22.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 374/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1847 VAN DE COMMISSIE

van 14 oktober 2021

betreffende de aanwijzing van een wettelijke vervanging voor bepaalde CHF LIBOR-looptijden

(voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (1), en met name artikel 23 ter, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De London Interbank Offered Rate in Zwitserse frank (CHF LIBOR) is een tarief in één van de vijf LIBOR-valuta dat wordt beheerd door de ICE Benchmark Administration (IBA). De CHF LIBOR geeft de rente weer waartegen grote toonaangevende, internationaal actieve banken met toegang tot de wholesalemarkt voor ongedekte financiering zich op die markt in Zwitserse frank kunnen financieren. De IBA berekent de rente op basis van gegevens die haar door een panel van banken worden meegedeeld.

(2)

De Financial Conduct Authority van het Verenigd Koninkrijk (“FCA”) heeft aangekondigd bepaalde LIBOR-benchmarks, waaronder de CHF LIBOR, tegen eind 2021 stop te zetten. Die stopzetting heeft te maken met de bezorgdheid of de LIBOR, voor een aantal looptijden, wel een adequaat beeld geeft van een onderliggende markt of economische realiteit die een afspiegeling is van een wholesalemarkt voor ongedekte financiering. Die bezorgdheid vindt haar oorsprong in de onwil van de meeste banken van het LIBOR-panel om verder bij te dragen aan de betrokken LIBOR-looptijden, zoals de IBA op 5 maart 2021 heeft aangekondigd in haar “ICE LIBOR Feedback Statement on Consultation on Potential Cessation”.

(3)

In het verleden heeft een aantal banken de CHF LIBOR in de Unie gebruikt als referentietarief voor een groot aantal uitstaande hypotheken aan particulieren, waarvan de meeste na eind 2021 aflopen. Volgens de reacties op een openbare raadpleging van de Commissie is er in de Unie momenteel sprake van 35 miljard EUR aan hypotheekovereenkomsten die naar de CHF LIBOR verwijzen. Het betreft overwegend uitstaande overeenkomsten in Polen, maar ook in Oostenrijk, Slovenië, Nederland en Frankrijk.

(4)

In een aantal contacten tussen de Commissie en de betrokken overheidsinstanties is gewezen op de omvang van de mogelijke verstoring als gevolg van de stopzetting van de CHF LIBOR en de noodzaak om de discontinuïteit van overeenkomsten die naar de CHF LIBOR verwijzen, tot een minimum te beperken zodat die verstoring zich niet voordoet. De Commissie heeft naar behoren rekening gehouden met de feitelijke elementen die zijn verstrekt om te beoordelen of aan de voorwaarden van artikel 23 ter van Verordening (EU) 2016/1011 is voldaan en vervolgens vast te stellen of de Commissie actie moet ondernemen.

(5)

In het Financial Stability Report 2021 van de Nationale Bank van Polen (2) is vermeld dat eind 2020 meer dan 410 000 huishoudens in Polen een hypotheek hadden met de CHF LIBOR als referentietarief, gebaseerd op meerdere CHF LIBOR-looptijden. Dat is ongeveer 20 % van de totale Poolse hypotheekportefeuille, en komt volgens andere, door de betrokken autoriteiten verstrekte gegevens, overeen met in totaal rond 100 miljard PLN (ongeveer 22 miljard EUR). De meeste van deze hypotheken hebben een lange looptijd en blijven uitstaan tot na 2030. In het verslag wordt gewezen op de risico’s van de stopzetting van de CHF LIBOR en de noodzaak om te zorgen voor de continuïteit van in Zwitserse frank luidende woningkredietovereenkomsten teneinde te vermijden dat dergelijke risico’s zich voordoen. Voorts wordt in het verslag benadrukt dat het ontbreken van terugvalbepalingen en rechtshandelingen tot aanwijzing van de vervanging voor de CHF LIBOR-benchmark de continuïteit van dergelijke overeenkomsten in gevaar kan brengen en bijgevolg tot financiële verliezen voor de banken kan leiden. Het Poolse ministerie van Financiën heeft soortgelijke gegevens aan de Commissie verstrekt.

