15.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 189/5


Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het werkplan van de Europese Unie voor sport

(1 juli 2017-31 december 2020)

(2017/C 189/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN,

I.   INLEIDING

1.

INDACHTIG de bevoegdheid die aan de Europese Unie is toebedeeld, in het bijzonder bij artikel 6 en artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan sport een gebied is waarop de EU het optreden van de lidstaten moet ondersteunen, coördineren en aanvullen.

2.

HERINNEREN AAN de resoluties van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan van de Europese Unie voor sport voor 2011-2014 (1) en 2014-2017 (2).

3.

VERWELKOMEN het verslag van de Commissie over de uitvoering en de relevantie van het werkplan van de Europese Unie voor sport (2014-2017) (3).

4.

ZIJN VAN MENING dat sport kan bijdragen tot de verwezenlijking van de overkoepelende prioriteiten van de beleidsagenda's van de EU op veiligheids-, economisch en sociaal gebied, en met name tot de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

5.

ONDERKENNEN dat sport een positieve rol speelt bij de sectoroverstijgende samenwerking op EU-niveau en aldus bijdraagt tot duurzame ontwikkeling en tot het adequaat aanpakken van de overkoepelende sociaal-economische en veiligheidsgerelateerde uitdagingen waarmee de EU geconfronteerd wordt, waaronder migratie, sociale uitsluiting, radicalisering die kan leiden tot gewelddadig extremisme, werkloosheid en ongezonde levensstijlen en zwaarlijvigheid.

6.

ZIJN ZICH BEWUST VAN de noodzaak van passende samenwerking met de belanghebbenden in de sport, onder meer via de gestructureerde dialoog (4).

7.

NEMEN NOTA van de resultaten van de in 2014 gepubliceerde Eurobarometer voor sport en lichaamsbeweging, waarin wordt gewezen op de grote verschillen tussen de lidstaten, ook wat betreft de bevindingen inzake vrijwilligerswerk en sedentair gedrag, en nemen nota van de statistieken van Eurostat inzake belangrijke economische en sociale gegevens over sport.

8.

ONDERKENNEN de noodzaak om samen te werken met derde landen, in het bijzonder met kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten van de EU, om de Europese waarden via sportdiplomatie te bevorderen, en met de bevoegde internationale organisaties op het gebied van sport, onder meer de Raad van Europa, het WADA en de Wereldgezondheidsorganisatie.

9.

KOMEN DERHALVE OVEREEN:

verder te werken aan een kader voor Europese samenwerking op het gebied van sport door een derde werkplan van de EU voor sport op te stellen dat voorziet in acties van de lidstaten en de Commissie;

een concreet tijdschema voor dit werkplan te volgen, namelijk van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2020;

de werkzaamheden op EU-niveau op het gebied van sport toe te spitsen op de prioritaire thema's, hoofdonderwerpen, resultaten, alsmede de werkmethoden en -structuren die in dit werkplan worden vermeld en in bijlage I zijn opgenomen.

II.   VERDER ONTWIKKELEN VAN DE EUROPESE DIMENSIE IN DE SPORT DOOR HET OPSTELLEN VAN EEN WERKPLAN VAN DE EU

10.

ZIJN VAN OORDEEL dat voor dit werkplan van de EU voor sport de volgende doelstellingen als leidraad moeten gelden:

door middel van sectoroverschrijdende samenwerking ervoor zorgen dat men zich op andere beleidsgebieden van de EU bewust is van de bijdrage die sport kan leveren bij het aanpakken van de beleidsuitdagingen waar de EU voor staat;

verder versterken van de feitenbasis voor de sport;

bevorderen van een gezamenlijke aanpak, die gebaseerd is op samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie, en in voorkomend geval ook met de sportwereld en andere belanghebbenden, die op langere termijn een meerwaarde op EU-niveau op het gebied van sport moet opleveren;

inspelen op transnationale uitdagingen met een gecoördineerde EU-aanpak;

