28.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 61/1 |
BESLUIT (GBVB) 2022/339 VAN DE RAAD
van 28 februari 2022
betreffende een steunmaatregel in het kader van de Europese Vredesfaciliteit ter ondersteuning van de Oekraïense strijdkrachten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 (1) van de Raad werd een Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility — EPF) opgericht voor de financiering door de lidstaten van acties van de Unie uit hoofde van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) die tot doel hebben de vrede te handhaven, conflicten te voorkomen en de internationale veiligheid te versterken, overeenkomstig artikel 21, lid 2, punt c), van het Verdrag. De EPF kan meer in het bijzonder overeenkomstig artikel 1, lid 2, punt b), i), van Besluit (GBVB) 2021/509 acties financieren ter versterking van de capaciteiten van derde staten en regionale en internationale organisaties op militair en defensiegebied. |
(2) |
Het verdiepen van de dialoog en de samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie is een van de belangrijkste doelstellingen van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (2). De versterkte samenwerking op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en het meer op één lijn brengen van het GBVB tussen de Unie en Oekraïne was een van de resultaten van de top tussen de EU en Oekraïne van 2020, dat nog werd bekrachtigd tijdens de top tussen de EU en Oekraïne van 2021. |
(3) |
De Oekraïense strijdkrachten zijn betrokken bij een reeds zeven jaar durend conflict waarbij gewonden en doden blijven vallen onder zowel militairen als burgers. Het conflict is in februari 2022 dramatisch geëscaleerd vanwege de niet-uitgelokte invasie van Oekraïne door de strijdkrachten van de Russische Federatie. |
(4) |
Gezien de verslechterende situatie sinds begin 2022 hebben de lidstaten steun verleend aan de Oekraïense strijdkrachten. Dergelijke steun moet in aanmerking komen voor financiering in het kader van de EPF. |
(5) |
Op 25 februari 2022 verzocht de regering van Oekraïne de Unie dringend om steun bij de levering van militaire uitrusting. |
(6) |
Er zullen steunmaatregelen ten uitvoer worden gelegd, rekening houdend met de beginselen en vereisten uit Besluit (GBVB) 2021/509, en met name de naleving van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (3), en in overeenstemming met de voorschriften voor de uitvoering van in het kader van de EPF gefinancierde ontvangsten en uitgaven. |
(7) |
De Raad bevestigt vastbesloten te zijn de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de democratische beginselen te beschermen, te bevorderen en na te leven, de rechtsstaat en goed bestuur te versterken in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het internationaal recht, met name het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Instelling, doelstellingen, reikwijdte en duur
1. Bij dit besluit wordt een steunmaatregel ten gunste van Oekraïne (de “begunstigde”) ingesteld, die wordt gefinancierd in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility — EPF) (de “steunmaatregel”).
2. Het doel van de steunmaatregel is bij te dragen tot de versterking van de vermogens en de weerbaarheid van de Oekraïense strijdkrachten om de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne te verdedigen en de burgerbevolking te beschermen tegen de aanhoudende militaire agressie.
3. Ter verwezenlijking van de in lid 2 genoemde doelstelling wordt met de steunmaatregel de levering van niet-dodelijke uitrusting en materieel aan de Oekraïense strijdkrachten gefinancierd, zoals persoonlijk beschermingsmateriaal, eerstehulptrommels en brandstof.
4. De steunmaatregel heeft een looptijd van 24 maanden vanaf de vaststelling van dit besluit.
Artikel 2
Financiële regeling
1. Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de steunmaatregel bedraagt 50 000 000 EUR.
2. De uitgaven worden beheerd overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 en de voorschriften voor de uitvoering van in het kader van de EPF gefinancierde ontvangsten en uitgaven.
3. Overeenkomstig artikel 29, lid 5, van Besluit (GBVB) 2021/509 kan de beheerder voor steunmaatregelen na de vaststelling van dit besluit verzoeken om bijdragen tot 50 000 000 EUR. De door de beheerder gevraagde middelen voor steunmaatregelen worden uitsluitend gebruikt voor uitgaven binnen de grenzen die door het bij Besluit (GBVB) 2021/509 opgerichte comité zijn goedgekeurd in de wijzigingsbegroting voor 2022 behorend bij de steunmaatregel.
4. Uitgaven in verband met de uitvoering van de steunmaatregel komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 januari 2022 tot een door de Raad vast te stellen datum.
Artikel 3
Regelingen met de begunstigde
1. De hoge vertegenwoordiger treft de nodige regelingen met de begunstigde om ervoor te zorgen dat deze het internationaal recht naleeft, met name het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, evenals artikel 62, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509, als voorwaarde voor het verlenen van steun in het kader van de steunmaatregel.
2. De in lid 1 bedoelde regelingen omvatten bepalingen inzake opschorting en beëindiging van de steun in het kader van de steunmaatregel wanneer blijkt dat de begunstigde de in lid 1 genoemde verplichtingen niet nakomt.
