22.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 61/7


BESLUIT (EU) 2021/272 VAN DE EUROPESE AUTORITEIT VOOR EFFECTEN EN MARKTEN

van 16 december 2020

tot verlenging van de tijdelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad

DE RAAD VAN TOEZICHTHOUDERS VAN DE EUROPESE AUTORITEIT VOOR EFFECTEN EN MARKTEN,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name bijlage IX daarbij,

Gezien Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG (1) van de Commissie, en met name artikel 9, lid 5, artikel 43, lid 1, en artikel 44, lid 1, daarvan,

Gezien Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (2), en met name artikel 28, lid 1, daarvan,

Gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (3), en met name artikel 24 daarvan,

Gezien Besluit (EU) 2020/525 van de Europese Autoriteit voor effecten en markten van 16 maart 2020 dat natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, tijdelijk verplicht worden bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4),

Gezien Besluit (EU) 2020/1123 van de Europese Autoriteit voor effecten en markten van 10 juni 2020 tot verlenging van de tijdelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen met nettoshortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5) en Besluit (EU) 2020/1689 van 16 september 2020, van de Europese Autoriteit voor effecten en markten, tot verlenging van de tijdelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6),

Overwegende hetgeen volgt:

1.   INLEIDING

(1)

Bij Besluit (EU) 2020/525, heeft ESMA natuurlijke personen of rechtspersonen met netto shortposities in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, ertoe verplicht de bevoegde autoriteiten nadere gegevens mee te delen over dergelijke posities die 0,1 % van het geplaatste aandelenkapitaal bereiken, overschrijden of onderschrijden overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012.

(2)

De bij Besluit (EU) 2020/525 van ESMA opgelegde maatregel was erop gericht de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA in staat te stellen de netto shortposities die marktdeelnemers hebben ingenomen in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, te monitoren, wat in het licht van uitzonderlijke omstandigheden op de financiële markten noodzakelijk is gebleken.

(3)

Bij Besluit (EU) 2020/1123 en Besluit (EU) 2020/1689 heeft ESMA de tijdelijke verplichting verlengd, aangezien, niettegenstaande een gedeeltelijk herstel van de financiële markten van de EU van de verliezen die hebben plaatsgevonden sinds de uitbraak van de pandemie, de vooruitzichten voor een toekomstig herstel onzeker blijven, er nog steeds sprake is van bedreigingen van het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten en de stabiliteit van het financiële systeem en er gevolgen waren op pan-Europees niveau.

(4)

In overeenstemming met artikel 28, lid 10, van Verordening (EU) nr. 236/2012 moet ESMA deze maatregel met passende tussenpozen en ten minste om de drie maanden evalueren.

(5)

ESMA heeft deze evaluatie uitgevoerd op basis van een analyse van de prestatie-indicatoren, waaronder prijzen, volatiliteit, spreads voor kredietverzuimswaps en de ontwikkeling van netto shortposities, met name die tussen 0,1 % en 0,2 %. Op grond van deze analyse heeft ESMA besloten de maatregel met nog eens drie maanden te verlengen.

2.   VERMOGEN VAN DE MAATREGEL OM RELEVANTE BEDREIGINGEN EN GRENSOVERSCHRIJDENDE GEVOLGEN TE ONDERVANGEN (ARTIKEL 28, LID 2, ONDER A), VAN VERORDENING (EU) Nr. 236/2012)

(a)   Bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten

(6)

ESMA is van mening dat in de huidige context, die sterk wordt beïnvloed door de ontwikkelingen die verband houden met de COVID-19-pandemie en door de daarmee samenhangende onzekerheid, de identificatie van risico’s voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten in de EU moet plaatsvinden op basis van de analyse van de algehele macro-economische omgeving in combinatie met de ontwikkeling van financiële markten.

(7)

Met betrekking tot de macro-economische omgeving blijft de COVID-19-pandemie een negatieve uitwerking hebben op de reële economie, aangezien de algemene vooruitzichten voor een toekomstig herstel onzeker blijven, ondanks recente positieve ontwikkelingen in de EU en daarbuiten op het gebied van vaccins. De zorgen die ESMA in haar eerdere besluit over de mogelijke toename van het aantal COVID-19-gevallen heeft geuit, zijn terecht gebleken, aangezien er een tweede golf van besmettingen is gekomen. De bijbehorende cijfers over nieuwe besmettingen, ziekenhuisopnamen, bezettingspercentages van de intensive care en sterfgevallen laten een vergelijkbaar of zelfs negatiever beeld zien dan die in de periode maart en april.

(8)

Als gevolg daarvan is in de hele EU een aantal inperkingsmaatregelen genomen, uiteenlopend van lokale lockdowns en het instellen van een avondklok tot nationale lockdowns. Net als bij de eerste besmettingsgolf van de pandemie, zullen deze maatregelen naar verwachting zowel op de korte als lange termijn gevolgen hebben voor de nationale economieën.

(9)

In dit verband blijkt uit de Europese economische prognose van het najaar (7) van de Europese Commissie dat het reële BBP op jaarbasis in de eurozone in 2020 waarschijnlijk met 7,8 % zal dalen met aanzienlijke variaties in de verschillende lidstaten. Het BBP in de eurozone en in de EU zal waarschijnlijk geen herstel vertonen voor het eind van 2022 (8).

(10)

Daarnaast zal het werkloosheidspercentage in de eurozone in 2020 naar verwachting op 8,3 % komen te liggen (7,7 % in de EU) en zal dit verder stijgen in 2021 (9).