rekening houden met de specifieke kenmerken van sport;

bijdragen tot de verwezenlijking van de overkoepelende prioriteiten van de economische en sociale beleidsagenda van de EU, evenals tot duurzame ontwikkeling, om een impuls te geven aan banen, groei en investeringen, en de periode na 2020 voor te bereiden (5);

bevorderen van gendergelijkheid;

rekening houden met de relatie tussen onderwijs en sport, inclusief duale carrières;

voortbouwen op de resultaten van de eerste twee EU-werkplannen voor sport;

aanvullen en versterken van het effect van de activiteiten die zijn opgezet in het kader van het programma Erasmus+ op het gebied van sport;

bijdragen tot de ontwikkeling van de breedtesport in de EU.

11.

ONDERSTREPEN dat dit EU-werkplan een flexibel kader en instrument dient te vormen dat tijdig kan inspelen op ontwikkelingen op sportgebied en dat rekening kan houden met de prioriteiten van de toekomstige voorzitterschappen.

12.

KOMEN OVEREEN dat de lidstaten en de Commissie gedurende de looptijd van dit werkplan voorrang moeten verlenen aan de onderstaande thema’s en hoofdonderwerpen. Deze kunnen door ieder voorzitterschap in het licht van eventuele nieuwe ontwikkelingen worden aangevuld:

1)

de integriteit van sport, met name het bevorderen van goed bestuur waaronder de bescherming van minderjarigen, het specifieke karakter van sport, de bestrijding van corruptie en wedstrijdvervalsing, en de bestrijding van doping;

2)

de economische dimensie van sport, met name innovatie in sport, en sport en de digitale eengemaakte markt;

3)

sport en samenleving, met name sociale inclusie, de rol van coaches, onderwijs in en door de sportsector, sport en gezondheid, sport en milieu en sport en media, alsmede sportdiplomatie.

De details over de uitvoering van bovenvermelde hoofdonderwerpen zijn opgenomen in bijlage I.

13.

KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:

het EU-werkplan kan door de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, worden herzien in het licht van de bereikte resultaten en de beleidsontwikkelingen op EU-niveau;

in het eerste halfjaar van 2019 worden tussentijdse besprekingen over het EU-werkplan georganiseerd.

III.   WERKMETHODEN EN -STRUCTUREN

14.

ONDERKENNEN dat de lidstaten onderling en met de Commissie nauw moeten blijven samenwerken om het werkplan uit te voeren. Oordelen tevens dat de sportwereld en ter zake bevoegde organisaties op nationaal, Europees en internationaal niveau, zoals de Raad van Europa, het WADA en de WGO, nauw moeten worden betrokken bij deze samenwerking.

15.

ZIJN DE VOLGENDE MENING TOEGEDAAN:

Er moeten geschikte werkstructuren en -methoden worden opgesteld voor de follow-up van de resultaten van de eerste twee EU-werkplannen en voor de ontwikkeling van nieuwe outputs in overeenstemming met de prioritaire thema’s en hoofdonderwerpen, zoals uiteengezet in punt 12 hierboven.

De Commissie moet, indien wenselijk, deskundigengroepen en specifieke clustervergaderingen organiseren op de beleidsterreinen die onder meer in het vorige en het huidige werkplan voor sport uitgebreid aan de orde zijn gekomen.

Er kunnen op initiatief van een of meerdere lidstaten vergaderingen worden georganiseerd over onderwerpen van gemeenschappelijk belang (groepen geïnteresseerde lidstaten). Deze vergaderingen zullen onder andere betrekking hebben op activiteiten in verband met intercollegiaal leren tussen de deelnemende lidstaten.

Bij andere structuren en werkmethoden kan het gaan om conferenties en seminars van het voorzitterschap, informele bijeenkomsten van ministers van Sport en directeuren Sport, studies van de Commissie en conferenties en seminars van de Commissie.