Artikel 4
Uitvoering
1. De hoge vertegenwoordiger is verantwoordelijk voor het waarborgen van de uitvoering van dit besluit overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 en overeenkomstig de voorschriften voor de uitvoering van ontvangsten en uitgaven die in het kader van de EPF worden gefinancierd, op een wijze die strookt met het geïntegreerd methodisch kader voor de beoordeling en vaststelling van de vereiste maatregelen en controles voor steunmaatregelen in het kader van de EPF.
2. Het bij Besluit (GBVB) 2021/509 ingestelde comité bepaalt verder de soort en de hoeveelheid ondersteuning die in het kader van de steunmaatregel moet worden gefinancierd, rekening houdend met de prioriteiten die de Militaire Staf van de Europese Unie aanbeveelt teneinde in de behoeften van de Oekraïense strijdkrachten te voorzien.
3. De beheerder voor steunmaatregelen brengt, op basis van informatie van de uitvoerende actor(en), aan het bij Besluit (GBVB) 2021/509 ingestelde comité verslag uit over de levering van uitrusting, onder meer over de hoeveelheden, de soorten en alle andere informatie die voor de verdere follow-up en monitoring relevant is.
4. De uitvoering van de in artikel 1, lid 3, bedoelde activiteit kan worden toevertrouwd aan:
a) |
het Ministerie van Defensie van Oostenrijk; |
b) |
het Ministerie van Defensie van België; |
c) |
het Ministerie van Defensie van Bulgarije; |
d) |
het Ministerie van Defensie van Kroatië; |
e) |
het Ministerie van Defensie van Cyprus; |
f) |
het Ministerie van Defensie van Tsjechië; |
g) |
het Ministerie van Defensie van Denemarken; |
h) |
het Estse Centrum voor defensie-investeringen (ECDI) namens het Ministerie van Defensie van Estland; |
i) |
het Ministerie van Defensie van Finland; |
j) |
het Ministerie van Defensie van Frankrijk; |
k) |
het Ministerie van Defensie van Duitsland; |
l) |
het Ministerie van Defensie van Griekenland; |
m) |
het Ministerie van Defensie van Hongarije; |
n) |
de Overheidsdienst Defensie van Ierland; |
o) |
het Ministerie van Defensie van Italië; |
p) |
het Centrum voor logistiek en aanbesteding voor defensie van Letland; |
q) |
het Ministerie van Defensie van Litouwen; |
r) |
het directoraat Defensie van het Ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken van Luxemburg; |
s) |
het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Nationale Veiligheid en Rechtshandhaving van Malta; |
t) |
het Ministerie van Defensie van Nederland; |
u) |
het Ministerie van Defensie van Polen; |
v) |
het Ministerie van Defensie van Portugal; |
w) |
het Ministerie van Nationale Defensie van Roemenië; |
x) |
het Ministerie van Defensie van de Slowaakse Republiek; |
y) |
het Ministerie van Defensie van Slovenië; |
z) |
het Ministerie van Defensie van Spanje; |
aa) |
het Ministerie van Defensie van Zweden/de Zweedse Strijdkrachten. |
Artikel 5
Steun door de lidstaten
1. De lidstaten overwegen financiële en logistieke ondersteuning te verlenen aan Oekraïne, met inbegrip van de levering van beschermingsmiddelen.
2. De lidstaten staan de doorvoer van militaire uitrusting en begeleidend personeel over hun grondgebied, waaronder hun luchtruim, toe.
Artikel 6
Monitoring, controle en evaluatie
1. De hoge vertegenwoordiger zorgt ervoor dat erop wordt toegezien dat de begunstigde de overeenkomstig artikel 3 vastgestelde verplichtingen nakomt. Dit toezicht verschaft kennis over de context van en het risico op niet-nakoming van de overeenkomstig artikel 3 vastgestelde verplichtingen, met inbegrip van schendingen van het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht door in het kader van de steunmaatregel ondersteunde eenheden van de Oekraïense strijdkrachten.
2. De controle na verzending van materieel wordt georganiseerd op een wijze die strookt met het geïntegreerd methodisch kader voor de beoordeling en vaststelling van de vereiste maatregelen en controles voor steunmaatregelen in het kader van de EPF.
Artikel 7
Verslaglegging
Gedurende de uitvoeringsperiode brengt de hoge vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 63 van Besluit (GBVB) 2021/509 halfjaarlijks verslag uit aan het PVC over de uitvoering van de maatregel.
Artikel 8
Opschorting en beëindiging
Het PVC kan overeenkomstig artikel 64 van Besluit (GBVB) 2021/509 besluiten de uitvoering van de steunmaatregel geheel of gedeeltelijk op te schorten.
Het PVC kan de Raad ook aanbevelen de steunmaatregel te beëindigen.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.
Gedaan te Brussel, 28 februari 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J.-Y. LE DRIAN
(1) Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).
(2) PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.
(3) Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).