(11)

In verband met het beloop van financiële markten, hebben de positieve berichten over de ontwikkeling en doeltreffendheid van vaccins zeer recent gezorgd voor aanmerkelijk betere koersen en andere daarmee verband houdende parameters: tussen 6 november - de handelsdag die voorafging aan de eerste positieve aankondiging van een kandidaat-vaccin (10) - en 2 december 2020, stegen de STOXX EUROPE 800 ex. Zwitserland en de Euro Stoxx 50 indexen met respectievelijk 8,7 % en 9,9 %, een trend die werd gevolgd door de belangrijkste nationale indexen, die gemiddeld met 10 % stegen.

(12)

Als we echter de prestatie van de Euro Stoxx 50 Index als referentie nemen, is het koersherstel daarvan (-8 % vergeleken met februari) aanzienlijk zwakker dan dat van andere indexen, zoals de NIKKEI 225 (+14,1 % vergeleken met februari), de S&P 500 (+8,6 % vergeleken met februari) of de CSI 300 (+22,3 % vergeleken met februari) [Figuur 1].

(13)

Kijken we specifiek naar de bankensector, dan zien we dat de verliezen in de STOXX Europe Total Market Banks (ref. Europese banken) op 2 december 2020 22 % bedragen vergeleken met 20 februari, wat een verbetering is ten opzichte van de daling van 37 % die in september werd genoteerd[Figuur 1]. Uit een analyse van de aandelenkoersen van enkele van de belangrijkste Europese kredietinstellingen (DE, ES, IT, FR) blijkt dat de koersdalingen schommelen tussen 3,41 % en 42,62 %. Ondanks de verbetering blijven deze cijfers, vergeleken met de koersdalingen die werden genoteerd in de periode van februari tot september (en die tussen de 10 % en 59 % lagen), duiden op een zwakke plek in de bankensector.

(14)

Daarnaast blijft het risico van een ontkoppeling van waarderingen van activa en fundamentele economische verhoudingen bestaan, wat de vraag oproept hoe lang de marktopleving zal voortduren (11). Zoals aangegeven in het ESMA Risk Dashboard van 11 november 2020 (12) zal de mate waarin deze risico’s zich daadwerkelijk zullen voordoen in belangrijke mate afhangen van drie factoren: de economische gevolgen van de pandemie, marktverwachtingen ten aanzien van ondersteunende monetaire en begrotingsmaatregelen, en het al dan niet optreden van aanvullende externe gebeurtenissen in een reeds fragiele mondiale omgeving.

(15)

Tegelijkertijd zijn er andere positieve signalen op de financiële markten. Het vertrouwen dat wordt ontleend aan de ontwikkeling van vaccins weerspiegelt zich in de ontwikkeling van spreads voor kredietverzuimswaps (CDS), rendementen op staatsobligaties en volatiliteit.

(16)

CDS-spreads voor Europese bedrijven blijven vijf basispunten boven de niveaus van februari 2020 (waarden gelijk aan die voor het Besluit (EU) 2020/1689 van ESMA), terwijl CDS-spreads op Europese high-yield-obligaties, obligaties van Europese financiële instellingen en achtergestelde obligaties van Europese financiële instellingen, dalingen vertonen van respectievelijk 39, 6 en 25 basispunten als ze worden vergeleken met de waarden waarop het Besluit (EU) 2020/1689 van ESMA is gebaseerd[Figuur 1].

(17)

Ook rendementen op tienjarige staatsobligaties blijken te zijn gedaald: de rendementen op tienjarige staatsobligaties van DE, ES, FR en IT laten ten opzichte van de niveaus van 20 februari een daling zien van gemiddeld 14 basispunten [Figuur 1].

(18)

Wat betreft impliciete volatiliteit: deze daalt constant, maar blijft zeer gevoelig voor marktberichten. De volatiliteit die wordt gemeten door de VSTOXX (13) blijft hoog vergeleken met februari 2020 (+8 %), en ook de VIX (14) staat op 2 december 2020 nog steeds op +5 % ten opzichte van februari 2020 [Figuur 1].

(19)

Het percentage aandelen met een netto shortpositie tussen 0,1 en 0,2 % is niet significant gedaald sinds maart 2020 en blijft gemiddeld 12 % over de totale netto shortposities, gelijk aan de situatie in september (15) (toen het op 13 % stond) [Afbeelding 6].

(20)

Zoals reeds aangegeven in de eerdere besluiten van ESMA, heeft de lagere meldingsdrempel laten zien dat in sommige landen netto shortposities tussen 0,1 % en 0,2 % een significant percentage vertegenwoordigen van de totale gerapporteerde netto shortposities. Er kan worden geconcludeerd dat het percentage netto shortposities tussen 0,1 % en 0,2 %, die moesten worden gerapporteerd als gevolg van de tijdelijk verlaagde meldingsdrempel, een aanzienlijk deel blijft vormen van het totaal en in dit kader een hoge informatieve waarde heeft voor regelgevende instanties.

(21)

Over het geheel genomen blijft de omgeving, ondanks de recente koersstijgingen in belangrijke sectoren, nog altijd fragiel: er blijft een aantal onzekerheden bestaan in verband met de ontwikkeling van de COVID-19-pandemie en de gevolgen daarvan voor het algehele macro-economische scenario.

(22)

ESMA merkt op dat het risico van ontkoppeling van de waarde van activa en onderliggende economische basisvoorwaarden zich niet alleen kan voordoen als de aandelenkoersen stijgen zonder duidelijke onderliggende vooruitzichten van economische groei, maar ook als markten overdreven sterk reageren op nieuws en daardoor ten onrechte in een neerwaartse spiraal terechtkomen.