De kernbeginselen met betrekking tot de verschillende werkmethoden zijn opgenomen in bijlage II.

In het tweede halfjaar van 2020 zal de Raad de uitvoering van dit EU-werkplan evalueren op basis van een verslag dat de Commissie uiterlijk in het eerste halfjaar van 2020 opstelt.

IV.   VERDERE STAPPEN

16.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN:

samen te werken met de Commissie om dit EU-werkplan op doeltreffende wijze uit te voeren via de in deze resolutie bepaalde werkstructuren en -methoden;

terdege rekening te houden met dit EU-werkplan bij de beleidsontwikkeling op nationaal niveau, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel en de autonomie van de bestuursstructuren in de sportwereld;

de betrokken partijen in de sportsector regelmatig te informeren, en waar passend te raadplegen, over de voortgang met de uitvoering van het EU-werkplan, teneinde de relevantie en de zichtbaarheid van de activiteiten te waarborgen;

de resultaten van dit EU-werkplan en de vorige EU-werkplannen voor sport indien zinvol in de lidstaten en op de passende niveaus te verspreiden;

bijeenkomsten te organiseren over onderwerpen van gemeenschappelijk belang (groepen geïnteresseerde lidstaten);

in samenwerking met de Commissie initiatieven voor intercollegiaal leren te ontplooien en te begeleiden.

17.

VERZOEKEN DE VOORZITTERSCHAPPEN VAN DE RAAD:

rekening te houden, onder meer in het kader van het voorzitterschapstrio, met de prioritaire thema's in het EU-werkplan wanneer zij hun programma opstellen, en voort te bouwen op de reeds bereikte resultaten;

de lidstaten op de hoogte te houden van lopende of geplande werkzaamheden in andere Raadsformaties die van invloed zijn op sport;

aan het eind van de periode waarop deze resolutie betrekking heeft, en op basis van een verslag van de Commissie, eventueel een nieuw ontwerp van een EU-werkplan voor de volgende periode voor te stellen;

de evaluatie van de gestructureerde dialoog met de sportwereld te bekijken (6).

18.

VERZOEKEN DE COMMISSIE:

samen te werken met de lidstaten bij de uitvoering van dit werkplan, in het bijzonder met betrekking tot de in bijlage I vermelde resultaten;

de lidstaten op de hoogte te houden van lopende of geplande beleidsinitiatieven van de EU op andere gebieden die van invloed zijn op sport, en van ontwikkelingen dienaangaande in de Commissie;

de Groep sport te informeren over de mandaten van de deskundigengroepen;

de lidstaten en andere relevante actoren te ondersteunen bij hun activiteiten inzake de in deze resolutie opgenomen thema’s en hoofdonderwerpen, met name door:

na te gaan hoe de deelneming van de lidstaten en deskundigen kan worden gefaciliteerd, en vertegenwoordigers van de sportwereld en, in voorkomend geval, de in bijlage I bedoelde andere betrokkenen in de deskundigengroepen, kunnen worden uitgenodigd, teneinde een hoge en coherente mate van representativiteit en deskundigheid te waarborgen;

deskundigengroepen op de volgende gebieden in te stellen:

integriteit,

ontwikkeling van vaardigheden en het menselijk potentieel in de sport;

andere vormen van steun in te stellen teneinde het uitwisselen van goede praktijken en intercollegiaal leren te propageren, alsmede kennis op te bouwen (bv. studies);

het nodige deskundig advies inzake dopingbestrijding te verstrekken, met name wat betreft de verenigbaarheid met het Unierecht van een komende herziening van de antidopingcode van het WADA;

logistieke en technische bijstand te bieden voor het verzamelen en verspreiden van relevante documenten en informatie over het EU-beleid op het gebied van sport;

specifieke clustervergaderingen te organiseren op beleidsdomeinen die in de vorige werkplannen en het huidige werkplan voor sport uitvoerig aan bod zijn gekomen. De bedoeling van dergelijke vergaderingen is de beleidsrelevante resultaten van door de EU gefinancierde projecten ten bate van de sport te bespreken, en de uitwisseling van goede praktijken en inzichten inzake specifieke onderwerpen te bevorderen, te kijken hoeveel vooruitgang is geboekt, en na te gaan of verdere maatregelen nodig zijn, met name op de in bijlage I vermelde gebieden. Die vergaderingen moeten ten minste eenmaal per jaar worden georganiseerd.