(6)

In Oostenrijk waren er in juni 2021 50 000 tot 60 000 hypotheekleningen aan Oostenrijkse huishoudens die naar de CHF LIBOR verwijzen, wat overeenkomt met een volume van 9,6 miljard EUR en ongeveer 5,7 % van de gehele schuld van de Oostenrijkse huishoudens. Ongeveer 400 Oostenrijkse banken gebruiken de CHF LIBOR als referentietarief voor hun hypotheekportefeuilles. De Nationale Bank van Oostenrijk en de Oostenrijkse financiële toezichthouder (FMA) hebben soortgelijke ondersteunende gegevens verstrekt in een brief aan de Commissie.

(7)

In Slovenië hadden op 31 december 2020 meer dan 6 700 overeenkomsten voor consumptief krediet voor een totale waarde van meer dan 300 miljoen EUR de CHF LIBOR als referentietarief, waarvan de laatste reeks pas in 2043 afloopt. Daarnaast zijn 9 op 15 banken blootgesteld aan de CHF LIBOR. Het aandeel aan woningleningen die verwijzen naar de CHF LIBOR bedraagt bij deze 9 banken 6,34 % van alle woningleningen; bij hypotheekleningen is dit 7,13 %.

(8)

Geschat wordt dat er in Nederland ongeveer 500 miljoen EUR aan hypotheken aan particulieren is die verwijzen naar de CHF LIBOR zonder terugvalbepalingen.

(9)

In Frankrijk hebben regionale banken ongeveer 6 400 overeenkomsten inzake retailleningen met de CHF LIBOR als referentietarief die na 2021 aflopen.

(10)

Verordening (EU) 2016/1011 schrijft voor dat gebruikers van benchmarks solide schriftelijke plannen opstellen en bijhouden waarin de maatregelen zijn vermeld die zij nemen indien een benchmark inhoudelijk wordt gewijzigd of niet langer wordt aangeboden en dat, waar mogelijk en passend, een of meer alternatieve benchmarks worden aangewezen die als referentie kunnen worden gebruikt ter vervanging van benchmarks die niet meer worden gepubliceerd. Overeenkomsten die verwijzen naar de CHF LIBOR zijn gesloten lang voordat kon worden verwacht dat de CHF LIBOR zou worden stopgezet en voordat Verordening (EU) 2016/1011 van toepassing werd. Deze contracten bevatten bijgevolg geen terugvalbepalingen voor het geval dat een benchmarkbeheerder een contractuele referentie niet langer kan publiceren na een bepaalde datum.

(11)

In verband met de moeilijkheid om een passende vervanging voor de CHF LIBOR vast te stellen voordat de Nationale Arbeitsgruppe für Referenzzinssätze in Franken (de Zwitserse NWG) duidelijke aanbevelingen deed aan de markt, bevatten contracten die zijn gesloten na de datum van toepassing (1 januari 2018) van Verordening (EU) 2016/1011 evenmin (passende) terugvalbepalingen.

(12)

Zonder transitie van overeenkomsten die verwijzen naar de CHF LIBOR, naar een aangewezen vervanging voor die benchmark voor dergelijke overeenkomsten is er een ernstig risico op niet-naleving van overeenkomsten in meerdere lidstaten. Door de aanwijzing van die vervanging moet een dergelijk risico dan ook worden beperkt, omdat de werking van de financiële markten in de Unie hierdoor aanzienlijk kan worden verstoord.

(13)

Op 5 maart 2021 kondigde de FCA het toekomstige verlies van representativiteit en de stopzetting van alle looptijden van de CHF LIBOR aan. Deze verklaring vormt een aanleiding voor de Commissie om gebruik te maken van haar bevoegdheid om overeenkomstig artikel 23 ter, lid 8, van Verordening (EU) 2016/1011 een wettelijke vervanging voor de CHF LIBOR aan te wijzen.

(14)

De uitkomst van de openbare raadpleging van de Commissie wees op het belang van bepaalde CHF LIBOR-looptijden in hypotheekovereenkomsten, met name de looptijden van één maand, drie maanden, zes maanden en twaalf maanden. Het gebrek aan een duidelijk en ondubbelzinnig vervangingstarief in hypotheekovereenkomsten die verwijzen naar de CHF LIBOR zou aanleiding geven tot rechtsonzekerheid, wat tot geschillen en niet-naleving van overeenkomsten kan leiden. Het is derhalve wenselijk dat de Commissie een wettelijke vervanging aanwijst voor die vier CHF LIBOR-looptijden die moet worden gebruikt in alle contracten en in financiële instrumenten als bedoeld in Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (3), inclusief maar niet uitsluitend spaarrekeningen, hypotheken en leningen, inclusief overeenkomsten voor consumptief krediet en leningen aan kleine bedrijven, die worden geregeld door de wetten van een van de lidstaten en die geen of geen geschikte terugvalbepalingen bevatten.