(23)

Ondanks de recente ontwikkelingen zijn de langetermijngevolgen van de COVID-19-crisis voor de economie en in het algemeen nog niet geheel duidelijk. Zo ontwikkelt de Europese economische prognose van de EC twee alternatieve scenario’s (16) (een ‘optimistisch scenario’ en een ‘pessimistisch scenario’) op basis van de uitzonderlijke mate van onzekerheid die de ontwikkeling van de pandemie en de maatregelen die de verspreiding ervan moeten inperken, omgeeft.

(24)

Zoals eerder aangegeven, zijn de netto shortposities niet significant afgenomen en is gebleken dat de impliciete volatiliteit, hoewel lager dan die welke is geanalyseerd voor Besluit (EU) 2020/1689, gevoelig is voor nieuwe gebeurtenissen.

(25)

Een dergelijke fragiele economische en marktomgeving maakt het met name waarschijnlijker dat de door short selling uitgeoefende druk in de komende maanden potentiële negatieve ontwikkelingen kan veroorzaken of verergeren, wat vervolgens weer negatieve gevolgen kan hebben voor het marktvertrouwen of de integriteit van het prijsvormingsmechanisme. ESMA is van mening dat de combinatie van de hierboven beschreven omstandigheden een ernstige bedreiging vormt voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten.

(b)   Bedreiging voor de stabiliteit van het gehele financiële stelsel in de Europese Unie of een deel ervan

(26)

Zoals de ECB in haar Financial Stability Review (17) heeft uitgelegd, is financiële stabiliteit een toestand waarin het financiële stelsel – bestaande uit financiële tussenpersonen, markten en marktinfrastructuren – bestand is tegen schokken en financiële onevenwichtigheden.

(27)

De COVID-19-pandemie heeft nog steeds ernstige gevolgen voor de reële economie in de Unie. Zoals eerder vermeld, heeft ESMA in haar Risk Dashboard van 11 november 2020 verklaard dat “het herstel van de financiële markten van de EU in het derde kwartaal van 2020 heeft doorgezet, maar dat ze zeer gevoelig blijven […] de kans op een plotse ommekeer in risicobeoordelingen van beleggers is het grootste risico dat wij op dit moment voor financiële markten van de EU zien en daarom handhaven wij onze risicobeoordeling”.

(28)

Sectie 2.a hiervoor bevat nadere informatie over de prestaties van de algehele bankensector en de financiële markten.

(29)

Als gevolg van COVID-19 zijn de EU-economie en zijn financiële markten in een fragiele situatie beland, waarin verdere, door short-sellingstrategieën ingezette of versterkte koersdalingen zeer nadelige gevolgen zouden kunnen hebben.

(30)

In deze aanhoudende onzekere situatie is ESMA van mening dat aanmerkelijke verkoopdruk en ongebruikelijke volatiliteit in de koers van de aandelen kunnen worden versterkt door verschillende factoren, waaronder een toenemend aantal marktdeelnemers dat actief is op het gebied van short selling en het opbouwen van aanzienlijke netto shortposities.

(31)

Zoals eerder aangegeven, is het percentage aandelen met netto shortposities tussen 0,1 en 0,2 % niet significant gedaald sinds maart 2020 [Afbeelding 6].

(32)

De wijdverbreide koersverliezen voor kredietinstellingen, die een van de parameters vormden voor de verlenging van het besluit in juni en september, namen af vergeleken met september, maar staan nog steeds op -22 % ten opzichte van februari 2020 [afbeelding 1]. Dit wijst erop dat enkele kredietinstellingen, die in sommige gevallen van systemisch belang zijn, potentieel kwetsbaar blijven voor short-sellingstrategieën en voor de opbouw van aanzienlijke netto shortposities, ongeacht of deze strategieën en posities worden gerechtvaardigd door fundamentele informatie.

(33)

Het risico blijft bestaan dat de opeenstapeling van short-sellingstrategieën en de opbouw van aanzienlijke netto shortposities zouden kunnen leiden tot een onordelijke neerwaartse prijsspiraal voor bepaalde uitgevende instellingen, met mogelijke overloopeffecten binnen dezelfde lidstaat of in de hele EU, die op hun beurt uiteindelijk het financiële stelsel van een of meer lidstaten in gevaar kunnen brengen.

(34)

Ondanks het gedeeltelijke herstel dat zich op de financiële markten van bepaalde EU-lidstaten heeft voorgedaan, blijven de eerder genoemde onzekerheden met betrekking tot de ontwikkeling van COVID-19 en de gevolgen daarvan voor de EU-economie bestaan en maken ze de eerder vermelde zorgen over een mogelijke ontkoppeling van de waardering van activa en economische basisvoorwaarden en over de duurzaamheid van de recente opleving van financiële markten begrijpelijker.

(35)

ESMA is dan ook van mening dat de huidige marktomstandigheden een ernstige bedreiging voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie blijven vormen.

(c)   Grensoverschrijdende gevolgen

(36)

Een andere voorwaarde waaraan moet worden voldaan wil ESMA deze maatregel kunnen nemen, is dat de vastgestelde bedreigingen grensoverschrijdende gevolgen hebben.

(37)

Zoals hiervoor is beschreven, zijn de aandelenmarkten in de EU, gezien zowel nationale als pan-Europese indexen, nog niet volledig hersteld van de scherpe prijsdalingen die te zien waren in maart.

(38)

Gezien het feit dat de financiële markten van de meeste lidstaten door deze bedreigingen worden getroffen, zij het in verschillende mate, blijven de grensoverschrijdende gevolgen bijzonder ernstig, aangezien de onderlinge verwevenheid tussen de financiële markten van de EU de waarschijnlijkheid vergroten van potentiële overloop- of besmettingseffecten tussen markten in geval van door short selling veroorzaakte verkoopdruk.