te zorgen voor de follow-up van de werkzaamheden van vorige door de Commissie ingestelde groepen op hoog niveau „Breedtesport” en „Sport en diplomatie”;

te zorgen voor de follow-up van de aanbevelingen van de vorige Deskundigengroep inzake goed bestuur en voor continuïteit wat betreft de huidige vraagstukken in verband met de bestrijding van wedstrijdvervalsing;

de erkenning van vaardigheden en competenties in de sport te propageren;

de gestructureerde dialoog over sport te faciliteren, onder meer door jaarlijks een EU-sportforum te organiseren dat alle belangrijke betrokken partijen op de verschillende niveaus in de sport bijeenbrengt;

de jaarlijkse Europese Week van de Sport te organiseren en de week het hele jaar door te promoten als instrument om sportbeoefening en lichaamsbeweging overeenkomstig de prioriteiten van dit werkplan te bevorderen;

de prioritaire thema’s en bijbehorende hoofdonderwerpen die in dit werkplan zijn vastgesteld, te ondersteunen, door middel van het Erasmus+-programma en andere EU-programma’s op dit gebied, evenals de Europese structuur- en investeringsfondsen;

in de loop van het eerste halfjaar van 2020 op basis van vrijwillige bijdragen van de lidstaten een verslag over de uitvoering en de relevantie van het werkplan goed te keuren. Op basis van dit verslag zal in het tweede halfjaar van 2020 een eventueel volgend EU-werkplan worden opgesteld;

waar passend, de in de werkstructuren geboekte resultaten van dit EU-werkplan en vorige EU-werkplannen voor sport openbaar toegankelijk te maken.


(1)  PB C 162 van 1.6.2011, blz. 1.

(2)  PB C 183 van 14.6.2014, blz. 12.

(3)  Doc. 5516/17 + ADD 1.

(4)  De resolutie van de Raad van 18 november 2010 waarin de Raad is overeengekomen op gezette tijden, in het algemeen in de marge van de Raadszitting, een informele bijeenkomst van vooraanstaande vertegenwoordigers van de publieke sector in de EU en van de sportwereld te beleggen, om van gedachten te wisselen over sportvraagstukken in de EU (PB C 322 van 27.11.2010, blz. 1).

(5)  Tien politieke prioriteiten van de Commissie-Juncker: https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/juncker-political-guidelines-speech_nl.pdf

(6)  Met inbegrip van de resolutie van de Raad van 18 november 2010 inzake de gestructureerde EU-dialoog over sport.


BIJLAGE I

Hoofdonderwerpen (punt 12), gevraagde resultaten en bijbehorende werkstructuren

Hoofdonderwerp

Werkmethode/Taken

Resultaat en streefdatum

Trekker(s)

Prioriteit 1: Integriteit van sport

Dopingbestrijding

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

Deskundig advies inzake dopingbestrijding, op te stellen tijdens vergaderingen van deskundigen en te bespreken in de Groep sport, met name inzake verenigbaarheid met het Unierecht, wat betreft komende herziening van de antidopingcode van het WADA.

2017-2019

EU-bijdrage

Commissie en voorzitterschap

 

Opstelling van het standpunt van de EU en haar lidstaten voor de bijeenkomsten van het CAHAMA en het WADA, waar nodig ondersteund door vergaderingen van deskundigen.

2017-2020

Standpunt van de EU

Commissie en voorzitterschap

 

Seminar

Manieren om het gebruik van doping bij jonge mensen in de professionele en de breedtesport te voorkomen.

