen aan de WIPO die op verzoek van het IAHC [29] al voorbereidende werkzaamheden had verricht. Momenteel heeft de WIPO haar eindrapport voltooid, [30] heeft de EU de conclusies daarvan onderschreven en heeft het ICANN-GAC de algemene beginselen die in het rapport zijn opgenomen, onderschreven. De Raad van Bestuur van de ICANN werkt aan de implementatie van de WIPO-aanbevelingen in de bestaande gTLDs.

[28] Voor het Groenboek URL en het EU-antwoord, enz., zie: http://www.ispo.cec.be/eif/policy/govreply.html.

[29] International Ad Hoc Committee (IAHC) in 1996 opgericht door de Internet Society (ISOC).

[30] Voor het WIPO-rapport zie: http://wipo2.wipo.int/process/eng/processhome.html.

Onder deze omstandigheden kan worden aangevoerd dat de door de WIPO aanbevolen en de ICANN aangenomen methode en beleidslijnen eveneens toepasbaar zijn op het .EU TLD. Veel van de jurisdictieproblemen die zich al voordoen in het kader van de internationale algemene TLDs als .COM kunnen zich ook voordoen bij de commerciële toepassingen van het .EU domein. Daarom wordt voorgesteld in eerste instantie het WIPO-beleid ook te volgen bij registraties in het .EU domein.

Uiteraard zullen er ook andere aspecten zijn waarmee te zijner tijd rekening moet worden gehouden. De ICANN en de WIPO kunnen hun beleid in de toekomst bijstellen op grond van de opgedane ervaring. Het is mogelijk dat de .EU Registry extra gewicht wil toekennen aan bepaalde aspecten van het Europese merkenrecht. Op grond van de ervaring kunnen bepaalde drempels en criteria worden aangepast of versoepeld. Het is mogelijk dat sommige geschillen (b.v. die welke onder de jurisdictie van een enkele lidstaat vallen) geen internationale arbitrage rechtvaardigen of vereisen, enz..

De nieuwe Registry en de Registars dienen in ieder geval de fundamentele bepalingen inzake transparantie van het WIPO-rapport en de nodige beleidsmaatregelen met het oog op de gegevensbescherming te implementeren.

Vraag 3: Is het wenselijk de beleidslijnen inzake geschillen en merkenrecht die de WIPO heeft aangegeven in haar rapport van mei 1999 toe te passen op het .EU-domein, of zijn er voor deze kwesties binnen de Europese Unie alternatieve oplossingen-

Zou er een bepaalde rol gespeeld kunnen worden door het Bureau voor de Harmonisatie van de Interne Markt in Alicante-

Bovendien, in het licht van de recente cybersquatting wet die door het Amerikaanse Congres is aangenomen, [31] doet zich de vraag voor of namen en merken ook beschermd zouden moeten worden in de DNS door een meer beperkende gedragscode (of een ander instrument) en indien dit het geval zou moeten zijn, of dit op nationaal of op EU niveau gedaan zou moeten worden, wat de rol van inter-gouvernementele organisaties zoals WIPO zou moeten zijn, en welke categorieën van namen precies beschermd zouden moeten worden. [32]

[31] Act of Congress, S 1255, Anti-cybersquatting Consumer Protection Act, 20.11.99.

[32] Het werd bijvoorbeeld herhaaldelijk gesuggereerd dat de bescherming van namen in de DNS niet alleen handelsmerken zou moeten omvatten, maar mogelijkerwijs ook andere handelsnamen, de namen van bekende persoonlijkheden, geografische aanduidingen, de namen van organisaties en plaatsnamen. Er is momenteel geen internationaal overeengekomen codificatie van de concepten die voor deze doeleinden gebruikt zouden kunnen worden.

Vraag 4: In hoeverre zou een meer beperkend instrument in de Europese Unie of in de WIPO bescherming van namen en merken in de DNS kunnen vergroten, naast alternatieve geschillenbeslechting- Welke categorieën namen zouden beschermd moeten worden en hoe zouden zij vastgesteld dienen te worden-

9. Het .EU-domein en de elektronische handel

Veel bedrijven in de Europese Unie zijn erin geïnteresseerd hun bedrijvigheid door middel van elektronische handel verder uit te bouwen. De Commissie en verschillende lidstaten hebben initiatieven genomen om dit proces te populariseren, met name in het midden- en kleinbedrijf. Elektronische handel biedt het vooruitzicht om wereldwijd op economische en concurrerende wijze zaken te doen met leveranciers, contractanten en afnemers en rechtstreeks met de consument zelf.

De Commissie houdt zich momenteel bezig met verschillende juridische en regelgevingsaspecten van de elektronische handel teneinde deze vorm van bedrijvigheid te vergemakkelijken met name door ervoor te zorgen dat binnen de gehele interne markt hiervoor een zo uniform mogelijke wet- en regelgeving geldt. Elektronische handel kan ook een belangrijk onderdeel van de export en import worden, met name wat betreft diensten die on-line kunnen worden geleverd.

In dit verband is de belangstelling voor het .COM TLD Internet Domein al gebleken. Hoewel dit domein in principe een wereldwijd bereik heeft, is het in de praktijk echter overwegend Amerikaans. Bovendien is dit domein naar verluidt reeds overbelast, tenminste in de Engelse taal.