(39)

ESMA is daarom van mening dat de hierboven beschreven bedreigingen voor de marktintegriteit, het ordelijk functioneren en de financiële stabiliteit grensoverschrijdende gevolgen hebben. Als gevolg van de aard van de COVID-19-crisis hebben ze feitelijk een pan-EU karakter.

3.   GEEN VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN HEEFT MAATREGELEN GENOMEN OM DE BEDREIGING TE ONDERVANGEN OF EEN OF MEER BEVOEGDE AUTORITEITEN HEBBEN MAATREGELEN GENOMEN DIE DE BEDREIGING NIET ADEQUAAT ONDERVANGEN (ARTIKEL 28, LID 2, ONDER B), VAN VERORDENING (EU) Nr. 236/2012)

(40)

Een andere voorwaarde waaraan moet worden voldaan wil ESMA de maatregel in dit Besluit kunnen opleggen, is dat een of meerdere bevoegde autoriteiten geen maatregelen hebben genomen om de bedreiging te ondervangen of dat de maatregelen die zijn genomen de bedreiging niet adequaat ondervangen.

(41)

De in het Besluit 2020/525 van ESMA beschreven zorgen met betrekking tot marktintegriteit, ordelijk functioneren en financiële stabiliteit hebben ertoe geleid dat sommige nationale bevoegde autoriteiten nationale maatregelen hebben getroffen om short selling van aandelen in Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, België, Griekenland en Italië (18) te beperken, die op 18 mei zijn verlopen.

(42)

Na beëindiging of opheffing van deze tijdelijke maatregelen zijn er in de EU geen verdere maatregelen getroffen op grond van Verordening (EU) nr. 236/2012, en op de datum van dit Besluit is er geen enkele maatregel van deze aard van kracht.

(43)

Ten tijde van de vaststelling van dit Besluit heeft geen van de bevoegde autoriteiten door het vastleggen van lagere meldingsdrempels maatregelen getroffen om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van netto shortposities, omdat zij een beroep kunnen doen op Besluit (EU) 2020/1123.

(44)

De noodzaak van een grotere zichtbaarheid van netto shortposities blijft dringend in een context waarin de bovengenoemde beperkingen die zijn opgelegd krachtens artikel 20 van Verordening (EU) nr. 236/2012 niet langer van toepassing zijn en de onzekerheid in verband met de eerder beschreven langdurige gevolgen van de COVID-19-crisis aanhoudt. Aangezien short selling en transacties met soortgelijk effect niet langer onderworpen zijn aan andere externe beperkingen, moeten de nationale bevoegde autoriteiten in de hele EU in staat zijn om vooraf te bepalen of de opbouw van netto shortposities een zodanig niveau bereikt dat dit ertoe kan leiden dat zich de hierboven beschreven bedreigingen voor de financiële markten en de financiële stabiliteit voordoen en nog worden verergerd door verkoopdruk als gevolg van short selling.

(45)

In het licht van de bovengenoemde pan-Europese bedreigingen blijft het duidelijk dat de informatie die de nationale bevoegde autoriteiten ontvangen onder toepassing van de normale meldingsdrempel van artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 236/2012, onder de huidige gespannen marktomstandigheden niet toereikend is. ESMA is van mening dat de handhaving van de lagere meldingsdrempel ervoor zorgt dat alle nationale bevoegde autoriteiten in de hele EU en ESMA over de best beschikbare gegevens beschikken om de marktontwikkelingen te volgen en in staat zijn zo nodig verdere maatregelen te treffen.

4.   DE MAATREGEL ONDERVANGT DE BEDREIGINGEN OF VERBETERT HET VERMOGEN VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN OM DE BEDREIGINGEN TE VOLGEN AANMERKELIJK (ARTIKEL 28, LID 3, ONDER A) VAN VERORDENING (EU) Nr. 236/2012)

(46)

ESMA moet ook rekening houden met de mate waarin de verlenging van de maatregel de vastgestelde bedreigingen aanmerkelijk ondervangt.

(47)

ESMA heeft hieronder met name geanalyseerd of de verlengde maatregel de bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten, en voor financiële stabiliteit in de Unie aanmerkelijk zou ondervangen, en of de maatregel het vermogen van de bevoegde autoriteiten om de bedreiging te volgen, zou verbeteren.

(a)   De maatregel ondervangt de bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten aanmerkelijk

(48)

Onder de hierboven beschreven omstandigheden kan een plotselinge toename van de verkoopdruk en de marktvolatiliteit als gevolg van short selling en de opbouw van korte posities de neerwaartse trends op de financiële markten versterken. Hoewel short selling op andere momenten een positieve functie kan vervullen bij het bepalen van de juiste waarde van uitgevende instellingen, kan het in de huidige marktomstandigheden een extra bedreiging vormen voor het ordelijk functioneren en de integriteit van markten.

(49)

In het bijzonder gelet op de brede uitwerking van de aanhoudende noodsituatie die uiteenlopende aandelen in de hele Unie treft, kunnen plotseling dalende aandelenkoersen worden verergerd door extra verkoopdruk als gevolg van short selling en toegenomen netto shortposities die, als ze onder de normale drempelwaarde blijven voor melding aan de nationale bevoegde autoriteiten krachtens artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012, niet opgemerkt zouden worden.

(50)

Om de bovengenoemde redenen moeten de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA zo snel mogelijk op de hoogte zijn van marktdeelnemers die short selling aangaan en aanmerkelijke netto shortposities opbouwen, zodat ze indien nodig kunnen voorkomen dat die posities het signaal vormen voor een opeenvolging van verkooporders en als gevolg daarvan aanmerkelijke koersdalingen.