Tweede helft van 2017

Verslag

Uitwisseling van beste praktijken

Voorzitterschap

Goed bestuur

Deskundigengroep

Integriteit

Toepassing van internationaal erkende normen inzake goed bestuur en corruptiebestrijding, en initiatieven — vooral van buiten de sport — die in de sportsector kunnen worden toegepast.

Wedstrijdvervalsing

2018-2020

Uitwisseling van beste praktijken

Verslag

Commissie

 

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

Aanbevelingen voor eventuele toekomstige acties op EU-niveau tegen corruptie in de sport.

Tweede helft van 2019

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

Bescherming van minderjarigen

Studie

Prevalentie van kindermishandeling in de sport.

Eerste helft van 2019

Verslag

Commissie

 

Seminar

Follow-up van de aanbevelingen voor de bescherming van jonge sporters en de bescherming van de rechten van het kind in de sport (1).

Tweede helft van 2019

Uitwisseling van goede praktijken

Verslag

Voorzitterschap

 

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

De bescherming van de lichamelijke en morele integriteit van minderjarigen in breedtesport en topsport.

Tweede helft van 2019

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

Specifieke karakter van sport

Groep geïnteresseerde lidstaten

Unierecht met betrekking tot sport en sportorganisaties.

Eerste helft van 2019

(evt.) Aanbevelingen/stand van zaken

SE, FR, ES, NL

 

Seminar

Specifieke karakter van sport in de EU

Tweede helft van 2019

Gedachtewisseling

Verslag

Commissie

Prioriteit 2: Economische dimensie van sport

Innovatie in de sport

Clustervergadering

De economische voordelen van sport door middel van satellietrekeningen voor de sport (Sport Satellite Accounts (SSA)). Het praktische gebruik van SSA’s voor beleidsmakers in de sportsector.

Eerste helft van 2018

Uitwisseling van beste praktijken

Commissie

 

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

Mensen bewust maken van de economische dimensie van sport, met name met betrekking tot de Europa 2020-strategie — met de nadruk op de economische voordelen van sport en innovatie.

Tweede helft van 2018

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

 

Conferentie

Mensen bewust maken van de economische dimensie van sport, met name met betrekking tot de Europa 2020-strategie — met de nadruk op de economische voordelen van sport en innovatie.

Tweede helft van 2018

Uitwisseling van beste praktijken

Verslag

Voorzitterschap

Sport en de digitale eengemaakte markt

Seminar

De voordelen en uitdagingen van de digitale eengemaakte markt voor een betere financiering en commercialisering van sport.

Eerste helft van 2019

Verslag

Voorzitterschap

Prioriteit 3: Sport en samenleving

Sport en media

Conferentie

Rol en invloed van de media in de sport.

Eerste helft van 2020

Verslag en de uitwisseling van goede praktijken

Voorzitterschap

 

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

Rol en invloed van de media in de sport.

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

Rol van coaches

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

De rol van coaches in de samenleving.

Tweede helft van 2017

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

 

Conferentie

De rol, status en verantwoordelijkheid van coaches in de samenleving.

Tweede helft van 2017

Verslag

Uitwisseling van beste praktijken

Voorzitterschap

Onderwijs in en door de sportsector

Conferentie

Lichaamsbeweging, sport en duale carrière voor sporters met de nadruk op universiteit en onderwijs.

Tweede helft van 2017

Verslag

Uitwisseling van beste praktijken

Voorzitterschap

 

Deskundigengroep

Ontwikkeling van vaardigheden en het menselijk potentieel in de sport.

2018-2020

Richtsnoeren

Commissie

 

Seminar

Sportkwalificaties en competenties voor coaches.

Eerste helft van 2020

Verslag

Voorzitterschap

Sociale inclusie

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

Bevorderen van Europese waarden via de sport.