(15)

In 2017 beval de Zwitserse NWG de door SIX Swiss Exchange Financial Information AG (SIX) beheerde Swiss Average Rate Overnight (“SARON”) aan als vervangingstarief voor de CHF LIBOR (4). Toen het niet mogelijk bleek een toekomstgerichte rente op basis van SARON vast te stellen, beval de Zwitserse NWG in september 2020 aan de samengestelde (compounded) SARON te gebruiken als basis voor een terugvaltarief voor contante producten die verwijzen naar de CHF LIBOR. Een aangewezen vervanging voor de betrokken CHF LIBOR-looptijden in legacycontracten moet bijgevolg worden berekend als een samengesteld SARON-tarief.

(16)

Uit de openbare raadpleging van de Commissie blijkt dat het aanwijzen van een wettelijke vervanging voor alle CHF LIBOR-looptijden overeenkomstig de aanbevelingen van de Zwitserse NWG wordt gesteund, onder meer door de overheidsinstanties van de meest betrokken lidstaten. Terwijl de CHF LIBOR een toekomstgericht tarief is, waarbij de klant de verschuldigde rente voor de komende periode vooraf kent, is de samengestelde SARON een retrospectief tarief. Dit betekent dat het rentetarief over een bepaalde periode pas aan het eind van die periode bekend is. Om het gebruik van het rentetarief aan het begin van de renteperiode te vergemakkelijken, zou een mogelijke oplossing erin bestaan het rentetarief te bepalen op basis van een observatieperiode die voorafgaat aan de renteperiode. Op 29 september 2020 beval de Zwitserse NWG aan om in gevallen waarin de rentebetaling bekend moet zijn bij het begin van de renteperiode, de samengestelde SARON te gebruiken volgens de “last reset”-methodologie; Die methodologie bestaat erin dat het rentetarief voor de komende periode wordt bepaald op basis van de waargenomen samengestelde rente voor een eerdere periode die even lang is als de renteperiode.

(17)

Volgens de aanbeveling van de Zwitserse NWG van 1 februari 2021 zouden gebruikers als vervangingstarief voor de 1 maands CHF LIBOR de samengestelde 1 maands SARON moeten gebruiken en voor de 3 maands CHF LIBOR de volgens de “last reset”-methodologie bepaalde samengestelde 3 maands SARON, d.w.z. de samengestelde SARON-rente zoals berekend op basis van de periode van respectievelijk één maand en drie maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de renteperiode.

(18)

De werkgroep risicovrije euroreferentierentes gaf in haar aanbeveling van 11 mei 2021 aan dat de “last reset”-methodologie voor perioden van meer dan drie maanden aanleiding kan geven tot boekhoudkundige en hedgingproblemen als gevolg van de structurele verschillen tussen de IBOR (als toekomstgericht tarief) en de SARON (als retrospectief tarief), die bijzonder uitgesproken zijn in het geval van langere looptijden. Als alternatieve methodologie beval de Zwitserse NWG op 1 juli 2021 het gebruik van de “last recent”-methodologie aan met een observatieperiode van één maand. Die methodologie bestaat erin dat het rentetarief voor de komende periode wordt bepaald op basis van de waargenomen samengestelde rente voor een eerdere periode die korter is dan de betrokken renteperiode. Rekening houdend met de aanbevelingen van de werkgroep risicovrije euroreferentierentes en om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke referentieperiode voor elke looptijd te blijven, werd voor CHF LIBOR-looptijden van drie maanden en meer de samengestelde 3 maands SARON geschikter geacht dan de samengestelde 1 maands SARON. Het lijkt daarom passend de samengestelde 1 maands SARON en 3 maands SARON te gebruiken als vervanging voor respectievelijk de 1 maands CHF LIBOR en de 3 maands CHF LIBOR, en de samengestelde 3 maands SARON ook te gebruiken als vervanging voor de 6 maands CHF LIBOR en de 12 maands CHF LIBOR.

(19)

Er is een verschil in waarde tussen de CHF LIBOR en de samengestelde SARON. Om dit verschil weer te geven en de economische impact van een vervanging tot een minimum te beperken, moet een vaste spreadaanpassing worden toegevoegd aan de samengestelde SARON voor elk van de CHF LIBOR-looptijden die hij vervangt.