(51)

De verlenging van de maatregel komt aan die eis tegemoet door vast te leggen dat natuurlijke of rechtspersonen met een netto shortpositie in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, dit moeten blijven melden aan de nationale bevoegde autoriteiten bij een lagere drempelwaarde dan is vastgesteld in artikel 5 van Verordening (EU) 236/2012.

(52)

Nationale bevoegde autoriteiten en ESMA zullen dan ook in staat zijn om de ontwikkeling van de situatie adequaat te beoordelen, onderscheid te maken tussen marktbewegingen die worden geleid door fundamentele informatie en de bewegingen die mogelijk worden geïnitieerd of verergerd door short selling, en te reageren indien de integriteit en het ordelijk functioneren van de markten strengere maatregelen vereisen.

(53)

ESMA is van mening dat, wanneer deze maatregel niet voor drie maanden wordt verlengd, de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA slechts over een beperkte capaciteit beschikken om de markt in toereikende mate te bewaken in de huidige onzekere en fragiele omgeving. Dit wordt benadrukt door de klaarblijkelijke ontkoppeling tussen de prestaties van de financiële markt en de onderliggende economische activiteit, in combinatie met het evoluerende karakter van de COVID-19-pandemie. Dergelijke factoren kunnen een plotse en aanzienlijke verkoopdruk veroorzaken, evenals een ongebruikelijke extra volatiliteit in de prijs van Unie-aandelen die, op hun beurt, verder kunnen worden versterkt door de opeenstapeling van shortposities.

(54)

Tegelijkertijd is ESMA van mening dat het passend is om de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 236/2012 vastgestelde openbaarmakingsdrempel, die overeenkomt met 0,5 % van het geplaatste aandelenkapitaal van de onderneming, te behouden, aangezien de verlaging van deze drempel niet noodzakelijk lijkt vanuit het oogpunt van het behouden van ordelijke markten en het aanpakken van risico’s voor de financiële stabiliteit. Nationale bevoegde autoriteiten en ESMA blijven de marktomstandigheden voortdurend bewaken en nemen, indien nodig, verdere maatregelen.

(b)   De maatregel ondervangt de bedreiging voor de stabiliteit van het gehele financiële stelsel in de Unie (of een deel ervan) aanmerkelijk

(55)

Zoals gezegd, is, ondanks de bemoedigende berichten over de ontwikkeling van vaccins die de marktprestaties recentelijk hebben verbeterd, de daling van aandelenindexen die op 20 februari 2020 is ingezet, in bepaalde landen nog steeds op hetzelfde niveau als in juni of september. Daarnaast is het koersherstel in de EU aanmerkelijk zwakker dan dat van de andere mondiale economieën, zoals de NIKKEI 225, de S&P 500 of de CSI 300. Veel sectoren blijven de gevolgen ondervinden van verscheidene risicofactoren, zoals het feit dat de prestaties van aandelen in de financiële sector zwak blijven en wijdverspreid zijn onder de grote kredietinstellingen van de EU. In deze omgeving kunnen het aangaan van short selling-transacties en het opbouwen van aanmerkelijke netto shortposities de verkoopdruk en neerwaartse trends versterken die op hun beurt een bedreiging kunnen verergeren met potentieel zeer nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit van financiële instellingen en bedrijven in andere sectoren.

(56)

In die context zouden de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA, als deze maatregel niet voor nog eens drie maanden zou worden verlengd, geconfronteerd worden met ontbrekende gegevens, wat hen zou beperken in hun vermogen om mogelijke negatieve effecten op de economie en uiteindelijk op de financiële stabiliteit van de Unie als geheel af te wenden.

(57)

De verlenging van de maatregel van ESMA die voorziet in een tijdelijke verlaging van de drempels voor meldingen van netto shortposities aan de nationale bevoegde autoriteiten, ondervangt deze bedreiging voor de stabiliteit van delen van of uiteindelijk het gehele financiële systeem van de Unie efficiënt door gegevensbeperkingen te verhelpen en het vermogen van de nationale bevoegde autoriteiten te vergroten om toekomstige bedreigingen in een vroeg stadium aan te pakken.

(c)   Verbetering van het vermogen van de bevoegde autoriteiten om de bedreiging te monitoren

(58)

Onder normale marktomstandigheden monitoren de nationale bevoegde autoriteiten elke bedreiging die kan voortvloeien uit short selling en het opbouwen van netto shortposities door middel van de toezichthulpmiddelen die zijn ingesteld door de wetgeving van de Unie, in het bijzonder de meldingsplichten betreffende netto shortposities die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 236/2012 (19).

(59)

De huidige marktomstandigheden maken het echter noodzakelijk om de monitoringactiviteiten van de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA aangaande de geaggregeerde netto shortposities in aandelen die zijn toegelaten tot de handel op gereglementeerde markten, te versterken. Met het oog hierop en gezien de aanhoudende onzekerheid met betrekking tot de ontwikkeling van de COVID-19-pandemie blijft het belangrijk dat de nationale bevoegde autoriteiten zo vroeg mogelijk informatie blijven ontvangen over de opbouw van netto shortposities, voordat deze het niveau van 0,2 % van het geplaatste aandelenkapitaal bereiken, zoals is vastgelegd in artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 236/2012.

(60)

Dit wordt benadrukt door het feit dat, ondanks de koersstijgingen sinds november 2020, het percentage van aandelen met een netto shortpositie tussen 0,1 en 0,2 % niet significant is gedaald sinds maart 2020 (20) en gemiddeld nog steeds 12 % uitmaakt van de totale netto shortposities, wat gelijk is aan de situatie in september. Daarom kan worden geconcludeerd dat het percentage netto shortposities tussen 0,1 % en 0,2 % dat is gerapporteerd als gevolg van de door ESMA opgelegde lagere meldingsdrempel, een relevant deel blijft van de totale netto shortposities.

