25.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
LI 59/1 |
VERORDENING (EU) 2023/426 VAN DE RAAD
van 25 februari 2023
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (2) geeft uitvoering aan een aantal bij Besluit 2014/145/GBVB vastgestelde beperkende maatregelen. |
(2) |
Op 25 februari 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/432 (3) tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB vastgesteld. Bij Besluit (GBVB) 2023/432 worden de afwijkingen van de bevriezing van tegoeden en van het verbod op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen die al van toepassing waren op reeds op de lijst geplaatste banken, uitgebreid tot bepaalde nieuw op de lijst geplaatste banken, en wordt de verwerking van betalingen door de Jewish Claims Conference via een van deze banken toegestaan. Bij Besluit 2023/432 is ook een specifieke en tijdelijke afwijking ingevoerd tot toelating van de verkoop of de overdracht van effecten door een in de Unie gevestigde entiteit die onder zeggenschap staat of stond van een specifieke op de lijst geplaatste entiteit. Bij Besluit (GBVB) 2023/432 werd voorts een afwijking ingevoerd tot toelating van de beëindiging van verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten met een op de lijst geplaatste entiteit, en de termijn voor de afwijking met drie maanden verlengd voor de verkoop en de overdracht van eigendomsrechten in een in de Unie gevestigde rechtspersoon, entiteit of lichaam waarvan een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam eigenaar is. |
(3) |
Het is passend te eisen dat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen aan de nationale bevoegde autoriteiten gedetailleerde informatie verstrekken over tegoeden en economische middelen die zijn bevroren of als zodanig zouden moeten zijn behandeld, alsmede over tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van op de lijst geplaatste natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en die kort voor de plaatsing op de lijst het voorwerp zijn geweest van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik, inzet of omgang. Ook is het passend te eisen dat centrale effectenbewaarinstellingen, gezien hun systeemrelevantie voor de werking van effectenmarkten, de desbetreffende informatie verstrekken aan de betrokken lidstaat en tegelijkertijd aan de Commissie. De meldingsplicht is een aanvulling op de effectieve toepassing van de bepalingen inzake de bevriezing van tegoeden en laat de monetaire functies alsmede het beginsel van onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken onverlet. |
(4) |
Het is ook passend het soort informatie te specificeren dat aan de nationale bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt, welke autoriteiten die informatie dan aan de Commissie moeten doorgeven, met specifieke aanpassingen in het geval van strafrechtelijke procedures. Om genoeg tijd te geven voor deze aanpassingen, is het passend om te voorzien in een uitgestelde toepassing van de meer gedetailleerde rapportagevereisten. Er moet ook worden verduidelijkt dat de lidstaten en de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen medewerking moeten verlenen aan de Commissie bij de verificatie van dergelijke informatie, en dat de Commissie om aanvullende informatie moet kunnen verzoeken, waarbij zij de betrokken lidstaat op de hoogte brengt van een dergelijk verzoek. |
(5) |
Die wijzigingen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform worden toegepast. |
(6) |
Verordening (EU) nr. 269/2014 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 269/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 6 ter wordt het volgende lid ingevoegd:
|
2) |
In artikel 6 ter worden de volgende leden ingevoegd: “5 bis. In afwijking van artikel 2, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder nummer 101 onder de rubriek “Entiteiten” van bijlage I vermelde entiteit, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteit, op voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten en nadat zij hebben vastgesteld dat:
5 ter. In afwijking van artikel 2, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die in het bezit zijn van de onder nummer 190 onder de rubriek “Entiteiten” van bijlage I vermelde entiteit, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteit, op voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten en nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de beëindiging uiterlijk op 26 augustus 2023 van verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten die vóór 25 februari 2023 met die entiteit zijn gesloten, of waarbij deze anderszins betrokken is.” |
3) |
In artikel 6 ter, lid 3, punt a), wordt de datum “28 februari 2023” vervangen door de datum “31 mei 2023”. |
4) |
In artikel 6 sexies, lid 1, wordt “53, 54, 55, 79, 80, 81, 82, 108, 126 en 127 in bijlage I” vervangen door “53, 54, 55, 79, 80, 81, 82, 108, 126, 127, 198, 199 en 200 onder de rubriek “Entiteiten” in bijlage I”. |
5) |
Artikel 8 wordt vervangen door: “Artikel 8 1. Niettegenstaande de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
1 bis. De krachtens lid 1 van dit artikel verstrekte informatie over overeenkomstig artikel 2 bevroren tegoeden en economische middelen omvat ten minste het volgende:
1 ter. De betrokken lidstaat verzendt de overeenkomstig de leden 1 en 1 bis ontvangen informatie binnen twee weken na de ontvangst ervan aan de Commissie. De betrokken lidstaat kan deze informatie in geanonimiseerde vorm verzenden indien een onderzoeks- of justitiële autoriteit deze informatie als vertrouwelijk heeft aangemerkt in de context van lopende strafrechtelijke onderzoeken of strafrechtelijke justitiële procedures. Centrale effectenbewaarinstellingen in de zin van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (*1) verstrekken de in de leden 1 en 1 bis bedoelde informatie, alsmede informatie over buitengewone en onvoorziene verliezen en schade in verband met de betrokken tegoeden en economische middelen, binnen twee weken na het verkrijgen ervan en vervolgens om de drie maanden, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de betrokken tegoeden en economische middelen zich bevinden, en verzenden haar tegelijkertijd aan de Commissie. 1 quater. De lidstaten en de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verlenen medewerking aan de Commissie bij de verificatie van de in de leden 1 en 1 bis bedoelde tegoeden of economische middelen. De Commissie kan alle aanvullende informatie opvragen die zij nodig heeft om die verificatie uit te voeren. Wanneer een dergelijk verzoek is gericht aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, verzendt de Commissie het tegelijkertijd aan de betrokken lidstaat. 2. Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten. 3. Overeenkomstig dit artikel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekte of ontvangen informatie mag door die autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen. 4. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van handhavingsautoriteiten en beheerders van officiële registers waarin natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen alsmede onroerende of roerende goederen worden geregistreerd, verwerken informatie, inclusief persoonsgegevens en, indien nodig, de in de leden 1 en 1 bis bedoelde informatie, en wisselen deze uit met andere bevoegde autoriteiten van de lidstaten en met de Commissie. 5. Verwerking van persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig deze verordening en met Verordeningen (EU) 2016/679 (*2)en (EU) 2018/1725 (*3) van het Europees Parlement en de Raad slechts voor zover dit nodig is voor de toepassing van deze verordening en om te zorgen voor doeltreffende samenwerking tussen de lidstaten en met de Commissie met het oog op de toepassing van deze verordening. (*1) Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1)." (*2) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1)." (*3) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).”." |
6) |
Artikel 12, lid 1, punt a), wordt vervangen door:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punt 5, is van toepassing met ingang van 26 april 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 februari 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
J. ROSWALL
(1) PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.
(2) Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6).
(3) Besluit (GBVB) 2023/432 van de Raad van 25 februari 2023 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (zie bladzijde 437 van dit Publicatieblad).