Een voordeel van het .EU Domein zou zijn dat het alle bedrijven in Europa een consequente Europese identiteit kan verschaffen en tegelijkertijd voor de voorzienbare toekomst voldoende mogelijkheden biedt voor second level domain-registraties in een groot aantal verschillende talen met het oog op grensoverschrijdende en internationale handel.

De wijze waarop het .EU-domein in concreto voor electronische handel zal worden gebruikt, zal grotendeels worden bepaald door de marktvraag, maar het lijkt een redelijke verwachting dat dit domein een belangrijk platform kan worden als en wanneer op de EU-markt electronische handel een actieve rol gaat spelen, met name aangezien een zeer grote reeks nuttige namen beschikbaar zal zijn, zowel in het beginstadium als geruime tijd daarna en in alle talen.

Vraag 5: Welke suggesties hebben potentiële zakelijke gebruikers, waaronder het midden- en kleinbedrijf, voor de wijze waarop het .EU-domein kan worden beheerd om optimaal bij te dragen aan de ontwikkeling van elektronische handel in Europa-

10. Het .EU-domein en de nationale ccTLDs in de lidstaten

Zeer veel van de registraties in de Europese Unie worden gedaan in de 15 nationale ccTLDs in de lidstaten. Dit dient zo te blijven, met name omdat de nationale ccTLD Registries zeer geschikt zijn om de toegang tot en het gebruik van het internet door het grote publiek een grote mate van uniformiteit te verschaffen.

In dit verband kan worden gedacht aan een taakverdeling waarbij het .EU-domein zich vooral richt op die toepassingen waarvoor het aanzienlijke toegevoegde waarde biedt en opzichte van de nationale ccTLDs. Het is niet de bedoeling dat de nationale codes worden gebruikt als second level domains binnen het .EU-domein (bv. .SE.EU, .NL.EU enz.) Dat zou duidelijk leiden tot een zekere mate van overlapping en afbreuk doen aan het specifieke gebruik van het .EU-domein voor grensoverschrijdende toepassingen en toepassingen die de gehele EU betreffen.

Anderzijds moeten leden van de nationale ccTLD Registries en hun vertegenwoordigers de mogelijkheden hebben om Registars voor het .EU Registry te worden. Het feit dat zij bij registratie een alternatief kunnen bieden op de DNS markt is een van de belangrijkste voordelen van het huidige voorstel.

De behoefte aan en de mogelijkheden voor een alternatief voor de nationale ccTLD-domeinen blijken evenwel uit de groei van het aantal Europese commerciële registraties in andere TLDs waaronder .COM.

Als een groot deel van de Europese applicaties op het gebied van de elektronische handel in .COM wordt geregistreerd, zullen er bovendien problemen ontstaan als gevolg van het gebrek aan "goede" namen in .COM, [33] het beleid inzake geschillenbeslechting en handelsmerken (NSI heeft pas onlangs besloten de door de ICANN geïmplementeerde beleidslijnen van de WIPO na te leven) en het huidige commerciële karakter van het NSI Registry dat in Europa gezien het mededingingsbeleid niet aanvaardbaar is. De Europese wetgeving en beleidslijnen inzake gegevens- en consumentenbescherming zijn gemakkelijker te implementeren met een Europees TLD Registry zoals .EU.

[33] De meeste herkenbare en bruikbare woorden (in het Engels) zijn al in .COM geregistreerd door bestaande gebruikers of door cybersquatters.

Europese organisaties en entiteiten waarvan het werkterrein meer dan één lidstaat bestrijkt of grensoverschrijdende regionale groeperingen omvat, zijn wellicht extra geïnteresseerd in het gebruik van het .EU-domein zodra dit beschikbaar komt.

Vraag 6: Zijn er andere aspecten waarmee rekening moet worden gehouden in verband met de relatie tussen het voorgestelde .EU Registry en de nationale ccTLD Registries in de lidstaten-

Bijlage: Woordenlijst

Bijlage

Lijst van internettermen en afkortingen

ccTLDs Country code Top Level Domains. (De tweelettercodes voor landen en territoria volgens de ISO 3166-norm)

CORE Council of Registrars, een non-profit gemeenschappelijk Registry dat is opgericht op grond van het IAHC-rapport. Momenteel (9/99) zijn er 55 bedrijven lid.

Cybersquatting Speculatieve of misbruikende registratie van handelsmerken die eigendom van derden zijn.

DNS Domain Name System

GAC Governmental Advisory Committee van de ICANN

gTLDs Generic Top Level Domains (zoals .COM, .ORG, .INT enz.)

IAHC International Ad Hoc Committee

IANA Internet Assigned Numbers Authority

ICANN Internet Corporation for Assigned Names and Numbers

IETF Internet Engineering Task Force

ISO International Standards Organisation, Geneva

ISOC Internet Society

NSI Network Solutions Incorporated, een dochter van Science Applications Investment Corporation - SAIC

RFC Request for Comments: oorspronkelijk een aanduiding voor een ontwerp-internetnorm (IETF). Wanneer een norm bij consensus is gestabiliseerd, wordt de titel (RFC nr.) in de praktijk niet gewijzigd.

Warehousing Speculatieve registratie van grote aantallen woorden of namen, niet noodzakelijk voor huidig gebruik maar in de verwachting dat zij later met winst overgedragen kunnen worden.

WIPO World Intellectual Property Organization