(61)

Daarom handhaaft de verlenging van de maatregel van ESMA het verbeterde vermogen van de bevoegde nationale autoriteiten om mogelijke bedreigingen in een eerder stadium aan te pakken, teneinde hen en ESMA in staat te stellen bedreigingen van het ordelijk functioneren van markten en de financiële stabiliteit tijdig te beheersen indien zich tekenen van marktstress voordoen.

5.   DE MAATREGELEN LEVEREN NIET HET RISICO VAN REGELGEVINGSARBITRAGE OP (ARTIKEL 28, LID 3, ONDER B), VAN VERORDENING (EU) Nr. 236/2012)

(62)

Om een maatregel op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 236/2012 vast te stellen of te verlengen, moet ESMA nagaan of de maatregel het risico van regelgevingsarbitrage oplevert.

(63)

Aangezien de verlenging van de maatregel van ESMA betrekking heeft op de meldingsplichten van marktdeelnemers aangaande alle aandelen die zijn toegelaten tot de handel op gereglementeerde markten in de Unie, waarborgt deze dat er één enkele meldingsdrempel voor alle nationale bevoegde autoriteiten geldt, wat voor gelijke marktvoorwaarden voor marktdeelnemers binnen en buiten de Unie zorgt met betrekking tot de handel in aandelen die tot de handel op gereglementeerde markten in de Unie zijn toegelaten.

6.   De maatregel van ESMA heeft geen nadelig effect op de efficiëntie van de financiële markten, ook niet door de liquiditeit op die markten te verminderen of door onzekerheid te creëren voor marktdeelnemers, dat niet in verhouding staat tot de voordelen van de maatregel (artikel 28, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 236/2012)

(64)

ESMA moet beoordelen of de maatregel nadelige effecten heeft die niet in verhouding zouden staan tot de voordelen ervan.

(65)

ESMA acht het passend dat de nationale bevoegde autoriteiten de ontwikkelingen met betrekking tot netto shortposities nauwlettend volgen voordat zij overwegen meer indringende maatregelen te nemen. ESMA merkt op dat de normale meldingsdrempel (0,2 % van het geplaatste aandelenkapitaal) in de aanhoudende uitzonderlijke marktomstandigheden mogelijk niet toereikend is om trends en zich voordoende bedreigingen tijdig vast te stellen.

(66)

Hoewel de invoering van een uitgebreidere meldingsplicht mogelijk extra lasten met zich mee heeft gebracht voor de rapporterende entiteiten, hebben deze hun interne systemen reeds aangepast voor de toepassing van de Besluiten (EU) 2020/525, (EU) 2020/1123 en (EU) 2020/1689, zodat de verlenging van deze maatregel naar verwachting geen verdere gevolgen zal hebben voor de nalevingskosten van de rapporterende entiteiten. Bovendien wordt het vermogen van marktdeelnemers om shortposities in aandelen te verwerven of te verhogen, hierdoor niet beperkt. Daardoor blijft de efficiëntie van de markt onaangetast.

(67)

Vergeleken met andere mogelijke en meer ingrijpende maatregelen zal deze verlenging van de maatregel naar verwachting geen invloed hebben op de liquiditeit op de markt, aangezien de strengere meldingsplicht voor een beperkt aantal marktdeelnemers naar verwachting niet tot een wijziging van hun handelsstrategie leiden en dus ook niet van invloed zijn op hun marktdeelname. Bovendien is de handhaving van de uitzondering voor de activiteiten van marketmakers en stabilisatieprogramma’s bedoeld om entiteiten die belangrijke diensten aanbieden bij het verschaffen van liquiditeit en het verminderen van de volatiliteit niet zwaarder te belasten, wat met name in de huidige situatie bijzonder relevant is.

(68)

Wat de reikwijdte van de verlenging van de maatregel betreft, is ESMA van mening dat een beperking van deze maatregel tot een of meer sectoren of tot een van de segmenten van uitgevende instellingen mogelijk niet het gewenste resultaat oplevert. De omvang van de koersdalingen die is geregistreerd na de uitbraak van de COVID-19-pandemie, het brede scala aan aandelen (en sectoren) die worden getroffen en de onderlinge verwevenheid tussen de Europese economieën en handelsplatformen, duiden erop dat een EU-brede maatregel waarschijnlijk effectiever is dan sectorale maatregelen voor het bieden van vroege marktinformatie aan de nationale bevoegde autoriteiten.

(69)

Wat het creëren van onzekerheid op de markt betreft, brengt de maatregel geen nieuwe wettelijke verplichtingen, zoals bij het verlagen van de betreffende drempel, maar wijzigt hij slechts de bestaande meldingsplicht die sinds 2012 van kracht is. ESMA benadrukt ook dat de verlenging van de maatregel beperkt blijft tot de melding van aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt in de Unie zijn toegelaten, teneinde die posities vast te leggen waar aanvullende melding het meest relevant lijkt.

(70)

ESMA is daarom van mening dat een dergelijke strengere verplichting om transparant te zijn, geen nadelige effecten hoeft te hebben op de efficiëntie van de financiële markten of op beleggers, die niet in verhouding staan tot de voordelen van de maatregel en geen onzekerheid op de financiële markten hoeft te creëren.

(71)

Wat de duur van de maatregel betreft, is ESMA van mening dat een verlenging van de maatregel met drie maanden gerechtvaardigd is, gezien de op dit moment beschikbare informatie en de aanhoudende over het geheel genomen onzekere vooruitzichten in de context van de COVID-19-pandemie. ESMA is voornemens terug te keren naar de normale meldingsplicht zodra de situatie verbetert, maar kan tegelijkertijd de mogelijkheid niet uitsluiten dat de maatregel moet worden verlengd indien de situatie verergert of de markten kwetsbaar blijven.