Eerste helft van 2018

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

 

Conferentie

Breedtesport als instrument voor integratie en als brug tussen traditie en innovatie.

Eerste helft van 2018

Verslag

Voorzitterschap

 

Studie

Toegang tot sport voor personen met een handicap.

Tweede helft van 2018

Verslag

Commissie

 

Raad en voorbereidende Raadsinstanties

Toegang tot sport voor personen met een handicap.

Eerste helft van 2019

(evt.) Conclusies van de Raad

Voorzitterschap

 

Conferentie

De voordelen van sportbeoefening in een georganiseerde omgeving voor kansarmen.

Eerste helft van 2019

Handboek met beste praktijken/voorbeelden

Voorzitterschap

 

Clustervergadering

Stimuleren van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging.

Tweede helft van 2017

Uitwisseling van beste praktijken

Commissie

Sport en gezondheid

Seminar

Sport en lichaamsbeweging op de werkplek.

Tweede helft van 2018

Verslag

Voorzitterschap

Sport en milieu

Groep geïnteresseerde lidstaten

Stadsontwikkeling, natuursport, milieuduurzaamheid in het kader van grote sportevenementen, milieuvriendelijke en energie-efficiënte sportfaciliteiten.

2019-2020

Uitwisseling van kennis en beste praktijken

Verslag

FR, DE, PT

Sportdiplomatie

Studie

Sport ter ondersteuning van de externe betrekkingen van de EU.

Tweede helft van 2017

Aanbevelingen op basis van casestudy’s en goede praktijken

Commissie

 

Seminar

Follow-up van de Groep op hoog niveau van de Commissie, Raadsconclusies van november 2016 en het seminar over sportdiplomatie.

Tweede helft van 2017

Strategie voor de weg naar de toekomst

Commissie


(1)  Deskundigengroep inzake goed bestuur; „Uitdagingen: geweld waartegen kinderen moeten worden beschermd in de sport”, aanbevelingen voor de bescherming van jonge sporters en de vrijwaring van de rechten van het kind in de sport, juni 2016, blz. 12.


BIJLAGE II

Beginselen met betrekking tot werkmethoden, structuren en verslaggeving

De deelname van lidstaten aan de werkzaamheden in de deskundigengroepen, clustervergaderingen en groepen van geïnteresseerde lidstaten is vrijwillig; al deze bijeenkomsten staan open voor alle lidstaten.

De Commissie zorgt voor de meest passende en doeltreffende deelname van deskundigen uit verschillende vakgebieden, met inbegrip van belanghebbenden in de sportwereld en de overheid.

De gedetailleerde regels inzake het lidmaatschap en de werkwijze van de deskundigengroepen van de Commissie zijn vervat in het besluit van de Commissie van 30 mei 2016 (1).

Groepen geïnteresseerde lidstaten kunnen hun eigen werkwijzen en structuren bepalen, in het licht van hun specifieke behoeften en gewenste resultaten. De Commissie zal in voorkomend geval bij het werk van deze groepen worden betrokken.

De Commissie brengt aan de Groep sport verslag uit over de voortgang van de werkzaamheden in de verschillende deskundigengroepen en clustervergaderingen en presenteert hun resultaten. De groepen geïnteresseerde lidstaten wijzen een vertegenwoordiger aan om hetzelfde te doen.

Zo nodig geeft de Groep sport van de Raad aanwijzingen om ervoor te zorgen dat de gewenste resultaten binnen de gestelde termijn worden bereikt.

De agenda's en verslagen van de vergaderingen van de verschillende groepen zullen beschikbaar zijn voor alle lidstaten, ongeacht de mate waarin zij aan een bepaald thema deelnemen. De resultaten van de groepen worden bekendgemaakt en verspreid op EU- en nationaal niveau.

De resultaten van de diverse werkmethoden worden meegenomen in het verslag van de Commissie over de uitvoering van het werkplan.


(1)  Besluit C(2016) 3301 final van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen.