26.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/47


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/99 VAN DE RAAD

van 25 januari 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Portugese Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354 (2) financiële bijstand aan Portugal toegekend in de vorm van een lening van maximaal 5 934 462 488 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar, als aanvulling op de nationale inspanningen van Portugal om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaaleconomische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

(2)

De lening diende door Portugal te worden gebruikt ter financiering van de werktijdverkortingsregelingen, soortgelijke en gezondheidsgerelateerde maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354.

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Portugal inactief geworden. Dat heeft geleid tot herhaalde plotse en sterke stijgingen van de overheidsuitgaven van Portugal voor nieuwe maatregelen die Portugal heeft ingevoerd, namelijk de buitengewone steunregeling voor zelfstandigen, voor werkenden die geen toegang hebben tot andere socialebeschermingsmechanismen en voor managers wier inkomen bijzonder hard getroffen is door de COVID-19-pandemie, de socialesteunregeling voor kunstenaars, auteurs, technici en andere professionals uit de creatieve sector, en de aanwerving van extra gezondheidswerkers en het overwerk bij de nationale gezondheidsdienst om de uitdagingen in verband met de pandemie te helpen aanpakken.

(4)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Portugal in 2020 en 2021 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaaleconomische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. Portugal had tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 5,8 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een overheidsschuld van 135,2 % van het bbp. Volgens de najaarsprognose 2021 van de Commissie zouden tegen het einde van 2021 het overheidstekort en de overheidsschuld van Portugal gekrompen zijn tot respectievelijk 4,5 % en 128,1 % van het bbp en zou het bbp van Portugal in 2021 met 4,5 % toenemen.

(5)

Op 9 december 2021 heeft Portugal de Unie om verlenging verzocht voor de lijst van maatregelen waarvoor bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354 financiële bijstand was toegekend, als verdere aanvulling op zijn in 2020 en 2021 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaaleconomische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen, met name de in de overwegingen 6 en 7 bedoelde maatregelen.

(6)

Bij “Wet nr. 75-B/2020 van 31 december” en de daaropvolgende “Regeringsverordening nr. 19-A/2021 van 25 januari”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 9 december 2021 wordt verwezen, is een buitengewone steunregeling ingevoerd voor zelfstandigen, voor werkenden die geen toegang hebben tot andere socialebeschermingsmechanismen en voor managers wier inkomen bijzonder hard getroffen is door de COVID-19-pandemie. Voor zelfstandigen voorziet de maatregel in een uitkering die gelijk is aan twee derde van de daling van het maandinkomen van de werknemers, tussen het maandgemiddelde volgens de laatste driemaandelijkse inkomensopgave en het maandgemiddelde van 2019, met een bovengrens van 501,16 EUR. Zelfstandigen komen in aanmerking bij een inkomensdaling van ten minste 40 % in de periode van maart tot en met december 2020 ten opzichte van 2019. Voor werkenden die geen toegang hebben tot andere socialebeschermingsmechanismen voorziet de maatregel in: i) voor werknemers, een uitkering gelijk aan het verschil tussen de maandelijkse referentiewaarde van 501,16 EUR en het gemiddelde maandsalaris per volwassene in het respectieve huishouden; of ii) voor zelfstandigen, een uitkering die gelijk is aan twee derde van de daling van het maandinkomen van de werkende, tussen het maandgemiddelde volgens de laatste driemaandelijkse inkomensopgave en het maandgemiddelde van 2019, met een bovengrens van 501,16 EUR. Voor managers voorziet de maatregel in een uitkering die gelijk is aan ofwel hun gemiddeld maandelijks referentie-inkomen indien dat lager is dan 1,5 maal de Portugese socialebijstandindex (438,81 EUR in 2021), ofwel twee derde van hun gemiddeld maandelijks referentie-inkomen indien dat gelijk is aan of hoger is dan die index. Managers komen in aanmerking als hun bedrijfsactiviteiten wegens de COVID-19-pandemie tijdelijk zijn geschorst of als zij in de 30 dagen vóór de steunaanvraag ten minste 40 % inkomstenverlies hebben geleden in vergelijking met dezelfde maand van het jaar voordien of met het maandelijks gemiddelde van de twee voorafgaande maanden. In alle gevallen geldt voor de uitkering een ondergrens van 50 EUR of 50 % van de geconstateerde daling van het maandelijkse inkomen indien die tussen 50 % en 100 % van de Portugese socialebijstandindex ligt, of van 219,40 EUR indien de inkomensdaling hoger is dan die index.

(7)

Bij de “Bijlage bij Resolutie nr. 41/2020 van de ministerraad van 6 juni” en de daaropvolgende “Regeringsverordening nr. 180/2020 van 3 augustus” en “Regeringsverordening nr. 37-A/2021 van 15 februari”, waarnaar wordt verwezen in het verzoek van Portugal van 9 december 2021, is een socialesteunregeling ingevoerd voor kunstenaars, auteurs, technici en andere professionals uit de creatieve sector. De socialesteunregeling voorziet in een uitkering die gelijk is aan de Portugese socialebijstandindex (438,81 EUR).

(8)

Portugal heeft ook een reeks nieuwe gezondheidsgerelateerde maatregelen ingevoerd, die zijn bedoeld om de COVID-19-uitbraak aan te pakken, met name de in overweging 9 beschreven maatregelen.

(9)

Bij “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en het daaropvolgende “Wetsbesluit nr. 10-A/2021 van 2 februari”, waarnaar wordt verwezen in het verzoek van Portugal van 9 december 2021, is voorzien in aanwerving van extra gezondheidswerkers en in overwerk bij de nationale gezondheidsdienst om de uitdagingen in verband met de pandemie te helpen aanpakken. Met name is het administratieve proces bij de nationale gezondheidsdienst voor de aanwerving van werknemers met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gestroomlijnd en zijn sinds het begin van de COVID-19-pandemie extra artsen en verpleegkundigen in dienst genomen. Bovendien werden voor de nationale gezondheidsdienst de wettelijke beperkingen voor overwerk door ambtenaren geschorst en werd de organisatie van ploegen met, indien nodig, aanvullend werk door gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen mogelijk gemaakt om de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden.

(10)

Portugal voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Portugal heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 5 934 462 488 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaaleconomische gevolgen van de COVID-19-uitbraak aan te pakken. Dat is een plotse en sterke stijging omdat zij ook verband houdt met nieuwe maatregelen die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Portugal bestrijken.

(11)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Portugal geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, en met de maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak, waarnaar wordt verwezen in het verzoek van 9 december 2021.

(12)

De kosten van de door Portugal gevraagde gezondheidsgerelateerde maatregelen, met inbegrip van die van de aanvullende gezondheidsgerelateerde maatregelen waarnaar in overweging 9 wordt verwezen, bedragen 1 513 823 304 EUR.

(13)

De reeds bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354 verleende financiële bijstand moet derhalve ook gelden voor de nieuwe door Portugal ingevoerde maatregelen waarnaar wordt verwezen in de overwegingen 6, 7 en 9.

(14)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

(15)

Portugal moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Portugal die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

(16)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Portugal en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Portugal mag de volgende maatregelen financieren:

a)

de steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door de artikelen 298 tot en met 308 van “Wet nr. 7/2009 van 12 februari”;

b)

de nieuwe en vereenvoudigde bijzondere steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door “Wetsbesluit nr. 10-G/2020 van 26 maart” en artikel 2 van “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni”, zoals gewijzigd bij artikel 142 van “Wet nr. 75-B/2020 van 31 december”;

c)

de specifieke beroepsopleidingsprogramma’s voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door artikel 5, lid 2, en de artikelen 7 tot en met 9 van “Wetsbesluit nr. 10-G/2020 van 26 maart”;

d)

de nieuwe bijzondere steunmaatregel voor ondernemingen om hun bedrijfsactiviteiten te hervatten, waarin wordt voorzien door artikel 4, leden 1 tot en met 7 en leden 10 tot en met 12, en artikel 5 van “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni” en artikel 14-A van “Wetsbesluit nr. 46-A/2020 van 30 juli”, zoals toegevoegd bij artikel 4 van “Wetsbesluit nr. 6-C/2021 van 15 januari” en zoals gespecificeerd in “Regeringsdecreet nr. 102-A/2021 van 14 mei”;

e)

de nieuwe aanvulling ter stabilisering van het inkomen voor werknemers die gebruikmaken van hetzij de in de punten a), b) of c) bedoelde steunregelingen voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door artikel 3 van “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni”, zoals gewijzigd bij “Wetsbesluit nr. 58-A/2020 van 14 augustus”;

f)

de nieuwe en progressieve bijzondere steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door “Wetsbesluit nr. 46-A/2020 van 30 juli”, zoals gewijzigd bij artikel 142 van “Wet nr. 75-B/2020 van 31 december”;

g)

de nieuwe bijzondere steunmaatregel voor zelfstandigen, informele werkenden en beherende vennoten, waarin wordt voorzien door de artikelen 26 tot en met 28-A van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”, zoals gewijzigd bij artikel 5 van “Wetsbesluit nr. 20-C/2020 van 7 mei” en artikel 325-G van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals toegevoegd bij artikel 3 van “Wet nr. 27-A/2020 van 24 juli”;

h)

de kinderbijslag voor werknemers die niet kunnen werken omdat zij moeten zorgen voor hun kinderen onder de leeftijd van 12 jaar of voor andere personen ten laste, waarin wordt voorzien door artikel 23 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”;

i)

de bijzondere steun voor het behoud van het dienstverband van opleidingspersoneel bij annulering van beroepsopleidingen, waarin wordt voorzien door “Regeringsdecreet nr. 3485-C/2020 van 17 maart”, “Regeringsdecreet nr. 4395/2020 van 10 april” en “Regeringsdecreet nr. 5897-B/2020 van 28 mei”;

j)

de regionale maatregelen in verband met werkgelegenheid in de autonome regio Azoren, waarin wordt voorzien door “Resolutie nr. 97/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 8 april”, “Resolutie nr. 120/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 28 april”, “Resolutie nr. 128/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 5 mei”, “Resolutie nr. 129/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 5 mei”, “Resolutie nr. 195/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 15 juli”, “Resolutie nr. 196/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 15 juli” en “Resolutie nr. 200/2020 van de Raad van de regionale regering van de Azoren van 17 juli”;

k)

de regionale maatregelen in verband met werkgelegenheid in de autonome regio Madeira, waarin wordt voorzien door “Resolutie nr. 101/2020 van de Raad van de regionale regering van Madeira van 13 maart” en “Ordonnantie nr. 133-B/2020 van het vicevoorzitterschap van de regionale regering van Madeira en van het Regionale Secretariaat voor sociale inclusie en burgerschap van 22 april”;

l)

de toelage voor werknemers en zelfstandigen die uit voorzorg in zelfisolatie gaan, waarin wordt voorzien door artikel 19 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en artikel 325-F van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals toegevoegd bij artikel 3 van “Wet nr. 27A/2020 van 24 juli”;

m)

de ziekte-uitkering voor wie besmet is met COVID-19, waarin wordt voorzien door “Regeringsdecreet nr. 2875-A/2020 van 3 maart”, artikel 20 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en artikel 325-F van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals toegevoegd bij artikel 3 van “Wet nr. 27-A/2020 van 24 juli”;

n)

de aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen voor gebruik op de werkplek, met name in openbare ziekenhuizen, waarin wordt voorzien door “Norm nr. 012/2020 van 6 mei”, zoals gewijzigd op 14 mei 2020, en door “Norm nr. 013/2020 van 10 juli”, zoals gewijzigd op 23 juni 2020, beide uitgevaardigd door het Portugese directoraat-generaal voor gezondheid, alsmede in vakdepartementen, gemeenten, de autonome regio’s Azoren en Madeira, waarin wordt voorzien door artikel 3 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”;

o)

de campagne voor hygiëne op school, waarin wordt voorzien door artikel 9 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”;

p)

het testen op besmetting met COVID-19 van opgenomen patiënten en werknemers van openbare ziekenhuizen alsmede van werknemers van verpleeghuizen en kinderopvangfaciliteiten, waarin met name wordt voorzien door “Norm nr. 012/2020 van 6 mei”, zoals gewijzigd op 14 mei 2020, en door “Norm nr. 013/2020 van 10 juli”, zoals gewijzigd op 23 juni 2020, beide uitgevaardigd door het Portugese directoraat-generaal Gezondheid;

q)

de nieuwe bijzondere compensatie voor personeel van de nationale dienst voor gezondheidszorg dat betrokken is bij de strijd tegen de COVID-19-uitbraak, waarin wordt voorzien door artikel 42-A van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals toegevoegd bij artikel 3 van “Wet nr. 27-A/2020 van 24 juli”, en door artikel 291 van “Wet nr. 75-B/2020 van 31 december”;

r)

de buitengewone steunregeling voor zelfstandigen, voor werkenden die geen toegang hebben tot andere socialebeschermingsmechanismen en voor managers wier inkomen bijzonder hard getroffen is door de COVID-19-pandemie, waarin wordt voorzien door artikel 156 van “Wet nr. 75-B/2020 van 31 december”, mits voldaan is aan de voorwaarden van punt 2), c) tot en met f) daarvan, zoals nader gespecificeerd in “Regeringsverordening nr. 19-A/2021 van 25 januari”;

s)

de socialesteunregeling voor kunstenaars, auteurs, technici en andere professionals uit de creatieve sector, waarin wordt voorzien door punt 2.5.1 van de “Bijlage bij Resolutie nr. 41/2020 van de ministerraad van 6 juni”, zoals nader gespecificeerd in de artikelen 10 tot en met 12 van “Regeringsverordening nr. 180/2020 van 3 augustus” en verlengd door de artikelen 5 tot en met 7 van de “Bijlage bij Regeringsverordening nr. 37-A/2021 van 15 februari”;

t)

de aanwerving van extra gezondheidswerkers en het overwerk bij de nationale gezondheidsdienst om de uitdagingen in verband met de pandemie te helpen aanpakken, waarin wordt voorzien door artikel 6 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en de artikelen 4 tot en met 8 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2021 van 2 februari”.”.

2)

Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

1.   Portugal stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

2.   Voor zover de in artikel 3 bedoelde maatregelen zijn gebaseerd op geplande overheidsuitgaven en onderworpen zijn aan een uitvoeringsbesluit tot wijziging van dit besluit, stelt Portugal de Commissie uiterlijk zes maanden na de datum van vaststelling van dat uitvoeringsbesluit tot wijziging van dit besluit, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

C. BEAUNE


(1)  PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1354 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Portugese Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 49).