(72)

Op basis daarvan acht ESMA dit Besluit om de tijdelijke maatregel voor een verhoogde transparantie ten aanzien van netto shortposities te verlengen, op deze datum evenredig gezien de aanhoudende negatieve omstandigheden.

7.   RAADPLEGING EN KENNISGEVING (ARTIKEL 28, LEDEN 4 EN 5, VAN VERORDENING (EU) Nr. 236/2012)

(73)

ESMA heeft het ESRB geraadpleegd. Het ESRB heeft geen bezwaren geuit tegen het aannemen van het voorgestelde Besluit.

(74)

ESMA heeft de nationale bevoegde autoriteiten in kennis gesteld van het voorgenomen Besluit.

(75)

De verlenging van de maatregel van ESMA treedt op 19 december 2020 in werking.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definitie

Voor de toepassing van dit Besluit wordt onder een “gereglementeerde markt” verstaan: een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder 21, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (21).

Artikel 2

Tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen

1.   Een natuurlijke of rechtspersoon met een netto shortpositie in het geplaatste aandelenkapitaal van een onderneming waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, stelt de relevante bevoegde autoriteit in overeenstemming met artikelen 5 en 9 van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad in kennis telkens wanneer de positie een relevante meldingsdrempel als bedoeld in lid 2 van dit artikel bereikt of onderschrijdt.

2.   Een relevante meldingsdrempel is een percentage dat gelijk is aan 0,1 % van het geplaatste aandelenkapitaal van de betrokken onderneming en elke 0,1 % daarboven.

Artikel 3

Vrijstellingen

1.   In overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 236/2012 zijn de tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen als bedoeld in artikel 2 niet van toepassing op aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten waarvan het belangrijkste handelsplatform voor de handel in die aandelen in een derde land gevestigd is.

2.   Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 236/2012 zijn de in artikel 2 bedoelde tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen niet van toepassing op transacties die in verband met activiteiten van marketmakers worden verricht.

3.   De in artikel 2 bedoelde tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen zijn niet van toepassing op een netto shortpositie met betrekking tot het verrichten van een stabilisatie krachtens artikel 5 van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende marktmisbruik (22).

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

Dit besluit treedt in werking op 19 december 2020.

Het is van toepassing voor een periode van drie maanden vanaf de datum van inwerkingtreding.

Opgesteld te Parijs, op 16 december 2020

Namens de raad van toezichthouders,

Steven MAIJOOR

Voorzitter


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

(2)  PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1.

(3)  PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 116 van 15.4.2020, blz. 5.

(5)  (PB L 245 van 30.7.2020, blz. 17.

(6)  (PB L 379 van 13.11.2020, blz. 60.

(7)  Zie: https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/autumn_20_forecast.pdf

(8)  Europese economische prognose, blz. 40.

(9)  Europese economische prognose, blz. 49.

(10)  Zie: https://www.pfizer.com/news/press-release/press-release-detail/pfizer-and-biontech-announce-vaccine-candidate-against

(11)  Zie: https://www.esma.europa.eu/sites/default/files/library/esma50-165-1371_risk_dashboard_no_2_2020.pdf

(12)  Zie: https://www.esma.europa.eu/sites/default/files/library/esma50-165-1371_risk_dashboard_no_2_2020.pdf

(13)  De VSTOXX meet de impliciete volatiliteit op basis van de optieprijzen van de Euro Stoxx 50.

(14)  De VIX-index wordt berekend met behulp van het middelpunt van de realtime bied- en laatprijzen van opties in de S&P 500-index (SPX).

(15)  Zie ook paragraaf 4(c).

(16)  Europese economische prognose, blz. 61.

(17)  https://www.ecb.europa.eu/pub/financial-stability/fsr/html/ecb.fsr201911~facad0251f.en.html

(18)  In Italië werd de maatregel op 18 mei opgeheven.

(19)  Zie artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012.

(20)  De rapportages van de dagelijkse netto shortposities van Denemarken ontbreken voor de periode van 31 augustus tot en met 4 september als gevolg van een technische storing.

(21)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad | van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(22)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).


BIJLAGE

In deze bijlage wordt onder “besluit van ESMA” verstaan: het besluit van ESMA van 16 maart 2020 waarbij natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, tijdelijk verplicht worden bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012.