(20)

De openbare raadpleging van de Commissie heeft bevestigd dat het passend is een vaste spreadaanpassing te berekenen op basis van de historische mediaan spread tussen de CHF LIBOR en de betrokken samengestelde SARON over een look-backperiode van vijf jaar die afloopt op 5 maart 2021.

(21)

Het is daarom passend dat de door de Commissie ter vervanging van de betrokken CHF LIBOR-looptijden aangewezen tarieven overeenkomen met de samengestelde SARON, vermeerderd met de relevante spreadaanpassing zoals gepubliceerd voor elk van de betrokken looptijden van de relevante samengestelde SARON (één maand, drie maanden, zes maanden en twaalf maanden).

(22)

Overeenkomstig artikel 23 ter, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1011 vervangt een vervanging voor de CHF LIBOR van rechtswege alle referenties aan die benchmark in contracten en financiële instrumenten als bedoeld in Richtlijn 2014/65/EU die geen of geen geschikte terugvalbepalingen bevatten. Die vervanging is bijgevolg niet van toepassing op contracten die met succes zijn heronderhandeld in het licht van de stopzetting van CHF LIBOR, zoals bepaald in artikel 23 ter, lid 11, van Verordening (EU) 2016/1011.

(23)

Aangezien de LIBOR vanaf 1 januari 2022 niet langer zal worden gepubliceerd, moeten de aangewezen tarieven de verwijzingen naar de CHF LIBOR vanaf die datum vervangen.

(24)

De Britse FCA, als toezichthouder van de beheerder van de CHF LIBOR, de Schweizerische Nationalbank, in haar functie van secretariaat van de Zwitserse NWG, en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) hebben hun standpunt over deze verordening meegedeeld.

(25)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vervanging van de CHF LIBOR

1.   De volgende tarieven worden aangewezen als vervangingstarief voor de CHF LIBOR in alle contracten en financiële instrumenten als bedoeld in Richtlijn 2014/65/EU die verwijzen naar de CHF LIBOR:

(a)

de 1 maands CHF LIBOR wordt vervangen door de samengestelde 1 maands SARON, zoals waargenomen in de aan de renteperiode voorafgaande periode van één maand;

(b)

de 3 maands CHF LIBOR wordt vervangen door de samengestelde 3 maands SARON, zoals waargenomen in de aan de renteperiode voorafgaan periode van drie maanden;

(c)

de 6 maands CHF LIBOR wordt vervangen door de samengestelde 3 maands SARON, zoals waargenomen in de aan de renteperiode voorafgaande periode van drie maanden;

(d)

de 12 maands CHF LIBOR wordt vervangen door de samengestelde 3 maands SARON, zoals waargenomen in de aan de renteperiode voorafgaande periode van drie maanden.

2.   Aan de overeenkomstig lid 1 aangewezen vervangingstarieven wordt een vaste spreadaanpassing toegevoegd. Die vaste spreadaanpassing is gelijk aan de voor elke betrokken looptijd gepubliceerde spread die is berekend op 5 maart 2021 als een historische mediaan spread tussen de betrokken CHF LIBOR en de respectieve samengestelde SARON over een look-backperiode van vijf jaar voor elke betrokken looptijd.

3.   De vervangingstarieven voor de CHF LIBOR worden aangewezen overeenkomstig onderstaande tabel:

LIBOR

LOOP-TIJD

Vervangingstarief

Waarde van de spreidaanpassing (%)

CHF

één maand

Samengestelde 1 maands SARON Tarief (SAR1MC)

ISIN CH0477123886

-0,0571

CHF

drie maanden

Tarief samengestelde 3 maands SARON (SAR3MC)

ISIN CH0477123902

0,0031

CHF

zes maanden

Tarief samengestelde 3 maands SARON (SAR3MC)

ISIN CH0477123902

0,0741

CHF

twaalf maanden

Tarief samengestelde 3 maands SARON (SAR3MC)

ISIN CH0477123902

0,2048

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 oktober 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1.

(2)  Narodowy Bank Polski (Nationale Bank van Polen), Financial Stability Report, juni 2021

https://www.nbp.pl/en/systemfinansowy/fsr202106.pdf?v=2

(3)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(4)  SARON wordt gepubliceerd op de betrokken webpagina van zijn beheerder: https://www.six-group.com/exchanges/indices/data_centre/swiss_reference_rates/compound_rates_en.html