29.6.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/9


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1319 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2023

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 met het oog op de herziening van de jaarlijkse emissieruimten van de lidstaten voor de periode 2023 tot en met 2030

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 (1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 van de Commissie (2) zijn de jaarlijkse emissieruimten van de lidstaten voor de periode 2021 tot en met 2030 overeenkomstig artikel 4, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EU) 2018/842 vastgesteld, alsmede de aanpassingen waarin artikel 10 van die verordening voorziet.

(2)

Bij Verordening (EU) 2023/857 van het Europees Parlement en de Raad (3) is onder meer artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EU) 2018/842 gewijzigd en is de methode vastgesteld voor de berekening van de jaarlijkse grenswaarden voor broeikasgasemissies die elke lidstaat in de jaren 2023 tot en met 2030 in acht moet nemen.

(3)

Daarom moeten de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 vastgestelde jaarlijkse emissieruimten worden herzien.

(4)

De herziening van de jaarlijkse emissieruimten moet beperkt blijven tot die welke voor de jaren 2023 tot en met 2030 zijn toegewezen, aangezien Verordening (EU) 2023/857 de grenswaarden voor broeikasgasemissies voor de jaren 2021 en 2022 niet heeft gewijzigd. Omwille van de duidelijkheid moet bijlage II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 echter in zijn geheel worden vervangen.

(5)

De jaarlijkse emissieruimten voor elke lidstaat voor de jaren 2023, 2024 en 2025 moeten worden vastgesteld op basis van een lineair traject, beginnend in 2022 bij de jaarlijkse emissieruimte voor een bepaalde lidstaat en eindigend in 2030 op de grenswaarde die voor de betrokken lidstaat is vastgesteld in kolom 2 van de tabel in bijlage I bij Verordening (EU) 2018/842.

(6)

De jaarlijkse emissieruimten voor elke lidstaat voor de jaren 2026 tot en met 2030 moeten worden vastgesteld op basis van een lineair traject dat begint met het gemiddelde van de broeikasgasemissies van 2021, 2022 en 2023 van die lidstaat. Dat gemiddelde zal worden vastgesteld na een uitgebreide evaluatie van de door de lidstaten ingediende inventarisgegevens voor de jaren 2021, 2022 en 2023. Deze uitgebreide evaluatie zal in 2025 worden uitgevoerd door de Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap. Totdat een dergelijke uitgebreide evaluatie is uitgevoerd, zullen de jaarlijkse emissieruimten voor de jaren 2026 tot en met 2030 onbepaald blijven.

(7)

De resulterende waarden van de jaarlijkse emissieruimten voor de jaren 2023, 2024 en 2025 moeten overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2018/842 worden aangepast. Broeikasgasemissies door vaste installaties die overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) van het EU-emissiehandelssysteem zijn uitgesloten, zoals door de lidstaten overeenkomstig dat artikel bij de Commissie aangemeld en die vanaf 2021 krachtens die richtlijn van het EU-emissieplafond zijn uitgesloten, vallen binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2018/842. Daarom worden de van het plafond afgetrokken hoeveelheden opgeteld bij de jaarlijkse emissieruimten van de desbetreffende lidstaten voor de jaren 2023, 2024 en 2025.

(8)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2126 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van de jaarlijkse emissieruimten voor de lidstaten voor de periode 2021 tot en met 2030 overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 426 van 17.12.2020, blz. 58).

(3)  Verordening (EU) 2023/857 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2018/842 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en van Verordening (EU) 2018/1999 (PB L 111 van 26.4.2023, blz. 1).

(4)  Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).


BIJLAGE

„“BIJLAGE II

Jaarlijkse emissieruimten voor elke lidstaat voor elk jaar van 2021 tot en met 2030 overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2018/842, aangepast overeenkomstig artikel 10 van die verordening

Lidstaat

Aangepaste waarde van de jaarlijkse emissieruimte in ton CO2-equivalent

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

België

71 141 629

69 130 741

65 895 769

62 660 796

59 425 824

-

-

-

-

-

Bulgarije

27 116 956

25 159 860

24 526 596

23 893 332

23 260 068

-

-

-

-

-

Tsjechië

65 984 531

60 913 974

59 309 017

57 704 060

56 099 103

-

-

-

-

-

Denemarken

32 127 535

31 293 868

29 905 140

28 516 412

27 127 684

-

-

-

-

-

Duitsland

427 306 142

413 224 443

391 872 325

370 518 122

349 163 918

-

-

-

-

-

Estland

6 223 937

6 001 620

5 840 050

5 678 481

5 516 911

-

-

-

-

-

Ierland

43 479 402

42 357 392

40 520 068

38 682 744

36 845 421

-

-

-

-

-

Griekenland

46 227 407

46 969 645

47 184 382

47 399 120

47 613 857

-

-

-

-

-

Spanje

200 997 922

198 671 005

192 805 142

186 904 935

181 004 728

-

-

-

-

-

Frankrijk

335 726 735

326 506 522

312 021 691

297 535 364

283 049 038

-

-

-

-

-

Kroatië

17 661 355

16 544 497

16 357 415

16 170 092

15 982 770

-

-

-

-

-

Italië

273 503 734

268 765 611

259 438 502

250 077 347

240 716 193

-

-

-

-

-

Cyprus

4 072 960

3 980 718

3 845 808

3 710 898

3 575 989

-

-

-

-

-

Letland

10 649 507

8 854 834

8 640 002

8 425 170

8 210 339

-

-

-

-

-

Litouwen

16 112 304

13 717 534

13 292 727

12 867 920

12 443 113

-

-

-

-

-

Luxemburg

8 406 740

8 147 070

7 760 948

7 374 826

6 988 704

-

-

-

-

-

Hongarije

49 906 277

43 342 400

42 785 010

42 227 619

41 670 229

-

-

-

-

-

Malta

2 065 044

1 239 449

1 187 854

1 136 258

1 084 663

-

-

-

-

-

Nederland

98 513 233

96 677 516

92 920 117

89 162 718

85 405 318

-

-

-

-

-

Oostenrijk

48 768 448

47 402 495

45 181 662

42 960 829

40 739 996

-

-

-

-

-

Polen

215 005 372

204 376 828

198 630 308

192 883 787

187 137 267

-

-

-

-

-

Portugal

42 526 461

40 821 093

40 059 679

39 296 448

38 533 217

-

-

-

-

-

Roemenië

87 878 093

76 914 871

75 837 989

74 761 106

73 684 224

-

-

-

-

-

Slovenië

11 403 194

11 107 762

10 813 744

10 515 484

10 217 224

-

-

-

-

-

Slowakije

23 410 477

21 151 422

20 743 118

20 334 813

19 926 509

-

-

-

-

-

Finland

28 840 335

27 970 110

26 626 337

25 282 565

23 938 792

-

-

-

-

-

Zweden

31 331 358

30 731 996

29 592 278

28 452 560

27 312 842

-

-

-

-

-

” ”