Figuur 1

Financiële indicatoren

Prestaties van aandelenmarkten

Wijzigingen van 20.2.2020 tot 2.12.2020

Indexniveau per 2.12.2020

Wijzigingen van 20.2.2020 tot 3.9.2020

Indexniveau per 3.9.2020

Wijzigingen van 20.2.2020 tot 4.6.2020

Indexniveau per 4.6.2020

STOXX EUROPE 800 excl. Zwitserland

-10 %

125

-17 %

116

-16 %

117

EURO STOXX INDEX

-6 %

392

-13 %

362

-13 %

364

EURO STOXX 50

-8 %

3 521

-14 %

3 304

-13 %

3 323

US S&P500

9 %

3 663

2 %

3 451

-8 %

3 112

CSI 300

22 %

5 067

16%

4 817

-4 %

3 982

JP Nikkei

14 %

26 801

0 %

23 466

-3 %

22 864

Wereldwijd

8 %

248

-1 %

228

-9 %

211

Europese banken

-22 %

115

-37 %

93

-30 %

104

IT financiële instellingen

-24 %

29

-30 %

27

-29 %

28

ES financiële instellingen

-24 %

50

-48 %

34

-35 %

42

DE financiële instellingen

-7 %

132

-13 %

123

-11 %

126

FR financiële instellingen

-21 %

141

-34 %

118

-28 %

130

Volatiliteit

Wijzigingen van 20.2.2020 tot 2.12.2020

Indexniveau per

2.12.2020

Wijzigingen van 20.2.2020 tot 3.9.2020

Indexniveau per

3.9.2020

Wijzigingen van 20.2.2020 tot 4.6.2020

Indexniveau per

4.6.2020

VSTOXX

8 %

22

15 %

29

13 %

28

VIX

5 %

21

18 %

33

9 %

25

Kredietverzuimswaps

Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 2.12.2020

CDS-spreads in bp per 2.12.2020

Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 3.9.2020

CDS-spreads in bp per 3.9.2020

Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 4.6.2020

CDS-spreads in bp per 4.6.2020

Bedrijfseffecten Europa

5

45

5

45

22

62

Hoog rendement Europa

53

251

92

290

157

355

Financiële instellingen Europa

9

53

15

59

29

73

Financiële instellingen Europa, achtergesteld

13

100

38

124

62

149

Tienjarige staatsobligaties

Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 2.12.2020

Obligatierendement in % per 2.12.2020

Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 3.9.2020

Obligatierendement in % per 3.9.2020

Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 4.6.2020

Obligatierendement in % per 4.6.2020

DE10Y

-8

-0,52

-5

-0,49

15

-0,29

ES10Y

-13

0,11

9

0,33

32

0,55

FR10Y

-7

-0,29

2

-0,19

23

0,01

IT10Y

-31

0,60

15

1,06

51

1,42

US10Y

-57

0,95

-90

0,62

-67

0,86

GB10Y

-22

0,36

-34

0,24

-24

0,34

JP10Y

7

0,03

8

0,04

9

0,05

Opmerking: wijzigingen in de aandelenmarkt uitgedrukt in relatieve termen, overige wijzigingen in absolute termen.

Bronnen: Refinitiv EIKON; ESMA.

Image 1

Opmerking: Impliciete volatiliteiten van de EURO STOXX 50 (VSTOXX) en S&P 500 (VIX), in %.

Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

Image 2

Opmerking: Aandelenkoersen. 20.2.2020 = 100

Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

Image 3

Opmerking: Aandelenkoersen. 20.2.2020 = 100

Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

Image 4

Opmerking: Aandelenkoersen. 20.2.2020 = 100

Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

Image 5

Opmerking: CDS-spreads voor Europese IG-bedrijven (iTraxx Europe), Europese HY-bedrijven (iTraxx Europe Crossover) en Europese financiële instellingen, in bp.

Bronnen: Refinitiv EIKON, ESMA.

Afbeelding 5

Prestaties van Europese aandelenindexen per land

 

Wijziging in percentage van 6 november 2020 tot 2 december 2020

Wijziging in percentage van 20 februari 2020 tot 2 december 2020

Wijziging in percentage van 20 februari 2020 tot 3 september 2020

Wijziging in percentage van 20 februari 2020 tot 4 juni 2020

STOXX EUROPE 800 excl. Zwitserland

8,67 %

-9,74 %

-16,67 %

-15,78 %

EURO STOXX INDEX

9,41 %

-6,06 %

-13,22 %

-12,72 %

EURO STOXX 50

9,90 %

-7,89 %

-13,57 %

-13,07 %

AT

21,10 %

-17,84 %

-30,21 %

-23,30 %

BE

16,24 %

-9,94 %

-19,22 %

-14,86 %

BG

0,55 %

-22,03 %

-20,67 %

-15,69 %

CY

25,10 %

-27,80 %

-39,52 %

-34,73 %

CZ

11,15 %

-12,35 %

-17,81 %

-13,94 %

DE

6,68 %

-2,57 %

-4,44 %

-7,32 %

DK

-1,90 %

10,16 %

4,24 %

-2,48 %

EE

11,25 %

-4,72 %

-13,55 %

-13,16 %

ES

19,66 %

-17,22 %

-29,45 %

-21,88 %

FI

6,38 %

1,96 %

-5,35 %

-8,66 %

FR

12,54 %

-7,91 %

-17,37 %

-15,91 %

GB

9,36 %

-13,09 %

-21,32 %

-13,93 %

GR

29,14 %

-16,82 %

-29,24 %

-26,64 %

HR

10,22 %

-13,43 %

-19,61 %

-17,16 %

HU

10,74 %

-14,42 %

-24,05 %

-17,83 %

IE

5,56 %

-0,58 %

-13,00 %

-12,90 %

IS

5,78 %

10,90 %

-1,50 %

-4,44 %

IT

11,64 %

-12,39 %

-22,04 %

-20,01 %

LT

4,44 %

3,84 %

5,06 %

-1,98 %

LU

14,85 %

-7,78 %

-25,92 %

-21,60 %

LV

-0,47 %

6,81 %

5,53 %

-1,81 %

MT

15,14 %

-13,86 %

-20,80 %

-12,92 %

NL

6,64 %

-1,80 %

-11,66 %

-9,17 %

NO

11,02 %

-3,37 %

-11,80 %

-10,22 %

PL

11,81 %

-9,62 %

-15,75 %

-13,47 %

PT

14,45 %

-14,54 %

-20,09 %

-13,64 %

RO

6,43 %

-7,58 %

-10,73 %

-11,45 %

SE

5,47 %

1,06 %

-7,28 %

-9,47 %

SI

8,13 %

-9,57 %

-13,01 %

-10,83 %

SK

-0,99 %

-3,02 %

-7,05 %

0,07 %

Bronnen: Refinitiv EIKON; ESMA.

Image 6

Bronnen: ESMA